„MIJN MAN IS GEEN MOORDENAAR"
STRANDVONDSTEN BIJ SLECHT WEER
SOCIALE VOORZIENINGEN ZIJN IN
AUSTRALIË BOVEN DE MAAT
Londense advocate van de balie verwijderd
Australië onderweg (VI)
EENDENMOSSELS
GESIGNALEERD
NEMONE O'CONNOR VECHT VOOR
REHABILITATIE VAN HAAR ECHTGENOOT
Oude jonqe man
Verq'ssing
Bewijsstuk
Naast de qalg
Dartmoor
„Dit is limmy
(Van onze speciale verslaggever Link van Bruggen)
OeL stelsel van sociale voorzieningen in Australië dateert
voornamelijk van na de tweede wereldoorlog. Het is veel
beter dan in Canada en in de Verenigde Staten men zou
zelfs kunen zeggen dat het weinig of niets voor Nederland on
derdoet. Een belangrijk punt is dat het profijt al begint, als de
emigrant voet aan wal heeft gezet. De emigrant, of, beter ge
zegd misschien: de actieve immigratiepolitiek, die Australië
voert, is trouwens een enorme stimulans op het gebied van de
sociale wetgeving geweest. De ziekengelduitkering bijvoor
beeld, het werkloosheidsgeld en de uitbreiding van de kinder
bijslagregeling hebben na 1945 beslag gekregen.
Ongevallen
BI,NA ZO GOED
ALS IN NEDERLAND
Ziektekosten
Invaliditeitsrente
Grillig
Ongewone trek
WOENSDAG 28 AUGUSTUS 1963
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
9
Er zijn weer eendenmossels ge
signaleerd, ditmaal op het
strand van Walcheren. Een
paar jongens brachten er twee,
vastgehecht op een blik en zo
aangespoeld bij de Nolledijk te
Vlissingen. Een telefonische
mededeling gold een aantal
exemplaren gehecht op het me
talen deksel van een glazen pot
je bij Zoutelande. Vermoedelijk
waren dit niet de enige aange
spoelde exemplaren en zullen di
verse personen bij het bekijken
van bijgaand schetsje de fraai
lichtblauwe, meest wat oranje
getekende schelpjes herken
nen, die (zo ze niet zijn losge
slagen) vastgehecht zitten met
een donkere, geringde, taaie
steel.
Door Barend Zwerfmans
We schreven er vroeger al eens over,
toen iemand uit Middelburg een
plank vol van deze merkwaardige
dieren had meegenomen en deze in
de Singel had gedeponeerd. Het zijn
kreeftachtige dieren nauw verwant
aan de bekende zeepokken, die even
als zjj, vastgehecht aan vastzittende
of drijvende voorwerpen, huur voedsel
(Van een medewerker)
J^e „knapste advocate van Londen" zo noemde de Daily Mirror
haar verhief zich van haar zitplaats om de verdediging van
een zakkenroller op zich te nemen. Maar de rechter hamerde. „Ik
weiger naar U te luisteren" zei hij, „de beklaagde zal zich een
andere verdediger moeten kiezen!" De advocate werd bleek en het
was de eerste maal, dat iemand haar zag huilen. Dat was in okto
ber 1962. Daarmee kreeg zij de rekening aangeboden voor het mon
sterlijke dat zij had gedaan, tenminste in Engelse ogen.
Haar naam is Nemone Leth-
bridge (de voornaam Nemone is
het Arabische woord voor „lie
veling") en ze is de dochter van
een Engelse generaal die tijdens
de tweede wereldoorlog chef
van de contra-spionnage was in
de staf van maarschalk Mont
gomery. Haar moeder is geboor
tig uit Amerika en verwant aan
de familie Foster Dulles.
Natuurlijk bezocht zij de beste scho
len, de Sorbonne in Parijs en de uni
versiteit van Oxford. Ze had een
sprookjesachtige carrière. Nog voor
haar drieëntwintigste verjaardag
mocht zij al pleiten aan de Londense
balie. Ze viel niet alleen op door haar
bijzondere schoonheid, maar vooral
ook door haar briljante kennis van
recht en wet.
