Steeds weerkerende
zorg: de kerkbouw
Vacantie
Kerk, buurtwerk, dorpshuizen:
een nieuwe plaatsbepaling
Vijftienduizend mensen op
elfde Duitse Kirchentag
NIEUWS VAN
OVERAL
Zijn wij stroomgeleiders?
w
zaterdagnummer
Zeeuwse projecten
geholpen door
landelijke acties
Fondsvorming
Veel gebeurd
Samen actie?
zonder hoofdpijn
neem 'ASPRO' mee
EN DE
„Mit Konflikten leben"
Gevallen wereld
Nieuwe stijl
Op naar de top
van de Euromast
Zaterdag 27 juli 1963
ïn Haamstede gaat men na de
bouwvakantie full speed wer
ken aan de nieuwe gereformeer
de kerk, die de bestaande ver
vangt, Tholens kerk wordt ge
restaureerd, hervormd Middel
burg - 't Zand - heeft onlangs
een fraai nieuw kerkgebouw in
gebruik genomen, Sluiskil heeft
een project onderhanden. Niet
dat de kerkgebouwen in Zeeland
als paddestoelen uit de grond
verrijzen, maar toch kan men
op verschillende plaatsen in ons
gewest bouwers bezig zien aan
kerkebouw, die mede dank zij
de uit speciale kerkbouwacties
van de Hervormde en de Gere
formeerde Kerk verkregen
steun, tot stand kunnen komen.
De acties zijn achter de rug: een paar
maanden geleden was het slot van
de actie, gevoerd door de Stichting
Steun Kerkbouw, de S.S.K. van de
Gereformeerde Kerken, maart 1961
eindigde de even groots opgezette
actie van de Ned. Hervormde Kerk.
De Gereformeerde Kerken behaalden
met drie acties ('54-'59), actie Grote
Sprong en actie 1 procent, bijna tien
miljoen gulden; de hervormden
brachten ruim tien miljoen bijeen.
WWA/WWWWWWVWiAAftAWWWWWWW
WAWWWWWWWAAWWWWWWWWWWWt\0U
Verschillende Zeeuwse kerken heb
ben kunnen meeprofiteren van
deze bedragen: drie gemeenten, Mid
delburg, Sluiskil en Terneuzen kre
gen toezeggingen voor totaal
424.000 uit de opbrengst van de
hervormde kerkbouwactie. De ge
reformeerde kerken van Haamstede,
Koudekerke, Lewedorp, Meliskerke,
Colijnsplaat en Thoien kregen samen
steuntoezeggingen tot 110.000 van
het totaal aantal dotaties ten bedra
ge van 3.317.000 (inbegrepen enkele
buitenlandse kerken). Gereformeerd
Axel, Koudekerke en Thoien kregen
tevens nog samen voor 65.000 aan
leningen uitbetaald of toegezegd van
een totaal ad. 2.088.000. Daarvan
krijgt Haamstede een nieuwe kerk,
ontving Koudekerke een vrijwel ge
heel nieuw gebouw en Meliskerke
eveneens. De overige projecten be
treffen restauratie van bestaande ge
bouwen.
Kerkbouw was het werk van de
plaatselijke gereformeerde
kerk: men deed het alleen, uit
eigen kracht en uit eigen middelen.
De opzet van de S.S.K. van de Ge
reformeerde Kerken was fondsvor
ming. Vooral na de oorlog door de
trek naar het westen, door de toe
nemende industrialisatie konden de
plaatselijke kerken de problemen niet
meer aan. Gezamenlijke verantwoor
delijkheid, daarom gaat het in de
S.S.K. Was er oorspronkelijk alleen
de hulpverlening aan de kerken in
West-Nederland, de hulp moest ook
worden geboden in de andere streken
van ons land; aan de ontvolkende
gebieden bijvoorbeeld en aan de in
ontwikkeling zijnde gebieden", aldus
de Zeeuwse S.S.K.-bestuurder L. A.
