In economisch opzicht gaat het Nederland voor de wind Hoge: re uitgaven voor justitie en politie Voor wegennet in 1964 363 miljoen bestemd REGERING BIJFT BEDACHT OP HANDHAVING VAN DE WERKGELEGENHEID OVERBESTEDING MOET WORDEN VOORKOMEN g keuring van dit verdrag, dat tot vermindering van de g internationale spanningen kan leiden, zal U weldra g bereiken. g beste vermogen een aandeel te leveren tot de gezamen- g Zowel tijdens de tariefsonderhandelingen als tijdens de wereldhandelsconferentie, die eveneens het volgend jaar zal plaatsvinden, verdienen de problemen van de ont wikkelingslanden bijzondere aandacht. Vermindering van de belemmeringen in het handelsverkeer met die landen moet daarbij voorop staan. Het economische le ven in de ontwikkelingslanden moet voorts een bredere grondslag verkrijgen, opdat zij in staat geraken op ei gen kracht hun welvaart te verhogen. SOCIALE ZAKEN: Conjunctuur wat afremmen Verschuivingen Nationale produkt 68.7 MILJOEN MEER Politie verwacht groei Van de personeelssterkte Kinderbescherming Suriname en de Antillen Lonen en prijzen Bouwsector RIJKSWATERSTAAT Deltawerken zullen 144 miljoen vergen Deltawerken Gent-Terneuzen Industrialisatie Geen nieuwe overheidstaken 10 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT WOENSDAG 18 SEPTEMBER 1993 DE TROONREDE {^on'n»in Juliana heeft gistermiddag bij de ope- ning van de nieuwe zitting der Staten-Ge- tieraal de volgende troonrede uitgesproken: Leden der Staten-Generaal, g=j 1 In deze tijd van dynamische ontwikkeling groeit s het bewustzijn van onderlinge afhankelijkheid H en neemt ook het verlangen naar samenwerking 1 toe. In dit bewustzijn en in dit verlangen vindt 1 het streven naar vereniging van de vrije Euro- pese landen zijn uitgangspunt. M Het is voor ons koninkrijk van veel belang, dat hetgeen in de verdragen van Rome en van Parijs I is neergelegd in zijn geheel wordt verwezenlijkt. J De opvatting van de regering is steeds geweest, g dat deze verdragen de totstandkoming beogen g van een open en democratische Europese ge- g meenschap, een gemeenschap, die niet een ver- g delende, maar een verenigende functie moet g hebben. Slechts een op brede en hechte basis H georganiseerd Europa zal in staat zijn op voet van gelijkwaardigheid samen te werken met de 1 bondgenoten aan de andere zijde van de oceaan. g In Atlantisch verband kunnen wij vruchtbaar blijven werken aan het behoud van de vrijheid, de groei van de westerse samenleving en de ont- wikkeling van de constructieve krachten in de g wereld. g T Tet stemt tot voldoening, dat inmiddels vele landen g liet verdrag tot stopzetting van bovengrondse kern proeven hebben ondertekend. Het voorstel tot goed- H Ondanks deze mogelijkheid tot ontspanning blijft het defensiebeleid er onverminderd op gericht naar ons g lijke verdediging in Atlantisch verband. 3 De regering zal het hare ertoe bijdragen om de tarief- g onderhandelingen, die het volgend jaar te Genève zul- len plaatsvinden, te doen slagen. Deze onderhandelin- g gen, waarbij ook de internationale problemen van de g landbouw zijn betrokken, zullen naar zij hoopt een nieu- S we fase in de ontwikkeling van het internationale han- g delsverkeer inluiden. De thans helaas nog toenemende welvaartsverschillen in de wereld maken het des te noodzakelijker op ruime schaal financiële en technische hulp te bieden. De re gering streeft naar een evenwichtig programma van hulpverlening binnen het koninkrijk en daarbuiten in verscheidene bilaterale en multilaterale vormen. Het verheugt de regering, dat de betrekkingen tot Indonesië belangrijk zijn verbeterd. Nu de eerste stappen zijn gezet naar normalisering van het han delsverkeer, heeft zij goede hoop, dat dit zich geleide lijk zal ontplooien. De samenwerking in Benelux-verband acht de regering van des te meer betekenis, nu de internationale betrek kingen zoveel hechter worden. Het verdrag inzake een verbeterde Schelde-Kijnverbin- ding, dat