Een van Engelands opperrechters,
Lord Goddard, vroeg haar om zijn
memoires te schrijven. Nemone was
toen vijfentwintig jaar oud. Het werk
nam haar niet al te zeer in beslag
en ze besloot haar vrije tijd te ge
bruiken om een boek over het voor
en tegen van de doodstraf te schrij
ven. Om daarvoor materiaal te ver
zamelen begaf ze zich in de Londen
se achterbuurten, waar ze mensen
hoopte aan te treffen die op een haar
na aan de doodstraf waren ontko
men.
Zo kwam ze in contact met een man
die werkelijk mee kan spreken over
de doodstraf. Die man was James
O'Connor, afkomstig uit de Londen
se achterbuurten. Zijn vader was aan
de alcohol verslaafd, zijn moeder was
kelnerin. Er waren vier kinderen ge
weest, van wie er twee al op jeugdige
leeftijd aan tuberculose waren over
leden. Jimmy was de gezondste en de
sterkste, maar hij moest op zesja
rige leeftijd al meehelpen geld ver
dienen.
De dag van de jongen begon om vier
uur met het helpen van een melk
boer; daarna had hij twee kranten
wijken en vervolgens moest hij bood
schappen doen voor een drogist. Tus
sen de middag was hjj bij een
schoenmaker, werk rondbrengen en
ophalen, en 's avonds hielp hjj een
meubelmaker. Van zijn schooloplei
ding kwam dus niet zo erg veel te
recht. Als twaalfjarige jongen ging
Jimmy van school af. Hij werkte in
de haven en op de beroemde markt
van Covent Garden.
Het werk was hard en moeilijk, maar
hij bleeef eerlijk. Toen kwam de oor
log en Jimmy O'Connor werd sol
daat. Hij werd ingedeeld bij het Brit
se expeditieleger in Frankrijk, beleef
de de hel van Duinkerken en liep
ernstige verwondingen op. Op de
terugvaart naar Engeland werd zijn
schip getroffen door een bom en
raakte in brand. Jimmy O'Connor
was een der weinigen die gered wer
den. Na meer dan een jaar zieken
huis werd hij ontslagen uit de dienst
met twee onderscheidingen en een
kleine gratificatie. Dat was alles wat
hij meekreeg op de weg terug in het
leven
In 1941 was Jimmy drieëntwintig
jaar oud, een oude jonge man, die
de hel van de oorlog had meege
maakt en die alle geloof aan de
mensheid en de zin van het leven
had verloren. De nabije aanwezig
heid van de dood op het slagveld
had Jimmy grondig veranderd. Hij
was hard. verbitterd en vertwijfeld
geworden. Vrienden rekenden hem
voor hoe dom hij wel was geweest
om dienst te nemen, terwijl er juist
in die tijd zoveel gemakkelijk geld
te verdienen was.
Jimmy O-Connor vond het gemak
kelijke geld bij een juwelier in Bath.
Er was ook een gouden horloge met
diamanten en ketting bij ter waarde
van drieduizend pond sterling. En
passant nam hij ook een voor de
zaak geparkeerde auto mee en reed
daarmee naar Londen.
Hij was niet alleen: naast hem zat
een oude vriend uit de Londense
achterbuurten: William Rock. Bij het
binnenrijden van Londen bleek dat
de gestolen auto al door de politie
werd gezocht. Een patrouillewagen
hield hen aan en bracht de wagen
tot staan. Op dat moment beging
Jimmy O'Connor de vergissing die
hem bijna aan de galg zou brengen...
Nemone Susan Lethbridge, nu de
vrouw van James O'Connor, make
laar in onroerend goed.
MAAAA/V\AA/\AAAAAA/\AAAAAA/V\AAAAAIUVAA/VU
Zijn fout bestond daaruit dat hij op
de vlucht sloeg, naar hij nu zegt uit
angst dat bij arrestatie ook de juwe-
lendiefstal ontdekt zou worden. Dat
wilde hij tot elke prijs vermijden.
