Stormloop der pockets niet te stuiten
BIJ DE
STUDENTEN
VAN
DJOKJA
BB^B
Financiële
berichten
Van en voor de boekenplank
Als er nog eens
misverstanden
rijzenis het
voorgoed stak"
IN WEST-DUITSLAND GROEIT HET
VERZET TEGEN STUDENTENDUELS
tegen alle insecten
DINSDAG 11 JUNI 1963
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
1
Een van de mobiele leiensmid-
délenwinkels in Djok ja. waar
de studenten zich gaarne te
goed komen doen.
zal inhouden, maar we verwachten
dat Nederland ervoor zal oppassen",
vond Martojo.
Wat doet nu deze jonge Gadja Mada
universiteit Men is gebonden aan de
universitaire paragrafen van het In
donesisch achtjarenplan, waaruit on
der meer voortvloeit, dat de G. M.
per jaar 100 afgestudeerden in de
agrarische wetenschappen, bijna 200
economen, 100 medici, ruim 15 vee
artsen etc moet afteveren.
Bovendien eist het achtjarenplan, dat
de verhouding in aantallen studenten
voor a en b faculteiten, die nu 7 op 4
is, precies andersom komt te liggen.
Indonesië heeft voorlopig meer spe
cialisten in allerhande technische sec
toren nodig dan rechtsgeleerden en
afgestudeerden in sociale en politieke
wetenschappen. En vooral heel veel
leraren, en hoogleraren. Het totaal
aantal full-time Indonesische profes
soren aan deze universiteit met ruim
18.000 studenten bedraagt op het
ogenblik nog niet meer dan om
streeks 35, waarbij dan nog 11 buiten
landse hoogleraren komen. Het aan
tal bijzonder hoogleraren is het dub
bele. Het aantal lectoren 260, daar
naast geven ongeveer 2000 assisten
ten, onder wie vele oudere studenten
colleges.
Eigen leiders
„VVe worstelen natuurlijk nog met
alle problemen van een universiteit
die zyn eigen leiders nog moet oplei
den maar voor we een generatie ver
der zijn zullen we de voornaamste
problemen overwonnen hebben. Het
zal allemaal wel dat wat anders gaan
dan ze het by jullie kunnen doen
maar daar zullen we ons echt niet el
lendig door voelen. Het voornaamste
is dat de Indonesische jongeren die
hersens hebben kunnen studeren En
dat gebeurt" verklaarde prof. Soedjo-
no Wachil.
De grote massa van studenten aan de
Gadjah Mada bestaat uit zoons en
dochters van heel eenvoudige ouders.
Zoons van chauffeurs, "boeren, arbei
ders mits ze maar hersens hebben.
De honger om te leren Is enorm Er
valt daardoor de eerste jaren nogal
wat af. Ongeveer de helft van de eer
stejaars slaagt niet voor de eerste
tentamens. Maar pas als ze drie keer
falen, houdt men ze niet langer. Dat
is nog altijd 30 procent van een jaar
gang eerstejaars, in de latere jaren
is de uitval niet meer dan 10 procent.
Ondanks de bepaald grote persoonlij
ke moeilijkheden die veel studenten
hebben om in hun levensonderhoud
en vaak ook in dat van hun gezin
te voorzien.
Beurzen en dormitories helpen,
maar voor velen onvoldoende.
Die werken er heel hard bij,
vooral door onderwijs te geven.
Zo komen dan echter ook weer
de middelbaar onderwijsnormen
van het achtjarenplan tot hun
recht
INDONESIË OPNIEUW ONTDEKT X
denten, die Harjono voor me bij
een riep, vriendelijk maar be
slist zegt: „Ik hoop dat er tus
sen Nederland en Indonesië nu
niet nog eens misverstanden rij
zen, want als het nu nog eens
mis zou gaan, dan is het voor
goed stuk tussen ons".
