Stormloop der pockets niet te stuiten BIJ DE STUDENTEN VAN DJOKJA BB^B Financiële berichten Van en voor de boekenplank Als er nog eens misverstanden rijzenis het voorgoed stak" IN WEST-DUITSLAND GROEIT HET VERZET TEGEN STUDENTENDUELS tegen alle insecten DINSDAG 11 JUNI 1963 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 1 Een van de mobiele leiensmid- délenwinkels in Djok ja. waar de studenten zich gaarne te goed komen doen. zal inhouden, maar we verwachten dat Nederland ervoor zal oppassen", vond Martojo. Wat doet nu deze jonge Gadja Mada universiteit Men is gebonden aan de universitaire paragrafen van het In donesisch achtjarenplan, waaruit on der meer voortvloeit, dat de G. M. per jaar 100 afgestudeerden in de agrarische wetenschappen, bijna 200 economen, 100 medici, ruim 15 vee artsen etc moet afteveren. Bovendien eist het achtjarenplan, dat de verhouding in aantallen studenten voor a en b faculteiten, die nu 7 op 4 is, precies andersom komt te liggen. Indonesië heeft voorlopig meer spe cialisten in allerhande technische sec toren nodig dan rechtsgeleerden en afgestudeerden in sociale en politieke wetenschappen. En vooral heel veel leraren, en hoogleraren. Het totaal aantal full-time Indonesische profes soren aan deze universiteit met ruim 18.000 studenten bedraagt op het ogenblik nog niet meer dan om streeks 35, waarbij dan nog 11 buiten landse hoogleraren komen. Het aan tal bijzonder hoogleraren is het dub bele. Het aantal lectoren 260, daar naast geven ongeveer 2000 assisten ten, onder wie vele oudere studenten colleges. Eigen leiders „VVe worstelen natuurlijk nog met alle problemen van een universiteit die zyn eigen leiders nog moet oplei den maar voor we een generatie ver der zijn zullen we de voornaamste problemen overwonnen hebben. Het zal allemaal wel dat wat anders gaan dan ze het by jullie kunnen doen maar daar zullen we ons echt niet el lendig door voelen. Het voornaamste is dat de Indonesische jongeren die hersens hebben kunnen studeren En dat gebeurt" verklaarde prof. Soedjo- no Wachil. De grote massa van studenten aan de Gadjah Mada bestaat uit zoons en dochters van heel eenvoudige ouders. Zoons van chauffeurs, "boeren, arbei ders mits ze maar hersens hebben. De honger om te leren Is enorm Er valt daardoor de eerste jaren nogal wat af. Ongeveer de helft van de eer stejaars slaagt niet voor de eerste tentamens. Maar pas als ze drie keer falen, houdt men ze niet langer. Dat is nog altijd 30 procent van een jaar gang eerstejaars, in de latere jaren is de uitval niet meer dan 10 procent. Ondanks de bepaald grote persoonlij ke moeilijkheden die veel studenten hebben om in hun levensonderhoud en vaak ook in dat van hun gezin te voorzien. Beurzen en dormitories helpen, maar voor velen onvoldoende. Die werken er heel hard bij, vooral door onderwijs te geven. Zo komen dan echter ook weer de middelbaar onderwijsnormen van het achtjarenplan tot hun recht INDONESIË OPNIEUW ONTDEKT X denten, die Harjono voor me bij een riep, vriendelijk maar be slist zegt: „Ik hoop dat er tus sen Nederland en Indonesië nu niet nog eens misverstanden rij zen, want als het nu nog eens mis zou gaan, dan is het voor goed stuk tussen ons". De bedienden van Hotel Garuda, bui ten de „losmenten" het enige hotel in Djokja mogen met samengevouwen handen nog de onderdanige buiging maken, die generaties bedienden de eeuwen door voor generaties hoger Geplaatsten en dus ook de Nederlan- ers hebben gemaakt, het jonge en vooral het intellectuele Indonesië, voorgegaan door de zelfbewuste groep die de revolutie heeft verwe zenlijkt, mist alle onderdanigheid, zonder iets aan hoffelijkheid te heb ben ingeboet. Radicaal denken Dat Jonge nieuw Indonesië groeit