BIJBELKRING op een baggermolen Kerkeljjke organen geven een cursus over het communisme NIEUWS VAN OVERAL Heer, ellen uw weg voor mijn aangezicht GEESTELIIKE VERZORGING IN DELTA-STROOK EN DE flü i „Dominee" M. C. Malipaard dobbert met evangelie naar eenzame posten CHRISTELIJKE KERKEN IN ROOD CHINA LEIDEN GEÏSOLEERD BESTAAN Op naar de top van de Euromast Zaterdag 24 augustus '63 (Van een onzer redacteuren) DIJBELKRING op baggermolen MS-84. Catechisatie in keet Hellevoetsluis. Projectieuurtje op bakkenzuiger: tussen het avondeten en het journaal op de televisie. „Notities in deze trant hebben we meegelezen over de schouder van de heer M. C. Mali- paard. In de agenda van de protestants geestelijk verzorger bij de Deltawerken. Voor een predikant met een regelmatige kerkelijke gemeente klinken ze wat buitenissig. Maar de in Zierikzee woon achtige „dominee van de Delta" glimlacht, wanneer hij weer zo'n aantekening kan maken. Het is het zoveelste bewijs, dat zijn komst wordt gewaardeerd, dat er belangstelling is. Dan start hij de motor van zijn snelle auto maar weer. Een flinke lading lectuur gaat mee. Hij neemt een deel ervan onder zijn arm als hij op het dek van een vletje springt. De schipper en de beman ning van de smouterige zuiger een paar honderd meter verderop wach ten op zijn komst en zijn verrast, wanneer zij daar plotseling de „domi nee" voor zich zien. De „kerk" ver rast hen dan een beetje. En meestal is het een aangename verrassing, daar in de Deitastrook. Bij de jon gens en de mannen, die vijf dagen achtereen geen stap in huis zetten. De „dominee" van de Delta heeft een „gemeente" van ongeveer 300 man. Maar om die te bereiken moet hij ie dere week vijfhonderd kilometer af leggen. Van de Grevelingendam naar de werkhaven bij Den Osse, van de spuisluizen in het Haringvliet naar de eenzame dijken achter Willemstad. Hij dobbert met het evangelie over het water en hij is het meest in zijn nopjes, wanneer zijn klimpartij over de reling of zijn plotseling openstoten van een houten keetdeur de inleiding mag zijn tot een persoonlijk gesprek over „brandende vragen". En dan krijgt hij het te horen: „Uit mezelf zou ik nooit naar de pastorie zijn ge komen. Maar nu U hier voet aan boord zet, sta ik plotseling vlak te genover de kerk. Die kans laat ik niet voorbijgaan." Waak is zo'n proloog voor een gesprek met de heer Mali- paard niet nodig. Niet gewenst zelfs. Iemand lanceert een vraag, wanneer daar op de tafel in het roefje een „Elisabethbo- de", een „Open Deur" of een „Hervormd Nederland" is neer gelegd. De heer Malipaard pakt een stoel en gaat er voor zitten. Al gauw schuiven ook de andere opvarenden of kamergenoten bij. En dan is er spontaan een gesprekskring. In één avond komt men er niet uit. De „domi nee" komt terug. Zes weken Ia- ter is de sleepboot weer ver trokken. Het is een mobiel volk je, die „gemeenteleden" van de heer Malipaard. Niet één van de driehonderd man is constant onder zijn geestelijke ver zorging. Het contact loopt uiteen van periodes, die twee weken tot hooguit vier maanden beslaan. Maar toch mo gen deze mannen, deze dijkenbouwers bij de Deltawerken niet worden ver geten. Ze zijn verlegen om een ge sprek over andere dan de dagelijkse dingen. Tussen de ontelbare uurtjes klaverjassen en een dito aantal, be steed aan het kijken naar de televi sie, komt een „boom" over de geeste lijke dingen als een verfrissing. Laat de heer Malipaard maar zijn ervaringen opdissen. Die zijn de duidelijkste bevestiging van het standpunt, dat de mannen in de ke ten, en de zuigers cultureel en gees telijk niet aan hun lot overgelaten mogen worden. Na de oorlog heeft men zich dit bij het Contact in Over heidszaken, een instelling van verte genwoordigers uit diverse kerkge nootschappen. ressorterend onder het departement van sociale zaken wel afgevraagd. Een pertinente ontken ning als antwoord was