„MIJN MAN IS GEEN MOORDENAAR" STRANDVONDSTEN BIJ SLECHT WEER SOCIALE VOORZIENINGEN ZIJN IN AUSTRALIË BOVEN DE MAAT Londense advocate van de balie verwijderd Australië onderweg (VI) EENDENMOSSELS GESIGNALEERD NEMONE O'CONNOR VECHT VOOR REHABILITATIE VAN HAAR ECHTGENOOT Oude jonqe man Verq'ssing Bewijsstuk Naast de qalg Dartmoor „Dit is limmy (Van onze speciale verslaggever Link van Bruggen) OeL stelsel van sociale voorzieningen in Australië dateert voornamelijk van na de tweede wereldoorlog. Het is veel beter dan in Canada en in de Verenigde Staten men zou zelfs kunen zeggen dat het weinig of niets voor Nederland on derdoet. Een belangrijk punt is dat het profijt al begint, als de emigrant voet aan wal heeft gezet. De emigrant, of, beter ge zegd misschien: de actieve immigratiepolitiek, die Australië voert, is trouwens een enorme stimulans op het gebied van de sociale wetgeving geweest. De ziekengelduitkering bijvoor beeld, het werkloosheidsgeld en de uitbreiding van de kinder bijslagregeling hebben na 1945 beslag gekregen. Ongevallen BI,NA ZO GOED ALS IN NEDERLAND Ziektekosten Invaliditeitsrente Grillig Ongewone trek WOENSDAG 28 AUGUSTUS 1963 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 9 Er zijn weer eendenmossels ge signaleerd, ditmaal op het strand van Walcheren. Een paar jongens brachten er twee, vastgehecht op een blik en zo aangespoeld bij de Nolledijk te Vlissingen. Een telefonische mededeling gold een aantal exemplaren gehecht op het me talen deksel van een glazen pot je bij Zoutelande. Vermoedelijk waren dit niet de enige aange spoelde exemplaren en zullen di verse personen bij het bekijken van bijgaand schetsje de fraai lichtblauwe, meest wat oranje getekende schelpjes herken nen, die (zo ze niet zijn losge slagen) vastgehecht zitten met een donkere, geringde, taaie steel. Door Barend Zwerfmans We schreven er vroeger al eens over, toen iemand uit Middelburg een plank vol van deze merkwaardige dieren had meegenomen en deze in de Singel had gedeponeerd. Het zijn kreeftachtige dieren nauw verwant aan de bekende zeepokken, die even als zjj, vastgehecht aan vastzittende of drijvende voorwerpen, huur voedsel (Van een medewerker) J^e „knapste advocate van Londen" zo noemde de Daily Mirror haar verhief zich van haar zitplaats om de verdediging van een zakkenroller op zich te nemen. Maar de rechter hamerde. „Ik weiger naar U te luisteren" zei hij, „de beklaagde zal zich een andere verdediger moeten kiezen!" De advocate werd bleek en het was de eerste maal, dat iemand haar zag huilen. Dat was in okto ber 1962. Daarmee kreeg zij de rekening aangeboden voor het mon sterlijke dat zij had gedaan, tenminste in Engelse ogen. Haar naam is Nemone Leth- bridge (de voornaam Nemone is het Arabische woord voor „lie veling") en ze is de dochter van een Engelse generaal die tijdens de tweede wereldoorlog chef van de contra-spionnage was in de staf van maarschalk Mont gomery. Haar moeder is geboor tig uit Amerika en verwant aan de familie Foster Dulles. Natuurlijk bezocht zij de beste scho len, de Sorbonne in Parijs en de uni versiteit van Oxford. Ze had een sprookjesachtige carrière. Nog voor haar drieëntwintigste verjaardag mocht zij al pleiten aan de Londense balie. Ze viel niet alleen op door haar bijzondere schoonheid, maar vooral ook door haar briljante kennis van recht en wet. Een van Engelands opperrechters, Lord Goddard, vroeg haar om zijn memoires te schrijven. Nemone was toen vijfentwintig jaar oud. Het werk nam haar niet al te zeer in beslag en ze besloot haar vrije tijd te ge bruiken om een boek over het voor en tegen van de doodstraf te schrij ven. Om daarvoor materiaal te ver zamelen begaf ze zich in de Londen se achterbuurten, waar ze mensen hoopte aan te treffen die op een haar na aan de doodstraf waren ontko men. Zo kwam ze in contact met een man die werkelijk mee kan spreken over de doodstraf. Die