De vlucht had ver-reikende gevolgen,
want terwijl Jimmy doelloos door
Londen doolde werd in het noorden
van de stad de kolenhandelaar Geor
ge Alfred Ambridge overvallen, neer
geslagen met een pook uit zijn eigen
haardstel en beroofd. De volgende
dag al werd Jimmy voor de auto
diefstal gearresteerd in een station
van de Ondergrondse; hij kreeg er
negen maanden gevangenisstraf
voor. Kort voor zijn arrestatie had
hij de buit van Bath in bewaring ge
geven, zodat men hem hiervoor niets
maakte. Maar kort voor zijn vrijla
ting kwam inspecteur Dole van Scot
land Yard bij hem in de cel en zei:
Je vriend William Rock heeft ver
klaard, dat je betrokken was bij de
overval op de kolenhandelaar Am-
bridge. Ik arresteer je op deze aan
klacht en op verdenking van moord".
Jimmy's verklaringen dat hij nog
nooit had gehoord van de kolenhan
delaar Ambridge en dat hij de man
nog nooit had gezien, hielpen hem
niets. In maart 1942 stond Jimmy
O'Connor voor de rechter, verdacht
van de dood van de inmiddels over
leden kolenhandelaar. Een van de be
wijsstukken was een gouden pols
horloge, dat Jimmy in bewaring had
gegeven en dat van de kolenhande
laar afkomstig zou zijn. Men had de
buit van Bath gevonden
Jimmy hield vol, dat het polshorloge
uit Bath afkomstig was, maar hij kon
het niet bewijzen. Hij moest nu ook
wel de diefstal in Bath bekennen en
verwikkelde zich in een weefsel van
leugens. Hij had twee getuigen laten
oproepen, die konden wel verklaren
dat hij ten tijde van de dood van
Ambridge niet ter plaatse aanwezig
had kunnen zijn, maar die getuigen
waren niet te vinden. Er gaapte een
grote leemte in zijn alibi tussen de
vlucht uit Bath en de arrestatie op
Kings Gross Station. Rechter Blan
dish zetten tenslotte het zwarte kap
je op; het doodvonnis werd uitge
sproken.
Jimmy O'Connor werd In de gevan
genis van Pentonville gebracht in
afwachting van de voltrekking van
het vonnis. Alleen een tweesteens-
muur scheidde hem van de ruimte,
waar de galg was opgesteld. Dag-in-
dag-uit zag hij de dood in de ogen.
Zijn enige vreugde was het dagelijks
rantsoen van twintig sigaretten, het
viervoudige van wat een Engelse ge
vangene anders krijgt.
Niemand bekommerde zich om hem.
In de tijd toen de zware Duitse bom
aanvallen op Londen losbarstten,
toen de bleke vingers der zoeklich
ten elke nacht langs het zwerk
tastten, toen de doffe ontploffingen
der bommen weerklonken, toen de
vlammen van enorme branden om
hoog schoten en het bulderen van
het afweergeschut niet van de lucht
was, beleefde Jimmy O'Connor zijn
zwaarste uren.
Toen weerklonken voetstappen door
de kale gangen van Pentonville. De
gouverneur trad binnen. Jimmy
dacht, dat het was om hem
de voltrekking van het doodvonnis
aan te kondigen, maar integendeel:
het was de inwilliging van zijn gra
tieverzoek. In plaats van de galg
wachtte hem nu levenslange gevan
genisstraf.
„Bent U niet gelukkig?" vroeg de
gouverneur van de Pentonville-ge-
vangenis. „Gelukkig?" zei Jimmy
bitter, „het was beter voor mij ge
weest als ik nu naar de galg had
kunnen stappen Hij zag een le
ven voor zich, erger dan de dood, een
leven achter tralies, een leven zonder
toekomst, eindeloos gerekt tot de
dood erop volgt
Dartmoor, de eenzame gevangenis in
de moerassen van Engeland, was zijn
volgende verblijf. Maar het was niet
het laatste wat hij zag van de aar
de. In maart 1952 gingen de kerker
deuren voor hem open. Jimmy O'Con
nor werd voorwaardelijk óp vrije
voeten gesteld, „released on licence"
zoals dat in officiële gevangenistaal
heet. Hij had zich goed gedragen,
hij had veel geleerd en hij had zijn
verworven kennis gebruikt om me
degevangenen te onderwijzen. Men
mocht hopen dat hij het rechte pad
zou blijven bewandelen
Jimmy O'Connor verdiende zijn eer
ste geld bij Engelse zondagsbladen,
wie hij zijn verhaal vertelde en later
bij de televisie. Toen werd hij advi
seur bij een Engelse filmindustrie.