voor de verhouding van ons land tot België zo belangrijk is, zal U ter goedkeuring worden voorge legd. De regering is ervan overtuigd, dat de goede verstand houding binnen het koninkrijk der Nederlanden zal worden bestendigd. De koninkrijksgedachte moge daar bij ook komend jaar wederom onze drie landen bezielen. Het sociaal-economische beleid richt zich zowel op een zo krachtig mogelijke en evenwichtige groei van de economie op lange termijn als op de beheer sing van de conjunctuur. Ten behoeve van de economische ontwikkeling zal in samenwerking met het bedrijfsleven een onderzoek worden ingesteld naar de vooruitzichten op middellan ge termijn voor onze volkshuishouding als geheel en voor verschillende sectoren afzonderlijk. Daarbij zal rekening worden gehouden met de wijze waarop de commissie van de Europese Economische Gemeenschap zich een dergelijk onderzoek in Europees verband heeft gedacht. Mede ten gevolge van een bijzondere verhoging van de landbouwuitgaven zal de rijksbegroting voor 1964 een grotere toeneming van de uitgaven vertonen dan past bij het door het kabinet als grondslag aanvaarde finan ciële beleid. Dit beleid is erop gericht de stijging van de uitgaven in de periode tot en met 1967 als geheel genomen, achter te doen blijven bij de groei van het nationale inkomen. Uit een oogpunt van conjunctuurbe- invloeding voldoet de begroting aan de eisen die daar aan moeten worden gesteld. Een ontwerp voor een nieuwe comptabiliteitswet zal U deze zittingsperiode worden aangeboden. De regering vertrouwt, dat het georganiseerde bedrijfs leven, dat in eerste instantie verantwoordelijk is voor het loonbeleid, de loonkostenstijging voor 1964 binnen aanvaardbare grenzen zal houden. Naar haar mening worden die grenzen primair bepaald door de macro- economische produktiviteitsontwikkeling, maar daar naast acht zij van grote betekenis het verband tussen de loonontwikkeling en het prijsbeleid, het investerings niveau en de concurrentiepositie ten opzichte van het buitenland. Intussen is de regering met zorg vervuld over een aan tal met de zeer krappe arbeidsmarkt samenhangende verschijnselen die een ernstige inbreuk maken op een verantwoorde loonvorming. Zij zal in nauw overleg met het georganiseerde bedrijfsleven dit vraagstuk onder ogen zien. Gelet op de aanhoudende spanning in de conjunctuur en de opwaartse druk op de prijzen zal de regering een krachtig prijsbeleid blijven voeren. Zij ziet ook dit in nauw verband met een verantwoord loonbeleid. Voorts zal zij een juiste prijsvorming door een actief mededingingsbeleid bevorderen. De grote zorg, die de regering draagt voor de sociaal en economisch zwakken van onze samenleving, brengt me de, dat zij in het geheel van haar beleid een voorname plaats toekent aan de verhoging tot een sociaal mini mum van de uitkeringen krachtens de Algemene Ou derdomsvoorziening. Voorstellen terzake zal zij spoedig na ontvangst van het advies van de Sociaal Economi sche Raad uitwerken. Nadat het georganiseerd overleg in ambtenarenzaken het beraad over een nieuwe pensioenwet heeft beëin digd, zal de regering een desbetreffend wetsontwerp indienen. Met het indienen van een voorstel tot uitbreiding van de werkingssfeer van interimwet invaliditeitsrente- trekkers beoogt de regering een verder verbetering van de voorzieningen ten behoeve van de gehandicapten. Een wetsvoorstel om de inkomensgrenzen in de Alge mene Kinderbijslagwet te doen vervallen, zal U bin nenkort bereiken. De regering acht de publiekrechtelijke bedrijfsorgani satie een belangrijk instrument om ondernemers en werknemers gezamenlijk een grotere verantwoordelijk heid te geven voor de gang van zaken in het bedrijfs leven. Zij ziet met belangstelling het advies van de Sociaal Economische Raad over de herziening van de wet op de bedrijfsorganisatie tegemoet. In een tijd, waarin de toenemende industrialisatie en verstedelijking van ons dichtbevolkte land de gevaren van