Kerkencentrum op de
wereldtentoonstelling
ZEISS IKON
De toekomst van zending
missie in de jonge staten
en
GEBOUW VOOR KERKEN BIJ
DE VERENIGDE NATIES
IN 1964 TE
NEW YORK
Erfenis
ER ZJJN BIJNA 9000
MISSIONARISSEN
De
NIEUWS VAN
OVERAL
Even siil zijn
za
terd
ag
nummer
Op naar de top
van de Euromast
C0NTINA
f139.-
Zaterdag 20 juli 1963
staat New York viert in
1964 de 300ste verjaardag
van zijn bestaan als één der oor
spronkelijke dertien staten. In
1664 werd dit gebied in het mid
den-oosten van de V.S. overge
dragen aan de graat van York,
naar wie de staat is genoemd.
In het district Queensborough
(dat oorspronkelijk Vlissïngen
heette) op Long Island organi
seert New York ter gelegenheid
van die verjaardag een wereld
tentoonstelling, die op 22 april
volgend jaar de poorten opent
in het Flushing Meadow Park
en die behalve de winter
maanden duurt tot 17 okto
ber 1965.
VWVWWWWWVUVVtfUWyWUWVUVtMlAAfUWVUMfVtf
4MIV(A/VUWVV\AMVIA«VMMlUV\A/«/VUUVUMAAA/t
He protestantse kerken van
Amerika zullen zich in één
paviljoen presenteren. „Jezus
Christus, het Licht der wereld"
is het thema van deze presenta
tie. De kerken wijzen onder
meer op het geloof van de pro
testanten, Nederlanders, Engel
sen, Zweden en Franse hugeno
ten, die zich driehonderd jaar
geleden in de nieuwe wereld
vestigden. De „New York
world's fair", te vergelijken
met de vroegere Expo in Brus
sel, gaat in zijn geheel onder het
thema „Vrede door begrip";
men verwacht er zeventig tot
tachtig miljoen bezoekers.
Het protestantse paviljoen staat
onder auspiciën van de prote
stantse raad van de stad New
York, die meer dan 1700 kerken en
30 denominaties vertegenwoordigt.
De grootste protestantse kerken van
de V.S. werken actief mee. Richtin
gen, die zich in het paviljoen zullen
presenteren zijn onder andere: de
baptisten, de methodisten, luthera
nen, de protestantse episcopale kerk
in de V.S., de wereldconcentie van de
kerken van Christus, presbyterianen,
het Leger des Heils, en de zevende
dagsadventisten. In het protestantse
centrum is voor totaal omstreeks
drie miljoen dollar geïnvesteerd.
Het protestantse centrum komt aan
de Avenue of the Americas, tussen
de hoofdingang en het „Unisphere",
de blikvanger van de expositie. Het
paviljoen, in het centrum van de ten
toonstelling, dat een schepping is
van de architect Henry W. Stone,
bestaat uit twee delen. Het voorplein
wordt gevormd door 34 in ellipsvorm
opgestelde zuilen. Deze zijn gewijd
aan de pioniers van het protestantis
me, zoals Calvijn en Luther, John
Knox, Jonathan Woolman, John en
Charles Wesley, Melanchton, Wyclif
en Huss, Zwingli en Whitefield en de
Amerikanen Roger Williams en Wil
liam Penn. Op de zuilen zullen de
beeltenissen van hen alsmede een
toelichting worden aangebracht. Er
is tevens een toren met kruis ge
plaatst.
Via deze „hof van de protestantse
pioniers komt men in het ei
genlijke complex, dat omvat een
ontvangsthall, een tentoonstellings
gedeelte, een kapel voor 50 personen,
een park, een kinderspeelplaats, een
bioscoop voor ruim 370 personen,
waar in een speciale film de mens in
aanraking zal worden gebracht rnet
het evangelie.
Het gehele complex is in moderne
stijl en op Amerikaanse wijze opge
zet. Men streeft er met dit paviljoen
naar de bezoekers een zo volledig
mogelijke indruk te geven van wat
de protestantse raad in New York
doet en wat de activiteiten van de
exposerende kerken zijn.
