Kerkencentrum op de wereldtentoonstelling ZEISS IKON De toekomst van zending missie in de jonge staten en GEBOUW VOOR KERKEN BIJ DE VERENIGDE NATIES IN 1964 TE NEW YORK Erfenis ER ZJJN BIJNA 9000 MISSIONARISSEN De NIEUWS VAN OVERAL Even siil zijn za terd ag nummer Op naar de top van de Euromast C0NTINA f139.- Zaterdag 20 juli 1963 staat New York viert in 1964 de 300ste verjaardag van zijn bestaan als één der oor spronkelijke dertien staten. In 1664 werd dit gebied in het mid den-oosten van de V.S. overge dragen aan de graat van York, naar wie de staat is genoemd. In het district Queensborough (dat oorspronkelijk Vlissïngen heette) op Long Island organi seert New York ter gelegenheid van die verjaardag een wereld tentoonstelling, die op 22 april volgend jaar de poorten opent in het Flushing Meadow Park en die behalve de winter maanden duurt tot 17 okto ber 1965. VWVWWWWWVUVVtfUWyWUWVUVtMlAAfUWVUMfVtf 4MIV(A/VUWVV\AMVIA«VMMlUV\A/«/VUUVUMAAA/t He protestantse kerken van Amerika zullen zich in één paviljoen presenteren. „Jezus Christus, het Licht der wereld" is het thema van deze presenta tie. De kerken wijzen onder meer op het geloof van de pro testanten, Nederlanders, Engel sen, Zweden en Franse hugeno ten, die zich driehonderd jaar geleden in de nieuwe wereld vestigden. De „New York world's fair", te vergelijken met de vroegere Expo in Brus sel, gaat in zijn geheel onder het thema „Vrede door begrip"; men verwacht er zeventig tot tachtig miljoen bezoekers. Het protestantse paviljoen staat onder auspiciën van de prote stantse raad van de stad New York, die meer dan 1700 kerken en 30 denominaties vertegenwoordigt. De grootste protestantse kerken van de V.S. werken actief mee. Richtin gen, die zich in het paviljoen zullen presenteren zijn onder andere: de baptisten, de methodisten, luthera nen, de protestantse episcopale kerk in de V.S., de wereldconcentie van de kerken van Christus, presbyterianen, het Leger des Heils, en de zevende dagsadventisten. In het protestantse centrum is voor totaal omstreeks drie miljoen dollar geïnvesteerd. Het protestantse centrum komt aan de Avenue of the Americas, tussen de hoofdingang en het „Unisphere", de blikvanger van de expositie. Het paviljoen, in het centrum van de ten toonstelling, dat een schepping is van de architect Henry W. Stone, bestaat uit twee delen. Het voorplein wordt gevormd door 34 in ellipsvorm opgestelde zuilen. Deze zijn gewijd aan de pioniers van het protestantis me, zoals Calvijn en Luther, John Knox, Jonathan Woolman, John en Charles Wesley, Melanchton, Wyclif en Huss, Zwingli en Whitefield en de Amerikanen Roger Williams en Wil liam Penn. Op de zuilen zullen de beeltenissen van hen alsmede een toelichting worden aangebracht. Er is tevens een toren met kruis ge plaatst. Via deze „hof van de protestantse pioniers komt men in het ei genlijke complex, dat omvat een ontvangsthall, een tentoonstellings gedeelte, een kapel voor 50 personen, een park, een kinderspeelplaats, een bioscoop voor ruim 370 personen, waar in een speciale film de mens in aanraking zal worden gebracht rnet het evangelie. Het gehele complex is in moderne stijl en op Amerikaanse wijze opge zet. Men streeft er met dit paviljoen naar de bezoekers een zo volledig mogelijke indruk te geven van wat de protestantse raad in New York doet en wat de activiteiten van de exposerende kerken zijn. Maar vooral wenst men, zoals wij het lazen in enige folders over het paviljoen, ons door de vriendelijke bemiddeling van het nationale hoofd kwartier van het Leger des Heils te Amsterdam in bezit gesteld, het pa viljoen als een christelijk getuigenis te laten