man was James O'Connor, afkomstig uit de Londen se achterbuurten. Zijn vader was aan de alcohol verslaafd, zijn moeder was kelnerin. Er waren vier kinderen ge weest, van wie er twee al op jeugdige leeftijd aan tuberculose waren over leden. Jimmy was de gezondste en de sterkste, maar hij moest op zesja rige leeftijd al meehelpen geld ver dienen. De dag van de jongen begon om vier uur met het helpen van een melk boer; daarna had hij twee kranten wijken en vervolgens moest hij bood schappen doen voor een drogist. Tus sen de middag was hjj bij een schoenmaker, werk rondbrengen en ophalen, en 's avonds hielp hjj een meubelmaker. Van zijn schooloplei ding kwam dus niet zo erg veel te recht. Als twaalfjarige jongen ging Jimmy van school af. Hij werkte in de haven en op de beroemde markt van Covent Garden. Het werk was hard en moeilijk, maar hij bleeef eerlijk. Toen kwam de oor log en Jimmy O'Connor werd sol daat. Hij werd ingedeeld bij het Brit se expeditieleger in Frankrijk, beleef de de hel van Duinkerken en liep ernstige verwondingen op. Op de terugvaart naar Engeland werd zijn schip getroffen door een bom en raakte in brand. Jimmy O'Connor was een der weinigen die gered wer den. Na meer dan een jaar zieken huis werd hij ontslagen uit de dienst met twee onderscheidingen en een kleine gratificatie. Dat was alles wat hij meekreeg op de weg terug in het leven In 1941 was Jimmy drieëntwintig jaar oud, een oude jonge man, die de hel van de oorlog had meege maakt en die alle geloof aan de mensheid en de zin van het leven had verloren. De nabije aanwezig heid van de dood op het slagveld had Jimmy grondig veranderd. Hij was hard. verbitterd en vertwijfeld geworden. Vrienden rekenden hem voor hoe dom hij wel was geweest om dienst te nemen, terwijl er juist in die tijd zoveel gemakkelijk geld te verdienen was. Jimmy O-Connor vond het gemak kelijke geld bij een juwelier in Bath. Er was ook een gouden horloge met diamanten en ketting bij ter waarde van drieduizend pond sterling. En passant nam hij ook een voor de zaak geparkeerde auto mee en reed daarmee naar Londen. Hij was niet alleen: naast hem zat een oude vriend uit de Londense achterbuurten: William Rock. Bij het binnenrijden van Londen bleek dat de gestolen auto al door de politie werd gezocht. Een patrouillewagen hield hen aan en bracht de wagen tot staan. Op dat moment beging Jimmy O'Connor de vergissing die hem bijna aan de galg zou brengen... Nemone Susan Lethbridge, nu de vrouw van James O'Connor, make laar in onroerend goed. MAAAA/V\AA/\AAAAAA/\AAAAAA/V\AAAAAIUVAA/VU Zijn fout bestond daaruit dat hij op de vlucht sloeg, naar hij nu zegt uit angst dat bij arrestatie ook de juwe- lendiefstal ontdekt zou worden. Dat wilde hij tot elke prijs vermijden. De vlucht had ver-reikende gevolgen, want terwijl Jimmy doelloos door Londen doolde werd in het noorden van de stad de kolenhandelaar Geor ge Alfred Ambridge overvallen, neer geslagen met een pook uit zijn eigen haardstel en beroofd. De volgende dag al werd Jimmy voor de auto diefstal gearresteerd in een station van de Ondergrondse; hij kreeg er negen maanden gevangenisstraf voor. Kort voor zijn arrestatie had hij de buit van Bath in bewaring ge geven, zodat men hem hiervoor niets maakte. Maar kort voor zijn vrijla ting kwam inspecteur Dole van Scot land Yard bij hem in de cel en zei: Je vriend William Rock heeft ver klaard, dat je betrokken was bij de overval op de kolenhandelaar Am- bridge. Ik arresteer je op deze aan klacht en op verdenking van moord". Jimmy's verklaringen dat hij nog nooit had gehoord van de kolenhan delaar Ambridge en dat hij de man nog nooit had gezien, hielpen hem niets. In maart 1942 stond Jimmy O'Connor voor de rechter, verdacht van de dood van de inmiddels over leden kolenhandelaar. Een van de be wijsstukken was een gouden pols horloge, dat Jimmy in bewaring had gegeven en dat van