Uiterlijk koel maar
ongedwongen in gesprek
jonge:
Olieleidingen kriskras
door West-Duitsland
Hendrik van Hunen rijdt nog
dagelijks in zijn oude T-ford
T#TO
MINISTER BOT -O.K.W.-
EEN METHODISCH WERKER
SJ 30-66 heefter 700.000 km.
opzitten
Van groot economisch nut
25 AUGUSTUS
„Ik beschouw mijn taak als een uitdaging"
Frustrerend
„Manager"
Onderwijzersgezin
Ronde
T afelconferentie
Turken komen in
Amsterdam werken
Van Wilhelmshaven,
Rotterdam en Lavera
bij Marseille
Allebei nog fit als jonge kerels
„Gewone auto"
Wagentje gepikt
Sahara-olie
Benzine goedkoper
,Als het maar zwart is
Italiaanse vloot
wordt uitgebreid
(Van onze Haagse redactie).
Het zijn drukke weken geweest voor de nieuwe minister van onder
wijs, kunsten en wetenschappen, rnr. Theo(dorus) H. Bot. Op 20
juli vierde hij zijn 52e verjaardag en werd gepolst voor de porte
feuille van o., k. en w., vier dagen later volgde zijn beëdiging door
de koningin, op 27 juli werd hij grootvader, op 31 juli nam hij in de
Tweede Kamer deel aan het tweedaagse debat over de regerings
verklaring en op 3 augustus was hij bij de doop van zijn eerste klein
kind. Daar tussendoor trachtte hij de tijd en de rust te vinden om
zich in te werken in de problematiek van zijn budgettair (vorig jaar
stond o., k. en w. met 2,3 miljard aan de top van de rijksbegroting)
maar ook organisatorisch zo omvangrijke departement.
tf
Mr. T. H. Bot
Anders dan zijn voorganger, mi
nister Cals, die zich soms letterlijk
en figuurlijk placht te begraven
onder de departementale dossiers
en zich dan tot diep in de avond
volkomen, ook telefonisch, afsloot
voor de buitenwereld, lijkt mr. Bot
eerder de efficiënte, methodische
werker. Een dagindeling volgens
agenda, zo mogelijk doorwerken
tot het bureau leeg is en stipt in
zijn afspraken. Binnen de uitge
meten tijd vindt hij echter alle
rust en concentratie om problemen
tot op de kern uiteen te rafelen.
Lijkt hij bij het eerste contact wat
koel en vormelijk wie hem ken
nen weten, dat hij dat niet pas tij
dens zijn jaren op buitenlandse za
ken heeft aangeleerd in een na
der gesprek toont hij zich verras
send ongedwongen. Dan is deze
slanke, kaarsrechte bewindsman
een charmant, intelligent causeur.
Iemand die scherp formuleert,
maar ook geïnteresseerd weet te
luisteren als er tegenargumenten
worden aangevoerd.
Hoewel zijn benoeming- op o., k. en w.
voor velen als een verrassing is geko
men de pers had hem zowel maat-
schapelijk werk als defensie toebedeeld
vindt hij dat zelf toch niet zo ver
wonderlijk. Afgezien van zijn eigen
veelzijdige carrière en zijn bestuursjaren
in Indië, ziet minister Bot een minister
in de eerste plaats als manager". Daar
naast heeft hij als staatssecretaris de
nodige beleidservaring opgedaan en zich
als parlementariër kunnen oriënteren.
Deze voorbereiding acht hij toch wel de
eerste vereisten voor het ministerschap.
„Dat neemt niet weg dat bepaalde de
partementen daarnaast bijzondere tech
nische eisen stellen als financiën of eco
nomische zaken. Uiteraard mag boven
dien nimmer een diepgaande kennis van
zaken ontbreken en ik ga me beslist snel
en grondig inwerken om binnen het in
spirerende kader dat de heer Cals nu
gevormd heeft, verder te bouwen".