gelden van dé wereldwijde (Advertentie) Ondanks het teruglopen van het aan tal roepingen, blijft het aantal Ne derlandse missionarissen stijgen, In totaal werken in 1963 bijna 9000 Ne derlandse missionarissen van wie 370 in Europa, 3717 in Afrika, 3153 in Azië, 306 in Australië-Oceanië en 3531 in Amerika. Dit blijkt uit „Missie-actie" het or gaan van de pauselijke priestermis- siebond, waarin wordt gemeld, dat de lekenhulp in de missielanden niet op gang komt en sedert 1960 een terug gang vertoont Werkten in 1955 in de missie 3750 priesters, 1160 broeders, 2671 zusters en 134 leken uit Neder land, hun aantallen bedroegen per 1 januari 1963 respectievelijk 4397, 1251, 2880 en 270. De regelmatige stijging van het aan tal Nederlandse missionarissen is slechts mogelijk geworden, doordat orden en congregaties een deel van hun taken in Nederland hebben af gesloten en aan leken hebben overge dragen. opdracht van het Amerikaanse pro testantisme. Men wijst erop, dat het hechte protestantse geloof de basis was van de vooruitgang van Ameri ka op allerlei gebied. „Een erfenis, waarop we met recht trots mogen zijn", zo schrijven de organisatoren. tfVVWUVWVyVWVUVVVVIIUVVUVVWVVWVWUV\AAA/V BIJ DB ILLUSTRATIES. In het midden van deze pagina een tekening van het prote stantse centrum van de Ame rikaanse kerken op de wereld tentoonstelling in New York. Links de „hof van de prote stantse pioniers" rechts het ei genlijke gebouw. Links boven de ontvangsthal, waar men informatiemateriaal kan verkrijgen. Rechts daarnaast een schets van de kapel, voor meditaties en individueel gebed. Bij het hoofdkwartier van de Ver enigde Naties in New York ver rijst een centrum van de kerken ten behoeve van de Verenigde Na ties, dat bedoeld is om onderling begrip tussen de naties te helpen bevorderen en de U.N.O. te die nen. Het gebouw, dat twaalf ver diepingen telt, zal 22 september door de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken Rusk worden geopend. Het centrum komt op Amerikaans gebied. Het zal door verschillende kerken en organisaties gezamen lijk worden gebruikt ten behoeve van de educatieve en godsdiensti ge betrekkingen met de U.N.O. Aan de stichting van het gebouw hebben onder andere deelgeno men de Nationale raad van kerken in de V.S. en andere organisaties, die betrokken zijn bij de verhou ding tussen U.N.O. en de kerken. Een kapel op de eerste verdieping zal worden gebruikt voor wijdings diensten bij bijzondere gelegenhe den, zoals de openingszittingen van de algemene vergadering van de U.N.O. en bij andere belangrij ke zittingen van de V.N. De methodistenkerk nam het ini tiatief voor de financiering van de bouw. Het gebouw wordt beschre ven als een „christelijk symbool, een voortdurend christelijk getui genis, 'een tehuis voor christelijke gastvrijheid, een plaats van chris telijke dienst en een centrum van christelijke opvoeding in internati onale betrekkingen". In het gebouw zijn vergader- en conferentiezalen voor groepen van twintig tot tweehonderd perso nen. Op -de bovenste verdieping is een Dag Hammarskjoldzaal, waar men omstreeks honderd mensen kan ontvangen. Tevens is op de hoogste etage een informatiecen trum. Advertentie camera rnjet wereldgarantie 1 „WAAR ZIJT GIJ". i 1 Gen. 3 10 I Het lijkt langzamerhand wel een modeuitdrukking te zijn geworden I dat wij het zo druk hebben. We hebben het allen zo druk dat we ten 1 3lotte voor onszelf geen tijd meer over hebben; druk met onze dag- I taak, met cursus, met ontspanning, met alles en nog wat. Tijd voor I nadenken, voor bijbellezen en gebed blijft er vaak niet over. We heb- i I ben het druknu ja we kunnen, geloof