de kolenhande laar afkomstig zou zijn. Men had de buit van Bath gevonden Jimmy hield vol, dat het polshorloge uit Bath afkomstig was, maar hij kon het niet bewijzen. Hij moest nu ook wel de diefstal in Bath bekennen en verwikkelde zich in een weefsel van leugens. Hij had twee getuigen laten oproepen, die konden wel verklaren dat hij ten tijde van de dood van Ambridge niet ter plaatse aanwezig had kunnen zijn, maar die getuigen waren niet te vinden. Er gaapte een grote leemte in zijn alibi tussen de vlucht uit Bath en de arrestatie op Kings Gross Station. Rechter Blan dish zetten tenslotte het zwarte kap je op; het doodvonnis werd uitge sproken. Jimmy O'Connor werd In de gevan genis van Pentonville gebracht in afwachting van de voltrekking van het vonnis. Alleen een tweesteens- muur scheidde hem van de ruimte, waar de galg was opgesteld. Dag-in- dag-uit zag hij de dood in de ogen. Zijn enige vreugde was het dagelijks rantsoen van twintig sigaretten, het viervoudige van wat een Engelse ge vangene anders krijgt. Niemand bekommerde zich om hem. In de tijd toen de zware Duitse bom aanvallen op Londen losbarstten, toen de bleke vingers der zoeklich ten elke nacht langs het zwerk tastten, toen de doffe ontploffingen der bommen weerklonken, toen de vlammen van enorme branden om hoog schoten en het bulderen van het afweergeschut niet van de lucht was, beleefde Jimmy O'Connor zijn zwaarste uren. Toen weerklonken voetstappen door de kale gangen van Pentonville. De gouverneur trad binnen. Jimmy dacht, dat het was om hem de voltrekking van het doodvonnis aan te kondigen, maar integendeel: het was de inwilliging van zijn gra tieverzoek. In plaats van de galg wachtte hem nu levenslange gevan genisstraf. „Bent U niet gelukkig?" vroeg de gouverneur van de Pentonville-ge- vangenis. „Gelukkig?" zei Jimmy bitter, „het was beter voor mij ge weest als ik nu naar de galg had kunnen stappen Hij zag een le ven voor zich, erger dan de dood, een leven achter tralies, een leven zonder toekomst, eindeloos gerekt tot de dood erop volgt Dartmoor, de eenzame gevangenis in de moerassen van Engeland, was zijn volgende verblijf. Maar het was niet het laatste wat hij zag van de aar de. In maart 1952 gingen de kerker deuren voor hem open. Jimmy O'Con nor werd voorwaardelijk óp vrije voeten gesteld, „released on licence" zoals dat in officiële gevangenistaal heet. Hij had zich goed gedragen, hij had veel geleerd en hij had zijn verworven kennis gebruikt om me degevangenen te onderwijzen. Men mocht hopen dat hij het rechte pad zou blijven bewandelen Jimmy O'Connor verdiende zijn eer ste geld bij Engelse zondagsbladen, wie hij zijn verhaal vertelde en later bij de televisie. Toen werd hij advi seur bij een Engelse filmindustrie. Een van de films waarbij hij van advies diende was „Lady-Killers" met Alec Guiness. Toen werd hij makelaar in vaste goederen. Het geld voor zijn eerste transacties leende hij van vrienden. De jaren gingen voorbij en men be gon te vergeten dat Jimmy een moor denaar was volgens recht en wet, die alleen maar gratie had verkregen. Maar Jimmy vergat het niet; hij pro beerde zijn proces te laten herzien en zich te rehabiliteren. Bij Scot land-Yard maakte men hem duide lijk dat hij er beter aan deed om alle pogingen maar meteen op te geven. En toen kwam de ontmoeting die aan het leven van Jimmy O'Connor een beslissende wending zou geven. In de lente van het jaar 1957 ging hij naar een pub in de buurt van het Pad- dingtonstation om een glas bier te drinken. Het was er vol; de mensen stonden drie-dik aan de bar. Overal hing een dichte rook. Verveeld rond kijkend zag hij iemand van wie hij zeker wist dat ze hier niet thuis hoorde Het meisje was slank, goed verzorgd en gekleed in een lichtgrijze deux- pièces die kwaliteit verried. Ze was in gezelschap van een journalist met wie Jimmy eens had samengewerkt. De journalist zag Jimmy op