Steeds weerkerende zorg: de kerkbouw Vacantie Kerk, buurtwerk, dorpshuizen: een nieuwe plaatsbepaling Vijftienduizend mensen op elfde Duitse Kirchentag NIEUWS VAN OVERAL Zijn wij stroomgeleiders? w zaterdagnummer Zeeuwse projecten geholpen door landelijke acties Fondsvorming Veel gebeurd Samen actie? zonder hoofdpijn neem 'ASPRO' mee EN DE „Mit Konflikten leben" Gevallen wereld Nieuwe stijl Op naar de top van de Euromast Zaterdag 27 juli 1963 ïn Haamstede gaat men na de bouwvakantie full speed wer ken aan de nieuwe gereformeer de kerk, die de bestaande ver vangt, Tholens kerk wordt ge restaureerd, hervormd Middel burg - 't Zand - heeft onlangs een fraai nieuw kerkgebouw in gebruik genomen, Sluiskil heeft een project onderhanden. Niet dat de kerkgebouwen in Zeeland als paddestoelen uit de grond verrijzen, maar toch kan men op verschillende plaatsen in ons gewest bouwers bezig zien aan kerkebouw, die mede dank zij de uit speciale kerkbouwacties van de Hervormde en de Gere formeerde Kerk verkregen steun, tot stand kunnen komen. De acties zijn achter de rug: een paar maanden geleden was het slot van de actie, gevoerd door de Stichting Steun Kerkbouw, de S.S.K. van de Gereformeerde Kerken, maart 1961 eindigde de even groots opgezette actie van de Ned. Hervormde Kerk. De Gereformeerde Kerken behaalden met drie acties ('54-'59), actie Grote Sprong en actie 1 procent, bijna tien miljoen gulden; de hervormden brachten ruim tien miljoen bijeen. WWA/WWWWWWVWiAAftAWWWWWWW WAWWWWWWWAAWWWWWWWWWWWt\0U Verschillende Zeeuwse kerken heb ben kunnen meeprofiteren van deze bedragen: drie gemeenten, Mid delburg, Sluiskil en Terneuzen kre gen toezeggingen voor totaal 424.000 uit de opbrengst van de hervormde kerkbouwactie. De ge reformeerde kerken van Haamstede, Koudekerke, Lewedorp, Meliskerke, Colijnsplaat en Thoien kregen samen steuntoezeggingen tot 110.000 van het totaal aantal dotaties ten bedra ge van 3.317.000 (inbegrepen enkele buitenlandse kerken). Gereformeerd Axel, Koudekerke en Thoien kregen tevens nog samen voor 65.000 aan leningen uitbetaald of toegezegd van een totaal ad. 2.088.000. Daarvan krijgt Haamstede een nieuwe kerk, ontving Koudekerke een vrijwel ge heel nieuw gebouw en Meliskerke eveneens. De overige projecten be treffen restauratie van bestaande ge bouwen. Kerkbouw was het werk van de plaatselijke gereformeerde kerk: men deed het alleen, uit eigen kracht en uit eigen middelen. De opzet van de S.S.K. van de Ge reformeerde Kerken was fondsvor ming. Vooral na de oorlog door de trek naar het westen, door de toe nemende industrialisatie konden de plaatselijke kerken de problemen niet meer aan. Gezamenlijke verantwoor delijkheid, daarom gaat het in de S.S.K. Was er oorspronkelijk alleen de hulpverlening aan de kerken in West-Nederland, de hulp moest ook worden geboden in de andere streken van ons land; aan de ontvolkende gebieden bijvoorbeeld en aan de in ontwikkeling zijnde gebieden", aldus de Zeeuwse S.S.K.-bestuurder L. A. Hartman, directeur van de Gerefor meerde stichting voor maatschappe lijk werk in de provincie Zeeland. Hij wijst er op, dat de meeste kleine kerken in Zeeland staan. Bijna de helft van de 56 gereformeerde ker ken in Zeeland telt nog geen 250 zitplaatsen. De kerken in Zeeland hebben het is bekend zoals iedereen in dit gewest, te maken met recreatie en industrialisatie. De klei ne kerken zullen plaats moeten bie den aan de velen, die naar verwach ting, zich in de toekomst tijdelijk (recreatie) of blijvend in Zeeland zullen vestigen. Dit betekent dan uit breiding of nieuwbouw. Nieuwbouw, naar de mening van de heer Hartman, dan niet van grote kerken, maar van die met zo'n 500 zitplaatsen. Want „heel belangrijk