Vrije Evangelische Gemeenten niet in wereldraad van Kerken „Least coin" Incidenteel zaterdagnummer Conferentie voor geloof en kerkorde Honger en overschot „OVERHEID MOET ZICH ONTHOUDEN VAN SUBSIDIERING KERKBOUW" Jonge kerken zien een eigen taak I Hervormde kerk van I Meliskerkevoor radio KOOP ELKE WEEK EEN POCKET DE VEY MESTDAGH Zaterdag 13 juli 1963 Onder auspiciën van de Wereldraad van Kerken zijn in Montreal ge leerden van de protestantse, Angli caanse en orthodoxe kerken uit de gehele wereld bijeengekomen om te bestuderen waarom de christenheid is uiteengevallen in meer dan 200 groeperingen. De conferentie is de vierde van deze aard. Zij wordt gehouden in de Mcgill universiteit in Montreal, is woensdag geopend en zal tot 26 juli duren. Er nemen meer dan 300 afgevaardig den aan deel en 150 speciale ver tegenwoordigers of waarnemers, on der wie rooms-katholieke priesters die daartoe zijn aangewezen door het secretariaat voor de christelijke een heid van het Vaticaan. Op de conferentie worden de theo logische geschillen en historische oorzaken bestudeerd waardoor de christenen gescheiden werden. Ge zocht zal worden naar mogelijke we gen naar eenheid. De vorige confe renties werden gehouden in Lausanne in 1927, in Edinburgh in 1937 en in Lund (Zweden) in 1952. Na de con ferentie van Lund is het onderlinge contact aanmerkelijk verbeterd, van rooms-katholieke zijde werd het sterk gestimuleerd tijdens het paus schap van paus Joannes. De conferentie van Montreal is tien jaar lang voorbereid door vier theo logische commissies, gesteund door ongeveer 80 regionale groepen god geleerden. De commissies hebben de verschillende opvattingen over ele menten als de doop, de heilige com munie, de liturgie en de kerkelijke leiding op schrift gesteld. De aan wezigen ter conferentie zijn in vijf groepen verdeeld, die de volgende punten zullen onderzoeken: Wat zijn de aard en het doel van de christelijke kerk, hoe groot is het gebied van overeenkomst tussen de verschillende groeperingen, wat zijn de voornaamste spanningspunten en tegenstellingen? O Wat zijn de authentieke bronnen van de christelijke leer: de bijbel, de overlevering en hoe staan deze tot elkaar in betrekking? Wat zijn de grondpatronen van de christelijke eredienst en wat is het effect van de christe lijke verdeeldheid op de moraal en de politiek De resultaten van de besprekingen zullen aan de 201 leden van de Wereldraad van Kerken ter bestu dering worden toegezonden. De voor naamste sprekers zijn prof. Roger Mehl van de universiteit van Straats burg en de rooms-katholieke aarts bisschop van Montreal, Paul-Emile kardinaal Leger. Jezus zeide: „Ik heb medelijden...." Marcus 8 2. Honger is een scherp zwaard. Jezus" volgelingen (ifOOO) hebben honger en de Heer spijzigde allen met zeven broden en enige vissen. Mensen met een kleine god schudden het hoofd en halen hun schou ders op. De God van Jezus Christus houdt geen halt voor een voe dingsprobleem. Dat is het eerste. Het tweede is: God stilt onze levenshonger. De mensheid hongert. Ondanks lege kerken, formeel geloof en wereldse surrogaten. Wie heeft en toont medelijden Niemand. Er is barstende nood onder on telbare mensen. Jules de Corte zingt: „Waarom zijn de mensen zo moe? Zij zijn al zo lang op weg naar de vrede toe!" Vooral naar de vrede in eigen hart. Nietzsche wijst medelijden cynisch af. Emanuel Wertheimer zegt: Het grootste medelijden hebben zij, die niet kun nen helpen. Jezuns heeft medelijden en onderkent onze nood. Men sen fungeren als manager tot aan een hartkwaal..., anderen hollen naar de bank en stellen hun „overschot" veilig. Dit alles eindigt in de bittere pil der ontgoocheling. Jezus voorzag in de nood, er was zelfs een overschot! Wij, i» de woestijn van dit leven, speuren op verkeerde plaatsen naar mede lijden, stellen ons met surrogaten tevreden en ploeteren voor denk beeldige overschotten. Alleen wie de levenshonger stilt bij Jezus, blijft buiten de triestheid