de mens in zijn levensmilieu doen stijgen, worden hoge eisen gesteld aan het beleid op het gebied van de volksgezondheid. De regering hoopt, dat de ziekenfondswet en de wet op de ziekenhuistarieven in de komende zittingsperiode tot stand zullen komen. De zorg voor de geestelijk zieken zal haar bijzondere aandacht hebben. Het ligt in het voornemen de Algemene Bijstandswet op 1 januari 1965 in werking te doen treden. Voorts is in voorbereiding een nieuwe regeling van het consumptie- geldkrediet. In de loop van het zittingsjaar zal een ontwerp-woon- wagenwet worden ingediend, waarmede de aanpassing van de woonwagenbevolking aan de gevestigde samen leving wordt beoogd. In de regeringsverklaring van 31 juli is uiteengezet van hoeveel belang de regering de opheffing van de wo ningnood acht. Aan de bestrijding van dit maatschap pelijke euvel heeft zij de hoogste prioriteit toegekend. Daarvoor zal zo nodig inbreuk worden gemaakt op de norm, die voor de toelaatbare stijging van de uitgaven is aanvaard. De regering wil door een samenstel van maatregelen de produktiviteit en de totale produktie van de bouw nijverheid opvoeren. Eén van deze maatregelen is de bevordering van de continuïteit in deze bedrijfstak. Een nota over dit beleid zal zij spoedig indienen. Het overleg met het bedrijfsleven is inmiddels ver gevor derd. Alles zal in het werk worden gesteld, boven het in het bouwprogramma vermelde totaal van 90.000 wo ningen uit te komen. De regering zal blijven streven zowel naar ont plooiing van het Europese landbouwbeleid als naar verhoging van de rentabiliteit van de Nederlandse.land-' bouw. Ter tegemoetkoming in de moeilijke omstandig heden, waarin vooral de veehouderij en het gemengde bedrijf verkeren, wil de regering, mede door een hoge re bijdrage uit de rijksmiddelen, de uitkomsten van de melkveehouderij trachten te verbeteren. Structurele aanpassing van de landbouw is noodzake lijk. Het ontwikkelings- en saneringsfonds zal daar voor een waardevol hulpmiddel zijn. In de begroting zijn voorts meer middelen dan voorheen aangevraagd voor de ruilverkaveling en andere cultuurtechnische werken. De regering is voornemens de verschillende vraagstuk ken, die verband houden met de ruimtelijke ordening, sterker te coördineren en in te passen in één beleids- patroon. De regering is verontrust over het toenemen van het aantal verkeersongelukken. Zjj zal verdere maatregelen treffen ter verhoging van de verkeersveiligheid. De handhaving en de vernieuwing van het recht ne men een belangrijke plaats in het regeringsbeleid in. In het komende zittingsjaar zullen wetsont- pen worden ingediend met betrekking tot het verbin tenissenrecht en onderdelen van het burgerlijk proces recht. De regering acht de voorgestelde vernieuwing van de regelen omtrent de rechtspositie van vreemdelin gen van veel belang. Het aandeel der lagere organen in het geheel van de landelijke ontwikkeling is van grote betekenis, omdat daardoor het eigen karakter van de provincie en de gemeente tot zijn recht komt. De regering hoopt daar om, dat spoedig de wetsontwerpen tot verruiming van het gemeentelijk belastinggebied en wijziging van de gemeentewet met betrekking tot de binnengemeente lijke decentralisatie zullen worden behandeld. Er bestaat een wisselwerking tussen de toeneming van de materiële welvaart en de geestelijke en culturele ontplooiing van ons volk. Biedt immers de welvaarts stijging ruimere mogelijkheden tot ontwikkeling van onderwijs en cultuur, zij stelt er tegelijkertijd ook nieu we eisen aan. Het snel veranderende wereldbeeld dwingt meer nog dan in het verleden er zorg voor te dragen, dat onze jeugd in het gezin, op de school en daarbuiten terdege wordt voorbereid op de taken, waarvoor zij zich gesteld zal zien. Een goed onderwijssysteem is zowel voor de opvoeding van de jeugd, als voor de krachtige groei van onze volkshuishouding noodzakelijk. Om deze redenen zal de regering de uitbreiding