Hartman, directeur van de Gerefor
meerde stichting voor maatschappe
lijk werk in de provincie Zeeland.
Hij wijst er op, dat de meeste kleine
kerken in Zeeland staan. Bijna de
helft van de 56 gereformeerde ker
ken in Zeeland telt nog geen 250
zitplaatsen. De kerken in Zeeland
hebben het is bekend zoals
iedereen in dit gewest, te maken met
recreatie en industrialisatie. De klei
ne kerken zullen plaats moeten bie
den aan de velen, die naar verwach
ting, zich in de toekomst tijdelijk
(recreatie) of blijvend in Zeeland
zullen vestigen. Dit betekent dan uit
breiding of nieuwbouw.
Nieuwbouw, naar de mening van de
heer Hartman, dan niet van grote
kerken, maar van die met zo'n 500
zitplaatsen.
Want „heel belangrijk is de ge
meenschapsbeleving. De geestelijke
bearbeiding vanuit de kerkeraad kan
bij kleine gemeenschappen, gevormd
naar de wijk- en parochiegedachte,
veel beter gericht zijn.
Wat de kleine gemeenten betreft,
heeft men uiteraard niet zozeer be
hoefte aan wijkgemeenten, maar wél
aan die kerken, die zo'n vijf tot zes
honderd zielen betreffen. Want „bij
Kerken bouwen kost geld, veel
geld. Voor miljoenen guldens
hebben de verschillende kerk
genootschappen in ons land al
aan nieuwbouw of restauratie
en al wat bij een kerk behoort
pastorieën, verenigingsgebou
wen, e.d.) besteed. Het is een
steeds weerkerende zorg voor
kerkleiders en lidmaten. Uit
breidende gemeenten in grote
steden of op het platteland
hebben ermee te maken evenals
nieuwe, in ontwikkeling zijnde
gebieden als Zeeland en be
staandedruk bevolkte centra
als de Randstad. De meeste
kerken hebben fondsen, hou
den collectes op kerkbouwzon-
dagen of op andere wijzen in
zamelingen onder de gemeen
teleden. Maar de bedragen, die
men op deze wijze en via rijks-
en gemeentesubsidies bijeen
kreeg, waren en zijn niet toe
reikend.
Met speciale kerkbouwacties
heeft een aantal kerken in ons
land een extra dringend beroep
gedaan op de gemeenteleden
om een hogere financiële bij
drage. Uit de opbrengst van
deze acties, zoals die zijn ge
voerd door onder meer de Ned.
Hervormde Kerk en de Gere
formeerde Kerken, steunt men
de bouw, geeft men subsidies,
verstrekt men leningen. De
speciale acties zijn nog niet
zo lang geleden afgelopen. Dit
artikel geeft een „tussen
stand" over wat in het bij
zonder de Zeeuwse kerken
ontvingen uit deze speciale ac
ties.
de kerkelijke opbouw doen méér fac
toren mee: behoorlijke outillage, ge
meentecentrum voor kerkelijke acti
viteiten zoals jeugdwerk, e.d.".
Het aantal hervormde kerken in
Zeeland, dat een toezegging
heeft gekregen is kleiner dan dat
van de gereformeerde kerken. Drié
van de 140 uit de hervormde kerk
bouwactie van 1959 meegefinancier-
de gebouwen zijn reeds of komen in
Zeeland. De heer J. D. Boekhout, ad
junct-secretaris van de Generale
financiële raad der Ned. Herv. Kerk:
„Er is na de watersnood al veel ge
beurd in Zeeland. Wat de toekomst
betreft: het hangt mede af van de
snelheid van de ontwikkeling van het
Deltaplan: „Er zijn nu 28 kerken in
geheel Nederland in aanbouw, plan
nen zijn geheel of gedeeltelijk gereed
voor 60 stuks. Zeeland is op het mo
ment goed voorzien, er is veel nieuw
bouw en restauratie, uitbreidings
plannen zijn er voor een enkele (gro
te) gemeente. De zaak is wel zo
goed als rond. Maar de ontwikkeling
moet men in het oog houden".
