We konden ons redden, maar 't ging moeilijk in winkels i'Atv pagina meotOMV U/etensu/aardïgheden •gr stretch slip Vuile handen met ere Droedel vindt een vriendje Schoonhoven maakt zilveren sier voor moderne mensen 4 KINDERKRANT ^sCH EN Fr^ct, 1 ENGELSE IMPRESSIES OVER ZEELAND Spreekt U Engels Flat was geen blok Werk in antieke stijl Op naar de fop van de Euromast Er hangt (helaas) geen REMBRAND? kei 8u ffeetfiei£e& Klontjestang populair VRIJDAG 23 AUGUSTUS 1963 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 7 U chte taalmoeilijkheden hebben we niet gehad hoewel men toch in de winkels weinig of geen Engels sprak. Ik redde me door alles maar aan te wijzen. Bij de slager was dan karbonade het meest ge makkelijke object, zodat we die bijna steeds hebben gegeten. Oh ja, ik heb een kaasplank met een mes gekocht, terwijl ik een cake plateau met een mesje bedoelde. De kaasplank, een leuk ding van blau we tegeltjes in donker gekleurd hout, gaat nu naar mijn schoonmoe der, want die is binnenkort toch jarig. In Londen koop ik dan voor mij zelf wel iets voor cake De heer en mevrouw Allan met twee dochtertjes, Judy van drie en Sally van één jaar, hebben dit jaar de vakantie in Nederland, om pre cies te zijn, in Middelburg doorgebracht. Ze zijn enthousiast over Zee land teruggegaan naar hun huis in Sevenoaks, dicht bij Londen. van de gootsteen. Erg onpraktisch. Je kunt nauwelijks een afwas laten staan. Aan de vloerbedekking heb ik even moeten wennen. Ik vond linoleum al tijd heel lelijk, maar ik moet zeggen, dat ik in Holland heb geleerd, dat het een goed ruimtelijk effect geeft. Met de kinderen hebben we geen moeilijkheden gehad. Sally is overal tevreden, als ze haar eten en drinken maar op tijd krijgt. Judy vindt het allemaal heel mooi. Ze is namelijk geweldig nieuwsgierig „Zou ze op haar moeder kunnen lij ken?", informeerde Judy's vader even opkijkend van zijn tijdschrift. Ik zei, dat Judy nieuwsgierig is", ging mevrouw Allan onverstoor baar verder, „dus vindt ze al het nieuwe mooi. De grootste pret heeft ze, als we in een winkel staan. Dan wandelt ze kalm naar wachtende mensen en vraagt „Do you speak English?". Tot dusver kreeg ze geen antwoord in het Engels, maar ik Heel uitgebreid heeft mevrouw Al lan ons verteld over haar bele venissen en indrukken tijdens de vakantie. De heer en mevrouw Allan vormen een bijzonder geestig echtpaar, zo bleek, toen het ijs eenmaal was ge broken. Hij is lang, mager en rustig, zij is klein, volslank en uiterst spiri tueel. Met een verbluffende snelheid ver telde zij het een na het ander, soms onderbroken door haar man met een grapje over haar woordenvloed. Het werd een heel vrolijk interview, want mevrouw Allan bleek haar ogen bij zonder goed de kost te hebben gege ven. „Jullie hebben een paar leuke dingen in Holland!", vond ze. „Ik zag vaak grote ramen zonder vitrage en ik ben wel zo, dat ik een paar keer onbe scheiden naar binnen heb gekeken. Toen heb ik me verbaasd over de hoeveelheid planten en bloemen in de kamers. Ik heb me wel afgevraagd of er ook nog iets in de kassen van de kwekers is te vinden. Het systeem, dat vuilnisbakken twee keer per week worden opgehaald, zo als in Middelburg gebeurt, hebben wij helaas niet. En dan worden ze op de koop toe nog schoongemaakt. En het zijn allemaal dezelfde vuilnisbakken. Heel netjes! Het strand hier is heel fijn en ook zo breed. We hebben er echt van genoten. Verder hebben we wat in de omgeving rondgekeken en we zijn in Amsterdam geweest. Dat was heel leuk. Vooral omdat we ander half uur op zoek zijn geweest naar een rondvaartboot. Mijn