Orthodoxe kerken treden uit isolement van eeuwen NIEUWS VAN OVERAL Kerkelijk bejaardenwerk zal verder moeten uitgroeien Ontmoetingen op Athos, in Moskou en te Montreal Bidbrieven met wel en wee van de gemeenteleden zaterdagnummer EN DE Sri'5r'^ Wonen in tenten Renaissance in het Oosten NAAR MEER EENHEID Nog 2000 monniken Rome en Orthodoxie Nieuw leven Naijver Op naar de top van de Euromast Zaterdag 10 augustus 1963 (Van een medewerker). r\e oosterse orthodoxie, waar over al zo vaak het vonnis „verouderd", „versteend" en „fossiel" is uitgesproken, toont de laatste jaren een wonderlijke herleving. De Oosters Orthodo xe Kerken zijn bezig zichzelf, elkaar, de andere christelijke kerken en ook de wereld weer te vinden. Zij laten weer een krachtig en eigen geluid horen temidden van de wereld-chris tenheid. (Er zijn ongeveer 150 miljoen orthodoxe christenen in de wereld, naast 558 miljoen rooms-katholieken en 264 mil joen protestanten). Een symp toom van deze orthodoxe renais sance en van het naar voren tre den van de Orthodoxie in de we reldgemeenschap der kerken vormt de wereldconferentie voor geloof en kerkorde van de We reldraad van Kerken, in Mon treal, Canada. Op de discussie op deze con ferentie hebben de orthodoxe af gevaardigden, zowel van de Rus- «WWWVWWWWWWVtfWWWVtAAJWWWW sisch-Orthodoxe kerk als van de kerken, die onder het patriar chaat van Konstantinopel res sorteren, een werkzaam aandeel gehad. Op de berg Athos heeft de wereldgemeenschap der Or thodoxe Kerken onlangs het dui zendjarig bestaan van de kloos tergemeenschap van Athos ge vierd. In Moskou zijn leidende figuren uit de orthodoxe wereld de gasten van andere kerken bij een geweest om het gouden bis schopsjubileum van patriarch Alexis van Moskou te vieren. Volgend jaar zal op het eiland Rhodos de pre-synode van de Orthodoxe Kerken worden ge houden, die een synode van alle Orthodoxe Kerken moet voorbe reiden. Dit wordt een kerkver gadering, die èn in omvang èn in belangrijkheid is te vergelijken met het concilie van de R.-K. Kerk. Op dit concilie is de Ortho doxie, zij het slechts voor een deel, door waarnemers vertegen woordigd. De viering van het duizendjarig be staan van de kloostergemeenschap op het schiereiland Athos voor de Griek se noordoostkust, vormde een fees telijk hoogtepunt in de nieuwe ont wikkelingen in de Oosterse Ortho doxie. In geen eeuwen waren er zo veel patriarchen van de Orthodoxie bijeen geweest als bij deze jubileum viering. De kloostergemeenschap van de berg Athos telt thans nog een 2000 monniken. Zij leven óf gezamen lijk in een van de twintig grote kloos ters op het schiereiland, óf alleen als kluizenaar in hutten en holen tegen de hellingen van de „Heilige Berg". De eeuwen door heeft de gemeen schap weerstand weten te bieden aan de invloeden van de buitenwereld, maar de laatste tijd wordt de ge meenschap toch ernstig bedreigd door „de wereld", met name in de vorm van het moderne toerisme. Een ern stiger bedreiging voor het voortbe staan van de gemeenschap vormt evenwel de veroudering van de mon niken, doordat er bijna geen jongeren meer in de gemeenschap intreden. In zijn feestpredikatie op Athos zei patriarch Athenagoras van Konstan tinopel, onder wie de kloostergemeen schap ressorteert, dat de boodschap van Athos juist in deze tijd van ver wereldlijking en materialisme een bijzondere betekenis bezit. Hij zei ver der, dat Athos beschouwd moest wor den als het geestelijk centrum van de ganse Orthodoxie en dat zij zich wil stellen in dienst van de christe lijke eenheid. Vijf projecten gaf Athenagoras I aan om een renaissance van Athos te bevorderen: de oprichting van een pan-orthodoxe akademie die van tijd tot tijd bijzondere cursussen voor orthodoxe geestelijken organiseert en wel in het Antonius-klooster op de berg Athos; de oprichting van een christelijke akademie voor