Mijn leven voor mijn volk Met de Flandria XVIII van Rotterdam naar Antwerpen SPELEVAREN TUSSEN TWEE WERELDHAVENSTEOEN DE BOEKENPLANK Rust Schutten NEDERLAND GROTE MOGENDHEID OP ZESDE WERELDOLIECONGRES BELANGRIJKE DEELNAME AAN EXPOSITIE Jacht GISTEND BLOED MAANDAG 17 JUNI 1963' PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT T (door koning Hoessein van Jordanië) j\4ijn koningschap is tot dusver een aaneenschakeling geweest van crises, waarbij mijn eigen leven steeds opnieuw in het ge ding was. Geen regerend vorst kan in deze tijd zo geleerd hebben te leven met het besef, dat iedere ademtocht zijn laatste kan zijn als ik. Geen regerend vorst ook zal een zo krachtige anti-propaganda uit het (bevriende) buitenland hebben meegemaakt als ik. Radio Cairo stortte dag-in dag-uit een ware vuilnisbak met scheldkanon nades en valse berichten uit; wij konden er met onze eigen zwakke zenders maar weinig tegenover stellen. Ik reed 's avonds eens naar de berg Nebo, waar Mozes voor het eerst het beloofde land zag; over de transistorradio hoorde ik er Cairo zeggen: „Wij zullen vechten tot we de misdadige koning van Jordanië geliquideerd hebben". Toen ik kort daarop een bezoek bracht aan Jeruzalerp hoorde ik het onder Egyptische controle staande station van Da mascus bedreigingen en beledigingen naar mij slingeren. Dat was dan aan de voet van de Olijfberg, waar Christus zijn leven offerde voor de mensen. Wij wezen de Egyptische militaire attaché in Amman, majoor Fouad Hillal uit, omdat hij probeerde een van mijn officieren om te kopen om mij te vermoorden. De Egyptische consul-generaal, Mohammed Abdul Aziz onderging hetzelfde lot omdat hij wapens het land in smokkelde en sabotageploegen organiseerde. Wij von den uit, dat dè Egyptische vertegenwoordiger bij de verenigde Arabische strijdkrachten, Yusri Kunsowar, bezig was een staats greep te organiseren. Voortdurend moesten wij tot arrestaties overgaan; voortdurend kwamen er lieden voor de rechtbank, die een grote verscheidenheid van voorbereide misdaden bekenden, van het opblazen van bruggen tot aanvallen op het paleis. Op 29 augustus 1960 lieten terroristen het bureau van de minister president Hazza Majali in de lucht vliegen; hij werd gedood en twaalf andere Jordaniërs mensen die bij hem op audiëntie wa ren met hem. De moordenaars speculeerden erop, dat ik mij onmiddellijk naar zijn ministerie zou begeven wanneer ik van de aanslag hoorde. Voor die gelegenheid hadden zij een tweede tijd bom geplaatst. Men hield mij gelukkig tegen; de tweede bom ont plofte veertig minuten na de eerste en doodde opnieuw een aan tal mensen, bezig met reddingswerk. Een kort onderzoek onthulde, dat die ochtend twee assistenten van het bureau van de minister president naar Syrië waren gevlucht. De avond van die dag luisterde ik naar een bandje waarop een gesprek lag vastgelegd van een van mijn eigen mannen met een vertegenwoordiger van de Verenigde Arabische Republiek. De V.A.R.-man vertelde in alle onschuld aan zijn vermeende vriend, dat zich iemand in mijn nabijheid bevond die binnen enkele dagen met mij zou afrekenen. Ik sliep die nacht niet in het paleis, maar bij Maurice Raynor, het hoofd van mijn technische dienst. Toen ik in de slaapkamer een flesje neusdruppels opende, dat ik uit het paleis had laten komen, vielen er per ongeluk een paar op het staal van de wasbak. De vloeistof begon te bruisen en vrat het chroom weg. Iemand had mijn neusdruppels verwisseld voor een scherp zuur. De schuldige werd nooit gevonden. Wel vonden wij kort daarop de man, die verantwoordelijk bleek te zijn voor een zonderlinge kattensterfte in de tuinen van mijn paleis. Binnen drie dagen werden er zestien