Minister Bot stamt uit een onderwijzers
gezin met drie kinderen. Van zijn broers
is één nu rector-directeur van het Je-
zuïten-internaat in Zeist, de ander werkt
op het departement van sociale zaken.
Zijn vader gaf les in Duits en was hoofd
van een mulo in Apeldoorn en grond
legger van de r.-k.-mulo-examens. „Ik
ben intussen altijd openbaar op
gevoed", glimlacht mr. Bot. Zo ging hij
van het gemeentelijk gymnasium in
Apeldoorn naar de rijksuniversiteit in
Utrecht, waar hij in 1S35 doctoraal exa
men deed in de indologie en in 1936 in
de rechten. Welhaast vanzelfsprekend
was toen zijn bestemming Indië. Hij
reisde er met zijn vrouw naar toe, werd
gedetacheerd bij de dienst voor Oost-
Aziatische zaken en na drie jaar be
noemd tot bestuursambtenaar in Per-
wakarta, later in Soekaboemi. Hoewel
hij a.1 in Nederland reserve-officier was
bij de bereden artillerie en in Indië bij de
bergartillerie, was hij op grond van zijn
werkzaamheden vrijgesteld. Maar toen
de hele wereld in brand leek te staan
meldde luitenant Bot zich vrijwillig en
werd toen op de generale staf van het
K.N.I.L. in Bandoeng gedetacheerd.
„Vanwege mijn keuzevakken in Utrecht,
Japans en Chinees, en mijn werk op
Oost-Aziatische zaken waar ik, zoals
dat heette, de Japanse expansie bewaak
te".
De Japanse bezetting dreef het gezin
Bot hardhandig uit elkaar: de vader
werd als krijgsgevangene naar de be
ruchte Birmaspoorweg gevoerd, de moe
der en drie kleine kinderen in het Tji-
dengkamp te Batavia".
„Na de oorlog vond ik mijn vrouw te
rug met een ernstige pleuritus, zodat we
februari 1946 terugreisden naar Euro
pa, waar mijn vrouw in Zwitserland ge
lukkig weer herstelde".
Vanaf april 1946 volgden de functies van
mr. Bot elkaar in snel tempo op: op het
ministerie van overzeese rijksdelen be
last met de herziening van de staat
kundige banden met Suriname en de An
tillen, gebieden die hij toen bezocht. Me
dio 1948 terug naar Indië als politiek ad
viseur van de hoge vertegenwoordiger
van de Kroon, eerst van Beel, later van
Lovink, in juni 1949 terug naar Den
Haag om, als adj. secretaris-generaal
van de ronde-tafelconferentie te helpen
voor te bereiden, in diezelfde kwaliteit
werkte hij later ook bij de Nederlands-
Indonesische Unie. In die tijd was mr.
Bot bestuurslid, later voorzitter van de
vereniging voor internationale rechts
orde (Viro). In de „internationale spec
tator" bepleitte hij al in 1950 internatio
nalisatie van Nieuw-Guinea.
Over zijn latere periode als staatssecre
taris voor Nieuw-Guineazaken inmid
dels was hij van 1954-1959 als raad
adviseur in algemene dienst, chef di
rectie westelijke samenwerking en chef
directie N.A.V.O. en W.E.TT.-zaken aan
buitenlandse zaken verbonden geweest
zegt hij: „Op dat moment, in 1959,
lag de situatie heel anders. Wij hadden
het gebied nu eenmaal niet overgedra
gen of geïnternationaliseerd en daardoor,
negen jaar lang, een toenemende verant
woordelijkheid jegens de Papoea's op ons
genomen. Moreel gezien konden wij ons
nu niet zomaar meer terugtrekken, om
dat wij voor de bewoners nieuwe pers
pectieven hadden geopend. Overigens
was Nieuw-Guinea voor mij toen een
geheel nieuw terrein, maar ik vatte
mijn taak op als een uitdaging.
