Menselijk denken en spreken over God in de moderne tijd Gods methode IN INDONESIË: ENORME VRAAG NAAR BIJBELS Friezen brengen hun eigen Bijbel aan de man NIEUWS VAN OVERAL jx irUfL- zaterdagnummer Zendingswerk in de moderne tijd Honger Bijbel temidden van bloemen en planten op de ,Frisiana' Rondkomen Hervormden en gereformeerden samen b'J km stand: Zaterdag 14 september 1963 Dapur geredjade keuken van de kerk JitiiirnTnimiiiiiminnnnimimiimnmiiiiinniiniiiiiiiiiiiiiiniiiiniiHimiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiniiiiitnnininiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiniiiniuiinii Iedere dag krijgen honderden mensen rijstmaaltijden in de „dapur geredja" van Soerabaja. Dat is de „keuken van de Kerk" op het terrein van de christelij ke kraamkliniek. Het is een een voudige gaarkeuken. De rijst, die de mensen wordt verstrekt, is er gekomen dank zij de hulp van het diaconale werk der In terkerkelijke hulpverlening. Dat is de oecumenische actie, die na de oorlog begon en waarvoor in Nederland in het bijzonder geld wordt ingezameld met de „Wil de ganzen"-actie, die 't Ikor met een grote hardnekkigheid iedere zondag weer laat uitvliegen. Honderddduizenden gulden zijn in de loop der jaren al bijeenge bracht door de luisteraars naar de uitzendingen van het inter kerkelijk overleg in radio-aan gelegenheden. ***wmiA<ww%#ummm#wi#*AiWAiw<VMumnii»iA>wvw Wat daar in Soerabaja gebeurt is een typisch teken van het zendings werk in deze moderne tijd. Op het terrein van de kraamkliniek, die uit gaat van vier kerken in de stad en die geleid wordt door de hervormde zendingsarts mejuffrouw S. Kruyt, vindt men tegelijk een keuken waar voedsel wordt verstrekt. Wat daar gebeurt, moet men dat nu zending noemen of diaconie, maar dan diaconaal werk in oecumenisch verband en wereldwijd? Het is in wezen beide. En tevens een duidelijk voorbeeld hoe de zending in haar so ciale sector de dokter als leidster van de kraamkliniek en de diaconie, de dienst der kerk, die de hongerigen voedt, eigenlijk twee zijden zijn van één en dezelfde taak. Men kan hier niet meer zien, waar de zending op houdt en de diaconie begint of omge keerd. Dokter Kruyt vertelt over dit werk in het Zendingsblad van de Raad van de zending der Ned. Herv. Kerk on der meer: van alle kerkelijke en christelijke vrouwenorganisaties kwa men in Soerabaja vertegenwoordig sters bij elkaar om over de oprichting van de dapur geredja te spreken. Men had rijst gekregen van de in terkerkelijke hulpverlening, maar dat was niet voldoende om de honder den ondervoede mensen en vooral kinderen te kunnen helpen. Er moesten eiwit-rijke bijgerechten ko men, zodat men de rijst niet onge kookt hoefde uit te delen en er moest geld komen om de dapur geredja te kunnen stichten. „Toen lazen we in de bijbel Lukas 9. Jezus en de discipelen tegenover een massa van duizenden mensen, die ver van hun dorpen waren komen lopen om Jezus te zoeken. En ze kregen honger. Toen zei Jezus: „Geef gij hun te eten". Wat moesten de discipelen doen? Zoeken wat er beschikbaar was. Dat was niet veel. Maar wat er was brachten ze bij Hem. En Jezus zegende dat kleine beetje. En gaf het De kerken zullen met een spe ciale inzending zijn op de „Fri- siana" de „Friesland-presen teert" tentoonstellingdie vol gende week in Leeuwarden wordt geopend in de Friesland hal. Temidden van alle inzendingen op diverse gebiedenzullen de kerken de bezoekers in het bijzonder wijzen op de bijbel. In een inzending met bloemen en planten uit alle werelddelen zal men een bijbelgedeelte (Matth. 