dode katten geteld; drie vond ik zelf. Een kok, Ahmed Na'naa, had zich aan de veiligheidsdienst van de Ver enigde Arabische Republiek versjacherd, maar aangezien hij te weinig van vergif wist, had hij het eerst op katten geprobeerd. Ahmed ging de gevangenis in, maar toen kort daarop bij een Islamietisch feest zijn dochtertje mij smeekte om hem vrij te laten, mocht hij naar huis terug. In de nabijheid van de hoofdstad was ik kort tevoren aan de dood ontsnapt doordat mijn oom, de trouwe Sherif Nasser, eenzelfde auto reed als ik. Samenzweerders die aan de kant van de weg stonden te wachten, zagen zijn Buick voor de mijne aan en open den het vuur. Sherif Nasser dook van de weg maar bleef ongedeerd omdat hij zich languit op de voorbank had geworpen. Ik reed enkele tientallen meters achter hem, probeerde de would-be moor denaars nog te grijpen, maar slaagde daarin niet. De mooiste samenzweerder uit mijn carrière als doelwit was wel mijn stafchef, generaal Sadiq Shara'. Hij wilde, terwijl ik een Amerikaanse reis ondernam, met buitenlandse hulp het leger hoofdkwartier overmeesteren, de opperbevelhebber vermoorden en met artillerie het vuur openen op het paleis waar mijn familie woonde. Ik hoorde van het complot juist voor ik vertrok en had geen andere keus dan Shara' uit te nodigen mee te gaan. Wel, ik werd voor deze stap rijkelijk beloond. Iedere dag stond zijn ge zicht somberder en geen wonder: de Amerikaanse bladen brachten voortdurend nieuwe berichten van arrestaties en beken tenissen. Telkens probeerde hij ontslagen te worden van de ver plichting officiële ontvangsten bij te wonen, maar ik wees elk van zijn verzoeken af. In Londen zei hij me schier in tranen, dat hij dringend geopereerd moest worden en of hij zich mocht laten opnemen. Ik weigerde, maar zei dat hij, terug in Jordanië, gerust een afspraak mocht maken voor een operatie in Londen. Na onze terugkeer werd. hij spoedig gearresteerd en ter dood ver oordeeld. Ik veranderde zijn straf in levenslang. Een van Jordanië's beste vader landers en tevens een van mijn beste vrienden: eerste minister Hazza Majali, die door samen zweerders met zijn bureau werd opgeblazen en daarbij het leven verloor. IWWVWWWWWWWVWWWVVWWVWWVWV •"Tegen het eind van oktobei 1958 voelde ik de lucht bo ven Jordanië wat opklaren. In andere landen zou men mis schien gezegd hebben dat het voortbestaan van de staat aan een zijden draad hing, maar voor Jordaanse begrippen was de toe stand aardig rustig. Ik besloot een uitstapje te maken naar Eu ropa. Op 10 november vertrok ik vroeg in de ochtend van het vliegveld van Amman in mijn oude tweemotorige De Havilland Dove met kolonel Jock Dalgleish mijn trouwe Schot als tweede piloot. Dalgleisch was de man, die mij zeven jaar tevoren uit Jeruzalem naar Amman had te ruggevlogen, toen mijn grootva der vermoord was. Passagiers in het toestel waren mijn oom. Sherif Nasser, twee luchtmacht piloten die het toestel terug zou den vliegen en Maurice Raynor, mijn oude Engelse vriend, nu chef van mijn wagenpark. Omdat ik over Syrië moest vliegen had ik de Syrische autoriteiten be richt gegeven, dat ik van plan was drie weken in Lausanne te logeren bij mijn familie. De avond tevoren had ik in Amman een afscheidsreceptie gegeven voor het corps diplomatique. Er was niets dat een opgewekte vlucht via Syrië, Libanon en Cyprus in de weg scheen te staan. Spoedig na het vertrek overvlogen wij de Syrische grens. Wij namen via de radio contact op met Damascus, gaven onze positie op en kregen toe stemming om onze reis te vervolgen. Een paar minuten later kwam Da mascus opnieuw in de lucht: „U hebt geen toestemming om over te vliegen. U moet landen in Damascus". Wij