Menselijk denken en spreken
over God in de moderne tijd
Gods methode
IN INDONESIË: ENORME
VRAAG NAAR BIJBELS
Friezen brengen hun eigen
Bijbel aan de man
NIEUWS VAN OVERAL
jx irUfL-
zaterdagnummer
Zendingswerk in
de moderne tijd
Honger
Bijbel temidden van
bloemen en planten
op de ,Frisiana'
Rondkomen
Hervormden en gereformeerden samen
b'J km stand:
Zaterdag 14 september 1963
Dapur geredjade
keuken van de kerk
JitiiirnTnimiiiiiminnnnimimiimnmiiiiinniiniiiiiiiiiiiiiiniiiiniiHimiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiniiiiitnnininiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiniiiniuiinii
Iedere dag krijgen honderden
mensen rijstmaaltijden in de
„dapur geredja" van Soerabaja.
Dat is de „keuken van de Kerk"
op het terrein van de christelij
ke kraamkliniek. Het is een een
voudige gaarkeuken. De rijst,
die de mensen wordt verstrekt,
is er gekomen dank zij de hulp
van het diaconale werk der In
terkerkelijke hulpverlening. Dat
is de oecumenische actie, die na
de oorlog begon en waarvoor in
Nederland in het bijzonder geld
wordt ingezameld met de „Wil
de ganzen"-actie, die 't Ikor met
een grote hardnekkigheid iedere
zondag weer laat uitvliegen.
Honderddduizenden gulden zijn
in de loop der jaren al bijeenge
bracht door de luisteraars naar
de uitzendingen van het inter
kerkelijk overleg in radio-aan
gelegenheden.
***wmiA<ww%#ummm#wi#*AiWAiw<VMumnii»iA>wvw
Wat daar in Soerabaja gebeurt is
een typisch teken van het zendings
werk in deze moderne tijd. Op het
terrein van de kraamkliniek, die uit
gaat van vier kerken in de stad en
die geleid wordt door de hervormde
zendingsarts mejuffrouw S. Kruyt,
vindt men tegelijk een keuken waar
voedsel wordt verstrekt.
Wat daar gebeurt, moet men dat nu
zending noemen of diaconie, maar
dan diaconaal werk in oecumenisch
verband en wereldwijd? Het is in
wezen beide. En tevens een duidelijk
voorbeeld hoe de zending in haar so
ciale sector de dokter als leidster
van de kraamkliniek en de diaconie,
de dienst der kerk, die de hongerigen
voedt, eigenlijk twee zijden zijn van
één en dezelfde taak. Men kan hier
niet meer zien, waar de zending op
houdt en de diaconie begint of omge
keerd.
Dokter Kruyt vertelt over dit werk
in het Zendingsblad van de Raad van
de zending der Ned. Herv. Kerk on
der meer: van alle kerkelijke en
christelijke vrouwenorganisaties kwa
men in Soerabaja vertegenwoordig
sters bij elkaar om over de oprichting
van de dapur geredja te spreken.
Men had rijst gekregen van de in
terkerkelijke hulpverlening, maar
dat was niet voldoende om de honder
den ondervoede mensen en vooral
kinderen te kunnen helpen. Er
moesten eiwit-rijke bijgerechten ko
men, zodat men de rijst niet onge
kookt hoefde uit te delen en er moest
geld komen om de dapur geredja te
kunnen stichten.
„Toen lazen we in de bijbel Lukas 9.
Jezus en de discipelen tegenover een
massa van duizenden mensen, die ver
van hun dorpen waren komen lopen
om Jezus te zoeken. En ze kregen
honger. Toen zei Jezus: „Geef gij hun
te eten". Wat moesten de discipelen
doen? Zoeken wat er beschikbaar
was. Dat was niet veel. Maar wat er
was brachten ze bij Hem. En Jezus
zegende dat kleine beetje. En gaf het
De kerken zullen met een spe
ciale inzending zijn op de „Fri-
siana" de „Friesland-presen
teert" tentoonstellingdie vol
gende week in Leeuwarden
wordt geopend in de Friesland
hal.
Temidden van alle inzendingen
op diverse gebiedenzullen de
kerken de bezoekers in het
bijzonder wijzen op de bijbel.