man zou ons wel „eens even" bij een van de boot jes brengen. En wij rondjes lopen in de binnenstad „Tot mijn vrouw het heft in handen nam", interumpeerde de heer Allan. „Toen waren we direct waar we we zen moesten!" „Ach ja", zei mevrouw Allan met een stralende blik naar haar echtgenoot, „hij kan autorijden, ik weet de weg!" De auto van de familie Allan bleek een stationcar, die ingericht was op dagtochten van de hele familie. Ach terin was namelijk een slaapplaats voor de beide meisjes gemaakt, waar zowel Judy als Sally 's middags en indien nodig - ook 's avonds prinsheerlijk konden liggen. Wij kozen Holland voor onze vakan tie omdat mijn man er jaren geleden eens is geweest tijdens een tocht, die hij liftend door Europa heeft ge maakt. Het huis hebben we gehuurd via de een of andere instantie. De verhuur ders stuurden naar het bureau een lijst met wat ze te bieden hadden en wij schreven welke wensen we had den. Een erg grote gok is zoiets niet. De flat is ons erg naar de zin. Vooral Judy vindt het hier prachtig. Alleen het aanrecht hier is veel te klein. Ik heb me laten vertellen, dat dit in Hol land de gebruikelijke aanrechten zijn. De kraan in het midden en twee klei ne stukjes aanrecht ter weerszijden wacht met spanning op het moment dat iemand haar in vloeiend Engels antwoord geeft. Dat lijkt me erg leuk. Ze is geweldig trots op haar beschil derde houten klompjes. Ze wil er no- tabene op lopenWel, van mij mag ze. De klederdrachten hier zijn bijzonder mooi. Het klinkt misschien wat vreemd in uw oren, maar ik heb een vrouw in klederdracht, die me op de fiets voorbijreed, met open mond na gekeken. En toen ik een boerin in dracht achter het stuur van een auto zag zitten stond ik helemaal perplex. Want dit was het laatste, wat ik had verwacht. In Zeeland hebben we een bijzonder fijne vakantie doorgebracht. Het lijkt ons één van de aantrekkelijkste de len van uw land. Het heeft een prach tig strand, duinen en indrukwekken de dijken. We hebben ook genoten van de bijzonder leuke stadjes en dorpjes. Maar het zullen, als we weer thuis zijn, de karbonades zijn, die ons het meest aan de Hollandse vakanties doen terugdenken. Daar ben ik zeker van. Als we hier terugkomen zal ik gauw even de Nederlandse woorden voor allerlei soorten" vlees en brood beleg leren. Dat moet wel gemakke lijker én goedkoper zijn (Van onze medewerkster) In een Nederlands gezin een overigens alleszins harmonisch gezin is onlangs een felle strijd ontbrand tussen de beide dochters des huizes. Een strijd met als inzet een klein sierlijk bewerkt zilveren doosje „nog uit moe ders jonge jaren"), zo'n voorwerpje waarin vroeger de dames kleine sniker- pepermuntjes mee ter kerke voerden. Het had jarenlang vergeten in een la de van een linnenkast gelegen en nu het aan de vergetelheid was ontrukt, zagen de beide dochters er een praktisch en fraai omhulsel voor aspirientjes en soortgelijke zaken in.... (Advertentie) De aversie tegen de combinatie zoet-hartig is uit de Nederland se keuken ongemerkt verdwenen en daarom durven wij U met een gerust hart het volgende recept voor een zomerse maaltijd door te geven. Kook rijst kurkdroog, laat ze hele maal afkoelen, maakt de korrels met een vork los, meng er stukjes ananas uit blik (uitgelekt), stukjes geschilde tomaat en een in heel fij ne reepjes gesneden groene paprika (Advertentie) in het Stoffenpaleis, maar wel kunt U bijzonder leuke werkstukjes van Goese amateurs.childers bekijken (en kopen!) Nog tot 28 augustus kunt U terecht op deze expositie van „Goese meester werkjes", als resultaat van een