genoeg om de geestelijke verzorging in goede banen te leiden. Onder leiding van de her vormde predikant met een bijzondere opdracht, ds. C. H. M. ten Kate te Den Haag, kwam deze buitennissige tak van het kerkewerk op gang. Eerst waren er na de oorlog de we- deropbouwkampen, waar het evange lie via de geestelijk verzorger werd binnengeloodst. Toén kwamen de DUW-arbeiders die houten dorpen be volken. Na de watersnood van 1953 werden de bedden er beslapen door de mannen, die zich inzetten voor het dijkherstel. Dit stadium eindigde met de komst van de herverkavelingsar beiders en nu zijn daar dus de „Del tabouwers". Het werk is steeds van het ene onderdeel in een grootscheep se bouwaanpak verschoven naar het andere. Het Contact in Overheidsza ken (C.I.O.), gesteund door de her vormde, gereformeerde, lutherse en doopsgezinde kerken heeft een aparte vertegenwoordiger, wiens boodschap op en om het water ligt. De heer Malipaard, in 1948 geslaagd voor het examen hulpprediker in de Neder lands Hervormde Kerk, loopt al onge veer vijftien jaar de arbeiderskam pen in en uit. Tot de ramp in 1953 als nevenfunctionaris en daarna in vaste dienst. Hij heeft in die tijd al met duizen den mannen een gesprek ge voerd, waarin ongevraagd de meest uiteenlopende problemen werden aangeroerd. Hij gaat op stap met lec tuur, met een projector en dia's, met een bandrecorder. De geestelijke ver zorger in de Deitastrook heeft geen programma. Hij werkt met spontane reacties. Uren kan hij vertellen over zijn werk. Voorbeelden schudt hij zo uit de mouw. „Ik neem wel eens een preek-op-de- band mee naar een wat afgelegen schip. Als er belangstelling voor is, wordt die dan afgedraaid. Op een zandzuiger heb ik het meegemaakt. Tijdens de zang uit de kerk begonnen de zware mannenstemmen mee te zingen. Er werd geen woord gespro ken tijdens het afdraaien van die kerkdienst. Geen sigaretje gerookt. De koffie kwam pas achteraf. De petten gingen af. Nadien hebben we samen de liturgie uitgerafeld. We be gonnen een gesprek over zinsneden van de predikant..." Het is een enkel stukje uit het veelzijdige werk van deze „Delta- dominee". Zijn agenda staat vol. Iedere week draaien de wielen van zijn auto vijfhonderd kilometer weg. Hij is steeds „op pad met het evangelie"..... „Op een dag kwamen ze onze kerk binnen en haalden al onze bijbels en psalmboeken weg. Zij zeiden dat wij ze niet meer mochten gebruiken en afgaande op onze herinnering moes ten wij onze kerkdiensten houden. Later kregen we de psalmboeken weer terug, maar dat gebeurde al leen omdat er buitenlanders waren, die onze kerk wilden bezoeken en nadat zij waren vertrokken werden ons de boeken weer afgenomen". Dit zijn enkele passages uit een brief uit communistisch China, die werd voorgelezen op de jaarverga dering van de assemblee van de lutherse wereldfederatie in Helsin ki. De kerken in China leden een geï soleerd bestaan. Zij hebben geen ei gen organisatie, behalve misschien de rooms-katholieken, die een Chi nese bisschop hebben, die echter geen contact heeft met Rome. De individuele protestantse kerken bestaan niet langer. De staat heeft de protestanten toegestaan zich op interconfessionele basis te organise ren. In het algemeen is er niet meer dan één zo'n „staatskerk" in elke stad of kleinere plaats. In de zeer kleine gemeenschappen is gewoon lijk geen kerk. -T j Waar een handvol christenen in de kleine dorpen of communes er toch in geslaagd is het onderlinge con tact te handhaven, trachten zij zo goed als dit maar mogelijk is hun godsdienstige plichten te vervullen. Indien zij echter zondags een dienst willen houden, moeten zij erop reke nen, dat zij die dag geen arbeid kun nen verrichten en dat hun rantsoe nen waarschijnlijk zullen worden in gehouden voor de tijd die zij hebben verzuimd. Veel van de kerken zijn na de com munistische overwinning in 1949 veranderd in winkels