„We zijn met z'n negenen begonnen"
Eerste vijand in La Courtine, het
ongedierte, onschadelijk gemaakt
De wilde paarden van de hertog van Croy
Eerste volautomatische
winkel in Zwitserland
RESTEN VAN ZEVEN ROMEINSE VESTINGEN GEVONDEN
„Onbeschrijfelijke chaos" in Frans kamp
Dank zij Nederlandse gevoel voor
hygiëne nu alles weer normaal
Kosten: ruim 200.000
Zwitserse franken
Jan Hondong
van de Snip
blikt terug
Naar de Oost
Contact verbroken
De vlag in
Ontsnapt
Grootste archeologische
onderneming
147.000 voorwerpen
werden geborgen
Vuilmsdienst
WOENSDAG 14 AUGUSTUS 1963 Z<?mUWS-
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
zonlicht dringt
tot co 200 m door
IQOOm
jvostelond k i
diepzeetrog I
oceaan-
bodem
5000 m
jbathyscaaf
10000'rnV
Idiepzeeslik]
Itrap naar
|de brug
[schacht
mangat'
.patrijspoort
duikmeter
Itussenschot
Idrijflichaam;
[schijnwerper)
tanks met
benzine l
Schacht
GONDEÜ
(Van onze Amsterdamse redacteur)
Ian J. Hondong houdt van de
verte. Daarom ook is deze
K.L.M.-vlieger „van het eerste
uur" na zijn pensionering gaan
wonen aan de stille boulevard
in Zandvoort. Hij ziet daar uit
zijn huiskamer over zee een wij
de horizon, die hem herinnert
aan de hemelavonturen van
toen.
Het was deze piloot, die geschiedenis
maakte door als eerste de oversteek
te wagen naar de West. Dat gebeurde
met de kerstpost in december
1934. Een historische vlucht van de
drie-motorige Fokker F-18 PH-AIS,
ofwel „De Snip". Het toestel staat nu
als museumstuk opgesteld aan de
overkant van die enorme oceaan.
„Mijn vrouw en ik hebben de kist nog
eens goed bekeken, toen we er pre
cies een kwart eeuw later weer naast
stonden, tijdens de feestelijkheden in
1959. Hij zag er heel wat mooier uit
dan destijds"
Baas Plesman had een ervaren knaap
uitgezocht voor het experiment. Jan
J. Hondong was al meer dan tien
jaar in dienst bij de K.L.M. Ook hij
kwam uiteraard uit de militaire
„school" van Soesterberg, in 1923.
„We hadden ln die dagen maar drie
lijnen: Londen, Parijs en Hamburg.
En elke trip was een avontuur. Het
vliegen gebeurde alleen en uitsluitend
op zicht. Als er onderweg mist kwam
opzetten of noodweer, dan gingen we
terug of maakten een noodlanding.
De beslissing daartoe werd overigens
altijd zo lang mogelijk uitgesteld.
Want wie niet in de lucht was, die
kreeg geen vlieggeld en ons basis
salaris lag nogal laag toentertijd.
Bovendien betekende het uitvallen
van zo'n vlucht, dat de betrokken be
manning per trein of boot naar de
plaats van bestemming moest reizen
meestal 's nachts om de vol
gende morgen in iedei geval de re
tourvlucht met een reservemachine
te kunnen maken. En op zondag
werkten we niet, want het geronk
van vliegtuigen verstoorde de rust.
Trouwens, nog jaren hebben we na
afschaffing van die beperking de dor
pen vermeden als er kerkdiensten
aan de gang konden zijn dat gold
met name voor Zeeland".
Ook Jan J. Hondong kwam al gauw
op de wereldberoèmde route naar In-
dlë. „Zo'n reis duurde uit en thuis
een week of zes. In het begin van de
jaren dertig werd een veertiendaagse
dienst geopend. Van Amsterdam naar
Batavia was het ruim honderd uur
vliegen".
Het traject ging zo veel mogelijk
over land. Maar door „diplomatieke
moeilijkheden" moest op een gegeven
moment de sprong worden gewaagd
over de Middellandse Zee. Dat was in
1929. Turkije weigerde toen toestem
ming te geven om over zijn grondge
bied te vliegen. Gezagvoerder Jan J.