antwoordden: „U hebt ons toe stemming gegeven voor een overland- vlucht, maar niet voor een landing in Damascus. Wij zullen er niet landen, maar vliegen door naar Cyprus". Wij hoorden enige tijd niets en zetten onze tocht voort. Toen wij Damascus al in zicht hadden kwam opnieuw het bevel daar te landen. Meteen volgden landingsinstructies. Ik keek Dalgleish eens aan. Zonder een woord te zeggen, draaiden we het toestel en zetten koers naar Amman. Wij antwoordden: „Wanneer dat uw definitieve instructies zijn, moeten wjj Amman inlichten". Ik riep Amman op en vertelde wat er aan de hand was. Het antwoordde onmiddellijk: „Keer zonder verwijl te rug naar de basis. Blijf op deze fre quentie. Accepteer geen andere in structies". En dan na een korte pauze: „Wel, het beste met U". Damascus kwam opnieuw in de lucht, nu met een scherpe opdracht om ons toestel aan de grond te zetten. Ik antwoordde kort: „Daar denk ik niet aan" en schakelde over op Amman. We volgden niet de route die we ge komen waren, maar vlogen naar het dichtstbijzijnde stukje Jordaans grondgebied. Plotseling brak de be wolking. Ik had een idee. „Laten we zakken tot nul meter", zei ik tegen Joclc. We zaten meteen in de duik. Op lage hoogte kan radar een vlieg tuig moeilijk ontdekken; bovendien kunnen 'straaljagers er bezwaarlijk opereren. We sprongen heuvel-op heuvel-af in de richting van Jordanië Plotseling kwam een van de lnchtmachtpiloten naar voren en riep: er komen vóór ons twee Migs op ons voortreffelijk, al kreunde en steunde de oude Dove in al zijn voegen. Nog nooit was het toestel zo gevlogen, ver boven de voorgeschreven snelheids- en roleisen. Wij doken en stegen en intussen draaiden wij onze nekken tot we dol .werden, want achter hadden wij geen uitzicht en wq konden dus niet weten, hoe onze tegenstanders zich opstelden voor een volgende aan val. In de cabine moet de chaos compleet zjjn geweest. Een van de luchtmacht piloten kwam de cockpit binnen ge kropen en riep: wat voeren jullie uit? Ik antwoordde: wij wordén aangeval len! Tèrwijl wij opnieuw in een duik gingen, riep de piloot: geef me de ra dio, dan zal ik ze vertellen wat ik van ze denk! Om ons te doden Maar daar was het nu de tijd niet voor. De Migs kwamen nu van bakboord, kort achter elkaar. Wij draaiden opnieuw. Jock riep: U kunt Amman beter een S.O.S.-signaal geven, dan weten ze daar tenminste nog meer: deze vliegtuigen konden niet zojuist gestart zijn zij lagen al langer op de loer. Dagleish eh ik voelden ieder een kriebeling over on ze rug gaan. Wy maakten onze rie men vast. Twee minuten later passeerden ons twee Migs-17 van de Verenigde Ara bische Republiek aan stuurboord. Eenmaal voorbij draaiden zij en do ken op ons neer. De boot was aan! Joclc nam de roeren over en wist ze te ontwyicen door een korte draai. Dat was onze enige redding; telkens wanneer zq ons in het vizier hadden genomen en op ons af kwamen gedo ken, draaiden wjj een zo kort moge lijke bocht naar hen toe. Zij konden die krappe bocht niet volgen, op ge vaar of dat zij tegen de gornd te plet ter zouden slaan. Het kunstje lukte waar we liggen, als we worden neer geschoten. Ik zond een Mayday uit, maar Am man heeft het nooit ontvangen, waar schijnlijk omdat we zo laag zaten. Tijd om erover te piekeren hadden we trouwens niet. Jock keek naar rechts uit, ik naar. links. Op het ogen blik dat we toevallig tegelijk onze blik naar voren wendden, zagen we dat we bezig waren recht tegen een heuvel aan te vliegen. We trokken aan de roeren als gekken en schoten hijgend van angst juist over de top. De Migs veranderde nu van tactiek. Zij kwamen nu van beide kanten te gelijk. Wij hadden nog geen twee se conden om te