artis tieke vrije-tijdsbesteding. Een andere creatieve hobby (en een met vele voor delen is het zelf maken van een aparte, modieuze garderobe. Een hobby, die steeds gemakkelijker wordt door de voortreffelijke knippatronen en steeds aantrekkelijker door de prachtige stof fencollecties in .GOES, LANGE KERKSTRAAT 44 TERNEUZEN, NIEUWSTRAAT 6-8 Knippatronen: Burda en Vogue (met gratis knipverzekering). door. Geef hier koud vlees en wat mayonnaise of slasaus bij. Vooral dikke plakken gebraden varkensfri candeau doen het voortreffelijk bij deze zomerse rijst! TtyTeubelsnuf je uit Denemarken: 1VI een stoel die een tweedelige leuning heeft waarvan het bovenste gedeelte in horizontale stand kan worden gedraaid om als schrijfta feltje of leesplank te worden ge bruikt. Om dit te kunnen doen moet men wel achterstevoren op de stoel gaan zitten.... Maar de Denen hebben hun stoeltje dusdanig geconstrueerd dat men ook dan heel comfortabel zit. In Frankrijk wil men de vrouw weer „aa.n de krultang" hebben. Gelukkig niet aan dat afgrijselijke ouderwetse apparaat dat in de gas vlam werd opgewarmd en waarmee men vervolgens niet alleen de ha ren maar ook de vingers aan de lo pende band schroeide... de moderne krultang is een elektrisch apparaat, verpakt in een etui en dusdanig af gesteld dat men er het haar niet mee kan verbranden. Voorlopig ligt de prijs in de buurt van vijfenvijftig gulden, hetgeen dus vergelijkbaar is met de prijs van een watergolf- droogkap. Men verwacht voor het apparaat vooral belangstelling van vrouwen die 's zomers elke dag zwemmen, want in een kwartiertje kan men een „verzwommen" kapsel met deze krultang weer op peil brengen aldus de uitvinders. In de toekomst zullen tennisenthou siasten het wellicht heel gewoon 'vinden hun favoriete sport te beoe fenen met handschoenen aan. Dat Een hoedje van fazantenveren. Het wordt op deze foto ge toond door Isabel Babianska in Londen en het werd ontwor pen door Gina Davies die het hoedje de naam „Beau Nash" meegaf. De voile met bijzonder ruime mazen, is nog een extra bijzonderheid. yWWWWWVWWWWWWWWWWWWWWWWWWWWWWWWVVWWWWWMWVWWWWMWWWWWWWWWWWWWW wil zeggen: met één handschoen een rechterhandschoen. Oorzaak van deze nieuwe „mode" op de tennis- en meer verwerkt wordt rondom baan zal het plastic zijn dat meer handvatten van tennisrackets. Door het plastic gaat de hand transpire ren, het racket komt er minder vast in te liggen en de sportpresta ties dalen.... Tenzij men het hand schoentje draagt dat een Amerikaan se firma heeft ontworpen. De ten- nishandschoen bestaat uit een on derhandschoen van geperforeerd glacé-leder en een bovenhandschoen van katoen die veel vocht kan op nemen, en daardoor het „schuiven" van het racket voorkomt. (Advertentie) Hoe de strijd ook mag zijn be slecht: nodig was hij niet ge weest! Want de algemene belang stelling van de Nederlandse vrouw voor zulke oude zilveren gebruiks voorwerpen is op het ogenblik spring levend en daarom besteedt men in de oude zilverstad Schoonhoven veel aandacht aan het maken van het zogenaamde „zilverwerk in antieke stijl". Lodderijn, bewerkte tassen- beugels, gespen, sierlijke lepels en vorken met oude motieven: het zijn allemaal zilverzaken die weer te koop zijn. En familieruzies over het bezit ervan zijn dus echt niet no dig! „Er is een tijd geweest dat er in Nederland betrekkelijk weinig be langstelling was voor dit soort din gen", zegt de heer Niekerk te Schoonhoven, in wiens bedrijf men zich met het maken van zilverwerk in antieke stijl bezighoudt. „Eind vorige eeuw bijvoorbeeld ging zo'n negentig procent ervan