Oost-Zuid-Beveland is jong fruitteeltgebied in opkomst Boeren in Kruiningen tevreden over resultaten van „sawahs" Z.L.M.-kring met meeste fruit Opgespoten gronden nu weer „prima" WOENSDAG 12 JUNI 1963 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT SPECTACULAIRE UITBREIDING SINDS 1953 ie met de sneltrein uit Holland na het passeren van de Kreek- rakdam met zo'n vaart van meer dan honderd kilometer per uur het vlakke Zeeuwse land komt binnengereden, ziet een aantrekkelijk landelijke panorama voor zijn ogen ontrollen. Vruchtbare landbouwgronden en groene weiden vor men een decoratieve afwisseling met veelal jonge fruitbomen, die de laatste jaren als de spreekwoordelijke padde stoelen uit de grond zijn gerezen. In het landbouwgebied Oost-Zuid-Beveland is in de laatste tien jaar een stéeds grote rol toegemeten aan de fruitteelt. Het fruitareaal ten oosten van het kanaal door Zuid-Beveland heeft zich sedert het rampjaar 1953 en in iets mindere mate daarvoor in alle richtingen uitgebreid. Rond 950 ha van de grond wordt in be slag genomen door boomgaarden, die in het milde Zeeuwse klimaat uitstekend ge dijen op de daar uitermate geschikte grond. Spectaculair is de ontwikkeling in de fruitsector met name steen- en pit vruchten geweest sedert het rampjaar 1953. Vóór de fatale februarivloed be sloeg het fruitareaal in deze streek 780 ha, maar door de inundatie ging liefst 340 ha verloren. Maar fruitteelt en landbouw hebben de afgelopen tien jaar met een grootse energie-ontplooiing het ver loren gegane terrein herwonnen: gemid deld is 50 ha boomgaard per jaar aan geplant, zodat de oppervlakte thans groter is dan ooit tevoren, namelijk 950. Een van de „oudste" fruittelers in dit ge bied is de heer C. J. v. d. Werff, be stuurslid van de Z.L.M.-kring en voorzitter van de veilingvereniging Krabbendijke en Omstreken. De groei van deze veiling il lustreert de uitbreiding van het areaal: in 1952 werd op de velling een omzet gehaald van f 1.350.000, die in 1961 was gestegen tot f 4,1 miljoen en in 1962 bijna 3,8 miljoen gulden. Ontwikkeling De heer Van der Werff, woonachtig even buiten Rilland, van huis-uit landbouwer en fruitteler heeft de ontwikkeling vrijwel van het begin af meegemaakt. Hij behoorde tot de eersten, die een boomgaard inplantten. Dat was in 1928, toen hij vier hectare fruit bomen in de grond stak. In 1940 besloeg het fruit bijna 12 ha van zijn landbouwbedrijf van rond 85 hectare. Door de inundatie in 1944 gingen zijn boomgaarden verloren, maar na 1945 begon de heer Van der Werff weer met frisse moed. Toen de stormramp over Nederland kwam beschikte hij over 20 ha fruit, die in de sinistere nacht van 31 januari op 1 februari 1953 volledig verlo ren ging. Het heeft de Rillandse fruitkweker dus bepaald niet meegezeten, maar deson danks blijft hij geloven in de fruitteelt. Vol gens de heer Van der Werff biedt de fruit teelt zeer reëele mogelijkheden aan de landbouw. „Iedereen heeft de mond vol over samen werking, sanering en gemeenschappelijke exploitatie in de landbouwsector, maar daarmee worden de moeilijkheden van de landbouw niet opgelost. Het zuidwesten met name moet het in de fruitteelt zoeken. Alle omstandigheden zyn gunstig. Die moe WEER WEELDE VAN FRIS JONG GROEN Kapelle Hebben we tot nu toe alleen de ontwikke ling van het fruit in Oost-Zuid-Beve land besproken, tot de kring Oost-Zuid- Beveland van de Z.L.M behoren ook We- meldinge, Kapelle, Biezelinge en Schore, de bakermat van de Zeeuwse fruitcultuur. In dit gedeelte ligt de tweede veiling, welke de kring telt: Kapelle-Biezelinge en Omstre ken, de grootste veiling in Zeeland met een omzet van meer dan f 10 miljoen. Klein be gonnen in 1917 omzet f 640.000 met een laagtepunt in 1920 (f150.000) is deze veiling uitgegroeid tot een „miljoenencon cern". In 1950 bedroeg de geldelijke omzet 1,3 miljoen gulden, in 1950 f4,2 miljoen, in 1953 f 6 miljoen, in 1960 f 12 miljoen en vorig jaar f 11 miljoen. In 1962 kwam daar voor f4 miljoen voor rekening van het zacht fruit, dat een belangrijke plaats in neemt op de Kapelse veiling. Cijfers, die de groei van de fruitteelt in het westelijk deel van de Z.LJM.