snel. Gadjah Mada alleen telt dit Jaar meer dan 18.500 studenten, om streeks 20 procent van het totaal aantal studerenden aan de 20 staats- en ongeveer 15 particuliere universi teiten die Indonesië thans bezit. Gadjah Mada pretendeert de eerste volledige universiteit van Indonesia geringste terughouding. Het Is het ge nie van president Soekarno, dat hij in de Pantjasila de grondslagen heeft gegeven voor het eenmaken en het bijeenblljven van ons volk, vond Dus- manto. Met groot gemak kwamen alle drie de studenten op mijn vraag of ten ge volge van het conflict met het tot het westen behorende Nederland, de westelijke wereld in zijn algemeen heid niet in een kwade reuk is ko men te staan bij juist een studenten- gemeenschap als die van de Gadjah Mada, tot antwoorden die verrieden dat er een gretige behoefte aan con tacten met het westen, en van nu af zeker ook met Nederland is. „Wij zijn een vredelievend land, en het behoort tot onze beginselen, dat wij de vooroordelen, die er zonder twijfel jegens Nederland bij de stu denten bestaan, wegnemen", zei de jonge Soekarno. Welke vooroorde len? „We wensen niet dat deze rela tie enig element van Imperialisme, Een groen studenten voor de fietsenstalling van de Gadjah Mada-universiteit van Djokja karta. In geen enkele stad in Indonesië zijn er zoveel fietsen als in Djokja en voor ae stu denten is de fiets er net als in Nederland, het meest populaire vervoermiddel. (Van onze verslaggever in Indonesië) Jk heb tegen mr. Scholten, de voorzitter van de Ver eniging van Nederlandse Staatkundige Studenten, toen die hier laatst op bezoek was, gezegd: jullie zijn hier welkom, maar niet als je denkt, dat je je hier weer kunt gaan vesti gen. Jullie kunt hier komen studeren, zoals wij het weer bij jullie zullen doen. We willen graag jullie docenten en jullie technische deskundigen als we die nodig hebben. Maar de Indonesische landbouw wordt nu en in de toekomst door ons bedreven, en niet meer door mensen van buiten laat daar niet nieuw misverstand over ontstaan. Voed geen val se hoop". Prof. Harjono Damansarto, vice-president van de Gadjah Mada en hoogleraar in een van de vele takken van land bouwwetenschap, doet geen poging om Nederlandse bezoe kers naar de mond te praten in de sfeer van hartelijkheid die er onmiddellijk is als bij het weerzien van goede oude bekenden. Hij knikt nadrukkelijk instem mend als de voorzitter van de studentenassemblee van de Gadjah Mada, de 29-jarige stu dent in de veeartsenij, Soekarno ons de volgende dag, tijdens een bijeenkomst met een aantal stu- OVERZICHT VAN NIEUWE UITGAVEN Literaire Bezige By, Amsterdam. Een grote variatie toont deze serie, waarvan we ontvingen: no. 96: „Drie partituren" van Gust Gils, een her druk van de drie eerste dichtbundels (privé-uitgaven) van een jong Vlaams dichter. No. 98 is de korte roman „Isabelle" van André Gide, vertaald door de dichter J. C. Bloem, en daarmee voor het eerst, na ruim een halve eeuw, toegankelijk voor de Nederlandse le zer die geen Frans kent. No. 102 is „De dans van de reiger" van Hugo Claus. Het is een komedie (een „na re" zegt Claus zelf) in twee delen van ongelijke waarde, in januari van dit jaar door de Nederlandsche Comedie op de planken gebracht on der regie van Ton Lutz. No. 105 is een Nederlandse vertaling (van C. N. Lysen) van Sartres beroemde eenakter „Huis Olos" (Met gesloten deuren), de no's 107, 108, 109 en 110 stad en Lady Godiva op scooter", Hugue's Pernath's „Instrumentarium voor een winter", ingeleid door Ka- rel Joncheere: „Gij, man, met uw vrouwelijke poëzie". De beste defini tie. No. 109 is „Lente in de herfst", korte gedichten van de Haagse schil der W. Hussem, imitatie-Japans, zo zere imitatie soms, op