Djokja verarmde stad Marine zoekt veilige routes voor mammoetschepen op Noordzee BS in r H 9 INDONESIË OPNIEUW ONTDEKT IX FEODALE TOESTANDEN BLEVEN ER TE LANG VOORTBESTAAN Eerste onderzoek begonnen K.L.M. BLIJFT NIET ACHTER Opbrengsten bij O.G.E.M. hoger Zondagsscholieren zenden kuikens naar Burma ppIP^i 5^ V' PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT ZATERDAG 8 JUNI 1963 Een door twee sappi's getrokken kar in het centrum van Djokja. Deze wa gens, waarvan de overhuiving in sprekende kleuren is gesierd, zijn een typisch vervoermiddel in het sulta naat, waar vrachtwagens schaars zijn en mens en dier het voornaam ste deel van het transport met spier kracht verrichten. (Van onze speciale verslaggever.) Djokjakarta. „Jullie in het westen zult zeggen, een medicus die zijn bul krijgt, moet aan alle wetenschappelijke eisen vol doen. 'Tuurlijk ben ik het er mee eens. Wie niet! Maar nu sta je voor de andere werkelijkheid. Ik zou die drie knapen wel heb ben willen laten zakken. Maar dat betekent dan in werkelijk heid, dat, noem nu maar drie dorpen, Kajuputihan, Banjuasin en Tepus, waarvoor ze al ston den opgeschreven dus weer een half jaar of een jaar geen dok ter zullen hebben. Nou, toen hebben we gezegd, liever maar een wat mindere dokter, dan géén dokter. Als Indonesië in de toekomst doktoren genoeg heeft zullen we net zo kieskeurig zijn als jullie; net zo kieskeurig als we zelf graag zouden willen zijn". Dr. Warjono, chirurg aan de Rumah Sakit Bethesda, het omstreeks de eeuwwisseling gestichte zendingshos- futaal te Djokja, en tevens hoog- eraar aan de medische faculteit aan de Gadjah Mada universiteit, heeft geleerd, dat de harde werkelijkheid en de idealen zich vaak niet met eik- aard laten verzoenen. En realisme geeft dan de doorslag. Een teleeram uit Djakarta, waarin Gadjah Mada er aan werd herinnerd, dat er op werd gerekend, dat het toegezegde aantal van 75 artsen deze week ter beschikking zou worden gesteld, gaf de doorslag. Binnen een week zullen de drie al bijna gesjeesde studenten als medici op hun eerste standplaats komen. Toen ik 's morgens Bethesda was binnengelopen om de enige Neder landse die thans nog in Djokjakarta verblijft op te zoeken, bleek al met een, dat het onbegonnen werk was. Mej. dr. Bliek, zeven jaar geleden door het zendingscentrum Oegstgeest naar Djokja uitgezonden, verscheen in een reeds smoezelig geworden doktersjas gepreoccupeerd tussen de halve deurtjes van de dokterskamer, van waaruit een klagelijk gejammer ongehinderd de stampvolle wacht kamer van de polikliniek binnen drong. Met bijna smekende blik vroeg ze respijt tot zes uur 's avonds. De Indonesische kantooruren lopen wel iswaar tot twee uur 's middags, maar voor de midici eindigt de dag op zijn vroegst om zes of zeven uur 's avonds. Eén van de prachtige ivaringins voor de kraton in Djokja. Geen wantrouwen „Er is een tijd geweest", zei dr. Warjono, „dat een arts al zijn over redingskracht moest gebruiken om patiënten naar het ziekenhuis te krijgen, zelfs voor een simpele prik. Die tijd is voorbij. Er is een stuk wantrouwen bij de mensen wegge vallen; zelfs de eenvoudigste boe ren zijn zeer positief medisch inge steld. Iedere chirurg in Indonesië heeft bij wijze van spreken operatie- werk aan de lopende band, hoewel we het echt niet zo zachtzinnig kun nen doen als jullie in Holland". Na dat een gillende kleuter van een jaar of vijf, nog over zijn zenuwen van een typhusprik, door zijn vader met een zuigfles tot zwijgen was ge bracht kon ik mijn aandacht weer bij dr. Bliek bepalen. Rustig en za kelijk voerde ze me door de explosief geëxpandeerde laagbouw van het Bethesda-ziekenhuis. waarin het met het oog op de afstanden, aan de dok toren is toegestaan zich per fiets Uniek verkeersbord in Djokjakarta: betjaks en bespannen karren, dienen evenals de fietsers de linkerzijde van de hoofdstraat Djalan Malioboro, waar