„We zijn met z'n negenen begonnen" Eerste vijand in La Courtine, het ongedierte, onschadelijk gemaakt De wilde paarden van de hertog van Croy Eerste volautomatische winkel in Zwitserland RESTEN VAN ZEVEN ROMEINSE VESTINGEN GEVONDEN „Onbeschrijfelijke chaos" in Frans kamp Dank zij Nederlandse gevoel voor hygiëne nu alles weer normaal Kosten: ruim 200.000 Zwitserse franken Jan Hondong van de Snip blikt terug Naar de Oost Contact verbroken De vlag in Ontsnapt Grootste archeologische onderneming 147.000 voorwerpen werden geborgen Vuilmsdienst WOENSDAG 14 AUGUSTUS 1963 Z<?mUWS- PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT zonlicht dringt tot co 200 m door IQOOm jvostelond k i diepzeetrog I oceaan- bodem 5000 m jbathyscaaf 10000'rnV Idiepzeeslik] Itrap naar |de brug [schacht mangat' .patrijspoort duikmeter Itussenschot Idrijflichaam; [schijnwerper) tanks met benzine l Schacht GONDEÜ (Van onze Amsterdamse redacteur) Ian J. Hondong houdt van de verte. Daarom ook is deze K.L.M.-vlieger „van het eerste uur" na zijn pensionering gaan wonen aan de stille boulevard in Zandvoort. Hij ziet daar uit zijn huiskamer over zee een wij de horizon, die hem herinnert aan de hemelavonturen van toen. Het was deze piloot, die geschiedenis maakte door als eerste de oversteek te wagen naar de West. Dat gebeurde met de kerstpost in december 1934. Een historische vlucht van de drie-motorige Fokker F-18 PH-AIS, ofwel „De Snip". Het toestel staat nu als museumstuk opgesteld aan de overkant van die enorme oceaan. „Mijn vrouw en ik hebben de kist nog eens goed bekeken, toen we er pre cies een kwart eeuw later weer naast stonden, tijdens de feestelijkheden in 1959. Hij zag er heel wat mooier uit dan destijds" Baas Plesman had een ervaren knaap uitgezocht voor het experiment. Jan J. Hondong was al meer dan tien jaar in dienst bij de K.L.M. Ook hij kwam uiteraard uit de militaire „school" van Soesterberg, in 1923. „We hadden ln die dagen maar drie lijnen: Londen, Parijs en Hamburg. En elke trip was een avontuur. Het vliegen gebeurde alleen en uitsluitend op zicht. Als er onderweg mist kwam opzetten of noodweer, dan gingen we terug of maakten een noodlanding. De beslissing daartoe werd overigens altijd zo lang mogelijk uitgesteld. Want wie niet in de lucht was, die kreeg geen vlieggeld en ons basis salaris lag nogal laag toentertijd. Bovendien betekende het uitvallen van zo'n vlucht, dat de betrokken be manning per trein of boot naar de plaats van bestemming moest reizen meestal 's nachts om de vol gende morgen in iedei geval de re tourvlucht met een reservemachine te kunnen maken. En op zondag werkten we niet, want het geronk van vliegtuigen verstoorde de rust. Trouwens, nog jaren hebben we na afschaffing van die beperking de dor pen vermeden als er kerkdiensten aan de gang konden zijn dat gold met name voor Zeeland". Ook Jan J. Hondong kwam al gauw op de wereldberoèmde route naar In- dlë. „Zo'n reis duurde uit en thuis een week of zes. In het begin van de jaren dertig werd een veertiendaagse dienst geopend. Van Amsterdam naar Batavia was het ruim honderd uur vliegen". Het traject ging zo veel mogelijk over land. Maar door „diplomatieke moeilijkheden" moest op een gegeven moment de sprong worden gewaagd over de Middellandse Zee. Dat was in 1929. Turkije weigerde toen toestem ming te geven om over zijn grondge bied te vliegen. Gezagvoerder Jan J. Hondong kreeg opdracht te proberen zijn koers te kiezen via Athene naar Cairo. Hij deed dat zonder aarzelen: in die tijd een geweldige prestatie geen radio, en dus ook geen