ANTWERPEN
OP EN OM
HET WATER
BEZIENSWAARDIGHEDEN
Musea
Tips voor Antwerpen
Zaterdag 29 juni 1963
IJoe komt het toch dat men, wande
lend door zonnig Antwerpen, bijna
altijd de Schelde opzoekt? Gaat er
zo'n grote bekoring uit van de bedrij
vige rivier, van de talloze boten in het
schitterende water, dat men er het
gezellige stadsgewoel inruilt voor het
lange rustige wandelterras? Natuur
lijk! Want het Scheldepanorama,
vanaf de hooggelegen lange wandel
terrassen bij het Steen is altijd boei
end, altijd levendig en nooit vermoei
end. Aan de overkant, waar het schil
derachtige opleidingsschip „Merca
tor" stil en wit ligt te dromen, antiek
in een van modern levend bruisend
decor, schuiven de velden, groene
Vlaamse velden weg tot aan de hori
zon. Tot aan Zeeuwsch-Vlaanderen
en de brede zeearm van De Schelde.
Enkele gloednieuwe torenflats bre
ken de horizon en de stralende lucht
staat er als een wijde eindeloos grote
koepel boven.
Een Indrukwekkend panorama! Voor ons,
op het water, schuiven zware zeesche
pen verder landwaarts of terug naar de
sluizen, er tussendoor krioelen sleepboten,
rondvaartboten en parlevinkers. Binnen
vaartschepen met kabels aaneengekluisterd
varen broederlyk naast elkaar de Schelde
op en af, een stuiptrekkende waterkolk
achter hen aan.
Onder de brede en kleurige parasols van het
caféterras, op het einde van de wandel
boulevard waar garcons in witte jasjes met
glimmend gepoetste knopen voor een frisse
drank zorgen, zou men dagen, weken mis
schien kunnen zitten. En alsmaar naar die
Schelde kijken. Zeeschepen na-ogen en stil-
lekens uitrekenen wanneer die schepen on
geveer Vlissingen zullen passeren. Enkele
uren later, als de lange bochtige weg over
de Westerschelde achter de rug is, wanneer
ze de grote Antwerpse sluizen en het ge
mene Nauw van Bath al lang gepasseerd
zQn.
Kijk, die stroom zonnig geklede mensen
stapt aan boord van een grote Flandria-
boot. Het zilverwitte plezierschip maakt
zich voorzichtig los van de kade, bfl het
oude middeleeuwse Steen met zijn grappige
punttorentjes en trapgevels. Even drijft
de Flandria-boot dwars op de rivier. Een
kort rookplulmpje uit de schoorsteen en
dan draait de boot naar het noorden. Over
enkele uren zullen do passagiers zich ver
spreiden over de Vlissingse boulevard en
door de Vlissingse winkelstraten. Vanaf
terrassen zullen zij schepen nakijken die
rustig hun weg naar Antwerpen vervolgen.
Zo doen zij in Vlissingen precies wat wij in
Antwerpen doen op deze zonnige junidag.
Een grappige wisselwerking aan de Schel-
de-oevers, waar op elke plaats, van oor
sprong tot uitwaaiering in zee het spel van
luchten, water en schepen altijd blijft intri
geren.
En op het water zelf Is het schouwspel
misschien nog boeiender. Men voelt
zich geen buitenstaander meer zoals vanaf
de wandelterrassen, geen toeschouwer meer,
men voelt zich opgenomen in dit bedrijvige
geheel. We zijn by het Steen op een kleine
Flandria-boot gestapt voor een rondvaart
door de machtige zeehavens.
En dan is er als eerste verrassing de aan
blik die de stad Antwerpen ineens biedt:
vanuit de straten beschouwd een woelig
en verwarrend geheel met duizenden men
sen, krioelend verkeer van een wereldstad,
hoge gebouwen en lichtreclames. Maar
vanaf het water staat er trots en rustig
die speelse skyline op de oever, beheerst
door de ragfijne gothiek van de meer dan
honderd meter hoge toren der Onze Lieve
Vrouwekerk. De vergulde wijzerplaat van
de immense klok daar hoog tegen die toren
wand geplakt schittert in de zonnestralen.
Dan schommelt het bootje zachtjes naar
het noordelijk havencomplex en bij elke
meter die men vordert dringt men dieper
door in het gigantisch industriecomplex
van schepen, kranen en dokken. Lange ar
men van hijsinstallaties maaien breed en
zwierig over ruimen en gebouwen en achter
ons is Antwerpen klein geworden. De
Royerssluis hebben we al achter ons lig
gen, het Albert-, Leopold- en Hanzadok
gonzen van drukte.
Door de Van Cauwelaartsluis verlaten we
dit woelige schouwspel, we worden terug-
geschut naar de brede bochtige Schelde en
langzaam varen we terug naar de stad,
naar de vlotbrug bij het Steen en ver voor
bij de achtersteven zakken de forten St.