Ik heb geprobeerd de ons volgens het
handvest van de V.N. toegevallen taak
zo goed mogelijk ten uitvoer te leggen
en vandaar dat ik zo goed mogelijk de
papoeanisering heb doorgezet, zoals de
Nieuw-Guinea-Raad, het vrijwilligers
korps en de economische openlegging
van het binnenland. Ik heb het gebied
verscheidene keren bezocht en ben naar
New Caledonië, Pidzji en Tahiti gereisd
om via de Pacific-commissie de bestaan
de samenwerking en banden met de om
liggende gebieden te versterken. Dat de
zaken nu eenmaal anders zijn gelopen
dan ons wenselijk voorkwam, betekent
nog niet dat ons werk vergeefs is ge
weest".
Die laatste periode van zijn staats
secretariaatschap vond mr. Bot
„frustrerend", omdat hij nu zaken
moest afwikkelen waar hij enkele
jaren tevoren nog zoveel vaart
achter had gezet. „Alle principiële
kwesties rond de liquidatie heb ik
trachten op te lossen. Mijn taak is
nu afgedaanzegt hij.
Op o., k. en w. begint minister Bot
met een schone lei, waarop „de be
langen van de mens van morgen"
gegrift zullen staan. De zwaarte
van zijn taak lijkt hij niet te on
derschatten, al hoopt hij door een
efficiënte werkmethode nog wat
tijd te kunnen vinden voor zijn ge
zin met zeven kinderen (van 3 tot
25 jaar). Of hij, zoals vroeger, de
rust kan vinden om thuis, door zijn
vrouw op de piano begeleid, nog
viool te spelen, lijkt twijfelachtig.
Zeker na zijn laatste uitspraak:
„Ik verheug mij over deze nieuwe
taak, ik beschouw het opnieuw
als een uitdaging,
VOOR HEN DIE DE ÉCHTE WILLEN
0 De 51-jarige Westduitse ingenieur en bo
tenbouwer Gustav Kuhr uit Bremerhaven
heeft een gesloten boot van plastiek gecon
strueerd, die beschouwd wordt als de veilig
ste reddingboot die er op het ogenblik be
staat. Het vaartuig kan hermetisch worden
afgesloten.
Bij Erlangen in West-Duitsland is een
Deense reisbus in botsing gekomen met een
vrachtauto. Een Deense vrouw werd gedood
en 30 andere toeristen Denen en Duitsers
gewond.
nn/wwwwvwwwwwwwwwvwwwwwww\
Toegejuicht door een enthousiaste
menigte verlaat oud-president
Eisenhower van de V.S. het stad-
huis te Portsmouth in Engeland,
waar hij een beeoek had gebracht
aan de burgemeester. Ikever
toeft op het ogenblik in Engeland
om mee te werken aan een film
ter gelegenheid van de 20e ver
jaardag van D-Day, volgend jaar.
Hij bezocht in Portsmouth ook
zijn oude hoofdkwartier en voer
later naar de Normandische stran
den.
Een van de schepen is de kruiser Gari
baldi, die voor de tweede wereldoorlog
werd gebouwd en nu geheel gemoderni
seerd is en voorzien is van Terrierraket-
ten met een reikwijdte van 35 kilometer.
Vorig jaar zijn hiermee geslaagde proe
ven genomen. De Garibaldi is tevens uit
gerust met in Italië ontworpen toestellen
voor het lanceren van Polarisraketten.
Vier schepen, de 6000 ton metende krui
sers Duilio en Doria en de 3200 ton me
tende torpedojagers Intrepido en Impa-
vido. zijn reeds te water gelaten en
worden verder afgewerkt. De Duilio en
Doria hebben een snelheid van 31 kno
pen en worden voorzien van Terrierra-
ketten, de Intrepido en Impavido, die 34
knopen kunnen varen, krijgen Tartar-
raketen met een reikwijdte van 25 kilo
meter. De kruisers Italia en Vittorio Ve-
neto bestaan nog pas op papier.