beslissen, welke kant wq uit zouden draaien. Gelukkig raakten wy buiten het bereik van de ene tegenstander, die nu onmiddellqk snel moest optrekken om een bot sing met de grond te vermijden. Ter wijl hij omhoog schoot, vloog hij bqna tegen de tweede Mig op, die nog in de duik was. Met een ruk schoten de toestellen uit elkaar. De ene aanval volgde op de andere, tot wij ver binnen Jordaans gebied over de weg van Mafraq naar H. 5., de hoofdweg naar Irak. vlogen. In eens was alles over. De Migs verdwe nen. Mijn oom kwam de cockpit in met een sigaret de lekkerste die ik ooit heb gerookt. Het ontbijt was een puinhoop. Maar Raynor had, trouw aan de beste Britse tradities, een thermofles met thee gekoesterd als ware het zijn jongst-geborène. Met voldoening schonk hij ons een kop in. Terwijl wij op Amman afvlogen, peinsde ik over de bedoelingen van de Syriërs. Mqn toestel was goed be kend en droeg bovendien naast de kentekenen van de Jordaanse lucht macht mqn wapenschild en de ko- ninklqke standaard. Ik was er ver schillende malen mee in Damascus geweest. Had ik moeten terugkeren? Daar is een procedure voor. Het waarschuwende vliegtuig vliegt dan mee, laat zijn landingswielen zakken en wijst met de neus de te volgen richting aan. Dat was nu niet ge beurd. Wq waren onmiddeliyk aan gevallen. Terug in Amman vroegen wij de au toriteiten van de Verenigde Arabi sche Republiek herhaalde malen om opheldering. Wij kregen nooit een be vredigend antwoord. „Zend een Mayday" gleehts één conclusie is moge- liik: zii hoonten ons te do den. Mijn dood, drie maanden na de dood van koning Feisal, zou een einde hebben gemaakt aas de Hasjemietische dynastie. Het zou een koud kunstje zijn ge- j Maurice Raynor (rechts), de En- gelsman die mij uit Harrow naar Jordanië gevolgd was en die het incident met de Syrische Migs meemaakt. Ik ben hier met hem gefotografeerd tijdens een van on- ze- autosportieve escapades. weest het „ongeluk" toe te schrijven aan mijn hardnekkige voorliefde om een vliegtuig te besturen. Het incident was een aanslag op een staatshoofd en het heeft als zodanig in de histo rie geen precedent. Het zal mij meer tijd kosten het te vergeten dan het me gekost heeft hen, die ervoor verantwoordelijk wa ren te vergeven. Copyricht P.Z.C./Opera Mundi Rotterdam en Antwerpen hebben elkaar op toeristisch gebied de hand gereikt. In het zomerseizoen zullen deze twee grote ha vensteden elkaar ontmoeten in de boottocht Antwerpen-Rotterdam v.v. Een dagtocht ontstaan uit nauwe samenwerking tussen de Ne derlandse Spoorwegen en de N.V. Reederij Flandria te Antwerpen. Negen maal in totaal zal een schip van de rederij, de „Flandria XVII" Belgische reizigers naar Rotterdam brengen en evenzovele malen zal het schip de volgende dag met Nederlandse passagiers aan boord terugkeren naar Antwerpen. De tochten zullen worden gehouden vanuit Antwerpen op 26 juni, 12, 19, 23, 26 en 28 juli en 9,11 en 23 augustus en vanuit Rotterdam op 27 juni, 13, 20, 24, 27 en 29 juli en 10, 12 en 24 augustus. Deze tochten zijn dus een uitwisse ling van reizigers. De N.V. Ree- dery Flandria verzorgt de tochten vanuit België, de Nederlandse Spoor wegen heeft de organisatie in Ne derland op zich genomen. De. Belgi sche reizigers keren vanuit Rotter dam per autobus terug naar Antwer pen. Dc Nederlandse passagiers gaan vanuit de Sinjorenstad per trein weer naar hun domicili. De tocht kan vanuit verschilende plaatsen in Ne derland worden gemaakt, zoals onder meer vanuit Amersfoort, Amster dam, Arnhem, Brede, Delft, Eindho ven, Gouda, Den Haag, Haarlem en Utrecht. De reizigers "ontvangen een gecombineerd biljet, dai geldt voor de treinreis naar Rotterdam, de bus naar de