Prof. Van Beusekom, voorzitter van
de Vereniging van kerkvoog
den in de N.H. Kerk zei het onlangs
nog op de jaarlijkse algemene verga
dering van deze vereniging: het aan
tal benodigde kerken voor de N.H.
Kerk is verdubbeld. Ondanks de steun
van het rijk bij de kerkbouw achtte
•Achthonderdduizend leden telt de
Hervormde Kerk van Roemenië, één
van de grotere Hervormde Kerken in
Europa. Zij is ingedeeld in de distric
ten Cluj en Oradea, beide onder lei
ding van een bisschop. Tijdens de
laatste algemene vergadering van
het district Oradea werden 28 predi
kanten bevestigd in één kerkdienst,
bezocht door duizend gemeentele
den. In Cluj is een theologische fa
culteit met momenteel 34 studenten.
Per 31 augustus treedt de heer
H. Voncken af als directeur van
het instituut voor katholieke kerk
muziek. Hij was tevens directeur van
het kathedrale koor en van de
rooms-katholieke koorschool te
Utrecht. Tijdens zijn directeurschap
werd de r.-k. kerkmuziekopleiding
van een 3-jarige cursus uitgebreid
tot een 5-jarige en kregen de diplo
ma's van het instituut de rijkserken-
ning.
De gereformeerden van Lewedorp
kregen mede dank zij de steun van de
Stichting Steun Kerkbouw, S.S.K.,
een nieuw kerkgebouw. De hervorm
de gemeente van Lewedorp maakt
tevens van deze kerk gebruik.
(Foto P.Z.C.)
ÉËgfÉÊ
hij een nieuwe kerkbouwactie nood
zakelijk.
Dit zei de heer Boekhout van de
Generale financiële raad: er zijn
honderd kerkbouwplannen in de
maak, waarvoor nog geen toezeggin
gen konden worden gedaan. Van die
honderd zouden er tien al volgend
jaar moeten worden gebouwd, deze
kerken zouden bij voorrang moeten
worden geholpen. „Men loopt soms
kerkelijk achter bij de burgerlijke
planologie. De actie had als uitgangs
punt: de kerk moet klaar zijn als de
nieuwe wijken klaar kwamen, maar
dit is niet gelukt".
De Gereformeerde Kerken zullen tot
1970 nog omstreeks 100 kerken nodig
hebben. De Rooms-Katholieke Kerk,
die een bisschoppelijk noodfonds kent
en een kerkbouwzondag, heeft in het
bisdom Breda, waaronder Zeeland
valt, in 1962 in Roosendaal, West-
kapelle en Bergen op Zoom kerken
aanbesteed, in Terneuzen werd een
hulpkerk in gebruik genomen. Het
bisdom Breda meent bijna een miljoen
nodig te hebben. Ook deze kerk
bouwt. Uiteraard hebben ook de an
dere bisdommen van Nederland de
nodige lasten. De Christelijk Gere
formeerde Kerk kent het F.S.K., het
Fonds Steun Kerkbouw, dat al tien
jaar bestaat in het bijzonder om de
rente en aflossing van leningen te
garanderen van nieuw te bouwen
kerken.
Vrijwel alle denominaties hebben
nieuwbouwplannen. De R.-K.
Kerk, de hervormden en de gerefor
meerden hebben plannen voor kerk
bouwacties in 1964. Zelfs plannen
voor het voeren van gezamenlijke
acties.
De Hervormde Kerk heeft dit voor
gesteld: samen moeten de kerken
een actie voeren voor de kerkbouw.
