Vrije Evangelische Gemeenten
niet in wereldraad van Kerken
„Least coin"
Incidenteel
zaterdagnummer
Conferentie voor geloof en kerkorde
Honger en overschot
„OVERHEID MOET ZICH ONTHOUDEN
VAN SUBSIDIERING KERKBOUW"
Jonge kerken zien
een eigen taak
I Hervormde kerk van I
Meliskerkevoor radio
KOOP
ELKE
WEEK
EEN
POCKET
DE VEY
MESTDAGH
Zaterdag 13 juli 1963
Onder auspiciën van de Wereldraad
van Kerken zijn in Montreal ge
leerden van de protestantse, Angli
caanse en orthodoxe kerken uit de
gehele wereld bijeengekomen om te
bestuderen waarom de christenheid
is uiteengevallen in meer dan 200
groeperingen.
De conferentie is de vierde van deze
aard. Zij wordt gehouden in de Mcgill
universiteit in Montreal, is woensdag
geopend en zal tot 26 juli duren.
Er nemen meer dan 300 afgevaardig
den aan deel en 150 speciale ver
tegenwoordigers of waarnemers, on
der wie rooms-katholieke priesters
die daartoe zijn aangewezen door het
secretariaat voor de christelijke een
heid van het Vaticaan.
Op de conferentie worden de theo
logische geschillen en historische
oorzaken bestudeerd waardoor de
christenen gescheiden werden. Ge
zocht zal worden naar mogelijke we
gen naar eenheid. De vorige confe
renties werden gehouden in Lausanne
in 1927, in Edinburgh in 1937 en in
Lund (Zweden) in 1952. Na de con
ferentie van Lund is het onderlinge
contact aanmerkelijk verbeterd, van
rooms-katholieke zijde werd het
sterk gestimuleerd tijdens het paus
schap van paus Joannes.
De conferentie van Montreal is tien
jaar lang voorbereid door vier theo
logische commissies, gesteund door
ongeveer 80 regionale groepen god
geleerden. De commissies hebben de
verschillende opvattingen over ele
menten als de doop, de heilige com
munie, de liturgie en de kerkelijke
leiding op schrift gesteld. De aan
wezigen ter conferentie zijn in vijf
groepen verdeeld, die de volgende
punten zullen onderzoeken:
Wat zijn de aard en het doel van
de christelijke kerk, hoe groot is
het gebied van overeenkomst tussen
de verschillende groeperingen, wat
zijn de voornaamste spanningspunten
en tegenstellingen?
O Wat zijn de authentieke bronnen
van de christelijke leer: de bijbel, de
overlevering en hoe staan deze tot
elkaar in betrekking?
Wat zijn de grondpatronen van
de christelijke eredienst en
wat is het effect van de christe
lijke verdeeldheid op de moraal en de
politiek
De resultaten van de besprekingen
zullen aan de 201 leden van de
Wereldraad van Kerken ter bestu
dering worden toegezonden. De voor
naamste sprekers zijn prof. Roger
Mehl van de universiteit van Straats
burg en de rooms-katholieke aarts
bisschop van Montreal, Paul-Emile
kardinaal Leger.
Jezus zeide: „Ik heb medelijden...."
Marcus 8 2.
Honger is een scherp zwaard. Jezus" volgelingen (ifOOO) hebben
honger en de Heer spijzigde allen met zeven broden en enige vissen.
Mensen met een kleine god schudden het hoofd en halen hun schou
ders op. De God van Jezus Christus houdt geen halt voor een voe
dingsprobleem. Dat is het eerste.
Het tweede is: God stilt onze levenshonger. De mensheid hongert.
Ondanks lege kerken, formeel geloof en wereldse surrogaten. Wie
heeft en toont medelijden Niemand. Er is barstende nood onder on
telbare mensen. Jules de Corte zingt: „Waarom zijn de mensen zo
moe? Zij zijn al zo lang op weg naar de vrede toe!" Vooral naar de
vrede in eigen hart. Nietzsche wijst medelijden cynisch af. Emanuel
Wertheimer zegt: Het grootste medelijden hebben zij, die niet kun
nen helpen. Jezuns heeft medelijden en onderkent onze nood. Men
sen fungeren als manager tot aan een hartkwaal..., anderen hollen
naar de bank en stellen hun „overschot" veilig. Dit alles eindigt in
de bittere pil der ontgoocheling.