of voor andere doeleinden in gebruik genomen. Aan geestelijken is in theorie toe gestaan doopplechtigheden te ver richten, huwelijken te sluiten of be grafenissen te leiden. De praktijk is echter, dat er maar zelden een be roep op hen wordt gedaan. De communistische overheid is in feite een tegenstander van dit alles en men vermijdt liever moeilijkhe den. Veel van de vroegere geestelijken zijn verdwenen en enkele van hun opvolgers zijn afgestudeerden van twee kleine seminaries, waarvan er een in Peking is gevestigd en de an dere in Kanton. Deze seminaries worden niet door de staat geleid, maar door personen die door het communistische regiem be trouwbaar genoeg worden geacht om zich met religieuze zaken bezig te houden. Aangenomen wordt dat het aantal studenten zeer klein is en dat een groot deel van de colleges bestaat uit politieke voordrachten. Voordat de communisten in China aan de macht kwamen, waren er naar schatting in dat land 600.000 christenen. De katholieke kerk was er het grootst. Weinigen dnrven zich nu echter te wagen aan een schatting over de vraag hoeveel christenen er nu in China zijn. „Wij geloven in een genadige God", zo verklaarde een lutherse geeste lijke die vroeger in China had ge woond. „God kan deze situatie niet laten voortduren. Wij bezitten het geloof dat er iets moet gebeuren. Er moet een eind aan komen", al dus deze geestelijke. Psalm, 5 9. Nee, 't is echt geen drukfout! V leest het goed! U dacht natuurlijk, dat er moest staan: effen MIJN weg voor UW aangezicht. Want dat is een gebedje, dat we gemakkelijk kunnen meebidden: Effen MIJN weg! Zorg asjeblieft, dat het me niet al te veel tegen zit! Daar is de Here God immers voor! Om te zorgen, dat alles bij ons van een leien dakje gaat! We weten als vrome lieden desnoods een ander wel te troosten met: „je moet maar berustenje moet 't maar overgeven!" Dat is ge- makkelijk genoeg, als DE ANDER in de narigheid zit. Maar voor onszelf zien we liever een effen weg met niet te veel kuilen en hob- bels gereserveerd. Maar onze psalmist bidt: Heer, effen uw weg voor mijn aangezicht. Heer, als ik op m'n eigen houtje zó aan de gang geweest ben, dat mijn levensweg vol met kuilen en bulten zit, als ik zó aan het knoeien geweest ben, haalt U er de bulldozer dan maar over, opdat er een vlakke weg zij voor uw aangezichtwaarover ik mag gaan. Dat is leven uit het geloof: ons eigen willetje opzij zetten en de hele zaak uit handen geven en in Gods handen leggen. Ons gepruts en ons bouwsel laten wegvegen door Gods „bulldozer"; alles, wat niet past in Gods plan met ons, rustig opzij laten schuiven. Dat is de ware overgave, in het geloof! Zoiets betekent geen slap gedoe, geen noodlotsgeloof, maar het belijden van een machtige Hand, die over ons leven moet gaan en het moet besturen; een Hand, die ge- dreven wordt door LIEFDE. En de grootte en diepte van de liefde, die die Hand drijft, is voor ons zichtbaar en tastbaar geworden in het komen van Jezus Chris- tus, de Heiland, tot deze wereld. In Hem aanschouwen we Gods uit- gestoken Hand, uitgestoken naar ons! Bidt het de psalmist gelovig en vertrouwend na: Heer, effen uw weg voor mijn aangezicht. Laat het maar voor uw ogen gebeuren: dat de Heer uw pad effent en van alles in uw leven opzij schuift. En grijpt dan maar Zijn uitgestoken Hand, die U over dat pad wil I leiden! „Zal ook wel wegen vinden tvaarlangs uw voet kan gaan". Goes. Ds. H. J. TEUTSCHER. iiiiuiiiiiiiniiiiiiiiiiiininiiiiiimiiimiiiiiiiiiiniiiiiiiiniiMiiinniiiinnmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiTiiiiiiiiiiinniiiinininiiiiii Een kijkje in de „gemeente" van „dominee" Malipaard, in het Grevelingengébied. Op bag germolens, zuigers, in werkke- ten, overal vindt deze protes tants geestelijk verzorger bij de Deltawerken hier zijn man nen, die hem graag zien komen met lectuur of voor het voeren van een goed gesprek. De