byzantijn se studies; de oprichting van een cen trum, waar orthodoxe priesters en bisschoppen gelegenheid zouden heb ben voor gedachtenwisseling en toe rusting op hun werk; het bijeenroe pen van conferenties en kleinere stu dieconferenties, die zich met actuele vraagstukken zouden kunnen bezig- Advertentie) houden en daarmee de Orthodoxe Kerken zouden kunnen helpen, beter ingesteld te raken op de eisen, die de moderne tijd stelt; en ten slotte een intensieve bevordering van het opleiden van nieuwe monniken. Onder de Christenen in West-Euro pa heerst over het algemeen gro te onkunde ten aanzien van het Oos- ters-Orthodoxe Christendom. Op de televisie zien zij op gezette tjjden eer. reeks baardige figuren, meestal in processie, verschijnen. Het is een „soort rooms-katholicisme" met een hele reeks pausen, is de eerste in druk. „Wjj staan heel dicht bij de R.-K. Kerk wat het dogma betreft", aldus priester Anastasios Giannoula- tos van Athene, „maar op het gebied van het gevoel staan wij heel ver van haar af. Van de protestanten staan wij heel ver af in het dogma, maar wij staan heel dicht bij hen in onze christelijke gevoelens". Evenals Rome aanvaardt de Ortho doxie zowel de Heilige Schrift als de traditie als bronnen van openbaring. Zij erkent ook zeven sacramenten (de Reformatie alleen doop en avond maal en incidenteel de biecht), de leerstukken, die door de eerste zeven algemene concilies der ongedeelde kerk zijn aanvaard en de verering van Maria en de heiligen. Hoewel de Orthodoxie de Onbevlekte Ontvange nis van Maria en haar Hemelvaart niet als dogma erkent, zoals Rome, worden deze beide geloofsstukken in de praktijk toch door een wijde kring van gelovigen aanvaard. De Orthodoxie verwerpt evenwei het dog ma van de pauselijke onfeilbaarheid en wil niet verder gaan dan een er kenning van de paus in Rome als een „eerste onder gelijken". De leken ne men in de Orthodoxie een veel be langrijker plaats in dan in de Kerk van Rome. De priesters mogen, voor dat zij worden gewijd, huwen, maar zij kunnen dan geen bisschop meer worden. De Orthodoxie heeft bij lange na niet zulk een diepgaande invloed in wereldse zaken uitgeoefend als de kerken van Rome en de Reformatie in het westen. Dit komt onder andere doordat het zich veel meer concen treert op zijn „hemelse" liturgie en het mystieke leven en gebed. Allerlei historische factoren hebben hier ech ter ook een rol gespeeld. Toch komt ieder, die de Oosteuro- pese landen bezoekt, onder de indruk van de kracht, die de kerk daar, ondanks alle onderdrukking, nog bezit. De kerken in Rusland zijn 's zondags vol. De Russisch-Ortho- doxe Kerk doet steeds actiever mee aan de Oecumenische Beweging en het gesprek der kerken. Enkele ja ren geleden trad zij als lid toe tot de Wereldraad van Kerken. Zij zond tot ieders verrassing ook waarnemers naar het Tweede Vaticaanse Concilie in Rome. Onlangs ontving zij tachtig vertegenwoordigers van buitenlandse kerken, onder wie twee gedelegeerden van Rome als gasten bij de viering van het vijftigjarig bisschopsjubileum van patriarch Alexis van Moskou. Moskou is kennelijk weer bezig, een belangrijk centrum in de Orthodoxie te worden. In de V.S. beleven de Orthodoxe Ker ken er zijn er twaalf verschillen de ontstaan uit verschillende groepen emigranten uit Oost-Europa een tijdperk van bloei. In enkele jaren is het zielental van deze Orthodoxe Ker ken met 35 procent gegroeid tot zes miljoen. De zending van de Orthodoxie wordt de laatste tijd ook actiever, met name in de Afrikaanse landen. In Oeganda bestaat een bloeiende Orthodoxe Kerk met 20.000 leden. „Onze kerk is gezonder dan zij ooit ie geweest in de afgelopen duizend jaar", aldus patriarch Theodorios VI van Antiochië. Het patriarchaat van Antiochië, is, gesteund door bij dragen van Syrische en Libanese emigranten in de V.S., druk bezig met het