Australië onderweg zaterdagnummer laterdag 13 juli 1963 Metropool zo groot als provincie Utrecht Dorp moet stad worden Vliegende predikant /ndischt Oceaan in ons blad van vandaag vindt de lezer het eerste artikel van een serie, die land en volk van Australië tot onderwerp heeft. Onze speciale verslaggever Link van Bruggen deed er tijdens een reis van enkele weken een aantal indrukken op, die uiter aard primair zijn, maar die toch in hun samenhang een schets geven van de expansie, die dit jonge continent hevig en be wust doormaakt. Velen zal het interesseren te vernemen, hoe het de Neder landers vergaat, die in de jaren na de tweede wereldoorlog naar dit reusachtige land emigreerden. Link van Bruggen heeft een aantal van hen ontmoet en hun ervaringen zullen in be langrijke mate de artikelenserie kleur geven. Voor velen van hen is het alweer enige tijd geleden dat zij zoals de Engelse emigranten op de foto hierboven vanaf hun schip de contouren van een hen onbekende nieuwe thuis haven gestalte zagen aannemen. Zij kenden in de jaren daar op hun wel en hun wee. Sommigen mogen achteraf de nadruk leggen op het „wel"; anderen moeten constateren, dat het „wee" heeft overwogen. Hoe zij reageerden zullen onze artikelen uit de doeken doen. Zij geven de momentopnamen, die te zamen pogen een beeld te geven van een nieuw land in volle ontwikkeling. GIGANTISCH CONTINENT VOL TEGENSTELLING EN MOGELIJKHEDEN (Van onze speciale verslaggever Link van Bruggen) Qanberra. En dan arriveert de bezoeker in Sydney, in Australië, negen uur nadat hij in Djakarta in 'n straalvliegtuig is gestapt. Hij denkt in een land te zijn aangekomen, dat overzichtelijk is en vergelijkbaar met andere, volgroeide staten. Weldra weet hij ech ter dat dit een misvatting is. Hij bevindt zich in de uitgestrektheid van een continent, meer dan tweehonderd keer zo groot als Neder land en qua oppervlakte bijna congruent aan Europa. In sociolo gisch, geografisch en klimatologisch opzicht zijn de tegenstellingen uitzonderlijk groot, waarbij nog komt, dat iedereen koortsig van ambitie en expansie is. De uiteindelijke vormen zijn nog lang niet bereikt; de bevolking (elf miljoen zielen), waarvan bijna een vijfde deel uit naoorlogse immigranten bestaat, moet vaak nog wortelen, geestelijk groeien en tot een wijdere blik worden gebracht. De weg van statelijk isolationisme naar federale eenheid in denken en han delen is nog maar net ingeslagen. De tenen zijn nog wat lang; het chauvinisme is té subtiel. Achter de bezoeker ligt Indonesië, z'n drieduizend eilanden als het ware ge vlochten om de gloeiende evenaar. Nog verder achter hem ligt Neder land: klein, dichtbevolkt, zich koes terend in het begin van de zomer. Hjj huivert dan ook, als hij voet op Au stralische bodem zet. De elektrische straalkacheltjes, die hij in het sta tionsgebouw van de luchthaven van Sydney gewaar wordt, lijken hem geen overbodige luxe. Het wintert thans in Australië, wat betekent, dat tijdens de kerstdagen de zon met blakerende kracht schijnt. Nee, het is geen winter waar de kou tot op de botten versteent. Naar Eu ropese begrippen is het een zachte winter met dagtemperaturen als in de herfst. In de avonduren moet een jas of trui worden gedragen. Bijna elk kantoor of huis in de staten Nieuw Zuid-Wales en Victoria wor den verwarmd, dikwijls zelfs door zacht ronkende oliestookinstallaties. De eerste uren van aankomst regent het in Sydney. Maar nauwelijks zijn de paraplu's opgerold, of er spant zich weer een strak-blauwe hemel boven het wolkenkrabberachtige cen trum. Hoe Amerikaans doet het hart van deze miljoenenstad aan. Hoe continenteel in Europees opzicht dan is een wijk als Kings Cross, waar Italianen, Grieken, Nederlan ders, Polen en Hongaren coffeeshops, winkels en restaurants hebben ge opend. De oer-Engelse, of, zo men wil: Angelsaksische, ondertoon ont breekt echter nergens. Hij weerspie gelt zich in de bouwtrant in de