6 25-3JfJ zien drukken in, naast elkaar, één der oude vertalingen en in de Friese vertaling. Een afdruk hiervan, verlucht met een aquarel, krij gen de bezoekers aangeboden namens de samenwerkende ker ken in Friesland. De vioer van de stand der kerken is gelegd uit eeuwenoude stenen, die uit Jeruzalem zijn gehaald. wéér aan de discipelen. En toen was het genoeg, meer dan genoeg, voor allemaal. En zo zijn wij begonnen. We hadden rijst, maar verder niet veel. Dat hebben we bij Jezus ge bracht. En Hij heeft Zijn zegen ge geven. En daarmee zijn we gaan wer ken". Dokter Kruyt vertelt dan, dat een onbekende heer gratis een soort wa rong van gevlochten bamboe bouwde met een pannen dak, ruim genoeg om in te koken en breed genoeg om vlot ■te kunnen distribuéren. Een andere onbekende zorgde voor een cemen ten kookgelegenheid binnen in de da pur geredja. Christenvrouwen verdelen de rijst maaltijden. Om de beurt komen ze van de verschillende kerken, van het Leger des Heils, van de belangrijkste christenvrouwen,-organisatie. Ook doet een vrouw van de Pinksterker ken mee. Zo zijn er Ambonese, Mina- hasische, Batakse en Chinese vrou wen in de weer met het koken van de maaltijden: rijst met een voedzaam en volwaardig bijgerecht. Met groen ten, vlees en kruiden. Er kwamen witte bonen uit Amerika en zakken vol „multipurpose food", dus voedsel, dat voor van alles en nog wat kan worden gebruikt. Om te voorkomen, dat de mensen zich vernederd voelen, moeten zij een ge ring bedrag, ver beneden de kostprijs, betalen voor hun maaltijd. Daaruit en uit contributies, die mensen uit de kerken geven, wordt het voedsel ge deeltelijk bekostigd. Men slaagt erin rond te komen met steun van bui ten: van de velen in ons land bijvoor beeld die via de oecumenische „Wilde ganzen"-aktie geld geven. Advertentie) 9 Door de nijpende personeelssituatie in de Evangelische kerk in Oost- Duitsland zijn de diakonen tot zeer belangrijke medewerkers in de ge meenten geworden. Op het ogenblik zijn er zeker 900 van hen aan het werk. Zij zijn afkomstig van 6 broe derhuizen. Opvallend is hoe het ka rakter van hun werk zich heeft ge wijzigd in de loop der jaren. Het aan tal z.g. Pfarrdiakone, die zelfstandig een verweesde predikantsplaats ver zorgen, is aanzienlijk toegenomen en is nu ongeveer honderd. Daarentegen is het aantal diakonen, dat op het gebied van het onderwijs werkzaam is sterk gedaald: van 140 tot 65. Bij een bezoek aan Duitsland heeft de secretaris-generaal van het Indonesische Bijbelgenootschap mr. P. G. Khouw meegedeeld, dat in Bogor een nieuwe drukkerij voor het Bijbelgenootschap zal worden ge bouwd, waarvoor steun is ontvangen o.a. uit Duitsland uit de Evangelische Kerk. De bouw was noodzakelijk, daar invoer van bijbels in Indonesië niet meer werd toegestaan. Kort voordat het verbod van kracht werd konden onverwachts nog 10.000 Nieuwe Testamenten in Japan ge drukt en naar Indonesië gezonden worden. Ook voor dit project bood de Evangelische Kerk van Rijnland fi nanciële hulp. Voor de nu beraamde nieuwbouw wordt materiaal (cement, staal, glas enz.) per schip uit Europa aange voerd, dat geschonken werd door ver schillende bijbelgenootschappen. Men hoopt begin 1964 met het werk in de nieuwe drukkerij te kunnen beginnen. Naast de beide bijbelhuizen in Dja karta en Medan (Sumatra) zijn er plannen voor nog twee: op Celebes en De keuken van de