is de ge meenschapsbeleving. De geestelijke bearbeiding vanuit de kerkeraad kan bij kleine gemeenschappen, gevormd naar de wijk- en parochiegedachte, veel beter gericht zijn. Wat de kleine gemeenten betreft, heeft men uiteraard niet zozeer be hoefte aan wijkgemeenten, maar wél aan die kerken, die zo'n vijf tot zes honderd zielen betreffen. Want „bij Kerken bouwen kost geld, veel geld. Voor miljoenen guldens hebben de verschillende kerk genootschappen in ons land al aan nieuwbouw of restauratie en al wat bij een kerk behoort pastorieën, verenigingsgebou wen, e.d.) besteed. Het is een steeds weerkerende zorg voor kerkleiders en lidmaten. Uit breidende gemeenten in grote steden of op het platteland hebben ermee te maken evenals nieuwe, in ontwikkeling zijnde gebieden als Zeeland en be staandedruk bevolkte centra als de Randstad. De meeste kerken hebben fondsen, hou den collectes op kerkbouwzon- dagen of op andere wijzen in zamelingen onder de gemeen teleden. Maar de bedragen, die men op deze wijze en via rijks- en gemeentesubsidies bijeen kreeg, waren en zijn niet toe reikend. Met speciale kerkbouwacties heeft een aantal kerken in ons land een extra dringend beroep gedaan op de gemeenteleden om een hogere financiële bij drage. Uit de opbrengst van deze acties, zoals die zijn ge voerd door onder meer de Ned. Hervormde Kerk en de Gere formeerde Kerken, steunt men de bouw, geeft men subsidies, verstrekt men leningen. De speciale acties zijn nog niet zo lang geleden afgelopen. Dit artikel geeft een „tussen stand" over wat in het bij zonder de Zeeuwse kerken ontvingen uit deze speciale ac ties. de kerkelijke opbouw doen méér fac toren mee: behoorlijke outillage, ge meentecentrum voor kerkelijke acti viteiten zoals jeugdwerk, e.d.". Het aantal hervormde kerken in Zeeland, dat een toezegging heeft gekregen is kleiner dan dat van de gereformeerde kerken. Drié van de 140 uit de hervormde kerk bouwactie van 1959 meegefinancier- de gebouwen zijn reeds of komen in Zeeland. De heer J. D. Boekhout, ad junct-secretaris van de Generale financiële raad der Ned. Herv. Kerk: „Er is na de watersnood al veel ge beurd in Zeeland. Wat de toekomst betreft: het hangt mede af van de snelheid van de ontwikkeling van het Deltaplan: „Er zijn nu 28 kerken in geheel Nederland in aanbouw, plan nen zijn geheel of gedeeltelijk gereed voor 60 stuks. Zeeland is op het mo ment goed voorzien, er is veel nieuw bouw en restauratie, uitbreidings plannen zijn er voor een enkele (gro te) gemeente. De zaak is wel zo goed als rond. Maar de ontwikkeling moet men in het oog houden". Prof. Van Beusekom, voorzitter van de Vereniging van kerkvoog den in de N.H. Kerk zei het onlangs nog op de jaarlijkse algemene verga dering van deze vereniging: het aan tal benodigde kerken voor de N.H. Kerk is verdubbeld. Ondanks de steun van het rijk bij de kerkbouw achtte •Achthonderdduizend leden telt de Hervormde Kerk van Roemenië, één van de grotere Hervormde Kerken in Europa. Zij is ingedeeld in de distric ten Cluj en Oradea, beide onder lei ding van een bisschop. Tijdens de laatste algemene vergadering van het district Oradea werden 28 predi kanten bevestigd in één kerkdienst, bezocht door duizend gemeentele den. In Cluj is een theologische fa culteit met momenteel 34 studenten. Per 31 augustus treedt de heer H. Voncken af als directeur van het instituut voor katholieke kerk muziek. Hij was tevens directeur van het kathedrale koor en van de rooms-katholieke koorschool te Utrecht. Tijdens zijn directeurschap werd de r.