oud ste wijken, in de pubs met dezelfde klasseverschillen als in Groot-Brit- tannië, in de goklust bij de paarden races met hazewindhondenrennen, cricket, rugby en golf tot de natio nale sporten behorend en in het zich overal manifesterende beginsel: „My home is my castle". Sydney met z'n bijna tweeëneenhalf miljoen inwoners is zo uitge strekt als de provincie Utrecht. De metropool is groter dan Melbourne met z'n mondaine Collins Street (twee miljoen zielen), en stelt steden als Brisbane (650.000 zielen), Ade laide (600.000 zielen) en Perth (420.000 zielen) ver in de schaduw. De buitenwijken, die net zo glooiend zijn als de binnenstad, zijn op het punt van wooncomfort en woongenot riant te noemen. Het is alles bunga lowstijl, wat de klok slaat, alles ga zons, alles grote tuinen. Toch kan de bezoeker goed merken dat een stad als Sydney de afgelopen jaren veel te sterk is gegroeid. Pu blieke werken althans hebben de uit breidingen naar alle kanten niet bij kunnen houden. Tussen het geglans en het gezoef van een kleurrijk wa genpark één op de vier Austra liërs bezit een auto, of wel vrijwel elk gezin duikt herhaaldelijk het beeld van een oude vrachtauto met kiebeltonnetjes op. De huizen zijn er vaak eerder dan de riolering; het zelfde geldt hier en daar voor de we gen, het gas en de elektriciteit. Is Sydney als stad een bijzondere be levenis, Canberra is een hoogst merkwaardig verschijnsel. De bezoe ker bereikt de hoofdstad van het Australische continent door de lucht een uurtje vliegen hoewel er van Sydney uit ook een spoorlijn en een nogal kronkelige tweèbaansweg naar toe leidt. De geweldige verschil len vallen al direct na aankomst op. Canberra met z'n zestigduizend in woners is kleiner dan een plaats als Zeist. Toch is het 't zenuwcentrum van een land, dat bijna zo groot is als heel Europa... Canberra heeft alles wat men niet van een hoofdstad verwacht. Het ligt excentrisch, bijna geïsoleerd. Het is rustiek en als een tuindorp voor pen sioenen en pension-nen. Tussen de middag gaat iedereen naar huis om in gezinsverband lang en ongestoord te tafelen. In de bomen klinkt het ge kwetter van tientallen eksters, die, vooral in de broedtijd, ongehoord agressief kunnen zijn. Hele drommen gele, groene en rose kakatoe's vlie gen voor de wielen van de auto's op om een paar meter verder weer neer te strijken. Een uitgaansleven heeft Canberra niet. Er zijn een paar bioscopen, er is een toneel- annex concertzaal, waar meer amateur- dan professio nele voorstellingen worden gegeven; geen nachtclub toont er zijn neon- buizen, de restaurants zijn er spaar zaam gezaaid. Het sociale verkeer tussen de diplomaten en de regerings functionarissen vindt vrijwel uitslui tend plaats in de ruime salons en eetkamers van de lage, achter hoge heggen gelegen huizen. De donkere avenues zijn al in de vroege avond uren totaal verlaten. En vóór het middernachtelijk uur liggen de meeste inwoners van Canberra al een aardig poosje op één oor. De federale hoofdstad van het Au stralische Gemenebest waarmee alle zeven staten worden bedoeld heeft evenals Washington, D.C., een eigen territorium. Het heet Australi an Capital Territory en beslaat onge veer 2500 vierkante kilometer. Hoe wel het in de zuidelijke hoek van Nieuw Zuid-Wales ligt, heeft het er net zoveel mee te maken als met West-Australië, Queensland, Zuid- Australië, Tasmanië, het Noordelijk Territorium (eigenlijk een bestuurs gebied) en Victoria. Geen van deze staten, die in 1901 tot een federatie werden gesmeed, gunde de vestiging van de hoofdstad aan een rivaal, hoe wel het Federale Parlement tot 1927 toe in het regeringscentrum van Vic toria, Melbourne, heeft vergaderd. Vandaar dat Canberra met niets, of wel temidden van de schapen, begin nen moest. Vandaar misschien dat het nog altijd een slapende indruk maakt. De bezoeker vraagt zich af, waarom de hoofdstad van Australië niet wat dichterbij natuurlijke centra als