De bedienden van Hotel Garuda, bui
ten de „losmenten" het enige hotel in
Djokja mogen met samengevouwen
handen nog de onderdanige buiging
maken, die generaties bedienden de
eeuwen door voor generaties hoger
Geplaatsten en dus ook de Nederlan-
ers hebben gemaakt, het jonge en
vooral het intellectuele Indonesië,
voorgegaan door de zelfbewuste
groep die de revolutie heeft verwe
zenlijkt, mist alle onderdanigheid,
zonder iets aan hoffelijkheid te heb
ben ingeboet.
Radicaal denken
Dat Jonge nieuw Indonesië groeit
snel. Gadjah Mada alleen telt dit
Jaar meer dan 18.500 studenten, om
streeks 20 procent van het totaal
aantal studerenden aan de 20 staats-
en ongeveer 15 particuliere universi
teiten die Indonesië thans bezit.
Gadjah Mada pretendeert de eerste
volledige universiteit van Indonesia
geringste terughouding. Het Is het ge
nie van president Soekarno, dat hij in
de Pantjasila de grondslagen heeft
gegeven voor het eenmaken en het
bijeenblljven van ons volk, vond Dus-
manto.
Met groot gemak kwamen alle drie
de studenten op mijn vraag of ten ge
volge van het conflict met het tot
het westen behorende Nederland, de
westelijke wereld in zijn algemeen
heid niet in een kwade reuk is ko
men te staan bij juist een studenten-
gemeenschap als die van de Gadjah
Mada, tot antwoorden die verrieden
dat er een gretige behoefte aan con
tacten met het westen, en van nu af
zeker ook met Nederland is.
„Wij zijn een vredelievend land, en
het behoort tot onze beginselen, dat
wij de vooroordelen, die er zonder
twijfel jegens Nederland bij de stu
denten bestaan, wegnemen", zei de
jonge Soekarno. Welke vooroorde
len? „We wensen niet dat deze rela
tie enig element van Imperialisme,
Een groen studenten voor de
fietsenstalling van de Gadjah
Mada-universiteit van Djokja
karta. In geen enkele stad in
Indonesië zijn er zoveel fietsen
als in Djokja en voor ae stu
denten is de fiets er net als in
Nederland, het meest populaire
vervoermiddel.
(Van onze verslaggever
in Indonesië)
Jk heb tegen mr. Scholten,
de voorzitter van de Ver
eniging van Nederlandse
Staatkundige Studenten, toen
die hier laatst op bezoek was,
gezegd: jullie zijn hier welkom,
maar niet als je denkt, dat je
je hier weer kunt gaan vesti
gen. Jullie kunt hier komen
studeren, zoals wij het weer bij
jullie zullen doen. We willen
graag jullie docenten en jullie
technische deskundigen als
we die nodig hebben. Maar de
Indonesische landbouw wordt
nu en in de toekomst door ons
bedreven, en niet meer door
mensen van buiten laat
daar niet nieuw misverstand
over ontstaan. Voed geen val
se hoop".
Prof. Harjono Damansarto,
vice-president van de Gadjah
Mada en hoogleraar in een
van de vele takken van land
bouwwetenschap, doet geen
poging om Nederlandse bezoe
kers naar de mond te praten
in de sfeer van hartelijkheid
die er onmiddellijk is als bij
het weerzien van goede oude
bekenden.
Hij knikt nadrukkelijk instem
mend als de voorzitter van de
studentenassemblee van de
Gadjah Mada, de 29-jarige stu
dent in de veeartsenij, Soekarno
ons de volgende dag, tijdens een
bijeenkomst met een aantal stu-
OVERZICHT VAN
NIEUWE UITGAVEN
Literaire
Bezige By, Amsterdam.
Een grote variatie toont deze serie,
waarvan we ontvingen: no. 96: „Drie
partituren" van Gust Gils, een her
druk van de drie eerste dichtbundels
(privé-uitgaven) van een jong
Vlaams dichter.