Een van de films waarbij hij van
advies diende was „Lady-Killers"
met Alec Guiness.
Toen werd hij makelaar in vaste
goederen. Het geld voor zijn eerste
transacties leende hij van vrienden.
De jaren gingen voorbij en men be
gon te vergeten dat Jimmy een moor
denaar was volgens recht en wet, die
alleen maar gratie had verkregen.
Maar Jimmy vergat het niet; hij pro
beerde zijn proces te laten herzien
en zich te rehabiliteren. Bij Scot
land-Yard maakte men hem duide
lijk dat hij er beter aan deed om
alle pogingen maar meteen op te
geven.
En toen kwam de ontmoeting die aan
het leven van Jimmy O'Connor een
beslissende wending zou geven. In de
lente van het jaar 1957 ging hij naar
een pub in de buurt van het Pad-
dingtonstation om een glas bier te
drinken. Het was er vol; de mensen
stonden drie-dik aan de bar. Overal
hing een dichte rook. Verveeld rond
kijkend zag hij iemand van wie hij
zeker wist dat ze hier niet thuis
hoorde
Het meisje was slank, goed verzorgd
en gekleed in een lichtgrijze deux-
pièces die kwaliteit verried. Ze was
in gezelschap van een journalist met
wie Jimmy eens had samengewerkt.
De journalist zag Jimmy op hetzelf
de ogenblik waarop deze hem her
kende. Hij stond op en nam hem bij
de arm. „Dit is Jimmy O'Connor" zei
hij tegen het meisje, „mag ik voor
stellen? Miss Nemone Lethbridge, de
bekende strafpleitster
Jimmy haalde bier en whisky van de
bar en stak een sigaret aan. „Een
gelukkig toeval" zei de journalist
„Nemmie werkt momenteel aan een
boek over criminologie en ik geloof
dat je haar een paar goede tips kunt
geven, Jimmy
Jimmy O'Connor knikte. „Ja, dat
geloof ik wel, miss Lethbridge" zei
hij, „ik ben namelijk al eens ter dood
veroordeeld voor een moord die ik
niet heb begaan!" Het was of er een
schok door de jonge vrouw voer. Hier
was een man die veroordeeld was
als moordenaar en waarmee ze nu
kon spreken
De jonge advocate begon meteen met
vragenstellen, maar Jimmy was een
beetje afwezig. Hij was die onder de
indruk van deze jonge vrouw, van
haar schoonheid, haar beschaving,
haar hele optreden. Wat voor vrou
wen had hij voorheen gekend? Dit
was de eerste dame, die, hij leerde
kennen. Bovendien kende hij haar
naam en haar faam als strafpleister.
Maar ook Nemmie Lethbridge was
onder de indruk van de man met de
grijze ogen, de scherpe gelaatstrek
ken en de diepe groeven in het ge
zicht. Het gesprek kwam moeizaam
op gang. Ze vroeg hem naar zijn me
ning over de toenemende jeugdcri
minaliteit, over de justitie in het
algemeen, over de doodstraf. Jimmy
O'Connor antwoordde moeizaam,
naar woorden zoekend, maar toch
begrijpelijk. Ze maakte vele aante
keningen.
„Ik was meteen getroffen toen U
zei: Ter dood veroordeeld voor een
moord die ik nooit heb begaan" zei
Nemmie. „Denkt U dat er veel men
sen worden veroordeeld voor moor
den die ze niet hebben begaan?"
Jimmy haalde de schouders op. „Dat
zon ik niet weten" zei hij, „maar ik
weet wel dat er iets erger is dan de
doodstraf: het wachten op de dood!"