restaureren van oude ker ken en de bouw van nieuwe. Het be zit ook een actieve jeugdbeweging en kan zich veroorloven, aan vele van zijn priesters een akademische vor ming te geven. In Griekenland worden de meeste van de 9000 priesters van de Grieks- Orthodoxe Kerk onderbetaald. Zij hebben ook meestal weinig opleiding ontvangen. De bisschoppen zijn vaak in twisten met de overheid gewik keld (de Griekse kerk is staatskerk). Het patriarchaat van Jeruzalem heeft geld genoeg om zijn priesters naar Europa te zenden voor hun oplei ding. De gelovigen, die vrijwel allen Arabieren zijn, moeten echter niet veel hebben van hun priesters, die meestal van Griekse afkomst zijn. Het patriarchaat van Alexandrië heeft zijn gebied in Egypte. Van de 250.000 Grieken en Arabieren, die tot dit patriarchaat behoorden, is onge veer de helft onder economische druk gedwongen, Egypte te verlaten. Van de anderhalf miljoen orthodoxe Chris tenen, die er nog in Turkije woon den vóór de Grieks-Turkse oorlog in 1922, zijn er slechts een 80.000 over gebleven. zenden naar de tweede zitting van het concilie, die op 29 september be gint. Ondanks alle strijd is er echter de laatste jaren ook een beweging naar meer eenheid in de Orthodoxie. De aanzet daartoe vormde het pan-ortho- doxe congres in 1961 op Rhodos, waar delegaties van twaalf van de vijftien hoofdkerken van de Orthodoxie spra ken over hervormingen in de litur gie en grotere eenheid. Dit congres zal in 1964 worden gevolgd door een pre-synode, die op haar beurt een synode van alle Orthodoxe Kerken moet voorbereiden. Met uitzondering van de Orthodoxe Kerken van Alba nië en Servië zijn nu alle Orthodoxi Kerken aangesloten bij de Wereld raad van Kerken. Wie nog nooit van bidbrieven heeft gehoord, denkt wellicht aan de bidprentjes, die rooms-katholieken aan familie en vrienden zenden, als iemand overleden is. En waarop staat te lezen: „Bidt voor de ziel van geborenoverledente Ook waren de bidbrieven, die wij be doelen geen formuliergebeden of ge beden van hogerhand aan de kerken voorgeschreven. Het waren helemaal De Oosterse Orthodoxie heeft in de loop der eeuwen veel te lijden ge had onder onderlinge naijver, machts strijd en nationale vooroordelen. Zij bestaat namelijk uit nationale ortho doxe kerken, die een grote mate van zelfstandigheid bezitten Vooral tus sen de patriarchen van Moskou, het „derde Rome", en van Konstantino pel, het „tweede Rome", is de naijver altijd groot geweest en nog altijd wordt de verhouding tussen beide vertroebeld door wantrouwen. Voor Konstantinopel was het bijvoorbeeld een pijnlijke verrassing, dat Moskou plotseling zonder overleg te plegen wel waarnemers naar het concilie in Rome zond, terwijl Konstantinopel en de Kerk van Griekenland dat niet deden. De Griekse Kerk en het pa triarchaat van Konstantinopel schij nen nu ten aanzien van het concilie besloten te hebben, één lijn te blijven trekken en ook geen waarnemers te Het hervormde kerkje in Nieuwvliet, dat dateert wit 1659, is een van de eerste kerken in een serie van vaste typen protestantse kerken. Behoudens enige restauraties waarvan de belangrijkste in 19^8 is de meer dan 300 jaar oude kerk nog volledig intact. Het interieur bevat nog enkele bijzondere, historische attributen. De prachtige kaarsen kroon in het midden van de kerk en de kansel dateren waarschijnlijk nog uit de stichtingsperiode. Curieus is de ijzeren standaard vóór de kanseltrap, die zo op het oog veel weg heeft van een doopvont. Vroeger droeg deze staander een zandloper, die na tweemaal omgedraaid te zijn, de predikant moest herinneren aan het naderend einde van zijn predikatie Op 11 oktober 1959 reeds toen was ds. Joh. Brezet er predikant vierde de gemeente het 300-jarig bestaan van het bouwwerk. Thans bestaat de hervormde gemeente van Nieuwvliet uit j51f zielen, waarvan er ongeveer 232 belijdend