No. 98 is de korte roman „Isabelle"
van André Gide, vertaald door de
dichter J. C. Bloem, en daarmee voor
het eerst, na ruim een halve eeuw,
toegankelijk voor de Nederlandse le
zer die geen Frans kent. No. 102 is
„De dans van de reiger" van Hugo
Claus. Het is een komedie (een „na
re" zegt Claus zelf) in twee delen
van ongelijke waarde, in januari
van dit jaar door de Nederlandsche
Comedie op de planken gebracht on
der regie van Ton Lutz. No. 105 is
een Nederlandse vertaling (van C.
N. Lysen) van Sartres beroemde
eenakter „Huis Olos" (Met gesloten
deuren), de no's 107, 108, 109 en 110
stad en Lady Godiva op scooter",
Hugue's Pernath's „Instrumentarium
voor een winter", ingeleid door Ka-
rel Joncheere: „Gij, man, met uw
vrouwelijke poëzie". De beste defini
tie. No. 109 is „Lente in de herfst",
korte gedichten van de Haagse schil
der W. Hussem, imitatie-Japans, zo
zere imitatie soms, op plagiaat af,
men er om moet lachen: „Elfstenden-
tocht/en ziek te bed/mijn dromen
schaatsen/over de meren", magere
echo van Basho's aangrijpende sterf
bed-haiku. Vaak slaagt Hussem: „De
wolken leggen/hun ruzie bij/ik ben
tot op/mmijn huid toe nat", maar
ach nee, wat een namaak-gedoe, een
modegril. En toch, in deze stortvloe
den van Polet, Pernath of wat we in
no. 110 aantreffen, in „Ezel mijn be
woner", een nieuw eind poëtisch
breiwerk van Bert Schierbeek.
Dan is er nog een nieuwe Literaire
Reuzenpocket, een nieuwe vertaling
door C. N. Lysen van „De Zangen
van Maldoror" van de Comte de Lau-
trémont (18461870), het geniale
en verbijsterende werk dat nu een
kleine eeuf oud is en nog steeds „mo
dern": eigenlijk pas een halve eeuw,
sedert het surrealisme, gewaardeerd.
Salamanders
Querido, Amsterdam.
No. 128: „Kinderland", vyfde druk,
van Aart van der Leeuw, over de
jeugd van een dromerig, eenzelvig
kind dat aan het einde van de vorige
eeuw opgroeide: het bevat veel „ei
gen geschiedenis"; no. 130 is de der
de druk van „De onrustzaaier" waar
mee Willem van Maanen in 1955 de
Van der Hooftprijs verwierf. No. 32
is de derde Ned. druk van. „De en
ge poort" van André Gide, vertaald
door A. Nyhoff, een boek uit onge
veer dezelfde periode ais het hierbo
ven „Isabella" dat bij de Bezige Bij
verscheen. D.w.z. dat het een goede
halve eeuw oud is en reeds lang
„klassiek".
Een voortreffelijk boek is de „Geïl
lustreerde Salamander" no. 101, „Be
zielend beelden", een inleiding tot de
beeldende kunst der primitieve vol
ken van prof. dr. Th. P. van Baaren.
Hier wordt in een pocket gegeven
wat anders slechts in kostbare boe
ken staat; de tekst is helder geschre
ven (uitzonderlijk helder zelfs voor
dit soort boeken (en de illustraties
zijn naar minder- of onbekende
kunstvoorwerpen. De belangstelling
voor de primitieme kunst staat, nu
deze kunst ten dode opgeschreven is,
thans wel op een hoogtepunt en het
aantal boeken, aan dit onderwerp
gewijd, is zeer groot. Zij zijn meestal
zeer kostbaar en voornamelijk plaat
werken. Dit boekje van prof. van
Baaren is met het onvolprezen Pe-
licanbook „Primitive Art" van
Adam een der beste goedkope alge
mene inleidingen. Warm aanbevolen.