-k. kerkmuziekopleiding van een 3-jarige cursus uitgebreid tot een 5-jarige en kregen de diplo ma's van het instituut de rijkserken- ning. De gereformeerden van Lewedorp kregen mede dank zij de steun van de Stichting Steun Kerkbouw, S.S.K., een nieuw kerkgebouw. De hervorm de gemeente van Lewedorp maakt tevens van deze kerk gebruik. (Foto P.Z.C.) ÉËgfÉÊ hij een nieuwe kerkbouwactie nood zakelijk. Dit zei de heer Boekhout van de Generale financiële raad: er zijn honderd kerkbouwplannen in de maak, waarvoor nog geen toezeggin gen konden worden gedaan. Van die honderd zouden er tien al volgend jaar moeten worden gebouwd, deze kerken zouden bij voorrang moeten worden geholpen. „Men loopt soms kerkelijk achter bij de burgerlijke planologie. De actie had als uitgangs punt: de kerk moet klaar zijn als de nieuwe wijken klaar kwamen, maar dit is niet gelukt". De Gereformeerde Kerken zullen tot 1970 nog omstreeks 100 kerken nodig hebben. De Rooms-Katholieke Kerk, die een bisschoppelijk noodfonds kent en een kerkbouwzondag, heeft in het bisdom Breda, waaronder Zeeland valt, in 1962 in Roosendaal, West- kapelle en Bergen op Zoom kerken aanbesteed, in Terneuzen werd een hulpkerk in gebruik genomen. Het bisdom Breda meent bijna een miljoen nodig te hebben. Ook deze kerk bouwt. Uiteraard hebben ook de an dere bisdommen van Nederland de nodige lasten. De Christelijk Gere formeerde Kerk kent het F.S.K., het Fonds Steun Kerkbouw, dat al tien jaar bestaat in het bijzonder om de rente en aflossing van leningen te garanderen van nieuw te bouwen kerken. Vrijwel alle denominaties hebben nieuwbouwplannen. De R.-K. Kerk, de hervormden en de gerefor meerden hebben plannen voor kerk bouwacties in 1964. Zelfs plannen voor het voeren van gezamenlijke acties. De Hervormde Kerk heeft dit voor gesteld: samen moeten de kerken een actie voeren voor de kerkbouw. Er is in eerste instantie contact ge legd met de Stichting Steun Kerk bouw van de Gereformeerde Kerken en met de econoom van de bisdom men van de R.-K. Kerk, die zich met kerkbouw bezighouden. Er is overleg gaande over de organisatie van één nationale kerkbouwzondag, maar „één en ander is nog niet concreet", aldus de heer Boekhout van de Ge nerale financiële raad der N.H. Kerk. „Het combineren voor alle par tijen zou beter zijn. Bijvoor beeld een gelijknamige actie: het hele volk in zijn totaliteit zeggen: wij dragen de verant woordelijkheid voor de geeste lijke verzorging", aldus de heer Hartman, het Zeeuwse S.S.K.- bestuurslid. „We zouden elkaar kunnen aanvuren, noem het een „heilige competitie". (Advertentie) „Zou Iemand Het water kunnen weren om hen te dopen, die evenals wij de Heilige Geest hebben ontvan- gen Nederland is een waterland en wij Nederlanders kennen het water. Wij hebben geleerd hoe wij het moeten beheersen en weten dat in brede, machtige stromen vertroebelingen kunnen ontstaan die de vaart van het water verminderen, waardoor dit op de duur tot stil- 3 stand komt. De geschiedenis uit het boek der Handelingen kunnen wij vergelijken met een rivier. Wij lezen in Handelingen 2, hoe de Heilige Geest met kracht naar omlaag komt en zich als een snel- vlietende beek een bedding zoekt door het joodse land. Van Jeru- zalem gaat het verder naar Samaria en vandaar weer verder. De beweging door de Geest ontketend, begint de allures aan te nemen 3 van een machtige brede stroom, die alles overspoelt. In deze brede stroom zien wij echter stagnaties optreden. De vaart raakt er uit. Wij kunnen die heel goed zien bij de apostel Petrus. Hij is in Jeruzalem één en al actie. Hij getuigt in Samaria met de gloed van de Geest. De verwachting is gewettigd, dat Petrus bij de grenzen van het joodse land doorstoot. Dit gebeurt echter niet. Petrus' vaart vermindert en wij zien hem dan wat rondhangen bij een leerlooier in Joppe: menselijkerwijs gesproken gaat het evan- 1 gelie