Syd ney en Melbourne is geprojecteerd. Hjj krijgt een antwoord dat hem in een tijd van ruimtevaart en lange- afstandsraketten welhaast als een anachronisme in de oren klinkt. Om dat het maximum bereik van het scheepsgeschut in het begin van deze eeuw op vijftien mijl werd geschat omstreeks 1900 een gewaagde voor spelling! mocht Canberra niet te dicht bij de kust verrijzen, met ande re woorden: niet daar, waar men het thans zo graag zou willen hebben. Pas sinds de tweede wereldoorlog is met de nodige voortvarendheid aan de opbouw en de uitbreiding van de hoofdstad van Australië begonnen. Veie departementale gebouwen zijn nog semi-permanent, maar met hun definitieve vervanging is een goed begin gemaakt. Een groot, kunstma tig meer, waarvan het water aan de Molongle Rivier wordt onttrokken, zal Capital Hill straks van de zoge naamde City scheiden. Canberra moet allure krijgen het dorp wordt misschien nog wel eens een stad. Hetzelfde zoeken naar allure, maai dan in de zin van doorbreking van ingewortelde vooroordelen en histo risch gegroeid, statelijk isolationis me, treft men bij de federale ambte naren aan. Men streeft naar unifor miteit in de verkeersregels en naar standaardisering van de spoorwegen in de verschillende staten (elke staat heeft z'n eigen railsbreedte!). Men probeert tot een meer evenwichtige spreiding van de bevolking te komen, die voor tachtig procent in de steden is geconcentreerd en bijna voor tach tig procent aan de oostkust, in de staten Nieuw Zuid-Wales, Victoria en Queensland. Men tracht de indus trie wat meer over het land uit te waaieren bijzonder moeilijk met het oog op de enorme afstanden en het daaruit voortvloeiende probleem van de bereikbaarheid der afzetge bieden ten einde een „Assepoes- ter"-staat als West-Australië, die aan de zelfkant van de ontvolking ligt, wat minder redenen tot het aan heffen van klaagliederen te geven. De tegenstellingen en de mogelijkhe den ze vallen de bezoeker een beetje rauw op de maag. Een trein reis van Brisbane (Queensland) via Sydney (Nieuw Zuid-Waies), Mel bourne (Victoria) en Adelaide (Zuid- Australië) naar Perth (West-Austra lië) brengt over een afstand van vijf duizend kilometer een verscheiden heid aan het licht, die bijna onvoor stelbaar is. Tegenover goed gecultiveerde en goed geïrriteerde gebieden staan barre woestijnen en zoutvlakten, die zich de bezoeker al voortsnellend over de rails, als reikend van de vroege morgen tot de late avond voordoen. Koude wordt afgewisseld met hitte; regen, die uren en uren aanhoudt, met stralende zonneschijn. Hier zijn het perfect getraceerde autowegen, die men kruist, daar slechts pistes, die stoffig, hobbelig en zelfs door de dieren verlaten zijn (krijgt men autopech op de „weg" naar Alice Springs, de meest cen traal liggende plaats van Australië, dan zit er niet veel anders op dan de telefoondraden kapot te trekken; dit wordt de bezoeker tenminste in Can berra geadviseerd, met de toevoeging dat er dan onmiddellijk een paar elektriciens op uit worden gestuurd; een wat goedkopere oplossing lijkt hem overigens hier en daar een tele foontoestel te plaatsen...). In de dichtbevolkte stadsagglomera ties zwemt men in de winkels en andere, tot de moderne maatschappij behorende voorzieningen. Door de binnenlanden echter sjokt de „thee- en suïkertrein", die eens in de week alle nederzettingen aan de spoorlijn van levensmiddelen voorziet, en die moeders in de gelegenheid stelt in een in een spoorwagon onderge brachte polikliniek hun spruiten te laten onderzoeken. De vliegende dokter, de vliegende predikant of missionaris, men ont moet hem overal in het wijde, vaak zo lege hart van Australië. Overstro mingen, die enorme schade kunnen aanrichten konijnen-, sprinkhanen- en kangoeroeplagen, behoren bijna tot de orde van de dag. Men passeert de tarwegordel, de wol gordel, de melkgordel, de vleesgordel, terwijl de industriële centra, waarvan New