Een heel bijzondere pocket, in drie
delen (no's 120122) is „Van Socra
tes tot Bergson" van Will Durant
(vert, van Helena Pos), behandelde
het leven en de leer der grote filoso
fen vanaf Platp tot Bacon, Spinoza
tot Schopenhauer en van Spencer tot
Bergson. Het is de vijftiende druk
van dit terecht beroemd geworden
boek. De eerste veertien drukken
waren lijvig en kostbaar. Thans kan
men zich dus voor luttele guldens
deze populaire inleiding tot de wijs
begeerte aanschaffen.
Zwarte Beertjes
Bruna Zoon. Utrecht.
Een welkom Beertje is altijd „Lite
rair Akkoord", no. 6 verscheen on
langs (Beertje 552), het biedt een
keuze uit de Ned. en Vlaamse tijd
schriftbijdragen uit 1961, samenge
steld door Den Besten, Bittermieux,
Polet en Schepens. Zeer gevarieerde
Franse schilder
Villon overleden
Do Franse schilder Jacques Villon is
zondag op 88-jarige leeftyd in Parys
overleden. Villon, wiens werkelijke naam
Gaston Duchamp was, verzorgde eerst
spotprenten voor verscheidene kranten,
maar legde zich later geheel op het
schilderen toe. In 1950 werd hem de Car-
negieprys toegekend, in 1956 kreeg hy
de grote prys van de Biënnale van Ve
netië.
(Advertentie)
uw moderne
wasmachine vraagt
om een speciaal sop
leesstof, zyn geld overwaard.
Beertje 525 biedt luchtigere. Het is
„Nieuw Cabaret", samengesteld door
Guus Dijkhuizen. „Een brok cabaret
theater op papier" noemt Wim lbo
het. Van hoogst amusant tot erg zou
teloos, zoals gebruikelijk. Dan ont
vingen we nog een drietal „Kunst
pockets" uit de Zwarte Beertjes
reeks, en wel „Canaletto", „Goya"
en „Manet". Die zijn, gezien de zeer
lage prijs, verbluffend goed, rijk ge
ïllustreerd met goede zwart-wit en
redelijke gekleurde reprodukties. Ge
degen inleidingen. Werkelijk een
fraaie goedkope serie.
Een der nieuwste Prismaboeken (Het
Spectrum, Utrecht) is no. 798, „Ver
halen" van Stijn Streuvels, de nes
tor der Vlaamse vertellers, geb. 1871.
Een zestal mooie vertellingen van
het Vlaamse land, die stellig weer
vele nieuwe dankbare lezers zullen
vinden. Ten slotte een paperback in
keurige uitvoering van de Erven J.
Bijieveld, Utrecht, een welkome Ne
derlandse vertaling van „De gevan
genen van AJtona het bekende to
neelstuk van Jean-Paul Sartre, uit
stekend vertaald door Gerrit Kouwe-
naar.
Ooievaars
OOIEVAARS. Daamen N.V., Den
Haag.
No. 160: Henriëtte van Eyk: „Ga
briel, de geschiedenis van een ma
ger mannetje", 11e druk, een boek
vol aandoenlijke en dwaze situaties;
no. 161 van dezelfde schrijfster het
ook alleraardigste en onderhoudende
„Vari huis tot huis", tweede druk.
No. 164 is van Jacques den Haan,
„Staart uit het raam", luchtigs over
leven en lezen. Essays met onzware
toets over van allerlei zaken, over
de striptease en over de nozem, onze
spelling en Tirol en dan natuurlijk
over lezen, over boeken, ook over de
tectives. Zeer luchtig en stoelend op
een goede voedingsbodem.
No.'s 165 en 166 zijn van Ed. Hoor-
nik. „De dubbelganger" een uitge
breide keuze uit de gedichtenbundels
die hij sedert 1936 publiceerde, van
af „Matthëus" tot en met „De Vis".
De bundel geeft een uitstekende in
druk van Hoorniks poëzie. In no. 166,
„Over en weer" geheten, vindt men
gebundelde beschouwingen over poë
zie. Zij zijn gewijd zowel aan tijd
schriften en groeperingen, als Fo
rum, Criterium en Het Woord, als
aan afzonderlijke dichters of gedich
ten.