Er is in eerste instantie contact ge
legd met de Stichting Steun Kerk
bouw van de Gereformeerde Kerken
en met de econoom van de bisdom
men van de R.-K. Kerk, die zich met
kerkbouw bezighouden. Er is overleg
gaande over de organisatie van één
nationale kerkbouwzondag, maar
„één en ander is nog niet concreet",
aldus de heer Boekhout van de Ge
nerale financiële raad der N.H.
Kerk.
„Het combineren voor alle par
tijen zou beter zijn. Bijvoor
beeld een gelijknamige actie:
het hele volk in zijn totaliteit
zeggen: wij dragen de verant
woordelijkheid voor de geeste
lijke verzorging", aldus de heer
Hartman, het Zeeuwse S.S.K.-
bestuurslid. „We zouden elkaar
kunnen aanvuren, noem het een
„heilige competitie".
(Advertentie)
„Zou Iemand Het water kunnen
weren om hen te dopen, die evenals
wij de Heilige Geest hebben ontvan-
gen
Nederland is een waterland en wij Nederlanders kennen het water.
Wij hebben geleerd hoe wij het moeten beheersen en weten dat in
brede, machtige stromen vertroebelingen kunnen ontstaan die de
vaart van het water verminderen, waardoor dit op de duur tot stil-
3 stand komt. De geschiedenis uit het boek der Handelingen kunnen
wij vergelijken met een rivier. Wij lezen in Handelingen 2, hoe de
Heilige Geest met kracht naar omlaag komt en zich als een snel-
vlietende beek een bedding zoekt door het joodse land. Van Jeru-
zalem gaat het verder naar Samaria en vandaar weer verder. De
beweging door de Geest ontketend, begint de allures aan te nemen
3 van een machtige brede stroom, die alles overspoelt.
In deze brede stroom zien wij echter stagnaties optreden. De
vaart raakt er uit. Wij kunnen die heel goed zien bij de apostel
Petrus. Hij is in Jeruzalem één en al actie. Hij getuigt in Samaria
met de gloed van de Geest. De verwachting is gewettigd, dat Petrus
bij de grenzen van het joodse land doorstoot. Dit gebeurt echter niet.
Petrus' vaart vermindert en wij zien hem dan wat rondhangen bij
een leerlooier in Joppe: menselijkerwijs gesproken gaat het evan-
1 gelie verzanden.
God brengt dan zelf deze stroom weer op gang. Wij zien hoe Petrus
wordt weggehaald uit Joppe en in Gaesarea Filippi het evangelie
gaat verkondigen. Petrus beleeft dan dat ook aan de heiden Corne-
lius de Heilige Geest wordt geschonken. Dit brengt Petrus tot de
vraag, die hierboven staat afgedrukt. Petrus stelt met vreugde
vast, hoe God hier zelf het initiatief heeft genomen. God heeft het
niet bij deze ene keer gelaten. Wij zien in de kerkgeschiedenis hoe
God dit telkens weer doet. Hij doet dit ook in 1963. Overal waar Hij
het evangelie laat prediken en de sacramenten laat bedienen is Hij
bezig de stroom voort te zetten. Petrus was verheugd. Wat zijn wij?
Slaan wij met dezelfde blijdschap Gods grote daden gade?, of gaan
wij hinderpalen opwerpen? Zijn wij stroomgeleiders of belemmeren
wij de stroom?
KAMPERLAND.
ALB. VAN DEN BAN.
<iiiiiiiiiiiiiiiMitiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimmiiiiiiiiiiiiiiiiijiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiuiiii7
Dortmund is deze week, van tot 28 juli, het centrum van leken en theo
logen uit de Duitse Evangelische Kerk. Hier is de massale bijeenkomst, de
(Kirchentag"die het resultaat is van een na de oorlog op gang gekomen
lekenbeweging in de Duitse Evangelische Kerk. De „Kirchentag" wordt om
de twee jaar gehouden. Een bijzondere medewerker geeft in bijgaand artikel
zijn indrukken. Op de Kirchentag worden referaten gehouden en bespreekt
men het thema „Met conflicten leven" in discussiegroepen. Voorts zijn er
filmvoorstellingen, uitvoeringen van kerkmuziek, moderne religieuze toneel
voorstellingen en cabaretavonden. De deelnemers logeren bij ingezetenen van
Dortmund. Morgen zondag is de slotbijeenkomst. Deze foto geeft een
overzicht van de opening van de Kirchentag op de markt in Dortmund.