lidmaat zijn. (Foto P.Z.C.) geen gebeden, maar ze stonden wel met bidden in verband. Op deze bidbrieven werd namelijk aangetekend, welke leden der kerke lijke gemeente die in moeilijke om standigheden verkeerden aan de pre dikant de voorbede der gemeente vroegen. Voornamelijk in ae steden werd tot ongeveer 1840 van bidbrie ven gebruik gemaakt. Wie de voorbede der gemeente wenste, wendde zich schriftelijk of mondeling tot de koster. Deze hield op een bidbrief, een gedrukt formu lier, aantekening van de personen, die de voorbede vroegen en van de reden, Door B. J. DE MEIJ waarom die werd gevraagd, 's Zon dagsmorgens vóór de dienst begon, werd in de consistorie de door hem ingevulde bidbrief aan de predikant overhandigd. De bidbrief bestond uit twee delen: Gebeden en Dankzeggingen. Opmer kelijk dat eerst stond gedrukt om in te vullen „voor vrouwen in barens nood" en „voor kraamvrouwen in zwakke omstandigheden". Dit is ech ter te begrijpen als men weet, dat vroeger veel vrouwen in het kraam bed stierven. Vervolgens werden enkele ziekten ge noemd, bijvoorbeeld van personen, die „van de steen moesten gesneden worden". Dit is een blaasoperatie, waarbij een of meer stenen moesten worden verwijderd. Met de primitieve middelen dier dagen was een derge lijke operatie zo gevaarlijk, dat het febed der gemeente werd gevraagd, én laatste werd in de bidbrief mel ding gemaakt van personen, bezocht met toevallen of accidenten lichame lijk letsel) en van hen, die krankzin nig zijn of „in de memorie zijn ge slagen". Er kon ook een voorbede gevraagd worden voor gezinnen in druk kende omstandigheden en voor schip pers met hun volk en personen op ge vaarlijke reizen (men voer toen nog met zeilschepen). Natuurlijk was er op de bidbrief ge legenheid tot dankzegging voor per sonen, die van hun krankheden wa ren hersteld en voor hen, die in het bijzonder waren beweldadigd. Ook zij, die van een gevaarlijke reis behou den waren thuisgekomen, konden hun dank daarvoor in het midden der ge meente brengen. Het mensenhart was vroeger hetzelf de als thans. In nood zijnde wordt tot God om hulp geroepen, maar vaak ontbreekt de dank voor de genoten bijstand. In de bidbrief, die schrijver dezes zag, vroegen zeven personen om voorbede in de kerkdienst, terwijl er maar één met een dankzegging kwam. Deze was een kraamvrouw die haar dank bracht bij monde van de predikant voor Gods bijstand in de moeilijke uren. Daar in de dorpen de dominee al de gemeenteleden kent, waren daar geen bidbrieven. Als iemand ernstig ziek was, lag het op zijn weg hem te be zoeken en ook in 't midden der ge meente voor hem te bidden, hetgeen natuurlijk in onze tijd nog geschiedt. Ik zal u nog in tenten doen wonen. Hosea 12 10. Deze week trokken we door Walcheren en zagen natuurlijk ook die kampeerplaatsen, bezet met een leger van tenten van allerlei vorm en kleur en kampeerwagens van allerlei soort. Het zijn hele steden gleijk geworden. Het is een belangrijk stuk van het moderne recreatiebedrijfwaaruit blijkt dat er nog iets is overgebleven van onze o er-voor ouders, die eveneens een zwervend bestaan hebben geleid. Dat leven in tenten is een tijdje teruggaan naar een primitieve 1 samenleving, van hoeveel gemakken men zich dan ook aldaar voor- ziet. Op de eerste plaats in de Bijbel waar een tent genoemd wordt (Gen. if20) is het een hele vooruitgang. Het is een nieuwe fase 1 van de cultuur die geboren wordt. Het jagersbestaan neemt een einde. Men heeft dieren getemd die in kudden bijeen worden gehou- den en waarmee men trekken moet van de ene plaats naar de 1 andere. Zo zijn de aartsvaders- voortgetrokken. Zo heeft Israël in 1 1 de woestijn geleefd. Maar ook dan, wanneer de Israëlieten in het beloofde land zijn en wanneer men in huizen woont en zelfs paleizen bouwt, blijft het woord „tent" in gebruik. Talloze malen komt het ook