kerk: de „dapur geredjain Soerabaja, waar men door steun van de interkerkelijke hulpverlening maaltijden kan ver strekken. Over een maand, op 13 oktober be gint in Friesland een grote Friese-bij- belverkoopactie, die de gehele herfst van 1963 zal duren. Met deze actie zal men proberen in zo kort mogelij ke tijd een zo groot mogelijk aantal Friese kerkboeken, bijbels en andere Friese bijbellectuur aan de man te brengen. Het wordt de grootste actie voor de verkoop van kerkelijke lec tuur in het Fries, die ooit is gehou den. Motto van de actie zal zijn „Niet van brood alleen", naar aanleiding Matth. IV 4. De Friese bijbel is in 1953 gereedge komen. Deze bijbelvertaling is het werk van dr. G. A. Wumkes en E. B. Folkertsma. Opdrachtgevers waren het „Christelijk Frysk Selskip" en het Nederlands Bijbelgenootschap. In 1947 kwam een Friese psalmberij ming tot stand; deze is met de 318 gezangen uit de kerkboeken van de Hervormde Kerk en de Gereformeer de Kerken in 1955 uitgegeven in het Friese psalm- en gezangboek. De uit gave was in enkele jaren uitverkocht. Samen met de deputaten voor de Friese psalmberijming van de parti culiere synode van Friesland-Noord en Zuid van de Gereformeerde Ker ken, heeft de hervormde commissie voor evangelie-verkondiging in de Friese taal een nieuwe uitgave laten maken. Deze nieuwe bundel kon in 1950 aan het Friese volk worden aan geboden. Voor de verkoopactie zal men de me dewerking vragen van de kerken en van de kerkelijke verenigingen. Aan de kerken is verzocht in de diensten van 13 oktober aandacht te geven aan deze zaak en ook een financiële bijdrage beschikbaar te stellen. Aan de verenigingen is gevraagd in oktober of november een avond te wijden aan de bijbel, het bijbelge bruik, het Friese kerkboek enz. Een aparte actie zal worden gevoerd op de zondagsscholen, lagere scholen en in de evangelisatiecommissies. Een belangrijk onderdeel is ook de colpor- tatie met bijbel- en kerkboeken huis aan huis. Jezus Christus heeft tot mij gezegd: „Mijn genade is U voldoende, Mijn kracht openbaart zich in zwakheid". 2 Corinthiërs 12 9. Zo op het eerste gezicht lijkt deze weektekst minder gelukkig. Wat moeten wij ermee beginnen in de praktijk van deze week? In ons jagen naar meer en beter kunnen wij toch geen zwakheid gebrui ken? Overal is het toch de sterkste die succes heeft? Zelfs in de kerk zoekt men naar flinke figuren, ja, ook Paulus was een doorzet ter, een „sterke", ondanks dit levenswoord, dat de Heer hem gegeven had. Hoe valt dat te rijmen Een zwakke is nog wat anders, dan een zwakkeling. God heeft na melijk aan Paulus een zware handicap meegegeven in zijn leven. Wat hij had, is niet precies bekend, maar vast staat, dat hij zwaar lichamelijk leed heeft gekend, waaraan zijn vriend, de arts Lucas, weinig heeft kunnen doen. Tot driemaal toe heeft hij in het gebed om genezing gevraagd, maar het antwoord zonder de ge nezing was: Ook in deze pijn moet je het met mijn genade doen. Mijn kracht openbaart zich in jouw zwakheid. Paulus heeft de moed niet opgegeven, is geen zwakkeling geworden, is niet bij de pakken neer gaan zitten, maar heeft dit lijden aanvaard. God geeft mij deze pijn, opdat ik nooit mijn afhankelijkheid van Hem zal vergeten. Dit is Gods methode om mij klein te houden. Daarin ligt de kracht van Paulus: Hij accepteert het lijden in zijn leven uit Gods hand en doet in dankbaarheid voor Gods genade, wat hij doen moet: tenten maken, God dienen en de naaste met de