We konden ons redden, maar
't ging moeilijk in winkels
i'Atv pagina
meotOMV
U/etensu/aardïgheden
•gr
stretch slip
Vuile handen met ere
Droedel vindt
een vriendje
Schoonhoven maakt zilveren
sier voor moderne mensen
4
KINDERKRANT
^sCH EN Fr^ct,
1
ENGELSE IMPRESSIES OVER ZEELAND
Spreekt U Engels
Flat was geen blok
Werk in antieke stijl
Op naar de fop
van de Euromast
Er hangt (helaas) geen
REMBRAND?
kei 8u ffeetfiei£e&
Klontjestang populair
VRIJDAG 23 AUGUSTUS 1963
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
7
U chte taalmoeilijkheden hebben we niet gehad hoewel men toch in
de winkels weinig of geen Engels sprak. Ik redde me door alles
maar aan te wijzen. Bij de slager was dan karbonade het meest ge
makkelijke object, zodat we die bijna steeds hebben gegeten.
Oh ja, ik heb een kaasplank met een mes gekocht, terwijl ik een cake
plateau met een mesje bedoelde. De kaasplank, een leuk ding van blau
we tegeltjes in donker gekleurd hout, gaat nu naar mijn schoonmoe
der, want die is binnenkort toch jarig. In Londen koop ik dan voor mij
zelf wel iets voor cake
De heer en mevrouw Allan met twee dochtertjes, Judy van drie en
Sally van één jaar, hebben dit jaar de vakantie in Nederland, om pre
cies te zijn, in Middelburg doorgebracht. Ze zijn enthousiast over Zee
land teruggegaan naar hun huis in Sevenoaks, dicht bij Londen.
van de gootsteen. Erg onpraktisch.
Je kunt nauwelijks een afwas laten
staan.
Aan de vloerbedekking heb ik even
moeten wennen. Ik vond linoleum al
tijd heel lelijk, maar ik moet zeggen,
dat ik in Holland heb geleerd, dat het
een goed ruimtelijk effect geeft.
Met de kinderen hebben we geen
moeilijkheden gehad. Sally is overal
tevreden, als ze haar eten en drinken
maar op tijd krijgt. Judy vindt het
allemaal heel mooi. Ze is namelijk
geweldig nieuwsgierig
„Zou ze op haar moeder kunnen lij
ken?", informeerde Judy's vader
even opkijkend van zijn tijdschrift.
Ik zei, dat Judy nieuwsgierig is",
ging mevrouw Allan onverstoor
baar verder, „dus vindt ze al het
nieuwe mooi. De grootste pret heeft
ze, als we in een winkel staan. Dan
wandelt ze kalm naar wachtende
mensen en vraagt „Do you speak
English?". Tot dusver kreeg ze geen
antwoord in het Engels, maar ik
Heel uitgebreid heeft mevrouw Al
lan ons verteld over haar bele
venissen en indrukken tijdens de
vakantie.
De heer en mevrouw Allan vormen
een bijzonder geestig echtpaar, zo
bleek, toen het ijs eenmaal was ge
broken. Hij is lang, mager en rustig,
zij is klein, volslank en uiterst spiri
tueel.
Met een verbluffende snelheid ver
telde zij het een na het ander, soms
onderbroken door haar man met een
grapje over haar woordenvloed. Het
werd een heel vrolijk interview, want
mevrouw Allan bleek haar ogen bij
zonder goed de kost te hebben gege
ven.
„Jullie hebben een paar leuke dingen
in Holland!", vond ze. „Ik zag vaak
grote ramen zonder vitrage en ik ben
wel zo, dat ik een paar keer onbe
scheiden naar binnen heb gekeken.
Toen heb ik me verbaasd over de
hoeveelheid planten en bloemen in de
kamers. Ik heb me wel afgevraagd
of er ook nog iets in de kassen van
de kwekers is te vinden.
Het systeem, dat vuilnisbakken twee
keer per week worden opgehaald, zo
als in Middelburg gebeurt, hebben wij
helaas niet. En dan worden ze op de
koop toe nog schoongemaakt. En het
zijn allemaal dezelfde vuilnisbakken.
Heel netjes!