naar Ame rika. Men dient wel enderscheid te maken tussen het antiek en het zogenaamde oud-Hollands zilverwerk. Het an tiek is geïnspireerd op het werk uit vroeger eeuwen, het oud-Hollands stamt van omstreeks 1880. De motie ven? Die kunnen we uit de vaklite ratuur halen". Hij legt een tweetal fraaie stand aardwerken over „Zilver" op tafel, met tientallen afbeeldingen van prachtig bewerkte zilveren gebruiks voorwerpen. „Het werkelijk oude is allemaal zuiver handwerk, dat wil zeggen dat het uit een vlak stuk plaat werd „opgeslagen". Patronen werden geboord en uitgezaagd, la ter kwam er nog graveerwerk aan te pas. Dat zuivere handwerk sterft uit, niet alleen doordat de arbeider minder belangstelling ervoor aan de dag legt. maar ook omdat je er een moderne fabriek niet rendabel mee zou kunnen houden. Kijk, dit is de beroemde Friese brandewijnkom met geboortelepel en hier is de ge boortelepel zoals wij hem tegen woordig weer maken". Naast de fo to legt de heer Niekerk een indruk wekkende forse lepel: de geboortele pel met Friese (of andere) motie ven. „Ouderwets kun je dit eigenlijk nauwelijks noemen, want dergelijke dingen worden nog veel als geschenk gegeven. Heel populair zijn op het ogenblik ook de lepeltjes, vorkjes en schepjes met het zogenaamde kroon- motief". En een al even populair gebruiks voorwerp is de klontjestang. Dusdanig populair zelfs dat men in Schoonhoven spreekt van een „mo deartikel". Weliswaar is de klontjes tang altijd een veel verkocht voor werp geweest, maar nooit was er zo'n massavraag als op het ogenblik. „Blijkbaar", zegt de heer Niekerk, „gebruikt men de klontjestang ook veel als ijstang, voor het hanteren van blokjes ijs. En wat momenteel ook zeer attractief is: het zogenaam de étagèregoed zoals wij het noe men". Met dat étagèregoed wordt het zo genaamde „zilveren speelgoed" be doeld. Mens- en dierfiguurtjes, mi nuscule huishoudelijke gebruiksvoor- werpjes, tafeltjes, stoeltjes, een rui- tertje-te-paard, een kind op een schommel, een hondehokje-met-hond- je.... Allemaal uit zilver gemaakt en zuiver als „pronk" bedoeld. Zilveren „speelgoed" voor moderne mensen die dus blijkbaar niet opzien tegen het onderhoud, het poetsen en wrij ven dat dit kleingoed regelmatig no dig heeft. Elders in Schoonhoven kan men een aardige collectie van dit zil veren speelgoed bewonderen. Dat is in het Edelambachtshuis, gevestigd in het voormalige synagogegebouw aan de haven. Ih* liggen tientallen produkten uitgestald van de Schoon- hovense zilverindustrie, afgewisseld door siervoorwerpen die de plateelin dustrie van deze oude Zuidhollandse stad levert. En gedurende een aantal uren per dag komt het oude hand werk er weer tot leven, wanneer op de bovenverdieping demonstraties in zilversmeedwerk worden gegeven. Mens- en dierfiguurtjes, ruitertjes te paard, schaatsenrijdertjes, dieren- temmertjes: een zwijgende processie van sierlijk miniatuur zilverwerk. „Zilveren speelgoed" ouderwets, maar op het ogenblik veel gevraagd! Even iets over knopen en knoopsga ten. Knopen worden tijdens het strijken nog wel eens beschadigd en als ze van kunststof zijn kunnen ze zelfs smelten bij aanraking met het strijkijzer. Om dit te voorkomen legt men tijdens het strijken een lepeltje natuurlijk niet van plastic! over de knopen. Knoopsgaten maken is niet zo'n ge- makelijk karweitje en het wordt hele maal een moeilijke opgave wanneer ze in rafelige stof gemaakt moeten worden. Met behulp van een beetje tubelijm kan men het werkje althans iets vereenvoudigen. Bestrijk een uiterst smal randje langs de knoops gaten met tvat lijm, laat