hem geschonken gaven. Als U zo U zelf met alle gebreken en handicaps, maar ook met alle talenten, die God V gegeven heeft, accepteert, dan wordt deze nieu- ive week een gezegende en blijde week. „Wie ben ik, dat ijc dit doen mag?" Een schepsel, dat door God geschapen is een kind, dat door de Vader beschermd wil worden, dat gehoorzaam moet dienen, want Hij weet, wat goed voor mij is. Want als ik zwak ben, dan is Christus machtig in mij. VEERE. L. WIERINGA. HiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiininnnimiimiMiiiniTHiiiirniniiinniiiiiiMiiiiitiMiuiiiiiiiiiiMiuiiiiiuiiiiiiiiiniuiiuiiiniiiiiT Middenin het groen komt de nieuwe gereformeerde kerk in het uitbreidingsplan van Ar- nemuiden te liggen. Vanuit het noorden zal men het kerkge bouw zien, zoals het er op deze tekening uitziet. De kerk gangers zullen via een ontmoe tingscentrum van 5,5 bij 8,5 meter flinks op de tekening) en vervolgens onder een soort gewelf met kolommen door in de kerkruimte komendie 400 zitplaatsen telt. Er is bij de bouw uitgegaan van door de werkgroep voor liturgie in de Gereformeerde Kerken ontwik kelde gedachten. Door de ont worpen kolommen is er als het ware een drempel tussen het ontmoetingscentrum en de kerkruimte ontstaan. Men stapt dus niet direct de kerk bin nen. De kerkruimte zelf is 19,5 bij 16 meter en kan met een ruim te van 6,5 bij 9,5 meter voor in totaal 112 zitplaatsen wor den uitgebreid, wat mogelijk in de toekomst nodig zal zijn in verband met toeristen. Het liturgisch centrum (rechts) wordt aan de noordkant be grensd door een glaswand en voorts door een toren van 17,5 meter hoogte. Aan de buiten zijde van het kerkgebouw, links van de glaswand, komt een in gekleurd, verglaasd steen uitgevoerde uitbeelding van de uitstorting van de H. Geest. De uitbreiding van de kerk ruimte kan ook als vergader zaal worden gebruikt. Er zijn voorts in het complex nog op genomen een vergaderzaal met tachtig plaatsen, een archief ruimte en de consistorie. Met de bouw van de nieuwe kerk is nog niet begonnen. Het ont werp is van architectenbureau Steen en Tuinhof, Vlissingen. 9 Het hospitaalkerkschip „De Hoop" maakte in de maanden juni tot en met augustus twee reizen. In totaal werden 4000 zeemijlen afgelegd. De laatste thuisreis was met een logger op sleeptouw over 235 mijl met zware zeegang. Aan boord werden ruim 100 patiënten behandeld, er waren 110 verpleegdagen in het scheeps- hospitaal en bijna 100 adviezen wer den door de medische dienst per radio gegeven. Voor de geestelijke vorming reisden resp. ds. W. van Boeyen uit Amsterdam en ds. J. C. Koolschijn uit Ridderkerk mee. Zij hielden 9 kerkdiensten, waarvan 7 tevens per radio, 10 dagsluitingen (4 per radio) uitgezonden. Zij be zochten 7 schepen. Van 237 schepen kwamen luisterrapporten binnen. Dit najaar zal in Stanleystad de eerste protestantse universiteit wor den geopend voor Kongo. Buitenland se zendelingen en protestanten uit het land zelf hebben een aantal ja ren gewerkt aan de voorbereiding van deze instelling, die predikanten, leraren, artsen en ander beroepsper- soneel moet opleiden. De nieuwe uni versiteit zal openstaan voor allen, die middelbaar onderwijs hebben ge noten en is bestemd voor heel cen traal Afrika. Daarom zullen de col leges zowel in het Frans als in het Engels gegeven worden. Er is voor de financiële basis van de universiteit een intensieve campagne geweest in Kongo, maar toch hebben dc Ame rikaanse en Europese kerken het grootste