Maar vooral wenst men, zoals wij
het lazen in enige folders over het
paviljoen, ons door de vriendelijke
bemiddeling van het nationale hoofd
kwartier van het Leger des Heils te
Amsterdam in bezit gesteld, het pa
viljoen als een christelijk getuigenis
te laten gelden van dé wereldwijde
(Advertentie)
Ondanks het teruglopen van het aan
tal roepingen, blijft het aantal Ne
derlandse missionarissen stijgen, In
totaal werken in 1963 bijna 9000 Ne
derlandse missionarissen van wie
370 in Europa, 3717 in Afrika, 3153
in Azië, 306 in Australië-Oceanië en
3531 in Amerika.
Dit blijkt uit „Missie-actie" het or
gaan van de pauselijke priestermis-
siebond, waarin wordt gemeld, dat de
lekenhulp in de missielanden niet op
gang komt en sedert 1960 een terug
gang vertoont Werkten in 1955 in de
missie 3750 priesters, 1160 broeders,
2671 zusters en 134 leken uit Neder
land, hun aantallen bedroegen per 1
januari 1963 respectievelijk 4397,
1251, 2880 en 270.
De regelmatige stijging van het aan
tal Nederlandse missionarissen is
slechts mogelijk geworden, doordat
orden en congregaties een deel van
hun taken in Nederland hebben af
gesloten en aan leken hebben overge
dragen.
opdracht van het Amerikaanse pro
testantisme. Men wijst erop, dat het
hechte protestantse geloof de basis
was van de vooruitgang van Ameri
ka op allerlei gebied. „Een erfenis,
waarop we met recht trots mogen
zijn", zo schrijven de organisatoren.
tfVVWUVWVyVWVUVVVVIIUVVUVVWVVWVWUV\AAA/V
BIJ DB ILLUSTRATIES.
In het midden van deze pagina
een tekening van het prote
stantse centrum van de Ame
rikaanse kerken op de wereld
tentoonstelling in New York.
Links de „hof van de prote
stantse pioniers" rechts het ei
genlijke gebouw.
Links boven de ontvangsthal,
waar men informatiemateriaal
kan verkrijgen.
Rechts daarnaast een schets
van de kapel, voor meditaties
en individueel gebed.
Bij het hoofdkwartier van de Ver
enigde Naties in New York ver
rijst een centrum van de kerken
ten behoeve van de Verenigde Na
ties, dat bedoeld is om onderling
begrip tussen de naties te helpen
bevorderen en de U.N.O. te die
nen. Het gebouw, dat twaalf ver
diepingen telt, zal 22 september
door de Amerikaanse minister van
buitenlandse zaken Rusk worden
geopend.
Het centrum komt op Amerikaans
gebied. Het zal door verschillende
kerken en organisaties gezamen
lijk worden gebruikt ten behoeve
van de educatieve en godsdiensti
ge betrekkingen met de U.N.O.
Aan de stichting van het gebouw
hebben onder andere deelgeno
men de Nationale raad van kerken
in de V.S. en andere organisaties,
die betrokken zijn bij de verhou
ding tussen U.N.O. en de kerken.
Een kapel op de eerste verdieping zal
worden gebruikt voor wijdings
diensten bij bijzondere gelegenhe
den, zoals de openingszittingen
van de algemene vergadering van
de U.N.O. en bij andere belangrij
ke zittingen van de V.N.
De methodistenkerk nam het ini
tiatief voor de financiering van de
bouw. Het gebouw wordt beschre
ven als een „christelijk symbool,
een voortdurend christelijk getui
genis, 'een tehuis voor christelijke
gastvrijheid, een plaats van chris
telijke dienst en een centrum van
christelijke opvoeding in internati
onale betrekkingen".
In het gebouw zijn vergader- en
conferentiezalen voor groepen van
twintig tot tweehonderd perso
nen. Op -de bovenste verdieping is
een Dag Hammarskjoldzaal, waar
men omstreeks honderd mensen
kan ontvangen. Tevens is op de
hoogste etage een informatiecen
trum.
