Mijn leven voor mijn volk
Met de Flandria XVIII van
Rotterdam naar Antwerpen
SPELEVAREN TUSSEN TWEE
WERELDHAVENSTEOEN
DE BOEKENPLANK
Rust
Schutten
NEDERLAND GROTE MOGENDHEID
OP ZESDE WERELDOLIECONGRES
BELANGRIJKE DEELNAME
AAN EXPOSITIE
Jacht
GISTEND BLOED
MAANDAG 17 JUNI 1963'
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
T
(door koning Hoessein van Jordanië)
j\4ijn koningschap is tot dusver een aaneenschakeling geweest
van crises, waarbij mijn eigen leven steeds opnieuw in het ge
ding was. Geen regerend vorst kan in deze tijd zo geleerd hebben
te leven met het besef, dat iedere ademtocht zijn laatste kan zijn
als ik.
Geen regerend vorst ook zal een zo krachtige anti-propaganda uit
het (bevriende) buitenland hebben meegemaakt als ik. Radio
Cairo stortte dag-in dag-uit een ware vuilnisbak met scheldkanon
nades en valse berichten uit; wij konden er met onze eigen zwakke
zenders maar weinig tegenover stellen. Ik reed 's avonds eens naar
de berg Nebo, waar Mozes voor het eerst het beloofde land zag;
over de transistorradio hoorde ik er Cairo zeggen: „Wij zullen
vechten tot we de misdadige koning van Jordanië geliquideerd
hebben". Toen ik kort daarop een bezoek bracht aan Jeruzalerp
hoorde ik het onder Egyptische controle staande station van Da
mascus bedreigingen en beledigingen naar mij slingeren. Dat was
dan aan de voet van de Olijfberg, waar Christus zijn leven offerde
voor de mensen.
Wij wezen de Egyptische militaire attaché in Amman, majoor
Fouad Hillal uit, omdat hij probeerde een van mijn officieren om
te kopen om mij te vermoorden. De Egyptische consul-generaal,
Mohammed Abdul Aziz onderging hetzelfde lot omdat hij wapens
het land in smokkelde en sabotageploegen organiseerde. Wij von
den uit, dat dè Egyptische vertegenwoordiger bij de verenigde
Arabische strijdkrachten, Yusri Kunsowar, bezig was een staats
greep te organiseren. Voortdurend moesten wij tot arrestaties
overgaan; voortdurend kwamen er lieden voor de rechtbank, die
een grote verscheidenheid van voorbereide misdaden bekenden,
van het opblazen van bruggen tot aanvallen op het paleis.
Op 29 augustus 1960 lieten terroristen het bureau van de minister
president Hazza Majali in de lucht vliegen; hij werd gedood en
twaalf andere Jordaniërs mensen die bij hem op audiëntie wa
ren met hem. De moordenaars speculeerden erop, dat ik mij
onmiddellijk naar zijn ministerie zou begeven wanneer ik van de
aanslag hoorde. Voor die gelegenheid hadden zij een tweede tijd
bom geplaatst. Men hield mij gelukkig tegen; de tweede bom ont
plofte veertig minuten na de eerste en doodde opnieuw een aan
tal mensen, bezig met reddingswerk. Een kort onderzoek onthulde,
dat die ochtend twee assistenten van het bureau van de minister
president naar Syrië waren gevlucht.
De avond van die dag luisterde ik naar een bandje waarop een
gesprek lag vastgelegd van een van mijn eigen mannen met een
vertegenwoordiger van de Verenigde Arabische Republiek. De
V.A.R.-man vertelde in alle onschuld aan zijn vermeende vriend,
dat zich iemand in mijn nabijheid bevond die binnen enkele dagen
met mij zou afrekenen.
Ik sliep die nacht niet in het paleis, maar bij Maurice Raynor, het
hoofd van mijn technische dienst. Toen ik in de slaapkamer een
flesje neusdruppels opende, dat ik uit het paleis had laten komen,
vielen er per ongeluk een paar op het staal van de wasbak. De
vloeistof begon te bruisen en vrat het chroom weg. Iemand had
mijn neusdruppels verwisseld voor een scherp zuur.
De schuldige werd nooit gevonden. Wel vonden wij kort daarop
de man, die verantwoordelijk bleek te zijn voor een zonderlinge
kattensterfte in de tuinen van mijn paleis. Binnen drie dagen
werden er zestien dode katten geteld; drie vond ik zelf. Een kok,
Ahmed Na'naa, had zich aan de veiligheidsdienst van de Ver
enigde Arabische Republiek versjacherd, maar aangezien hij te
weinig van vergif wist, had hij het eerst op katten geprobeerd.