hetzelf de ogenblik waarop deze hem her kende. Hij stond op en nam hem bij de arm. „Dit is Jimmy O'Connor" zei hij tegen het meisje, „mag ik voor stellen? Miss Nemone Lethbridge, de bekende strafpleitster Jimmy haalde bier en whisky van de bar en stak een sigaret aan. „Een gelukkig toeval" zei de journalist „Nemmie werkt momenteel aan een boek over criminologie en ik geloof dat je haar een paar goede tips kunt geven, Jimmy Jimmy O'Connor knikte. „Ja, dat geloof ik wel, miss Lethbridge" zei hij, „ik ben namelijk al eens ter dood veroordeeld voor een moord die ik niet heb begaan!" Het was of er een schok door de jonge vrouw voer. Hier was een man die veroordeeld was als moordenaar en waarmee ze nu kon spreken De jonge advocate begon meteen met vragenstellen, maar Jimmy was een beetje afwezig. Hij was die onder de indruk van deze jonge vrouw, van haar schoonheid, haar beschaving, haar hele optreden. Wat voor vrou wen had hij voorheen gekend? Dit was de eerste dame, die, hij leerde kennen. Bovendien kende hij haar naam en haar faam als strafpleister. Maar ook Nemmie Lethbridge was onder de indruk van de man met de grijze ogen, de scherpe gelaatstrek ken en de diepe groeven in het ge zicht. Het gesprek kwam moeizaam op gang. Ze vroeg hem naar zijn me ning over de toenemende jeugdcri minaliteit, over de justitie in het algemeen, over de doodstraf. Jimmy O'Connor antwoordde moeizaam, naar woorden zoekend, maar toch begrijpelijk. Ze maakte vele aante keningen. „Ik was meteen getroffen toen U zei: Ter dood veroordeeld voor een moord die ik nooit heb begaan" zei Nemmie. „Denkt U dat er veel men sen worden veroordeeld voor moor den die ze niet hebben begaan?" Jimmy haalde de schouders op. „Dat zon ik niet weten" zei hij, „maar ik weet wel dat er iets erger is dan de doodstraf: het wachten op de dood!" Toen Nemmie afscheid nam, zei ze „Ik zal U de proefdrukken van mijn boek laten zien voordat het ver schijnt, over een half jaar, mister O'Connor Nemmie hield haar belofte; hij corrigeerde de drukproe ven, gaf zijn eigen visie en langza merhand werden zij onafscheidelijk, de bekende strafpleitster en de gewe zen ter dood veroordeelde. Maar ze ontmoetten elkaar in het geheim, waar niemand verdenking zou koes teren, in het East End, in White- chapel. Al gauw wist Jimmy alles van haar, haar familie, ook die van moederskant. Een volle nicht van de vroegere minister van buitenlandse zaken, hij een joncen uit de achter buurten Een jaar na de eerste ontmoeting in het café bij Paddington Station tra den Nemmie en Jimmy in het geheim in het huwelijk in Ierland. Zelfs haar ouders wisten er niets van. Vier jaar lang slaagden zij erin hun geheim te bewaren. „We durfden ons nooit sa men ergens vertonen waar iemand conclusies kon trekken", vertelt Jim my O'Connor nu, „het had Nemmie's carrière kunnen schadenZe droeg haar trouwring aan een gou den ketting om de hals. Als ze sa men naar de schouwburg gingen, gingen ze elk afzonderlijk weg omdat Nemmie zoveel vrienden had. Toen Nemmie's zuster In het huwe lijk trad werd het huwelijk bekend. Voortaan kunnen de heer en mevrouw O'Connor zich samen in het openbaar vertonen. Nemone Lethbridge is voorlopig geschrapt van de rol van de advocatuur van Londen, maar ze heeft inmiddels de grootste zaak van haar leven op zich genomen: te be wijzen dat haar man, die in de ogen van de wereld nog altijd een moor denaar is, in werkelijkheid onschul- dig is! Geweldig zijn de afstanden op het Australische continent. Om van i het Oosten naar het Westen te ko- men, moet men dagen in de trein zitten. ïvvvwvvwwwvvwvvuvwvwwwmvw geldende bepalingen wordt echter van regeringswege een belangrijke financiële tegemoetkoming gegeven in ziekenhuis- en dokterskosten. Een voorwaarde hiervoor is dat men aan gesloten is bij een van overheidswege goedgekeurd ziekenfonds. Het trek ken van informaties is ter plaatse dus wel