van de instellingen voor we tenschappelijk onderwijs en onderzoek krachtig bevor deren. Zij zal zowel voortwerken aan de vernieuwing van ons onderwijsbestel, als de nodige zorg besteden aan de vorming buiten schoolverband. Daarnaast acht zij ook voor de volwassenen een doelbewuste bevordering harerzijds van de sport, evenals van alle andere vormen van actieve vrijetijdsbesteding, een taak van groot gewicht. I Iele problemen vragen een oplossing en velerlei doel- einden dienen te worden nagestreefd. De mogelijk heden zijn evenwel beperkt, zodat steeds met wijs heid een keuze zal moeten worden gedaan. De door de Tweede Kamer beoogde verandering in de procedure van de begrotingsbehandeling, waartoe dit jaar weder om een proef zal worden genomen, kan mettertijd het overleg over deze keuze verbeteren. De regering heeft het vertrouwen, in gemeen overleg met de Staten-Generaal, in het thans aanvangende par lementaire jaar een vruchtbaar beleid te kunnen voeren. Ik wens U voldoening toe bij de vervulling van uw verantwoordelijke en veelomvattende taak. Dat Gods zegen op uw arbeid ruste. Met deze bede verklaar ik de gewone zitting der Staten-Generaal voor geopend. DESCHULD DIE WU HEBBEN... ONTWIKKELING NATION.SCHULDvo)953 miljard gulden yuiucn j Totaal binnen-en builen! Alléén buiienl.schuld (Van onze parlementaire redacteur) Er is gedurende de kabinetsformatie hard gevochten over de uitvoering van een aantal sociale voorzieningen gedu rende de kort geleden ingetreden kabi netsperiode. In de begroting voor 1964 is daarvan nog niets te merken. Zjj is nog grotendeels opgesteld onder het ka binet-De Quay, zij net dat daarin de te genwoordige minister van sociale za ken en volksgezondheid dr. Veldkamp ook als minister van sociale zaken zit ting had. De uitgaven voor sociale zekerheid in clusief uitgaven voor pensioenen en wachtgelden zijn in de begroting 1964 gesteld op 619,6 miljoen, wat 28,3 miljoen meer is dan de vermoedelijke uitkomsten voor 1963 bedragen. Bij de raming is rekening gehouden met een stijging van het aandeel van het rijk in de premies ingevolge de werkloosheids wet met bijna 10 miljoen. Voorts is rekening gehouden met de verhoging van de uitkeringen krachtens verschil lende sociale uitkeringsregelingen. Ook de gevolgen van de wet pensioenmaat regelen 1963, waarvan het nadelig ef fect op de rijksfinanciën op jaarbasis op 124 miljoen wordt geraamd, zijn in de raming verwerkt. Uit het overschot van het bedrag van 100 miljoen, dat op de begroting 1963 onder „algemeen" werd uitgetrokken voor uitgaven, die ver band houden met de overdracht van westelijk Nieuw-Guinea is 7,5 miljoen bestemd voor de uitgaven in 1964 voor wachtgelden en pensioenen aan uit wes telijk Nieuw-Guinea teruggekeerd per soneel. De uitgaven voor maatregelen in het belang van de werkgelegenheid zijn voor 1964 20,8 miljoen hoger geraamd dan voor 1963. Deze stijging wordt o.m. ver oorzaakt door het uitbreiden van de ge meentelijke sociale werkvoorzieningsre geling met de plaatsingsmogelijkheid van gehandicapten die tot 1 januari 1963 niet voor plaatsing in aanmerking kon den komen. Voorts zijn gelden uitgetrokken voor be studering van problemen die betrekking hebben op de werkgelegenheid en voor subsidiëring van de bijzondere instel lingen voor beroepskeuzevoorlichting. Voor aanvullende werken en ten behoe ve van de vakopleiding van volwassenen zijn voor 1964 belangrijk hogere bedra gen uitgetrokken dan voor 1963. (Van onze parlementaire redacteur) Het gaat Nederland, wat zijn werkgelegenheid, zijn produktie en zijn export betreft en daardoor ook wat zijn welvaart aangaat, goed. Dat is de draad die loopt door de toelichting die de minister van financiën in de miljoenennota op de rijksbegroting voor 1964 heeft gegeven. We moeten zelfs oppassen, dat de zaken ons niet uit de hand lopen, daarom is de regering er door haar financiële maatregelen eerder op uit de gunstige conjunctuur in Nederland