(Van een bijzondere medewerker)
De elfde Duitse Kirchentag, een
bijeenkomst van theologen en ge
meenteleden van de Duitse Evangeli
sche Kerk is deze week in Dortmund
gehouden en eindigt morgen, zondag.
Voor de tweede keer in haar veer
tienjarige geschiedenis vond de sa
menkomst plaats in het Ruhrgebied
(de eerste maal in 1950 te Essen),
het grootste nauw aaneensluitende
industriegebied in de wereld.
De opening vond plaats op de Nieuwe
Markt. Ongeveer 15.000 mensen uit
de Bondsrepubliek en een duizend
deelnemers vanuit de oecumene van
uit Nederland waren ruim 250 deel
nemers aanwezig) waren onder klok
kengelui samengekomen om de ope-
ningsdienst bij te wonen.
In de begroeting door de president
van de Kirchentag, D. Dr. Reinold
von Thadden-Trieglaff, werd sterk
naar voren gebracht: „Wat het be
waren van het christelijk geloof be
treft: het Ruhrgebied met zijn veel
eisende dynamiek en zijn streven
naar prestatie, succes en produktivi-
teit dwingt ons bijzonder nuchter en
realistisch te zijn".
Eén van de geregelde provinciale radio-uitzen
dingen in het noordoosten van ons land be
vat een rubriek waarin allerlei dorpsschetsen
worden gegeven. In bijna iedere uitzending komt
de oude dominee (ol domnee) voor. Hp is zo'n
beetje de bemiddelaar wanneer het dorp door
ruzies dreigt te worden verscheurd en hij waakt
ervoor dat niemand wordt uitgestoten uit de
dorpsgemeenschap, die bij elkaar moet worden
gehouden. Zo lezen we in het synodale rapport
dat is opgesteld door het commissariaat voor
maatschappelijk en cultureel werk over: Buurt
werk en dorpshuizen, middelen tot maatschappe
lijke opbouw. Na deze mededeling over die radio
uitzending is er aan toegevoegd: „In werkelijk
heid zal hij moeilijk nog ergens te vinden zijn,
maar vertegenwoordigt hij een verleden, dat ook
nu nog de mensen aanspreekt".
In het verleden ging in verschillende streken van
ons land een belangrijke invloed uit van de kerk
op het geheel van de dorpssamenleving. Daarbij
speelden de predikant en zijn vrouw menigmaal
een niet onbelangrijke rol. Hier hebt ge iets
aldus het rapport van de verhouding kerk en
samenleving. „In de kerk werd verantwoordelijk
heid gedragen voor het geheel. Het behoorde
tot de vanzelfsprekendheden dat kerk en pastorie
min of meer eigendom waren van, in elk geval
ook verplichtingen hadden tegenover, het gehele
dorp".
Te kennen enigszins het noordoostelijk deel
van ons land en weten hoe vroeger aldaar,
ook bij alle onkerkelijkheid die er kon zijn, de
positie van een predikant was. Al mag het ge
heel in onze provincie iets anders liggen, het
komt toch ook hier voor, dat men bij bepaalde
dingen die betrekking hebben op het geheel van
de samenleving van een dorp, de predikant en zijn
vrouw niet voorbijgaat, ook al zijn het dingen
waaraan de beroepsbrief in de verste verte niet
denkt. Wanneer men hier zegt: dat komt U toe,
kunnen het heel verschillende dingen zijn, van de
leiding van een mannen- of vrouwenvereniging
af, tot aan het lid zijn van een feestcommissie
toe.