Ahmed ging de gevangenis in, maar toen kort daarop bij een
Islamietisch feest zijn dochtertje mij smeekte om hem vrij te laten,
mocht hij naar huis terug.
In de nabijheid van de hoofdstad was ik kort tevoren aan de dood
ontsnapt doordat mijn oom, de trouwe Sherif Nasser, eenzelfde
auto reed als ik. Samenzweerders die aan de kant van de weg
stonden te wachten, zagen zijn Buick voor de mijne aan en open
den het vuur. Sherif Nasser dook van de weg maar bleef ongedeerd
omdat hij zich languit op de voorbank had geworpen. Ik reed
enkele tientallen meters achter hem, probeerde de would-be moor
denaars nog te grijpen, maar slaagde daarin niet.
De mooiste samenzweerder uit mijn carrière als doelwit was wel
mijn stafchef, generaal Sadiq Shara'. Hij wilde, terwijl ik een
Amerikaanse reis ondernam, met buitenlandse hulp het leger
hoofdkwartier overmeesteren, de opperbevelhebber vermoorden
en met artillerie het vuur openen op het paleis waar mijn familie
woonde. Ik hoorde van het complot juist voor ik vertrok en had
geen andere keus dan Shara' uit te nodigen mee te gaan. Wel, ik
werd voor deze stap rijkelijk beloond. Iedere dag stond zijn ge
zicht somberder en geen wonder: de Amerikaanse bladen
brachten voortdurend nieuwe berichten van arrestaties en beken
tenissen. Telkens probeerde hij ontslagen te worden van de ver
plichting officiële ontvangsten bij te wonen, maar ik wees elk van
zijn verzoeken af.
In Londen zei hij me schier in tranen, dat hij dringend geopereerd
moest worden en of hij zich mocht laten opnemen. Ik weigerde,
maar zei dat hij, terug in Jordanië, gerust een afspraak mocht
maken voor een operatie in Londen.
Na onze terugkeer werd. hij spoedig gearresteerd en ter dood ver
oordeeld. Ik veranderde zijn straf in levenslang.
Een van Jordanië's beste vader
landers en tevens een van mijn
beste vrienden: eerste minister
Hazza Majali, die door samen
zweerders met zijn bureau werd
opgeblazen en daarbij het leven
verloor.
IWWVWWWWWWWVWWWVVWWVWWVWV
•"Tegen het eind van oktobei
1958 voelde ik de lucht bo
ven Jordanië wat opklaren. In
andere landen zou men mis
schien gezegd hebben dat het
voortbestaan van de staat aan
een zijden draad hing, maar voor
Jordaanse begrippen was de toe
stand aardig rustig. Ik besloot
een uitstapje te maken naar Eu
ropa. Op 10 november vertrok
ik vroeg in de ochtend van het
vliegveld van Amman in mijn
oude tweemotorige De Havilland
Dove met kolonel Jock Dalgleish
mijn trouwe Schot als tweede
piloot. Dalgleisch was de man,
die mij zeven jaar tevoren uit
Jeruzalem naar Amman had te
ruggevlogen, toen mijn grootva
der vermoord was. Passagiers in
het toestel waren mijn oom.
Sherif Nasser, twee luchtmacht
piloten die het toestel terug zou
den vliegen en Maurice Raynor,
mijn oude Engelse vriend, nu
chef van mijn wagenpark.
Omdat ik over Syrië moest vliegen
had ik de Syrische autoriteiten be
richt gegeven, dat ik van plan was
drie weken in Lausanne te logeren bij
mijn familie. De avond tevoren had
ik in Amman een afscheidsreceptie
gegeven voor het corps diplomatique.
Er was niets dat een opgewekte
vlucht via Syrië, Libanon en Cyprus
in de weg scheen te staan.
Spoedig na het vertrek overvlogen
wij de Syrische grens. Wij namen via
de radio contact op met Damascus,
gaven onze positie op en kregen toe
stemming om onze reis te vervolgen.
Een paar minuten later kwam Da
mascus opnieuw in de lucht: „U hebt
geen toestemming om over te vliegen.
U moet landen in Damascus".