plagiaat af, men er om moet lachen: „Elfstenden- tocht/en ziek te bed/mijn dromen schaatsen/over de meren", magere echo van Basho's aangrijpende sterf bed-haiku. Vaak slaagt Hussem: „De wolken leggen/hun ruzie bij/ik ben tot op/mmijn huid toe nat", maar ach nee, wat een namaak-gedoe, een modegril. En toch, in deze stortvloe den van Polet, Pernath of wat we in no. 110 aantreffen, in „Ezel mijn be woner", een nieuw eind poëtisch breiwerk van Bert Schierbeek. Dan is er nog een nieuwe Literaire Reuzenpocket, een nieuwe vertaling door C. N. Lysen van „De Zangen van Maldoror" van de Comte de Lau- trémont (18461870), het geniale en verbijsterende werk dat nu een kleine eeuf oud is en nog steeds „mo dern": eigenlijk pas een halve eeuw, sedert het surrealisme, gewaardeerd. Salamanders Querido, Amsterdam. No. 128: „Kinderland", vyfde druk, van Aart van der Leeuw, over de jeugd van een dromerig, eenzelvig kind dat aan het einde van de vorige eeuw opgroeide: het bevat veel „ei gen geschiedenis"; no. 130 is de der de druk van „De onrustzaaier" waar mee Willem van Maanen in 1955 de Van der Hooftprijs verwierf. No. 32 is de derde Ned. druk van. „De en ge poort" van André Gide, vertaald door A. Nyhoff, een boek uit onge veer dezelfde periode ais het hierbo ven „Isabella" dat bij de Bezige Bij verscheen. D.w.z. dat het een goede halve eeuw oud is en reeds lang „klassiek". Een voortreffelijk boek is de „Geïl lustreerde Salamander" no. 101, „Be zielend beelden", een inleiding tot de beeldende kunst der primitieve vol ken van prof. dr. Th. P. van Baaren. Hier wordt in een pocket gegeven wat anders slechts in kostbare boe ken staat; de tekst is helder geschre ven (uitzonderlijk helder zelfs voor dit soort boeken (en de illustraties zijn naar minder- of onbekende kunstvoorwerpen. De belangstelling voor de primitieme kunst staat, nu deze kunst ten dode opgeschreven is, thans wel op een hoogtepunt en het aantal boeken, aan dit onderwerp gewijd, is zeer groot. Zij zijn meestal zeer kostbaar en voornamelijk plaat werken. Dit boekje van prof. van Baaren is met het onvolprezen Pe- licanbook „Primitive Art" van Adam een der beste goedkope alge mene inleidingen. Warm aanbevolen. Een heel bijzondere pocket, in drie delen (no's 120122) is „Van Socra tes tot Bergson" van Will Durant (vert, van Helena Pos), behandelde het leven en de leer der grote filoso fen vanaf Platp tot Bacon, Spinoza tot Schopenhauer en van Spencer tot Bergson. Het is de vijftiende druk van dit terecht beroemd geworden boek. De eerste veertien drukken waren lijvig en kostbaar. Thans kan men zich dus voor luttele guldens deze populaire inleiding tot de wijs begeerte aanschaffen. Zwarte Beertjes Bruna Zoon. Utrecht. Een welkom Beertje is altijd „Lite rair Akkoord", no. 6 verscheen on langs (Beertje 552), het biedt een keuze uit de Ned. en Vlaamse tijd schriftbijdragen uit 1961, samenge steld door Den Besten, Bittermieux, Polet en Schepens. Zeer gevarieerde Franse schilder Villon overleden Do Franse schilder Jacques Villon is zondag op 88-jarige leeftyd in Parys overleden. Villon, wiens werkelijke naam Gaston Duchamp was, verzorgde eerst spotprenten voor verscheidene kranten, maar legde zich later geheel op het schilderen toe. In 1950 werd hem de Car- negieprys toegekend, in 1956 kreeg hy de grote prys van de Biënnale van Ve netië. (Advertentie) uw moderne wasmachine vraagt om een speciaal sop leesstof, zyn geld overwaard. Beertje 525 biedt luchtigere. Het is „Nieuw Cabaret", samengesteld door Guus Dijkhuizen. „Een brok cabaret theater op papier" noemt Wim lbo het. Van hoogst amusant tot erg zou teloos, zoals gebruikelijk. Dan ont vingen we nog een drietal „Kunst pockets" uit de Zwarte Beertjes reeks, en