In de „Meulenhoff-editie", een soort
grote pockets, verscheen de derde
druk van Bordewyks familieroman
„Noorderlicht", voorts een. nieuwe
bundel verhalen van Clara Eggink
(waar we nog op terugkomen) onder
de titel „Een Rotterdams kind" (be
vat ook enkele verhalen uit Egypte
en Oost-Afrika)Ten slotte een ver
taling van het belangrijke Madri-
leense boek „De bijenkorf" van Ca-
Belangrijk lager
resultaat Dikkers
Het exploitatieresultaat van G. Dikkers
Co. N.V. is in 1962 belangrijk achter
gebleven bij dat van 1961. Hoewel de
omzet toenam, hebben de gedaalde mar
ges het resultaat nadelig beïnvloed. De
exploitatierekening daalde van 3,05
min. tot 2,51 min. Na afschrijving op
vaste activa enz. ad 1,9 min., Blijft
een saldo winst van 683.042 (v. j.
969.279). Voorgesteld wordt 10 pro
cent dividend (v. j. 14 procent).
Fusie Bührmann-
Tetterode
Aan het gemeenschappelijk bericht én
het definitieve aanbod tot omwisseling
van aandelen Bührnianns papiergroot
handel en lettergieterij Amsterdam, voor
heen Tetterode in aandelen van 'n nieuw
te vormen holdingmaatschappij: Biihr-
mann-Tetterode N.V., wordt het volgen
de ontleend:
De holdingmaatschappij Biihrmann-Tet-
terode N.V., met een maatschappelijk
kapitaal van 75 miljoen, is op 29 mei
1963 door de constituerende vennoot
schappen opgericht. Bij volledige ge
bruikmaking van alle omwisselingsmo
gelijkheden- (exclusief de converteerba
re obligaties) zal het geplaatste aande
lenkapitaal van de holding Bührmann-
Tetterode N.V. bedragen 23.833.400 met
op de globale geconsolideerde balans
per 1 januari 1963 een totaalbedrag aan
reserves van ƒ54.083.000.
Het voorstel tot fusionering van de
beide vennootschappen wordt gedragen
door het algemene inzicht dat het hier
twee krachtige ondernemingen betreft,
die beide gekenmerkt worden door een
sterk financieel weerstandsvermogen en
een gunstige liquiditeitspositie, als ge
volg waarvan de combinatie kan be
schikken over een grote elasticiteit en
slagvaardigheid in het economisch ver
keer. De snel groeiende Europese ge
meenschappelijke markt ontwikkelt zich
naar een zeer grote open thuismarkt.
De voorgestelde fusie schept de voor
waarden om in. dit marktgebeuren een
positie van betekenis in te nemen.
Weer aandrang op
benoeming Europese
bewindsman
De Europese beweging in Nederland
heeft dezer dagen in Deu Haag op haar
jaarlyks congres een resolutie aange
nomen, waarin er by de kabinetsforma
teur en de fractievoorzitters waarmee
hy in bespreking is, niet klem op wordt
aangedrongen te bevorderen dat er op
grote termyn tot benoeming van een
Europese bewindsman, hetzij minister of
staatssecretaris, wordt besloten.
In deze resolutie die met grote meerder
heid werd aangenomen, wordt de over
tuiging uitgesproken dat het voor de
positie van Nederland in Europa van
groot gewicht moet worden geacht dat
in het Nederlandse regeringsbestel de
behartiging van de Europese zaken aan
een afzonderlijke bewindsman wordt op
gedragen. De formatie van het nieuwe
kabinet biedt de mogelijkheid de con
clusie van de commissie-Kan te verwe
zenlijken over de vraag hoe de Neder
landse belangen en opvattingen in het
geheel der Europese eenwording het bes
te kunnen worden behartigd en uitge
dragen.
rnilo José Cela, de „Spaanse He
mingway", vooral bekend geworden
door de „Familie van Pascual Duar-
te". Een vaak schokkend boek over
de ontwortelden in Spanje dat nog
steeds lijdt aan de gevolgen van de
burgeroorlog en de honger. In dezelf
de uitvoering verscheen: „Storm in
de zomer" van Juan Carcia, Hortela-
no (geb. 1928), bekroond met de
Prix Formentor 1961, een typische
moderne roman.