weerbe richt. Ergens beneden voer de bekende on derzeeboot van onze marine: K-18. Dit schip zou behulpzaam zijn door het geven van peilingen. Maar De Snip kreeg al vrij gauw radio-pech. Er ontstond een antenne-brand en er sloegen twee lampen door. Contact verbroken. De bemanning moest ver trouwen op instrumenten als kompas en hoogtemeter. Na zes uur vliegen ln het donker op anderhalve kilometer boven de gol ven klonk ineens een schreeuw boven het monotone gedaver uit. De ben zinetoevoer liep terug en meteen reageerden de motoren. Jan J. Hon dong en zijn mannen hielden hun adem in. De kist zakte snel Wat was er aan de hand? In de grote extra tanks moest ónderdruk zijn ontstaan daardoor werd de brandstof terug gezogen in plaats van opgepompt. Enkele kranen werden snel gesloten. Een benauwd moment. Overschake len naar de normale „aanvoer". En ineens liepen de motoren weer aan. De spanning brak. Gezagvoerder Jan J. Hondong liet zijn machine die gedaald was tot onder de driehon derd meter langzaam weer terug klimmen. „Verder is alles prima ge gaan", zo vertelt hij nu. „We zagen na ruim veertien uur land: de kust van Brazilië. De rest was kinderspel. Om acht uur 's morgens landden we op het vliegveld Zanderij van Para maribo. Daar stond net zo'n menigte te wachten als bij ons vertrek van Schiphol". Telegrammen schoten over de oceaan naar de thuishaven. Daar zaten die hele nacht natuurlijk de vier vrouwen van de bemanning te wachten. En niemand van het grondpersoneel had de moed ze te vertellen, dat een ander nog veel beroemder toestel diezelfde nacht werd vermist: De Uiver, van de Melboume-race. De dag voor het vertrek van Schiphol naar de West: 14 de cember 1934. De Snip stond kant en klaar op het platform. Van de bemanning werd deze „staatsiefoto" gemaakt. Links staat Van der Molen marco nist; hij werd in 1945 door „rampokkers" op de Poentjak bij Bandoeg vermoord. Naast hem gezagvoerder Jan J. Hon dong. Vervolgens de nu in Warmond wonende toen tweede vlieger Van Balkom. En ten slotte mecano Stolk, die is geëmigreerd naar Aus tralië. Mevrouw Hondong weet nog heel goed, dat ze opgetogen naar huis ging na het bericht dat haar man behou den was aangekomen. Ze stak dat hoorde erbij de vlag uit. „Even later ging de telefoon. De buren vroegen me waarom ik dat deed ter wijl het hele land rouwde om het ver lies van De Uiver" In de West hoorde gezagvoerder Hon dong het vreselijke nieuws enkele uren na aankomst. Zijn collega Beek man was neergestort in de woestijn van Syrië. Natuurlijk werden de festivteiten af gelast. Bijna onopgemerkt vertrok De Snip naar Curagao. Vandaar ging het zelfs nog door tot Aruba. De bemanning ontving een ter plaatse gedolven miniatuur-klomp goud. Gezagvoerder Jan J. Hondong bleef vier maanden. Hij bouwde een doel treffend luchtnet op voor de K.L.M. „Maar ik wilde er niet blijven. Ples man bood me aan hoofd van de dienst daar te worden. Ik weigerde, vooral ook omdat een malaria-aanval me wekenlang had geteisterd". Per boot kwam hij terug naar Neder land. „Ik moest bij Fokker komen. Van hem kreeg ik die prachtige Friese klok. Dat was toen een harte- wens van ons. Hij loopt nog altijd prima, maar het slagwerk stelt niet veel meer voor. Kijk, er is een zilve ren plaat met inscriptie op aange bracht". In huize Hondong herinneren uiter aard meer souvenirs aan de fameuze tocht. Zo hangt er een fraai wand bord van Delfs-blauw. „Een geschenk van Grave. Daar ben ik geboren". En de K.L.M.