aanlegplaats van de „Flan dria XVII" in Rotterdam, de boot tocht en de treinreis terug naar Ne derland. De kosten liggen tussen de. 20 en 30 gulden. De boottocht zelf is een bijzondei interessante samenvatting van enke le andere tochten: een rondvaart door de Rotterdamse havens, een tocht langs de Deltawerken, een trip op de Westerschelde en een vaart langs de Antwerpse havens. De rei zigers worden geconfronteerd met, de drukke bedrijvigheid van de twee grote havensteden, en met de grote veranderingendie het Deltagebied ondergaat, af gewisseld door de rus tige oevers van oude brede stromen. Rust is er wei op de oevers, rust op het water is er nergens. Want op de druk bevaren route van Rotter dam naar Antwerpen vooral ten zui den van het Hollandsch Diep worden de reizigers ten nauwste betrokken bij de scheepvaart. Men leeft zich in en staat als het ware zelf aan hel roer van een van de vele boten, die de „Flandria XVII" inhaalt, of die het schip uit tegenovergestelde richting naderen. De ..Flandria XVII" vertrekt vanaf de Spidosteiger aan het Willemsplein. Het eerste deel van de tocht voert langs de Rotterdamse havens met de vele zeeschepen. Schiedam met zijn vele fabrieken voor gedistilleerd en de schcepsreparatiedokken van Wilton. Een ogenblik genieten van de stank van de olieraffinaderijen van Pernis en dan Vlaardingen, vermoedelqk de oudst bewoonde plaats in Nederland met scheepswerven, industrieën en visvangst. Dan met een scherpe bocht naar links de Oude Maas op. Links en rechts op de oever grote olieopslag plaatsen. Schoorstenen steken tien tallen meters hoog in de lucht. De eerste brug over de Oude Maas: de Botlekbrug. Verbinding van Rotter dam-Zuid met het Botlekgebied, Ro zenburg en Europoort. De Spijkenis- serbrug, verbinding met Voorne-Put- ten. De industriegebieden heeft het schip nu zo ongeveer achter zich ge laten. Er is slechts vlak polderland met hier en daar een torentje en wat hoge bomen. De oevers zijn dicht be groeid met riet. De golven van de boot doen het riet buigen alsof er een harde wind over gaat. Tussen de beide oevers de Oude Maas, een drukke vaarroute. Boten met feeërieke namen als „Janus", „Willem", ,De goede verwachting" en „Avonturier" varen af en aan, al dan niet getrokken door pittige sleepboot jes. De derde overspanning over de Oude Maas: de Barend rechtse Brug, verbinding met de Hoekse Waard. Dordrecht biyi't links liggen als het schip de Dordtsche Kil opvaart. Langs de linkeroever ligt een kam peerterrein me frisse blauwe en oran je tenten en verderop een speeltuin. De „Flandria XVII" passeert een groot zinkstuk, bestemd voor de Del tawerken. Bij het uitvaren van de Dordtsche Kil doemen links de Moer- dqkbruggen over het Hollands Diep op. Dit water heeft hier het karakter van een binnenzee aangenomen. Het scheepvaartverkeer wordt hier nog drukker. Het Haringvliet met.de Del tawerken komen in zicht. Als een reusachtige lange tafel komen de eerste twee brugdelen, die al gereed zqn, uit het water boven. Wat verder op staan de pijiers, geheel of gedeel telijk gereed, voor de andere brug- segmenten. Na het voorbijvaren van de punt van Overflakkee komt een ander Deltawerk in zicht: de aan leg van de Grevelingendam. Werke loos staan er een aantal overspannin gen, waarlangs in de toekomst de gondels met bakken stortsteen zullen gaan. Het is ondertussen goed toeven aan boord van de „Flandria XVII", de nieuwste aanwinst van de N.V. Reederq Flandria. Het schip is spe ciaal uitgerust voor ééndagsreizen en heeft comfortabele zitjes. Op het hoofddek vooraan is een grote salon met panoramisch uitzicht. Op het wandeldek is eveneens een salon met aan de voor- en achterzyde een open zonnedek