wat af te remmen dan te stimuleren. De overspanning van de arbeids markt die zich in 1960 begon te ontwikkelen en tot nu toe niet door een teruggang is gevolgd, schijnt een welhaast structureel karakter te krijgen, aldus de minister. Het feit dat een recessie kon worden voorkomen schrijft hij in belang rijke mate toe aan het conjunc tuurbeleid van het vorige kabinet. Hierdoor is verhinderd dat de spanningen in de economie zich tot een overbesteding konden ontwik kelen. stelt hoge eisen aan het prijsbeleid van de regering, verzucht de minister. De bewindsman merkt verder in de mil joenennota op, dat de sedert 1959 op getreden daling van het overschot op de lopende rekening van de betalingsba lans tot staan is gekomen. Naar ver wachting zal het overschot over 1963 ongevever 600 miljoen belopen bij een geraamde toeneming van de goederenin- voer met 8,5 procent en van de goede- renuitvoer met 7,5 procent. Voor 1964 wordt de stijging van de goedereninvoer geraamd op 8 procent en die van de goe- derenuitvoer op 9 procent. Het over schot op de lopende rekening van de betalingsbalans zal in ditzelfde jaar naar verwachting 600 miljoen bedra gen. Achter de regelmatige groei van de economie als geheel tekenen zich naar het oordeel van de minister enkele fun damentele verschuivingen af. Er is sterk ingelopen op de achterstand in de kapi taalinstallaties, die een der belangrijk ste oorzaken was van de sterke na oorlogse investeringsdrang. In enkele sectoren van het bedrijfsleven valt zelfs een overcapaciteit te constateren. Hier tegenover schiet echter in een belangrij ke sector als de bouwnijverheid de ca paciteit te kort. Wel zijn er thans aan wijzingen, dat arbeidskrachten van an dere bedrijfstakken toevloeien naar de bouwnijverheid. De scherpere concurrentie, de sterke stijging van de arbeidskosten, de prijs politiek en de revaluatie, die tot een re latieve daling van de winstmarges leid den, hebben een teruggang van de inves teringen in bepaalde bedrijfstakken tot gevolg gehad. Daar staat tegenover dat de investeringen in enkele andere sec toren, zoals in bepaalde dienstverlenende bedrijven, toenemen. De indruk bestaat, dat over het geheel genomen de investe ringsneiging eerder is af- dan toegeno men. Voor 1964 wordt in verband met de expansieve wereldconjunctuur weer een belangrijke groei van de export ver wacht. Voor 1964 voorziet de minister een groei van het nationale produkt met 5,5 procent. De betrekkelijk grote stijging in 1964 wordt mede veroor zaakt doordat de groei in 1963 is ge remd als gevolg van de weersom standigheden. De particuliere consumptie zal in 1964 naar men verwacht toenemen met 4,5 procent en die van de overheid met 1,5 procent. De bruto-investeringen zullen in bedrijven in 1964 vermoedelijk een (Van onze parlementaire redacteur) De totale uitgaven voor justitie en politie, inclusief die voor de civiele verdediging, worden voor 1964 f 68,7 miljoen hoger geraamd dan voor het voorafgaande jaar. Deze stijging houdt verband met de ivoor het overheidspersoneel ge troffen salarismaatregelen en met uitbreiding van het aantal depar tementsambtenaren. Voor de rijkspolitie is voor 1964 11,2 miljoen meer uitgetrokken. De her ziening van de politiebezoldiging en de mogelijkheid voor jongelieden om al op 17-jarige leeftijd bij de politie te komen, hebben tot enige perso neelsuitbreiding geleid, waarvan ver- DE BELASTINGDRUK. wacht wordt, dat ze zich in 1964 zal voortzetten. De kosten van de gemeentepolitie zijn geraamd op 204,2 miljoen tegen 190 miljoen in het voorgaande jaar. Bij de raming is rekening gehouden met de uitbreiding van de forma ties in verband met de groei van de bevolking en met een toeneming van de werkelijke personeelssterkte, die eveneens een gevolg is van toetre ding van zeventienjarigen. Voor de uitgaven voor gevangeniswezen, psychopatenzorg, reclassering en voorlichting in strafzaken is op de ontwerpbegroting 57,1 miljoen uit