Philip, Liefkenshoek en „De Perel" weg
achter de horizon.
Na al dat zitten en varen, tijd voor een
wandeling. De dag is nog lang niet
voorbij, de middagzon ligt vriendelijk in de
Antwerpse straten en op de ruime pleinen.
Een wandeling die dan begint aan de
Schelde-oever, bij het Steen waarin het
interessante scheepvaartmuseum is onder
gebracht. Eerlijke gedrukte kaartjes tegen
de ramen zeggen onverbloemd: „Wij heb
ben U niet veel te laten zien, maar komt
U toch even binnen". En binnen staan kos
telijke oude scheepsmodellen uitgestald en
daarom alleen al is het Steen een bezoek
waard. We steken de drukke kade over
en verzeilen in een wirwar van straatjes,
waardoor we met een bocht plotseling op
de Grote Markt staan: een ruim plein, om
zoomd door statige en verfijnde gildehuizen
in verschillende stijlen, door het fiere stad
huis met daarvoor het overdadige, water
spuitende monument. We draaien om een
huizenblok: een nieuw plein met op het
einde die geweldige kerk met die geweldige
toren: de Onze Lieve Vrouwekerk, de Ant
werpse kathedraal. Een majestueus gotisch
bouwwerk, een van de grootste kerken ter
wereld met een van de mooiste torens ter
wereld. Die toren, uiterst fijnbesneden en
overweldigend van ranke proporties verheft
zich 123 meter boven de Antwerpse huizen
zee, een fier en schoon baken in het Vlaam
se land.
De prachtige kerk herbergt vele kunst
schatten, zoals de drie meesterwerken van
Rubens, de grote Antwerpse schilder, de
Kruisoprichting. de Kruisafdoening en de
Marla-ten-Hemelopneming.
Over de gezellig-drukke Groenplaats slen
teren we tussen de duiven door naar de
Meir, die brede wriemelende verkeersader
van de Sinjorenstad, waar men naar alle
kanten de ogen uitkijkt. Waar het gonst
van drukte rond winkels, vrolyke kinderen
op brede trottoirs en druk flanerende jeugd,
leerlingen van de kunstacademie met nau
welijks flink uitgegroeide baarden en lange
haren, auto's, trams.
Aan het begin van de brede Meir bij
de Schoenmarkt rijst het blokkige
Torengebouw met zijn bijna dertig
verdiepingen hoog op uit het oude
stadshart. Boerentoren, noemt men
deze wolkenkrabber ook wel, van
wege de agrarische belangen waar
voor dit kantoorgebouw werd opge
richt. Maar noem die naam liever
niet, spreek liever plechtig van To
rengebouw en neem de pijlsnelle lift
naar de 24ste verdieping, waar die
grote havenstad Antwerpen vriende
lijk en overzichtelijk aan uw voeten
ligt. Trouwens, daar op de 24ste ver
dieping kunt U rustig van alle ver
moeienissen bekomen met een koele
verfrissing of zelfs een komplete
maaltijd. Vanaf die hoogte overziet
U in vogelvlucht die huizenzee aan de
rivier, waarin duizend en een dingen
de moeite van een bezoek ten volle
waard zijn.
Het is ondoenlijk op deze pagina alle
bezienswaardigheden van de 550.000
inwoners tellende Sinjorenstad op te
sommen. In de huizenzee van de
kunststad Antwerpen liggen overal
belangrijke en opmerkelijke zaken
verscholen. Prachtige kleine kerkjes,
kapellen, wondermooie gevels en par
ken, alle ontstaan in de woelige eeu
wen waarin Antwerpen groeide en
drie maal tot grote hoogte bloeide als
centrum voor handel en cultuur. Het
ontstaan van Antwerpen wordt wel
licht verklaard uit de oude sage van
de reus Drucon Antigoon, wiens hand
door Brabo werd afgehakt en in de
Schelde geworpen. Uit het „handwer-
pen" zou het woord „Antwerpen" zijn
ontstaan. Volgens een andere lezing
zou de eerste nederzetting zijn ont
staan bij de zogenaamde „aenwer-
pen", dat wil zeggen de aangeworpen
gronden.
De stad verkennen zonder enige richtlijn,
is eigenlijk geen doen. De stedelijke Dienst
voor Toerisme verschaft graag kaarten en
folders. Van de bezienswaardigheden moet
in de eerste plaats genoemd worden de
O. L. VROUWEKERK. De ingang voor
bezoekers ligt aan de Groenplaats. Deze
grootste kerk van België (14e tot 16e
eeuw) heeft een indrukwekkend interieur
en exterieur. Diverse kunstschatten zijn er
in onder gebracht, zoals werken van Ru
bens. Vanaf de toren is een prachtig ver
gezicht mogelijk, de beiaard bezit grote
faam.