De vraag naar buitenlandse arbeids
krachten in Amsterdam is nog steeds
zeer groot. Er zijn in de afgelopen maand
bij het gewestelijk arbeidsbureau Am
sterdam niet alleen aanvragen binnen
gekomen voor 300 Portugezen, 500
Spanjaarden en, in veel mindere mate,
voor Italianen 40 in totaal thans
komen ook de Turken aan bod.
Bij Ford kunnen al 200 worden ge
plaatst. Er kwamen de laatste tijd uit
Turkije van particuliere zijde aanbie
dingen van werkkrachten binnen. Er
is thans contact gezocht met de Turkse
autoriteiten van arbeidszaken voor wer
ving van arbeiders. Men heeft hier de
verwachting aldus de directie van
het G.A.B. dat de Turken goede ar
beidskrachten zullen zijn. Het is de be
doeling ze bij Nederlandse gezinnen on
der te brengen.
(Van onze correspondent in Bonn)
Madat in 1962 niet minder dan
21,3 miljoen ton ruwe olie
door de zich in de Westduitse
bodem bevindende pijpleidingen
werd gepompt naar de verwer-
Tokio begint langzaam maar ze
ker in de ban te geraken van de
komende Olympische Spelen.
Overal in het stadsbeeld kan men
reeds reclames aantreffen, welke
naar de aanstaande sportontmoe-
ting verwijzen. Zo brengt een
automobielfirma zijn wagens on
der de aandacht met gebruikma
king van de vijf ringen foto
links), Terwijl een elektriciteits
maatschappij er ook nog de Olym
pische vlam bij haalt als blikvan
ger.
(Van een onzer verslaggevers)
In de gang van meneer Hen
drik van Hunens huis in Den
Haag hangen aan de kapstok
een degelijk zwart uniformjasje
en een stijve zwarte pet, zoals
ouders die nog droegen en in
Londen misschien nog de chauf
feur van een „excellente" Bolls
Royce. En in een zijstraat, vlak
om de hoek in een garage, staat
een bestelwagen uit 1919, die
precies past bij dat uniform:
een helemaal nou ja, bijna
originele T-Ford, compleet met
alle drie pedalen en de twee
stuurmanettes voor gas en ont
steking en met „spiegeleitjes"
om richting aan te geven.
Die T-Ford heeft er naar schatting
700.000 kilometer op zitten en zijn
„baas", Hendrik van Hunen „ja,
ik ben 70 jaar en onlangs is mijn rij
bewijs net weer voor vijf jaar ver
lengd. Ik spring nog over die auto
heen heeft 55 jaren autorijden
achter de rug. Dat Fordje want
het verkleinwoord hoorde er bij in de
„rearing twenties", de tijd van korte
rokken, taille op de heupen, charles
ton en stijve strooien hoeden loopt
elke dag nog 80 kilometer.
Het Fordje is interessant, zijn baas
óók. Om met de auto te beginnen:
er zijn nog genoeg T-Fords in Neder
land, veelal in handen van oude-
auto-enthousiasten, zoals die vere
nigd zijn in de P.A.C. (Pionier Auto
mobiel Club). Die rijden dan mee
in de P.A.C. rally's en in de Tradi-
tierit, elk jaar in oktober, van
Utrecht naar Zandvoort. Hun bazen
lakken en poetsen en sleutelen het hele
jaar door en als zo'n wagen dan op
de weg komt, draagt hij een kente
ken met de letters NN plus twee
maal twee cijfers, hetgeen niet duidt
op anonimiteit maar op het feit, dat
zo'n wagen eigenlijk niet meer vol
doet aan de voorschriften maar bij
bijzondere gelegenheden wel op de
openbare weg mag komen.