ik, ook zeggen we doen alsof, we verschuilen ons achter werkelijke of gefingeerde drukte, I zoals in het Genesisverhaal de mens en zijn vrouw zich verschuilen I achter het struikgewas. Verschuilen doen we als volwassenen niet als spelletje, maar omdat er een schuldgevoel is. In het paradijs ver- schuilen de mens en zijn vrouw zich omdat zij in verzet zijn gekomen I tegen de wil van God; zij hebben zich door de slang laten verleiden, 1 die speculerend op de menselijke ijdelheid hen wijsmaakt dat zij als I God zullen zijn. Eigenlijk een geschiedenis die niet alleen zo oud als 1 de wereld is, maar ook iedere dag weer even actueel; De mens wil als God zijn, wil niet God boven zich hebben, hoogstens naast zich. Maar daarmee is de juiste verhouding tot God dóór de méns ver- I stoord. Dat is de oorzaak van het schuldgevoel: wij hebben Gods liefde en vriendschap verspeeld, wij kunnen met Adam God niet I recht in de ogen zien. Adam en Eva verschuilen zich achter een paar I struiken (is God dan niet de alziende en alwetende?), wij verschui- len ons achter drukte (is God dan niet de alziende en alwetende?). Maar in de stilte klinkt de stem Gods: „waar zijt gij". In dit simpele woord herken ik drie momenten: 1) schuilevinkje spelen tegen God lukt ons nooit; Hij weet ons toch te vinden en al onze uitvluchten en excuses blijken waardeloos te 1 zijn. Als God ze ontmaskert, leest U Gen. 3, maar eens na, worden ze één voor één kinderachtig en belachelijk. De „man" verschuilt zich achter een vrouwenrok, de vrouw schuift de schuld af op een dier. In de stilte van de avond, van ons vakantieoord, van ons ziek- 1 bed, in de stilte laat God ons door zijn vraag: „waar zijt gij" duide- lijk zien wie wij zijn: schuldig en daardoor onrustig. I 2) „Waar zijt gij", zegt God en dan doet Hij niet zoals wij met een zekere goedigheid doen. Wij kunnen dan nog wel eens zeggen: „zand I erover, en geen oude koeien meer uit de sloot halen". Neen, God 1 spreekt een oordeel uit. Het paradijs is voor de mens gesloten: op de bodem aller vragen ligt der wereld zonde en schuld. Zit U met de 1 eeuwig actuele vraag: „waarom", leest U dan nog eens Gen. 3, luis- I ter dan eens naar de vraag „waar zijt gij". 3) God laat ons niet in de kou staan. Het oordeel is niet het laatste I woord van God. Integendeel: De heerlijke belofte van de komende verlosser staat ook in ons hoofdstuk te lezen: (vers 15). Het is alsof God niet alleen zegt waar zijt gij maar tegelijk daarbovenuit zingt het heerlijke lied: die nooit laat varen de werken zijner handen". 1 We hebben het druk, veel te druk. Kunt U misschien heel even stil zijn: dan hoort U ook de stem van God, persoonlijk tot U gericht: 1 waar zijt gij 1 HANSWBERT. J. BRONSGEBST Deze foto toont de hervormde kerk van Rüland-Bath, zoals deze in een fraaie aanleg van groen is gevat. Het kerkgebouw dateert uit '929 en kreeg na de ramp een nieuwe kansel en een nieuw Rampen fondsorgel. De gemeente bezit een avondmaalsstel en een doopvont, die dateren uit omstreeks 1750. Deze bezittingen zijn geschonken door gemeenteleden van de kerken in Liefkenshoek en Lillo. Deze kerkjes werden omstreeks 1780 opgeheven, hl Bath verrees een nieu we kerk. Dit kerkgebouw werd in 1890 afgebroken en herbcuwa in Rilland. De huidige hervormde gemeente omvat omstreeks U/00 zie len, waarvan ongeveer 500 belijdende lidmaten en ruim 800 doople den. Het kerkgebouw biedt plaats aan 550 personen. (Foto P.Z.C.). i^yyVUUVJA/VAfWUWUWUUWWWVftAAAA/\AAArtAf\AAAIWUWUUUUUU\AA/WUV\AAAAA/VWW\AAAAAAAA/V/VVNA/W\rti Een paar weken geleden zagen we in enkele rooms-katholieke dagbladen een advertentie die een hele