dan nog voor in de Bijbel, zodat we kunnen zeggen dat de tent een bijbels gege- ven, een bijbels beeld is, waarmede de Here God zijn volk iets 1 zeggen wil. Hosea stelt in het 12e hoofdstuk aan Israël hun stam- vader Jacob tot een voorbeeld. Dit doet hij tot beschaming van zijn nakroost dat in huizen woont. Jacob echter streed met de engel. Hij zag hemelse gezichten in zijn droom. Hij ging voort vertrouwen- de op des Heren belofte. En nu zegt de profeet dat God zijn volk I wederom in tenten zal doen wonen, zodat ze niet meer hun huis als eert vaste vesting kunnen beschouwen, maar wederom zullen weten 1 hoe broos en vergankelijk hun bestaan is en hoezeer zij het moeten hebben van dë genadevolle bescherming van God. 5 Een tent is maar een heel tijdelijk geval, dat zo opgebroken kan worden en dat bovendien al te zeer bloot staat aan de onzekerheden van weer en wind. Uiteindelijk willen we meer vastigheid in het i leven en toch zullen we ons blijvend moeten herinneren dat alles 1 met elkaar, wat wij voor ons zelf hebben opgebouwd, niet meer dan eert tent is en dat 't uiteindelijk gaat om ,,'t vast gebouw van Uwe I 1 gunstbewijzen", om het rusten in de trouw Gods, die niet wijkt noch wankelt. 1 In 2 Kor. 5:1 vergelijkt Paulus heel ons aardse bestaan met een 1 tent die wordt afgebroken op de een of andere dag. Als we dan met hem maar weten dat „wij een gebouw van God hebben, in de heme- 1 len, niet met handen gemaakt, een eeuwig huis". H. ïuiiiimiiHmiiiiiimMiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiï Op het Lycée Manengoba in Nkongsamba in Kameroen geven de Nederlandse zendingspredikant J. Schiper en de Kameroense rooms-ka- tholieke priester Abbé Fabien Kan- gué sinds drie maanden samen gods dienstlessen. Samen staan ze voor de klassen, waardoor de vroeger vaak door de gescheiden lessen ontstane vijandigheid tussen de groepen wordt voorkomen. Het was voor de leerlin gen een ware ontdekking. Er rijzen echter ook wel moeilijkheden, zoals de vraag waarom de Afrikanen niet op deze manier voort kunnen gaan en één kunnen worden in plaats van te wachten tot de sinds lange jaren in Europa bestaande scheidingen, die voor hen niet belangrijk zijn, kunnen verdwijnen. In het oecumenische centrum Min- dolo te Kitwe in Noord-Rhodesia werd een bibliotheek ingewijd, die door de Zweedse lutherse kerk werd ingericht ter nagedachtenis aan de in de nabijheid omgekomen secreta ris-generaal van de Ver. Naties Dag Hammerskjöld. De investering voor deze bibliotheek bedroeg 100.000 dol lar. Men hoopt er meer dan 30.000 boeken en ongeveer 180 periodieken in op te nemen, hoofdzakelijk op het gebied van theologie, filosofie en so ciologie. Advertentie We lezen nog al eens een berichtje in de krant dat een van de bejaarden het slachtoffer is geworden van een verkeersongeluk. Te voet, op fiets of bromfiets hebben zij te weinig acht gesla gen op het verkeer dat enige tientallen malen drukker is dan dit in hun jeugd het geval was, toen praktisch alleen maar de fietsen de wegen onveilig maakten omdat zij alleen op menige weg het snelverkeer vormden. Evenals dat met kleine kinderen het geval is, moet de bestuurder van een auto ook aan de bejaarden bijzondere aan dacht schenken, omdat ook hun gang een onvoor ziene wending kan nemen. In het boekje dat is uitgegeven door de Sectie Bejaardenzorg van de Prov. Diaconale Commisie van de Ned. Herv. Kerk, vinden we een klein hoofdstukje dat gaat over verkeersvoorlichting. „Het moderne verkeer stelt de bejaarden voor vragen, waarbij een goede instructie van groot belang is. Het verdient der halve aanbeveling een aantal verkeerslessen voor bejaarden te doen geven, waarbij de praktische oefening niet mag worden overgeslagen. De les sen kunnen voor wie dat wil worden beëindigd met het afleggen van een verkeersexamen." Het is een belangrijke zaak dat ook