-directie stuurde een zilve ren sigarendoos, met de route er op gegraveerd. Verder staan en liggen overal snuisterijen, ook van andere reizen. Gezagvoerder Hondong heeft op alle voor-oorlogse lijnen gevlogen bij de K.L.M. Veel naar het Verre-Oosten. „Op de thuisreis eindigden we meest al in Napels. Dan moesten we met de trein terug naar huis. Op 4 mei 1940 reed ik aldus dwars door Duitsland. De volgende dag ruilde ik een vlucht op Londen. Een collega van me had dienst op de achtste en vroeg me of ik wilde overnemen, dan zou hij de negende gaan. Goed. En daardoor ontsnapte Hondong aan de bezetting". Na de oorlog klom gezagvoerder Jan J. Hondong meteen weer „op de bok". Nog drie jaar vloog hij. „In 1948 kreeg ik een baan op de grond. En dat gaf me nog meer gelegenheid om te werken aan de sociale verbetering van het korps via de Vereniging van K.L.M.-vliegers". Jan J. Hondong be hoorde tot de oprichters van deze or ganisatie en werd later benoemd tot erelid. Nu tien jaar terug verliet hij de maatschappij. „Het was welletjes geweest. En eerlijk gezegd: de ro mantiek bestond niet meer. We wa ren een echte zaak geworden, die geld moest verdienen en dat met zo verschrikkelijk veel mensen" Gezagvoerder Jan J. Hondong staart naar buiten en taxeert het wolken dek. Langzaam zegt hij: „We zijn met z'n negenen begonnen indertijd". De grootste archeologische on- verband houdt met de verovering van - Britannië in het jaar 43. Een paar jaar later werd een nieuwe gebouwd, die eveneens een korte levensduur derneming in ons land vormt de reeks opgravingen in de dorps heuvel van Valkenburg aan de Rijn. De grondslagen werden daarbij ontdekt van zeven Ro meinse vestingen. De eerste werd gebouwd van aarde en hout, vermoedelijk in het jaar 42 na Christus, de laatste zou zijn opgeheven in de tweede helft van de derde eeuw en be stond uit aarde en tufsteen. Bij de opgravingen werden niet minder dan 147.000 voorwerpen geborgen, die ter plaatse wer den gedetermineerd en beschre ven. Dit blijkt uit het verslag over het jaar 1962, gedaan door Gedeputeerde Staten aan de provinciale staten van Zuid-Holland. De oudste vesting had een oppervlak te van 1,4 hectarre en in de loop der jaren werd bij herbouw de vesting telkens een beetje groter, zodat de laatste een terrein van 1,71 ha heeft beslagen. Aangenomen wordt, dat de eerste vesting op de een of andere wijze was beschoren. Bij gelegenheid van een inval van Chaukische zeerovers in 47 onder lei ding van de kanninefaat Gannascus zou de derde vesting zijn verwoest. In datzelfde jaar, zo menen de ar cheologen, is de veldheer Corbulo naar het Rijnmondingsgebied ge stuurd om de Chauken te verdrijven. Corbulo stichtte toen het vierde Cas- tellum. Opstand Aangenomen wordt voorts, dat bij de aanvang van de Batavenopstand in 69 onder Civilis deze legerplaats door brand is verwoest, wat de kannine- faten onder Brinno als een van hun heldendaden boekten. De opstand werd onderdrukt en Cerealis bouwde in Valkenburg in of kort na 70 een nieuwe vesting. Werden tot dan toe hout en aarde gebruikt, een deel van de zesde vesting was van tufsteen. De vervanging van al dat hout door tufsteen bij de bouw van het zevende Castellum kan samenhangen met de inval van de Chauken tussen onge veer 170 en 174, tegen wie de gouver neur van de provincie Belgica, M. Didius Severus Julianus hij was later, in 193, nog een tijdje keizer is opgetreden. Ook wordt gemeld, dat aan het ze vende Castellum de regering van Sep timus Severus (193211), werd ge bouwd. Deze vesting zou onder de steeds toenemende druk van de Ger manen op de grens van het Imperium Romanum, rond 260 zijn opgeheven. Niet is komen vast te