Jezus voorzag in de nood, er was zelfs een overschot! Wij, i» de
woestijn van dit leven, speuren op verkeerde plaatsen naar mede
lijden, stellen ons met surrogaten tevreden en ploeteren voor denk
beeldige overschotten.
Alleen wie de levenshonger stilt bij Jezus, blijft buiten de triestheid
van bedrog en leeft uit de veelheid. „In 't hart der woestijn. Ver
kwikken en laven Zijn hemelse gaven...."
RETRANCHEMENT
GUST. M. C. DE VRIES.
„Subsidiëring van de kerkenbouw"
was het onderwerp van een proef
schrift, waarop mr. C. J. Ver-
planke, burgemeester van 's-Gra-
vendeel, vorige week aan de Vrije
Universiteit te Amsterdam is ge
promoveerd tot doctor in de
rechtsgeleerdheid. Promotor was
prof. mr. H. D. van Wijk.
Eén van de bij de dissertatie gevoeg
de stellingen luidt: „De overheid
Het kerkgebouw van de her
vormde gemeente in Sluiskil
aan het kanaal van Sas van
Gent naar Terneuzen moet
wijken voor de kanaalverbre
ding. Het uit 1905 daterende
bouwwerk moet per 31 decem
ber leeg zijn. Tot een nieuw
kerkgebouw aan de Spoor
straat in Sluiskil gereed is
februari '6lt) zdl men kerken
in het bestaande jeugdgebouw.
De nieuwe hervormde kerk,
waarvan bovenstaande schets
een indruk geeft, is 17 bij 19
meter en telt 275 zitplaatsen.
Begin maart dit jaar werd
met de bouw begonnen.
Rechts van de ingang is een
ontmoetingshal, een garderobe
alsmede een vergaderzaal van
28 m2. Rechts van de kerk is
het jeugdgebouw, dat uitge
breid en gemoderniseerd wordt.
De banken in het kerkgebouw
staan in een halve cirkel. In
het liturgisch centrum komt
een vaste avondmaalstafel van
omstreeks Pier meter, die kan
worden verlengd. In de kerk
komt een galerij, ruim één
meter boven de grond, nu be
stemd voor het koor. In de
toekomst kan deze eventueel
voor uitbreiding van het aan
tal zitplaatsen dienen. De ver
lichting bestaat uit wandarma-
turen en staande lantaarns.
De voorwand en de wand ach
ter het portaal zijn van glas.
In de klokkestoel, vervaardigd
uit een met steen bekleed be-
tongeraamte, zal een luidklok
komen. In de oostgevel van
het kerkgebouw komt een
vijfhoekig raam, waarin
wordt aangebracht het christe
lijk symbool, het chi-ro teken.
Het ontwerp is van ir. N. Lu-
ning Prak te Rotterdam.
behoort zich te onthouden van het
verschaffen van financiële steun
ter bevordering van de verkondi
ging ener godsdienstige of levens
beschouwelijke boodschap en van
wat daaraan dienstig is". Dr. Ver-
planke komt dan ook tot de con
clusie, dat „van de aanwezigheid
van een werkelijke rechtsgrond
voor subsidiëring niet kan worden
gesproken, zodat het beter voor
de kerk zou zijn geweest wanneer
subsidiëring achterwege ware ge
bleven".
Aan het slot van zijn proefschrift
zegt dr. Verplanke nog: „Hoewel
de beoordeling van het gehele
vraagstuk ertoe leidt, dat de be
zwaren overwegen, het zou te ver
gaan te beweren, dat de kerken
het subsidie onder geen beding
mogen aanvaarden. Het is moei
lijk aan te tonen dat men met
aanvaarding zonde zou doen, doch
het is niet moeilijk aan te tonen
dat het beter en zuiverder zou zijn
geweest wanneer dit subsidie-
vraagstuk niet aan de orde was
gesteld".