wel „Canaletto", „Goya" en „Manet". Die zijn, gezien de zeer lage prijs, verbluffend goed, rijk ge ïllustreerd met goede zwart-wit en redelijke gekleurde reprodukties. Ge degen inleidingen. Werkelijk een fraaie goedkope serie. Een der nieuwste Prismaboeken (Het Spectrum, Utrecht) is no. 798, „Ver halen" van Stijn Streuvels, de nes tor der Vlaamse vertellers, geb. 1871. Een zestal mooie vertellingen van het Vlaamse land, die stellig weer vele nieuwe dankbare lezers zullen vinden. Ten slotte een paperback in keurige uitvoering van de Erven J. Bijieveld, Utrecht, een welkome Ne derlandse vertaling van „De gevan genen van AJtona het bekende to neelstuk van Jean-Paul Sartre, uit stekend vertaald door Gerrit Kouwe- naar. Ooievaars OOIEVAARS. Daamen N.V., Den Haag. No. 160: Henriëtte van Eyk: „Ga briel, de geschiedenis van een ma ger mannetje", 11e druk, een boek vol aandoenlijke en dwaze situaties; no. 161 van dezelfde schrijfster het ook alleraardigste en onderhoudende „Vari huis tot huis", tweede druk. No. 164 is van Jacques den Haan, „Staart uit het raam", luchtigs over leven en lezen. Essays met onzware toets over van allerlei zaken, over de striptease en over de nozem, onze spelling en Tirol en dan natuurlijk over lezen, over boeken, ook over de tectives. Zeer luchtig en stoelend op een goede voedingsbodem. No.'s 165 en 166 zijn van Ed. Hoor- nik. „De dubbelganger" een uitge breide keuze uit de gedichtenbundels die hij sedert 1936 publiceerde, van af „Matthëus" tot en met „De Vis". De bundel geeft een uitstekende in druk van Hoorniks poëzie. In no. 166, „Over en weer" geheten, vindt men gebundelde beschouwingen over poë zie. Zij zijn gewijd zowel aan tijd schriften en groeperingen, als Fo rum, Criterium en Het Woord, als aan afzonderlijke dichters of gedich ten. In de „Meulenhoff-editie", een soort grote pockets, verscheen de derde druk van Bordewyks familieroman „Noorderlicht", voorts een. nieuwe bundel verhalen van Clara Eggink (waar we nog op terugkomen) onder de titel „Een Rotterdams kind" (be vat ook enkele verhalen uit Egypte en Oost-Afrika)Ten slotte een ver taling van het belangrijke Madri- leense boek „De bijenkorf" van Ca- Belangrijk lager resultaat Dikkers Het exploitatieresultaat van G. Dikkers Co. N.V. is in 1962 belangrijk achter gebleven bij dat van 1961. Hoewel de omzet toenam, hebben de gedaalde mar ges het resultaat nadelig beïnvloed. De exploitatierekening daalde van 3,05 min. tot 2,51 min. Na afschrijving op vaste activa enz. ad 1,9 min., Blijft een saldo winst van 683.042 (v. j. 969.279). Voorgesteld wordt 10 pro cent dividend (v. j. 14 procent). Fusie Bührmann- Tetterode Aan het gemeenschappelijk bericht én het definitieve aanbod tot omwisseling van aandelen Bührnianns papiergroot handel en lettergieterij Amsterdam, voor heen Tetterode in aandelen van 'n nieuw te vormen holdingmaatschappij: Biihr- mann-Tetterode N.V., wordt het volgen de ontleend: De holdingmaatschappij Biihrmann-Tet- terode N.V., met een maatschappelijk kapitaal van 75 miljoen, is op 29 mei 1963 door de constituerende vennoot schappen opgericht. Bij volledige ge bruikmaking van alle omwisselingsmo gelijkheden- (exclusief de converteerba re obligaties) zal het geplaatste aande lenkapitaal van de holding Bührmann- Tetterode N.V. bedragen 23.833.400 met op de globale geconsolideerde balans per 1 januari 1963 een totaalbedrag aan reserves van ƒ54.083.000. Het voorstel tot fusionering van de beide vennootschappen wordt gedragen door het algemene inzicht dat het hier twee krachtige ondernemingen betreft, die beide gekenmerkt worden door een sterk financieel weerstandsvermogen en een gunstige liquiditeitspositie, als ge volg waarvan de combinatie kan