Toen Nemmie afscheid nam, zei ze
„Ik zal U de proefdrukken van mijn
boek laten zien voordat het ver
schijnt, over een half jaar, mister
O'Connor Nemmie hield haar
belofte; hij corrigeerde de drukproe
ven, gaf zijn eigen visie en langza
merhand werden zij onafscheidelijk,
de bekende strafpleitster en de gewe
zen ter dood veroordeelde. Maar ze
ontmoetten elkaar in het geheim,
waar niemand verdenking zou koes
teren, in het East End, in White-
chapel. Al gauw wist Jimmy alles
van haar, haar familie, ook die van
moederskant. Een volle nicht van de
vroegere minister van buitenlandse
zaken, hij een joncen uit de achter
buurten
Een jaar na de eerste ontmoeting in
het café bij Paddington Station tra
den Nemmie en Jimmy in het geheim
in het huwelijk in Ierland. Zelfs haar
ouders wisten er niets van. Vier jaar
lang slaagden zij erin hun geheim te
bewaren. „We durfden ons nooit sa
men ergens vertonen waar iemand
conclusies kon trekken", vertelt Jim
my O'Connor nu, „het had Nemmie's
carrière kunnen schadenZe
droeg haar trouwring aan een gou
den ketting om de hals. Als ze sa
men naar de schouwburg gingen,
gingen ze elk afzonderlijk weg omdat
Nemmie zoveel vrienden had.
Toen Nemmie's zuster In het huwe
lijk trad werd het huwelijk bekend.
Voortaan kunnen de heer en mevrouw
O'Connor zich samen in het openbaar
vertonen. Nemone Lethbridge is
voorlopig geschrapt van de rol van
de advocatuur van Londen, maar ze
heeft inmiddels de grootste zaak van
haar leven op zich genomen: te be
wijzen dat haar man, die in de ogen
van de wereld nog altijd een moor
denaar is, in werkelijkheid onschul-
dig is!
Geweldig zijn de afstanden op het
Australische continent. Om van
i het Oosten naar het Westen te ko-
men, moet men dagen in de trein
zitten.
ïvvvwvvwwwvvwvvuvwvwwwmvw
geldende bepalingen wordt echter
van regeringswege een belangrijke
financiële tegemoetkoming gegeven
in ziekenhuis- en dokterskosten. Een
voorwaarde hiervoor is dat men aan
gesloten is bij een van overheidswege
goedgekeurd ziekenfonds. Het trek
ken van informaties is ter plaatse
dus wel gewenst.
De premies voor ziektekostenverze
kering zijn betrekkelijk laag; ze kun
nen bovendien voor de belastingen
worden afgetrokken.
Medicamenten worden niet helemaal
gratis verstrekt, hoewel de sociale
wetgeving in velerlei opzicht het En
gelse beginsel ,van de wieg tot het
graf' tot leiddraad heeft. Voor elk,
lang de tijdelijke arbeidsongeschikt
heid duurt. Het wordt ook toegekend
aan zelfstandig neringdoenden, die,
ten gevolge van ziekte, hun bedrijf
niet kunnen uitoefenen. De betaling
gaat pas in op de zevende dag van
arbeidsongeschiktheid, vooropgesteld
dat het verzoek om uitkering binnen
drie maanden na de eerste dag van
arbeidsongeschiktheid werd inge
diend.
Bij de beoordeling van de sociale
voorzieningen in Australië dient het
zogenaamde basisloon (zie vorig ar
tikel) als uitgangspunt te worden ge
nomen. Kort gezegd is het basisloon
het statistisch vastgestelde mini
mumbedrag, dat elke werknemer vol
gens de wet moet ontvangen en dat
noodzakelijk wordt geacht voor het
onderhoud van een gezin, bestaande
uit man, vrouw en drie kinderen.