verzanden. God brengt dan zelf deze stroom weer op gang. Wij zien hoe Petrus wordt weggehaald uit Joppe en in Gaesarea Filippi het evangelie gaat verkondigen. Petrus beleeft dan dat ook aan de heiden Corne- lius de Heilige Geest wordt geschonken. Dit brengt Petrus tot de vraag, die hierboven staat afgedrukt. Petrus stelt met vreugde vast, hoe God hier zelf het initiatief heeft genomen. God heeft het niet bij deze ene keer gelaten. Wij zien in de kerkgeschiedenis hoe God dit telkens weer doet. Hij doet dit ook in 1963. Overal waar Hij het evangelie laat prediken en de sacramenten laat bedienen is Hij bezig de stroom voort te zetten. Petrus was verheugd. Wat zijn wij? Slaan wij met dezelfde blijdschap Gods grote daden gade?, of gaan wij hinderpalen opwerpen? Zijn wij stroomgeleiders of belemmeren wij de stroom? KAMPERLAND. ALB. VAN DEN BAN. <iiiiiiiiiiiiiiiMitiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimmiiiiiiiiiiiiiiiiijiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiuiiii7 Dortmund is deze week, van tot 28 juli, het centrum van leken en theo logen uit de Duitse Evangelische Kerk. Hier is de massale bijeenkomst, de (Kirchentag"die het resultaat is van een na de oorlog op gang gekomen lekenbeweging in de Duitse Evangelische Kerk. De „Kirchentag" wordt om de twee jaar gehouden. Een bijzondere medewerker geeft in bijgaand artikel zijn indrukken. Op de Kirchentag worden referaten gehouden en bespreekt men het thema „Met conflicten leven" in discussiegroepen. Voorts zijn er filmvoorstellingen, uitvoeringen van kerkmuziek, moderne religieuze toneel voorstellingen en cabaretavonden. De deelnemers logeren bij ingezetenen van Dortmund. Morgen zondag is de slotbijeenkomst. Deze foto geeft een overzicht van de opening van de Kirchentag op de markt in Dortmund. (Van een bijzondere medewerker) De elfde Duitse Kirchentag, een bijeenkomst van theologen en ge meenteleden van de Duitse Evangeli sche Kerk is deze week in Dortmund gehouden en eindigt morgen, zondag. Voor de tweede keer in haar veer tienjarige geschiedenis vond de sa menkomst plaats in het Ruhrgebied (de eerste maal in 1950 te Essen), het grootste nauw aaneensluitende industriegebied in de wereld. De opening vond plaats op de Nieuwe Markt. Ongeveer 15.000 mensen uit de Bondsrepubliek en een duizend deelnemers vanuit de oecumene van uit Nederland waren ruim 250 deel nemers aanwezig) waren onder klok kengelui samengekomen om de ope- ningsdienst bij te wonen. In de begroeting door de president van de Kirchentag, D. Dr. Reinold von Thadden-Trieglaff, werd sterk naar voren gebracht: „Wat het be waren van het christelijk geloof be treft: het Ruhrgebied met zijn veel eisende dynamiek en zijn streven naar prestatie, succes en produktivi- teit dwingt ons bijzonder nuchter en realistisch te zijn". Eén van de geregelde provinciale radio-uitzen dingen in het noordoosten van ons land be vat een rubriek waarin allerlei dorpsschetsen worden gegeven. In bijna iedere uitzending komt de oude dominee (ol domnee) voor. Hp is zo'n beetje de bemiddelaar wanneer het dorp door ruzies dreigt te worden verscheurd en hij waakt ervoor dat niemand wordt uitgestoten uit de dorpsgemeenschap, die bij elkaar moet worden gehouden. Zo lezen we in het synodale rapport dat is opgesteld door het commissariaat voor maatschappelijk en cultureel werk over: Buurt werk en dorpshuizen, middelen tot maatschappe lijke opbouw. Na deze mededeling over die radio uitzending is er aan toegevoegd: „In werkelijk heid zal hij moeilijk nog ergens te vinden zijn, maar vertegenwoordigt hij een verleden, dat ook nu nog de mensen aanspreekt". In het verleden ging in verschillende streken van ons land een belangrijke