Het strand hier is heel fijn en ook
zo breed. We hebben er echt van
genoten. Verder hebben we wat
in de omgeving rondgekeken en we
zijn in Amsterdam geweest. Dat was
heel leuk. Vooral omdat we ander
half uur op zoek zijn geweest naar
een rondvaartboot. Mijn man zou ons
wel „eens even" bij een van de boot
jes brengen. En wij rondjes lopen in
de binnenstad
„Tot mijn vrouw het heft in handen
nam", interumpeerde de heer Allan.
„Toen waren we direct waar we we
zen moesten!"
„Ach ja", zei mevrouw Allan met een
stralende blik naar haar echtgenoot,
„hij kan autorijden, ik weet de weg!"
De auto van de familie Allan bleek
een stationcar, die ingericht was op
dagtochten van de hele familie. Ach
terin was namelijk een slaapplaats
voor de beide meisjes gemaakt, waar
zowel Judy als Sally 's middags en
indien nodig - ook 's avonds
prinsheerlijk konden liggen.
Wij kozen Holland voor onze vakan
tie omdat mijn man er jaren geleden
eens is geweest tijdens een tocht, die
hij liftend door Europa heeft ge
maakt.
Het huis hebben we gehuurd via de
een of andere instantie. De verhuur
ders stuurden naar het bureau een
lijst met wat ze te bieden hadden en
wij schreven welke wensen we had
den. Een erg grote gok is zoiets niet.
De flat is ons erg naar de zin. Vooral
Judy vindt het hier prachtig. Alleen
het aanrecht hier is veel te klein. Ik
heb me laten vertellen, dat dit in Hol
land de gebruikelijke aanrechten zijn.
De kraan in het midden en twee klei
ne stukjes aanrecht ter weerszijden
wacht met spanning op het moment
dat iemand haar in vloeiend Engels
antwoord geeft. Dat lijkt me erg leuk.
Ze is geweldig trots op haar beschil
derde houten klompjes. Ze wil er no-
tabene op lopenWel, van mij
mag ze.
De klederdrachten hier zijn bijzonder
mooi. Het klinkt misschien wat
vreemd in uw oren, maar ik heb een
vrouw in klederdracht, die me op de
fiets voorbijreed, met open mond na
gekeken. En toen ik een boerin in
dracht achter het stuur van een auto
zag zitten stond ik helemaal perplex.
Want dit was het laatste, wat ik had
verwacht.
In Zeeland hebben we een bijzonder
fijne vakantie doorgebracht. Het lijkt
ons één van de aantrekkelijkste de
len van uw land. Het heeft een prach
tig strand, duinen en indrukwekken
de dijken. We hebben ook genoten
van de bijzonder leuke stadjes en
dorpjes.
Maar het zullen, als we weer thuis
zijn, de karbonades zijn, die ons het
meest aan de Hollandse vakanties
doen terugdenken. Daar ben ik zeker
van. Als we hier terugkomen zal ik
gauw even de Nederlandse woorden
voor allerlei soorten" vlees en brood
beleg leren. Dat moet wel gemakke
lijker én goedkoper zijn
(Van onze medewerkster)
In een Nederlands gezin een overigens alleszins harmonisch gezin is
onlangs een felle strijd ontbrand tussen de beide dochters des huizes. Een
strijd met als inzet een klein sierlijk bewerkt zilveren doosje „nog uit moe
ders jonge jaren"), zo'n voorwerpje waarin vroeger de dames kleine sniker-
pepermuntjes mee ter kerke voerden. Het had jarenlang vergeten in een la
de van een linnenkast gelegen en nu het aan de vergetelheid was ontrukt,
zagen de beide dochters er een praktisch en fraai omhulsel voor aspirientjes
en soortgelijke zaken in....
(Advertentie)
De aversie tegen de combinatie
zoet-hartig is uit de Nederland
se keuken ongemerkt verdwenen en
daarom durven wij U met een gerust
hart het volgende recept voor een
zomerse maaltijd door te geven.
Kook rijst kurkdroog, laat ze hele
maal afkoelen, maakt de korrels
met een vork los, meng er stukjes
ananas uit blik (uitgelekt), stukjes
geschilde tomaat en een in heel fij
ne reepjes gesneden groene paprika
(Advertentie)
in het Stoffenpaleis, maar wel kunt U
bijzonder leuke werkstukjes van Goese
amateurs.childers bekijken (en kopen!)