zij, die de leeftijd van de A.O.W. hebben bereikt, „in het verkeer" blijven. En nu bedoelen we het ruimer dan dat terrein waarover het verkeersexamen gaat. Hun gewone werk valt weg, maar het zou de grootste ramp zijn als ze ineens helemaal niets meer te doen hadden. Toen Filius, de kleermaker die woonde op de hoek bij de kerk in 's-Graven- polder, 95 jaar werd, is hij door de P.Z.C. geïnter viewd. Hij zat nog dagelijks op zijn kleermakers tafel. Toen er werd opgemerkt dat het nu zo langzamerhand tijd werd dat hij ging rentenieren, antwoordde hij dat hij er wel eens over had ge dacht en dat hij het ook wel zou willen, als hij maar wist wat hij dan moest doen. Daarmee sloeg hij een spijker precies op de kop. Het is het beste, ook al doen ze het wat kalmer aan, dat gepensioneerden gewoon in het verkeer blijven meedraaien, opdat ze niet het gevoel krijgen dat hun leven geen zin en betekenis meer heeft. Behalve het genoemde boekje hebben we voor ons liggen het jaarverslag 1962 van de Gereformeerde Stichting voor Maatschappelijk Werk in de Pro vincie Zeeland en het dito verslag van het Dioce saan Sociaal Charitatief Centrum in het Bisdom Breda, waaronder dus ook het r.-k. deel van onze provincie valt. In beide vinden we een hoofdstuk over bejaarden zorg. Beide maken melding van bejaardentehui zen die er zijn of nog moeten komen en beide vestigen er de aandacht op dat evenals het hervormde boekje dit doet er aan nog veel meer gedacht moet worden. De plaatsing van bejaarden in rusthuizen loopt niet zo vlot als wen- selijk is. Men spreekt van lange wachttijden. Vooral na de strenge winter die we hebben gehad zijn de wachtlijsten heel lang geworden. Zo bljjft het voor velen voortsukkelen. „Een minstens even belangrijk aspect van deze zaak is de verzorging van de nog zelfstandig-wonende bejaarden." Zij willen zich liefst zo lang mogelijk handhaven in eigen huis en omgeving. Het diocesane centrum maakt melding van een nota: „Organisatie van de huishoudelijke hulpver lening aan bejaarden", welke dit jaar aan ver schillende daarvoor in aanmerking komende in stanties is aangeboden. Het verslag van de gere formeerde stichting merkt op: „De organisatie van de hulpverlening die gericht is op het zelf standig houden van de bejaarden is nog maar nauwelijks op gang. De vorm van deze organisatie en de activiteiten die noodzakelijk zijn om het beoogde doel te bereiken, zijn nog te weinig over dacht." In het hervormde boekje vinden we een hoofdstuk over de maaltijden voor bejaarden, maar voorzover we weten werkt dit in onze pro vincie praktisch nog niet. Het volgende kapittel handelt over de huishoudelijke hulp bij bejaarden, die reeds wel werkt, hoewel nog lang niet in vol doende mate. Bovendien vinden we in dit hoofd stuk een aantal mogelijkheden die nader bekeken zullen moeten worden. Een interessant hoofdstuk in het hervormde boekje is dat over een dienstverleningscen trum voor bejaarden. Er zijn, na de laatste oorlog, verschillende nieuwe verzorgingstehuizen voor be jaarden bij gekomen. Het ministerie van volks huisvesting maakte dit gemakkelijk. Ook onze provincie is in dezen niet achtergebleven. Maar, hoeveel er ook bij komen, het is nog altijd te weinig. Aan een te beperkt aantal bejaarden kan deze huisvesting worden verleend. In Engeland en de Scandinavische landen heeft men nu dienstver leningscentra gebouwd. De diaconie van Leeuwar den zo leven we daar is de eerste in ons land die vrij ver gevorderde plannen heeft om in deze stad ook zulk een centrum te stichten. In een bepaalde wijk met redelijk goede woningen, wonen niet minder dan 700 bejaardeneenhe den". Daar is men nu bezig een gebouw te stich ten waarin de woon- en werkruimte komt van een speciale maatschappelijk werkster, die tevens de leiding heeft van de gezinsverzorging voor be jaarden, een leeszaal, recreatieruimte, een