Zoals hierna zal blijken, liggen de
uitkeringen voor ziekte, werkloosheid
e.d. beneden het basisloon, dat thans
femiddeld ongeveer 120.be-
raagt. Bij de vaststelling van de on
derscheidene bedragen is men name
lijk van het standpunt uitgegaan dat
de betrokkenen zich tegen de finan
ciële gevolgen van een en ander aan
vullend zullen moeten verzekeren,
wat, gezien het hoge loonpeil in dit
verre continent, ook wei kan.
Kinderbijslag wordt in Australië ver
strekt aan aldaar gevestigde gezin
nen, die kinderen beneden de leeftijd
van zestien jaar hebben. Hij bedraagt
twee gulden per week voor het eerste
kind en vier gulden per week voor
elk der volgende kinderen. De kin
derbijslagregeling loopt steeds over
een tijdvak van vier weken. Beslis
send voor de uitkering is de datum
van aanvrage. Vindt de aanvrage tij
dens een lopende periode plaats, dan
gaat de kinderbijslag pas in bij het
begin van de volgende periode. De
aanvrage moet, hoe dan ook, worden
ingediend, binnen zes maanden nadat
men hiertoe gerechtigd is.
Anders dan in Nederland krijgt de
moeder de kinderbijslag in handen.
Er zijn natuurlijk uitzonderingen,
maar deze slaan op gezinnen die uit
elkaar zijn door echtscheiding, of
door de dood van een van de ouders.
In tegenstelling met Nederland kent
Australië niet de verplichte ziek
tekostenverzekering. Krachtens de
De tot dusver besproken uitkerin
gen behoren alle tot de door de
overheid gefinancierde voorzisningen.
Dit is niet het geval bij de verzeke
ring tegen de gevolgen van een be
drijfsongeval, of een beroepsziekte.
De premie hiervoor wordt geheel
door de werkgever gedragen, die
daartoe wettelijk verplicht is.
In een aantal Australische staten zijn
alle werknemers, ongeacht de toon
hoogte, krachtens aeze wet verze
kerd. In enkele andere staten (Vic
toria (Zuid-Australië, Tasmanië, het
bestuursgebied Noordelijk Territori
um en het Australische Hoofdstad
Territorium) daarentegen vallen
werknemers met een inkomen boven
een bepaald maximum niet meer on
der deze verzekering. In sommige
gevallen boven de 280.per
week, exclusief overwerk zal men
dus zelf een verzekering moeten slui
ten.
door een arts uitgeschreven recept,
moet een bedrag van twee gulden
worden betaald, ongeacht de kost
prijs van de drankjes, de pillen of de
poeders.
Mannen tussen de 16 en 65 jaar en
vrouwen tusen de 16 en 60 jaar,
die ten gevolge van werkloosheid,
ziekte of ongeval inkomsten derven,
komen voor werkloosheidsuitkering,
respectievelijk ziekengeld in aanmer
king.
Bij de werkloosheidsuitkering wordt
als voorwaarde gesteld dat het ge
plaatst zijn buiten het arbeidsproces
niet het gevolg van het deelnemen
aan een staking is. Bovendien moet
de betrokkene bereid en in staat zijn
passend werk te aanvaarden, zomede
pogingen in het werk hebben gesteld
een nieuwe werkkring te vinden. Dit
laatste houdt eigenlijk niet meer in
dan dat men zich bij het arbeidsbu
reau als werkzoekende heeft laten
inschrijven.
De uitkering van ziekengeld een
aanvullende verzekering is gewenst,
zo niet noodzakelijk! geschiedt op
grond van een medische verklaring.
Het ziekengeld wordt uitbetaald zo-
De ongevallenverzekering, waarvoor
dus alleen loontrekkenden in aan
merking komen, kent een uitkering
toe aan degene, die getroffen wordt
door een bedrijfsongeval, of een be
roepsziekte. Deze uitkering is afhan
kelijk van het weekloon en gebon
den aan een bepaald maximum. Als
richtlijn kan worden aangehouden
dat de maxima der wekelijkse uitke
ringen aan arbeiders met gezinnen
variëren van ongeveer 95.tot
120.—.