statistiek van de Nationale Christenraad in Japan vermeldt, dat in deze raad 78 verschillende kerken en gemeenschappen samengaan. Van deze protestantse kerken is de Uni ted Church of Christ het grootste met 187.817 aanhangers of 46% van het totaal aantal protestanten, 1599 kerk gebouwen, 2451 geestelijken (1991 mannen en 460 vrouwen), waarvan 361 zendingsarbeiders. Daarop volgt de Spirit of Jezus Christ Church met 44.780 leden, 297 kerkgebouwen en de Anglikaanse Episcopaalse kerk met 44.135 leden, 348 kerkgebouwen en 387 geestelijken. De Deense commissie voor tech nische samenwerking met gebieden in ontwikkeling heeft een be drag van 550.000 Deense kronen 286.000) ter beschikking gesteld voor een tweetal projecten van de Christenraad in Burundi. Dit is de eerste maal, dat door De nemarken beschikbaar gestelde gel den niet besteed worden door be middeling van een instantie van de Verenigde Naties of van de regering van het hulp ontvangende land. Na de wreedheden die door de Ma fia kort geleden in Palermo zijn be dreven, heeft de predikant van de Waldenzerkerk van Palermo een verklaring opgesteld en deze aange plakt op de muren in de stad. In de verklaring roept hij op tot eerbied voor het menselijk leven en verlangt dat er door de verantwoordelijke au toriteiten maatregelen worden ge nomen om misdaden als die welke bedreven zijn tegen te gaan. Dit is de enige afkondiging van ker kelijke zijde die in Palermo gedaan is, waarin de wandaden van de Ma fia veroordeeld worden. De moedige en zelfs gewaagde stap van de Wal denzerkerk is in de kranten in Pa lermo zeer geprezen en de predikant heeft veel bemoedigende bewijzen van instemming ontvangen. Op 19 september a.s. zal in Lon den de Hoge Raad van het Leger des Heils bijeenkomen om een nieuwe generaal te kiezen in verband met Advertentie niiiiminiRiiininiiiiniintHiiiiniiniiniiriiiiiinimiiiinniiiiinnimnmnniitninnnimiiinmnnirniiiiiii Koop tegen de normale prijs van 75 cent een étuitje Hansaplast. De netto opbrengst is voor het RODE KRUIS iiiiiiiiiiiiHiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiinininiHuitiiiiiuiiiiiiiiijnuiiiiiiiiniiiiiiuiiniiiiiiiiflimRiiiii «IWWWVWWWWWWWVWWIfVWWWIAIWWVt (Advertentie) WWUWWVUMNWUWMMMMAMMMMA In het vijftiende jaar van het bestaan van de staat Israël heeft de Nederlandse rijks munt in Utrecht gouden mun ten geslagen, die de bana sym boliseren met de geschiedenis van het oude Israël. De kun stenaar nam de grote koningen Salomo en David tot onder werp. De penningen, die het muntgoudgehalte hebben, zijn verkrijgbaar bij banken en ju weliers in de uitvoering van 50 sjekel, doorsnede 22.5 mm, ge wicht 6 gram, en 100 sjekel, doorsnede 29 mm, gewicht 12 gram. Li?iks de penning met de beeldenaar van koning Salo mon, rechts die met de beelde naar van koning David. De keerzijden (onder) zijn gelijk; in het midden een z.g. „menou- reh" met daarboven de waar- deaanduiding en er omheen de ■aapens van de twaalf stam men van Israël. E1 en van de meest interessante boekjes die we de laatste tijd gelezen hebben is dat van Edward Crankshaw: „Rusland onder Kroesjtsjew". Het is als pocketboek in Ne derlandse vertaling te krijgen. Naar de mening van de schrijver begint de geschie denis van de Sowjet-Unie nu pas interres- sant te worden en doen we goed er in meerdere mate kennis van te nemen dan dat vroeger het geval was. „Het is de pa radox dat, naarmate de Sowjet-Unie in gladder en kalmer water komt en enige ontspanning begint te voelen, haar ge schiedenis ieder ogenblik interessanter en opwindender wordt. „Wanneer men in Rusland een grote produktiviteit en wel vaart heeft bereikt, zullen ze dan beter weten dan in andere landen wat ze er mee zullen doen? In het vierde hoofdstuk: „De grote Dooiperiode" vertelt hij hoe de Rusische dichteres Olga Berg- goltz bij het doorbladeren van oude nummers van litteraire bladen ontdekte „dat ze geen enkel ge dicht kon vinden dat zich bezighield met de moeilijkheden van het mensenhart". Jonge men sen hadden haar gevraagd eens wat lyrische poë zie voor te dragen. Zo kwam zij tot de ontdek king dat deze er niet was in de Sowjet littera tuur. Zelf zegt ze daarvan: „In een groot aantal van onze lyrische werken ontbreekt het belang rijkste van alles: de menselijkheid, het menselijk wezen. Ik bedoel niet dat er geen menselijke we zens in al die gedichten zijn. Ja, die zijn er wel; er zijn mensen die bulldozers en stoomwalsen be dienen maar zij worden beschreven van bui tenaf en het belangrijkste ontbreekt in al deze gedichten een lyrische held met zijn eigen per soonlijke verhouding tot de gebeurtenissen en tot het landschap". De oorzaak vond zij „in de alge mene kritische veroordeling van alle subjectieve emotie van iedere soort, of het nu twijfel was, of besluiteloosheid, eigen vreugde of eigen leed". De kunstenaar had slechts één taak de „nieuwe Sow- jet-man" en de „nieuwe Sowjet-vrouw" uit te beelden, de man met de tractor die slechts dacht „hoe hij zijn quotum kon vullen en overschrijden" en de jonge vrouw „die bereid was de man die zij liefhad, de rug toe te keren als die man ook maar het minste teken vertoonde dat hij zijn eigen be langen, inclusief haarzelf, boven de hem toegewe zen taak stelde". Mensen worden allemaal „ge standaardiseerde figuren". Hierin is nu sindsdien wel enige verandering gekomen. Hoewel er in het boekje van Crankshaw niet over wordt gesproken, kunnen we in deze „Dooiperio de" ook op dezelfde wijze als er bij de Sowjet- schrijver iets tot ontwikkeling is gekomen, zien hoe de kerken in de Sowjet-Unie steeds meer contacten in het buitenland hebben gezocht en gekregen. Het is natuurlijk niet toevallig dit sa mengaan. Nu gaan in ons land twee organen van twee verschillende kerken gezamelijk zich bezig houden met het communisme, speciaal zoals dat in Rusland tot uiting is gekomen, nl. Kerk en Wereld (De Horst, Driebergen) en het Katholiek Genootschap voor Internationale Betrekkingen (De Horsting, Amersfoort). Te zamen zijn ze van oordeel dat de vraag algemeen is: wat is het communisme eigenlijk en te zamen menen zij dat aan de voorlichting nog wel iets kan worden ge daan. Nu zijn de genoemde kerkelijke instanties beide lichamen die het oog op de wereld gericht willen houden en zich telkens afvragen: wat gaat er hier om? Van Kerk en Wereld weten we dat het zich reeds meer met het communisme heeft beziggehouden. Hoe kan het ook anders wanneer men werkelijk in 't oog wil houden wat er in onze wereld gaande is. We kunnen geen dag- of weekblad opnemen of we vinden daarin het een en ander dat in ver band staat met het communisme in deze wereld. Van het R.-K. genootschap weten we niet of het zich meer op dit terrein bewogen heeft dan door het geven van berichten, maar wanneer het gaat om internationale betrekkingen, dan kan men het communisme niet ontgaan, want het is nu een maal een werkelijkheid in deze wereld. In de door beide rondgezonden folder lezen we: „Het com munisme is een beweging in de geschiedenis die nog bezig is zich te voltrekken. Bij dit proces zijn wij in het Westen zeer nauw betrokken: niemand is buitenstaander". Of we er nu min of meer voor open staan, dan wel of we er vierkant tegen zijn, dat doet er niet toe, we hebben er mee te maken en dan zijn we alleen maar geholpen met een goede voorlichting. „Het doel van de cursus is: Komen tot openheid in de confrontatie door een heldere uiteenzetting van de feiten komen tot oordeelsvorming door inzicht in verhoudingen en achtergronden". De meeste mensen die aan de kerk, welke dan ook, zich gebonden weten, zijn nog al spoedig met hun oordeel over het communisme klaar Ze zijn er tegen, constateert Vrij Nederland, „precies zo als ze bij voorbeeld tegen moord of diefstal zijn". Nu moet ons dit niet