éénrichtingsverkeer heerst, te houden. Het gemotoriseerde verkeer auto's, motorfietsen en de ook in In donesië doorgedrongen scooter rechts. In Djokja betekent dat dan dat mew op de rechterzijde van de weg meest al veilig zou kunnen voetballen. door de kilometerslange gangen te bewegen. We kwamen langs een zaal met kinderen en vooral babys, van wie de meeste leden aan voe dingstekorten, gepaard gaande met oedeem. Wasbleke fragiele stakkerd jes met bedrieglijk mollige been- Mes, maar met armpjes en gezichtjes e voor zichzelf spraken. Achtergebleven gebied Er heerst hier in midden-Java grote re nood dan in het westen van het eiland. Al op de avond van mijn aankomst viel ik in het duister bijna over vrouwen met kinderen van twee, hooguit drie jaar, die lagen te sla pen voor stoepen van de vroeggeslo- ten toko's in Djokja's armelijke hoofdstraat, Djalan Malioboro. Over dag onder het raam van mijn hotel in een wel onderhouden park, kam peerden mannen en vrouwen, ge kleed in niet veel meer dan een stel lorren, by kleine vuurtjes, waarop ze wat onwaarschijnlijk voedsel warm den. Zulke dingen heb ik op mijn langdurige zwerftochten door Dja karta en Bandoeng nergens aange troffen. Maar in Djokja en omgeving met reeds in 1961 ruim 707 inwo ners per vierkante kilometer het dichtst bevolkte deel van Java was het schering en inslag. De medische statistieken bevestigen het. Het aantal besmettelijke ziekten in Indonesië liep in het algemeen be hoorlijk terug door de 3terk verbe terde medische zorg. Pest, in 1951 nog ruim vijfduizendmaal voorko mend en dat jaar ruim 2200 doden eisend, was in 1959 tot 35 gevallen afgenomen. Pokken, in 1951 meer 1962 tot enkele tientallen gevallen voor heel Indonesië ingedamd. Alleen typhus, paratyphus en dlphterle handhaafden zich vrij hardnekkig op een overigens niet onrustbarend hoog peil. Maar baccilaire dysenterie daar entegen is in tien jaar tijds letterlijk gedecimeerd. Voor het sultanaat Djokja z(jn de cijfers echter beduidend ongunsti ger dan de voor de andere delen van Java. Eensdeels als gevolg van de enorme bevolkingsdicht heid, die de spoeling er dun maakt. Anderdeels, naar bevoegde mensen me verzekerden, toch ook nog als gevolg van liet feit, dat Djokja reeds onder het Neder lands bestuur een achtergebleven gebied was. Het werd iiamcl(jk niet direct door de Nederlanders 1946 heeft Djokja niet geprofi teerd van het rehabilltatiepro- gram, dat door de Nederlanders opge Djokja oleef namelijk onder lei ding van de Soekarnoregerlng. Zo heeft Djokja er telkens naast ge zeten. De achterstand Is vandaag nog duidelyk merkbaar. Een ver vallen, verarmde stad, met als eni ge tekenen van de moderne t|jd, de eerste monumentale gebouwen van het grote universitaire com plex waarin de trotse Gadjah Ma da Universiteit zal worden gehuis vest die thans nog over de gehele stad in noodbehuizingen tot in de kraton toe is verspreid. Wordt men in Djakarta en zelfs nog in Bandoeng in het hart van de stad voortdurend naar het leven gestaan door een razende stroom automobie len, in Djokja moet men zelfs in de hoofdstraat minuten lang wachten tot men er een voorbij ziet komen. Djokja is de stad van de fiets. Men ziet ze er bij tienduizenden. Allemaal van het massieve vooroorlogse Ne derlandse model. Djalan Malioboro heeft éénrichtingverkeer, en ver keersborden in het midden van de straat wijzen fietsers, fietstaxi's (betjaks) met zebu's bespannen kar ren en handkarren naar de linkerzijde en het gemotoriseerde verkeer naar rechts. Het gevolg is meestal, dat men op het rechterdeel van het weg dek kan voetballen, maar dat men links een duivelskunstenaar moet zijn om zonder kleurscheuren het trot toir te halen. Wat daarbij vooral treft is het enorme aantal jonge mensen, typisch in de studieleeftiiü, dat drie, vier rijen dik, gemoedelijk trappend naar de colleges trekt. Sarong en blousetje Hoewel niet alleen in het sultanaat, maar