van bedrog en leeft uit de veelheid. „In 't hart der woestijn. Ver kwikken en laven Zijn hemelse gaven...." RETRANCHEMENT GUST. M. C. DE VRIES. „Subsidiëring van de kerkenbouw" was het onderwerp van een proef schrift, waarop mr. C. J. Ver- planke, burgemeester van 's-Gra- vendeel, vorige week aan de Vrije Universiteit te Amsterdam is ge promoveerd tot doctor in de rechtsgeleerdheid. Promotor was prof. mr. H. D. van Wijk. Eén van de bij de dissertatie gevoeg de stellingen luidt: „De overheid Het kerkgebouw van de her vormde gemeente in Sluiskil aan het kanaal van Sas van Gent naar Terneuzen moet wijken voor de kanaalverbre ding. Het uit 1905 daterende bouwwerk moet per 31 decem ber leeg zijn. Tot een nieuw kerkgebouw aan de Spoor straat in Sluiskil gereed is februari '6lt) zdl men kerken in het bestaande jeugdgebouw. De nieuwe hervormde kerk, waarvan bovenstaande schets een indruk geeft, is 17 bij 19 meter en telt 275 zitplaatsen. Begin maart dit jaar werd met de bouw begonnen. Rechts van de ingang is een ontmoetingshal, een garderobe alsmede een vergaderzaal van 28 m2. Rechts van de kerk is het jeugdgebouw, dat uitge breid en gemoderniseerd wordt. De banken in het kerkgebouw staan in een halve cirkel. In het liturgisch centrum komt een vaste avondmaalstafel van omstreeks Pier meter, die kan worden verlengd. In de kerk komt een galerij, ruim één meter boven de grond, nu be stemd voor het koor. In de toekomst kan deze eventueel voor uitbreiding van het aan tal zitplaatsen dienen. De ver lichting bestaat uit wandarma- turen en staande lantaarns. De voorwand en de wand ach ter het portaal zijn van glas. In de klokkestoel, vervaardigd uit een met steen bekleed be- tongeraamte, zal een luidklok komen. In de oostgevel van het kerkgebouw komt een vijfhoekig raam, waarin wordt aangebracht het christe lijk symbool, het chi-ro teken. Het ontwerp is van ir. N. Lu- ning Prak te Rotterdam. behoort zich te onthouden van het verschaffen van financiële steun ter bevordering van de verkondi ging ener godsdienstige of levens beschouwelijke boodschap en van wat daaraan dienstig is". Dr. Ver- planke komt dan ook tot de con clusie, dat „van de aanwezigheid van een werkelijke rechtsgrond voor subsidiëring niet kan worden gesproken, zodat het beter voor de kerk zou zijn geweest wanneer subsidiëring achterwege ware ge bleven". Aan het slot van zijn proefschrift zegt dr. Verplanke nog: „Hoewel de beoordeling van het gehele vraagstuk ertoe leidt, dat de be zwaren overwegen, het zou te ver gaan te beweren, dat de kerken het subsidie onder geen beding mogen aanvaarden. Het is moei lijk aan te tonen dat men met aanvaarding zonde zou doen, doch het is niet moeilijk aan te tonen dat het beter en zuiverder zou zijn geweest wanneer dit subsidie- vraagstuk niet aan de orde was gesteld". In zijn dissertatie gaat de promoven dus in de eerste plaats na hoe reeds voor de totstandkoming van de wet premie kerkenbouw in ons land directe financiële overheids steun aan kerken werd verschaft. Hij beschrijft de geschiedenis met betrekking tot de rijkssteun voor het onderhoud van de bedienaren van de godsdienst en de wijze waarop de kerkenbouw reeds werd gesubsidieerd door het staatsmijnbedrijf, in de IJselmeer- polders en als gevolg van oor- logs- en watersnoodschade. Ook bespreekt hij de steunverleningen vanwege de gemeentebesturen in deze en in de vorige eeuw. Daarna wordt weergegeven welke houding de afgescheidenen hebben ingenomen tegenover deze vormen van subsidiëring. Vervolgens gaat dr. Verplanke na in hoeverre het wezen der kerk zich met subsidie verdraagt en welk begrip de over heid in de wetgeving toont voor het eigene der kerk. Aziatische kerken JMiïnstens tweehonderd zen dingsarbeiders zijn uitge zonden door Aziatische kerken, die betrekkingen onderhouden met de Wereldraad van Kerken. Bovendien werkt van andere christelijke groepen in Azië een aantal zendingsarbeiders in di verse landen. Al deze zendelin gen