In een inzending met bloemen
en planten uit alle werelddelen
zal men een bijbelgedeelte
(Matth. 6 25-3JfJ zien drukken
in, naast elkaar, één der oude
vertalingen en in de Friese
vertaling. Een afdruk hiervan,
verlucht met een aquarel, krij
gen de bezoekers aangeboden
namens de samenwerkende ker
ken in Friesland. De vioer van
de stand der kerken is gelegd
uit eeuwenoude stenen, die uit
Jeruzalem zijn gehaald.
wéér aan de discipelen. En toen was
het genoeg, meer dan genoeg, voor
allemaal. En zo zijn wij begonnen.
We hadden rijst, maar verder niet
veel. Dat hebben we bij Jezus ge
bracht. En Hij heeft Zijn zegen ge
geven. En daarmee zijn we gaan wer
ken".
Dokter Kruyt vertelt dan, dat een
onbekende heer gratis een soort wa
rong van gevlochten bamboe bouwde
met een pannen dak, ruim genoeg om
in te koken en breed genoeg om vlot
■te kunnen distribuéren. Een andere
onbekende zorgde voor een cemen
ten kookgelegenheid binnen in de da
pur geredja.
Christenvrouwen verdelen de rijst
maaltijden. Om de beurt komen ze
van de verschillende kerken, van het
Leger des Heils, van de belangrijkste
christenvrouwen,-organisatie. Ook
doet een vrouw van de Pinksterker
ken mee. Zo zijn er Ambonese, Mina-
hasische, Batakse en Chinese vrou
wen in de weer met het koken van de
maaltijden: rijst met een voedzaam
en volwaardig bijgerecht. Met groen
ten, vlees en kruiden. Er kwamen
witte bonen uit Amerika en zakken
vol „multipurpose food", dus voedsel,
dat voor van alles en nog wat kan
worden gebruikt.
Om te voorkomen, dat de mensen zich
vernederd voelen, moeten zij een ge
ring bedrag, ver beneden de kostprijs,
betalen voor hun maaltijd. Daaruit en
uit contributies, die mensen uit de
kerken geven, wordt het voedsel ge
deeltelijk bekostigd. Men slaagt erin
rond te komen met steun van bui
ten: van de velen in ons land bijvoor
beeld die via de oecumenische „Wilde
ganzen"-aktie geld geven.
Advertentie)
9 Door de nijpende personeelssituatie
in de Evangelische kerk in Oost-
Duitsland zijn de diakonen tot zeer
belangrijke medewerkers in de ge
meenten geworden. Op het ogenblik
zijn er zeker 900 van hen aan het
werk. Zij zijn afkomstig van 6 broe
derhuizen. Opvallend is hoe het ka
rakter van hun werk zich heeft ge
wijzigd in de loop der jaren. Het aan
tal z.g. Pfarrdiakone, die zelfstandig
een verweesde predikantsplaats ver
zorgen, is aanzienlijk toegenomen en
is nu ongeveer honderd. Daarentegen
is het aantal diakonen, dat op het
gebied van het onderwijs werkzaam
is sterk gedaald: van 140 tot 65.
Bij een bezoek aan Duitsland heeft
de secretaris-generaal van het
Indonesische Bijbelgenootschap
mr. P. G. Khouw meegedeeld, dat in
Bogor een nieuwe drukkerij voor het
Bijbelgenootschap zal worden ge
bouwd, waarvoor steun is ontvangen
o.a. uit Duitsland uit de Evangelische
Kerk. De bouw was noodzakelijk,
daar invoer van bijbels in Indonesië
niet meer werd toegestaan.
Kort voordat het verbod van kracht
werd konden onverwachts nog 10.000
Nieuwe Testamenten in Japan ge
drukt en naar Indonesië gezonden
worden. Ook voor dit project bood de
Evangelische Kerk van Rijnland fi
nanciële hulp.
Voor de nu beraamde nieuwbouw
wordt materiaal (cement, staal, glas
enz.) per schip uit Europa aange
voerd, dat geschonken werd door ver
schillende bijbelgenootschappen. Men
hoopt begin 1964 met het werk in de
nieuwe drukkerij te kunnen beginnen.