getrokken, tegenover 51,7 miljoen in 1963. In 1963 liep het personeels tekort in deze sector enigszins te rug. Voor 1964 houdt de regering rekening met een verdere uitbreiding van het personeel. Op de ontwerpbegroting zijn de uitga ven voor de kinderbescherming voor 1964 14,8 miljoen hoger geraamd. Hiervan is 11 miljoen bestemd voor de kosten die verbonden zijn aan het onderbrengen van minderjarigen die onder de justitiële kinderbescherming vallen in daarvoor bestemd interna ten. Voor civiele verdediging is voor 1964 een bedrag van 88,7 miljoen ge raamd, dat is de derde tranche ad 85 miljoen van het voor de jaren 1962 tot en met 1965 opgestelde meerjarenplan, gecorrigeerd naar de sedert de opstelling van het plan doorgevoerde salarismaatregelen. Het maximumbedrag van 171 miljoen, dat voor de Nederlandse deelneming in de kosten van het tienjarenplan voor Suriname is vastgesteld, is met de be steding van het bedrag van 23,3 mil joen, dat daarvoor in de begroting voor 1963 was opgenomen, thans uitgeput. Ter financiering van het hierop aanslui tende aanvullende bouwplan dat voor Suriname is vastgesteld, zal in 1963 nog een deelneming van 29,2 miljoen extra nodig zijn, die voor de helft als lening en voor de helft als schenking aan dat land wordt verstrekt. In 1964 is voor het aanvullende bouwplan 21 miljoen uitgetrokken. Het driejarenplan voor de ontwikkeling van Bonaire loopt eveneens in 1963 ten einde. Binnenkort zal bij de Staten- Generaal een wetsontwerp worden inge diend betreffende het deelnemen in de financiering van een door de Neder landse Antillen vastgesteld ontwikke lingsplan. Voor 1963 wordt, mede in verband met werken, uitgevoerd in vo rige jaren, gerekend op een deelneming van 35 miljoen en voor 1964 voor 30 miljoen voor de helft als lening en voor de helft als schenking. accres tonen van 7 procent. Gemiddeld bedraagt de stijging in de laatste paar jaar 4 procent. De overheidsinvesterin gen zullen in 1963 met 5,5 procent stij gen. Het accres voor 1964 wordt op 12 procent geraamd. De stijgingsper centages voor 1963 en 1964 zijn beïn vloed door de ongunstige weersomstan digheden in de eerste maanden van 1963. Wat het prijspeil van de particuliere consumptie betreft verwacht de minister in 1964 een stijging met 2 procent. Over de periode 19591963 bedroeg de ge middelde toeneming van de kosten van levensonderhoud bijna 3 procent per jaar. De nominale lonen stegen over de periode 19541963 aanzienlijk sterker dan de kosten van levensonderhoud, waardoor een verbetering van de reële lonen kon worden bereikt van 3,5 pro cent per jaar. De verhoging van de lonen is de laat ste jaren groter dan de toeneming van de produktiviteit. De daaruit voortvloei ende opwaartse druk op het prijspeil Tot enkele keren toe herhaalt de regering in de miljoenenota, dat met het oog op de gespannen arbeids markt van de overheidsfinanciën eer der een remmende dan een stimule rende invloed moet uitgaan op de bestedingen en dat zij daarom het progressie-effect van de belastingen in 1964 wil laten doorwerken. Deze globale conjunctuurpolitiek kan worden versterkt, vindt zij, door maat regelen, die erop gericht zijn partiële onevenwichtigheden in de economische situatie met name in de bouwsector op te heffen. Het grote verschil tus sen vraag en aanbod dat in de bouw sector bestaat wil de regering in de eerste plaats bestrijden door een meer- vormig bouwbeleid, dat op expansie der produktie is gericht. Ten aanzien van de woningsector stelt de regering zich ten doel dat in de lopende kabinetsperiode het evenwicht tussen huur- en bouwkosten dichter wordt benaderd. WERKLOOSHEID EN DE WERKGELEGENHEID 1950-1963 160 140 120 100 80 60 40 20 1000 i i 1 I i 1 1 1 1 1 I 1 v -v-w ,J_ [gevraagde ar I beidskrachi-en JII!