zijn verspreid over geheel Azië, maar men vindt ze ook in het westen: in het Midden-Oos ten, Europa en in Amerika. Het gaat hierbij dus om zending van uit Aziatische kerken, niet om zending vanuit het westen in de gebieden, waar die Aziatische kerken zijn. ^wwwwvaaartaaaaaaafwuwuwyiaaaaa/uwut VWWWWWWWUUWUWVUUUUWUWVAA/IAAAIVAAAAIl De wijze, waarop genoemde kerken, verenigd in de E.A.C.C., de Oost- Aziatische Christelijke Conferentie, dit zendingswerk financieren is heel gevarieerd. Soms dragen de kerken uit het westen, waaruit de Aziatische kerken zijn voortgekomen, alle kos ten. In andere gevallen dragen de zendende en de onvangende kerken de kosten gezamenlijk en ook is er soms wel een drievoudige relatie. De E.A.C.C. bemiddelt veelal in al deze gevallen, zoals reverend Alan A. Brash, secretaris voor Interchurch Aid (interkerkelijke hulp) van de E.A.C.C. onlangs meedeelde. Hij noemde als voorbeeld de bemid deling van de A.E.C.C. bij uitzending van werkers naar gebieden in de Stille Oceaan, waar men groepen uit Azië afkomstige mensen aantreft. Voor 5000 Javanen in Nieuw-Cale- donië is nu werkzaam een Indone sische zendeling, evenals voor de Fiji-eilanden. Een Franssprekende Chinees is uitgezonden naar Tahiti. Juist in deze bemiddelende taak van de Oost-Aziatische Christelijke Con ferentie komt het werkelijke besef voor de zendingstaak van de Azia tische kerken tot uiting. En niet alleen door het leveren van personeel. Ook financieel: be hoorlijke bedragen krijgt men bijeen 4UIIUIIIIU1I1III1I1IIIIIIIIIII1I11I1II1U1IIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII11I11HH 1 Vanuit de hervormde kerk te 5 Meliskerke zal de N C.R.V. 1 woensdagavond 17 juli om tien g over half elf een zomeravond- I zangdienst rechtstreeks uitzen- 1 den. Voorganger in deze dienst is ds. A. Th. Rothfusz (Vlis- sing en), organist is Jan Hek- i huis uit Vrouwenpolder, orga- 1 1 nist van de Johanneskerk te Vlissingen. Medewerking zal verlenen de trompettist Paul van Belzen, die uit Vlissingen afkomstig is en momenteel in 1 Wenen studeert. Het orgel, waarvan de restau- ratie kórt geleden gereed 5 kwam, zal een paar weken la- I ter, zondagavond 28 juli vanaf half zeven tot zeven uur, we- derom te beluisteren zijn via I de N.C.R.V. Dan concerteert Klaas Bolt. Simon Koeten zal op hobo medewerking verle- 1 nen. De opname voor dit con- 1 cert is de dag na de zomer- 1 avondzangdienst. TiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiMiiiiNiiiiiiiiMiiiiin Het hervormd kerkgebouw te Dom burg, waarvan op de foto het exte rieur, is onlangs gerestaureerd en weer in gebruik genomen. De restau ratie is juist voor de zomermaanden gereedgekomen, wat van belang was in verband met het werk der kerken onder de badgasten. (Foto P.Z.C.J door de Fellowship of the least coin, een inzameling van ook door de minst draagkrachtigen te geven gif ten (het kleinste muntstuk). De A.E. C.C. verdeelt deze gelden, die onder meer ten goede komen aan het werk buiten Azië. Zoals voor pastoraal werk in Parijs, voor herstel van scholen in Colum bia, voor het werk ten behoeve van aan verdovende middelen verslaafden in New York en voor kinderwerk in Afrika. Eerder dan In de kerken in het wes ten hebben de Aziatische christenen geleerd, dat het noodzakelijk is voor een opgewekt gemeenteleven, om niet alleen te ontvangen, maar ook te geven: mensen uit te zenden. Dan komt men op de problemen van het rekruteren van de zendingsarbeiders, hoe men hen opleidt, men kan zorgen voor hun welzijn. En de vraag: moeten de Aziatische zen dingsarbeiders op hetzelfde peil leven als de anderen, of moeten zij zich aanpassen aan de levensomstandig heden van het land, waarheen zij worden gezonden? Voor dit alles zal men een eigen antwoord moeten ge ven. Deze en dergelijke vragen zullen ter sprake komen op een consultatie, voordat de tweede assemblee van de E.A.C.C. in 1964 in Rangoon bijeen komt. Op de eerste assemblee in Bangalore (1961) vroeg de