dit goed dro gen en daarna kan men rustig het werk afmaken, zonder dat de stof verder rafelt. (Advertentie) 0"w panty girdle ^cv. kantslips breeches ^•^•HELANCA- Sanitized super elastisch volledig geminderd Als de man het mij niet zelf verteld had zou ik het niet voor mogelijk hebben gehouden. Want dat vrou wen soms malle en ondoordachte din gen kunnen zeggen wist ik zo langza merhand wel maar, dat zij dat ook doen in strijd met haar eigen belang dunkt mij toch wel een beetje te gor tig. Dat lijkt bedenkelijk op het door zagen van de tak waarop men zit. Maar zoals gezegd: de kachelsmid zelf vertelde het mij. als een smake lijke grap, en ging daarna weer rus tig door met zijn werk. U hebt hem misschien dezer dagen zelf over de vloer gehad, en hem een kopje koffie geschonken uit erkente lijkheid. Waarbij het U hopelijk om het even zal geweest zijn of er een zwarte duim op gemeld kopje zat, want het beroep van deze vakman brengt nu eenmaal automatisch vuile handen mee. Het komt mij zo voor dat U, met mij, deze uiterlijke kentekenen van 's mans beroep dus rustig laat voor wat zij zijn - en even opgewekt met hem converseert over datgene wat hij bij U aan huis komt uithalen als ware hij zo onberispelijk helder gewassen en hagelwit gekleed als een banketbakker. Trouwens, weten wij in ons eigen be drijf er niet van mee te praten? Nog niet zo lang geleden las ik bij een schrijfster, tevens huisvrouw en moeder van een gezin, dat juist deze laatste twee beroepen zoveel regel recht vieze karweitjes meebrengen. Luiers spoelen, groente schoonmaken in een regenperiode, als alle blad on der de aangekleefde aarde zit; kachels uithalen of aanmaken, plan ten verpotten, aardappels en stoofpe ren schillen, U kunt voor mij het rijtje verder wel afmaken. Het moet nu eenmaal gebeuren en dus zeuren wij er verder niet over maar wat vuile handen zijn, en zelfs een gezicht met hier en daar een zwarte veeg, weten wij maar al te wel. xXx Niet alzo echter en hier kom ik op mijn punt van uitgang de dame bij wie mijn vakman ook kortgeleden beroepshalve op bezoek was geweest, en die zich blijkbaar ge drongen voelde een bewijs van mede leven met zijn uiterlijk te laten horen. Weshalve zij niets beters wist te be denken dan de opmerking: U zult het ook wel niet plezierig vinden om altijd zo smerig thuis te komen De vakman zelf had opgekeken van zijn karwei, met een zwarte glimlach die de witheid van zijn tanden in elk geval des te voordeliger deed uitko men. En had haar van repliek ge diend met de wijze opmerking: Zoiets zou ik maar niet tegen ons zeggen als ik U was. Het is uw belang niet om ons dit werk tegen te maken. En dat vond ik van zijn kant nog heel hoffelijk opgemerkt. Want in feite was deze niet kwaad bedoelde maar bar onhandige opmerking weinig min der dan een krenking. Want wat hield ze allemaal niet in? allereerst wel het wanbegrip dat zich vuil maken in zijn overigens nuttig en onmisbaar bedrijf iets was waar over men zich vanzelfsprekend min of meer geneerde. xXx Alleen volkomen schone arbeid, die geen sporen achterliet, was een beroep waarmee men voor de dag kon komen. Het oude en helaas weer moderne wanbegrip dat vuile handen ook al zijn ze een noodzakelijk gevolg van een of andere hoogst nuttige be zigheid, een mens zonder meer ont sieren en stempelen tot een wezen in de maatschappij waarmee men voor geen geld zou willen ruilen. Begrijpt U mij goed: ik wil hier geen romantisch pleidooi gaan houden voor het goed recht van de vuile maar eer lijke werkmanshand. Die tijd hebben wij, hopelijk, definitief achter de rug: waarin de handarbeider een goedkeu rend klopje op de schouder kreeg voor de nuttige, zij het niet altijd brand schone functie die hij in het maat schappelijk geheel vervulde. xXx Ik wilde alleen maar met klem be weren dat alle arbeid, mits vak kundig verricht, gelijkelijk ge waardeerd behoort te worden. Een kachelsmid die U een perfect passende nieuwe pijp levert, een schilder die uw gevel in de verf zet dat er geen bladdertje te zien is, een plantsoenarbeider die een gazon rolt als ware het in één handbeweging geschoren, leveren wel een andere, maar geen mindere prestatie dan een accurate boekhouder of een succes volle zakenman. Als we nog eens zover komen dat wij in het maatschappelijk leven niet meer vragen: Wat doe je voor de kost? Maar: hóe doe je het? zijn wij eindelijk waar wij wezen moeten. Ik voor mij geloof dat de mannen in de zen al een stuk verder zijn dan wij vrouwen. xXx Mannen zxjxx allang over dat vuiie- nauuen-nompiex neen, zij timme ren en tunneren en zetten aller - nanuc macninerxeèn in en uxt- exkaar, exi zo zxj daar geen hanüxg- xxeid ixx xxeDoen zijn zij niet weg te siaan van elke plext waar geheid, ge metseld, oeton gestort, rioiering ge legd, land opgespoten, geasfalteei-d of wat voor groezelig maar stoer kerels- wei'k dan ook in het publiek vertoond wordt. En ik vraag me vaak af met hoeveel stille jaloezie. Moeten wij vi'ouwen nu de spaak in het wiel gaan steken met onze kin derachtige afkeer van vuile handen? Mag ik U er even met nadruk op wij zen dat in vele branches het aantal bekwame vaklui doordat de zonen vader niet willen opvolgen in zijn on misbaar bedrijf omdat hun meisje een man met schone handen prefe reert? SASKIA Midden in de zomer, „in het hartje van de zomer", zeg gen de dieren zelf, is er in het bos een groot feest: het zomerfeest! De dieren hebben gewacht tot het mos op z'n zachtst is, het dak van de blaadjes op zijn dichtst en de nacht licht en warm. De kleine dieren zijn al niet zo erg klein meer, de bloemen zijn allemaal open en de mensen zijn te moe van de lange dagen in de zon om iets te mer ken van wat er in het bos gebeurt. Op zo'n nacht is het ivachten en zo'n nacht was het nu. Zo gauw de zon weg is en de laatste mensen naar huis zijn gegaan, begint het geritsel in de takken en struiken. De eekhoorns, die de vluggertjes zijn van het bos, komen het eerst met hun pootjes vol zaadjes en nootjes. Want lekker eten hoort na tuurlijk ook bij het feest. Ze haasten zich van stam naar stam tot ze bij de open plek in het bos zijn, waar het feest gehouden wordt. En als ze daar aankomen beginnen ook de vogels te ruisen en te ritselen met hun vleugels en strijken van alle kanten op het zachte mos neer. Daarna komen de hazen en konij nen aangesprongen met hun oren al gespitst van pret. Ze wippen de egeltjes en bosmuizen voorbij die op een sukkeldrafje op weg zijn. De pad is altijd het laatst. Maar dat weet ie dereen en er wordt altijd keurig op hem gewacht. Nou ja, keurig... ze plagen hem wel altijd erg, hoor, die lelijke groene pad, die niet alleen in zijn pootjes, maar ook in zijn kopje erg lui is. En hij wordt niet al leen geplaagd omdat hij zo lui is, maar vooral omdat hij de enige op het hele feest is die geen spelletje heeft bedacht. Want die spelletjes, zie je, die zijn het mooiste van het hele feest! Iedereen die komt moet iets verzinnen: een liedje, een wedstrijdspelle tje of een raadsel. Maar Droedel de pad had nog nooit iets kunnen verzin nen. Dat kwam door zijn langzame kop en pootjes, maar ook omdat iedereen van tevoren al zei: „Droe del Die weet toch niets. En