Castle wel één van de grootste is, net zo troosteloos zijn als het Zwarte Land van het Engelse Lan cashire. Men hoort dat de groot grondbezitters, die graziers worden genoemd, en die door de enorme stij ging van de grondprijzen tot de in de letterlijke en figuurlijke betekenis van het woord hoog te paard zittende „nieuwe adel" zijn gaan behoren, op somige plaatsen vier gulden voor het afschieten van een wild varken beta len en acht gulden voor het strikken van een vos. Men ziet de nationale bloem, de wattle of mimosa, in hel gele plukken bloeien, maar een paar honderd kilometer verder verliest de eucalyptus zijn schilderachtige bast. Zo zou de bezoeker kunnen doorgaan -hij zou misschien wel een hele pa gina met ruwe indrukken kunnen vullen. Hij zou kunnen vertellen van Abel Tasman, kaptein Vlaming en al die andere Oost-Indische Compagnie- vaarders, die veel mensen en ook een paar schepen op de Westkust van Australië hebben verloren, in Perth kan men de resten van het in Amsterdam gebouwde schip Den Ver- ghulden Draeck bewonderen en een spoor van ver-engelste Neder landse woorden hebben achtergela ten. Hij zou kunnen schrijven over Woomera, de proefbaan voor raket ten in Centraal Australië, een Anglo- Australisch defensieproject. En over Darwin, de meest noordelijke plaats van het continent, die in de hitte van de tropen ligt, is dan nog met geen woord gerept. De verkenningen monden in een plaats als Sydney steeds opnieuw in de zo Europese wijk Kings Cross uit. Daar voelt de bezoeker zich het meeste thuis; daar hoort hij, als in Jeruzalem, alle talen van de Oude Wereld spreken; daar ontmoet hij Nederlanders, geslaagd en niet ge slaagd; daar eet hij pannekoeken en kapucijners typisch Hollandse schotels, die zelfs de Australiërs heb ben leren waarderen. De banden met het vaderland worden in Kings Cross het sterkst gevoeld. In een coffee-shop, nog maar pas ge opend door een Italiaan, komt de be zoeker naast de Nederlandse banket bakker te zitten, die twee, goedlopen de zaken heeft. In een parkje ont moet hij een dominee van de Presby teriaanse kerk, die twaalf jaar gele den als timmerman uit Goeree-Over- flakkee is geëmigreerd en die de moed en het doorzettingsvermogen heeft gehad in z'n vrije tijd een pre dikantsstudie te beginnen en te vol tooien. In een restaurant spreekt hij met de Nederlandse eigenaar, die als kleinkunstartiest voor Radio Hilver sum heeft gewerkt, en hard bezig is z'n laatste schaapjes op het droge te brengen. Het zijn mensen, die zich in het verrg Australië van een bestaan hebben verzekerd, dat ze in Nederland nooit hadden kunnen bereiken. Ze klagen dan ook niet, ze zijn tevreden, ze wil len nooit meer voor goed naar het vaderland terug. Toch praten ze er graag over: toch willen ze precies weten hoe de toestand daar op het ogenblik is. Zo even een kijkje in het geboorteland, zo even dat toegeven aan stille gevoelens en verlangens, voor de bezoeker zijn het eigenschap pen, die ook de meest geaarde immi grant slechts kunnen sieren. Foto boven: In de enorme leegte van dit reusachtige continent duiden en kele speldeprikken op drukke bevol kingsconcentraties. Dit zou het hart van de Londense City kunnen zijn het is het centrum van Sydney, aan de andere kant van de wereld, maar typisch Engels van verschij ningsvorm. Foto links op de pagina: Hele land schappen, waar het schaap het enige levende wezen is en waar de en kele grote steden onwaarschijnlijk ver lijken. Het schaap heeft overi gens veel tot de welvaart van dit land bijgedragen; Australië is nog altijd dé grote producent van wol. QUEENSLAND 500km I ZUID* r 5 AUSTRAL^ j S1LVEATOWN Ód PTAUGUSTA Bribonc1 NIEUW'ZUID WALES MACQUARIE- iEWCAsTlè- PT.LIMCOLI HAY DptflUOUtN 'ELLINGTON KANGOEROE E/L INGSTON VICTORIA 6ALLARAT Tasman Zee lbo urne SALE doss straat 'KING E/L. LAUNCESTON "ASMANIE 333S3lv.PELT ZUID-OOST AUSTRALIË

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 9