gym nastiekzaal, badruimte, een keuken voor maaltij den in en buiten dat centrum te gebruiken, een gelegenheid voor de was enz. Op deze manier zullen de bejaarden zich zo lang mogelijk in hun eigen woning kunnen handhaven, doordat men hen in verlening van allerlei diensten zoveel mo gelijk tegemoet kan komen. Dit plan is gedacht in een stad, maar „ook voor kleinere gemeenten kan een dergelijk project worden uitgewerkt, zij het van kleinere proporties". Bij alle drie betreffende kerkelijke instanties waarvan we iets lazen, heeft men het gevoel dat hetgeen er gedaan wordt, nog slechts een aller eerste begin is. Dit kerkelijk bejaardenwerk zal moeten uitgroeien, want dat hier een grote nood openbaar wordt is langzamerhand wel duidelijk geworden. Door de betere medische verzorging is de gemiddelde leeftijdsgrens heel wat hoger ko men te liggen dan dit vroeger het geval was en bovendien is de maatschappelijke structuur van onze samenleving veranderd, zodat het niet meer vanzelfsprekend is dat zij, die de leeftijdsgrens van de oudedag hebben bereikt, eigenlijk nog ge woon blijven meedraaien in het bedrijf of de zaak, zij het dan op een iets lager toerental. Het hervormde boekje van de sectie van de Prov. Diaconale Commissie wil heel het ter rein overzien, wat bij de twee andere genoemde jaarverslagen niet het geval is. Behalve over de bejaardentehuizen en de verzorging in huis, gaat het ook over de organisatie van een plaatselijke commissie voor bejaardenwerk, over de mogelijke begeleiding van de bejaarden, over sociëteitswerk, over een bejaardenbiblliotheek, wat in onze pro vincie reeds aardig geregeld is, over cultureel werk enz. Genoeg voor diakenen om er ernstig over na te denken. Het zegt ook iets van een bijbelse achtergrond van waaruit dit „bejaard zijn" moet worden gezien. „Vanuit de bijbel wordt het ouder worden niet als een ramp gezien. Wel gebeurt dit vanuit een vermaterialiseerde samen leving die meent... dat wie niet aan het produk- tieproces deelneemt, niet belangrijk meer is", en dan wordt aangehaald 1 Kor. 1 27: „Wat voor de wereld zwak is, heeft God uitverkoren, om wat sterk is te beschamen". „De ouder wordende mens kan veel betekenen voor de jongere generatie, want hij heeft iets wat niemand heeft: tijd. Zo kan hij een rustpunt vor men voor anderen." De jongere generatie zal dankbaarheid en erkentelijk begrip voor het voor geslacht moeten opbrengen, „vooral ook omdat zij het zijn, die de fakkel van geloof en evangelie hebben mogen dragen en doorgeven. Alleen al omdat God hen, het voorgeslacht, daarvoor heeft willen gebruiken, zullen zij thans door de hnlp van een jongere generatie met vreugde de voltooiing van hun leven beleven." Er is wel eens verondersteld dat er voor de diaco nie geen werk meer zal overblijven door alle sociale maatregelen waarvan we mogen profite ren. Nood is er geweest en zal er blijven in deze wereld. Daarom heeft de berk van het begin af aan een diaconie gekend en het zal altijd nodig blijven dat de gemeente de diakenen „van goede middelen voorziet", H, Een onderzoek is in Japan inge steld onder studenten over hun hou ding ten opzichte van het christen dom. Ruim 600 studenten van een ho- fere industrieschool in Nagoya werd e vraag voorgelegd: als iemand over het christendom spreekt, wat is dan uw reactie? 