met comfortabele dekstoe- len. De keuken heeft een capaciteit van 175 maaltijden en een flink aan tal kundige koks staat ter beschik king om deze maaltqden zo smakelqk mogelqk te bereiden. De „Flandria XVII" vaart onder be vel van kapitein Hubert Creyne go- staag voort met een snelheid van rond de 13 knopen. Door het Zype, Mastgat en Keeteri" naar het Kanaal door Znid-Beveland. Schutten in de sluizen bq Wemeldinge en dan in konvooi met een aantal binnenvaart schepen door het. kanaal naar Hans- weèrt, met prachtige vergezichten over het vlakke Bevelandse land. By de sluizen van Hansweert, die bet ka naal van de Westerschelde afsluiten, ontstaat wat oponthoud. Vele schepen liggen te wachten op hun beurt om geschut te worden. Er is echter afwisseling genoeg. De douane komt aan boord en iemand om het schip uit te klaren. Aan de wal zqn by een koopman Hollandse Nieuwe te koop, zelfs in vaatjes van 25 of 50 stuks. Een overstapje over de andere schepen in de sluis heen is gemakkeiyk gemaakt. De buitenste sluisdeuren gaan open en de „Flandria XVII" begint aan het mooiste deel van haar tocht: de vaart over de Westerschelde. Op korte af stand passeren grote zeeschepen. Er gens anders vaart de veerboot van KruiningenPerkpolder of garnalen- vissers van het Belgische De Klinge. Dan het Nauw van Bath, de beruchte doorvaart naar Antwerpen. Hier is liet als het ware een seheepskerkhof. Aan de wal liggen stukken van een schip en boven het water steekt een schoorsteen en een stuk bovendek van het gezonken Turkse schip START DEZE WEEK IN FRANKFORT i (Van onze Amsterdamse redacteur). Nederland staat hoog genoteerd op het internationale congres van oliedeskundigen dat volgende week begint in de Duitse stad Frankfort aan de Main. Sinds de spectaculai re aardgasvondsten worden we ge rekend tot de grote mogendheden. Onze landgenoot jhr. J. H. Loudon, president van de Koninklijke Shell- groep is dan ook uitgenodigd één van de drie lezingen voor alle deel nemers gezamenlijk tegen de 7000 te houden. Hij zal spreken over het versnellen van de techno logische ontwikkeling. Dit zesde wereldoliecongres duurt, van 19 tot 26 juni. In de hallen van de Frank furter Messe (Jaarbeurs) wordt tegely- kertyd een grootse expositie gehouden van apparatuur Interoil. Ook daar bomt Nederland goed voor de dag. Er is een gezamonlyke inzending aangekondigd van Nederlandse bedryven die materia len en machines produceren voor deze veelomvattende tak van industrie. Uiteraard voert Amerika de boventoon, zowel op de tentoonstelling als bij het congres dat zich trouwens na de ope- „Aydin" boven het water uit. Hier gebeurde ook de ramp met de Mira- flores. De „Flandria XVII" onder vindt hier weinig moeilijkheden. Die kunnen slechts de grotere schepen ten deel vallen. De Schelde wordt beduidend smaller en weldra duikt het silhouet van Antwerpen op. Bekende toeristische trekpleisters als de Boerentoren en de OJL. Vrouwekerk, trekken al spoedig de aandacht. Bij de havens weer deezlfde bedrijvige atmosfeer als in Rotterdam. De intocht in Ant werpen is een waardig slot van een prachtige ongeveer 10 uur durende boottocht. Eenmaal aan wal resten nog enkele uren om de stad te be zichtigen, eer de trein naar Neder land vertrekt. ning splitst in talrqke symposia. Tqdens genoemde week zullen 250 voordrachten worden gehouden, verdeeld over acht secties. Hierbij komen vijftien Neder landse experts aan het woord. Van de Nederlanders worden belang- ryke opmerkingen verwacht bij het aan de orde stellen van het hoogst belangrijke punt: de nieuwe velden. Sinds het vorige congres (New York 1959) is de belangrijkste ontdekking op dit terrein geweest onze aardgas voorraad