__lL- J1JIL 1950 '51 '52 '53 '54 '55 '56 '57 '58 '59 '60 '61 *62 1963 Voor aanleg, onderhoud en verbe tering van wegen is in 1964 een be drag van 363 miljoen beschik baar. Daarvan is 130 miljoen be stemd voor het wegennet dat door de lagere publiekrechtelijke licha men wordt beheerd en 233 mil joen voor het rijkswegennet. De aanleg van wegen en oeververbindin gen als onderdeel van het rijkswegen plan vergt 171 miljoen. De volgende grote projecten, waarvoor in totaal 78 miljoen is uitgetrokken, zullen in 1964 worden uitgevoerd: de Coentunnel met aansluitende wegen, de brug bij Van Brienenoord met toegangswegen, de toe gangswegen naar de in aanbouw zijnde brug over het Haringvliet, de weg Hoe- velaken-Zwolle-Meppel, weg 67 in Noord-Brabant en Limburg, de brug te Wessem, de weg Kelpen-Maastricht-Bel- gische grens en de weg Elsloo-Heerlen- Duitse grens. In de begroting van het Zuiderzeefonds is een bedrag van 13 miljoen opgeno men voor de opbouw van Oostelijk-Fle- voland. Van het bedrag van 191 miljoen, dat in de ontwerp-begroting is uitgetrokken voor zee- en rivierwaterkering is 144 miljoen bestemd voor de voortzetting van de Deltawerken. Hiervan vergt de bouw van de uitwateringssluizen in het Haringvliet 55 miljoen. Voorts staan voor 1964 nog op het programma de vol tooiing van de afsluitdam in de Greve- lingen en de voortzetting van de bouw van het sluizencomplex in het Volkerak. De voortzetting van de bedijking van de Lauwerszee vergt 15 miljoen. Voor aanleg en onderhoud van wa terwegen is in 1964 op de buitenge wone dienst 136.4 miljoen uitge trokken, daarvan is 110 miljoen be stemd voor de volgende belangrijkste objecten: de verbetering van de ha venmond te IJmuiden en verbreding van het Noordzeekanaal, de ontwik keling van Europoort, de verbetering van Maas en Julianakanaal en de verbreding van het Kanaal van Gent naar Terneuzen. Van de 37 miljoen voor laatstgenoemd project wordt 80 procent door België te rugbetaald. In 1963 is de uitvoering van enkele werken vertraagd door de lang durige vorstperiode. De daardoor in 1963 onbesteed gebleven gelden, die op 15 miljoen worden geraamd, zullen naar de begroting 1964 worden overgeschreven. Bij de ramingen voor de burgerlijke luchtvaart ad 24,7 miljoen is niet ge rekend op eventueel aan de K.L.M. te verstrekken geldleningen. De uitgaven ter bevordering van de re gionale industrialisatie zullen in 1963 de oorspronkelijk vastgestelde cijfers met 13 miljoen overschrijden. De extra- gelden zullen uit overloop worden gefi nancierd. De kosten van de industriali satie in ontwikkelingskernen zullen waarschijnlijk bij de oorspronkelijke ra ming achterblijven. De uitgaven in 1964 voor de financiering van het 130 miljoen-infrastructuur-pro- gramma 19601963 kunnen met in het verleden gevoteerde begrotingsbedragen worden gefinancierd. In 1964 kunnen tot een bedrag van 23,5 miljoen verplich tingen worden aangegaan. In de ont werp-begroting is een bedrag van 14 miljoen opgenomen voor de premie- en prijsreduktieregeling „bevordering in dustrialisatie ontwikkelingskernen". De Nederlandse regering is niet van plan nieuwe taken op zich te nemen. In de miljoenennota schrijft zij, dat wanneer overheids voorzieningen, zoals die in de so ciale sfeer, worden verbeterd over eenkomstig de stijging van de al gemene welvaart, als het be staande beleid ten aanzien van de investeringen wordt gehandhaafd en de ambtenarensalarissen in de zelfde mate worden verbeterd als in de narticiiliere sector, de be langrijke uitgaven categorieën van het rijk aanzienlijk zullen toenemen zonder dat één wens voor nieuwe taken wordt vervuld. Deze uitgavenstijging zal in dien het beleid ten aanzien van de sociale voorzieningen, investe ringen en dergelijke niet wordt omgebogen beslag leggen op het overgrote deel van de budget taire ruimte, zoals deze uit de structurele groei van het natio nale inkomen wordt afgeleid. Naar het zich laat aanzien al dus de regering zal voor nieu we taken slechts in voldoende ma te ruimte kunnen worden gescha pen door bewuste beperking van bestaande taken.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 10