Wij antwoordden: „U hebt ons toe
stemming gegeven voor een overland-
vlucht, maar niet voor een landing in
Damascus. Wij zullen er niet landen,
maar vliegen door naar Cyprus".
Wij hoorden enige tijd niets en zetten
onze tocht voort. Toen wij Damascus
al in zicht hadden kwam opnieuw het
bevel daar te landen. Meteen volgden
landingsinstructies.
Ik keek Dalgleish eens aan. Zonder
een woord te zeggen, draaiden we het
toestel en zetten koers naar Amman.
Wij antwoordden: „Wanneer dat uw
definitieve instructies zijn, moeten
wjj Amman inlichten".
Ik riep Amman op en vertelde wat er
aan de hand was. Het antwoordde
onmiddellijk: „Keer zonder verwijl te
rug naar de basis. Blijf op deze fre
quentie. Accepteer geen andere in
structies". En dan na een korte
pauze: „Wel, het beste met U".
Damascus kwam opnieuw in de lucht,
nu met een scherpe opdracht om ons
toestel aan de grond te zetten. Ik
antwoordde kort: „Daar denk ik niet
aan" en schakelde over op Amman.
We volgden niet de route die we ge
komen waren, maar vlogen naar het
dichtstbijzijnde stukje Jordaans
grondgebied. Plotseling brak de be
wolking. Ik had een idee. „Laten we
zakken tot nul meter", zei ik tegen
Joclc. We zaten meteen in de duik.
Op lage hoogte kan radar een vlieg
tuig moeilijk ontdekken; bovendien
kunnen 'straaljagers er bezwaarlijk
opereren.
We sprongen heuvel-op heuvel-af
in de richting van Jordanië
Plotseling kwam een van de
lnchtmachtpiloten naar voren en riep:
er komen vóór ons twee Migs op ons
voortreffelijk, al kreunde en steunde
de oude Dove in al zijn voegen. Nog
nooit was het toestel zo gevlogen, ver
boven de voorgeschreven snelheids-
en roleisen. Wij doken en stegen en
intussen draaiden wij onze nekken tot
we dol .werden, want achter hadden
wij geen uitzicht en wq konden dus
niet weten, hoe onze tegenstanders
zich opstelden voor een volgende aan
val.
In de cabine moet de chaos compleet
zjjn geweest. Een van de luchtmacht
piloten kwam de cockpit binnen ge
kropen en riep: wat voeren jullie uit?
Ik antwoordde: wij wordén aangeval
len! Tèrwijl wij opnieuw in een duik
gingen, riep de piloot: geef me de ra
dio, dan zal ik ze vertellen wat ik van
ze denk!
Om ons te doden
Maar daar was het nu de tijd niet
voor. De Migs kwamen nu van
bakboord, kort achter elkaar.
Wij draaiden opnieuw. Jock riep: U
kunt Amman beter een S.O.S.-signaal
geven, dan weten ze daar tenminste
nog meer: deze vliegtuigen konden
niet zojuist gestart zijn zij lagen
al langer op de loer. Dagleish eh ik
voelden ieder een kriebeling over on
ze rug gaan. Wy maakten onze rie
men vast.
Twee minuten later passeerden ons
twee Migs-17 van de Verenigde Ara
bische Republiek aan stuurboord.
Eenmaal voorbij draaiden zij en do
ken op ons neer. De boot was aan!
Joclc nam de roeren over en wist ze
te ontwyicen door een korte draai.
Dat was onze enige redding; telkens
wanneer zq ons in het vizier hadden
genomen en op ons af kwamen gedo
ken, draaiden wjj een zo kort moge
lijke bocht naar hen toe. Zij konden
die krappe bocht niet volgen, op ge
vaar of dat zij tegen de gornd te plet
ter zouden slaan. Het kunstje lukte
waar we liggen, als we worden neer
geschoten.
Ik zond een Mayday uit, maar Am
man heeft het nooit ontvangen, waar
schijnlijk omdat we zo laag zaten.
Tijd om erover te piekeren hadden
we trouwens niet. Jock keek naar
rechts uit, ik naar. links. Op het ogen
blik dat we toevallig tegelijk onze
blik naar voren wendden, zagen we
dat we bezig waren recht tegen een
heuvel aan te vliegen. We trokken
aan de roeren als gekken en schoten
hijgend van angst juist over de top.
De Migs veranderde nu van tactiek.