-kring ondubbelzinnig demon streren. Boomgaard in oostelijk Zuid-Bevelandhet fruitteeltgebied in opkomst. (Foto P.Z.C En ook hier ziet men de evolutie in de tuinbouw. Kapelle is al in het stadium, dat de kassenteelt aan de orde komt. Hoe wel dit gebied nog lang geen Westland is misschien ook nooit zal worden zie* men een toenemende belangstelling voor de teelt in kassen. Met deze ontwikkeling op fruitteeltgebied is de kring Oost-Zuid-Beveland van de Z.L.M. het gebied, waar in vergelijking met andere kringen de fruitteelt procentueel de grootste oppervlakte beslaat. Al is het dan nog altijd zo, dat het areaal landbouwgrond de oppervlakte fruitteelt nog verre over treft. In het licht van deze ontwikkeling moet men ook de Z.LJM.-manifestatie zien; een manifestatie, die voor het eerst de naam „land- en tuinbouwtentoonstelling" draagt. En met ere RUIM tien jaar geleden sloeg de stormvloed van 31 januari op 1 februari 1953 grote gaten in de zeeweringen van de Polder Kruiningen. Met tomeloos geweid overspoelde het zilte water de vruchtbare landerijen in de polder, krachtige stromen sleepten de vruchtbare bouwvoor mee naar zee en metersdiepe geulen gaven de plaats aan, waar het kol kende water vrij spel had gehad. Na het droogvallen van de polder toonden de landerijen een troosteloze aanblik, bedekt als zij waren met meer dan twee miljoen kubieke meter zand. VANDAAG zomer 1963, groeien de gewassen weer op de vruchtbaar geworden gronden. Zover het oog reikt is het een weelde van fris, jong groen, van de littekens van de ramp is vrijwel geen spoor meer terug te vinden. De boeren, die indertijd verslagen de balans opmaakten van de ramp, zijn nu weer tevreden. Minstens zo tevreden als vóór de ramp. Dit geldt in het bijzonder voor de landbouwers, van wie de af geslagen gronden in 1954 met uit de haven van Hansweert afkomstige modder zijn opgespoten. „Prima grond. Elk jaar beter. Wij zijn bijzonder tevreden". Dit merkten verschillende boeren in de Polder Kruiningen op, die wij de vraag stelden hoe hun opgespoten, landerijen er nu bijlagen. De gewassen tieren er welig en de opbrengst in kilo's is boven verwachting goed. (Advertentie) De fruitteelt is naast boer-zijn niet alleen zijn „beroep", maar ook zijn liefhebberij Hij beziet de fruitteelttoekomst van Zee land in het groter verband van de Euro- markt. Zo gezien zijn er naar de mening van de heer Van der Werff vele pluspunten. De presentatie van het fruit in binnen- en buitenland, de afzet, de bewaring, het vei lingwezen, de afvoer en zo meer vormen zaken, waarvan fruitteler-landbouwer Van der Werff zijn weetje wel weet. Zy hebben dit te danken aan het werk van Landbonwherstel, de instantie, die in 1954 ruim 20 hectare van zyn bouwvoor ontdane grond met modder uit de haven van Hans- weert heeft opgespoten. Dat was toen een experiment, in zekere zin een gok, want iets dergelijks was vrijwel nog niet vertoond. Maar een experiment, dat voor de volle honderd procent is geslaagd. „Wy zijn meer dan tevreden", vertelden de gebruikers. Dank zij de „sawahs" van Landbouwherstel. Hoe was de situatie voor de rampzalige nacht van 31 januari op 1 februari 1953? „Een goede polder met goede grond", was het commentaar van landbouwer A. Wisse (60). Toen kwam de stormvloed. Als een dief in de nacht kwam hjj aangeslopen. Op het meest onverwachte moment sloeg