Hondong kreeg opdracht te proberen
zijn koers te kiezen via Athene naar
Cairo. Hij deed dat zonder aarzelen:
in die tijd een geweldige prestatie
geen radio, en dus ook geen weerbe
richt.
Ergens beneden voer de bekende on
derzeeboot van onze marine: K-18.
Dit schip zou behulpzaam zijn door
het geven van peilingen. Maar De
Snip kreeg al vrij gauw radio-pech.
Er ontstond een antenne-brand en er
sloegen twee lampen door. Contact
verbroken. De bemanning moest ver
trouwen op instrumenten als kompas
en hoogtemeter.
Na zes uur vliegen ln het donker op
anderhalve kilometer boven de gol
ven klonk ineens een schreeuw boven
het monotone gedaver uit. De ben
zinetoevoer liep terug en meteen
reageerden de motoren. Jan J. Hon
dong en zijn mannen hielden hun
adem in. De kist zakte snel Wat was
er aan de hand? In de grote extra
tanks moest ónderdruk zijn ontstaan
daardoor werd de brandstof terug
gezogen in plaats van opgepompt.
Enkele kranen werden snel gesloten.
Een benauwd moment. Overschake
len naar de normale „aanvoer". En
ineens liepen de motoren weer aan.
De spanning brak. Gezagvoerder Jan
J. Hondong liet zijn machine die
gedaald was tot onder de driehon
derd meter langzaam weer terug
klimmen. „Verder is alles prima ge
gaan", zo vertelt hij nu. „We zagen
na ruim veertien uur land: de kust
van Brazilië. De rest was kinderspel.
Om acht uur 's morgens landden we
op het vliegveld Zanderij van Para
maribo. Daar stond net zo'n menigte
te wachten als bij ons vertrek van
Schiphol".
Telegrammen schoten over de oceaan
naar de thuishaven. Daar zaten die
hele nacht natuurlijk de vier vrouwen
van de bemanning te wachten. En
niemand van het grondpersoneel had
de moed ze te vertellen, dat een ander
nog veel beroemder toestel diezelfde
nacht werd vermist: De Uiver, van de
Melboume-race.
De dag voor het vertrek van
Schiphol naar de West: 14 de
cember 1934. De Snip stond
kant en klaar op het platform.
Van de bemanning werd deze
„staatsiefoto" gemaakt. Links
staat Van der Molen marco
nist; hij werd in 1945 door
„rampokkers" op de Poentjak
bij Bandoeg vermoord. Naast
hem gezagvoerder Jan J. Hon
dong. Vervolgens de nu in
Warmond wonende toen
tweede vlieger Van Balkom.
En ten slotte mecano Stolk,
die is geëmigreerd naar Aus
tralië.
Mevrouw Hondong weet nog heel
goed, dat ze opgetogen naar huis ging
na het bericht dat haar man behou
den was aangekomen. Ze stak dat
hoorde erbij de vlag uit. „Even
later ging de telefoon. De buren
vroegen me waarom ik dat deed ter
wijl het hele land rouwde om het ver
lies van De Uiver"
In de West hoorde gezagvoerder Hon
dong het vreselijke nieuws enkele
uren na aankomst. Zijn collega Beek
man was neergestort in de woestijn
van Syrië.
Natuurlijk werden de festivteiten af
gelast. Bijna onopgemerkt vertrok
De Snip naar Curagao. Vandaar ging
het zelfs nog door tot Aruba. De
bemanning ontving een ter plaatse
gedolven miniatuur-klomp goud.
Gezagvoerder Jan J. Hondong bleef
vier maanden. Hij bouwde een doel
treffend luchtnet op voor de K.L.M.
„Maar ik wilde er niet blijven. Ples
man bood me aan hoofd van de dienst
daar te worden. Ik weigerde, vooral
ook omdat een malaria-aanval me
wekenlang had geteisterd".
Per boot kwam hij terug naar Neder
land. „Ik moest bij Fokker komen.
Van hem kreeg ik die prachtige
Friese klok. Dat was toen een harte-
wens van ons. Hij loopt nog altijd
prima, maar het slagwerk stelt niet
veel meer voor. Kijk, er is een zilve
ren plaat met inscriptie op aange
bracht".