deel van de fondsen moeten fourneren, met 1965. Een hoogtepunt van de conferentie van 120 Indonesische christen stu denten op het conferentieoord van de Ned. Chr. Studenten Vereniging Woudschoten te Zeist was de kerk dienst in de hervormde Thomaskerk, uitgaande van de kerkeraden van de hervormde gemeente en de Gerefor meerde Kerk. De prediking over de tekst 2 Cor. op Ceram. Er is nl. enorme vraag naar de bijbel onder de Indonesische bevolking, zo zelfs, dat maar een deel van de bestellingen kan worden uitgevoerd. Iemand sprak er zelfs van, dat er voor de bijbel haast een zwarte-marktsituatie ontstond! Het einddoel, dat elk gezin een bijbel en zo mogelijk elke christen minstens een Nieuw Testament bezit is nog lang niet bereikt. Een grote moeilijkheid blijft daarbij altijd de grote taalver schillen. Er zijn in Indonesië ongeveer 250 talen. De hele bijbel is tot nu toe in acht talen vertaald, het Nieuwe Testament in nog zeventien andere talen. Er wordt ook gewerkt aan een nieuwe vertaling in het Indonesisch, dat steeds meer de eenheidstaal van het land wordt. De sterkste gods dienst in Indonesië is de Islam. Behal ve de ruim vier miljoen christenen zijn er verder nog heidenen. De over heid garandeert godsdienstvrijheid en staat godsdienstonderwijs op de scho len toe. In het Indonesische leger dienen ongeveer 15.000 protestanten. Daar voor zijn elf legerpredikanten in dienst. Het moest er wel van komen", schrijft de re- redactie in het voorwoord van „het ver worpen beeld", een speciaal nummer van het maanblad „Wending", het blad voor evangelie en cultuur. En waarvan moest er dan iets komen Dat men nader inging op boeken van S. Vestdijk, De toekomst der religie en van F. Sierksma, De religieuse projectie. In het verband met dit voor woord wordt ook genoemd het enige jaren gele den reeds verschenen boek van Szczesny, Toe komst van het ongeloof. Het zijn alle drie boeken die de laatste jaren nogal de aandacht getrok ken hebben, ook in kerkelijke kringen en wan neer we de litteratuurlijst zien die staat aan het einde van het artikel van dr. L. W. Nauta, die in een twintig pagina's een overzicht geeft van hetgeen Vestdijk en Sierksma wilden zeggen, zien we dat er ook in ons land menige bladzijde is volgeschreven. Toch kunnen we niet zeggen dat de genoemde schrijvers een groot publiek hebben bereikt. Dit zijn boeken die in een bepaalde vak taal geschreven zijn, welke men wel goed moet kennen, wil men zo'n boek tot het eind toe lezen. Wanneer de redactie van Wending meent dat het er wel van komen moest, doet zij dit vooral na de verschijning van het boek van dr. J. A. T. Robinson, bisschop van de Anglicaanse Kerk te Woolwich, een van de zuidelijke delen van Lon den. In maart van dit jaar kwam zijn, honderd veertig bladzijden tellend, boekje van de pers, dat in diezelfde maand nog een derde druk beleefde en het reeds gebracht heeft tot acht drukken en misschien zijn er nu al meer. De uitgever kan aan de vraag van het grote publiek haast niet voldoen. Op de dag dat het boekje verscheen was de eerste druk reeds uitverkocht. Het is ge schreven in een pakkende taal. De bisschop heeft het de titel gegeven: „Honest to God", eerlijk voor God. Nauwelijks was het boekje verschenen of er kwam een storm van ingezonden stukken en artikelen los. In zeer korte tijd liepen deze tot in de honderden, zo lezen we. Met alle felheid keerden velen zich tegen de bisschop, die naar hun mening het geloof van de kerk opzij