ST. ANDRIESKERK. Deze stamt uit de
laat-gotische periode van de 15e tot de
16e eeuw, biedt een sobere aanblik doch
herbergt talrijke kunstwerken van Vlaamse
meesters.
ST. CAROLUS-BORROMEUSKERK. Een
imposant voorbeeld van 17e eeuwse barok
aan het Hendrik Consciensceplein. De toren
met de Dorische en Ionische zuilen staat
bekend als een van de mooiste en sierlijkste
die de zogenaamde Jezuïtenstijl te zien
geeft.
KAPEL VAN O. L. VROUWE VAN GE
BOORTE. Van de kapellen moet deze kleine
en rijke kapel aan de Schoenmarkt, date
rend uit de vijftiende eeuw, zeker genoemd
worden.
STADHUIS, gelegen aan de Grote Markt,
een sterk voorbeeld van renaissance-archi-
tectuur.
GILDEHUIZEN, eveneens aan de Grote
Markt, prachtige gevels uit verschillende
periodes. Men ziet er ryk-gotische en ty
pisch Vlaams-renaissance gevels tussen.
KONINKLIJK PALEIS, een voorbeeld van
rococo-stijl aan de Meir. HANDELSBEURS
aan de Twaalf Maandenstraat. Een in vele
opzichten opmerkelijk gebouw, deze recon
structie van de beurs uit 1531, welke als
voorbeeld diende voor de andere handels
beurzen in West-Europa. In 1872 is de
reconstructie uitgevoerd van dit bouw
werk, waar men aan verschillende zijden
kan binnenlopen. Vooral wanneer het ge
bouw zo goed als uitgestorven is, maakt
het grote bouwwerk een bijna surrealisti
sche indruk.
TORENGEBOUW. Wolkenkrabber op de
Schoenmarkt. Met een lift kan men tot
maximaal de 24ste verdieping gaan, waar
men vanuit het restaurant een indrukwek
kend uitzicht over de stad Antwerpen heeft.
Van de musea noemen wij vanzelfsprekend
in de eerste plaats het
KONINKLIJK MUSEUM VOOR SCHONE
KUNSTEN aan de Leopold de Waelstraat.
Dit neo-klassieke bouwwerk werd aan het
einde van de vorige eeuw gebouwd. Men
vindt er een grote verzameling van werk
stukken, een duizendtal van oude meesters
en ruim vijftienhonderd van modernen. Rijk
zijn vertegenwoordigd de Vlaamse primi
tieven, de zeventiende eeuw (met Rubens).
Voornamelijk Vlaamse kunstenaars, aange
vuld met werkstukken van de Italiaanse,
Duitse, Franse en Hollandse scholen.
STEEN, Nationaal Scheepvaartmuseum.
Voor liefhebbers van maritieme zaken en
oude scheepsmodellen.
VOLKSKUNDEMUSEUM, Gildekamer-
straat. Bevat verzamelingen met betrekking
tot het Vlaamse volksleven. Men vindt er
ook de beroemde Poesjenellenkelder.
RUBENSHUIS, Rubensstraat 9. Een ruime
patriciërswoning met schilderswerkplaats,
gebouwd voor Peter-Paul Rubens na 1610.
Schilderijen van Rubens, zijn leermeesters
en leerlingen.
MIDDELHEIM, openluchtmuseum voor
beeldhouwkunst in het park Middelheim aan
de Steenweg naar Mechelen. Men vindt er
een vaste collectie die eigendom van de
stad Antwerpen is, en een internationale
aanvulling, de zogenaamde Biennale (twee
jaarlijkse tentoonstelling) waar dit seizoen
een rijke verzameling is uitgestald.
Antwerpen telt nog vele andere musea,
waarover men bij de Dienst voor Toerisme
uitvoerig kan worden ingelicht.
Antwerpen heeft nog talrijke interessante
zaken te bieden. Zo is daar in de eerste
plaats:
DE ZOO, de beroemde dierentuin aan het
Koningin Astridplein, vlak bij het Centraal
Station. Voorts zijn er de talloze monumen
ten, gedenktekens en standbeelden, zoals
de Brabo-fontein op de Grote Markt en het
standbeeld voor Rubens op de Groenplaats.
Het is rustig toeven in de mooie parken
zoals het Stadspark, Kielpark en het Koning
Albertpark. Voorts is het zeker de moeite
waard langs de Schelde "te wandelen op de
hooggelegen wandelterrassen by het Steen.
Daar by het Steen kan men, op de vlotbrug
inschepen voor een trip door de havens of
zelfs per Flandriaboot de Schelde af tot
Vlissingen. De Stedelyke Dienst voor Toe
risme ten slotte is gevestigd in de Pelikaan
straat 6, vlak by het Centraal Station.