Marnix-pockets
MARNIX POCKETS. A. Manteau
N.V. Brussel-Den Haag geeft een se
rie pockets uit onder de naam Mar
nix-pockets. Er zijn twee soorten,
kleine en grote. In de kleine serie
ontvingen we „Houdt U van
Brahms" van Frangoise Sagan (film
editie met acht foto's), „Ik heb
eens..." een bundel bijzonder aardige
teksten van radiolezingen van Ka-
rel Joncheere waarvan „Ik heb eens
met Jules Supervielle in één bed ge
slapen" de laatste en aardigste is.
„De muur" van Jos Vandeloo beleef
de een derde druk in deze serie. Hé-
lène Defraye van Hubert Lampo
eveneens (definitieve druk staat er
bij). Van Dolf Verroen, Noordneder
lander, verscheen de 2e druk van
„Van eeuwigheid tot amen", nu on
der de titel „Ildebrando".
MeulenhoH
Aan grote Marnix-pockets ontvin
gen we een herdruk, de vierde en nog
maar „voorlopige definitieve" van
„De man die zijn haar kort liet knip
pen" van Johan Daisme, en het voor
treffelijke „De huid" (La Pelle), der
de druk, van Curzio Malaparte.
Als „Reuzensalamander" verscheen
by Querido, Amsterdam, een nieuwe
psychologische thriller van Adriaan
van der Veen, „De boze vrienden".
Dan znn er natuurlijk nieuwe „Lite
raire Pockets" van de Bezige Bij,
Amsterdam, nog steeds aristocraten
in dit genre boeken, ook al zien
meerdere reeksen er tegenwoordig
heel verzorgd uit. No. 82 is „Kinder
jaren" van Tolstoj, zijn eerste werk
uit 1852, vertaald door Aleida Schot,
2e dr. no. 86 een herdruk van „De
handschoenen van het verraad" van
J. W. Holsbergen, no. 87 „Het kan
me niet schelen" 3e druk van Nel
Noordzij, no. 90 „Een tijdelijk monu
ment" van Hugo Raes (verhalen),
no. 91 „Uit het nest geroofd" van
Karei Joncheere (bevattende onge
bundelde poëzie, een soort vóor-
bloemlezing, van een 26-tal levende
Vlaamse dichters uit alle voorhanden
generaties). No. 93 een knappe ver
taling van Hans Croiset van Alfred
de Mussets „Lorenzaccio", Floren
tijns drama over Lorenzo de Medici.
UITGEHOLDE TRADITIE
PROFESSOR WEIGERT
AAN „GETEKENDEN"
TOEGANG TOT COLLEGE
(Van onze correspondent in Bonn)
„Theologie en studentenduels,
bijbel en de „Mensur", gaan niet
samen". Aldus de 47-jarige
hoogleraar in de theologie prof
ds. Hans Conzelmann van de
universiteit in Göttingen (Ne-
dersaksen). Hij weigerde stu
denten der z.g. „schlagende"
corpsen die de traditie trouw
blijven om zich met een degen de
wang open te laten houwen
de toegang tot zijn colleges.
de
In een resolutie heeft de studentenraad
inmiddels tegen deze beslissing ge
protesteerd. Zij druist, volgens de
studenten, in tegen de democratische
vrijheden, waarbij het iedere student
vrij moet staan zijn gezicht al dan
niet op de „Paukboden" de zaal
waar de duels worden „uitgevochten"
te laten openhalen.