onder Slochteren. Er is een internationale jacht gaande op moge lijke bronnen in de buurt: Wadden gebied en Noordzee. Hoewel de grote maatschappijen hun eigen inzichten geheim houden uiteraard, verwacht men toch wel enkele algemene maar niettemin belangwekkende uit spraken over onze nieuwe rijkdommen. Het permanente bestuur van de congres sen beschikt in ieder aangesloten land over een nationaal comité. Secretaris voor Nederland is de Amsterdammer H. Verschoor. Hij heeft ons verteld dat de Nederlandse industrie meer dan honderd employés uitzendt' naar Frankfort. „Het onderbrengen hiervan is een enor me toer geweest. Er komen op dat con gres in totaal zo'n tienduizend mensen. De hotelaccommodatie lean dat op geen stukken na Verwerken. Sommigen .moe ten dan ook genoegen nemen met ccn onderkomen dat op tachtig kilometer af stand ligt..,.." KASTJE KIJKEN H. J. Oolbekkink, film- en televisie redacteur van Het Parool, legde de ervaringen, welke hij beroepshalve opdeed in het wereldje van Bussum, vast in een aantal schetsen voor zijn krant. Het werden merendeels t.v.- portretten. waarvoor niet alleen de „beroemdheden" van dé beeldbuis, maar ook enkele „werkers achter de schermen" model stonden. Twintig van deze portretten werden gebun deld in een pocket, getiteld „Kastje kijken", een uitgave van N.V. Parool, Amsterdam. Het boekje opent met een interview met Mies Bouwman en eindigt met een babbeltje met Erik de Vries. die. zo zegt Oolbekkink,, „televisie denkt, televisie leeft en televisie is". Een aardig boekje voor iedere t.v.-bezit- ter, die meer dan oppervlakkige be langstelling voor het medium televi- cüan De Ierse dichter en toneelschrij ver Brendan Behan is nog steeds een vrijbuiter met een diepe afkeer van het burgerlijke gareel. Maar met de I.R.A. op stap gaan en bommen gooien naar rustige Britse burgers doet de opstandige schrijver van „The Hostage" niet meer. Toch is het niet zo lang geleden, dat hij wegens lidmaatschap van het ver boden Ierse Republikeinse Leger (I.R.A.) in Engeland tot gevangenis straf werd veroordeeld. Hq heeft over die tqd een boek geschreven: Gistend bloed, de levensgang van Brendan Behan, dat in een vertaling van Hans de Vries is verschenen bq Ad. M. C. Stak Zuidhollandsche Uitgeversmaat- schappy Den Haag. Zestien jaar was Behan toen hij in Li verpool werd ingerekend en achter de tralies gezet. Hoewel hij in die dagen de Engelsen hartgrondig haatte, ge tuigt zijn relaas over die jaren in de gevangenis van een gematigdheid, die we ons van een aartsrebel als Behan moeilijk kunnen voorstellen. Als kun stenaar heeft hij echter afstand geno men van zijn revolutionaire periode. Gistend bloed is dan ook een zeer ob jectief. zij het niets of niemand spa rend verslag van het gevangenisleven en het is vooral boeiend om de manier waarop Behan de menselqke verhou dingen tot hun recht doet komen. Huizen kijken, huizen kopen Het is de leiding van het Bouwcen trum in Rotterdam gebleken, dat tal loze mensen die een huis kopen te weinig kennis van zaken hebben om precies te weten wat voor koop zij sluiten. Velen komen op die manier bedrogen uit. Het centrum heeft daarom zyn medewerker, de heer G. F. Haspels verzocht zijn kennis op dit gebied neer te leggen in een boekje. Dit boekje, „Huizen kyken, huizen kopen", verschenen in de Bouwcen trum Elementenreeks", geeft inlich tingen over liuiskeuze, wat betreft ligging, grootte enz., bestekken, fi- iiancieringsmogeiijkheden, koopcon tract, kosten, onderhoud enz. Het werkje is duidelyk van tekst en illus traties (foto's en tekeningen) en is voorts voorzien van een nuttige adres- en literatuurlijst.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 7