In huize Hondong herinneren uiter
aard meer souvenirs aan de fameuze
tocht. Zo hangt er een fraai wand
bord van Delfs-blauw. „Een geschenk
van Grave. Daar ben ik geboren". En
de K.L.M.-directie stuurde een zilve
ren sigarendoos, met de route er op
gegraveerd. Verder staan en liggen
overal snuisterijen, ook van andere
reizen.
Gezagvoerder Hondong heeft op alle
voor-oorlogse lijnen gevlogen bij de
K.L.M. Veel naar het Verre-Oosten.
„Op de thuisreis eindigden we meest
al in Napels. Dan moesten we met de
trein terug naar huis. Op 4 mei 1940
reed ik aldus dwars door Duitsland.
De volgende dag ruilde ik een vlucht
op Londen. Een collega van me had
dienst op de achtste en vroeg me of
ik wilde overnemen, dan zou hij de
negende gaan. Goed. En daardoor
ontsnapte Hondong aan de bezetting".
Na de oorlog klom gezagvoerder Jan
J. Hondong meteen weer „op de bok".
Nog drie jaar vloog hij. „In 1948
kreeg ik een baan op de grond. En
dat gaf me nog meer gelegenheid om
te werken aan de sociale verbetering
van het korps via de Vereniging van
K.L.M.-vliegers". Jan J. Hondong be
hoorde tot de oprichters van deze or
ganisatie en werd later benoemd tot
erelid. Nu tien jaar terug verliet hij
de maatschappij. „Het was welletjes
geweest. En eerlijk gezegd: de ro
mantiek bestond niet meer. We wa
ren een echte zaak geworden, die geld
moest verdienen en dat met zo
verschrikkelijk veel mensen"
Gezagvoerder Jan J. Hondong staart
naar buiten en taxeert het wolken
dek. Langzaam zegt hij: „We zijn
met z'n negenen begonnen indertijd".
De grootste archeologische on- verband houdt met de verovering van
- Britannië in het jaar 43. Een paar
jaar later werd een nieuwe gebouwd,
die eveneens een korte levensduur
derneming in ons land vormt de
reeks opgravingen in de dorps
heuvel van Valkenburg aan de
Rijn. De grondslagen werden
daarbij ontdekt van zeven Ro
meinse vestingen. De eerste
werd gebouwd van aarde en
hout, vermoedelijk in het jaar
42 na Christus, de laatste zou
zijn opgeheven in de tweede
helft van de derde eeuw en be
stond uit aarde en tufsteen. Bij
de opgravingen werden niet
minder dan 147.000 voorwerpen
geborgen, die ter plaatse wer
den gedetermineerd en beschre
ven.
Dit blijkt uit het verslag over het
jaar 1962, gedaan door Gedeputeerde
Staten aan de provinciale staten van
Zuid-Holland.
De oudste vesting had een oppervlak
te van 1,4 hectarre en in de loop der
jaren werd bij herbouw de vesting
telkens een beetje groter, zodat de
laatste een terrein van 1,71 ha heeft
beslagen.
Aangenomen wordt, dat de eerste
vesting op de een of andere wijze
was beschoren.
Bij gelegenheid van een inval van
Chaukische zeerovers in 47 onder lei
ding van de kanninefaat Gannascus
zou de derde vesting zijn verwoest.
In datzelfde jaar, zo menen de ar
cheologen, is de veldheer Corbulo
naar het Rijnmondingsgebied ge
stuurd om de Chauken te verdrijven.
Corbulo stichtte toen het vierde Cas-
tellum.
Opstand
Aangenomen wordt voorts, dat bij de
aanvang van de Batavenopstand in
69 onder Civilis deze legerplaats door
brand is verwoest, wat de kannine-
faten onder Brinno als een van hun
heldendaden boekten. De opstand
werd onderdrukt en Cerealis bouwde
in Valkenburg in of kort na 70 een
nieuwe vesting. Werden tot dan toe
hout en aarde gebruikt, een deel van
de zesde vesting was van tufsteen.
De vervanging van al dat hout door
tufsteen bij de bouw van het zevende
Castellum kan samenhangen met de
inval van de Chauken tussen onge
veer 170 en 174, tegen wie de gouver
neur van de provincie Belgica, M.
Didius Severus Julianus hij was
later, in 193, nog een tijdje keizer
is opgetreden.