Advertentie
camera rnjet
wereldgarantie
1 „WAAR ZIJT GIJ". i
1 Gen. 3 10
I Het lijkt langzamerhand wel een modeuitdrukking te zijn geworden
I dat wij het zo druk hebben. We hebben het allen zo druk dat we ten
1 3lotte voor onszelf geen tijd meer over hebben; druk met onze dag-
I taak, met cursus, met ontspanning, met alles en nog wat. Tijd voor
I nadenken, voor bijbellezen en gebed blijft er vaak niet over. We heb- i
I ben het druknu ja we kunnen, geloof ik, ook zeggen we doen
alsof, we verschuilen ons achter werkelijke of gefingeerde drukte,
I zoals in het Genesisverhaal de mens en zijn vrouw zich verschuilen
I achter het struikgewas. Verschuilen doen we als volwassenen niet als
spelletje, maar omdat er een schuldgevoel is. In het paradijs ver-
schuilen de mens en zijn vrouw zich omdat zij in verzet zijn gekomen
I tegen de wil van God; zij hebben zich door de slang laten verleiden,
1 die speculerend op de menselijke ijdelheid hen wijsmaakt dat zij als
I God zullen zijn. Eigenlijk een geschiedenis die niet alleen zo oud als
1 de wereld is, maar ook iedere dag weer even actueel; De mens wil
als God zijn, wil niet God boven zich hebben, hoogstens naast zich.
Maar daarmee is de juiste verhouding tot God dóór de méns ver-
I stoord. Dat is de oorzaak van het schuldgevoel: wij hebben Gods
liefde en vriendschap verspeeld, wij kunnen met Adam God niet
I recht in de ogen zien. Adam en Eva verschuilen zich achter een paar
I struiken (is God dan niet de alziende en alwetende?), wij verschui-
len ons achter drukte (is God dan niet de alziende en alwetende?).
Maar in de stilte klinkt de stem Gods: „waar zijt gij". In dit simpele
woord herken ik drie momenten:
1) schuilevinkje spelen tegen God lukt ons nooit; Hij weet ons toch
te vinden en al onze uitvluchten en excuses blijken waardeloos te
1 zijn. Als God ze ontmaskert, leest U Gen. 3, maar eens na, worden
ze één voor één kinderachtig en belachelijk. De „man" verschuilt
zich achter een vrouwenrok, de vrouw schuift de schuld af op een
dier. In de stilte van de avond, van ons vakantieoord, van ons ziek-
1 bed, in de stilte laat God ons door zijn vraag: „waar zijt gij" duide-
lijk zien wie wij zijn: schuldig en daardoor onrustig.
I 2) „Waar zijt gij", zegt God en dan doet Hij niet zoals wij met een
zekere goedigheid doen. Wij kunnen dan nog wel eens zeggen: „zand
I erover, en geen oude koeien meer uit de sloot halen". Neen, God
1 spreekt een oordeel uit. Het paradijs is voor de mens gesloten: op de
bodem aller vragen ligt der wereld zonde en schuld. Zit U met de
1 eeuwig actuele vraag: „waarom", leest U dan nog eens Gen. 3, luis-
I ter dan eens naar de vraag „waar zijt gij".
3) God laat ons niet in de kou staan. Het oordeel is niet het laatste
I woord van God. Integendeel: De heerlijke belofte van de komende
verlosser staat ook in ons hoofdstuk te lezen: (vers 15). Het is alsof
God niet alleen zegt waar zijt gij maar tegelijk daarbovenuit zingt
het heerlijke lied: die nooit laat varen de werken zijner handen".
1 We hebben het druk, veel te druk. Kunt U misschien heel even stil
zijn: dan hoort U ook de stem van God, persoonlijk tot U gericht:
1 waar zijt gij 1
HANSWBERT. J. BRONSGEBST
Deze foto toont de hervormde kerk van Rüland-Bath, zoals deze in
een fraaie aanleg van groen is gevat. Het kerkgebouw dateert uit
'929 en kreeg na de ramp een nieuwe kansel en een nieuw Rampen
fondsorgel. De gemeente bezit een avondmaalsstel en een doopvont,
die dateren uit omstreeks 1750. Deze bezittingen zijn geschonken
door gemeenteleden van de kerken in Liefkenshoek en Lillo. Deze
kerkjes werden omstreeks 1780 opgeheven, hl Bath verrees een nieu
we kerk. Dit kerkgebouw werd in 1890 afgebroken en herbcuwa in
Rilland. De huidige hervormde gemeente omvat omstreeks U/00 zie
len, waarvan ongeveer 500 belijdende lidmaten en ruim 800 doople
den. Het kerkgebouw biedt plaats aan 550 personen.