pagina vulde. Ze was afkomstig van de pauselijke missie-actie in Den Haag. „Een van de grote problemen voor de nieuwe paus". Zo stond er in de linker-bovenhoek. Nu moeten we bekennen geen erg trouwe lezer van de advertentiepagina's te zijn, maar deze aan kondiging trok onze aandacht, misschien wel om dat ze er helemaal niet als een advertentie uit zag, maar als een brokje hedendaags kerk nieuws. We hebben ze dan ook ten einde toe ge lezen. Des te meer werd onze aandacht geboeid, omdat we telkens weer tot onszelf konden zeggen: dat ligt bij ons precies zo. De „zorgen voor elke paus", zoals het opschrift van een der stukken luidde, zijn ook de zorgen van elke synode wan neer zij zich bezighoudt met het werk der zen ding en het zijn de zorgen van de internationale zendingsraad wanneer zij bezig is met de „stra tegie" van het zendingswerk zoals het uitgaat van de zendingsinstanties die bij deze raad zijn aangesloten. En welke zijn dan die zorgen voor elke paus en tegelijk de zorgen van alle kerken wanneer zij zich bezint op het zendingswerk? We nemen een gedeelte van de advertentie over. „De tiendui zenden missionarissen in den vreemde, zijn en blijven VREEMDEN voor de bevolking van die landen. Als vreemdelingen moeten zij een geheel andere denk- en leefwereld trachten een vreemde Blijde Boodschap te vertellen. Als vreemdelingen zoeken zij naar heipers die de boodschap van Gods mensgeworden Zoon aan hun eigen mensen kunnen doorgeven in hun eigen taal, inspelend op hun eigen leef- en denkwereld. Eigen priesters en eigen religieuzen, samen met een eigen leken elite zullen de Kerk en de missielanden een ei gen gestalte geven en een eerste bekroning zijn van het moeizame en geduldige werk van de missionarissen". En dan komt het doel van deze advertentie-pagina: er moeten meer klein- en groot-seminaries komen. Verschillende van de bestaande moeten worden verplaatst, opdat ze staan in het hart van de landen die nu zelfstan dig zijn geworden. Er moet een „landeigen episco paat" komen. Er zijn reeds 182 „landeigen-bis- schoppen", maar hun aantal moet toenemen, evenals dat van de priesters. Daarom deze oproep van „het Pauselijk Missiewerk voor eigen Pries ters". Wanneer we in het aangehaalde missionarissen vervangen door zendelingen, missie door zendingswerk, priesters door predikers en seminaries door theologische scholen en univer siteiten, kunt ge in dezelfde bewoordingen lezen de zorgen die de zending uitgaande van de pro testantse kerken, in deze tijd heeft. Of men al dan niet aangesloten is bij de Internationale Zendingsraad, doet er niet veel toe. Nu de landen van Azië en Afrika, die vroeger als koloniën werden bevoogd, al meer zelfstandig zijn gewor den en zijn gaan teven in het besef: wij moeten en mogen het nu helemaal zelf doen, zitten zending en missie met het grote probleem dat al die arbei ders, die zich voor dit kerkelijk werk hebben ge geven en dikwijls met opoffering van vele ge makken die wij hier in onze westerse landen kennen, zich hebben ingezet, toch worden gezien als vreemden en dat hun aanwezigheid wordt gevoeld als een stuk van de oude bevoogding. In de zendende landen heeft men zijn hart vastge houden tenminste menigeen toen, eerst in Azië en later in Afrika, het ene land na het an dere zelfstandig werd. Er zijn stemmen opgegaan die waarschuwden dat net mis moest lopen en het is ook inderdaad wel eens misgelopen. Doch, die steeds onstuimiger wordende drang naar zelf standigheid was niet tegen te houden. Een man als professor H. Kraemer, die als taalgeleerde naar het tegenwoordige Indonesië was gegaan, maar steeds meer betrokken werd bij het zen