Zij kwamen nu van beide kanten te
gelijk. Wij hadden nog geen twee se
conden om te beslissen, welke kant
wq uit zouden draaien. Gelukkig
raakten wy buiten het bereik van de
ene tegenstander, die nu onmiddellqk
snel moest optrekken om een bot
sing met de grond te vermijden. Ter
wijl hij omhoog schoot, vloog hij bqna
tegen de tweede Mig op, die nog in de
duik was. Met een ruk schoten de
toestellen uit elkaar.
De ene aanval volgde op de andere,
tot wij ver binnen Jordaans gebied
over de weg van Mafraq naar H. 5.,
de hoofdweg naar Irak. vlogen. In
eens was alles over. De Migs verdwe
nen. Mijn oom kwam de cockpit in
met een sigaret de lekkerste die ik
ooit heb gerookt. Het ontbijt was een
puinhoop. Maar Raynor had, trouw
aan de beste Britse tradities, een
thermofles met thee gekoesterd als
ware het zijn jongst-geborène. Met
voldoening schonk hij ons een kop in.
Terwijl wij op Amman afvlogen,
peinsde ik over de bedoelingen van de
Syriërs. Mqn toestel was goed be
kend en droeg bovendien naast de
kentekenen van de Jordaanse lucht
macht mqn wapenschild en de ko-
ninklqke standaard. Ik was er ver
schillende malen mee in Damascus
geweest. Had ik moeten terugkeren?
Daar is een procedure voor. Het
waarschuwende vliegtuig vliegt dan
mee, laat zijn landingswielen zakken
en wijst met de neus de te volgen
richting aan. Dat was nu niet ge
beurd. Wq waren onmiddeliyk aan
gevallen.
Terug in Amman vroegen wij de au
toriteiten van de Verenigde Arabi
sche Republiek herhaalde malen om
opheldering. Wij kregen nooit een be
vredigend antwoord.
„Zend een Mayday"
gleehts één conclusie is moge-
liik: zii hoonten ons te do
den. Mijn dood, drie maanden na
de dood van koning Feisal, zou
een einde hebben gemaakt aas
de Hasjemietische dynastie. Het
zou een koud kunstje zijn ge-
j Maurice Raynor (rechts), de En-
gelsman die mij uit Harrow naar
Jordanië gevolgd was en die het
incident met de Syrische Migs
meemaakt. Ik ben hier met hem
gefotografeerd tijdens een van on-
ze- autosportieve escapades.
weest het „ongeluk" toe te
schrijven aan mijn hardnekkige
voorliefde om een vliegtuig te
besturen. Het incident was een
aanslag op een staatshoofd en
het heeft als zodanig in de histo
rie geen precedent. Het zal mij
meer tijd kosten het te vergeten
dan het me gekost heeft hen,
die ervoor verantwoordelijk wa
ren te vergeven.
Copyricht P.Z.C./Opera Mundi
Rotterdam en Antwerpen hebben elkaar op toeristisch gebied de
hand gereikt. In het zomerseizoen zullen deze twee grote ha
vensteden elkaar ontmoeten in de boottocht Antwerpen-Rotterdam
v.v. Een dagtocht ontstaan uit nauwe samenwerking tussen de Ne
derlandse Spoorwegen en de N.V. Reederij Flandria te Antwerpen.
Negen maal in totaal zal een schip van de rederij, de „Flandria
XVII" Belgische reizigers naar Rotterdam brengen en evenzovele
malen zal het schip de volgende dag met Nederlandse passagiers
aan boord terugkeren naar Antwerpen. De tochten zullen worden
gehouden vanuit Antwerpen op 26 juni, 12, 19, 23, 26 en 28 juli
en 9,11 en 23 augustus en vanuit Rotterdam op 27 juni, 13, 20, 24,
27 en 29 juli en 10, 12 en 24 augustus.
Deze tochten zijn dus een uitwisse
ling van reizigers. De N.V. Ree-
dery Flandria verzorgt de tochten
vanuit België, de Nederlandse Spoor
wegen heeft de organisatie in Ne
derland op zich genomen. De. Belgi
sche reizigers keren vanuit Rotter
dam per autobus terug naar Antwer
pen. Dc Nederlandse passagiers gaan
vanuit de Sinjorenstad per trein
weer naar hun domicili. De tocht kan
vanuit verschilende plaatsen in Ne
derland worden gemaakt, zoals onder
meer vanuit Amersfoort, Amster
dam, Arnhem, Brede, Delft, Eindho
ven, Gouda, Den Haag, Haarlem en
Utrecht. De reizigers "ontvangen een
gecombineerd biljet, dai geldt voor
de treinreis naar Rotterdam, de bus
naar de aanlegplaats van de „Flan
dria XVII" in Rotterdam, de boot
tocht en de treinreis terug naar Ne
derland. De kosten liggen tussen de.