Naast de beide bijbelhuizen in Dja
karta en Medan (Sumatra) zijn er
plannen voor nog twee: op Celebes en
De keuken van de kerk: de „dapur
geredjain Soerabaja, waar men
door steun van de interkerkelijke
hulpverlening maaltijden kan ver
strekken.
Over een maand, op 13 oktober be
gint in Friesland een grote Friese-bij-
belverkoopactie, die de gehele herfst
van 1963 zal duren. Met deze actie
zal men proberen in zo kort mogelij
ke tijd een zo groot mogelijk aantal
Friese kerkboeken, bijbels en andere
Friese bijbellectuur aan de man te
brengen. Het wordt de grootste actie
voor de verkoop van kerkelijke lec
tuur in het Fries, die ooit is gehou
den. Motto van de actie zal zijn „Niet
van brood alleen", naar aanleiding
Matth. IV 4.
De Friese bijbel is in 1953 gereedge
komen. Deze bijbelvertaling is het
werk van dr. G. A. Wumkes en E. B.
Folkertsma. Opdrachtgevers waren
het „Christelijk Frysk Selskip" en
het Nederlands Bijbelgenootschap. In
1947 kwam een Friese psalmberij
ming tot stand; deze is met de 318
gezangen uit de kerkboeken van de
Hervormde Kerk en de Gereformeer
de Kerken in 1955 uitgegeven in het
Friese psalm- en gezangboek. De uit
gave was in enkele jaren uitverkocht.
Samen met de deputaten voor de
Friese psalmberijming van de parti
culiere synode van Friesland-Noord
en Zuid van de Gereformeerde Ker
ken, heeft de hervormde commissie
voor evangelie-verkondiging in de
Friese taal een nieuwe uitgave laten
maken. Deze nieuwe bundel kon in
1950 aan het Friese volk worden aan
geboden.
Voor de verkoopactie zal men de me
dewerking vragen van de kerken en
van de kerkelijke verenigingen. Aan
de kerken is verzocht in de diensten
van 13 oktober aandacht te geven
aan deze zaak en ook een financiële
bijdrage beschikbaar te stellen.
Aan de verenigingen is gevraagd in
oktober of november een avond te
wijden aan de bijbel, het bijbelge
bruik, het Friese kerkboek enz.
Een aparte actie zal worden gevoerd
op de zondagsscholen, lagere scholen
en in de evangelisatiecommissies. Een
belangrijk onderdeel is ook de colpor-
tatie met bijbel- en kerkboeken huis
aan huis.
Jezus Christus heeft tot mij gezegd:
„Mijn genade is U voldoende, Mijn
kracht openbaart zich in zwakheid".
2 Corinthiërs 12 9.
Zo op het eerste gezicht lijkt deze weektekst minder gelukkig. Wat
moeten wij ermee beginnen in de praktijk van deze week? In ons
jagen naar meer en beter kunnen wij toch geen zwakheid gebrui
ken? Overal is het toch de sterkste die succes heeft? Zelfs in de
kerk zoekt men naar flinke figuren, ja, ook Paulus was een doorzet
ter, een „sterke", ondanks dit levenswoord, dat de Heer hem gegeven
had. Hoe valt dat te rijmen
Een zwakke is nog wat anders, dan een zwakkeling. God heeft na
melijk aan Paulus een zware handicap meegegeven in zijn leven.
Wat hij had, is niet precies bekend, maar vast staat, dat hij zwaar
lichamelijk leed heeft gekend, waaraan zijn vriend, de arts Lucas,
weinig heeft kunnen doen. Tot driemaal toe heeft hij in het
gebed om genezing gevraagd, maar het antwoord zonder de ge
nezing was: Ook in deze pijn moet je het met mijn genade doen.
Mijn kracht openbaart zich in jouw zwakheid. Paulus heeft de
moed niet opgegeven, is geen zwakkeling geworden, is niet bij de
pakken neer gaan zitten, maar heeft dit lijden aanvaard. God geeft
mij deze pijn, opdat ik nooit mijn afhankelijkheid van Hem zal
vergeten. Dit is Gods methode om mij klein te houden.