staan of de Castella alle of deels tot huisvesting van niet meer dan één cohors (een afdeling van het Romeinse leger, on geveer 600 man sterk) hebben ge diend. Onderzoek In 1962 geschiedde het onderzoek de opgravingen begonnen in 1941 onder supervisie van prof. A. E. van Giffen, prof. dr. H. T. Waterbolk en prof. dr. W. Glasbergen, van wie de laatste de dagelijkse leiding had. Vo rig jaar werden 22.000 voorwerpen geborgen, waarmee het totaal van voorwerpen op 147.000 is gekomen. Tot de jongste vondsten behoren o.m. een bronzen beeldje van de Egypti sche godin Isis, drie bronzen schild- knoppen, een marmeren vijzel, stuk ken van wastafeltjes en een fraai ver sierde beker van terra sigillata. Op een van de stukken van de was tafeltjes staat aan wie het tafeltje werd gezonden: een soldaat van de cohors in Gallorum. De beker draagt de signatuur van Masclus van La Graufesenque en dateert uit ongeveer het jaar 50. Rattenkruit en bulldozers hebben in de eerste dagen dat de Neder landse militairen het kamp in La Courtine opnieuw in gebruik na men, een grote rol gespeeld. Beide artikelen waren hard nodig. Het eerste om het ongedierte op te ruimen, het tweede om korte metten te maken met een onbeschrijfelijke chaos. Die woorden „ombeschrijfelijke chaos" gebruikte de eerste lui tenant arts Th. Sybesma (ver bonden aan de vaste kampstaf) die ons iets verteld heeft over wat de Nederlanders in het Nederlandse kamp aantroffen. Op twee plaatsen in het kamp vond men twee enorme vuilnisbelten waar de rottende kadavers van kalveren geen zeldzaam verschijnsel waren. Even buiten het kamp lag nog een derde vuilnisbelt. Met behulp van bulldozers heeft de genie daar korte metten meegemaakt. In recordtempo po is dat vuil op een veilige plaats be graven, maar de ratten die op die vuilnisbelten welig tierden verspreid den zich toen door het kamp. Al die ratten, muizen en vliegen is men daarna te lijf gegaan met rattenkruit en andere chemicaliën. Met de ge rechtvaardigd e voldoening van iemand die een groot karwei snel tot een goed eind heeft kunnen brengen zegt dokter Sybesma: „de hygiëni sche toestanden in het kamp zijn nu goed". ben buikklachten. Anderen lijden aan een „voetbalknietje" dat ze hebben opgelopen bij sportwedstrijden. Dok ter Sybesma heeft in La Courtine nog een grappige ontdekking gedaan. Bijna alle patiënten die aan buik klachten lijden, blijken afkomstig uit het Nederland boven de Moerdijk, waar men in de regel water heeft dat minder ijzer en magnesiumhou dend is dan beneden de Moerdijk. Dat klopt met het feit dat het water ln La Courtine ijzer- en magnesiumhou dend is. Omdat het drinkwater ln La Courtine min of meer een zwak punt Is, wordt geregeld een monster er van naar Nederland opgezonden, waar het on derzocht wordt. Speciaal is men bjj dit onderzoek gespitst op de aanwe- zikheid van dysentrie-, tyfus, en pa- ratyfusbacUlen. Mocht de kwaliteit van het water precair worden dan kan ogenblikke lijk overgeschakeld worden op een voorraad door de genie gezuiverd wa ter, die in de onmiddellijke nabijheid van het hospitaal Grattadour wordt aangehouden. De medische dienst in La Courtine waakt ook verder met de grootste zorg over de gezondheid van de Ne derlandse militairen. In de eerste plaats beschikt men in het hospitaal Grattadour over een zeer uitgebreide medische outillage. Verder heeft men zeer snelle transportmogelijkheden in reserve. Zo kan bijvoorbeeld een pa tiënt wiens toestand dat gewenst zou maken, binnen vijf uur in een Utrechts ziekenhuis op de operatie tafel liggen. Om dat zo te houden heeft