Nog tot 28 augustus kunt U terecht op
deze expositie van „Goese meester
werkjes", als resultaat van een artis
tieke vrije-tijdsbesteding. Een andere
creatieve hobby (en een met vele voor
delen is het zelf maken van een
aparte, modieuze garderobe. Een hobby,
die steeds gemakkelijker wordt door de
voortreffelijke knippatronen en steeds
aantrekkelijker door de prachtige stof
fencollecties in
.GOES, LANGE KERKSTRAAT 44
TERNEUZEN, NIEUWSTRAAT 6-8
Knippatronen: Burda en Vogue (met
gratis knipverzekering).
door. Geef hier koud vlees en wat
mayonnaise of slasaus bij. Vooral
dikke plakken gebraden varkensfri
candeau doen het voortreffelijk bij
deze zomerse rijst!
TtyTeubelsnuf je uit Denemarken:
1VI een stoel die een tweedelige
leuning heeft waarvan het bovenste
gedeelte in horizontale stand kan
worden gedraaid om als schrijfta
feltje of leesplank te worden ge
bruikt. Om dit te kunnen doen moet
men wel achterstevoren op de stoel
gaan zitten.... Maar de Denen hebben
hun stoeltje dusdanig geconstrueerd
dat men ook dan heel comfortabel
zit.
In Frankrijk wil men de vrouw
weer „aa.n de krultang" hebben.
Gelukkig niet aan dat afgrijselijke
ouderwetse apparaat dat in de gas
vlam werd opgewarmd en waarmee
men vervolgens niet alleen de ha
ren maar ook de vingers aan de lo
pende band schroeide... de moderne
krultang is een elektrisch apparaat,
verpakt in een etui en dusdanig af
gesteld dat men er het haar niet
mee kan verbranden. Voorlopig ligt
de prijs in de buurt van vijfenvijftig
gulden, hetgeen dus vergelijkbaar is
met de prijs van een watergolf-
droogkap. Men verwacht voor het
apparaat vooral belangstelling van
vrouwen die 's zomers elke dag
zwemmen, want in een kwartiertje
kan men een „verzwommen" kapsel
met deze krultang weer op peil
brengen aldus de uitvinders.
In de toekomst zullen tennisenthou
siasten het wellicht heel gewoon
'vinden hun favoriete sport te beoe
fenen met handschoenen aan. Dat
Een hoedje van fazantenveren. Het wordt op deze foto ge
toond door Isabel Babianska in Londen en het werd ontwor
pen door Gina Davies die het hoedje de naam „Beau Nash"
meegaf. De voile met bijzonder ruime mazen, is nog een extra
bijzonderheid.
yWWWWWVWWWWWWWWWWWWWWWWWWWWWWWWVVWWWWWMWVWWWWMWWWWWWWWWWWWWW
wil zeggen: met één handschoen
een rechterhandschoen. Oorzaak van
deze nieuwe „mode" op de tennis-
en meer verwerkt wordt rondom
baan zal het plastic zijn dat meer
handvatten van tennisrackets. Door
het plastic gaat de hand transpire
ren, het racket komt er minder vast
in te liggen en de sportpresta
ties dalen.... Tenzij men het hand
schoentje draagt dat een Amerikaan
se firma heeft ontworpen. De ten-
nishandschoen bestaat uit een on
derhandschoen van geperforeerd
glacé-leder en een bovenhandschoen
van katoen die veel vocht kan op
nemen, en daardoor het „schuiven"
van het racket voorkomt.
(Advertentie)
Hoe de strijd ook mag zijn be
slecht: nodig was hij niet ge
weest! Want de algemene belang
stelling van de Nederlandse vrouw
voor zulke oude zilveren gebruiks
voorwerpen is op het ogenblik spring
levend en daarom besteedt men in
de oude zilverstad Schoonhoven veel
aandacht aan het maken van het
zogenaamde „zilverwerk in antieke
stijl". Lodderijn, bewerkte tassen-
beugels, gespen, sierlijke lepels en
vorken met oude motieven: het zijn
allemaal zilverzaken die weer te
koop zijn. En familieruzies over het
bezit ervan zijn dus echt niet no
dig!
„Er is een tijd geweest dat er in
Nederland betrekkelijk weinig be
langstelling was voor dit soort din
gen", zegt de heer Niekerk te
Schoonhoven, in wiens bedrijf men
zich met het maken van zilverwerk
in antieke stijl bezighoudt. „Eind
vorige eeuw bijvoorbeeld ging zo'n
negentig procent ervan naar Ame
rika.