20 en 30 gulden.
De boottocht zelf is een bijzondei
interessante samenvatting van enke
le andere tochten: een rondvaart
door de Rotterdamse havens, een
tocht langs de Deltawerken, een trip
op de Westerschelde en een vaart
langs de Antwerpse havens. De rei
zigers worden geconfronteerd met, de
drukke bedrijvigheid van de twee
grote havensteden, en met de grote
veranderingendie het Deltagebied
ondergaat, af gewisseld door de rus
tige oevers van oude brede stromen.
Rust is er wei op de oevers, rust op
het water is er nergens. Want op
de druk bevaren route van Rotter
dam naar Antwerpen vooral ten zui
den van het Hollandsch Diep worden
de reizigers ten nauwste betrokken
bij de scheepvaart. Men leeft zich in
en staat als het ware zelf aan hel
roer van een van de vele boten, die de
„Flandria XVII" inhaalt, of die het
schip uit tegenovergestelde richting
naderen.
De ..Flandria XVII" vertrekt vanaf
de Spidosteiger aan het Willemsplein.
Het eerste deel van de tocht voert
langs de Rotterdamse havens met de
vele zeeschepen. Schiedam met zijn
vele fabrieken voor gedistilleerd en de
schcepsreparatiedokken van Wilton.
Een ogenblik genieten van de stank
van de olieraffinaderijen van Pernis
en dan Vlaardingen, vermoedelqk de
oudst bewoonde plaats in Nederland
met scheepswerven, industrieën en
visvangst.
Dan met een scherpe bocht naar
links de Oude Maas op. Links en
rechts op de oever grote olieopslag
plaatsen. Schoorstenen steken tien
tallen meters hoog in de lucht. De
eerste brug over de Oude Maas: de
Botlekbrug. Verbinding van Rotter
dam-Zuid met het Botlekgebied, Ro
zenburg en Europoort. De Spijkenis-
serbrug, verbinding met Voorne-Put-
ten. De industriegebieden heeft het
schip nu zo ongeveer achter zich ge
laten. Er is slechts vlak polderland
met hier en daar een torentje en wat
hoge bomen. De oevers zijn dicht be
groeid met riet.
De golven van de boot doen het riet
buigen alsof er een harde wind over
gaat. Tussen de beide oevers de Oude
Maas, een drukke vaarroute. Boten
met feeërieke namen als „Janus",
„Willem", ,De goede verwachting" en
„Avonturier" varen af en aan, al dan
niet getrokken door pittige sleepboot
jes. De derde overspanning over de
Oude Maas: de Barend rechtse Brug,
verbinding met de Hoekse Waard.
Dordrecht biyi't links liggen als het
schip de Dordtsche Kil opvaart.
Langs de linkeroever ligt een kam
peerterrein me frisse blauwe en oran
je tenten en verderop een speeltuin.
De „Flandria XVII" passeert een
groot zinkstuk, bestemd voor de Del
tawerken. Bij het uitvaren van de
Dordtsche Kil doemen links de Moer-
dqkbruggen over het Hollands Diep
op. Dit water heeft hier het karakter
van een binnenzee aangenomen. Het
scheepvaartverkeer wordt hier nog
drukker. Het Haringvliet met.de Del
tawerken komen in zicht. Als een
reusachtige lange tafel komen de
eerste twee brugdelen, die al gereed
zqn, uit het water boven. Wat verder
op staan de pijiers, geheel of gedeel
telijk gereed, voor de andere brug-
segmenten. Na het voorbijvaren van
de punt van Overflakkee komt een
ander Deltawerk in zicht: de aan
leg van de Grevelingendam. Werke
loos staan er een aantal overspannin
gen, waarlangs in de toekomst de
gondels met bakken stortsteen zullen
gaan.
Het is ondertussen goed toeven aan
boord van de „Flandria XVII",
de nieuwste aanwinst van de N.V.