In zijn dissertatie gaat de promoven
dus in de eerste plaats na hoe
reeds voor de totstandkoming van
de wet premie kerkenbouw in ons
land directe financiële overheids
steun aan kerken werd verschaft.
Hij beschrijft de geschiedenis met
betrekking tot de rijkssteun voor
het onderhoud van de bedienaren
van de godsdienst en de wijze
waarop de kerkenbouw reeds
werd gesubsidieerd door het
staatsmijnbedrijf, in de IJselmeer-
polders en als gevolg van oor-
logs- en watersnoodschade. Ook
bespreekt hij de steunverleningen
vanwege de gemeentebesturen in
deze en in de vorige eeuw.
Daarna wordt weergegeven welke
houding de afgescheidenen hebben
ingenomen tegenover deze vormen
van subsidiëring. Vervolgens gaat
dr. Verplanke na in hoeverre het
wezen der kerk zich met subsidie
verdraagt en welk begrip de over
heid in de wetgeving toont voor
het eigene der kerk.
Aziatische kerken
JMiïnstens tweehonderd zen
dingsarbeiders zijn uitge
zonden door Aziatische kerken,
die betrekkingen onderhouden
met de Wereldraad van Kerken.
Bovendien werkt van andere
christelijke groepen in Azië een
aantal zendingsarbeiders in di
verse landen. Al deze zendelin
gen zijn verspreid over geheel
Azië, maar men vindt ze ook in
het westen: in het Midden-Oos
ten, Europa en in Amerika. Het
gaat hierbij dus om zending van
uit Aziatische kerken, niet om
zending vanuit het westen in de
gebieden, waar die Aziatische
kerken zijn.
^wwwwvaaartaaaaaaafwuwuwyiaaaaa/uwut
VWWWWWWWUUWUWVUUUUWUWVAA/IAAAIVAAAAIl
De wijze, waarop genoemde kerken,
verenigd in de E.A.C.C., de Oost-
Aziatische Christelijke Conferentie,
dit zendingswerk financieren is heel
gevarieerd. Soms dragen de kerken
uit het westen, waaruit de Aziatische
kerken zijn voortgekomen, alle kos
ten. In andere gevallen dragen de
zendende en de onvangende kerken
de kosten gezamenlijk en ook is er
soms wel een drievoudige relatie. De
E.A.C.C. bemiddelt veelal in al deze
gevallen, zoals reverend Alan A.
Brash, secretaris voor Interchurch
Aid (interkerkelijke hulp) van de
E.A.C.C. onlangs meedeelde.
Hij noemde als voorbeeld de bemid
deling van de A.E.C.C. bij uitzending
van werkers naar gebieden in de
Stille Oceaan, waar men groepen uit
Azië afkomstige mensen aantreft.
Voor 5000 Javanen in Nieuw-Cale-
donië is nu werkzaam een Indone
sische zendeling, evenals voor de
Fiji-eilanden. Een Franssprekende
Chinees is uitgezonden naar Tahiti.
Juist in deze bemiddelende taak van
de Oost-Aziatische Christelijke Con
ferentie komt het werkelijke besef
voor de zendingstaak van de Azia
tische kerken tot uiting.
En niet alleen door het leveren van
personeel. Ook financieel: be
hoorlijke bedragen krijgt men bijeen
4UIIUIIIIU1I1III1I1IIIIIIIIIII1I11I1II1U1IIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII11I11HH
1 Vanuit de hervormde kerk te 5
Meliskerke zal de N C.R.V.
1 woensdagavond 17 juli om tien
g over half elf een zomeravond- I
zangdienst rechtstreeks uitzen- 1
den. Voorganger in deze dienst
is ds. A. Th. Rothfusz (Vlis-
sing en), organist is Jan Hek-
i huis uit Vrouwenpolder, orga- 1
1 nist van de Johanneskerk te
Vlissingen. Medewerking zal
verlenen de trompettist Paul
van Belzen, die uit Vlissingen
afkomstig is en momenteel in 1
Wenen studeert.