Prof. Conzelmann, die in de tweede We
reldoorlog zwaar werd gewond, had
in een interview verklaard, dat van
theologisch standpunt bezien van de
hand moet worden gewezen, dat na
twee zo verschrikkelijke oorlogen
jongemensen met de wapens in de
hand tegenover elkaar staan. „Schla
gende" corpsen passen, volgens de
professor, niet meer in de huidige
sociale en politieke verhoudingen.
Hiermede is ditmaal in de universiteits
stad Göttingen opnieuw de strijd
om de „Mensur" in West-Duitsland
opgelaaid. Op de Vrije Universiteit
in West-Berlijn is het na een referen
dum onder de rond 15.000 studenten
zelfs gekomen tot de ontheffing
de student Eberhard Diepgen uit de
functie van voorzitter van het Alge
mene Stu'dentencomitté, omdat hij tot
een „Schlagend" (duellerend) corps
behoorde. „Schmisse" (littekens) en
ook Farben" (studentenuniforms)
zijn aan de Vrije Universiteit van
West-Berlijn niet meer op hun plaats.
De „Schlagende" corpsen hebben
sinds 1945 hun betekenis verloren, zo
oordeelden de studenten der Vrije
Universiteit (van wie er 71 procent
aan het referendum deelnamen)
Geen sport
Dezelfde controverse woedt op de mees
te andere Westduitse universiteiten
en de communis opinio is, dat de
„Mensur", de „Paukboden", de
„Schmiss" en al die andere „tradi
ties" van het vroegere Duitse stu
dentenleven uit de tijd zijn. Deson
danks is rond een-tiende deel van
de circa 200.000 Westduitse studen
ten lid van de „Schlagende" corpsen.
Meestal zijn zij het op aanbeveling
van papa en van de een of andere
oom, die vroeger ook heeft gestu
deerd en lid van een „Schlagend"
corps was. In zoon of neef moet de
oude traditie verder leven, zo zeggen
de „altë Herren", voor wie de" lit
tekens in het gezicht een status
symbool zijn geweest als hoedanig zy
het graag weer zouden zien hersteld.
En vele studenten geloven, dat de
„Schmiss" straks weer als aanbeve
ling zal gelden en laten zich over
halen lid van een „Schlagend" corps
te worden en zioh het gezicht te
laten openrijten. Met sport heeft d»
„Mensur" niets te maken. Evenmin,
met het echte schermen. De Mensur"-
student wordt dik in de watten ge
pakt. Alleen een deel van zijn ge
zicht blijft onbeschermd, dat deel
waar straks de „veeg" met de sabel
van de tegenstander moet komen. Hij
mag zich slechts „verdedigen" door
de arm, die de degen vasthoudt, te
bewegen. De enige spieren die worden
geoefend, zijn die van de rechterarm.
De student moet eigenlijk staan af
wachten, tot hij wordt getroffen en
zijn gezicht is opengescheurd. Daar
mede is dan zijn „moed" bewezen.
Van 1953 dateert een arrest van het
Bondsgerechtshof in Karlruhe, dat de
„Mensur" in tegenstelling tot het
echte duel, dat een vechtpartij met de
wapens is niet indruist tegen de
goede zeden en derhalve niet kan
worden verboden. Voor de „Schla
gende" corpsen is dat een vrijbrief
geworden. De publieke opinie in
West-Duitsland wijkt ten aanzien
van de „zedelijkheid" van de „Men
sur" echter af van het arrest van het
Bondsgerechtshof. Ook de beide Ker
ken in de Bondsrepubliek veroordelen
de „Mensur". Er wordt in toenemen
de mate druk uitgeoefend op rege
ring en parlement in Bonn om dit
ritueel op de universiteiten te ver
bieden.
Wellicht weer een
luchtvaartshow op
Ypenburg
Het ziet er naar uit dat in 1964 weer
een „Ilsy" Internationale Luchtvaart
show Ipenburg zal kunnen worden ge
houden. Dit blykt uit een verklaring van
het hoofdbestuur der Koninklijke Neder
landse Vereniging voor Luchtvaart die
tijdens de zaterdagmiddag in het Hilton-
notel te Amsterdam gehouden jaarlijkse
algemene vergadering is bekendge
maakt.