Deze situatie is in deze eeuw langzaamaan gaan
veranderen en ze is nog steeds bezig te veran
deren. „Kerk en samenleving zijn niet meer zo
vanzelfsprekend op elkaar aangewezen; er is
een duidelijker grens getrokken, dikwijls met
scherpe lijnen gemarkeerd. In een proces van
wisselwerking kwam de kerk steeds meer tegen
over cultuur en samenleving te staan. Samen
levingsinstituten en culturele en maatschappelijke
voorzieningen kwamen tot stand en ontwikkelden
zich op een steeds groter wordende afstand tot
de kerk", aldus constateert het rapport.
Dat buurtwerk en die dorpshuizen zijn middelen
tot maatschappelijke opbouw, maar van huis
uit is dit terrein geen kerkelijk terrein. Van bui
ten af hebben deze zich aangediend. Wanneer
je zo doorleest hoe de ontwikkeling van dit soort
werk is geweest, dan blijkt het daaruit ook vol
doende. Wel hebben, en dat ook van het begin
af aan, mensen van de kerk daarin meegedaan.
De studenten van Oxford en Cambridge die in
1884 in Oost-Londen een langere of kortere
periode van hun leven in het „Settlement House"
gingen wonen en een deel van hun tijd gaven
aan het werk in deze arme arbeiderswijk van
Londen, deden dit onder leiding van een predikant
die aldaar zijn werkking had. Het werk van deze
„settlement" (nederzetting) ging verder geheel
buiten de kerk om. Wanneer, gestimuleerd door
Londen, in 1892 te Amsterdam in de Jordaan een
begin gemaakt wordt met het werk van „Ons
Huis", dat zich ontwikkeld heeft tot „een van de
toonaangevende stukken volksontwikkelingswerk
in de hoofdstad", is het toch geheel anders geaard
dan het werk in Londen. En wanneer in 1915
te Paterswolde het plattelandsbuurtwerk begint
met „Ons Dorpshuis", is dit ook weer buiten
kerkelijk werk, hoewel de vrouw van de plaatse-
lljke predikant daartoe de grootste stoot gat.
Aangezien hier het drankmisbruik onrustbarende
vormen had aangenomen, was het eerste doel
van de vereniging die gesticht is „onwetendheid
te bestrijden en levensleegte te vullen" Sedert
dien heeft het buurtwerk in de steden en het
werk van de dorpshuizen zich steeds meer ont
wikkeld. Dit is vooral na de tweede wereldoorlog
het geval geweest. Er is echter geen eenheid,
maar een grote verscheidenheid van werkwijzen
gekomen. In opzet en werkvorm is het ene dorps
huis geheel verschillend van andere. Er zijn ook
dorpshuizen ontstaan die alleen van de kerk uit
gingen, in dezen eigenlijk dan alleen van de N.H.
Kerk.
De vraag die de samenstellers van het rapport
zichzelf en daarmede ook de lezers stellen
is, óf dit direct kerkelijk werk kan zijn; óf de
kerk van deze activiteiten gebruik kan maken bij
het vervullen van haar eigen opdracht. Welke
is de verhouding van de kerkelijke arbeid tot
het buurtwerk Na een brede oriëntatie op dit
terrein, waarbij niet vergeten is het ministerie
van maatschappelijk werk dat via zijn subsidie
regelingen hier mede leiding geeft, volgt het vijf
de hoofdstuk: „Kerkelijke ervaringen en vragen"
en daarna het tweede gedeelte van het rapport
waarin de opstellers getracht hebben de plaats
te bepalen die de kerk in het geheel van dit werk
kan innemen. De kerk zal zich te allen tijde
mede verantwoordelijk moeten blijven weten voor
een gedeelte van het maatschappelijk opbouw
werk in het algemeen en wat dit onderdeel betreft
zijn er allerlei soorten bindingen met de kerk, zo
als het verleden volop laat zien. Deze bindingen
zijn over het algemeen meer losse dan vaste.