Men dient wel enderscheid te maken
tussen het antiek en het zogenaamde
oud-Hollands zilverwerk. Het an
tiek is geïnspireerd op het werk uit
vroeger eeuwen, het oud-Hollands
stamt van omstreeks 1880. De motie
ven? Die kunnen we uit de vaklite
ratuur halen".
Hij legt een tweetal fraaie stand
aardwerken over „Zilver" op tafel,
met tientallen afbeeldingen van
prachtig bewerkte zilveren gebruiks
voorwerpen. „Het werkelijk oude is
allemaal zuiver handwerk, dat wil
zeggen dat het uit een vlak stuk
plaat werd „opgeslagen". Patronen
werden geboord en uitgezaagd, la
ter kwam er nog graveerwerk aan
te pas. Dat zuivere handwerk sterft
uit, niet alleen doordat de arbeider
minder belangstelling ervoor aan de
dag legt. maar ook omdat je er een
moderne fabriek niet rendabel mee
zou kunnen houden. Kijk, dit is de
beroemde Friese brandewijnkom met
geboortelepel en hier is de ge
boortelepel zoals wij hem tegen
woordig weer maken". Naast de fo
to legt de heer Niekerk een indruk
wekkende forse lepel: de geboortele
pel met Friese (of andere) motie
ven. „Ouderwets kun je dit eigenlijk
nauwelijks noemen, want dergelijke
dingen worden nog veel als geschenk
gegeven. Heel populair zijn op het
ogenblik ook de lepeltjes, vorkjes en
schepjes met het zogenaamde kroon-
motief".
En een al even populair gebruiks
voorwerp is de klontjestang.
Dusdanig populair zelfs dat men in
Schoonhoven spreekt van een „mo
deartikel". Weliswaar is de klontjes
tang altijd een veel verkocht voor
werp geweest, maar nooit was er
zo'n massavraag als op het ogenblik.
„Blijkbaar", zegt de heer Niekerk,
„gebruikt men de klontjestang ook
veel als ijstang, voor het hanteren
van blokjes ijs. En wat momenteel
ook zeer attractief is: het zogenaam
de étagèregoed zoals wij het noe
men".
Met dat étagèregoed wordt het zo
genaamde „zilveren speelgoed" be
doeld. Mens- en dierfiguurtjes, mi
nuscule huishoudelijke gebruiksvoor-
werpjes, tafeltjes, stoeltjes, een rui-
tertje-te-paard, een kind op een
schommel, een hondehokje-met-hond-
je.... Allemaal uit zilver gemaakt en
zuiver als „pronk" bedoeld. Zilveren
„speelgoed" voor moderne mensen
die dus blijkbaar niet opzien tegen
het onderhoud, het poetsen en wrij
ven dat dit kleingoed regelmatig no
dig heeft.
Elders in Schoonhoven kan men
een aardige collectie van dit zil
veren speelgoed bewonderen. Dat is
in het Edelambachtshuis, gevestigd
in het voormalige synagogegebouw
aan de haven. Ih* liggen tientallen
produkten uitgestald van de Schoon-
hovense zilverindustrie, afgewisseld
door siervoorwerpen die de plateelin
dustrie van deze oude Zuidhollandse
stad levert. En gedurende een aantal
uren per dag komt het oude hand
werk er weer tot leven, wanneer op
de bovenverdieping demonstraties in
zilversmeedwerk worden gegeven.
Mens- en dierfiguurtjes, ruitertjes
te paard, schaatsenrijdertjes, dieren-
temmertjes: een zwijgende processie
van sierlijk miniatuur zilverwerk.
„Zilveren speelgoed" ouderwets,
maar op het ogenblik veel gevraagd!
Even iets over knopen en knoopsga
ten. Knopen worden tijdens het
strijken nog wel eens beschadigd en
als ze van kunststof zijn kunnen ze
zelfs smelten bij aanraking met het
strijkijzer. Om dit te voorkomen legt
men tijdens het strijken een lepeltje
natuurlijk niet van plastic! over
de knopen.
Knoopsgaten maken is niet zo'n ge-
makelijk karweitje en het wordt hele
maal een moeilijke opgave wanneer
ze in rafelige stof gemaakt moeten
worden. Met behulp van een beetje
tubelijm kan men het werkje althans
iets vereenvoudigen. Bestrijk een
uiterst smal randje langs de knoops
gaten met tvat lijm, laat dit goed dro
gen en daarna kan men rustig het
werk afmaken, zonder dat de stof
verder rafelt.