gewenst. De premies voor ziektekostenverze kering zijn betrekkelijk laag; ze kun nen bovendien voor de belastingen worden afgetrokken. Medicamenten worden niet helemaal gratis verstrekt, hoewel de sociale wetgeving in velerlei opzicht het En gelse beginsel ,van de wieg tot het graf' tot leiddraad heeft. Voor elk, lang de tijdelijke arbeidsongeschikt heid duurt. Het wordt ook toegekend aan zelfstandig neringdoenden, die, ten gevolge van ziekte, hun bedrijf niet kunnen uitoefenen. De betaling gaat pas in op de zevende dag van arbeidsongeschiktheid, vooropgesteld dat het verzoek om uitkering binnen drie maanden na de eerste dag van arbeidsongeschiktheid werd inge diend. Bij de beoordeling van de sociale voorzieningen in Australië dient het zogenaamde basisloon (zie vorig ar tikel) als uitgangspunt te worden ge nomen. Kort gezegd is het basisloon het statistisch vastgestelde mini mumbedrag, dat elke werknemer vol gens de wet moet ontvangen en dat noodzakelijk wordt geacht voor het onderhoud van een gezin, bestaande uit man, vrouw en drie kinderen. Zoals hierna zal blijken, liggen de uitkeringen voor ziekte, werkloosheid e.d. beneden het basisloon, dat thans femiddeld ongeveer 120.be- raagt. Bij de vaststelling van de on derscheidene bedragen is men name lijk van het standpunt uitgegaan dat de betrokkenen zich tegen de finan ciële gevolgen van een en ander aan vullend zullen moeten verzekeren, wat, gezien het hoge loonpeil in dit verre continent, ook wei kan. Kinderbijslag wordt in Australië ver strekt aan aldaar gevestigde gezin nen, die kinderen beneden de leeftijd van zestien jaar hebben. Hij bedraagt twee gulden per week voor het eerste kind en vier gulden per week voor elk der volgende kinderen. De kin derbijslagregeling loopt steeds over een tijdvak van vier weken. Beslis send voor de uitkering is de datum van aanvrage. Vindt de aanvrage tij dens een lopende periode plaats, dan gaat de kinderbijslag pas in bij het begin van de volgende periode. De aanvrage moet, hoe dan ook, worden ingediend, binnen zes maanden nadat men hiertoe gerechtigd is. Anders dan in Nederland krijgt de moeder de kinderbijslag in handen. Er zijn natuurlijk uitzonderingen, maar deze slaan op gezinnen die uit elkaar zijn door echtscheiding, of door de dood van een van de ouders. In tegenstelling met Nederland kent Australië niet de verplichte ziek tekostenverzekering. Krachtens de De tot dusver besproken uitkerin gen behoren alle tot de door de overheid gefinancierde voorzisningen. Dit is niet het geval bij de verzeke ring tegen de gevolgen van een be drijfsongeval, of een beroepsziekte. De premie hiervoor wordt geheel door de werkgever gedragen, die daartoe wettelijk verplicht is. In een aantal Australische staten zijn alle werknemers, ongeacht de toon hoogte, krachtens aeze wet verze kerd. In enkele andere staten (Vic toria (Zuid-Australië, Tasmanië, het bestuursgebied Noordelijk Territori um en het Australische Hoofdstad Territorium) daarentegen vallen werknemers met een inkomen boven een bepaald maximum niet meer on der deze verzekering. In sommige gevallen boven de 280.per week, exclusief overwerk zal men dus zelf een verzekering moeten slui ten. door een arts uitgeschreven recept, moet een bedrag van twee gulden worden betaald, ongeacht de kost prijs van de drankjes, de pillen of de poeders. Mannen tussen de 16 en 65 jaar en vrouwen tusen de 16 en 60 jaar, die ten gevolge van werkloosheid, ziekte of ongeval inkomsten derven, komen voor werkloosheidsuitkering, respectievelijk ziekengeld in aanmer king. Bij de werkloosheidsuitkering wordt als voorwaarde gesteld dat het ge plaatst zijn buiten het arbeidsproces niet het gevolg van het deelnemen aan een staking is. Bovendien moet de betrokkene bereid en in staat zijn passend werk te aanvaarden, zomede pogingen in het werk hebben gesteld een nieuwe werkkring te vinden. Dit laatste