Ook wordt gemeld, dat aan het ze
vende Castellum de regering van Sep
timus Severus (193211), werd ge
bouwd. Deze vesting zou onder de
steeds toenemende druk van de Ger
manen op de grens van het Imperium
Romanum, rond 260 zijn opgeheven.
Niet is komen vast te staan of de
Castella alle of deels tot huisvesting
van niet meer dan één cohors (een
afdeling van het Romeinse leger, on
geveer 600 man sterk) hebben ge
diend.
Onderzoek
In 1962 geschiedde het onderzoek
de opgravingen begonnen in 1941
onder supervisie van prof. A. E. van
Giffen, prof. dr. H. T. Waterbolk en
prof. dr. W. Glasbergen, van wie de
laatste de dagelijkse leiding had. Vo
rig jaar werden 22.000 voorwerpen
geborgen, waarmee het totaal van
voorwerpen op 147.000 is gekomen.
Tot de jongste vondsten behoren o.m.
een bronzen beeldje van de Egypti
sche godin Isis, drie bronzen schild-
knoppen, een marmeren vijzel, stuk
ken van wastafeltjes en een fraai ver
sierde beker van terra sigillata.
Op een van de stukken van de was
tafeltjes staat aan wie het tafeltje
werd gezonden: een soldaat van de
cohors in Gallorum. De beker draagt
de signatuur van Masclus van La
Graufesenque en dateert uit ongeveer
het jaar 50.
Rattenkruit en bulldozers hebben in de eerste dagen dat de Neder
landse militairen het kamp in La Courtine opnieuw in gebruik na
men, een grote rol gespeeld. Beide artikelen waren hard nodig. Het
eerste om het ongedierte op te ruimen, het tweede om korte metten
te maken met een onbeschrijfelijke chaos.
Die woorden „ombeschrijfelijke
chaos" gebruikte de eerste lui
tenant arts Th. Sybesma (ver
bonden aan de vaste kampstaf)
die ons iets verteld heeft over
wat de Nederlanders in het
Nederlandse kamp aantroffen.
Op twee plaatsen in het kamp vond
men twee enorme vuilnisbelten waar
de rottende kadavers van kalveren
geen zeldzaam verschijnsel waren.
Even buiten het kamp lag nog een
derde vuilnisbelt. Met behulp van
bulldozers heeft de genie daar korte
metten meegemaakt. In recordtempo
po is dat vuil op een veilige plaats be
graven, maar de ratten die op die
vuilnisbelten welig tierden verspreid
den zich toen door het kamp. Al die
ratten, muizen en vliegen is men
daarna te lijf gegaan met rattenkruit
en andere chemicaliën. Met de ge
rechtvaardigd e voldoening van
iemand die een groot karwei snel tot
een goed eind heeft kunnen brengen
zegt dokter Sybesma: „de hygiëni
sche toestanden in het kamp zijn nu
goed".
ben buikklachten. Anderen lijden aan
een „voetbalknietje" dat ze hebben
opgelopen bij sportwedstrijden. Dok
ter Sybesma heeft in La Courtine
nog een grappige ontdekking gedaan.
Bijna alle patiënten die aan buik
klachten lijden, blijken afkomstig uit
het Nederland boven de Moerdijk,
waar men in de regel water heeft
dat minder ijzer en magnesiumhou
dend is dan beneden de Moerdijk. Dat
klopt met het feit dat het water ln
La Courtine ijzer- en magnesiumhou
dend is.
Omdat het drinkwater ln La Courtine
min of meer een zwak punt Is, wordt
geregeld een monster er van naar
Nederland opgezonden, waar het on
derzocht wordt. Speciaal is men bjj
dit onderzoek gespitst op de aanwe-
zikheid van dysentrie-, tyfus, en pa-
ratyfusbacUlen.
Mocht de kwaliteit van het water
precair worden dan kan ogenblikke
lijk overgeschakeld worden op een
voorraad door de genie gezuiverd wa
ter, die in de onmiddellijke nabijheid
van het hospitaal Grattadour wordt
aangehouden.