be schikken over een grote elasticiteit en slagvaardigheid in het economisch ver keer. De snel groeiende Europese ge meenschappelijke markt ontwikkelt zich naar een zeer grote open thuismarkt. De voorgestelde fusie schept de voor waarden om in. dit marktgebeuren een positie van betekenis in te nemen. Weer aandrang op benoeming Europese bewindsman De Europese beweging in Nederland heeft dezer dagen in Deu Haag op haar jaarlyks congres een resolutie aange nomen, waarin er by de kabinetsforma teur en de fractievoorzitters waarmee hy in bespreking is, niet klem op wordt aangedrongen te bevorderen dat er op grote termyn tot benoeming van een Europese bewindsman, hetzij minister of staatssecretaris, wordt besloten. In deze resolutie die met grote meerder heid werd aangenomen, wordt de over tuiging uitgesproken dat het voor de positie van Nederland in Europa van groot gewicht moet worden geacht dat in het Nederlandse regeringsbestel de behartiging van de Europese zaken aan een afzonderlijke bewindsman wordt op gedragen. De formatie van het nieuwe kabinet biedt de mogelijkheid de con clusie van de commissie-Kan te verwe zenlijken over de vraag hoe de Neder landse belangen en opvattingen in het geheel der Europese eenwording het bes te kunnen worden behartigd en uitge dragen. rnilo José Cela, de „Spaanse He mingway", vooral bekend geworden door de „Familie van Pascual Duar- te". Een vaak schokkend boek over de ontwortelden in Spanje dat nog steeds lijdt aan de gevolgen van de burgeroorlog en de honger. In dezelf de uitvoering verscheen: „Storm in de zomer" van Juan Carcia, Hortela- no (geb. 1928), bekroond met de Prix Formentor 1961, een typische moderne roman. Marnix-pockets MARNIX POCKETS. A. Manteau N.V. Brussel-Den Haag geeft een se rie pockets uit onder de naam Mar nix-pockets. Er zijn twee soorten, kleine en grote. In de kleine serie ontvingen we „Houdt U van Brahms" van Frangoise Sagan (film editie met acht foto's), „Ik heb eens..." een bundel bijzonder aardige teksten van radiolezingen van Ka- rel Joncheere waarvan „Ik heb eens met Jules Supervielle in één bed ge slapen" de laatste en aardigste is. „De muur" van Jos Vandeloo beleef de een derde druk in deze serie. Hé- lène Defraye van Hubert Lampo eveneens (definitieve druk staat er bij). Van Dolf Verroen, Noordneder lander, verscheen de 2e druk van „Van eeuwigheid tot amen", nu on der de titel „Ildebrando". MeulenhoH Aan grote Marnix-pockets ontvin gen we een herdruk, de vierde en nog maar „voorlopige definitieve" van „De man die zijn haar kort liet knip pen" van Johan Daisme, en het voor treffelijke „De huid" (La Pelle), der de druk, van Curzio Malaparte. Als „Reuzensalamander" verscheen by Querido, Amsterdam, een nieuwe psychologische thriller van Adriaan van der Veen, „De boze vrienden". Dan znn er natuurlijk nieuwe „Lite raire Pockets" van de Bezige Bij, Amsterdam, nog steeds aristocraten in dit genre boeken, ook al zien meerdere reeksen er tegenwoordig heel verzorgd uit. No. 82 is „Kinder jaren" van Tolstoj, zijn eerste werk uit 1852, vertaald door Aleida Schot, 2e dr. no. 86 een herdruk van „De handschoenen van het verraad" van J. W. Holsbergen, no. 87 „Het kan me niet schelen" 3e druk van Nel Noordzij, no. 90 „Een tijdelijk monu ment" van Hugo Raes (verhalen), no. 91 „Uit het nest geroofd" van Karei Joncheere (bevattende onge bundelde poëzie, een soort vóor- bloemlezing, van een 26-tal levende Vlaamse dichters uit alle voorhanden generaties). No. 93 een knappe ver taling van Hans Croiset van Alfred de Mussets „Lorenzaccio", Floren tijns drama over Lorenzo de Medici. UITGEHOLDE TRADITIE PROFESSOR WEIGERT AAN „GETEKENDEN" TOEGANG TOT COLLEGE (Van onze correspondent in Bonn) „Theologie