E.A.C.C. hiervoor al de aandacht van de aan gesloten kerken in Azië. En tevens aan de zendingsafdeling van de We reldraad van Kerken. Vreemd genoeg is vaak het probleem voor de Azia tische zending het beschikbaar zijn van teveel geld van buiten: als een taak aanvaard wordt zonder dat het financiële offers vraagt, dreigt het karakter van „eigen" zendingswerk verloren te gaan. Reverend Brash vestigde er de aan dacht op, dat de Aziatische ker ken over het alg'emeen geen eigen zendingsvelden vormen, meestal is hun werk veel meer incidenteel. Een voorbeeld: de United Church of Christ op de Philippijnen, waarvan in 1961 achttien zendings-echtparen vertrokken naar tien verschillende De gereformeerde kerk van Koude- kerke heeft vorige week vrijdag het geheel gerestaureerde kerkgebouw in gebruik genomen. Er is een bijna nieuwe kerk ter plaatse verrezen, waarvan deze foto een indruk geeft. Foto P.Z.C.) Kerkelijke kunst uit Rome is de titel van een expositie van 10 augustus tot en met 7 oktober in het cultureel centrum van Meche- len (B.). Het merendeel van de 470 getoonde kunstvoorwerpen komt uit het museum van Campo Santo Teu- tonico uit Vaticaanstad. Het aantal standplaatsen in de Ne derlandse Hervormde Kerk is in het eerste halfjaar van 1963 gestegen en bedraagt thans 1275. Het aantal pre dikantsplaatsen steeg in die periode van 2198 op 2200. Daarvan behoren er 311 tot de vrijzinnige modaliteit, 334 tot de modaliteit van de geref. band en 1555 tot de midden-orthodo- xie. Het aantal vacatures daalde van 220 op 218 (48 vrijzinnig, 53 geref. bond en 117 midden-orthodox). Van deze 218 vacatures zijn er 76 onver vulbaar (25,8,43) (12). landen, maar welke kerk tegelijker tijd zelf weer zendingsarbeiders zo wel uit het westen als uit Azië ont ving. Dit voorkomt een gevoel van bevoogding ten aanzien van de an dere gebieden. De Aziatische kerken kennen slechts de offerbereidheid om het evangelie uit te dragen waar dat nodig is. Zij kunnen, als jongere, zelfstandige kerken, veel leren van de oudere (moeder)kerken in het westen, maar ook kunnen zij zelf veel leren dan die westerse kerken. In het hoofdstuk over de aard. posi tie, grondslag en doelstellingen van het Humanistisch Verbond zegt de auteur o.m. dat indien reeds honorering van godsdiensti ge verzorgers plaats heeft er geen reden is deze uit te breiden tot geestelijke verzorging. Enkele andere stellingen luiden: Een fusie tussen de Antirevo lutionaire Partij en de Christelijk- Historische Unie zou thans leiden tot een ongewenste vervaging van de politieke wezenstrekken der gereformeerde gezindte. De Antirevolutionaire Partij dient het initiatief te nemen tot het openen van een gesprek met de Staatkun dig Gereformeerde Partij en met het Gereformeerd Politiek Ver bond, teneinde te trachten tot een zekere vorm van samenwerking te komen Het gezang „Ere zfj God" is een onjuiste weergave van Lucas 2 14 en dient mede op musicologische gronden uit de eredienst te worden geweerd Zowel de orgelbouw voor als het orgelspel in de gereformeerde ere dienst dient zich te distantiëren van het subjectivistisch individua lisme van de romantische orgel literatuur. De heer Verplanke werd in 1925 in Haarlem "geboren. Het geslacht Verplanke is uit Biervliet afkom stig. waar ook zijn vader, de heer E. C. Verplanke woonachtig was. In 1948 legde hij zijn doctoraal examen rechten af aan de vrije universiteit. Tot 1954 was hij we tenschappelijk assistent bij de dr. A. Kuyperstichting. Sinds 1955 is hij burgemeester van 's-Gra- vendeel. Deze week dinsdag hebt U in dit dagblad kun nen lezen dat de Bond van Vrije Evangeli sche Gemeenten op de jaarlijkse bondsvergade ring op de Ernst Sillimhoeve te Lage Vuursche heeft besloten zich niet aan te sluiten bij de Wereldraad van Kerken. Er werd nog bjj ver meld dat deze beslissing met grote meerderheid van stemmen is genomen. Daarmede is dus be slist dat deze bond van gemeenten afzijdig zal blijven van de directe