dingswerk, heeft reeds vóór de laatste wereld oorlog beseft en het telkens weer uitgesproken, dat moest worden aangewerkt op de zelfstandig wording van de kerken en dat de leden van die kerken de verantwoordelijkheid zelf moesten gaan dragen en niet de zendelingen die uit ons land werden gezonden en nog minder de zen dingsinstanties die zich in ons land met het zen dingswerk bezighielden. Reeds een dertig jaar geleden spraken hij en anderen, die de Aziatische wereld uit eigen aanschouwen kenden er van welke krachten hier los zouden komen. En even eens heeft hij er van gesproken dat, voor de toe komst alle aandacht moest worden geschonken aan de opleiding van geestelijke leidslieden, die uit de inheemse kerken zelf waren voortgeko men. We vinden in Indonesië een voorbeeld hoe juist dit alles gezien is. De kerken die aldaar uit het zendingswerk zijn voortgekomen, hebben na de overdracht van de soevereiniteit en vooral nadat het conflict over West Nieuw- Guinea, zich toespitste, zodat er geen zendings arbeiders uit ons land naar de vroegere zendings- gebieden meer konden worden gezonden, een veel zwaardere verantwoordelijkheid moeten dra gen dan men voordien wenselijk had geacht en voor mogelijk had gehouden. Nu de verbindingen weer hersteld zijn en het mogelijk is uit alle de len van Indonesië wederom berichten te krijgen, blijkt dat het getal der protestantse christenen op z'n minst verdubbeld is. Dit is een betrekke lijk korte tijd. Men is er zelfs toe overgegaan het evangelie uit te dragen naar andere landen. De vorige week hebt U er iets van kunnen lezen hoe vanuit Java zendelingen zijn uitgezonden en hoe deze Aziatische kerken ook financieel steeds meer behoorlijke bijdragen leveren voor het zen dingswerk van eigen kerk. Op de lagere school hebben we geleerd van Willi- brordus en Bonifacius, die zo rond 700 vanuit En geland overstaken om het evangelie te prediken. We hebben er ons vroeger wel eens over ver baasd dat die vreemdelingen in ons land en in Duitsland zo maar het evangelie konden bren gen. We hebben er niet naar gevraagd, want on ze zendelingen gingen immers ook naar verre landen. Er is ons toen nooit bij verteld dat in die tijd de taal nog geen belemmering was, zoals ze dat nu wel zou zijn. In alle gebieden waar zij predikten verstond men een Germaans dialect. Ze werden dan ook niet zo zeer als vreemdelingen beschouwd. Ze begrepen wat er leefde bij Friezen, Franken en Saksen en hoe die Germaanse stam men verder mochten heten. Hun wijze van leven en denken kenden zij, want die was dezelfde in het land waar ze vandaan kwamen. ve moeilijkheden die de tegenwoordige zende lingen en missionarissen hebben wanneer zij naar andere landen gaan, hadden zij niet. Zij werden niet als vreemden beschouwd. Dat is met onze zendelingen en missionarissen wel het geval wanneer ze in andere werelddelen komen. Met dikke letters staat dan ook boven de adver tentie van de pauselijke missie-actie: „Eigen priesters begrijpen hun volk het best". We lezen daarin verder, dat het probleem van landeigen priesters zo oud is als de kerk zelf en haar mis- sioneringswerk. Maar tevens wordt vermeld dat er in 1925 in Azië nog geen landeigen bisschop was. Pas in 1926 werden de eerste Chinezen tot bisschop gewijd en in 1939 de eerste Afrikaan. En wat volgt in de stukken die onder de genoem de advertentie vallen komt hierop neer dat het roer radicaal moet worden omgegooid, wat de kerk voor buitengewone lasten zal stellen. Ons wordt voorgerekend dat de opleiding van een klein-seminarist jaarlijks 700 kost en die van een groot-seminarist 1800. Dat is betrek kelijk niet veel. Al staan