en studentenduels, bijbel en de „Mensur", gaan niet samen". Aldus de 47-jarige hoogleraar in de theologie prof ds. Hans Conzelmann van de universiteit in Göttingen (Ne- dersaksen). Hij weigerde stu denten der z.g. „schlagende" corpsen die de traditie trouw blijven om zich met een degen de wang open te laten houwen de toegang tot zijn colleges. de In een resolutie heeft de studentenraad inmiddels tegen deze beslissing ge protesteerd. Zij druist, volgens de studenten, in tegen de democratische vrijheden, waarbij het iedere student vrij moet staan zijn gezicht al dan niet op de „Paukboden" de zaal waar de duels worden „uitgevochten" te laten openhalen. Prof. Conzelmann, die in de tweede We reldoorlog zwaar werd gewond, had in een interview verklaard, dat van theologisch standpunt bezien van de hand moet worden gewezen, dat na twee zo verschrikkelijke oorlogen jongemensen met de wapens in de hand tegenover elkaar staan. „Schla gende" corpsen passen, volgens de professor, niet meer in de huidige sociale en politieke verhoudingen. Hiermede is ditmaal in de universiteits stad Göttingen opnieuw de strijd om de „Mensur" in West-Duitsland opgelaaid. Op de Vrije Universiteit in West-Berlijn is het na een referen dum onder de rond 15.000 studenten zelfs gekomen tot de ontheffing de student Eberhard Diepgen uit de functie van voorzitter van het Alge mene Stu'dentencomitté, omdat hij tot een „Schlagend" (duellerend) corps behoorde. „Schmisse" (littekens) en ook Farben" (studentenuniforms) zijn aan de Vrije Universiteit van West-Berlijn niet meer op hun plaats. De „Schlagende" corpsen hebben sinds 1945 hun betekenis verloren, zo oordeelden de studenten der Vrije Universiteit (van wie er 71 procent aan het referendum deelnamen) Geen sport Dezelfde controverse woedt op de mees te andere Westduitse universiteiten en de communis opinio is, dat de „Mensur", de „Paukboden", de „Schmiss" en al die andere „tradi ties" van het vroegere Duitse stu dentenleven uit de tijd zijn. Deson danks is rond een-tiende deel van de circa 200.000 Westduitse studen ten lid van de „Schlagende" corpsen. Meestal zijn zij het op aanbeveling van papa en van de een of andere oom, die vroeger ook heeft gestu deerd en lid van een „Schlagend" corps was. In zoon of neef moet de oude traditie verder leven, zo zeggen de „altë Herren", voor wie de" lit tekens in het gezicht een status symbool zijn geweest als hoedanig zy het graag weer zouden zien hersteld. En vele studenten geloven, dat de „Schmiss" straks weer als aanbeve ling zal gelden en laten zich over halen lid van een „Schlagend" corps te worden en zioh het gezicht te laten openrijten. Met sport heeft d» „Mensur" niets te maken. Evenmin, met het echte schermen. De Mensur"- student wordt dik in de watten ge pakt. Alleen een deel van zijn ge zicht blijft onbeschermd, dat deel waar straks de „veeg" met de sabel van de tegenstander moet komen. Hij mag zich slechts „verdedigen" door de arm, die de degen vasthoudt, te bewegen. De enige spieren die worden geoefend, zijn die van de rechterarm. De student moet eigenlijk staan af wachten, tot hij wordt getroffen en zijn gezicht is opengescheurd. Daar mede is dan zijn „moed" bewezen. Van 1953 dateert een arrest van het Bondsgerechtshof in Karlruhe, dat de „Mensur" in tegenstelling tot het echte duel, dat een vechtpartij met de wapens is niet indruist tegen de goede zeden en derhalve niet kan worden verboden. Voor de „Schla gende" corpsen is dat een vrijbrief geworden. De publieke opinie in West-Duitsland wijkt ten aanzien van de „zedelijkheid" van de „Men sur" echter af van het arrest van het Bondsgerechtshof. Ook de beide Ker ken in de Bondsrepubliek veroordelen de „Mensur". Er wordt