Het orgel, waarvan de restau-
ratie kórt geleden gereed
5 kwam, zal een paar weken la- I
ter, zondagavond 28 juli vanaf
half zeven tot zeven uur, we-
derom te beluisteren zijn via I
de N.C.R.V. Dan concerteert
Klaas Bolt. Simon Koeten zal
op hobo medewerking verle-
1 nen. De opname voor dit con- 1
cert is de dag na de zomer- 1
avondzangdienst.
TiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiMiiiiNiiiiiiiiMiiiiin
Het hervormd kerkgebouw te Dom
burg, waarvan op de foto het exte
rieur, is onlangs gerestaureerd en
weer in gebruik genomen. De restau
ratie is juist voor de zomermaanden
gereedgekomen, wat van belang was
in verband met het werk der kerken
onder de badgasten.
(Foto P.Z.C.J
door de Fellowship of the least coin,
een inzameling van ook door de
minst draagkrachtigen te geven gif
ten (het kleinste muntstuk). De A.E.
C.C. verdeelt deze gelden, die onder
meer ten goede komen aan het werk
buiten Azië.
Zoals voor pastoraal werk in Parijs,
voor herstel van scholen in Colum
bia, voor het werk ten behoeve van
aan verdovende middelen verslaafden
in New York en voor kinderwerk in
Afrika.
Eerder dan In de kerken in het wes
ten hebben de Aziatische christenen
geleerd, dat het noodzakelijk is voor
een opgewekt gemeenteleven, om niet
alleen te ontvangen, maar ook te
geven: mensen uit te zenden. Dan
komt men op de problemen van het
rekruteren van de zendingsarbeiders,
hoe men hen opleidt, men kan
zorgen voor hun welzijn. En de
vraag: moeten de Aziatische zen
dingsarbeiders op hetzelfde peil leven
als de anderen, of moeten zij zich
aanpassen aan de levensomstandig
heden van het land, waarheen zij
worden gezonden? Voor dit alles zal
men een eigen antwoord moeten ge
ven.
Deze en dergelijke vragen zullen ter
sprake komen op een consultatie,
voordat de tweede assemblee van de
E.A.C.C. in 1964 in Rangoon bijeen
komt. Op de eerste assemblee in
Bangalore (1961) vroeg de E.A.C.C.
hiervoor al de aandacht van de aan
gesloten kerken in Azië. En tevens
aan de zendingsafdeling van de We
reldraad van Kerken. Vreemd genoeg
is vaak het probleem voor de Azia
tische zending het beschikbaar zijn
van teveel geld van buiten: als een
taak aanvaard wordt zonder dat het
financiële offers vraagt, dreigt het
karakter van „eigen" zendingswerk
verloren te gaan.
Reverend Brash vestigde er de aan
dacht op, dat de Aziatische ker
ken over het alg'emeen geen eigen
zendingsvelden vormen, meestal is
hun werk veel meer incidenteel. Een
voorbeeld: de United Church of
Christ op de Philippijnen, waarvan in
1961 achttien zendings-echtparen
vertrokken naar tien verschillende
De gereformeerde kerk van Koude-
kerke heeft vorige week vrijdag het
geheel gerestaureerde kerkgebouw in
gebruik genomen. Er is een bijna
nieuwe kerk ter plaatse verrezen,
waarvan deze foto een indruk geeft.
Foto P.Z.C.)
Kerkelijke kunst uit Rome is de
titel van een expositie van 10
augustus tot en met 7 oktober
in het cultureel centrum van Meche-
len (B.). Het merendeel van de 470
getoonde kunstvoorwerpen komt uit
het museum van Campo Santo Teu-
tonico uit Vaticaanstad.