ook in de stad zelf de bevolking in veel mindere mate dan in West- Java naar westerse trant gekleed f aat, en met name de mannen zich egen de avond, als het werk gedaan Is, terugtrekken om niet lang daar na in prachtige sarongs met lange, statige tred het gemeenschapsleven binnen te schrijden, is vooral de stu derende jeugd, die Djokja schijnt te domineren, althans naar het uiterlflk geheel westers georiënteerd. Jongens in heldere witte blouses, nauwe lan ge broeken en de meisjes in fleurige, moderne, rokjes peddelen door de zon nige straten waarin een menigte jonglerende betjaks er niet in slaagt net beeld van een stad van moderne, vrije jeugd aan te tasten. In dit Djokja heeft mej. dr. Bliek, zendingsarts, met een korte onder breking voor een verlof in 1960, met haar te weinige Indonesische colle ga's dag in dag uit van vroeg tot laat gezwoegd. De lange jaren van ver breking van alle contacten tussen Nederland en Indonesië, met slechts één landgenoot, die intussen bij de eerste gelegenheid na het herstel van de diplomatieke betrekkingen al met verlof is gegaan. In 1960, toen vrij wel geen enkele Nederlander meer een re-entry permit kreeg, heeft zij er nochtans een gekregen. Daar is haar beroep uiteraard niet onschul dig aan. Haar contacten met Nederland be stonden uit de brieven die gelukkig bleven doorkomen en de uitzendingen van Radio Nederland Wereldomroep, die voor de weinige Nederlanders, die de moeilijke jaren in Indonesië zijn febleven, een plechtanker waren, oen ze ons vroeg naar de kwaliteit van ons hotel, was ze bepaald niet verbaasd, dat het water er 's avonds noch 's morgens liep, maar wel ver bluft over het feit, dat wc er brood als ontbijt kregen. Brood had ze al sinds Pasen niet meer gehad. „Maar ten slotte ben ik bevoorrecht genoeg, want van tijd tot tijd kregen we zen dingspakketten, en daarin zit altijd havermout..." Dr. Bliek verwacht voorlopig nog niet naar Nederland te gaan. Wel hoopt ze binnen niet al te lange tijd fezelschap van Nederlandse artsen te rijgen. „De behoefte", zei de direc teur-geneesheer van Bethesda, een uitnemend Nederlands sprekende, maar ons bepaald niet al te vriende lijk tegemoetkomende Indonesiër, „is enorm. En mensen als dr. Bliek zul len hier altijd welkom zijn. „Mensen als dr. Bliek wel", herhaalde hij lang zaam en nogal nadrukkelijk. De im plicatie was duidelijk. Ik heb haar meer gehoord, hier in Djokja. Meer dan in andere delen van Indonesië waar men de Nederlander doorgaan? hartelijk tegemoet treedt. Maa Djokja was niet voor niets de hoofd stad van de revolutie. En het is nog altijd de zetel van de universiteit van de revolutie: de Gadjah Mada. Diepgang van 15 meter geeft problemen T~\e grillig gevormd Noordzeebodem met zijn vele ondiepten le- vert in toenemende mate problemen op voor de „mammoet schepen" van 80-100.000 ton, die de laatste jaren in de vaart wor den gebracht. Deze schepen steken zo diep, dat de hydrografi sche diensten van Engeland, Denemarken, Duitsland, Noorwegen, Zweden en Nederland plannen voorbereiden om speciale vaarroutes aan te geven, zogenaamde a-routes. In eerste instantie zal men twee rou tes gaan karteren, t.w. van Hoek van Holland naar een punt ten westen van Noorwegen en een tweede van Hamburg naar de Engelse kust ter hoogte van Harwich. De Koninklijke Marine is reeds bezig een vele mijlen lange slurf voor de Nieuwe Water weg minutieus in kaart te brengen. Zo wordt op het ogenblik de zeebo dem rond deze havenmond meter voor meter afgezocht naar obstakels als wrakken, die nog niet geïdentifi ceerd z(jn. De chef-hydrografie van de Konink lijke Marine, kapitein ter zee ir. W. Langeraar, vertelde dit in Den Haag tijdens een uiteenzetting van het werk van zijn dienst. De noodzaak van het karteren van dergelijke veilige en efficiente vaar routes blijkt wel uit het feit dat deze mammoetschepen soms een diepgang hebben van 15 a 16 