De medische dienst in La Courtine
waakt ook verder met de grootste
zorg over de gezondheid van de Ne
derlandse militairen. In de eerste
plaats beschikt men in het hospitaal
Grattadour over een zeer uitgebreide
medische outillage. Verder heeft men
zeer snelle transportmogelijkheden in
reserve. Zo kan bijvoorbeeld een pa
tiënt wiens toestand dat gewenst zou
maken, binnen vijf uur in een
Utrechts ziekenhuis op de operatie
tafel liggen.
Om dat zo te houden heeft de medi
sche dienst verscheidene maatregelen
getroffen. Er is een vuilnisdienst in
het leven geroepen, die uitstekend
werkt. Dageljjks wordt het brand
bare vuil opgehaald en ln verbran
dingsovens buiten het kamp vernie
tigd. De genie heeft verder een plaats
ingericht waar het niet brandbare
vuil begraven kan worden. Regelma
tig maken verder de artsen een rond
gang door het kamp om te controle
ren of de nodige hygiëne in acht ge
nomen wordt.
De gezondheidstoestand van de Ne
derlandse militairen die in La Cour
tine verblijven is uitstekend. Van de
bijna 2000 man zijn er op het ogen
blik enkelen opgenomen in het uit
stekend geoutilleerde militaire hospi
taal Grattadour. Enige daarvan heb-
De eerste volautomatische levensmidde
lenwinkel van Zwitserland is kortgele
den in gebruik genomen. De Levensmid
delenvereniging Ziirich, een streekorga-
nisatie van de Bond van Zwitserse Ver-
bruiksverenigingen, is eigenaar. In deze
winkel, die „Zirobot" heet, is een zeer
vernuftige verkoopautomaat, die door
een ingenieursbureau uit Ziirich is ont
wikkeld, een van de belangrijkste hulp
middelen. Deze winkel is vooral bedoeld
voor huisvrouwen, die het erg druk heb
ben en voor toeristen, die gedurende de
normale openingstijden geen gelegenheid
hebben inkopen te doen.
Aangezien de automaat weinig ruim
te in beslag neemt, kan men hem ook
plaatsen in reeds bestaande winkel
panden teneinde de verkoop te ver
snellen en personeel uit te sparen.
Het assortiment van de „Zirobot" be
staat uit honderd artikelen. Onder meer
brood, gebak, vleeswaren, eieren, zuivel-
produkten, chocolade, conserven, ver
pakte voedingsmiddelen, dranken, ge
neesmiddelen, gloeilampen en elektrische
zekeringen. Voor een etalage met druk
knoppen kiest de koper door een druk
op een van die knoppen de waren uit, die
dan uit de voorraadrekken in de kelder,
die ten dele ook als diepvriesinstallatie
zijn ingericht, automatisch op een trans
portband worden geschoven. Op een
bord verschijnt dan de prijs in verlichte
letters. Deze moet men dan in munten
maar niet zoals b(j gewone automa
ten in vastgestelde munten voldoen.
Nadat men het bedrag er Ingegooid
heeft, worden de waren in enkele secon
den met de lift vanuit de bergruimte
naar 'n warenwisselaar vervoerd. Tege
lijkertijd geeft de automaat de juiste
hoeveelheid wisselgeld en kortingszegels
terug. Een zekering verhindert dat men
niet geheel betaalde waren in ontvangst
kan nemen.
De voordelen van de „Zirobot" boven een
andere automaat bestaan hierin, dat
men een grotere sortering heeft en dat
de opslagruimte in de kelder een grotere
hoeveelheid van verschillende artikelen
waarborgt. En men behoeft deze voor
raad niet vaak aan te vullen. De opslag-
rekken zijn verstelbaar en men kan ook
zeer snel prijsveranderingen aangeven,
zodat een verandering van de sortering
weinig moeite kost. In de winkel in Zii
rich heeft men een prototype automaat
gebruikt, dat ongeveer 20Ö.000 Zwitser
se franken heeft gekost. Het zal van de
reacties bij het publiek afhangen of deze
winkel zal renderen en ook of men de
sortering nog aan de wensen van het pu
bliek moet aanpassen. Het is niet ln de
eerste plaats de bedoeling van deze win
kel de omzet te vergroten, of een middel
tegen het nijpende personeelstekort te
zijn, maar een middel om de klanten nog
beter te bedienen.