Het aantal standplaatsen in de Ne
derlandse Hervormde Kerk is in het
eerste halfjaar van 1963 gestegen en
bedraagt thans 1275. Het aantal pre
dikantsplaatsen steeg in die periode
van 2198 op 2200. Daarvan behoren
er 311 tot de vrijzinnige modaliteit,
334 tot de modaliteit van de geref.
band en 1555 tot de midden-orthodo-
xie. Het aantal vacatures daalde van
220 op 218 (48 vrijzinnig, 53 geref.
bond en 117 midden-orthodox). Van
deze 218 vacatures zijn er 76 onver
vulbaar (25,8,43) (12).
landen, maar welke kerk tegelijker
tijd zelf weer zendingsarbeiders zo
wel uit het westen als uit Azië ont
ving. Dit voorkomt een gevoel van
bevoogding ten aanzien van de an
dere gebieden. De Aziatische kerken
kennen slechts de offerbereidheid om
het evangelie uit te dragen waar
dat nodig is. Zij kunnen, als jongere,
zelfstandige kerken, veel leren van
de oudere (moeder)kerken in het
westen, maar ook kunnen zij zelf
veel leren dan die westerse kerken.
In het hoofdstuk over de aard. posi
tie, grondslag en doelstellingen
van het Humanistisch Verbond
zegt de auteur o.m. dat indien
reeds honorering van godsdiensti
ge verzorgers plaats heeft er
geen reden is deze uit te breiden
tot geestelijke verzorging.
Enkele andere stellingen luiden:
Een fusie tussen de Antirevo
lutionaire Partij en de Christelijk-
Historische Unie zou thans leiden
tot een ongewenste vervaging
van de politieke wezenstrekken
der gereformeerde gezindte. De
Antirevolutionaire Partij dient het
initiatief te nemen tot het openen
van een gesprek met de Staatkun
dig Gereformeerde Partij en met
het Gereformeerd Politiek Ver
bond, teneinde te trachten tot een
zekere vorm van samenwerking
te komen Het gezang „Ere zfj
God" is een onjuiste weergave van
Lucas 2 14 en dient mede op
musicologische gronden uit de
eredienst te worden geweerd
Zowel de orgelbouw voor als het
orgelspel in de gereformeerde ere
dienst dient zich te distantiëren
van het subjectivistisch individua
lisme van de romantische orgel
literatuur.
De heer Verplanke werd in 1925 in
Haarlem "geboren. Het geslacht
Verplanke is uit Biervliet afkom
stig. waar ook zijn vader, de heer
E. C. Verplanke woonachtig was.
In 1948 legde hij zijn doctoraal
examen rechten af aan de vrije
universiteit. Tot 1954 was hij we
tenschappelijk assistent bij de dr.
A. Kuyperstichting. Sinds 1955
is hij burgemeester van 's-Gra-
vendeel.
Deze week dinsdag hebt U in dit dagblad kun
nen lezen dat de Bond van Vrije Evangeli
sche Gemeenten op de jaarlijkse bondsvergade
ring op de Ernst Sillimhoeve te Lage Vuursche
heeft besloten zich niet aan te sluiten bij de
Wereldraad van Kerken. Er werd nog bjj ver
meld dat deze beslissing met grote meerderheid
van stemmen is genomen. Daarmede is dus be
slist dat deze bond van gemeenten afzijdig zal
blijven van de directe verantwoordelijkheid voor
het oecumenisch werk. We wisten dat er in ver
schillende van deze vrije evangelische gemeen
ten meerdere stemmen opgingen die aansluiting
wensten.
In het bericht was nog vermeld dat op 1 novem
ber vorig jaar te Utrecht een bezinningsdag voor
kerkeraden is gehouden omdat op de komende
bondsdag over aansluiting bij de Wereldraad zou
worden beslist. Daarna hebben deze gemeenten
de kwestie afzonderlijk besproken. „Ook als
slechts enkele gemeenteleden zich tegen de aan
sluiting verzetten, stemde de kerkeraad op de
jaarvergadering in Lage Vuursche in zijn geheel
tegen het voorstel". Dit verzacht wederom die
„grote meerderheid" waarmee beslist is zich niet
aan te sluiten en daaruit blijkt dat we niet zo in
het algemeen kunnen zeggen dat de grote meer
derheid van de vrije evangelischen niet oecume
nisch gezind is. Maar, de beslissing is gevallen
en we mogen eraan toevoegen dat we het jam
mer vinden dat deze gemeenten niet direct gaan
meedoen. Ze hadden bovendien reeds vele oecu
menische contacten en namen geregeld deel aan
het overleg in de Nederlandse Oecumenische
Raad.