Daarin ligt de kracht van Paulus: Hij accepteert het lijden in zijn
leven uit Gods hand en doet in dankbaarheid voor Gods genade, wat
hij doen moet: tenten maken, God dienen en de naaste met de hem
geschonken gaven.
Als U zo U zelf met alle gebreken en handicaps, maar ook met alle
talenten, die God V gegeven heeft, accepteert, dan wordt deze nieu-
ive week een gezegende en blijde week. „Wie ben ik, dat ijc dit doen
mag?" Een schepsel, dat door God geschapen is een kind, dat
door de Vader beschermd wil worden, dat gehoorzaam moet dienen,
want Hij weet, wat goed voor mij is. Want als ik zwak ben, dan is
Christus machtig in mij.
VEERE.
L. WIERINGA.
HiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiininnnimiimiMiiiniTHiiiirniniiinniiiiiiMiiiiitiMiuiiiiiiiiiiMiuiiiiiuiiiiiiiiiniuiiuiiiniiiiiT
Middenin het groen komt de
nieuwe gereformeerde kerk in
het uitbreidingsplan van Ar-
nemuiden te liggen. Vanuit het
noorden zal men het kerkge
bouw zien, zoals het er op
deze tekening uitziet. De kerk
gangers zullen via een ontmoe
tingscentrum van 5,5 bij 8,5
meter flinks op de tekening)
en vervolgens onder een soort
gewelf met kolommen door in
de kerkruimte komendie 400
zitplaatsen telt. Er is bij de
bouw uitgegaan van door de
werkgroep voor liturgie in de
Gereformeerde Kerken ontwik
kelde gedachten. Door de ont
worpen kolommen is er als het
ware een drempel tussen het
ontmoetingscentrum en de
kerkruimte ontstaan. Men stapt
dus niet direct de kerk bin
nen.
De kerkruimte zelf is 19,5 bij
16 meter en kan met een ruim
te van 6,5 bij 9,5 meter voor
in totaal 112 zitplaatsen wor
den uitgebreid, wat mogelijk
in de toekomst nodig zal zijn
in verband met toeristen. Het
liturgisch centrum (rechts)
wordt aan de noordkant be
grensd door een glaswand en
voorts door een toren van 17,5
meter hoogte. Aan de buiten
zijde van het kerkgebouw,
links van de glaswand, komt
een in gekleurd, verglaasd
steen uitgevoerde uitbeelding
van de uitstorting van de H.
Geest.
De uitbreiding van de kerk
ruimte kan ook als vergader
zaal worden gebruikt. Er zijn
voorts in het complex nog op
genomen een vergaderzaal met
tachtig plaatsen, een archief
ruimte en de consistorie. Met
de bouw van de nieuwe kerk is
nog niet begonnen. Het ont
werp is van architectenbureau
Steen en Tuinhof, Vlissingen.
9 Het hospitaalkerkschip „De Hoop"
maakte in de maanden juni tot en
met augustus twee reizen. In totaal
werden 4000 zeemijlen afgelegd. De
laatste thuisreis was met een logger
op sleeptouw over 235 mijl met zware
zeegang. Aan boord werden ruim
100 patiënten behandeld, er waren
110 verpleegdagen in het scheeps-
hospitaal en bijna 100 adviezen wer
den door de medische dienst per
radio gegeven. Voor de geestelijke
vorming reisden resp. ds. W. van
Boeyen uit Amsterdam en ds. J. C.
Koolschijn uit Ridderkerk mee. Zij
hielden 9 kerkdiensten, waarvan 7
tevens per radio, 10 dagsluitingen
(4 per radio) uitgezonden. Zij be
zochten 7 schepen. Van 237 schepen
kwamen luisterrapporten binnen.
Dit najaar zal in Stanleystad de
eerste protestantse universiteit wor
den geopend voor Kongo. Buitenland
se zendelingen en protestanten uit
het land zelf hebben een aantal ja
ren gewerkt aan de voorbereiding
van deze instelling, die predikanten,
leraren, artsen en ander beroepsper-
soneel moet opleiden. De nieuwe uni
versiteit zal openstaan voor allen,
die middelbaar onderwijs hebben ge
noten en is bestemd voor heel cen
traal Afrika. Daarom zullen de col
leges zowel in het Frans als in het
Engels gegeven worden. Er is voor
de financiële basis van de universiteit
een intensieve campagne geweest in
Kongo, maar toch hebben dc Ame
rikaanse en Europese kerken het
grootste deel van de fondsen moeten
fourneren,
met 1965.