De wet, onder welke een en ander
valt, voorziet overigens niet alleen in
uitkeringen bij tijdelijke arbeidsonge
schiktheid, maar regelt ook de uitke
ringen bij levenslange gedeeltelijke,
of algehele invaliditeit. Bovendien
geeft hij voorschriften betreffende de
vergoeding van kosten voor medische
behandeling, opname in een zieken
huis, medicamenten en eventuele an
dere bijkomende zaken.
Gezien het feit, dat de wet alleen die
loonderving dekt, welke het gevolg is
van ongevallen, ontstaan binnen het
normale dienstverband, is het aanbe
velenswaardig dat de emigrant, die
de nodige werkzaamheden in zijn
vrije tijd verricht hij wil bijvoor
beeld een eigen huis bouwen voor
eigen rekening een aanvullende onge
vallenverzekering sluit.
nvaliditeitsrente kan worden toe-
1 gekend aan personen van zestien
jaar en ouder, die blijvend arbeidson
geschikt zijn. De bedragen, welke
worden uitbetaald, zijn gelijk aan die,
welke als ouderdomspensioen worden
toegekend. Evenals deze laatste uit
kering is de hoogte van de rente af
hankelijk van de geldmiddelen van de
betrokkenen. Om invaliditeitsrente te
kunnen ontvangen, moet men ten
minste vijf jaar in Australië wonen.
In sommige gevallen is de wachtpe-
riode tien jaar.
Mannen, die de vijfenzestigjarige
leeftijd hebben bereikt en vrouwen,
die de zestig zijn gepasseerd, ontvan
gen in Australië een ouderdomspen
sioen van maximaal 42.- per week.
Om voor deze uitkering in aanmer
king te komen, moet men de Austra
lische nationaliteit bezitten, en ten
minste tien jaar in het land hebben
gewoond. Bij het vaststellen van de
hoogte van het ouderdomspensioen
wordt gekeken naar het vermogen
van de betrokkene en het bedrag, dat
hij op dat moment eventueel verdient.
Weduwen met één of meer kinderen
onder de zestien jaar en weduwen,
die minstens vijftig jaar oud zijn,
hebben recht op weduwenpensioen.
Uiteraard lopen de pensioenen, die
worden uitbetaald, nogal uiteen. Zo
ontvangt de weduwe die de zorg
heeft voor kinderen maximaal 44.
per week, zomede zes gulden voor
elk afhankelijk kind, het eerste uit
gezonderd. De weduwe ouder dan
vijftig jaar krijgt ongeveer 35.
per week. Evenals bij het ouderdoms
pensioen wordt bij deze uitkeringen
weer de financiële positie nagegaan,
zowel wat inkomen betreft als ver
mogen.
Australië moeten nog de zogenaamde
uitvullende uitkeringen worden ge
noemd en de begrafenisuitkering.
De aanvullende pitkering wordt ver
leend aan personen, die in financieel
moeilijke omstandigheden verkeren.
De begrafenisuitkering maximaal
80.gaat naar mensen, die de
begrafeniskosten hebben betaald van
personen, die ouderdoms- of invalidi
teitspensioen ontvingen.
De vraag kan gesteld worden: waar
komen de gelden, die nodig zijn voor
de uitvoering van de sociale wetge
ving in Australië, vandaan? Het
antwoord iuidt: door middel van hef
fingen op de inkomstenbelasting.
Iedereen betaalt er dus aan mee,
maar ook iedereen komt, als hij ten
minste aan de gestelde voorwaarden
voldoet, voor uitkering in aanmer
king.
bijeengaren door middel van een
groot aantal „armpjes", die ze naar
believen kunnen uitsteakend of terug
trekken binnen de sche.pstukken.
Vindt men ze op drijvende voorwer
pen, dan moeten ze lange tijd daarop
hebben rondgedreven, want het hech
ten gebeurt maar éénmaal, nl. wan
neer ze een tijdlang als „larfje" in
het water hebben geleefd, zich vast
zettend op een voorwerp, waartoe ze
al zwevend naderen. Is dit een vast
zittend voorwerp, dan moet dat wor
den losgeslagen om op het een of
ander strand te kunnen aanspoelen
en dit laatste veronderstelt een woe
lige zee (dus soms slecht weer) ter
plaatse. De stromingen in het water
bepalen dan de plaats van aanspoe
len en hierbij speelt de wind ook weer
een rolletje mee.