Iedere dag 80 kilometer is natuurlijk
geen „bijzondere gelegenheid" meer,
dat is dagelijkse routine en daarom
werden op de Ford van de heer van
Hunen de wielen van een A-ford uit
de jaren '28 of iets later gezet en
kreeg hij zo dus remmen op de vier
wielen. Toen was het een gewone
auto, die het kenteken SJ 3066
mocht dragen.
Maar aan het trap-in-trap-uit-handje-
gas-principe veranderde niets. Je be
dient nog altijd met het rechterpe-
daal de voetrem, met het linkerpe
daal de twee versnellingen en met
het middelste pedaal de achteruit,
tevens noodrem. En nog altijd geef
je gas met die lange stang aan het
stuur en regel je het ontstekingstijd
stip met die andere lange arm. Nog
altijd is de olie van het viercinder-
motortje waterdun en zitten er vier
trillerbobines op voor de ontsteking.
En de snelheid is nog zo, dat je kunt
meekomen: 60 kilometer per uur
„Toen ik in 1960 in die wagen stapte
was het wel moeilijk om in het ver
keer goed mee te komen, maar n?
een paar weken ging het al beter er
nu heb ik geen last meer van ande:
verkeer en heeft ander verkeer geer
last meer van mij", vertelt de hee:
van Hunen. En zo zal dit dan wel eer
van de allerlaaste T-Fords zijn, dir
in Nederland nog normaal elke da'
in het verkeer meelopen.
kende raffinaderijen 53 pro
cent van de totale tonnage ru
we olie, die werd geraffineerd
zal in 1964 73 procent via de
buisleidingen worden geleverd.
Beieren zal in de komende jaren
na het gebied aan Rijn en Roer
het tweede oliecentrum der
Bondsrepubliek worden, waar
door de energievoorziening van
geheel Zuid-Duitsland beter en
goedkoper zal worden. Dit is
uitsluitend te danken aan de
olieleidingen.
West-Duitsland wordt doortrok
ken met een net van oliebuizen.
De 390 km lange noord-west-
oliebuisleiding van Wilhelmsha-
De bedoeling was, dat men er een
jaar reclame mee zou rijden. Het is
nu al drie jaar geworden en nog
elke dag rijdt het Fordje met zijn
bestuurder-op-AOW-leeftijd zijn rond
jes door Den Haag en omgeving, nu
en dan ook ingezet voor het doen
van bestellingen. Geen mens mag
aan die wagen komen, alleen de heer
van Hunen zelf, die ook alle kleine
reparaties maar het ding is nog
zo goed, dat het er niet veel zijn
zelf verricht. Hij doet het voor zijn
plezier, hij hoeft helemaal iiiet, maar
hij is vitaal genoeg en zou zich an
ders maar vervelen.
De heer van Hunen is in het expedi
tiebedrijf opgegroeid. Vader was ex
pediteur in Hoenderlo. In 1908 kroop
hij voor het eerst achter het stuur
van de auto „We hadden als jon
gens een wagentje gepikt achter op
het erf van vader" en toen hij een
paar jaar ouder was zei iemand: je
moest toch maar een rijbewijs aan
vragen. „Ik reed naar Apeldoorn,
naar het gemeentehuis. Daar moest
ik twee kwartjes betalen en iemand
kwam kijken. Ik moest een keertje
vooruit rijden en een keertje achter
uit en toen kreeg ik m'n rijbewijs.
Dat was in 1911. Ik heb m'n hele
leven geen aanrijding gehad", voegt
hij er trots aan toe.
En in dat hele leven heeft hij als
expediteur heel Europa doorkruist. In
de oorlog pikten de Duitsers al zijn
wagens. Daarna is hij maar niet
meer opnieuw begonnen. Wel kocht
hij in Amsterdam een jachthaven.