als hij iets zou weten, is het feest afgelopen voor hij het ons vertellen kan". Daarom begon Droedel er ook maar niet aan. Maar op het feest kwam hij al tijd, want al zag je het misschien niet zo aan hem, hij was dól op feestjes. Meestal zat hij stilletjes in een hoekje te genieten van alles wat er te horen en te zien was. Zolang niemand op hem lette ging het goed, maar o, als de ondeugende eekhoorns of konijnen hem in de gaten kregen! Dan kwam er geen eind aan de plagerijtjes. De vorige keer was Droedel op het feest zó geplaagd dat hij eigen lijk besloten had maar nooit meer te gaan. Maar ja, toen hij het vrolijke gerit sel en geruis hoorde van alle dieren die op weg gin gen naar het feestterrein, kon hij het toch niet over zijn liart verkrijgen om maar stil in het riet te blij ven zitten. Het was natuur lijk al veel te laat, want voor hij er was zou het feest allang begonnen zijn. Door het donkere bos, waar al geen dier meer te zien was, hobbelde Droedel naar het feestterrein. Opeens hoorde hij een stem uit de varentjes langs het pad. „Wat is dit voor een bos?", vroeg de stem, „zijn er hier nergens dieren Droedel was het liefst maar meteen op de vlucht geslagen, maar omdat zijn pootjes langzamer waren dan die van de andere die ren deed hij dat niet, maar dook in elkaar. „Hé, hola!" riep de stem, „ik weet toch zeker dat ik daarnet een dier hoorde schuifelen. Kom eens voor de dag, voor mij hoef je niet bang te zijn". De stem klonk niet on vriendelijk en Droedel durf de zijn kopje even oprich ten om te zien wie of wat daar riep. Tot zijn verba zing zag hij een grote steen met een kopje dat wel een beetje op zijn eigen kopje leek, maar dan veei groter, onder die steen uitkijken. „Lieve help", dacht Droe del, „het is een dier en misschien wel een pad, die een steen op zijn rug heeft gekregen en er nu niet meer onderuit kan. De stumper! En net, nou ieder een op het feest is! Voor uit Droedel, doe je plicht!" Nog wel een beetje bang schoof hij naar het dier on der de steen, maar toen hij er aankwam was het hele kopje verdwenen. „O, lieve deugd, zou het al te laat zijn zei Droedel angstig; maar nee, daar was het kopje weer. „Ja, ik hield me even schuil", zei het kopje, „want ik wist na tuurlijk niet wat voor een beest er aan kwam. Wat ben je Erg aardig van je om naar me toe te komen. Maar vertel eens, ben jij het enige dier in dit bos?" „Zal ik niet eerst proberen je onder die steen uit te heipen vroeg Droedel vriendelijk. Het kopje van het vreemde dier ging heen en weer. „Wat voor steen?" vroeg hij, „ik zie geen steen". „Maar je zit eronder!" riep Droedel en hij legde voor zichtig een pootje op de ge vlekte steen die bovenop het dier lag. „Dat!", lachte het dier, maar vriend, dat is mijn schild. Daar woon ik in. Of wóón? Het is een stukje van mezelf. Ik zou er niet onderuit kunnen komen al zou ik willen. Want ik ben een schildpad, zie je!" „Een schildpad riep Droedel, „een... een pad Net als ik „Jazeker!", lachte de schildpad, „en nu ik je be ter bekijk zie ik het: jij bent een pad. Misschien zijn we wel een beetje fa milie van elkaar..." „Misschienfluisterde Droedel, „misschien zouden we wel een beetje vriendjes kunnen zijn". Meteen daarop boog hij zijn kopje verlegen naar de grond, want zo'n groot dier met zo'n prachtig schild zou vast geen vriendje met een gewone bospad willen zijn. Hij verwachtte al dat de grote schildpad hem zou uitlachen, maar niks hoor. „Schitterend", riep de schildpad, „ik wil ver schrikkelijk graag vriendje met je zijn. Daarom was ik ook hier. Ik woon bij men sen in een tuin, zie