Reederq Flandria. Het schip is spe
ciaal uitgerust voor ééndagsreizen en
heeft comfortabele zitjes. Op het
hoofddek vooraan is een grote salon
met panoramisch uitzicht. Op het
wandeldek is eveneens een salon met
aan de voor- en achterzyde een open
zonnedek met comfortabele dekstoe-
len. De keuken heeft een capaciteit
van 175 maaltijden en een flink aan
tal kundige koks staat ter beschik
king om deze maaltqden zo smakelqk
mogelqk te bereiden.
De „Flandria XVII" vaart onder be
vel van kapitein Hubert Creyne go-
staag voort met een snelheid van
rond de 13 knopen. Door het Zype,
Mastgat en Keeteri" naar het Kanaal
door Znid-Beveland. Schutten in de
sluizen bq Wemeldinge en dan in
konvooi met een aantal binnenvaart
schepen door het. kanaal naar Hans-
weèrt, met prachtige vergezichten
over het vlakke Bevelandse land. By
de sluizen van Hansweert, die bet ka
naal van de Westerschelde afsluiten,
ontstaat wat oponthoud.
Vele schepen liggen te wachten op
hun beurt om geschut te worden.
Er is echter afwisseling genoeg. De
douane komt aan boord en iemand
om het schip uit te klaren. Aan de
wal zqn by een koopman Hollandse
Nieuwe te koop, zelfs in vaatjes van
25 of 50 stuks. Een overstapje over
de andere schepen in de sluis heen is
gemakkeiyk gemaakt.
De buitenste sluisdeuren gaan open
en de „Flandria XVII" begint aan het
mooiste deel van haar tocht: de vaart
over de Westerschelde. Op korte af
stand passeren grote zeeschepen. Er
gens anders vaart de veerboot van
KruiningenPerkpolder of garnalen-
vissers van het Belgische De Klinge.
Dan het Nauw van Bath, de beruchte
doorvaart naar Antwerpen. Hier is
liet als het ware een seheepskerkhof.
Aan de wal liggen stukken van een
schip en boven het water steekt een
schoorsteen en een stuk bovendek
van het gezonken Turkse schip
START DEZE WEEK IN FRANKFORT
i
(Van onze Amsterdamse redacteur).
Nederland staat hoog genoteerd op
het internationale congres van
oliedeskundigen dat volgende week
begint in de Duitse stad Frankfort
aan de Main. Sinds de spectaculai
re aardgasvondsten worden we ge
rekend tot de grote mogendheden.
Onze landgenoot jhr. J. H. Loudon,
president van de Koninklijke Shell-
groep is dan ook uitgenodigd één
van de drie lezingen voor alle deel
nemers gezamenlijk tegen de
7000 te houden. Hij zal spreken
over het versnellen van de techno
logische ontwikkeling.
Dit zesde wereldoliecongres duurt, van
19 tot 26 juni. In de hallen van de Frank
furter Messe (Jaarbeurs) wordt tegely-
kertyd een grootse expositie gehouden
van apparatuur Interoil. Ook daar bomt
Nederland goed voor de dag. Er is een
gezamonlyke inzending aangekondigd
van Nederlandse bedryven die materia
len en machines produceren voor deze
veelomvattende tak van industrie.
Uiteraard voert Amerika de boventoon,
zowel op de tentoonstelling als bij het
congres dat zich trouwens na de ope-
„Aydin" boven het water uit. Hier
gebeurde ook de ramp met de Mira-
flores. De „Flandria XVII" onder
vindt hier weinig moeilijkheden. Die
kunnen slechts de grotere schepen
ten deel vallen.
De Schelde wordt beduidend smaller
en weldra duikt het silhouet van
Antwerpen op. Bekende toeristische
trekpleisters als de Boerentoren en
de OJL. Vrouwekerk, trekken al
spoedig de aandacht. Bij de havens
weer deezlfde bedrijvige atmosfeer
als in Rotterdam. De intocht in Ant
werpen is een waardig slot van een
prachtige ongeveer 10 uur durende
boottocht. Eenmaal aan wal resten
nog enkele uren om de stad te be
zichtigen, eer de trein naar Neder
land vertrekt.
ning splitst in talrqke symposia. Tqdens
genoemde week zullen 250 voordrachten
worden gehouden, verdeeld over acht
secties. Hierbij komen vijftien Neder
landse experts aan het woord.
Van de Nederlanders worden belang-
ryke opmerkingen verwacht bij het
aan de orde stellen van het hoogst
belangrijke punt: de nieuwe velden.