invloed uit van de kerk op het geheel van de dorpssamenleving. Daarbij speelden de predikant en zijn vrouw menigmaal een niet onbelangrijke rol. Hier hebt ge iets aldus het rapport van de verhouding kerk en samenleving. „In de kerk werd verantwoordelijk heid gedragen voor het geheel. Het behoorde tot de vanzelfsprekendheden dat kerk en pastorie min of meer eigendom waren van, in elk geval ook verplichtingen hadden tegenover, het gehele dorp". Te kennen enigszins het noordoostelijk deel van ons land en weten hoe vroeger aldaar, ook bij alle onkerkelijkheid die er kon zijn, de positie van een predikant was. Al mag het ge heel in onze provincie iets anders liggen, het komt toch ook hier voor, dat men bij bepaalde dingen die betrekking hebben op het geheel van de samenleving van een dorp, de predikant en zijn vrouw niet voorbijgaat, ook al zijn het dingen waaraan de beroepsbrief in de verste verte niet denkt. Wanneer men hier zegt: dat komt U toe, kunnen het heel verschillende dingen zijn, van de leiding van een mannen- of vrouwenvereniging af, tot aan het lid zijn van een feestcommissie toe. Deze situatie is in deze eeuw langzaamaan gaan veranderen en ze is nog steeds bezig te veran deren. „Kerk en samenleving zijn niet meer zo vanzelfsprekend op elkaar aangewezen; er is een duidelijker grens getrokken, dikwijls met scherpe lijnen gemarkeerd. In een proces van wisselwerking kwam de kerk steeds meer tegen over cultuur en samenleving te staan. Samen levingsinstituten en culturele en maatschappelijke voorzieningen kwamen tot stand en ontwikkelden zich op een steeds groter wordende afstand tot de kerk", aldus constateert het rapport. Dat buurtwerk en die dorpshuizen zijn middelen tot maatschappelijke opbouw, maar van huis uit is dit terrein geen kerkelijk terrein. Van bui ten af hebben deze zich aangediend. Wanneer je zo doorleest hoe de ontwikkeling van dit soort werk is geweest, dan blijkt het daaruit ook vol doende. Wel hebben, en dat ook van het begin af aan, mensen van de kerk daarin meegedaan. De studenten van Oxford en Cambridge die in 1884 in Oost-Londen een langere of kortere periode van hun leven in het „Settlement House" gingen wonen en een deel van hun tijd gaven aan het werk in deze arme arbeiderswijk van Londen, deden dit onder leiding van een predikant die aldaar zijn werkking had. Het werk van deze „settlement" (nederzetting) ging verder geheel buiten de kerk om. Wanneer, gestimuleerd door Londen, in 1892 te Amsterdam in de Jordaan een begin gemaakt wordt met het werk van „Ons Huis", dat zich ontwikkeld heeft tot „een van de toonaangevende stukken volksontwikkelingswerk in de hoofdstad", is het toch geheel anders geaard dan het werk in Londen. En wanneer in 1915 te Paterswolde het plattelandsbuurtwerk begint met „Ons Dorpshuis", is dit ook weer buiten kerkelijk werk, hoewel de vrouw van de plaatse- lljke predikant daartoe de grootste stoot gat. Aangezien hier het drankmisbruik onrustbarende vormen had aangenomen, was het eerste doel van de vereniging die gesticht is „onwetendheid te bestrijden en levensleegte te vullen" Sedert dien heeft het buurtwerk in de steden en het werk van de dorpshuizen zich steeds meer ont wikkeld. Dit is vooral na de tweede wereldoorlog het geval geweest. Er is echter geen eenheid, maar een grote verscheidenheid van werkwijzen gekomen. In opzet en werkvorm is het ene dorps huis geheel verschillend van andere. Er zijn ook dorpshuizen ontstaan die alleen van de kerk uit gingen, in dezen eigenlijk dan alleen van de N.H. Kerk. De vraag die de samenstellers van het rapport zichzelf en daarmede ook de lezers stellen is, óf dit direct kerkelijk werk kan zijn; óf de kerk van deze activiteiten