Onlangs is een eerste overleg geweest
tussen de directeur-generaal van de rijks
luchtvaartdienst, de plaatsvervangende
chef van de luchtmachtstaf, de burge
meesters van Den Haag, Voorburg,
Leidschendam en Nootdorp, de loco-bur
gemeester van Delft, de gemeentesecre
taris van Rijswijk en een deputatie van
het hoofdbestuur der K.N.V.V.L. onder
meer over de toekomst van de „Ilsy".
Tijdens de eerste bespreking bleek dat
de bezwaren tegen de „Ilsy* in hoofd
zaak gericht zijn tegen: het verkeers
probleem dat ontstaat bij het, zoals tot
dusverre gebruikelyk was, op tweede
pinksterdag houden van de show; de ge
varen die de bevolking zouden bedrei
gen bij vliegongelukken en ten slotte
tegen de overlast van het lawaai in
hoofdzaak veroorzaakt door de straal
jagers.
Van de ziide van de K.N.V.V.L. is aan
geboden de tweede pinksterdag in het
vervolg voor het houden van de „Ilsy"
te vervangen door een zaterdag in het
naseizoen wanneer de drukte ten gevolge
van het toerisme is geluwd.
Ten aanzien van de veiligheid was, is en
zal alles worden ondernomen om haar
te dienen.
Wat de overlast door lawaai aangaat ia
opgemerkt door de delegatie der K.N.V.
V.L. dat het hier gaat om een beperkt
deel van het programma.
Het Noorse parlement heeft de conventie
over gelijke behandeling van buitenlanders
en Norei» inzake sociale verzekering bekrach
tigd. die vorig jaar door de internationale
arbeidsconferentie in Genève werd aanvaard.
Noorwegen. Zweden en Denemarken heb
ben me*, de Verenigde Staten een overeen
komst gesloten over samenwerking terzake
van ruimteverbindingen door middel van
kunstmanen.
De fietsenstalling van de Gad
jah Mada.
te zijn, opgericht in de loop van 1946
(vóór Bandoeng tot universiteit werd
verheven) in de revolutionaire hoofd
stad Djokja.
Het is geen toeval, dat juist deze uni
versiteit een voedingsbodem van radi
caal revolutionair denken is. Het is
ook geen toeval dat in de dagen dat
in andere Javase universiteitssteden
de handeldrijvende Chinese bevol
kingsgroep haar al dan niet verniel
de bedoeningen met kilometers plan
ken had afgeschermd, juist in Djokja
de Chinese middenstand normaal
open huis hield. Studenten-president
Soekarno, bewonderaars, maar geen
familie van de landspresident, was er
zeer beslist in: anti-Chinese acties
zijn contra-revolutionair en subver
sief, want ze zijn strijdig met de
Pantjasila, die tegenstellingen tussen
onze bevolkingsgroepen afwijst". En
als er één universiteit in Indonesië
zich strak richt naar de Pantjasila, in
gedrag zowel als in leerprogram, dan
is dat Gadjah Mada.
Het drietal studenten, de 29-jarige
Soekarno uit Klaten, de goed van de
tongriem gesneden Soesilo Martojo
(25) uit Kudus bij Semarang die hier
economie studeert, en de toekomstige
arts Dusmanto (24) uit Solo, het pre
sidium van de Gadjah Mada Studen
ten Assemblee, spreekt een taal, die
zowel dogmatisch als idealistisch is.
De indoctrinatie is duidelijk herken
baar en wordt ook niet ontkend.
„Iedere student die naar het buiten
land gaat op een beurs, naar Moskou
of naar Harvard, wordt gedurende
een week geïndoctrineerd en na te
rugkeer weer", zei Martojo zonder de
Advertentie