Hij repareerde er met zijn zoon mo
toren. Hij had in de twintiger jaren
natuurlijk al op heel wat T-Fords
gereden. In die jachthaven ontdekte
hij, hoe sterk de motortjes van die
T-Fordjes waren. Want als zo'n wa-
De T-Ford SJ 30-66 van de firma
Peiger in Den Haag met zijn baas,
de heer Hendrik van Hunen al
lebei nog fit als jonge kerels
(Advertentie)
gen helemaal óp was, dan ging de
motor niet naar de sloper, maar in
een btootje. En dan kon zo'n motor
weer heel wat jaren mee. „Nou, en
toen in 1960, toen ik niet veel meer
te doen had, hoorde ik, dat meneer
Peiger iemand zocht om dat auto'tje
te rijden. Er waren een paar sollici
tanten, maar hij vond mij blijkbaar
het geschikst. En dat doe ik nou al
drie jaar. Ophouden? Waarom? Ik
ben m'n hele leven nog niet ziek ge
weest, ik spring nog over die auto
heen als 't moet. En ik verveel me
zo niet."
Hij doet alles zelf aan die T-Ford. En
hij weet er heel wat van. Er zit geen
kilometerteller op, maar hij weet
toch, dat het auto'tje bijna driekwart
miljoen kilometer gereden heeft. Hij
rekent dat namelijk uit aan de over
maat van de zuigers, die er de laat
ste keer in zijn gegaan. Net zo iets
als de jaarringen van een oude boom.
Er zullen nog wel een paar méér van
die T-Fords geregeld rijden in Ne
derland. Maar zo'n combinatie? Een
wagen van vierenveertig jaar met
een baas van 70, die allebei nog hele
maal rijvaardig zijn en zo te zien
nog een tijdlang allebei meekunnen?
Het is niet waarschijnlijk dat er daar
nog veel van zijn.
ven naar Keulen was de eerste,
die (in 1958) in gebruik kon
worden genomen. Zij heeft een
doorsnede van 70 centimeter en
transporteerde in 1962 14 mil
joen ton ruwe olie. Haar capaci
teit zal worden verhoogd tot 22
miljoen ton. Er lopen nu jaar
lijks 700 grote olietankschepen
Wilhelmshaven binnen, zodat
deze havenstad volledig uit zijn
naoorlogse slaap is gewekt.
In 1960 kwam de tweede grote olie-
buisleiding klaar, die van Rotter
dam naar de Rijn, van de oliehaven
Pernis via Venlo naar de olieraffina
derijen bij Godorf en Wesseling, nabij
Keulen. Deze oliebuisleiding is 258
km lang en 61 centimeter dik. Op
het ogenblik heeft zij een capaciteit
van 8 miljoen ton ruwe olie per jaar,
welke zal worden opgevoerd tot 20
miljoen ton. Van Venlo gaat een af
takking van 44 km naar Wezel, waar
de buis uitmondt in een reeds vroe
ger gebouwde leiding van 47 km
naar Gelsenkirehen-Horst. Op het
ogenblik bedraagt de „stroomsnel
heid" van de olie, die door de Rot-
terdam-Rijn-buis wordt gepompt 1,2
meter per seconde, 3-6 km per uur.
Door de bouw van twee pompstati
ons zal deze worden opgevoerd tot
bijna 10 km per uur.
De buisleidingen van Rotterdam en
van Wilhelmshaven hebben in de af
gelopen strenge winter de positie
van reddende engelen vervuld, nl.
toen er moeilijkheden waren met de
aanvoer van stookolie langs de we
gen en rivieren. Er werd toen tijde
lijk stookolie door de buizen ge
pompt. De Rotterdam-Rijnbuïs
wordt op het ogenblik over een leng
te van 150 km verder getrokken
naar het Zuidoosten tot een raffina
derij, die bij Kelsterbach (Frankfurt)
in aanbouw is.