Misschien dacht Plesman daaraan te
rug toen hij een bemanning moest
samenstellen voor weer zo'n waag
stuk: het verkennen van een route
naar de West. Jan J. Hondong werd
uitverkoren. Zijn tweede vlieger was
Van Balkom Van der Molen ging
mee als marconist-navigator. En
Stolk heette de boordmecano. De Snip
vertrok op 15 december 1934 van I
Schiphol. Daar was toen een enorme
menigte op de been om de machine j
uit te wuiven. Er werd in die dagen i
intens meegeleefd met de vliegerij, i
Duizenden stonden ondanks de kou j
en regen te wachten op het startsein,
dat die avond uren op zich liet wach- i
ten. Er klonken spreekkoren over het j
veld. Jan J. Hondong besloot pas
tegen middernacht om dan toch maar j
te gaan, hoewel de weerberichten
steeds hopelozer bleken te worden.
Om half één waren de wielen los. j
„We zouden rechtstreeks naar Casa- j
blanca. Maar bij Marseille was de j
brandstof al bijna op na acht uur j
vliegen, terwijl de helft van deze j
tijd normaal zou zijn geweest voor die j
afstand. We tankten en vlogen die- j
zelfde morgen door. Maar onderweg j
kwam via onze radio bericht, dat er i
niet kon worden geland op de door-
weekte vliegterreinen van Tanger en
Tetuan. En Casablanca mocht in
donker niet worden aangevlogen. We
moesten terug naar Alicante, Por
tugal. Pas de volgende dag was De
Snip in Casablanca. Geen tijd om te
rusten. Na enkele uren slaap een
moeilijke start op weg naar de
Kaap Verdische Eilanden. Daar kre
gen de motoren hun laatste inspectie
voor de lange ruk. We vertrokken
heel moeilijk op de avond van de
zeventiende van Porto-Praia". In de
cabine had de technische dienst ex
tra-tanks gestouwd. De rieten stoe
len waren verwijderd.
Slecht weer trof ook toen De Snip.
En dat ondanks alle gunstige voor
spellingen van de deskundigen, die
meenden de hier heersende passaat
winden te kennen.
Dreunend klinkt het geluid van honderden, onbeslagen
hoeven op het platgetrapte gras, wild wapperen de ver
warde manen in de wind, de jonge hoogbenlge veulens
drukken zich angstig tegeii hun moeder aan. De aan
voerder van de kudde probeert uit te breken, tevergeefs
echter, want de kudde wordt door een aantal handige
drijvers onverbiddelijk in de hoefijzervormige arena
gejaagd. De wilde dieren aanvaarden ten slotte, mistroos
tig deze vrijheidsberoving, maar wanneer een aantal
mannen de kudde benadert, worden de paarden weer
onrustig. Nu begint een schouwspel, dat ln Europa enig
in zijn soort is.
Deze bij het plaatsje Dülmen in Westfalen levende
kudde paarden telt bijna 200 hengsten, merries en veu
lens; zij zijn het trotse bezit van de hertog von Croy
Op de keeper beschouwd zijn deze behendige dieren, die
slechts een stokmaat van 1,25 tot 1,30 meter hebben
eigenlijk geen echte „wilde" paarden, maar net als de
Amerikaanse mustangs, verwilderde, oorspronkelijk
tamme dieren. Dit doet echter niets af aan de wildheid
van dit ras, de dieren staan praktisch even hoog in het
bloed als de wilde paarden die eeuwen geleden over de
Noordeuropese steppen trokken. Reeds meer dan 600
jaar leeft deze kudde in het heide- en veengebied nabi;
Dülmen, want in oude geschriften uit 1321 wordt reedè
van het bestaan van deze kudde gewag gemaakt. Waai
de dieren oorsronkelijk vandaan komen is nog steeds
niet bekend.
Dat de kudde door de steeds voortschrijdende civilisatie
niet is verdwenen, is te danken aan de hertogen vor,
Croy, die al sinds 1803 op hun geweldige landgoed bi,
Dülmen zetelen. Vooral de huidige hertog Karl von Croj
heeft zich beijverd de kudde in stand te houden. Een
halve eeuw lang zorgt deze thans 74-jarige man al voor
de paarden en hij is er zelfs ingeslaagd, dank zij grote
persoonlijke opofferingen de dieren tijdens de moeilijke
oorlogsjaren te behouden.