Speciaal de N.H. Kerk heeft hier, zoals reeds
gezegd, ook op het engere terrein waarmede dit
rapport zich bezighoudt, een bijdrage geleverd.
Moet zij hiermee voortgaan Geconstateerd wordt
„dat er bij de kerkelijke organen over het alge
meen weinig geestdrift bestaat voor de idee van
een algemeen ruimtebiedend centrum, zoals dit in
de rijksregeling Dorps- en Wijkcentra bedoeld
wordt. De samenleving, ook in de dorpen, is te
veel uiteengevallen dan dat zulk een centrum
van één kerk kan uitgaan.
Maar de zwaarste vraag is deze: als de kerk
iets doet, moet zij het doen naar haar eigen
opdracht. Het wezen van het buurtwerk is iets
anders dan het wezen van het werk der kerk.
Maatschappelijk opbouwwerk, waaronder ook het
buurtwerk en de dorpshuizen vallen, richt zich
vooral „op verbetering van de economische, so
ciale en culturele levensomstandigheden". „De
kerk kan niet zo maar het terrein van het maat
schappelijk opbouwwerk betreden als argeloos
deelgenoot van overheidsorganen en andere in
stanties die hier verantwoordelijkheid dragen. Zij
moet haar eigen normen hanteren". De kerk zal
ook kritisch moeten staan tegenover haar eigen
initiatieven en ze zal zich geenszins mogen laten
leiden door „prestigebelangen". Maar een kerk
zou geen kerk zijn, wanneer ze zich niet mede
verantwoordelijk wist voor het volk in zijn geheel
en in al zijn samenlevingsverbanden. Met nadruk
wordt hiei gewezen op het herderlijk schrijven
van de Generale Synode van de N.H. Kerk over
het christen-zijn in de Nederlandse samenleving.
Dit behoeft niet te betekenen dat de kerk zelf
het werk in buurt- en dorpshuizen ter hand
moet nemen.
Het is misschien het beste „dat kerkelijke or
ganen zelf zoveel mogelijk op de achtergrond
blijven. Er moet echter wel voor worden gezorgd
dat de leden van een kerkelijke gemeente zoveel
mogelijk deelnemen aan de arbeid op het maat
schappelijk terrein. Ook al zou de kerk haar
eigen gebouwen ter beschikking stellen waar dit
mogelijk is, zo moet toch het werk waarom het
gaat, niet van haar uitgaan. Dit moet gedragen
worden, als het goed is door alle groeperingen
die er in een wijk of dorp zijn. „Buurtwerk is in
zekere zin per definitie algemeen". Slechts onder
bepaalde omstandigheden is kerkelijk buurtwerk
een tijdelijk aanvaardbare vorm.
De algemene organisatie verdient de voorkeur,
maar dit wil niet zeggen dat er geen overleg mag
zijn en zelfs moet zijn met kerkelijke organen.
En evenmin dat er in de programma's van de
onderwerpen die aan de orde komen, geen discus
sies over godsdienstige onderwerpen zullen mogen
voortkomen „op gelijke voet met andere onder
werpen en voor zover de wens daartoe kenbaar
gemaakt wordt" In dit rapport is aan de kerk
zo menen we de juiste plaats gewezen ten op
zichte van het buurtwerk en de dorpshuizen.
H.
Vooruitgang en welvaart kunnen
slechts schijnbaar en oppervlak
kig verbergen, dat wij in een geval
len wereld leven. Zij heffen de vloek
niet op, waaronder doornen en dis
tels alleen van vorm zijn veranderd.
Hun scherp uitstekende punten zijn
f ebleven. De ergste vorm van deze
oornen is in onze tijd het prikkel
draad geworden. Sinds de oorlog,
krijgsgevangenen en internerings
kampen. Sinds Auschwitz en Rema-
gew, Korea en Indonesië, Kongo en
Algiers, Berlijn en Zuid-Afrika is er
nauwelijks een plek op aarde te vin
den, die de vloek van het prikkel
draad niet gedragen heeft. Daarin
worden alle spanningen, tegenstel
lingen en conflicten gesymboliseerd.