hy toe: een spoor van vernieling achter zich latend. Kruiningen was een van de zwaarst getroffen gemeenten. Ten zuiden van het dorp waren de djjken op verschil lende plaatsen doorgebroken, de vruchtbare landerijen zwaar geteisterd. TROOSTELOOS Het herstel vorderde langzaam, maar ge staag. Op het moment, dat de dijken wa ren gesloten en de polder was drooggeval len toonde het land een troosteloos beeld. Meer dan twee miljoen kubieke meter zand bedekte de grond. De polder Kruiningen was op dat moment herschapen in een zand woestijn, waar bykans geen gewas meer wilde groeien. Met man en macht heeft men toen de hand aan „de ploeg" geslagen. Er is een periode geweest, dat liefst zestig zware draglines hun sonoor geronk over de wijd- se polder lieten weerklinken en meer dan honderd vrachtauto's reden af en aan om het zand te vervoeren. Een kleine duizend arbeiders waren .op een gegeven moment by deze gigantische worsteling betrokken. In één jaar tijd werd meer dan 3.000.000 kubieke meter zand verzet, hetgeen neer komt tip zo'n slordige half' miljoen vracht- wagenladingen Wat is er met het zand gebeurd? Een mil joen kubieke meter werd ondergespit en ondergespoeld. Ook dat was een expeil- ment. Enorme hoeveelheden zanc" de schattingen bedragen rond 700.000 kubieke meter zijn voorts benut voor verzwaring van de zeedijk, die nu een machtige kolos vormt, breder en hoger dan ooit tevoren, in staat om hoge waterstanden te keren. Circa 350.000 kubieke meter zand werd aan gewend om de enorme geulen en kreken in het land geheel of gedeeltelijk te dichten, terwijl voorts enkele tienduizenden kubieke meters werden gebruikt voor verzwaring van binnendijken en voor aanleg van wegen. Na verwijdering van het zand kwamen de bouwgronden weer droog, die zoals dat veelal met dergelijke gronden het geval is, werden ingezaaid met gerst. Soms viel de opbrengst mee, soms oók erg tegen. SLIB Uitkomst kwam er eind 1954 voor een aan tal boeren, van wie de eertyds vruchtbare landbouwgrond van zijn bouwvoor was ont daan. Landbouwherstel besloot tot een proefneming: 23 ha grond tussen de veer haven Kruiningen en Hansweert-oost, voor een deel gelegen vóór do beruchte stroom- gaten van begin 1953, werd ongespoten met slib uit de haven van Hansweert, van samenstelling een rijke, vette specie, die normaliter gewoon in de diepten van de Westerschelde verdween. Met behulp van dijkjes werden zogenaamde sawahs, of zo men wil vloeivelden, ingericht. Op de armste gronden werd een sliblaag van 80 centimeter gespoten, waardoor na het inklinken van het slib een vruchtbare bouwvoor circa 35 centimeter overbleef. Op andere percelen werden lagen van rond 50 tot 60 centimeter gespoten. Dat bete kende een bouwvoor van 20 a 25 centimeter. Sommigen kort daarna, anderen weer wat later brachten de percelen opnieuw in cul tuur en constateerden al spoedig tot hun niet geringe verbazing, dat het slib uit de haven van Hansweert een uitstekende bouwvoor was. De gewassen groeiden min stens zo goed als voor de ramp. Uien, sui kerbieten, kool, kortom tal van landbouw gewassen groeiden er als kool. Dat kon haast niet anders, want een analyse van de grond had uitgewezen, dat zij volgens begrippen van de landbouw uitstekend van kwaliteit was, met vele goede eigenschap pen. TEVREDEN Geen wonder dan ook, dat de gebruikers thans tevreden zyn. De 36-jarige landbou wer P. Janssen vertelde, dat 1 hectare van hem was opgespoten. „Het is prima grond, kalkrijk en de ontwatering is goed", merkte hij op, terwyl liy héél even zijn werkzaam heden op het betreffende perceel het planten van spruitkolen onderbrak. „Ik ben dik tevreden. In het begin moest de grond nog wat ontzilten, maar nu is ze uit stekend. En wat belangrijker is: de op brengst is