schoof, hoewel hij zelf nadrukkelijk verklaarde in de belijdenis van zijn kerk te willen staan. Men eiste dat hij zou worden afgezet of in ieder geval dat er. tuchtmaatregelen op hem zouden worden toe gepast. In zijn eerste reactie keerde zijn eigen primaat, de aartsbisschop van Canterbury zich ook tegen hem. Later is het oordeel van dezen zachter geworden. Natuurlijk heeft de bisschop van Woolwich ook verdedigers gevonden en daar onder zijn er die belangrijke plaatsen innemen in de kerk van Engeland. In ons land heeft men vanuit diverse kerken nota genomen van het Engelse boek. In het juni-nummer van Wending heeft prof. J. C. Hoe kendijk er een artikel overgeschreven. Hij meent dat het boek geschreven is vanuit een zendings mentaliteit. Hervormd Nederland was alleen maar afwijzend, zoals trouwens de meeste reacties die we uit ons eigen land onder ogen kregen. Van gereformeerde zijde is men er nogal op in ge gaan in verschillende tijdschriften. In het Gere formeerd Weekblad lazen we een zestal artike len van de Leidse studentenpredikant ds G. Th. Rothuizen. Enige weken geleden stond in de r.-k. Bazuin een artikel van Robert Adolfs o.s.a., dat waarlijk niet zo fel afwijzend was. Deze schrijver betreurt het dat het hele debat vrijwel onmiddellijk in de emotionele sfeer terechtkwam. Hij zegt voorts dat er over wat in het boek van de bisschop van Woolwich wordt gezegd, beter rustig kan worden nagedacht. Waar gaat het om in „Honest to God" Wat is de bedoeling van het extra nummer van Wen ding? Weten we nog wel wat te zeggen wanneer we de oude kerkelijke woorden en uitdrukkingen gebruiken en kunnen wij ze in de wereld van heden nog geloofwaardig maken, „wij rechtzin- nigen die pal staan voor de (onze?) waarheid en wij Vrijzinnigen, die menen alle kritiek reeds te hebben doorstaan en wij katholieken met onze eeuwenoude waarheden?" „Men aanvaardt onze geloofsbrieven niet meer. Wij worden niet meer geloofwaardig gevonden''. En dat is een erge zaak. De bisschop van Woolwich is daarmee ook in eigen land in aanraking gekomen. Hij is voortgekomen uit een beweging, die haar cen trum vindt aan de oude universiteit var. Cam bridge, welke beweging er van uitgaat dat de kerk in de vormen waarin haar theologie zich uitdrukt en haar geloofsbeleving tot uiting komt, geheel verouderd is en staat „buiten het levens gevoel van deze tijd". De leer van de kerk, al thans de wijze zoals ze tot uitdrukking komt, zal van de grond af aan opnieuw moeten worden geformuleerd. Daarbij zal rekening moeten wor den gehouden met het leven van deze tijd Wanneer dit niet gebeurt, zal het geloofsgetui genis in deze tijd waardeloos worden. Wie de geschiedenis van het kerkelijk dogma nagaat, ziet hoezeer men door de eeuwen heen geworsteld heeft om uit te drukken wat men heeft willen zeggen en daarbij heeft men gebruik gemaakt van het denken van eigen tija. Zo zijn er allerlei woorden in gebruik gekomen, die we niet in de bijbel vinden. Men stond hier echter voor een nood zaak. Het is dezelfde noodzaak die men in de zendingsgeschiedenis tot op de dag van vandaag nog kent. Daar is het een van de allermoeilijkste opgaven om de waarheden van het geloof zó te zeggen in de taal van het volk waarvoor ze be stemd zijn, dat deze mensen er ook waarlijk iets van kunnen verstaan en kunnen beleven. Wie wel eens iets van dr. N. Adriani heeft gelezen, die als taalgeleerde van het Ned. Bijbelgenoot schap onder de Toradjas op Midden-Celebes heeft