(Foto P.Z.C.).
i^yyVUUVJA/VAfWUWUWUUWWWVftAAAA/\AAArtAf\AAAIWUWUUUUUU\AA/WUV\AAAAA/VWW\AAAAAAAA/V/VVNA/W\rti
Een paar weken geleden zagen we in enkele
rooms-katholieke dagbladen een advertentie
die een hele pagina vulde. Ze was afkomstig
van de pauselijke missie-actie in Den Haag.
„Een van de grote problemen voor de nieuwe
paus". Zo stond er in de linker-bovenhoek. Nu
moeten we bekennen geen erg trouwe lezer van
de advertentiepagina's te zijn, maar deze aan
kondiging trok onze aandacht, misschien wel om
dat ze er helemaal niet als een advertentie uit
zag, maar als een brokje hedendaags kerk
nieuws. We hebben ze dan ook ten einde toe ge
lezen.
Des te meer werd onze aandacht geboeid, omdat
we telkens weer tot onszelf konden zeggen: dat
ligt bij ons precies zo. De „zorgen voor elke
paus", zoals het opschrift van een der stukken
luidde, zijn ook de zorgen van elke synode wan
neer zij zich bezighoudt met het werk der zen
ding en het zijn de zorgen van de internationale
zendingsraad wanneer zij bezig is met de „stra
tegie" van het zendingswerk zoals het uitgaat
van de zendingsinstanties die bij deze raad zijn
aangesloten.
En welke zijn dan die zorgen voor elke paus en
tegelijk de zorgen van alle kerken wanneer zij
zich bezint op het zendingswerk? We nemen een
gedeelte van de advertentie over. „De tiendui
zenden missionarissen in den vreemde, zijn en
blijven VREEMDEN voor de bevolking van die
landen. Als vreemdelingen moeten zij een geheel
andere denk- en leefwereld trachten een vreemde
Blijde Boodschap te vertellen. Als vreemdelingen
zoeken zij naar heipers die de boodschap van
Gods mensgeworden Zoon aan hun eigen mensen
kunnen doorgeven in hun eigen taal, inspelend op
hun eigen leef- en denkwereld. Eigen priesters en
eigen religieuzen, samen met een eigen leken
elite zullen de Kerk en de missielanden een ei
gen gestalte geven en een eerste bekroning zijn
van het moeizame en geduldige werk van de
missionarissen". En dan komt het doel van deze
advertentie-pagina: er moeten meer klein- en
groot-seminaries komen. Verschillende van de
bestaande moeten worden verplaatst, opdat ze
staan in het hart van de landen die nu zelfstan
dig zijn geworden. Er moet een „landeigen episco
paat" komen. Er zijn reeds 182 „landeigen-bis-
schoppen", maar hun aantal moet toenemen,
evenals dat van de priesters. Daarom deze oproep
van „het Pauselijk Missiewerk voor eigen Pries
ters".
Wanneer we in het aangehaalde missionarissen
vervangen door zendelingen, missie door
zendingswerk, priesters door predikers en
seminaries door theologische scholen en univer
siteiten, kunt ge in dezelfde bewoordingen lezen
de zorgen die de zending uitgaande van de pro
testantse kerken, in deze tijd heeft. Of men al
dan niet aangesloten is bij de Internationale
Zendingsraad, doet er niet veel toe. Nu de landen
van Azië en Afrika, die vroeger als koloniën
werden bevoogd, al meer zelfstandig zijn gewor
den en zijn gaan teven in het besef: wij moeten en
mogen het nu helemaal zelf doen, zitten zending
en missie met het grote probleem dat al die arbei
ders, die zich voor dit kerkelijk werk hebben ge
geven en dikwijls met opoffering van vele ge
makken die wij hier in onze westerse landen
kennen, zich hebben ingezet, toch worden gezien
als vreemden en dat hun aanwezigheid wordt
gevoeld als een stuk van de oude bevoogding. In
de zendende landen heeft men zijn hart vastge
houden tenminste menigeen toen, eerst in
Azië en later in Afrika, het ene land na het an
dere zelfstandig werd. Er zijn stemmen opgegaan
die waarschuwden dat net mis moest lopen en het
is ook inderdaad wel eens misgelopen. Doch, die
steeds onstuimiger wordende drang naar zelf
standigheid was niet tegen te houden. Een man
als professor H. Kraemer, die als taalgeleerde
naar het tegenwoordige Indonesië was gegaan,
maar steeds meer betrokken werd bij het zen
dingswerk, heeft reeds vóór de laatste wereld
oorlog beseft en het telkens weer uitgesproken,
dat moest worden aangewerkt op de zelfstandig
wording van de kerken en dat de leden van die
kerken de verantwoordelijkheid zelf moesten
gaan dragen en niet de zendelingen die uit ons
land werden gezonden en nog minder de zen
dingsinstanties die zich in ons land met het zen
dingswerk bezighielden. Reeds een dertig jaar
geleden spraken hij en anderen, die de Aziatische
wereld uit eigen aanschouwen kenden er van
welke krachten hier los zouden komen. En even
eens heeft hij er van gesproken dat, voor de toe
komst alle aandacht moest worden geschonken
aan de opleiding van geestelijke leidslieden, die
uit de inheemse kerken zelf waren voortgeko
men.