Sinds het vorige congres (New York
1959) is de belangrijkste ontdekking
op dit terrein geweest onze aardgas
voorraad onder Slochteren. Er is een
internationale jacht gaande op moge
lijke bronnen in de buurt: Wadden
gebied en Noordzee.
Hoewel de grote maatschappijen hun
eigen inzichten geheim houden uiteraard,
verwacht men toch wel enkele algemene
maar niettemin belangwekkende uit
spraken over onze nieuwe rijkdommen.
Het permanente bestuur van de congres
sen beschikt in ieder aangesloten land
over een nationaal comité. Secretaris
voor Nederland is de Amsterdammer H.
Verschoor. Hij heeft ons verteld dat de
Nederlandse industrie meer dan honderd
employés uitzendt' naar Frankfort.
„Het onderbrengen hiervan is een enor
me toer geweest. Er komen op dat con
gres in totaal zo'n tienduizend mensen.
De hotelaccommodatie lean dat op geen
stukken na Verwerken. Sommigen .moe
ten dan ook genoegen nemen met ccn
onderkomen dat op tachtig kilometer af
stand ligt..,.."
KASTJE KIJKEN
H. J. Oolbekkink, film- en televisie
redacteur van Het Parool, legde de
ervaringen, welke hij beroepshalve
opdeed in het wereldje van Bussum,
vast in een aantal schetsen voor zijn
krant. Het werden merendeels t.v.-
portretten. waarvoor niet alleen de
„beroemdheden" van dé beeldbuis,
maar ook enkele „werkers achter de
schermen" model stonden. Twintig
van deze portretten werden gebun
deld in een pocket, getiteld „Kastje
kijken", een uitgave van N.V. Parool,
Amsterdam.
Het boekje opent met een interview
met Mies Bouwman en eindigt met
een babbeltje met Erik de Vries. die.
zo zegt Oolbekkink,, „televisie denkt,
televisie leeft en televisie is". Een
aardig boekje voor iedere t.v.-bezit-
ter, die meer dan oppervlakkige be
langstelling voor het medium televi-
cüan
De Ierse dichter en toneelschrij
ver Brendan Behan is nog
steeds een vrijbuiter met een
diepe afkeer van het burgerlijke
gareel. Maar met de I.R.A. op
stap gaan en bommen gooien
naar rustige Britse burgers doet
de opstandige schrijver van
„The Hostage" niet meer.
Toch is het niet zo lang geleden, dat
hij wegens lidmaatschap van het ver
boden Ierse Republikeinse Leger
(I.R.A.) in Engeland tot gevangenis
straf werd veroordeeld. Hq heeft over
die tqd een boek geschreven: Gistend
bloed, de levensgang van Brendan
Behan, dat in een vertaling van Hans
de Vries is verschenen bq Ad. M. C.
Stak Zuidhollandsche Uitgeversmaat-
schappy Den Haag.
Zestien jaar was Behan toen hij in Li
verpool werd ingerekend en achter de
tralies gezet. Hoewel hij in die dagen
de Engelsen hartgrondig haatte, ge
tuigt zijn relaas over die jaren in de
gevangenis van een gematigdheid, die
we ons van een aartsrebel als Behan
moeilijk kunnen voorstellen. Als kun
stenaar heeft hij echter afstand geno
men van zijn revolutionaire periode.
Gistend bloed is dan ook een zeer ob
jectief. zij het niets of niemand spa
rend verslag van het gevangenisleven
en het is vooral boeiend om de manier
waarop Behan de menselqke verhou
dingen tot hun recht doet komen.
Huizen kijken,
huizen kopen
Het is de leiding van het Bouwcen
trum in Rotterdam gebleken, dat tal
loze mensen die een huis kopen te
weinig kennis van zaken hebben om
precies te weten wat voor koop zij
sluiten. Velen komen op die manier
bedrogen uit. Het centrum heeft
daarom zyn medewerker, de heer G.
F. Haspels verzocht zijn kennis op dit
gebied neer te leggen in een boekje.
Dit boekje, „Huizen kyken, huizen
kopen", verschenen in de Bouwcen
trum Elementenreeks", geeft inlich
tingen over liuiskeuze, wat betreft
ligging, grootte enz., bestekken, fi-
iiancieringsmogeiijkheden, koopcon
tract, kosten, onderhoud enz. Het
werkje is duidelyk van tekst en illus
traties (foto's en tekeningen) en is
voorts voorzien van een nuttige
adres- en literatuurlijst.