de medi sche dienst verscheidene maatregelen getroffen. Er is een vuilnisdienst in het leven geroepen, die uitstekend werkt. Dageljjks wordt het brand bare vuil opgehaald en ln verbran dingsovens buiten het kamp vernie tigd. De genie heeft verder een plaats ingericht waar het niet brandbare vuil begraven kan worden. Regelma tig maken verder de artsen een rond gang door het kamp om te controle ren of de nodige hygiëne in acht ge nomen wordt. De gezondheidstoestand van de Ne derlandse militairen die in La Cour tine verblijven is uitstekend. Van de bijna 2000 man zijn er op het ogen blik enkelen opgenomen in het uit stekend geoutilleerde militaire hospi taal Grattadour. Enige daarvan heb- De eerste volautomatische levensmidde lenwinkel van Zwitserland is kortgele den in gebruik genomen. De Levensmid delenvereniging Ziirich, een streekorga- nisatie van de Bond van Zwitserse Ver- bruiksverenigingen, is eigenaar. In deze winkel, die „Zirobot" heet, is een zeer vernuftige verkoopautomaat, die door een ingenieursbureau uit Ziirich is ont wikkeld, een van de belangrijkste hulp middelen. Deze winkel is vooral bedoeld voor huisvrouwen, die het erg druk heb ben en voor toeristen, die gedurende de normale openingstijden geen gelegenheid hebben inkopen te doen. Aangezien de automaat weinig ruim te in beslag neemt, kan men hem ook plaatsen in reeds bestaande winkel panden teneinde de verkoop te ver snellen en personeel uit te sparen. Het assortiment van de „Zirobot" be staat uit honderd artikelen. Onder meer brood, gebak, vleeswaren, eieren, zuivel- produkten, chocolade, conserven, ver pakte voedingsmiddelen, dranken, ge neesmiddelen, gloeilampen en elektrische zekeringen. Voor een etalage met druk knoppen kiest de koper door een druk op een van die knoppen de waren uit, die dan uit de voorraadrekken in de kelder, die ten dele ook als diepvriesinstallatie zijn ingericht, automatisch op een trans portband worden geschoven. Op een bord verschijnt dan de prijs in verlichte letters. Deze moet men dan in munten maar niet zoals b(j gewone automa ten in vastgestelde munten voldoen. Nadat men het bedrag er Ingegooid heeft, worden de waren in enkele secon den met de lift vanuit de bergruimte naar 'n warenwisselaar vervoerd. Tege lijkertijd geeft de automaat de juiste hoeveelheid wisselgeld en kortingszegels terug. Een zekering verhindert dat men niet geheel betaalde waren in ontvangst kan nemen. De voordelen van de „Zirobot" boven een andere automaat bestaan hierin, dat men een grotere sortering heeft en dat de opslagruimte in de kelder een grotere hoeveelheid van verschillende artikelen waarborgt. En men behoeft deze voor raad niet vaak aan te vullen. De opslag- rekken zijn verstelbaar en men kan ook zeer snel prijsveranderingen aangeven, zodat een verandering van de sortering weinig moeite kost. In de winkel in Zii rich heeft men een prototype automaat gebruikt, dat ongeveer 20Ö.000 Zwitser se franken heeft gekost. Het zal van de reacties bij het publiek afhangen of deze winkel zal renderen en ook of men de sortering nog aan de wensen van het pu bliek moet aanpassen. Het is niet ln de eerste plaats de bedoeling van deze win kel de omzet te vergroten, of een middel tegen het nijpende personeelstekort te zijn, maar een middel om de klanten nog beter te bedienen. Misschien dacht Plesman daaraan te rug toen hij een bemanning moest samenstellen voor weer zo'n waag stuk: het verkennen van een route naar de West. Jan J. Hondong werd uitverkoren. Zijn tweede vlieger was Van Balkom Van der Molen ging mee als