We vinden in Indonesië een voorbeeld hoe juist
dit alles gezien is. De kerken die aldaar
uit het zendingswerk zijn voortgekomen,
hebben na de overdracht van de soevereiniteit
en vooral nadat het conflict over West Nieuw-
Guinea, zich toespitste, zodat er geen zendings
arbeiders uit ons land naar de vroegere zendings-
gebieden meer konden worden gezonden, een
veel zwaardere verantwoordelijkheid moeten dra
gen dan men voordien wenselijk had geacht en
voor mogelijk had gehouden. Nu de verbindingen
weer hersteld zijn en het mogelijk is uit alle de
len van Indonesië wederom berichten te krijgen,
blijkt dat het getal der protestantse christenen
op z'n minst verdubbeld is. Dit is een betrekke
lijk korte tijd. Men is er zelfs toe overgegaan
het evangelie uit te dragen naar andere landen.
De vorige week hebt U er iets van kunnen lezen
hoe vanuit Java zendelingen zijn uitgezonden en
hoe deze Aziatische kerken ook financieel steeds
meer behoorlijke bijdragen leveren voor het zen
dingswerk van eigen kerk.
Op de lagere school hebben we geleerd van Willi-
brordus en Bonifacius, die zo rond 700 vanuit En
geland overstaken om het evangelie te prediken.
We hebben er ons vroeger wel eens over ver
baasd dat die vreemdelingen in ons land en in
Duitsland zo maar het evangelie konden bren
gen. We hebben er niet naar gevraagd, want on
ze zendelingen gingen immers ook naar verre
landen. Er is ons toen nooit bij verteld dat in die
tijd de taal nog geen belemmering was, zoals ze
dat nu wel zou zijn. In alle gebieden waar zij
predikten verstond men een Germaans dialect.
Ze werden dan ook niet zo zeer als vreemdelingen
beschouwd. Ze begrepen wat er leefde bij Friezen,
Franken en Saksen en hoe die Germaanse stam
men verder mochten heten. Hun wijze van leven
en denken kenden zij, want die was dezelfde in
het land waar ze vandaan kwamen.
ve moeilijkheden die de tegenwoordige zende
lingen en missionarissen hebben wanneer zij
naar andere landen gaan, hadden zij niet.
Zij werden niet als vreemden beschouwd. Dat is
met onze zendelingen en missionarissen wel het
geval wanneer ze in andere werelddelen komen.
Met dikke letters staat dan ook boven de adver
tentie van de pauselijke missie-actie: „Eigen
priesters begrijpen hun volk het best". We lezen
daarin verder, dat het probleem van landeigen
priesters zo oud is als de kerk zelf en haar mis-
sioneringswerk. Maar tevens wordt vermeld dat
er in 1925 in Azië nog geen landeigen bisschop
was. Pas in 1926 werden de eerste Chinezen tot
bisschop gewijd en in 1939 de eerste Afrikaan.
En wat volgt in de stukken die onder de genoem
de advertentie vallen komt hierop neer dat het
roer radicaal moet worden omgegooid, wat de
kerk voor buitengewone lasten zal stellen.