(Advertentie)
0"w panty girdle ^cv.
kantslips
breeches
^•^•HELANCA- Sanitized
super elastisch volledig geminderd
Als de man het mij niet zelf verteld
had zou ik het niet voor mogelijk
hebben gehouden. Want dat vrou
wen soms malle en ondoordachte din
gen kunnen zeggen wist ik zo langza
merhand wel maar, dat zij dat ook
doen in strijd met haar eigen belang
dunkt mij toch wel een beetje te gor
tig. Dat lijkt bedenkelijk op het door
zagen van de tak waarop men zit.
Maar zoals gezegd: de kachelsmid
zelf vertelde het mij. als een smake
lijke grap, en ging daarna weer rus
tig door met zijn werk.
U hebt hem misschien dezer dagen
zelf over de vloer gehad, en hem een
kopje koffie geschonken uit erkente
lijkheid. Waarbij het U hopelijk om
het even zal geweest zijn of er een
zwarte duim op gemeld kopje zat,
want het beroep van deze vakman
brengt nu eenmaal automatisch vuile
handen mee.
Het komt mij zo voor dat U, met
mij, deze uiterlijke kentekenen
van 's mans beroep dus rustig
laat voor wat zij zijn - en even
opgewekt met hem converseert over
datgene wat hij bij U aan huis komt
uithalen als ware hij zo onberispelijk
helder gewassen en hagelwit gekleed
als een banketbakker.
Trouwens, weten wij in ons eigen be
drijf er niet van mee te praten?
Nog niet zo lang geleden las ik bij
een schrijfster, tevens huisvrouw en
moeder van een gezin, dat juist deze
laatste twee beroepen zoveel regel
recht vieze karweitjes meebrengen.
Luiers spoelen, groente schoonmaken
in een regenperiode, als alle blad on
der de aangekleefde aarde zit;
kachels uithalen of aanmaken, plan
ten verpotten, aardappels en stoofpe
ren schillen, U kunt voor mij het rijtje
verder wel afmaken.
Het moet nu eenmaal gebeuren en
dus zeuren wij er verder niet over
maar wat vuile handen zijn, en zelfs
een gezicht met hier en daar een
zwarte veeg, weten wij maar al te
wel.
xXx
Niet alzo echter en hier kom ik
op mijn punt van uitgang de
dame bij wie mijn vakman ook
kortgeleden beroepshalve op bezoek
was geweest, en die zich blijkbaar ge
drongen voelde een bewijs van mede
leven met zijn uiterlijk te laten horen.
Weshalve zij niets beters wist te be
denken dan de opmerking: U zult het
ook wel niet plezierig vinden om altijd
zo smerig thuis te komen
De vakman zelf had opgekeken van
zijn karwei, met een zwarte glimlach
die de witheid van zijn tanden in elk
geval des te voordeliger deed uitko
men. En had haar van repliek ge
diend met de wijze opmerking: Zoiets
zou ik maar niet tegen ons zeggen
als ik U was. Het is uw belang niet
om ons dit werk tegen te maken.
En dat vond ik van zijn kant nog heel
hoffelijk opgemerkt. Want in feite
was deze niet kwaad bedoelde maar
bar onhandige opmerking weinig min
der dan een krenking.
Want wat hield ze allemaal niet in?
allereerst wel het wanbegrip dat zich
vuil maken in zijn overigens nuttig
en onmisbaar bedrijf iets was waar
over men zich vanzelfsprekend min
of meer geneerde.
xXx
Alleen volkomen schone arbeid, die
geen sporen achterliet, was een
beroep waarmee men voor de dag
kon komen. Het oude en helaas weer
moderne wanbegrip dat vuile handen
ook al zijn ze een noodzakelijk gevolg
van een of andere hoogst nuttige be
zigheid, een mens zonder meer ont
sieren en stempelen tot een wezen in
de maatschappij waarmee men voor
geen geld zou willen ruilen.