marconist-navigator. En Stolk heette de boordmecano. De Snip vertrok op 15 december 1934 van I Schiphol. Daar was toen een enorme menigte op de been om de machine j uit te wuiven. Er werd in die dagen i intens meegeleefd met de vliegerij, i Duizenden stonden ondanks de kou j en regen te wachten op het startsein, dat die avond uren op zich liet wach- i ten. Er klonken spreekkoren over het j veld. Jan J. Hondong besloot pas tegen middernacht om dan toch maar j te gaan, hoewel de weerberichten steeds hopelozer bleken te worden. Om half één waren de wielen los. j „We zouden rechtstreeks naar Casa- j blanca. Maar bij Marseille was de j brandstof al bijna op na acht uur j vliegen, terwijl de helft van deze j tijd normaal zou zijn geweest voor die j afstand. We tankten en vlogen die- j zelfde morgen door. Maar onderweg j kwam via onze radio bericht, dat er i niet kon worden geland op de door- weekte vliegterreinen van Tanger en Tetuan. En Casablanca mocht in donker niet worden aangevlogen. We moesten terug naar Alicante, Por tugal. Pas de volgende dag was De Snip in Casablanca. Geen tijd om te rusten. Na enkele uren slaap een moeilijke start op weg naar de Kaap Verdische Eilanden. Daar kre gen de motoren hun laatste inspectie voor de lange ruk. We vertrokken heel moeilijk op de avond van de zeventiende van Porto-Praia". In de cabine had de technische dienst ex tra-tanks gestouwd. De rieten stoe len waren verwijderd. Slecht weer trof ook toen De Snip. En dat ondanks alle gunstige voor spellingen van de deskundigen, die meenden de hier heersende passaat winden te kennen. Dreunend klinkt het geluid van honderden, onbeslagen hoeven op het platgetrapte gras, wild wapperen de ver warde manen in de wind, de jonge hoogbenlge veulens drukken zich angstig tegeii hun moeder aan. De aan voerder van de kudde probeert uit te breken, tevergeefs echter, want de kudde wordt door een aantal handige drijvers onverbiddelijk in de hoefijzervormige arena gejaagd. De wilde dieren aanvaarden ten slotte, mistroos tig deze vrijheidsberoving, maar wanneer een aantal mannen de kudde benadert, worden de paarden weer onrustig. Nu begint een schouwspel, dat ln Europa enig in zijn soort is. Deze bij het plaatsje Dülmen in Westfalen levende kudde paarden telt bijna 200 hengsten, merries en veu lens; zij zijn het trotse bezit van de hertog von Croy Op de keeper beschouwd zijn deze behendige dieren, die slechts een stokmaat van 1,25 tot 1,30 meter hebben eigenlijk geen echte „wilde" paarden, maar net als de Amerikaanse mustangs, verwilderde, oorspronkelijk tamme dieren. Dit doet echter niets af aan de wildheid van dit ras, de dieren staan praktisch even hoog in het bloed als de wilde paarden die eeuwen geleden over de Noordeuropese steppen trokken. Reeds meer dan 600 jaar leeft deze kudde in het heide- en veengebied nabi; Dülmen, want in oude geschriften uit 1321 wordt reedè van het bestaan van deze kudde gewag gemaakt. Waai de dieren oorsronkelijk vandaan komen is nog steeds niet bekend. Dat de kudde door de steeds voortschrijdende civilisatie niet is verdwenen, is te danken aan de hertogen vor, Croy, die al sinds 1803 op hun geweldige landgoed bi, Dülmen zetelen. Vooral de huidige hertog Karl von Croj heeft zich beijverd de kudde in stand te houden. Een halve eeuw lang zorgt deze thans 74-jarige man al voor de paarden en hij is er zelfs ingeslaagd, dank zij grote persoonlijke opofferingen de dieren tijdens de moeilijke oorlogsjaren te behouden. Een terrein van 225 ha weide-, heide- en ondoordring baar bosgebied dient deze oudste Europese