Een hoogtepunt van de conferentie
van 120 Indonesische christen stu
denten op het conferentieoord van de
Ned. Chr. Studenten Vereniging
Woudschoten te Zeist was de kerk
dienst in de hervormde Thomaskerk,
uitgaande van de kerkeraden van de
hervormde gemeente en de Gerefor
meerde Kerk.
De prediking over de tekst 2 Cor.
op Ceram. Er is nl. enorme vraag
naar de bijbel onder de Indonesische
bevolking, zo zelfs, dat maar een
deel van de bestellingen kan worden
uitgevoerd. Iemand sprak er zelfs
van, dat er voor de bijbel haast een
zwarte-marktsituatie ontstond! Het
einddoel, dat elk gezin een bijbel en
zo mogelijk elke christen minstens een
Nieuw Testament bezit is nog lang
niet bereikt. Een grote moeilijkheid
blijft daarbij altijd de grote taalver
schillen. Er zijn in Indonesië ongeveer
250 talen. De hele bijbel is tot nu toe
in acht talen vertaald, het Nieuwe
Testament in nog zeventien andere
talen. Er wordt ook gewerkt aan een
nieuwe vertaling in het Indonesisch,
dat steeds meer de eenheidstaal van
het land wordt. De sterkste gods
dienst in Indonesië is de Islam. Behal
ve de ruim vier miljoen christenen
zijn er verder nog heidenen. De over
heid garandeert godsdienstvrijheid en
staat godsdienstonderwijs op de scho
len toe.
In het Indonesische leger dienen
ongeveer 15.000 protestanten. Daar
voor zijn elf legerpredikanten in
dienst.
Het moest er wel van komen", schrijft de re-
redactie in het voorwoord van „het ver
worpen beeld", een speciaal nummer van het
maanblad „Wending", het blad voor evangelie
en cultuur. En waarvan moest er dan iets komen
Dat men nader inging op boeken van S. Vestdijk,
De toekomst der religie en van F. Sierksma, De
religieuse projectie. In het verband met dit voor
woord wordt ook genoemd het enige jaren gele
den reeds verschenen boek van Szczesny, Toe
komst van het ongeloof. Het zijn alle drie boeken
die de laatste jaren nogal de aandacht getrok
ken hebben, ook in kerkelijke kringen en wan
neer we de litteratuurlijst zien die staat aan het
einde van het artikel van dr. L. W. Nauta, die
in een twintig pagina's een overzicht geeft van
hetgeen Vestdijk en Sierksma wilden zeggen, zien
we dat er ook in ons land menige bladzijde is
volgeschreven. Toch kunnen we niet zeggen dat
de genoemde schrijvers een groot publiek hebben
bereikt. Dit zijn boeken die in een bepaalde vak
taal geschreven zijn, welke men wel goed moet
kennen, wil men zo'n boek tot het eind toe lezen.
Wanneer de redactie van Wending meent dat het
er wel van komen moest, doet zij dit vooral na
de verschijning van het boek van dr. J. A. T.