verbazen, want ieder weet dat de kerk bij het communisme, zoals het zich in deze onze eeuw in de wereld heeft geopen baard, nu niet bepaald nistische landen gaat scheiding van kerk etl eigen weg en de kerji redden. Doch in de prA dat zij, die bij de ker! daarom van allerlei dirigS is. In de commu- van een absolute e staat gaat z'n Zich maar zien te >mt het er op neer len behoren, alleen uitgesloten zijn. En het feit dat juist een actief atheïsme wordt gepro pageerd, bepaalt toch ook de houding tegenover de kerk. Zo staat het nu eenmaal voor velen vast dat kerk en communisme tegenover elkaar staan in „een bloedige strijd op leven en dood" zoals een medewerker van de Nieuwe Rotterdam se Courant over Polen constateerde als een mo gelijkheid die er in dit land geweest is. Toch moeten we niet vergeten dat we heel de kerkgeschiedenis door bewegingen vinden waar het godsdienstige element een vorm van sa menleving tot werkelijkheid wilde maken die wij nu met socialisme en communisme verbinden. De herinnering aan de eerste christengemeente te Jerusalem vergemakkelijkte die verbinding. Bij tal van secten in de Middeleeuwen vinden we zo iets en we hebben er al meer op gewezen dat de Wederdopers de communisten van de 16e eeuw zijn geweest. Trouwens, zjjn ook de kloosters niet bepaalde communistische instellingen, waar de enkeling afstand doet van eigen bezit? En vinden we deze trekken ook niet bij de broedergemeen ten van de Hernhutters? En heeft de Jezuïten in Paraguay ook niet zulk een staat voor ogen gestaan Het communisme wil nadruk leggen op de ge meenschap. Die moet het belangrijkste zijn en gaan boven hetgeen wij persoonlijk hebben. Crankshaw en anderen laten ons zien dat die communistische gemeenschap in Rusland lang niet feilloos is geweest en dat het egoïsme en de hebzucht van de mens zo maar niet onderdrukt zijn. Doch juist om de gemeenschap moet het ook in de kerk gaan de „communio sanctorum", de gemeenschap der heiligen en wanneer de gemeen te communiceert bij avondmaal of mis, gaat het er mede om dat wij ons te zamen één lichaam zullen weten, „gelijk uit vele beziën samengeperst zijnde, één wijn en drank vliet en zich ondereen vermengt", zoals het avondmaalsformulier het zegt. We zouden moeten zijn een gezin rondom de tafel. Wat komt er ook in de kerk dikwijls weinig van terecht! De medewerker van de N.R.C. vertelt van Polen hoe kerk en communisme met elkaar in even wicht gekomen zijn na 1956. „Wij willen rust op religieus en op sociaal gebied". „Men aanvaardt elkaar uit opportuniteitsoverwegingen en men leert met elkaar praten In Polen is er een leven dig gesprek tussen de twee machten. Het is vaak een irriterend gesprek, maar meestal op zeer in telligent niveau". Zal, wat in Polen gaande is, niet overal aan d-. orde moeten komen na korter of langer tjjd? Wil men een gesprek en daar gaat het om bjj Kerk en Wei .Jd en het R.K. Genootschap voor Inter nationale Betrekkingen, dan zal men moeten we ten wie de gesprekspartner Is. We knnnen er ons daarom alleen maar in verhengen dat dit Initia tief genomen is en we zijn er van overtuigd dat zjj, die leiding hebben te geven, ook in de kerk, een degelijke kennis van het hedendaagse com munisme niet kunnen missen. H. het uittreden uit de actieve dienst in november van de huidige generaal Wilfred Kitching. Generaal Kitching heeft een oproep tot gebed gezonden aan alle heil soldaten om Gods Geest en leiding op deze vergadering, waar de acht ste generaal gekozen zal worden. Het kenmerk van de Hoge Raad is, dat hij als wettig gevormd lichaam slechts één functie heeft, namelijk het kiezen van een nieuwe generaal. Als dit gebeurd is, wordt de raad automatisch ontbonden. De namen van de kandidaten wor den in geheime stemming voorgedra gen en voor de verkiezing zelf wordt gebruik gemaakt van een geheime stembrief. De Hoge Raad zal be staan uit negenenveertig