gebruik kan maken bij het vervullen van haar eigen opdracht. Welke is de verhouding van de kerkelijke arbeid tot het buurtwerk Na een brede oriëntatie op dit terrein, waarbij niet vergeten is het ministerie van maatschappelijk werk dat via zijn subsidie regelingen hier mede leiding geeft, volgt het vijf de hoofdstuk: „Kerkelijke ervaringen en vragen" en daarna het tweede gedeelte van het rapport waarin de opstellers getracht hebben de plaats te bepalen die de kerk in het geheel van dit werk kan innemen. De kerk zal zich te allen tijde mede verantwoordelijk moeten blijven weten voor een gedeelte van het maatschappelijk opbouw werk in het algemeen en wat dit onderdeel betreft zijn er allerlei soorten bindingen met de kerk, zo als het verleden volop laat zien. Deze bindingen zijn over het algemeen meer losse dan vaste. Speciaal de N.H. Kerk heeft hier, zoals reeds gezegd, ook op het engere terrein waarmede dit rapport zich bezighoudt, een bijdrage geleverd. Moet zij hiermee voortgaan Geconstateerd wordt „dat er bij de kerkelijke organen over het alge meen weinig geestdrift bestaat voor de idee van een algemeen ruimtebiedend centrum, zoals dit in de rijksregeling Dorps- en Wijkcentra bedoeld wordt. De samenleving, ook in de dorpen, is te veel uiteengevallen dan dat zulk een centrum van één kerk kan uitgaan. Maar de zwaarste vraag is deze: als de kerk iets doet, moet zij het doen naar haar eigen opdracht. Het wezen van het buurtwerk is iets anders dan het wezen van het werk der kerk. Maatschappelijk opbouwwerk, waaronder ook het buurtwerk en de dorpshuizen vallen, richt zich vooral „op verbetering van de economische, so ciale en culturele levensomstandigheden". „De kerk kan niet zo maar het terrein van het maat schappelijk opbouwwerk betreden als argeloos deelgenoot van overheidsorganen en andere in stanties die hier verantwoordelijkheid dragen. Zij moet haar eigen normen hanteren". De kerk zal ook kritisch moeten staan tegenover haar eigen initiatieven en ze zal zich geenszins mogen laten leiden door „prestigebelangen". Maar een kerk zou geen kerk zijn, wanneer ze zich niet mede verantwoordelijk wist voor het volk in zijn geheel en in al zijn samenlevingsverbanden. Met nadruk wordt hiei gewezen op het herderlijk schrijven van de Generale Synode van de N.H. Kerk over het christen-zijn in de Nederlandse samenleving. Dit behoeft niet te betekenen dat de kerk zelf het werk in buurt- en dorpshuizen ter hand moet nemen. Het is misschien het beste „dat kerkelijke or ganen zelf zoveel mogelijk op de achtergrond blijven. Er moet echter wel voor worden gezorgd dat de leden van een kerkelijke gemeente zoveel mogelijk deelnemen aan de arbeid op het maat schappelijk terrein. Ook al zou de kerk haar eigen gebouwen ter beschikking stellen waar dit mogelijk is, zo moet toch het werk waarom het gaat, niet van haar uitgaan. Dit moet gedragen worden, als het goed is door alle groeperingen die er in een wijk of dorp zijn. „Buurtwerk is in zekere zin per definitie algemeen". Slechts onder bepaalde omstandigheden is kerkelijk buurtwerk een tijdelijk aanvaardbare vorm. De algemene organisatie verdient de voorkeur, maar dit wil niet zeggen dat er geen overleg mag zijn en zelfs moet zijn met kerkelijke organen. En evenmin dat er in de programma's van de onderwerpen die aan de orde komen, geen discus sies over godsdienstige onderwerpen zullen mogen voortkomen „op gelijke voet met andere onder werpen en voor zover de wens daartoe kenbaar gemaakt wordt" In dit rapport is aan de kerk zo menen we de juiste plaats gewezen ten op zichte van het buurtwerk en de dorpshuizen. H. Vooruitgang en welvaart kunnen slechts schijnbaar en oppervlak kig verbergen, dat