Een terrein van 225 ha weide-, heide- en ondoordring
baar bosgebied dient deze oudste Europese stoeterijals
verblijfplaats. Hier leven de dieren het gehele jaar in de
openlucht, volkomen aan zichzelf overgelaten, bij ge
boorte en ziekte en zelfs tijdens strenge winters. Bij
abnormale sneeuwval wordt er echter soms wat voedsel
gestrooid. Deze harde levensvoorwaarden zorgen ervoor
dat de dieren door de natuur reeds worden geselecteerd
want alleen de sterkste en gezondste paarden weten
zich in leven te houden. Hierdoor is dit Dülmer paaro
tot een der soberste en hardste rassen geworden. Dt
dieren zijn zeer sterk en bereiken vaak hoge leeftijden
daarnaast zijn zij ondanks hun wildheid vrij gemakkelijk
te temmen.
Slechts eenmaal per jaar komen deze wüde diere:
direct met de mens in aanraking. Tegen het einde vai
de lente zijn er naar schatting twintig- tot dertigduizenc
mensen, waaronder vele buitenlanders, getuige van he.
vangen der eenjarige hengsten. Om vechtpartijen en in
teelt in de kudde te voorkomen worden deze elk jaar ui
de kudde verwijderd, ze worden gevangen en krijger
voor het eerst een halster om, vervolgens worden zi;
met het teken van de kudde, twee ineengevlochten let
ters C met daarboven de hertogskroon, gebrandmerki
De dieren wennen vrij spoedig aan de gevangenschap
zjj sluiten vriendschap met de mens en wanneer zij een
goede behandeling -{rijgen, zijn zij op een leeftijd van
31/2 3 aar zo tam, dat zij zich gewillig laten inspan
nen. De Dülmer paarden worden dankzij hun goed<
eigenschappen zeer gewaardeerd en bij de verkoop van
de dieren worden er dan ook zeer goede prijzen gemaakt
Het voortbestaan van de kudde wordt verzekerd dooi
eersteklas dekhengsten, die vaak uit Poolse stoeterijen
afkomstig zjjn. Zodoende wordt er zorg voor gedragen
dat er steeds vers bloed in de kudde wordt gebracht
Richard Wilm.
t uit
een licht stalen drijf-
lichaam waaronder een
zware drukvaste gon
del voor de bemanning
is bevestigd.
luchtkamer voor
stabiliteit; bij dut
ken met water
gevuld.
ballast tank
De bathyscaaf is
een duiktoestel
voor diepzeeonder-
zoek en geschikt
om tot grote diep-
ten te duiken (tot
over 10.000 m
De bediening is als bij een lucht- I
ballon. Het drijflichaam is gevuld
met benzine, wat een lager soor
telijk gewicht (minder dichtheid)
heeft dan water. Het totale ge
wicht van drijflichaam, ballast,gon
del en benzine is in evenwicht met
het verplaatste water, zodat het
toestel in het water blijft zweven.
Om te duiken laat men nu een
weinig benzine aan de bovenzijde
ontsnappen. Door een opening aan
de onderzijde zal dan een zelfae
hoeveelheid water binnenstromen.
STIJGEN
^TVrT:~rTr~:~r/
In de gondelwaarin de bemanning
en het instrumentarium voor de waar
nemingen is, heerst een normale
luchtdruk van 1 atmosfeer. De gondel
heeft op 10.000 m een druk van
1000 kg per vierkonte centimeter.
De bolvormige gondel wordt afgeslo
ten door een mangat-deksel, waar
achter een schacht naar de brug voert!
Gedurende de duik is de schacht met
water gevuld.
Door deze opening staat het drijf
lichaam in open verbinding met
het water, zodat volume verande
ringen van de benzine door het in-
en uitstromen van water worden
gecompenseerd. Het drijflichaam
behoeft dus niet tegen druk be
stand te zijn. Het stijgen gaat,even
als bij een luchtballon, door wot
stalen ballast kogeltjes te laten val
len.
9
Met de bathyscaaf is het
mogelijk de grootst beken
de diepten, zoals de Ma-
rianentrog 11.500m, te
onderzoeken. De druk van
het water neemt iedere
10 m met ca 1 atmosfeer
toe zodat op 10.000m dus
1000 atm. of 1000 kg op el
ke vierkante centimeter drukt.