verantwoordelijkheid voor het oecumenisch werk. We wisten dat er in ver schillende van deze vrije evangelische gemeen ten meerdere stemmen opgingen die aansluiting wensten. In het bericht was nog vermeld dat op 1 novem ber vorig jaar te Utrecht een bezinningsdag voor kerkeraden is gehouden omdat op de komende bondsdag over aansluiting bij de Wereldraad zou worden beslist. Daarna hebben deze gemeenten de kwestie afzonderlijk besproken. „Ook als slechts enkele gemeenteleden zich tegen de aan sluiting verzetten, stemde de kerkeraad op de jaarvergadering in Lage Vuursche in zijn geheel tegen het voorstel". Dit verzacht wederom die „grote meerderheid" waarmee beslist is zich niet aan te sluiten en daaruit blijkt dat we niet zo in het algemeen kunnen zeggen dat de grote meer derheid van de vrije evangelischen niet oecume nisch gezind is. Maar, de beslissing is gevallen en we mogen eraan toevoegen dat we het jam mer vinden dat deze gemeenten niet direct gaan meedoen. Ze hadden bovendien reeds vele oecu menische contacten en namen geregeld deel aan het overleg in de Nederlandse Oecumenische Raad. Wat hun zendingswerk betreft is van het begin af overleg geweest in de Internationale Zendingsraad en dit zal zo blijven ook. Des te meer zou het in de lijn van deze bond van ge meenten hebben gelegen zich wél aan te sluiten. Uit de bewoordingen van het bericht dat in dit dagblad heeft gestaan en dat wel afkomstig zal zijn vanuit de bondsvergadering zelf, kunnen we proeven dat het eerste waaraan men heeft ge dacht is geweest de eenheid in hun gemeenten en de eenheid in hun bond te bewaren. Al mogen wij het jammer vinden dat de beslissing zó is gevallen: het zal wel met een zeker wijs beleid zijn geweest dat kerkeraden hebben tegenge stemd ook als slechts enkele gemeenteleden zich verzetten. Het zal echter moeilijk zijn altijd bij deze regel te blijven, want we kunnen ons moei lijk voorstellen, dat, wanneer een voorstel wordt gedaan voor iets nieuws in een gemeente of in een kerk, dat er dan geen gemeenteleden zullen wezen, die het er niet mee eens zijn. Een kerke raad moet ook wel eens de moed hebben om te besluiten: en we laten het toch doorgaan. Maar wanneer we dit zo schrijven, denken we misschien meer aan de structuur van hervormde gemeenten dan aan die van vrije evangelische gemeenten, die we van binnenuit vanzelfsprekend minder goed kennen. Die Vrije Evangelische Gemeenten (er zijn er ruim veertig) vormen een bond. Ze willen dus welbewust geen kerkgenootschap zijn, even als dat bij de baptisten het geval is, die een unie hebben. Onlangs hebben we over de baptisten geschreven toen zij zich terugtrokken uit de Wereldraad van Kerken). Dit houdt in dat op de gemeente alle nadruk /alt. Die bond bestaat sinds 1881. Deze gemeenten hebben nu eenmaal ge zamenlijke belangen. Ze hebben een opleiding voor hun predikanten te Utrecht. Gezamenlijk zorgen ze voor de emeriti-predikanten, de predi kantsweduwen en -wezen. Gezamenlijk beharti gen ze een stuk zendingswerk. Eens per jaar komt de bondsvergadering bijeen en daar wordt een comité gekozen dat de werkzaamheden moet doen die voor het geheel van belang zijn. Maar dat comité is weer niet zoiets als het modera- men of breed moderamen van een synode. Op de autonomie van de gemeenten valt alle nadruk. De leiding van de gemeente berust bij de ouderlin gen, maar de ledenvergadering is de hoogste in stantie die bindende uitspraken kan doen. Van hieruit is het te verstaan dat deze gemeenten niet in alles gelijk zijn. Er zijn er bijvoorbeeld waar men zingt uit de hervormde bundel, terwijl an dere de voorkeur geven aan de bundel van Has- per en eveneens kan men hier liederen uit de bundel van Joh. de Heer horen. We hebben dit tenminste bij een radiokerkdienst wel eens opge merkt. Zo zijn er meer verschillen. Vanuit de sterke nadruk die wordt gelegd op de autonomie der plaatselijke gemeente, is het ook te begrijpen dat de gemeenten eerst afzonderlijk de kwestie van