Begrijpt U mij goed: ik wil hier geen
romantisch pleidooi gaan houden voor
het goed recht van de vuile maar eer
lijke werkmanshand. Die tijd hebben
wij, hopelijk, definitief achter de rug:
waarin de handarbeider een goedkeu
rend klopje op de schouder kreeg voor
de nuttige, zij het niet altijd brand
schone functie die hij in het maat
schappelijk geheel vervulde.
xXx
Ik wilde alleen maar met klem be
weren dat alle arbeid, mits vak
kundig verricht, gelijkelijk ge
waardeerd behoort te worden.
Een kachelsmid die U een perfect
passende nieuwe pijp levert, een
schilder die uw gevel in de verf zet
dat er geen bladdertje te zien is, een
plantsoenarbeider die een gazon rolt
als ware het in één handbeweging
geschoren, leveren wel een andere,
maar geen mindere prestatie dan een
accurate boekhouder of een succes
volle zakenman.
Als we nog eens zover komen dat wij
in het maatschappelijk leven niet
meer vragen: Wat doe je voor de
kost? Maar: hóe doe je het? zijn wij
eindelijk waar wij wezen moeten. Ik
voor mij geloof dat de mannen in de
zen al een stuk verder zijn dan wij
vrouwen.
xXx
Mannen zxjxx allang over dat vuiie-
nauuen-nompiex neen, zij timme
ren en tunneren en zetten aller -
nanuc macninerxeèn in en uxt-
exkaar, exi zo zxj daar geen hanüxg-
xxeid ixx xxeDoen zijn zij niet weg te
siaan van elke plext waar geheid, ge
metseld, oeton gestort, rioiering ge
legd, land opgespoten, geasfalteei-d of
wat voor groezelig maar stoer kerels-
wei'k dan ook in het publiek vertoond
wordt. En ik vraag me vaak af met
hoeveel stille jaloezie.
Moeten wij vi'ouwen nu de spaak in
het wiel gaan steken met onze kin
derachtige afkeer van vuile handen?
Mag ik U er even met nadruk op wij
zen dat in vele branches het aantal
bekwame vaklui doordat de zonen
vader niet willen opvolgen in zijn on
misbaar bedrijf omdat hun meisje
een man met schone handen prefe
reert?
SASKIA
Midden in de zomer, „in het hartje van de zomer", zeg
gen de dieren zelf, is er in het bos een groot feest: het
zomerfeest! De dieren hebben gewacht tot het mos op z'n
zachtst is, het dak van de blaadjes op zijn dichtst en de
nacht licht en warm. De kleine dieren zijn al niet zo erg
klein meer, de bloemen zijn allemaal open en de mensen
zijn te moe van de lange dagen in de zon om iets te mer
ken van wat er in het bos gebeurt. Op zo'n nacht is het
ivachten en zo'n nacht was het nu. Zo gauw de zon weg is
en de laatste mensen naar huis zijn gegaan, begint het
geritsel in de takken en struiken. De eekhoorns, die de
vluggertjes zijn van het bos, komen het eerst met hun
pootjes vol zaadjes en nootjes. Want lekker eten hoort na
tuurlijk ook bij het feest. Ze haasten zich van stam naar
stam tot ze bij de open plek in het bos zijn, waar het feest
gehouden wordt.
En als ze daar aankomen
beginnen ook de vogels
te ruisen en te ritselen met
hun vleugels en strijken
van alle kanten op het
zachte mos neer. Daarna
komen de hazen en konij
nen aangesprongen met
hun oren al gespitst van
pret. Ze wippen de egeltjes
en bosmuizen voorbij die op
een sukkeldrafje op weg
zijn. De pad is altijd het
laatst. Maar dat weet ie
dereen en er wordt altijd
keurig op hem gewacht.
Nou ja, keurig... ze plagen
hem wel altijd erg, hoor,
die lelijke groene pad, die
niet alleen in zijn pootjes,
maar ook in zijn kopje erg
lui is. En hij wordt niet al
leen geplaagd omdat hij zo
lui is, maar vooral omdat
hij de enige op het hele
feest is die geen spelletje
heeft bedacht. Want die
spelletjes, zie je, die zijn
het mooiste van het hele
feest! Iedereen die komt
moet iets verzinnen: een
liedje, een wedstrijdspelle
tje of een raadsel. Maar
Droedel de pad had nog
nooit iets kunnen verzin
nen. Dat kwam door zijn
langzame kop en pootjes,
maar ook omdat iedereen
van tevoren al zei: „Droe
del Die weet toch niets.
En als hij iets zou weten,
is het feest afgelopen voor
hij het ons vertellen kan".