ons geen cijfers van de kosten op protestantse opleidingsscholen ter beschikking, we vermoeden dat de jaarlijkse kos ten daar wel hoger zullen liggen en dat ze heei wat hoger zullen zijn bij de opleiding aan een theologische universiteit. Maar in ieder geval, wanneer we de vraag stellen of de zending en de missie nog toekomst hebben en deze vraag be vestigend beantwoorden, dan moeten we er toch wel bij denken dat het dan noodzakelijk zal zijn dat nadruk zal moeten vallen op de opleiding van „landeigen" mensen. In het orgaan van de Tsjechoslo- waakse R.K. Kerk staat dat de twee seminaries die in dat land nog open zijn, dit jaar 42 priesters hebben af geleverd. De twee seminaries staan in Litome- rice (Leitmeritz) en Bratislawa (Pressburg). Er waren er aanvanke lijk 6 die per jaar gemiddeld 100 pries ters afleverden, maar na '48 sloot de communistische regering er vier. Sinds 1960 heeft het aantal afgele verde priesters 30 tot 42 per jaar bedragen. In 1962 waren het er acht minder dan nu. Algehele heroriëntering van het kerkewerk in Noord-Holland vraagt een nota, gericht aan de provin ciale kerkvergadering van de Her vormde Kerk aldaar. De nota doet de suggestie de provincie te delen in tien gebieden, die vanuit godsdien stig opzicht gezien min of meer als eenheden met een bepaald accent naar voren komen. Men houdt hier bij rekening met gebieden, waar: hervormde gemeenten nog iets bete kenen; waar hervormde gemeenten krachteloos zijn of waar gemeenten door instroming van buiten voor nieuwe opgaven staan. De P.K.V. heeft deze nota aanvaard en zal drie predikanten een studieopdracht ge ven voor iedere regio om de stand van zaken op te nemen. Een waarschuwing voor „tegen de Sowjet gerichte en reactionaire lite ratuur" publiceerde de Prawda, het communistisch partijblad. De Praw da schrijft, dat een Amerikaans za kenman in zijn bagage enige bijbels in het Russisch bij zich had. Een En gelse dame, die alleen Engels sprak, had een poging gedaan godsdienstige lectuur in het Russisch binnen te smokkelen. Een derde vreemdeling probeerde ikonen in de Sowjet-Unie binnen te brengen, zelfs in zo'n aan tal, dat „een grote gemeente ermee zou kunen worden voorzien", aldus de Prawda. Het blad waarschuwde voor dit „propagandamateriaal", maar zei de betrokken vreemdelin gen niet te willen veroordelen, „om dat zij waarschijnlijk nog in God ge loven en niet van de bijbel willen scheiden". Een sinds vijf jaar bestaande fede ratie van de zeven lutherse kerken in de Oost-Afrikaanse staat Tangaji- ka, die gevestigd waren in verschil lende delen van het land, is ontbon den bij de vorming van één Evange lisch Lutherse Kerk in Tanganyika, die met 350.000 gedoopte leden de grootste protestantse kerk is. In de vergadering waar tot deze vereniging van de kerken besloten werd vroegen de vertegenwoordigers van de samen stellende delen in een resolutie, dat de leidinggevende personen, bestuur en commissies van de voormalige fe deratie hun werk blijven voortzetten tot de volgende bijeenkomst van de algemene vergadering van de Evan gelisch Lutherse Kerk in juni 1964. Het samengaan van de verschillende kerken werd in kringen van de zen ding der Amerikaanse lutheranen een grote stap voorwaarts genoemd. „Het is een bewijs van de voortgang van de kerk als een krachtige Afrikaanse in stelling. Afrikaanse leiders van de kerken hebben duidelijk getoond be grip te hebben voor hun verantwoor delijkheid". (Advertentie) iiiiuuuiiuiiiiiiuuiiiiiniuiiuiüiuiuiiiiiiiuuiiiuiuuuiuiiiiiiiuiuuiiuiiiuiiiuiiiuiiiuuiimuiuiiujuiiuiuiiuuiuiiuuuiiuiiiuiiuiiuuiiiu

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 13