houdt eigenlijk niet meer in dan dat men zich bij het arbeidsbu reau als werkzoekende heeft laten inschrijven. De uitkering van ziekengeld een aanvullende verzekering is gewenst, zo niet noodzakelijk! geschiedt op grond van een medische verklaring. Het ziekengeld wordt uitbetaald zo- De ongevallenverzekering, waarvoor dus alleen loontrekkenden in aan merking komen, kent een uitkering toe aan degene, die getroffen wordt door een bedrijfsongeval, of een be roepsziekte. Deze uitkering is afhan kelijk van het weekloon en gebon den aan een bepaald maximum. Als richtlijn kan worden aangehouden dat de maxima der wekelijkse uitke ringen aan arbeiders met gezinnen variëren van ongeveer 95.tot 120.—. De wet, onder welke een en ander valt, voorziet overigens niet alleen in uitkeringen bij tijdelijke arbeidsonge schiktheid, maar regelt ook de uitke ringen bij levenslange gedeeltelijke, of algehele invaliditeit. Bovendien geeft hij voorschriften betreffende de vergoeding van kosten voor medische behandeling, opname in een zieken huis, medicamenten en eventuele an dere bijkomende zaken. Gezien het feit, dat de wet alleen die loonderving dekt, welke het gevolg is van ongevallen, ontstaan binnen het normale dienstverband, is het aanbe velenswaardig dat de emigrant, die de nodige werkzaamheden in zijn vrije tijd verricht hij wil bijvoor beeld een eigen huis bouwen voor eigen rekening een aanvullende onge vallenverzekering sluit. nvaliditeitsrente kan worden toe- 1 gekend aan personen van zestien jaar en ouder, die blijvend arbeidson geschikt zijn. De bedragen, welke worden uitbetaald, zijn gelijk aan die, welke als ouderdomspensioen worden toegekend. Evenals deze laatste uit kering is de hoogte van de rente af hankelijk van de geldmiddelen van de betrokkenen. Om invaliditeitsrente te kunnen ontvangen, moet men ten minste vijf jaar in Australië wonen. In sommige gevallen is de wachtpe- riode tien jaar. Mannen, die de vijfenzestigjarige leeftijd hebben bereikt en vrouwen, die de zestig zijn gepasseerd, ontvan gen in Australië een ouderdomspen sioen van maximaal 42.- per week. Om voor deze uitkering in aanmer king te komen, moet men de Austra lische nationaliteit bezitten, en ten minste tien jaar in het land hebben gewoond. Bij het vaststellen van de hoogte van het ouderdomspensioen wordt gekeken naar het vermogen van de betrokkene en het bedrag, dat hij op dat moment eventueel verdient. Weduwen met één of meer kinderen onder de zestien jaar en weduwen, die minstens vijftig jaar oud zijn, hebben recht op weduwenpensioen. Uiteraard lopen de pensioenen, die worden uitbetaald, nogal uiteen. Zo ontvangt de weduwe die de zorg heeft voor kinderen maximaal 44. per week, zomede zes gulden voor elk afhankelijk kind, het eerste uit gezonderd. De weduwe ouder dan vijftig jaar krijgt ongeveer 35. per week. Evenals bij het ouderdoms pensioen wordt bij deze uitkeringen weer de financiële positie nagegaan, zowel wat inkomen betreft als ver mogen. Australië moeten nog de zogenaamde uitvullende uitkeringen worden ge noemd en de begrafenisuitkering. De aanvullende pitkering wordt ver leend aan personen, die in financieel moeilijke omstandigheden verkeren. De begrafenisuitkering maximaal 80.gaat naar mensen, die de begrafeniskosten hebben betaald van personen, die ouderdoms- of invalidi teitspensioen ontvingen. De vraag kan gesteld worden: waar komen de gelden, die nodig zijn voor de uitvoering van de sociale wetge ving in Australië, vandaan? Het antwoord iuidt: door middel van hef fingen op de inkomstenbelasting. Iedereen betaalt er dus aan mee, maar ook iedereen komt, als hij ten minste aan de gestelde voorwaarden voldoet, voor uitkering in aanmer king. bijeengaren door middel van een groot aantal „armpjes", die ze naar believen kunnen uitsteakend of terug trekken binnen de sche.pstukken. Vindt men ze op drijvende voorwer pen, dan moeten ze