Wat hun zendingswerk betreft is van het begin
af overleg geweest in de Internationale
Zendingsraad en dit zal zo blijven ook. Des te
meer zou het in de lijn van deze bond van ge
meenten hebben gelegen zich wél aan te sluiten.
Uit de bewoordingen van het bericht dat in dit
dagblad heeft gestaan en dat wel afkomstig zal
zijn vanuit de bondsvergadering zelf, kunnen we
proeven dat het eerste waaraan men heeft ge
dacht is geweest de eenheid in hun gemeenten
en de eenheid in hun bond te bewaren. Al mogen
wij het jammer vinden dat de beslissing zó is
gevallen: het zal wel met een zeker wijs beleid
zijn geweest dat kerkeraden hebben tegenge
stemd ook als slechts enkele gemeenteleden zich
verzetten. Het zal echter moeilijk zijn altijd bij
deze regel te blijven, want we kunnen ons moei
lijk voorstellen, dat, wanneer een voorstel wordt
gedaan voor iets nieuws in een gemeente of in
een kerk, dat er dan geen gemeenteleden zullen
wezen, die het er niet mee eens zijn. Een kerke
raad moet ook wel eens de moed hebben om te
besluiten: en we laten het toch doorgaan. Maar
wanneer we dit zo schrijven, denken we misschien
meer aan de structuur van hervormde gemeenten
dan aan die van vrije evangelische gemeenten, die
we van binnenuit vanzelfsprekend minder goed
kennen.
Die Vrije Evangelische Gemeenten (er zijn er
ruim veertig) vormen een bond. Ze willen
dus welbewust geen kerkgenootschap zijn, even
als dat bij de baptisten het geval is, die een unie
hebben. Onlangs hebben we over de baptisten
geschreven toen zij zich terugtrokken uit de
Wereldraad van Kerken). Dit houdt in dat op de
gemeente alle nadruk /alt. Die bond bestaat sinds
1881. Deze gemeenten hebben nu eenmaal ge
zamenlijke belangen. Ze hebben een opleiding
voor hun predikanten te Utrecht. Gezamenlijk
zorgen ze voor de emeriti-predikanten, de predi
kantsweduwen en -wezen. Gezamenlijk beharti
gen ze een stuk zendingswerk. Eens per jaar
komt de bondsvergadering bijeen en daar wordt
een comité gekozen dat de werkzaamheden moet
doen die voor het geheel van belang zijn. Maar
dat comité is weer niet zoiets als het modera-
men of breed moderamen van een synode. Op de
autonomie van de gemeenten valt alle nadruk. De
leiding van de gemeente berust bij de ouderlin
gen, maar de ledenvergadering is de hoogste in
stantie die bindende uitspraken kan doen. Van
hieruit is het te verstaan dat deze gemeenten niet
in alles gelijk zijn. Er zijn er bijvoorbeeld waar
men zingt uit de hervormde bundel, terwijl an
dere de voorkeur geven aan de bundel van Has-
per en eveneens kan men hier liederen uit de
bundel van Joh. de Heer horen. We hebben dit
tenminste bij een radiokerkdienst wel eens opge
merkt. Zo zijn er meer verschillen. Vanuit de
sterke nadruk die wordt gelegd op de autonomie
der plaatselijke gemeente, is het ook te begrijpen
dat de gemeenten eerst afzonderlijk de kwestie
van aansluiting bij de Wereldraad van Kerken
hebben besproken en dat de twee afgevaardigden
naar de bondsvergadering een bindend mandaat
hebben meegekregen.