Het prikkeldraad werd tot het mo
derne teken van de scheiding tussen
God en mensen, in de bijbel zonde ge
noemd. In deze werkelijkheid van
staaldraad is Jezus Christus geko
men. Vandaar uit alléén is het thema
„met conflicten leven" te begrijpen.
Jezus Christus alléén kan het oer-
conflict opheffen. Met deze achter
grond heeft de graficus Hans Jürgen
Rau het embleem met de uit het prik
keldraad gewonden doornenkroon
vervaardigd.
Gedurende drie dagen worden alle
gemeenten der Evangelische
Kerk in Dortmund ingeschakeld De
deelnemers komen 's morgens in klei
ne groepen in verschillende gebouwen
in ieder gedeelte van de stad bij
elkaar, waar het onderwerp door een
klein filmpje wordt ingeleid, 's Mid
dags wordt dan het besprokene in
groter verband aan de orde gesteld.
Iedere dag heeft een eigen thema:
„geïsoleerd in de wereld", „georgani
seerd in de wereld", „met beide be
nen in de wereld". De referaten wor
den dqor vooraanstaande theologen
uit Duitsland en de oecumene gehou
den.
Deze wijziging in de samenstelling
van het programma is een doorbre
ken van een jarenlange traditie. Meer
aandacht wordt geschonken aan het
gesprek in kleiner kring. Men heeft
ingezien, dat alleen de grote massale
bijeenkomsten niet aan hun doel be
antwoorden.
Dr. Carola Wolf, de leidende figuur
van de kerkelijke pers zegt hierover:
„Wü moeten onze Kirchentag niet
reeds kritisch belasten vóór zij be
gonnen is. Wij hebben een experiment
gewaagd en moeten afwachten hoe
het resultaat is. Nieuw is alléén de
vorm". Of zoals praeses dr. Wilm het
uitdrukte: De Kirchentag in Dortmund
zweeft niet ergens tussen hemel en
aarde, maar staat geheel beneden op
de aarde".
TI.Deutscher Evangelischer Kirchentag
Dortmund
24. bis 28. Juli 1963
Het embleem voor de elfde
Duitse Kirchentag.
Te Venlo is een gespreksgroep ge
vormd bestaande uit tien personen
uit de R.-K. Kerk, de hervormde ge
meente en de gereformeerde kerk.
Men zal geregeld samenkomen. Het
ligt in de bedoeling, dat het gesprek
niet loutei een informatief, maar ook
een getuigend karakter dragen zal.
Bovendien heeft de r.-k. geestelijk
heid het initiatief genomen de bijbel
meer onder het volk te brengen. Zij
heeft de hervormde en de gerefor
meerde predikant tot medewerking
uitgenodigd. De gedachten gaan uit
naar een grootscheepse colportage.
De onlangs gehouden 175e alge
mene vergadering van de United
Presbyterian Church in de Ver. Sta
ten heeft een rapport aanvaard over
de verhouding van kerk en staat. Het
in de vergadering aangenomen
standpunt stelt heel duidelijk, dat
kerk en staat gescheiden moeten
worden. In de inleiding wordt ge
steld, dat de Amerikaanse presbyte
rianen geloven in vrijheid van gods
dienst. Zij wijzen toezicht van de
Staat over de kerk af. De taak van
de kerk is in de eerste plaats te ge
tuigen.
De Christelijk Gereformeerde Ker
ken in ons land zullen op de 7 au us-
tus a.s. te Grand-Rapids beginnende
gereformeerde oeeume: .ische synode
vertegenwoordigd zijn door de heren
dr. C. J. Verplanke, burgemeester
van 's-Gravendeel, en ds. Joh. de
Waal te Klundert.
(Advertentie)