lange tijd daarop hebben rondgedreven, want het hech ten gebeurt maar éénmaal, nl. wan neer ze een tijdlang als „larfje" in het water hebben geleefd, zich vast zettend op een voorwerp, waartoe ze al zwevend naderen. Is dit een vast zittend voorwerp, dan moet dat wor den losgeslagen om op het een of ander strand te kunnen aanspoelen en dit laatste veronderstelt een woe lige zee (dus soms slecht weer) ter plaatse. De stromingen in het water bepalen dan de plaats van aanspoe len en hierbij speelt de wind ook weer een rolletje mee. Hoe grillig de samenwerking van wind en stroom kan zijn bemerkten we weer eens op een tochtje naar het strand van Breskens, rigoureus in vakken verdeeld door lange paalhoof den. Op een van deze strandjes von den we veel schelpen (jammer ge noeg van een gering aantal (soorten) op vele andere praktisch niets dan van de hoofden losgeslagen mossel schelpen. Het zou een zeer teleur stellende tocht zijn geweest (we von den o.a. maar één „Tere" platschelp) wanneer de storm van de vooraf gaande nacht niet vele zandkokertjes van Goud-kammetjes had losge- spoeld, waarin zich nog levende die ren (een soort wormen) bevonden. Thuis neergelegd op een plat bord met een be-tje aangezilt water, be- fonnen de samengetrokken fraai ro- e diertjes te herleven, rekten hun met gouden kammetjes gekroonde wormenkoppen uit de huisjes en lie ten zich zo goed tekenen. Enkele kro pen er zelfs helemaal uit en toonden toen de stekelige aanhangsels langs hun zijden, waarmee ze zich in de kokertjes schrap kunnen zetten. Het waren alle nog jonge exempla ren, we vonden slechts één leeg, groot kokertje. Een en ander gekop peld aan een inspectie van de golf brekers duidt er op, dat de strenge, langdurige winter van 1962-'63 een grote ravage heeft aangericht onder de kustbewoners. Een ervaring, die direct schijnt te corresponderen met een andere in onze vakantie in Wales opgedaan, waar honderden grote Pa- tella-schelpen op het strand waren te vinden, maar waar we slechts een enkele levende Patella konden ont dekken. En dit terwijl de rotsen op tal van plaatsen de merktekenen droegen, dat hier voorheen tal van deze weekdieren hun woonplaats had den gehad. Zo vertoonden de brekers van Breskens al zeer weinig leven. Roepen de eendenmossels de vraag op: waar komen ze vandaan, voor het verdwenen gedierte geldt: waar zijn ze gebleven? Allemaal raadsels 'die men zo maar niet oplost en die licht tot foutieve beantwoording leiden. Dat^ was bijvoorbeeld het geval met de jonge purperreiger uit ons vorig babbeltje. Het scheen een etnvoudig geval van trek, tot een zeer betrouw baar persoon mij meedeelde zeer toe vallig deze jonge reiger in de plas bij de woning van de betrokken agrariër te hebben zien voedsel zoeken op 21 juli van dit jaar, een veel te groot verschil met de datum van doodvlie- gen, (plm. 3 weken) om aan een ge woon geval van „trek" te denken. De vogel is daar dus lang onopge merkt gebleven of er voor een twee de maai teruggekeerd, dus geen ge wone trek. De vraag is nu: wie heeft de roodbruine reiger gezien tussen 21 juli en de verschijning van ons ar tikel e i waar Er is nog juist plaats om de vraag: waar komt ze vandaan? ook te stel len voor een interessante plant in Goes gevonden onder een hek, nl. de bosplant, het Hekserkruid. Een bos- plant die van veel humus houdt en het niet eens overal naar zijn zin heeft. Overigens een vrij onopvallen de plant, die alleen door een planten liefhebber daar zou kunnen zijn ge zaaid en daar ziet het er niet naar uit Maar hoe het zij en al is de herkomst niet te achterhalen, het is aardig de ze plant, waarvoor een z-je (zeld zaam) in de flora staat, voor Goes te kunnen vermelden. Mischien herkent een lezer de plant met de stekelige vruchtjes op een steeltje ais ook in ■•ijn of haar omgeving voorkomend. Dan graag een berichtje.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 9