Daarom begon Droedel er
ook maar niet aan. Maar
op het feest kwam hij al
tijd, want al zag je het
misschien niet zo aan hem,
hij was dól op feestjes.
Meestal zat hij stilletjes in
een hoekje te genieten van
alles wat er te horen en te
zien was. Zolang niemand
op hem lette ging het goed,
maar o, als de ondeugende
eekhoorns of konijnen hem
in de gaten kregen! Dan
kwam er geen eind aan de
plagerijtjes. De vorige keer
was Droedel op het feest
zó geplaagd dat hij eigen
lijk besloten had maar nooit
meer te gaan. Maar ja,
toen hij het vrolijke gerit
sel en geruis hoorde van
alle dieren die op weg gin
gen naar het feestterrein,
kon hij het toch niet over
zijn liart verkrijgen om
maar stil in het riet te blij
ven zitten. Het was natuur
lijk al veel te laat, want
voor hij er was zou het
feest allang begonnen zijn.
Door het donkere bos, waar
al geen dier meer te zien
was, hobbelde Droedel naar
het feestterrein. Opeens
hoorde hij een stem uit de
varentjes langs het pad.
„Wat is dit voor een bos?",
vroeg de stem, „zijn er hier
nergens dieren
Droedel was het liefst
maar meteen op de vlucht
geslagen, maar omdat zijn
pootjes langzamer waren
dan die van de andere die
ren deed hij dat niet, maar
dook in elkaar.
„Hé, hola!" riep de stem,
„ik weet toch zeker dat ik
daarnet een dier hoorde
schuifelen. Kom eens voor
de dag, voor mij hoef je
niet bang te zijn".
De stem klonk niet on
vriendelijk en Droedel durf
de zijn kopje even oprich
ten om te zien wie of wat
daar riep. Tot zijn verba
zing zag hij een grote steen
met een kopje dat wel een
beetje op zijn eigen kopje
leek, maar dan veei groter,
onder die steen uitkijken.
„Lieve help", dacht Droe
del, „het is een dier en
misschien wel een pad, die
een steen op zijn rug heeft
gekregen en er nu niet
meer onderuit kan. De
stumper! En net, nou ieder
een op het feest is! Voor
uit Droedel, doe je plicht!"
Nog wel een beetje bang
schoof hij naar het dier on
der de steen, maar toen hij
er aankwam was het hele
kopje verdwenen. „O, lieve
deugd, zou het al te laat
zijn zei Droedel angstig;
maar nee, daar was het
kopje weer. „Ja, ik hield
me even schuil", zei het
kopje, „want ik wist na
tuurlijk niet wat voor een
beest er aan kwam. Wat
ben je Erg aardig van je
om naar me toe te komen.
Maar vertel eens, ben jij
het enige dier in dit bos?"
„Zal ik niet eerst proberen
je onder die steen uit te
heipen vroeg Droedel
vriendelijk.
Het kopje van het vreemde
dier ging heen en weer.
„Wat voor steen?" vroeg
hij, „ik zie geen steen".
„Maar je zit eronder!" riep
Droedel en hij legde voor
zichtig een pootje op de ge
vlekte steen die bovenop
het dier lag.
„Dat!", lachte het dier,
maar vriend, dat is mijn
schild. Daar woon ik in.
Of wóón? Het is een stukje
van mezelf. Ik zou er niet
onderuit kunnen komen al
zou ik willen. Want ik ben
een schildpad, zie je!"
„Een schildpad riep
Droedel, „een... een pad
Net als ik
„Jazeker!", lachte de
schildpad, „en nu ik je be
ter bekijk zie ik het: jij
bent een pad. Misschien
zijn we wel een beetje fa
milie van elkaar..."
„Misschienfluisterde
Droedel, „misschien zouden
we wel een beetje vriendjes
kunnen zijn".
Meteen daarop boog hij zijn
kopje verlegen naar de
grond, want zo'n groot dier
met zo'n prachtig schild
zou vast geen vriendje met
een gewone bospad willen
zijn. Hij verwachtte al dat
de grote schildpad hem zou
uitlachen, maar niks hoor.
„Schitterend", riep de
schildpad, „ik wil ver
schrikkelijk graag vriendje
met je zijn. Daarom was ik
ook hier. Ik woon bij men
sen in een tuin, zie je. O,
heel prettig, ze zijn alle
maal erg aardig voor me
en genoeg te eten ook.