28 antwoordde gun stig, 52 onverschillig en bijna 20 afwijzend. Het onderzoek werd ge daan door prof. Suzuki Norihisa, die verbonden is aan de universiteit van Tokio voor onderzoekingen op gods dienstig terrein en die zelf geen christen is. Hij merkte naar aanlei ding van de resultaten van zijn on derzoek op, dat deze tonen hoe groot de invloed van het christendom is in Japan. „Als het christendom er in slaagt aan te tonen, dat het in over eenstemming is met de Japanse ka raktereigenschappen, zal de aantrek kingskracht er van binnen afzienbare tijd onweerstaanbaar blijken" was zijn verdere commentaar. Nu de verhoudingen tussen Neder land en Indonesië weer genormali seerd worden komen er ook weer meer mogelijkheden voor de Neder landse zendingsarbeiders. Zo kwam de zendingsarts mej. G. M. van 't Land uit Modjowarno met verlof in het bezit van een reentry-permit, zo dat zij na verlof weer naar Indonesië kan terugkeren. Over anderen wordt thans gecorrespondeerd. Wat West- Irian betreft, daar werken thans nog acht zendingsarbeiders van de Raad voor de Zending der Ned. Herv. Kerk: ds. H. Woldendorp, ds. A. Bons en ds. H. Bultje te Kota Baru aan de theologische school, ds. M. Vink te Ransiki aan de evangelistenopleiding, mej. L. C. Swaan en mej. J. van der Lecq te Kota Baru in het maatschap pelijk werk, wika A. Gaikhorst voor het jeugdwerk te Manokwari en dok ter W. H. Vriend in het Jalimo-dal in het Centrale Bergland. Een wereldbond voor christelijke radio en televisie is onlangs opgericht op een conferentie te Limuru bij Nairobi (Kenya). Doel van de W.A.C. B. is een werkgemeenschap van ker ken, organisaties en personen, die be trokken zijn bij het gebruik van ra dio en t.v. voor de verkondiging van het Evangelie zoals dat het hele le ven raakt, en bij de rol van die media in de samenleving. Voorzitter is bis schop Fridtjov S. Birgeli uit Sta- vanger (Noorwegen). Er zijn onder meer commissies voor de betrekkin gen tussen de verschillende wereldde len en voor training van mensen ten behoeve van de uitzending van pro gramma's. Ds. C. M. de Vries, vroe ger van het IKOR, nu secretaris voor radiozaken van de Wereldraad van Kerken, is „associate director", spe ciaal voor de administratieve werk zaamheden. In het centrale comité hebben zitting vertegenwoordigers uit Azië (7), Europa (1), Midden- Oosten en Latijns-Amerika (beiden 3) en Noord-Amerika (10). Eind juli is het eerste werkkamp van de Wereldraad van Kerken voor langere termijn in Kenya besloten. Daar zijn 15 jongeren uit negen lan den negen maanden aan het werk ge weest aan een door de Wereldraad van Kerken gekozen object. De lei ding van dit kamp had Rev. Wiilibert Gorzewsky. Hij rapporteerde, dat de fang van zaken bij dit kamp aanlei- ing geeft tot het besluit om op deze weg voort te gaan. Daarom ziet de Wereldraad nu uit naar weer een aantal jongeren tussen de twintig en dertig jaar, die bereid zijn tien maan den zich ter beschikking te stellen voor vrijwillige arbeid. Daarbij wordt voorrang gegeven aan hen, die zich al eens voor zo'n kamp meldden en die ervaring hebben opgedaan in bouw- vakarbeid. Zij die aan zo'n kamp deelnemen dragen zelf hun reiskos ten, maar krijgen verder vrij huisves ting en levensonderhoud. De twee volgende kampen zijn in Thailand en Leopoldstad (Kongo). Het Thailandse kamp-project heeft ten doel de bouw van een jeugd- en conferentieoord in Sutep in het Chiengmai-district voor de Kerk van Christus in Thailand. De datum van aanvang is 1 september en het ein digt 30 juni 1964. Het Kongo-kamp begint 15 oktober en gaat door tot midden augustus 1964. De kampers zullen in de provincie Kasai een aan tal gebouwen voor een leprozerie op richten en in Katanga later nog bruggen bouwen. Kennis van de Franse taal is hier vereist. De deelne mers aan het kamp in Kenya waren afkomstig uit de Ver. Staten, Duits land, Canada, Zwitserland, Australië, Nieuw Zeeland, de Philippijnen, Kon go en Kenya. Zij bouwden een school gebouw in landelijke stijl in een klein dorpje en vervolgens omheinden zij een perceel van 2000 accres, dat vroe ger dienst deed als concentratiekamp voor de Mau-mau-beweging en dat nu wordt omgevormd tot een van de kerk uitgaande modelboerderij voor de opleiding van jongeren uit de stam der Masai, speciaal voor de verbete ring van de veeteelt-methoden.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 8