stoeterijals verblijfplaats. Hier leven de dieren het gehele jaar in de openlucht, volkomen aan zichzelf overgelaten, bij ge boorte en ziekte en zelfs tijdens strenge winters. Bij abnormale sneeuwval wordt er echter soms wat voedsel gestrooid. Deze harde levensvoorwaarden zorgen ervoor dat de dieren door de natuur reeds worden geselecteerd want alleen de sterkste en gezondste paarden weten zich in leven te houden. Hierdoor is dit Dülmer paaro tot een der soberste en hardste rassen geworden. Dt dieren zijn zeer sterk en bereiken vaak hoge leeftijden daarnaast zijn zij ondanks hun wildheid vrij gemakkelijk te temmen. Slechts eenmaal per jaar komen deze wüde diere: direct met de mens in aanraking. Tegen het einde vai de lente zijn er naar schatting twintig- tot dertigduizenc mensen, waaronder vele buitenlanders, getuige van he. vangen der eenjarige hengsten. Om vechtpartijen en in teelt in de kudde te voorkomen worden deze elk jaar ui de kudde verwijderd, ze worden gevangen en krijger voor het eerst een halster om, vervolgens worden zi; met het teken van de kudde, twee ineengevlochten let ters C met daarboven de hertogskroon, gebrandmerki De dieren wennen vrij spoedig aan de gevangenschap zjj sluiten vriendschap met de mens en wanneer zij een goede behandeling -{rijgen, zijn zij op een leeftijd van 31/2 3 aar zo tam, dat zij zich gewillig laten inspan nen. De Dülmer paarden worden dankzij hun goed< eigenschappen zeer gewaardeerd en bij de verkoop van de dieren worden er dan ook zeer goede prijzen gemaakt Het voortbestaan van de kudde wordt verzekerd dooi eersteklas dekhengsten, die vaak uit Poolse stoeterijen afkomstig zjjn. Zodoende wordt er zorg voor gedragen dat er steeds vers bloed in de kudde wordt gebracht Richard Wilm. t uit een licht stalen drijf- lichaam waaronder een zware drukvaste gon del voor de bemanning is bevestigd. luchtkamer voor stabiliteit; bij dut ken met water gevuld. ballast tank De bathyscaaf is een duiktoestel voor diepzeeonder- zoek en geschikt om tot grote diep- ten te duiken (tot over 10.000 m De bediening is als bij een lucht- I ballon. Het drijflichaam is gevuld met benzine, wat een lager soor telijk gewicht (minder dichtheid) heeft dan water. Het totale ge wicht van drijflichaam, ballast,gon del en benzine is in evenwicht met het verplaatste water, zodat het toestel in het water blijft zweven. Om te duiken laat men nu een weinig benzine aan de bovenzijde ontsnappen. Door een opening aan de onderzijde zal dan een zelfae hoeveelheid water binnenstromen. STIJGEN ^TVrT:~rTr~:~r/ In de gondelwaarin de bemanning en het instrumentarium voor de waar nemingen is, heerst een normale luchtdruk van 1 atmosfeer. De gondel heeft op 10.000 m een druk van 1000 kg per vierkonte centimeter. De bolvormige gondel wordt afgeslo ten door een mangat-deksel, waar achter een schacht naar de brug voert! Gedurende de duik is de schacht met water gevuld. Door deze opening staat het drijf lichaam in open verbinding met het water, zodat volume verande ringen van de benzine door het in- en uitstromen van water worden gecompenseerd. Het drijflichaam behoeft dus niet tegen druk be stand te zijn. Het stijgen gaat,even als bij een luchtballon, door wot stalen ballast kogeltjes te laten val len. 9 Met de bathyscaaf is het mogelijk de grootst beken de diepten, zoals de Ma- rianentrog 11.500m, te onderzoeken. De druk van het water neemt iedere 10 m met ca 1 atmosfeer toe zodat op 10.000m dus 1000 atm. of 1000 kg op el ke vierkante centimeter drukt.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 15