goed". Enkele honderden meters verder troffen wij mevrouw M. Brandvan Burg aan, die minutieus het onkruid verwijderde tussen de" jonge bessenstruiken, welke het voor treffelijk doen op de nieuvye bouwvoor van slib. „Het is een half gemet bij elkaar. De grond is goed. Datzelfde kan ik zeggen van de opbrengst", aldus deze Kruiningse, die de beste verwachtingen heeft van de rode en zwarte bessen, welke vorig jaar op het perceeltje zijn geplant. De 59-jarige landbouwer J. Paauwe uit Kruiningen spreekt eveneens van goede grond, doelend op het perceel van één ge- met, dat in 1954 een „slibbehandeling" heeft gekregen. „Het is weliswaar nog geen hon derd procent maar het wordt beter. Ieder jaar kun je dat constateren", aldus deze landbouwer, die zich hoogst tevreden toon de met de opbrengsten. Van zijn voldoening gaf ook de 60-jarige landbouwer A. Wisse blijkt, die een gespo ten perceel van 2 ha aan het bewerken was. „Voor de ramp had ik goede grond hier. Nu is ze puik" was zijn commentaar. De heer Wisse was van mening, dat de grond na de ramp zonder meer „waardeloos" was. „Ik ben erg blij, dat dit perceel is opge spoten", betoogde hfl. „De ontwatering is goed, de drainage is goed, de opbrengst is goed".' De grootste hap van de opgespoten grond is in handen gekomen van de heer L. J. Ko- stense (70), die bij de ramp 12 ha boom gaard heeft verloren. Tien hectare van zijn grond, grotendeels bedekt met een laag zand van 1,90 meter dik, is indertijd in sa wahs veranderd en voorzien van een nieuwe bouwvoor. Ook hij is bijzonder tevreden. Wel heeft het tot 1958 geduurd alvorens de grond weer kon worden „beboerd". „Maar tevreden ben ik. Zonder meer",vertelde hy, terwyl hy een opschrijfboekje opnam, waar in hy aan de hand van een grondonderzoek de cyfers over fosforgehalte, kaligehalte, afslibbaarheid en dergelijke had genoteerd. „De eerste tien jaar heb ik alleen maar stikstof nodig. Kali en fosfor bevat de grond meer dan voldoende", voegde hy er aan toe. Volgens de heer Kostense wordt de grond elk jaar beter. Al mogen alle littekens van de ramp' van 1953 nog niet zijn verdwenen in Kruinin gen,. de landerijen staan er weer even fleurig voor als 11 jaar geleden, toen men in Kruiningen nog nooit van een „Zeeuwse sawah" had gehoord ten we uitbuiten. Zeeland is één van de beste fruitteeltgebieden in de E.E.G. Dat moeten we steeds voor ogen houden. Daar om geloof ik, dat het fruitteeltareaal in Zeeland en ook in West-Brabant en op de Zuidhollandse eilanden in de toekomst nog belangryk kan worden uitgebreid. In Oost- Zuid-Beveland zullen de komende jaren nog honderden hectare landbouwgrond met fruitbomen worden beplant", zo ongeveer formuleerde de heer VaD der Werff het- P. Jansen te Kruiningen Voor trekkerhezittêrs van deze tijd! PAS OP! Die stoere trekker is gevoelig... Zo'n trekker verricht een stoere, zware taak. En daardoor vergeet men wel eens, dat het een werktuig is,.vol met gevoelige precisie-onderdelen zoals zuigers, brandstofpompje, enz.f die een zorgzame behandeling vereisen. Tenminste, ais u lang en zuinig met uw trekker wilt doen BP's researchmedewerkers ontwikkelden na jarenlange onder zoekingen de allerbeste produkte'n voor uw stoere trekker. BP-Diesel en BP Tractor-petroleum (brandstoffen die zuiver en volkomen verbranden met een hoog rendement) en BP Energol Tractor Oil Universal (de smeerolie voor alle'onderdelen van uw trekker, voor motor, transmissie en hydraulisch systeem: voor ieder seizoen en elk type trekker). Profiteer van de wetenschappelijke vooruitgang, maak gebruik van deze uitgebalanceerde produkten die u geld e" opslag ruimte sparen. En uw trekker is u dankbaar: werkt beter en zuiniger, gaat langer mee!

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 7