officieren. Voor Nederland maakt It. commis sioner W. F. Palstra, territoriaal lei der van het Leger des Heils, deel uit van de raad. Vijfentwintig leden van de Ned. Hervormde Kerk en van de Gerefor meerde Kerken in Schiedam hebben zich met een schrijven tot de kerke raden van hun gemeenten gericht. Het zijn deelnemers aan drie ver schillende gespreksgroepen, waar voortdurend de gescheidenheid der kerken besproken is. Tijdens deze be sprekingen zijn veel misverstanden opgeruimd en is het de deelnemers gebleken, dat zij aanmerkelijk dich ter bij elkaar staan dan zij dachten en een groot deel van de broeders en zusters nog denkt. Zij verzoeken aan de kerkeraden: 1. Wilt U in uw raad, in gebed en bij besprekingen ruime aandacht schenken aan de éénwording der kerken. Voor zover dit nog niet is gebeurd, wilt contact zoeken met „de andere" kerkeraad. Zo mogelijk samensprekingen over dit onderwerp houden. Waar mo gelijk samenwerken. Ook in ge zamenlijke diensten en/of kansel- ruil. 2. Wilt in uw gemeente het oprich ten van gespreksgroepen stimu leren, de leden daartoe opwek kende. Hierin willen wij U gaarne terzijde staan. 3. Vooral vragen wij U om in de voorbede in de samenkomsten van de gemeente regelmatig de zaak van de gescheurdheid en het verlangen naar éénheid voor Gods aangezicht te brengen en Zijn zegen te vragen over de toe nadering. In de Margriethal te Utrecht zal op zaterdag 28 september een oecu menisch jongerencongres worden ge houden, waarop ongeveer 5000 jon geren worden verwacht. De werk- commissie ter voorbereiding van het congres bestaat uit vertegenwoordi gers van de oecumenische jeugdraad in Nederland en de katholieke jeugd raad voor Nederland. Beide jeugdra den zijn tot dit initiatief gekomen om de jongeren, geboeid door het verlan gen naar eenheid in Christus, gele genheid te geven gezamenlijk met hiermee samenhangende problemen bezig te zijn. Het congresthema is „vijf broden en twee vissen", geïnspireerd op het bij belverhaal van de spijziging der vijf duizend door de wonderbare brood vermenigvuldiging. Een balletgroep zal, begeleid door moderne muziek, dit bijbelverhaal uitbeelden Het congres zal een informatief ka rakter dragen, waardoor de jongeren zich nader op de hoogte kunnen stel len van de stand van zaken ten aan zien van de oecumenische vraagstuk ken, zowel in de Rooms-Katholieke Kerk, als in de andere christelijke kerken. Een informatie, die in zich zelf een appel zal zijn. aldus de se cretaris van de oecumenische jeugd raad, ds. H. van Andel. Sprekers zullen o.m. zijn dr. L. G. M. Alting von Geusau, gedelegeerde van de bisschop van Groningen voor oe cumenisch werk, en ds. H. van Andel. Er komt een expositie „oecumene, een huis voor heel de wereld". De onkosten van het congres zullen gedeeltelijk bestreden worden uit de baten van het album met de gram mofoonplaten van de kerkdienst bij de begrafenis van koningin Wilhel- mina. Paus Joannes XXni heeft voor zijn dood een aantal Poolse geeste lijken tot de rang van bisschop ver heven en één ervan is de 34-jarige professor Bohdan Bejze van het Lodz-seminarie. Deze benoeming maakt Bejze tot de jongste bisschop in Polen. De nieuwe bisschop zal op 1 sep tember door de primaat van Polen, Stephen kardinaal Wvszinski. in de kathedraal van Lodz worden gecon sacreerd. De gemeente Grünau in Oost-Ber- lijn is de eerste gemeente, waar in de tóekomst de taken van de predikant vervuld worden in teamwork. De groep bestaat uit vier jonge theolo gen, een vrouw en drie mannen. Een van hen neemt bij toerbeurt de dage lijkse zorgen van de predikantstaak op zich, terwijl de anderen dan in een wereldlijk beroep werkzaam zijn. Sa» men bereiden de teamleden de gods dienstoefeningen voor en leiden die om de beurt, terwijl het andere ge meentewerk ook in onderling overleg wordt gedaan.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 10