Hoe grillig de samenwerking van
wind en stroom kan zijn bemerkten
we weer eens op een tochtje naar het
strand van Breskens, rigoureus in
vakken verdeeld door lange paalhoof
den. Op een van deze strandjes von
den we veel schelpen (jammer ge
noeg van een gering aantal (soorten)
op vele andere praktisch niets dan
van de hoofden losgeslagen mossel
schelpen. Het zou een zeer teleur
stellende tocht zijn geweest (we von
den o.a. maar één „Tere" platschelp)
wanneer de storm van de vooraf
gaande nacht niet vele zandkokertjes
van Goud-kammetjes had losge-
spoeld, waarin zich nog levende die
ren (een soort wormen) bevonden.
Thuis neergelegd op een plat bord
met een be-tje aangezilt water, be-
fonnen de samengetrokken fraai ro-
e diertjes te herleven, rekten hun
met gouden kammetjes gekroonde
wormenkoppen uit de huisjes en lie
ten zich zo goed tekenen. Enkele kro
pen er zelfs helemaal uit en toonden
toen de stekelige aanhangsels langs
hun zijden, waarmee ze zich in de
kokertjes schrap kunnen zetten.
Het waren alle nog jonge exempla
ren, we vonden slechts één leeg,
groot kokertje. Een en ander gekop
peld aan een inspectie van de golf
brekers duidt er op, dat de strenge,
langdurige winter van 1962-'63 een
grote ravage heeft aangericht onder
de kustbewoners. Een ervaring, die
direct schijnt te corresponderen met
een andere in onze vakantie in Wales
opgedaan, waar honderden grote Pa-
tella-schelpen op het strand waren
te vinden, maar waar we slechts een
enkele levende Patella konden ont
dekken. En dit terwijl de rotsen op
tal van plaatsen de merktekenen
droegen, dat hier voorheen tal van
deze weekdieren hun woonplaats had
den gehad. Zo vertoonden de brekers
van Breskens al zeer weinig leven.
Roepen de eendenmossels de vraag
op: waar komen ze vandaan, voor het
verdwenen gedierte geldt: waar zijn
ze gebleven? Allemaal raadsels 'die
men zo maar niet oplost en die licht
tot foutieve beantwoording leiden.
Dat^ was bijvoorbeeld het geval met
de jonge purperreiger uit ons vorig
babbeltje. Het scheen een etnvoudig
geval van trek, tot een zeer betrouw
baar persoon mij meedeelde zeer toe
vallig deze jonge reiger in de plas bij
de woning van de betrokken agrariër
te hebben zien voedsel zoeken op 21
juli van dit jaar, een veel te groot
verschil met de datum van doodvlie-
gen, (plm. 3 weken) om aan een ge
woon geval van „trek" te denken.
De vogel is daar dus lang onopge
merkt gebleven of er voor een twee
de maai teruggekeerd, dus geen ge
wone trek. De vraag is nu: wie heeft
de roodbruine reiger gezien tussen
21 juli en de verschijning van ons ar
tikel e i waar
Er is nog juist plaats om de vraag:
waar komt ze vandaan? ook te stel
len voor een interessante plant in
Goes gevonden onder een hek, nl. de
bosplant, het Hekserkruid. Een bos-
plant die van veel humus houdt en
het niet eens overal naar zijn zin
heeft. Overigens een vrij onopvallen
de plant, die alleen door een planten
liefhebber daar zou kunnen zijn ge
zaaid en daar ziet het er niet naar
uit
Maar hoe het zij en al is de herkomst
niet te achterhalen, het is aardig de
ze plant, waarvoor een z-je (zeld
zaam) in de flora staat, voor Goes te
kunnen vermelden. Mischien herkent
een lezer de plant met de stekelige
vruchtjes op een steeltje ais ook in
■•ijn of haar omgeving voorkomend.
Dan graag een berichtje.