aansluiting bij de Wereldraad van Kerken hebben besproken en dat de twee afgevaardigden naar de bondsvergadering een bindend mandaat hebben meegekregen. Het ideaal van deze vrije evangelische gemeen ten is de gemeente zoals zij enigszins naar voren komt in de Handelingen der Apostelen en in de brieven van het Nieuwe Testament; een gemeente, waar de leden in waarachtig geloof hangen aan Christus Jezus en in liefde aan Hem verbonden zijn. Trouwens, dit moet het ideaal zijn van iedere gemeente, van welke kerk dan ook. Dat gebonden zijn aan Christus moet mee brengen en hierop leggen ze hele sterke na druk de gebondenheid aan elkaar. Wanneer je zo eens iets hoort over de vrije evangelische ge meenten, is het meestal ook dit: daar kent men meer gemeenschap. Bij de eenheid van de ge meente als gemeenschap met Christus, krijgt hier sterke nadruk de gebondenheid aan elkaar. Dit laatste is trouwens een kenmerk van alle kleinere kerkgenootschappen of hoe zij zich dan ook noemen. In het bericht over de afwijzing van aansluiting bij de Wereldraad van Kerken kwam ook dit tot uiting. „Men staat namelijk op het standpunt, dat de eenheid in eigen kring meer waard is dan de samenbinding naar buiten". H. Het bericht over de beslissing zich niet aan te sluiten bij de Wereldraad der Kerken, zij aanleiding om iets meer te zeggen over deze vrije evangelische gemeenten. Dit te meer, omdat in dit bericht toch wel enkele typerende ken merken van deze gemeenten naar voren kwamen. Bovendien zijn het gemeenten die in bepaalde gedeelten van onze provincie van invloed en be tekenis zijn geweest voor het gehele geestelijke leven. We denken hier vooral aan Zuid-Beveland en West-Zeeuwsch-Vlaanderen. Er zijn heel wat hervormde gemeenten te noemen die in niet ge ringe mate de invloed van die betrekkelijk kleine groep van vrije evangelische gemeenten hebben ondergaan. We wagen het te zeggen dat menige hervormde gemeente inhangt tussen de vrije evangelische gemeenten aan de ene kant en de gereformeerde gemeenten aan de andere kant. Beider invloed is merkbaar. Toen we het hier over eens hadden met een gereformeerde collega, zei hij dat het in zijn eigen kerk ook zo was, wat wij natuurlijk minder kunnen beoordelen. De oudste der vrije evangelische gemeenten zijn niet los te denken van het Réveil, met welke naam wordt aangeduid de opwekkingsbeweging die in het begin van de vorige eeuw door een groot deel van Europa ging en ook buiten dit werelddeel merkbaar is geweest. De kerken wer den toen te veel beheerst door een levensbeschou wing die geheel onder de invloed stond van het verstandelijk denken. Het Réveil heeft zich daar tegen verzet. Mensen als ds. H. J. Buddingh te Goes (nadat hij in Amerika door die opwekkings beweging gegrepen was) en ds. H. W. Witteveen te Ermelo, keerden zich tegen „het kerkverwoes- tend modernisme". Deze gemeenten zijn over het algemeen nogal goed rechtzinnig in de leer ge weest en ze zijn dat tot op de dag van vandaag gebleven. Daarom is het voor hen kenmerkend wanneer we in het bericht van 9 dezer lezen: „Bij een aantal kerkeraden bleek men bevreesd te zijn voor de liberale invloed in de Wereld raad". Dit wil nu niet zeggen dat deze gemeenten zich hebben vastgebeten in bepaalde belijdenis geschriften. Wanneer zij ze wel hebben (er is nog menig verschil tussen deze vrije evangelische gemeenten), kent men die niet als een bindend- vastgelegde belijdenis. Er is geen enkel geschrift dat uit mag gaan boven het bindend gezag dat de Heilige Schrift moet hebben, of daarnevens kan worden gesteld. In dit opzicht zou men zich weer goed in de Wereldraad van Kerken thuis kunnen gevoelen, waar men een basisformule heeft aanvaard, waarin Jezus Christus als God en Heiland in het middelpunt staat. Sinds de Assemblee in New Delhi (1961) is hieraan toe gevoegd: „Overeenkomstig de Heilige Schrift". Advertentie (boekhandel Bellamypark 45-58 - Vlissingen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 13