in toenemen de mate druk uitgeoefend op rege ring en parlement in Bonn om dit ritueel op de universiteiten te ver bieden. Wellicht weer een luchtvaartshow op Ypenburg Het ziet er naar uit dat in 1964 weer een „Ilsy" Internationale Luchtvaart show Ipenburg zal kunnen worden ge houden. Dit blykt uit een verklaring van het hoofdbestuur der Koninklijke Neder landse Vereniging voor Luchtvaart die tijdens de zaterdagmiddag in het Hilton- notel te Amsterdam gehouden jaarlijkse algemene vergadering is bekendge maakt. Onlangs is een eerste overleg geweest tussen de directeur-generaal van de rijks luchtvaartdienst, de plaatsvervangende chef van de luchtmachtstaf, de burge meesters van Den Haag, Voorburg, Leidschendam en Nootdorp, de loco-bur gemeester van Delft, de gemeentesecre taris van Rijswijk en een deputatie van het hoofdbestuur der K.N.V.V.L. onder meer over de toekomst van de „Ilsy". Tijdens de eerste bespreking bleek dat de bezwaren tegen de „Ilsy* in hoofd zaak gericht zijn tegen: het verkeers probleem dat ontstaat bij het, zoals tot dusverre gebruikelyk was, op tweede pinksterdag houden van de show; de ge varen die de bevolking zouden bedrei gen bij vliegongelukken en ten slotte tegen de overlast van het lawaai in hoofdzaak veroorzaakt door de straal jagers. Van de ziide van de K.N.V.V.L. is aan geboden de tweede pinksterdag in het vervolg voor het houden van de „Ilsy" te vervangen door een zaterdag in het naseizoen wanneer de drukte ten gevolge van het toerisme is geluwd. Ten aanzien van de veiligheid was, is en zal alles worden ondernomen om haar te dienen. Wat de overlast door lawaai aangaat ia opgemerkt door de delegatie der K.N.V. V.L. dat het hier gaat om een beperkt deel van het programma. Het Noorse parlement heeft de conventie over gelijke behandeling van buitenlanders en Norei» inzake sociale verzekering bekrach tigd. die vorig jaar door de internationale arbeidsconferentie in Genève werd aanvaard. Noorwegen. Zweden en Denemarken heb ben me*, de Verenigde Staten een overeen komst gesloten over samenwerking terzake van ruimteverbindingen door middel van kunstmanen. De fietsenstalling van de Gad jah Mada. te zijn, opgericht in de loop van 1946 (vóór Bandoeng tot universiteit werd verheven) in de revolutionaire hoofd stad Djokja. Het is geen toeval, dat juist deze uni versiteit een voedingsbodem van radi caal revolutionair denken is. Het is ook geen toeval dat in de dagen dat in andere Javase universiteitssteden de handeldrijvende Chinese bevol kingsgroep haar al dan niet verniel de bedoeningen met kilometers plan ken had afgeschermd, juist in Djokja de Chinese middenstand normaal open huis hield. Studenten-president Soekarno, bewonderaars, maar geen familie van de landspresident, was er zeer beslist in: anti-Chinese acties zijn contra-revolutionair en subver sief, want ze zijn strijdig met de Pantjasila, die tegenstellingen tussen onze bevolkingsgroepen afwijst". En als er één universiteit in Indonesië zich strak richt naar de Pantjasila, in gedrag zowel als in leerprogram, dan is dat Gadjah Mada. Het drietal studenten, de 29-jarige Soekarno uit Klaten, de goed van de tongriem gesneden Soesilo Martojo (25) uit Kudus bij Semarang die hier economie studeert, en de toekomstige arts Dusmanto (24) uit Solo, het pre sidium van de Gadjah Mada Studen ten Assemblee, spreekt een taal, die zowel dogmatisch als idealistisch is. De indoctrinatie is duidelijk herken baar en wordt ook niet ontkend. „Iedere student die naar het buiten land gaat op een beurs, naar Moskou of naar Harvard, wordt gedurende een week geïndoctrineerd en na te rugkeer weer", zei Martojo zonder de Advertentie

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 11