Robinson, bisschop van de Anglicaanse Kerk te
Woolwich, een van de zuidelijke delen van Lon
den. In maart van dit jaar kwam zijn, honderd
veertig bladzijden tellend, boekje van de pers, dat
in diezelfde maand nog een derde druk beleefde
en het reeds gebracht heeft tot acht drukken en
misschien zijn er nu al meer. De uitgever kan
aan de vraag van het grote publiek haast niet
voldoen. Op de dag dat het boekje verscheen was
de eerste druk reeds uitverkocht. Het is ge
schreven in een pakkende taal. De bisschop heeft
het de titel gegeven: „Honest to God", eerlijk
voor God. Nauwelijks was het boekje verschenen
of er kwam een storm van ingezonden stukken
en artikelen los. In zeer korte tijd liepen deze tot
in de honderden, zo lezen we. Met alle felheid
keerden velen zich tegen de bisschop, die naar
hun mening het geloof van de kerk opzij schoof,
hoewel hij zelf nadrukkelijk verklaarde in de
belijdenis van zijn kerk te willen staan. Men eiste
dat hij zou worden afgezet of in ieder geval dat
er. tuchtmaatregelen op hem zouden worden toe
gepast. In zijn eerste reactie keerde zijn eigen
primaat, de aartsbisschop van Canterbury zich
ook tegen hem. Later is het oordeel van dezen
zachter geworden. Natuurlijk heeft de bisschop
van Woolwich ook verdedigers gevonden en daar
onder zijn er die belangrijke plaatsen innemen in
de kerk van Engeland.
In ons land heeft men vanuit diverse kerken
nota genomen van het Engelse boek. In het
juni-nummer van Wending heeft prof. J. C. Hoe
kendijk er een artikel overgeschreven. Hij meent
dat het boek geschreven is vanuit een zendings
mentaliteit. Hervormd Nederland was alleen maar
afwijzend, zoals trouwens de meeste reacties
die we uit ons eigen land onder ogen kregen. Van
gereformeerde zijde is men er nogal op in ge
gaan in verschillende tijdschriften. In het Gere
formeerd Weekblad lazen we een zestal artike
len van de Leidse studentenpredikant ds G. Th.
Rothuizen. Enige weken geleden stond in de
r.-k. Bazuin een artikel van Robert Adolfs o.s.a.,
dat waarlijk niet zo fel afwijzend was. Deze
schrijver betreurt het dat het hele debat vrijwel
onmiddellijk in de emotionele sfeer terechtkwam.
Hij zegt voorts dat er over wat in het boek van
de bisschop van Woolwich wordt gezegd, beter
rustig kan worden nagedacht.
Waar gaat het om in „Honest to God" Wat is
de bedoeling van het extra nummer van Wen
ding? Weten we nog wel wat te zeggen wanneer
we de oude kerkelijke woorden en uitdrukkingen
gebruiken en kunnen wij ze in de wereld van
heden nog geloofwaardig maken, „wij rechtzin-
nigen die pal staan voor de (onze?) waarheid en
wij Vrijzinnigen, die menen alle kritiek reeds te
hebben doorstaan en wij katholieken met onze
eeuwenoude waarheden?" „Men aanvaardt onze
geloofsbrieven niet meer. Wij worden niet meer
geloofwaardig gevonden''. En dat is een erge
zaak.
De bisschop van Woolwich is daarmee ook in
eigen land in aanraking gekomen. Hij is
voortgekomen uit een beweging, die haar cen
trum vindt aan de oude universiteit var. Cam
bridge, welke beweging er van uitgaat dat de
kerk in de vormen waarin haar theologie zich
uitdrukt en haar geloofsbeleving tot uiting komt,
geheel verouderd is en staat „buiten het levens
gevoel van deze tijd". De leer van de kerk, al
thans de wijze zoals ze tot uitdrukking komt, zal
van de grond af aan opnieuw moeten worden
geformuleerd. Daarbij zal rekening moeten wor
den gehouden met het leven van deze tijd
Wanneer dit niet gebeurt, zal het geloofsgetui
genis in deze tijd waardeloos worden. Wie de
geschiedenis van het kerkelijk dogma nagaat, ziet
hoezeer men door de eeuwen heen geworsteld heeft
om uit te drukken wat men heeft willen zeggen
en daarbij heeft men gebruik gemaakt van het
denken van eigen tija. Zo zijn er allerlei woorden
in gebruik gekomen, die we niet in de bijbel
vinden. Men stond hier echter voor een nood
zaak. Het is dezelfde noodzaak die men in de
zendingsgeschiedenis tot op de dag van vandaag
nog kent. Daar is het een van de allermoeilijkste
opgaven om de waarheden van het geloof zó te
zeggen in de taal van het volk waarvoor ze be
stemd zijn, dat deze mensen er ook waarlijk iets
van kunnen verstaan en kunnen beleven. Wie
wel eens iets van dr. N. Adriani heeft gelezen,
die als taalgeleerde van het Ned. Bijbelgenoot
schap onder de Toradjas op Midden-Celebes heeft
gewoond, weet hoe hij soms dagen en weken
lang zocht om in de taal die daar gesproken werd
en in de denkwereld van dat volk een woord te
vinden dat enigszins benaderde wat wij ermee
bedoelen. Nu is de gedachtenwereld van onze tijd
zo zeer verouderd, dat de kerk voor haar geloofs
getuigenis zal moeten zoeken naar een geheel
nieuwe wijze van uitdrukken, wil haar geloofs
getuigenis niet waardeloos worden, omdat het niet
meer verstaanbaar is voor de mens van vandaag.