je. O, heel prettig, ze zijn alle maal erg aardig voor me en genoeg te eten ook. Maar een vriendje, een echt vriendje heb ik daar niet. Daarom ben ik weg gelopen. Niet voorgoed, al leen maar om te weten te komen of ik niet ergens op de wereld een vriendje zou kunnen hebben. Als ik dan in mijn rotstuintje zit en ik kijk in de verte, kan ik denken: Daar, die kant op, woont mijn vriendje en als ik zin heb om hem te gaan opzoeken, kan ik zo naar hem toe". „Alsjeblieft, alsjeblieft riep Droedel, „Iaat mij dat vriendje zijn. Want ik zoek er óók een, zie je. De die ren vinden mij allemaal langzaam en dom omdat ik altijd te laat op het feest kom en geen spelletjes weet". „Wat voor feest vroeg de schildpad. „Hét feest", zei Droedel, „het zomerfeest van de die ren. O, wat lijkt het me fijn om met jou op het feest te komen! En doe je dan ook je kunst „Wat voor kunst vroeg de schildpad. „Nou je weet wel... met je kopje onder je schild „O, dat... Maar dat is geen kunst. Dat is gewoon...!" „Doe het toch maar!" riep Droedel, die opeens een schitterend plan bedacht- „En luister eens..." Ze fluisterden een poosje sa men en de schildpad knikte lachend met zijn kopje. Het feest was al in volle gang; spreeuwen en lijsters waren aan het bessenhap- pen en de hazen en konij nen moesten ringsteken met hun oren, terwijl ze in volle vaart onder een jong boompje doorliepen waar aan een kraai een kransje van bloeiende hei had ge hangen. Diezelfde kraai zag Droedel het eerst. „Nee maar, daar heb je Droe- del!" riep hij, „ik had je nog helemaal niet gezien! Hoe kan dat, terwijl je nog wel bovenop zo'n grote steen zit". Meteen begon het gelach en geplaag. „Hé, Droedel, heb je een spelletje bedacht Hé, Droedel, zing eens een lied je!" „Droedel, waarom heb je je niet verkleed zoals de anderen Je zou er alleen maar mooier van worden!" Maar toen gebeurde er iets, waardoor alle dieren ineens hun bekje en snavel hiel den. De grote steen waarop Droedel zat begon te lopen. Niet te schuiven, maar echt te lópen over de ring- steekbaan. En Droedel scheen het heel gewoon te vinden, want hij wuifde met zijn pootje naar de verschrikte dieren langs de kant. „Een tovenaar! Droe del is een tovenaar!" hoor de je hier en daar fluiste ren. „Kijk eens, hij kan de stenen laten lopen!" Droe del was nu bij de ringsteek boom; hij ging op zijn ach terste pootjes staan en plukte het kransje van hei uit de boom. Daarna klopte hij op de steen onder hem en riep: „kom maar!" En opeens verscheen er een vriendelijk lachend kopje uit de steen, waarop Droe del het kransje van hei zet te. „Mag ik je voorstellen", zei hij tegen de kraai die het dichtst bij zat, „mijn vriend, de schildpad. Hij is expres even overgekomen uit zijn tuin bij de mensen om met mij naar het feest te gaan". Verlegen kwamen alle die ren dichterbij, eerst nog een beetje bang. Maar toen ze zagen dat het dier onder het schild hen vriendelijk toeknikte, durfden ze toch en schudden pootjes. Droe del en het nieuwe dier wer den natuurlijk de eregasten op het feest en toen de die ren tegen zonsopgang naar huis trokken, praatten ze over niets anders dan over Droedel en zijn vriendje. Droedel bracht zijn vriend tot aan de rand van het bos en keerde toen naar het riet van de vijver terug. Maar niet stillet jes en treu rig meer, want hij hoeft zijn kopje maar op te til len en in de richting van de stad te kijken, dan wéét hij het: daar in de rotstuïn zit zijn vriend de schildpad en nét als hij naar hem, kijkt de schildpad naar zijn vriend Droedel in de verte.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 7