De derde grote oliebuis in West-
Duitsland is de 760 km lange
Zuideuropese pijpleiding, die een
middellijn van 86 cm heeft. Uit
gangspunt is de oliehaven Lavera bij
Marseille. Door deze buis komt de
Franse Sahara-olie. De capaciteit
bedraagt voorlopig 13 miljoen ton,
het volgend jaar reeds 25 miljoen ton
en nog later 30 miljoen ton per jaar.
Zij verzorgt twee raffinaderijen in de
omgeving van Straatsburg en drie in
de buurt van Karlsruhe. Van Wörth
(in de Palts) zal van deze buis een
aftakking naar Mannheim gaan,
waar nog een raffinaderij wordt ge
bouwd, die het volgend jaar in be
drijf komt.
De Zuid-Europese leiding wordt ook
de voornaamste leverancier van de
olie voor het Beierse gebied. De buis
wordt nL.van Karlsruhe verlengd tot
Ingolstadt, een 300 km lange Rijn-
Donau-buisleiding. Deze buis zal ten
slotte 15 miljoen ton ruwe olie trans
porteren. Voorlopig za.1 zij drie raf
finaderijen bij Ingolstadt en Neu-
stadt gaan verzorgen.
Ingolstadt is echter ook het eind
punt van een leiding die van Genua
komt naar een (vierde) raffinaderij,
welke door de Büdpetrol A.G. in
München (een dochter van de Itali
aanse staatsoliemaatschappij E.N.I.)
bij Ingolstadt wordt gebouwd. Van
Genua naar Ingolstadt is 't 675 km.
De buis komt eveneens volgend jaar
klaar. Van Ferrera (benoorden Ge
nua) komt dan ten slotte nog een
tweede oliebuis in noordwestelijke
richting, nl. naar een nieuwe raffina
derij in Collombey/Muraz bij Aigle in
het Zwitserse kanton Wallis. Deze
buis heeft een lengte van 340 km. Zij
moet 2 miljoen ton ruwe olie per
jaar transporteren.
Parallel met deze zes grote buis
leidingen in West-Duitsland lo
pen er een aantal militaire, die onder
controle van de N.A.T.O. staan. Het
heeft lang geduurd voor men in de
„Oude Wereld" de voordelen van de
pijpleidingen heeft ingezien en uitge
buit. Maar nu gaat het met het leg
gen ervan dan ook fullspeed. De
voordelen heeft de Westduitse auto
mobilist al lang gemerkt: langzaam
maar zeker zijn in de Bondsrepubliek
de olie- en benzineprijzen gedaald tot
een niveau, waarop het weinig zin
meer heeft om vanwege de goedkoop
te „Benzinfahrten" naar het naburi
ge Nederland te maken. Misschien
wordt de situatie nog wel eens an
dersom en komen Nederlandse auto
mobilisten goedkopere benzine in
West-Duitsland tanken.
(Advertentie)
Advertentie
Die T-Ford kwam in 1960 opnieuv
op de weg. In dat jaar bestond eer
Haagse herenmodezaak, de firm:
Peiger, 100 jaar. Een van de direc
teuren, zelf een beetje autogek, wis
een oude T-Ford op de kop te tik
ken, waar vandaan weet van Hune:
niet. Hij werd helemaal opgeknapt
er kwamen vier remmen op, er weri
een bestelwagencarrosserie in oud<
stijl met ovale raampjes op gebouw:
en hij werd natuurlijk zwart gelakt
want Henry Ford heeft eens gezegd
„Dit type wagen kan in elke kleui
geleverd worden, als het maar zwart
is".
De Italiaanse marine is bezig met de op
bouw van een vloot van zeven raketlan-
ceerschepen, zo is in Rome vernomen.
Het bureau van de Italiaanse premier
heeft gegevens hieromtrent vrijgegeven.
De schepen zullen voornamelijk bestemd
zijn voor begeleiding van konvooien en
worden speciaal uitgerust tegen onder
zeeërs en aanvallen door vliegtuigen en
andere raketten.