Het ideaal van deze vrije evangelische gemeen
ten is de gemeente zoals zij enigszins naar
voren komt in de Handelingen der Apostelen en
in de brieven van het Nieuwe Testament; een
gemeente, waar de leden in waarachtig geloof
hangen aan Christus Jezus en in liefde aan Hem
verbonden zijn. Trouwens, dit moet het ideaal
zijn van iedere gemeente, van welke kerk dan
ook. Dat gebonden zijn aan Christus moet mee
brengen en hierop leggen ze hele sterke na
druk de gebondenheid aan elkaar. Wanneer je
zo eens iets hoort over de vrije evangelische ge
meenten, is het meestal ook dit: daar kent men
meer gemeenschap. Bij de eenheid van de ge
meente als gemeenschap met Christus, krijgt
hier sterke nadruk de gebondenheid aan elkaar.
Dit laatste is trouwens een kenmerk van alle
kleinere kerkgenootschappen of hoe zij zich dan
ook noemen. In het bericht over de afwijzing van
aansluiting bij de Wereldraad van Kerken kwam
ook dit tot uiting. „Men staat namelijk op het
standpunt, dat de eenheid in eigen kring meer
waard is dan de samenbinding naar buiten".
H.
Het bericht over de beslissing zich niet aan te
sluiten bij de Wereldraad der Kerken, zij
aanleiding om iets meer te zeggen over deze
vrije evangelische gemeenten. Dit te meer, omdat
in dit bericht toch wel enkele typerende ken
merken van deze gemeenten naar voren kwamen.
Bovendien zijn het gemeenten die in bepaalde
gedeelten van onze provincie van invloed en be
tekenis zijn geweest voor het gehele geestelijke
leven. We denken hier vooral aan Zuid-Beveland
en West-Zeeuwsch-Vlaanderen. Er zijn heel wat
hervormde gemeenten te noemen die in niet ge
ringe mate de invloed van die betrekkelijk kleine
groep van vrije evangelische gemeenten hebben
ondergaan. We wagen het te zeggen dat menige
hervormde gemeente inhangt tussen de vrije
evangelische gemeenten aan de ene kant en de
gereformeerde gemeenten aan de andere kant.
Beider invloed is merkbaar. Toen we het hier
over eens hadden met een gereformeerde collega,
zei hij dat het in zijn eigen kerk ook zo was, wat
wij natuurlijk minder kunnen beoordelen.
De oudste der vrije evangelische gemeenten zijn
niet los te denken van het Réveil, met welke
naam wordt aangeduid de opwekkingsbeweging
die in het begin van de vorige eeuw door een
groot deel van Europa ging en ook buiten dit
werelddeel merkbaar is geweest. De kerken wer
den toen te veel beheerst door een levensbeschou
wing die geheel onder de invloed stond van het
verstandelijk denken. Het Réveil heeft zich daar
tegen verzet. Mensen als ds. H. J. Buddingh te
Goes (nadat hij in Amerika door die opwekkings
beweging gegrepen was) en ds. H. W. Witteveen
te Ermelo, keerden zich tegen „het kerkverwoes-
tend modernisme". Deze gemeenten zijn over het
algemeen nogal goed rechtzinnig in de leer ge
weest en ze zijn dat tot op de dag van vandaag
gebleven. Daarom is het voor hen kenmerkend
wanneer we in het bericht van 9 dezer lezen:
„Bij een aantal kerkeraden bleek men bevreesd
te zijn voor de liberale invloed in de Wereld
raad". Dit wil nu niet zeggen dat deze gemeenten
zich hebben vastgebeten in bepaalde belijdenis
geschriften. Wanneer zij ze wel hebben (er is
nog menig verschil tussen deze vrije evangelische
gemeenten), kent men die niet als een bindend-
vastgelegde belijdenis. Er is geen enkel geschrift
dat uit mag gaan boven het bindend gezag dat
de Heilige Schrift moet hebben, of daarnevens
kan worden gesteld. In dit opzicht zou men zich
weer goed in de Wereldraad van Kerken thuis
kunnen gevoelen, waar men een basisformule
heeft aanvaard, waarin Jezus Christus als God
en Heiland in het middelpunt staat. Sinds de
Assemblee in New Delhi (1961) is hieraan toe
gevoegd: „Overeenkomstig de Heilige Schrift".
Advertentie
(boekhandel
Bellamypark 45-58 - Vlissingen