Maar een vriendje, een
echt vriendje heb ik daar
niet. Daarom ben ik weg
gelopen. Niet voorgoed, al
leen maar om te weten te
komen of ik niet ergens op
de wereld een vriendje zou
kunnen hebben. Als ik dan
in mijn rotstuintje zit en
ik kijk in de verte, kan ik
denken: Daar, die kant op,
woont mijn vriendje en als
ik zin heb om hem te gaan
opzoeken, kan ik zo naar
hem toe".
„Alsjeblieft, alsjeblieft
riep Droedel, „Iaat mij dat
vriendje zijn. Want ik zoek
er óók een, zie je. De die
ren vinden mij allemaal
langzaam en dom omdat
ik altijd te laat op het feest
kom en geen spelletjes
weet".
„Wat voor feest vroeg
de schildpad.
„Hét feest", zei Droedel,
„het zomerfeest van de die
ren. O, wat lijkt het me fijn
om met jou op het feest te
komen! En doe je dan ook
je kunst
„Wat voor kunst vroeg
de schildpad.
„Nou je weet wel... met je
kopje onder je schild
„O, dat... Maar dat is geen
kunst. Dat is gewoon...!"
„Doe het toch maar!" riep
Droedel, die opeens een
schitterend plan bedacht-
„En luister eens..." Ze
fluisterden een poosje sa
men en de schildpad knikte
lachend met zijn kopje.
Het feest was al in volle
gang; spreeuwen en lijsters
waren aan het bessenhap-
pen en de hazen en konij
nen moesten ringsteken
met hun oren, terwijl ze in
volle vaart onder een jong
boompje doorliepen waar
aan een kraai een kransje
van bloeiende hei had ge
hangen. Diezelfde kraai
zag Droedel het eerst. „Nee
maar, daar heb je Droe-
del!" riep hij, „ik had je
nog helemaal niet gezien!
Hoe kan dat, terwijl je nog
wel bovenop zo'n grote
steen zit". Meteen begon
het gelach en geplaag.
„Hé, Droedel, heb je een
spelletje bedacht Hé,
Droedel, zing eens een lied
je!" „Droedel, waarom heb
je je niet verkleed zoals de
anderen Je zou er alleen
maar mooier van worden!"
Maar toen gebeurde er iets,
waardoor alle dieren ineens
hun bekje en snavel hiel
den. De grote steen waarop
Droedel zat begon te lopen.
Niet te schuiven, maar
echt te lópen over de ring-
steekbaan. En Droedel
scheen het heel gewoon te
vinden, want hij wuifde
met zijn pootje naar de
verschrikte dieren langs de
kant. „Een tovenaar! Droe
del is een tovenaar!" hoor
de je hier en daar fluiste
ren. „Kijk eens, hij kan de
stenen laten lopen!" Droe
del was nu bij de ringsteek
boom; hij ging op zijn ach
terste pootjes staan en
plukte het kransje van hei
uit de boom. Daarna klopte
hij op de steen onder hem
en riep: „kom maar!"
En opeens verscheen er een
vriendelijk lachend kopje
uit de steen, waarop Droe
del het kransje van hei zet
te. „Mag ik je voorstellen",
zei hij tegen de kraai die
het dichtst bij zat, „mijn
vriend, de schildpad. Hij is
expres even overgekomen
uit zijn tuin bij de mensen
om met mij naar het feest
te gaan".
Verlegen kwamen alle die
ren dichterbij, eerst nog
een beetje bang. Maar toen
ze zagen dat het dier onder
het schild hen vriendelijk
toeknikte, durfden ze toch
en schudden pootjes. Droe
del en het nieuwe dier wer
den natuurlijk de eregasten
op het feest en toen de die
ren tegen zonsopgang naar
huis trokken, praatten ze
over niets anders dan over
Droedel en zijn vriendje.
Droedel bracht zijn vriend
tot aan de rand van het bos
en keerde toen naar het
riet van de vijver terug.
Maar niet stillet jes en treu
rig meer, want hij hoeft
zijn kopje maar op te til
len en in de richting van de
stad te kijken, dan wéét hij
het: daar in de rotstuïn
zit zijn vriend de schildpad
en nét als hij naar hem,
kijkt de schildpad naar zijn
vriend Droedel in de verte.