Daarom ook kan ds. Rothuizen (zijn werk brengt
dat mee) hiervoor begrip hebben, ook al vraagt
hij met alle ernst die in hem is: Mag het zo?
Heiligt het doel de middelen?
Bijna de helft van het boek van Robinson gaat
over ons Godsbegrip. Met een zekere natuur
lijkheid spreekt de bijbel over God die „daar
boven" is. Waar is dat? Zo is aan menig predi
kant op de catechisatie gevraagd. Het is een
vraag die hier in enige vorm telkens weer terug
keert. Nu hebben we het God „daarboven" zegt
Robinson, al gemaakt tot „God-ergens-daarbui-
ten". Nu stelt deze bisschop dat de voorstelling
van een God-daarbuiten steeds meer een belem
mering wordt voor het geloof van de moderne
mens. Hij beseft echter wel dat het opgeven
van de aloude voorstelling van God, door velen
zal worden aangevoeld als een ontkenning van
God. Maar, is het dit in werkelijkheid? Komen
we, met al ons traditionele denken over God
in werkelijkheid wel verder dan een bepaald
beeld dat we ons hebben geformeerd, een schijn
beeld, dat niet waarlijk God is? En mogen we
hiermee tevreden zijn wanneer we spreken over
en denken aan Hem, die is „de Grond van ons
diepste zijn, de diepste Grond van ons leven, de
bron van ons bestaan, datgene waar het de mens
uiteindelijk om gaat, datgene wat wij ernstig
nemen zonder voorbehoud.
Er is reeds veel te doen geweest rondom het
boek van de bisschop van Woolwich, dat „als een
bom insloeg" en dat „als een plotselinge ont
ploffing de serene zondagmiddagsfeer van het
Engelse kerkelijke leven verstoorde". De Bazuin
spoort aan dit boek zelf ter hand te nemen. „Nu
de oppervlakkige en onzakelijk kritiek is wegge-
ebd, verdient Robinsons boek de serieuse aan
dacht van ieder christen-gelovige die de moed
heeft zijn geloof steeds opnieuw denkend en
biddend op te nemen en waar nodig radicaal
te zuiveren".
Dit boek stelt ernstige vragen. En tevens zouden
we willen aanbevelen het laatste nummer van
Wending, waar ook het boek van de Engelse
bisschop in een ruimer verband komt te staan.
Die artikelen van Wending zijn niet altijd even
gemakkelijke lectuur, maar wel de moeite van
het lezen waard.
5 17, die ook ten grondslag aan
het conferentiethema lag: De nieuwe
mens, werd gehouden in het Indo
nesisch door ds. F. van Nieuwpoort,
hervormd predikant voor de oos
terse studenten, en in het Nederlands
door ds. A. Hofman, gereformeerd
predikant onder Afro-Aziatische stu
denten. Vervolgens legden vijf stu
denten belijdenis van hun geloof af.
De studentenpredikant uit München
ds. Odeh Suardi stelde de vragen in
het Indonesisch. Vervolgens leidde
deze predikant in het Indonesisch
en het Nederlands de avondmaal
viering in, die geleid werd door ds.
D. Groeneboer. Te zamen werd ten
slotte met het lied „Dankt, dankt nu
allen God" de dankbaarheid van al
len, Indonesische en Nederlandse
christen studenten, hervormde en ge
reformeerde gemeenteleden uit Zeist,
voor deze gemeenschappelijk beleef
de dienst uitgezongen.
Advertentie