gewoond, weet hoe hij soms dagen en weken lang zocht om in de taal die daar gesproken werd en in de denkwereld van dat volk een woord te vinden dat enigszins benaderde wat wij ermee bedoelen. Nu is de gedachtenwereld van onze tijd zo zeer verouderd, dat de kerk voor haar geloofs getuigenis zal moeten zoeken naar een geheel nieuwe wijze van uitdrukken, wil haar geloofs getuigenis niet waardeloos worden, omdat het niet meer verstaanbaar is voor de mens van vandaag. Daarom ook kan ds. Rothuizen (zijn werk brengt dat mee) hiervoor begrip hebben, ook al vraagt hij met alle ernst die in hem is: Mag het zo? Heiligt het doel de middelen? Bijna de helft van het boek van Robinson gaat over ons Godsbegrip. Met een zekere natuur lijkheid spreekt de bijbel over God die „daar boven" is. Waar is dat? Zo is aan menig predi kant op de catechisatie gevraagd. Het is een vraag die hier in enige vorm telkens weer terug keert. Nu hebben we het God „daarboven" zegt Robinson, al gemaakt tot „God-ergens-daarbui- ten". Nu stelt deze bisschop dat de voorstelling van een God-daarbuiten steeds meer een belem mering wordt voor het geloof van de moderne mens. Hij beseft echter wel dat het opgeven van de aloude voorstelling van God, door velen zal worden aangevoeld als een ontkenning van God. Maar, is het dit in werkelijkheid? Komen we, met al ons traditionele denken over God in werkelijkheid wel verder dan een bepaald beeld dat we ons hebben geformeerd, een schijn beeld, dat niet waarlijk God is? En mogen we hiermee tevreden zijn wanneer we spreken over en denken aan Hem, die is „de Grond van ons diepste zijn, de diepste Grond van ons leven, de bron van ons bestaan, datgene waar het de mens uiteindelijk om gaat, datgene wat wij ernstig nemen zonder voorbehoud. Er is reeds veel te doen geweest rondom het boek van de bisschop van Woolwich, dat „als een bom insloeg" en dat „als een plotselinge ont ploffing de serene zondagmiddagsfeer van het Engelse kerkelijke leven verstoorde". De Bazuin spoort aan dit boek zelf ter hand te nemen. „Nu de oppervlakkige en onzakelijk kritiek is wegge- ebd, verdient Robinsons boek de serieuse aan dacht van ieder christen-gelovige die de moed heeft zijn geloof steeds opnieuw denkend en biddend op te nemen en waar nodig radicaal te zuiveren". Dit boek stelt ernstige vragen. En tevens zouden we willen aanbevelen het laatste nummer van Wending, waar ook het boek van de Engelse bisschop in een ruimer verband komt te staan. Die artikelen van Wending zijn niet altijd even gemakkelijke lectuur, maar wel de moeite van het lezen waard. 5 17, die ook ten grondslag aan het conferentiethema lag: De nieuwe mens, werd gehouden in het Indo nesisch door ds. F. van Nieuwpoort, hervormd predikant voor de oos terse studenten, en in het Nederlands door ds. A. Hofman, gereformeerd predikant onder Afro-Aziatische stu denten. Vervolgens legden vijf stu denten belijdenis van hun geloof af. De studentenpredikant uit München ds. Odeh Suardi stelde de vragen in het Indonesisch. Vervolgens leidde deze predikant in het Indonesisch en het Nederlands de avondmaal viering in, die geleid werd door ds. D. Groeneboer. Te zamen werd ten slotte met het lied „Dankt, dankt nu allen God" de dankbaarheid van al len, Indonesische en Nederlandse christen studenten, hervormde en ge reformeerde gemeenteleden uit Zeist, voor deze gemeenschappelijk beleef de dienst uitgezongen. Advertentie

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 13