Ons wordt voorgerekend dat de opleiding van
een klein-seminarist jaarlijks 700 kost en die
van een groot-seminarist 1800. Dat is betrek
kelijk niet veel. Al staan ons geen cijfers van de
kosten op protestantse opleidingsscholen ter
beschikking, we vermoeden dat de jaarlijkse kos
ten daar wel hoger zullen liggen en dat ze heei
wat hoger zullen zijn bij de opleiding aan een
theologische universiteit. Maar in ieder geval,
wanneer we de vraag stellen of de zending en de
missie nog toekomst hebben en deze vraag be
vestigend beantwoorden, dan moeten we er toch
wel bij denken dat het dan noodzakelijk zal zijn
dat nadruk zal moeten vallen op de opleiding
van „landeigen" mensen.
In het orgaan van de Tsjechoslo-
waakse R.K. Kerk staat dat de twee
seminaries die in dat land nog open
zijn, dit jaar 42 priesters hebben af
geleverd.
De twee seminaries staan in Litome-
rice (Leitmeritz) en Bratislawa
(Pressburg). Er waren er aanvanke
lijk 6 die per jaar gemiddeld 100 pries
ters afleverden, maar na '48 sloot de
communistische regering er vier.
Sinds 1960 heeft het aantal afgele
verde priesters 30 tot 42 per jaar
bedragen. In 1962 waren het er acht
minder dan nu.
Algehele heroriëntering van het
kerkewerk in Noord-Holland vraagt
een nota, gericht aan de provin
ciale kerkvergadering van de Her
vormde Kerk aldaar. De nota doet
de suggestie de provincie te delen in
tien gebieden, die vanuit godsdien
stig opzicht gezien min of meer als
eenheden met een bepaald accent
naar voren komen. Men houdt hier
bij rekening met gebieden, waar:
hervormde gemeenten nog iets bete
kenen; waar hervormde gemeenten
krachteloos zijn of waar gemeenten
door instroming van buiten voor
nieuwe opgaven staan. De P.K.V.
heeft deze nota aanvaard en zal drie
predikanten een studieopdracht ge
ven voor iedere regio om de stand
van zaken op te nemen.
Een waarschuwing voor „tegen de
Sowjet gerichte en reactionaire lite
ratuur" publiceerde de Prawda, het
communistisch partijblad. De Praw
da schrijft, dat een Amerikaans za
kenman in zijn bagage enige bijbels
in het Russisch bij zich had. Een En
gelse dame, die alleen Engels sprak,
had een poging gedaan godsdienstige
lectuur in het Russisch binnen te
smokkelen. Een derde vreemdeling
probeerde ikonen in de Sowjet-Unie
binnen te brengen, zelfs in zo'n aan
tal, dat „een grote gemeente ermee
zou kunen worden voorzien", aldus
de Prawda. Het blad waarschuwde
voor dit „propagandamateriaal",
maar zei de betrokken vreemdelin
gen niet te willen veroordelen, „om
dat zij waarschijnlijk nog in God ge
loven en niet van de bijbel willen
scheiden".
Een sinds vijf jaar bestaande fede
ratie van de zeven lutherse kerken in
de Oost-Afrikaanse staat Tangaji-
ka, die gevestigd waren in verschil
lende delen van het land, is ontbon
den bij de vorming van één Evange
lisch Lutherse Kerk in Tanganyika,
die met 350.000 gedoopte leden de
grootste protestantse kerk is. In de
vergadering waar tot deze vereniging
van de kerken besloten werd vroegen
de vertegenwoordigers van de samen
stellende delen in een resolutie, dat
de leidinggevende personen, bestuur
en commissies van de voormalige fe
deratie hun werk blijven voortzetten
tot de volgende bijeenkomst van de
algemene vergadering van de Evan
gelisch Lutherse Kerk in juni 1964.
Het samengaan van de verschillende
kerken werd in kringen van de zen
ding der Amerikaanse lutheranen een
grote stap voorwaarts genoemd. „Het
is een bewijs van de voortgang van de
kerk als een krachtige Afrikaanse in
stelling. Afrikaanse leiders van de
kerken hebben duidelijk getoond be
grip te hebben voor hun verantwoor
delijkheid".
(Advertentie)
iiiiuuuiiuiiiiiiuuiiiiiniuiiuiüiuiuiiiiiiiuuiiiuiuuuiuiiiiiiiuiuuiiuiiiuiiiuiiiuiiiuuiimuiuiiujuiiuiuiiuuiuiiuuuiiuiiiuiiuiiuuiiiu