wij in een geval len wereld leven. Zij heffen de vloek niet op, waaronder doornen en dis tels alleen van vorm zijn veranderd. Hun scherp uitstekende punten zijn f ebleven. De ergste vorm van deze oornen is in onze tijd het prikkel draad geworden. Sinds de oorlog, krijgsgevangenen en internerings kampen. Sinds Auschwitz en Rema- gew, Korea en Indonesië, Kongo en Algiers, Berlijn en Zuid-Afrika is er nauwelijks een plek op aarde te vin den, die de vloek van het prikkel draad niet gedragen heeft. Daarin worden alle spanningen, tegenstel lingen en conflicten gesymboliseerd. Het prikkeldraad werd tot het mo derne teken van de scheiding tussen God en mensen, in de bijbel zonde ge noemd. In deze werkelijkheid van staaldraad is Jezus Christus geko men. Vandaar uit alléén is het thema „met conflicten leven" te begrijpen. Jezus Christus alléén kan het oer- conflict opheffen. Met deze achter grond heeft de graficus Hans Jürgen Rau het embleem met de uit het prik keldraad gewonden doornenkroon vervaardigd. Gedurende drie dagen worden alle gemeenten der Evangelische Kerk in Dortmund ingeschakeld De deelnemers komen 's morgens in klei ne groepen in verschillende gebouwen in ieder gedeelte van de stad bij elkaar, waar het onderwerp door een klein filmpje wordt ingeleid, 's Mid dags wordt dan het besprokene in groter verband aan de orde gesteld. Iedere dag heeft een eigen thema: „geïsoleerd in de wereld", „georgani seerd in de wereld", „met beide be nen in de wereld". De referaten wor den dqor vooraanstaande theologen uit Duitsland en de oecumene gehou den. Deze wijziging in de samenstelling van het programma is een doorbre ken van een jarenlange traditie. Meer aandacht wordt geschonken aan het gesprek in kleiner kring. Men heeft ingezien, dat alleen de grote massale bijeenkomsten niet aan hun doel be antwoorden. Dr. Carola Wolf, de leidende figuur van de kerkelijke pers zegt hierover: „Wü moeten onze Kirchentag niet reeds kritisch belasten vóór zij be gonnen is. Wij hebben een experiment gewaagd en moeten afwachten hoe het resultaat is. Nieuw is alléén de vorm". Of zoals praeses dr. Wilm het uitdrukte: De Kirchentag in Dortmund zweeft niet ergens tussen hemel en aarde, maar staat geheel beneden op de aarde". TI.Deutscher Evangelischer Kirchentag Dortmund 24. bis 28. Juli 1963 Het embleem voor de elfde Duitse Kirchentag. Te Venlo is een gespreksgroep ge vormd bestaande uit tien personen uit de R.-K. Kerk, de hervormde ge meente en de gereformeerde kerk. Men zal geregeld samenkomen. Het ligt in de bedoeling, dat het gesprek niet loutei een informatief, maar ook een getuigend karakter dragen zal. Bovendien heeft de r.-k. geestelijk heid het initiatief genomen de bijbel meer onder het volk te brengen. Zij heeft de hervormde en de gerefor meerde predikant tot medewerking uitgenodigd. De gedachten gaan uit naar een grootscheepse colportage. De onlangs gehouden 175e alge mene vergadering van de United Presbyterian Church in de Ver. Sta ten heeft een rapport aanvaard over de verhouding van kerk en staat. Het in de vergadering aangenomen standpunt stelt heel duidelijk, dat kerk en staat gescheiden moeten worden. In de inleiding wordt ge steld, dat de Amerikaanse presbyte rianen geloven in vrijheid van gods dienst. Zij wijzen toezicht van de Staat over de kerk af. De taak van de kerk is in de eerste plaats te ge tuigen. De Christelijk Gereformeerde Ker ken in ons land zullen op de 7 au us- tus a.s. te Grand-Rapids beginnende gereformeerde oeeume: .ische synode vertegenwoordigd zijn door de heren dr. C. J. Verplanke, burgemeester van 's-Gravendeel, en ds. Joh. de Waal te Klundert. (Advertentie)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 10