meter, terwijl een geringe slingering van vier graden het schip al een meter dieper doet steken. Deze diepgang maakt het na vigeren op de Noordzee, die over gro te stukkèn slechts een diepte van rond de twintig meter heeft, bijzon der ingewikkeld. Modern materieel Bij deze plannen voor internationale routes, die in september op een con gres in Stockholm zullen worden uit gewerkt, speelt de hydrografische dienst van de Koninklijke Marine een belangrijke rol. Deze dienst beschikt thans over twee grote opnemings vaartuigen „H. M. Luymes" en „Snel- lius" en een ondiepwatervaartuig de „Zeefakkel", die beschikken over uiterst moderne instrumenten. Zo hebben beide eerstgenoemde schepen éen diepzee-echolood tot negen kilo meter diepteaanwyzing. By de mari ne onderzoekt men thans ook de mo gelijkheden voor het bouwen van een vaartuig voor oceanografisch onder zoek. Ter voortzetting van de vroeger ge dane proeven van prof. Vening Mei- nesz gaat de hydrografische dienst in 1964 in samenwerking met de Britse admiraliteit metingen verrich ten naar de zwaartekrachtvelden van de aarde. Dit onderzoek, waarvoor gebruik zal worden gemaakt van een onlangs in Duitsland ontwikkelde gravimeter, is zeer belangrijk, omdat uit bepaalde afwijkingen in de baner van gelanceerde aardsatellieten dui delijk is geworden dat de zwaarte krachtvelden van de aarde onvol doende nauwkeurig bekend zijn. Deze aardsatellieten kunnen in de toe komst grote waarde hebben voor de navigatie op zee, mits hun baan geen onvoorziene afwijkingen vertoont. Morenenrug De zogenaamde '„Bruine Bank", onge veer 45 mijl uit de kust van Egmond, is een morenenrug, gevormd uit kei- leem. Deze ontdekking deed de hydro grafische dienst twee weken geleden NA BERICHT OVER SUPERSONISCHE VLIEGTUIGEN „De K.L.M. volgt de ontwikkeling op het gebied van de supersone verkeersvliegtuigen zeer nauw gezet en is volledig op de hoogte van wat er in deze sector ge daan wordt", aldus is van de zij de van de K.L.M. medegedeeld naar aanleiding van de berich ten over de boilw van een Brits- Franse supersoon verkeers vliegtuig, de „Concorde" en de bestelling daarop, gedaan door zowel Pan American Airways als Air France en Boac, terwijl ook president Kennedy heeft aangekondigd, dal in de V.S. een supersoon verkeersvliegtuig zal worden ontwikkeld. „Het is bekend", aldus de K.L.M. „dat in de Verenigde Staten en ook in Enge land en Frankrijk hard wordt gewerk aan deze projecten en naar verwacht wordt, zal het prototype eind 196( kunnen vliegen dit zal dan ver moedelijk de „Concorde" zijn. Bestel lingen. die nu gedaan worden hebben echter een enigszins speculatief ka rakter aangezien nu nog geen gege vens beschikbaar zyn over de econo mische en operationele bruikbaarheid. De K.L.M. verwacht echter wel. dat deze vliegtuigen na 1970 geleidelijk door de luchtvaartmaatschappijen in gebruik zullen worden genomen. Ge zien de positie van de K.L.M. in de wereldluchtvaart zal zij in deze zeker niet achterblijven", tot zover de me- dededling van de K.L.M. „Boot afhouden" Het is een publiek geheim, dat vrijwel alle luchtvaartmaatschappijen met angst en beven de komst van het su- presone vliegtuig tegemoetzien. In de I.A.T.A., dewereldorganlsatie van luchtvaartmaatschappijen, is reeds veel over deze zaak gesproken. Men heeft getracht, zo lang mogelijk „De boot af te houden", maar blijkens de F.M.E. ongerust over belemmering van staalinvoer De Federatie Metaal- en Elektrotech nische Industrie (F.M.E.) heeft in een telegram aan de minister van economi sche zaken uiting gegeven aan haar on gerustheid over eventuele door de Euro pese Gemeenschap voor Kolen en Staal te treffen maatregelen ter bestrijding van de toeneming van de invoer van staal-in do gemeenschap. De F.M.E. verwijst hiervoor naar de voorgenomen besprekingen van de raad van ministers van de E.G.KIS. inzake een voorstel van de Hoge Autoriteit om de Invoer van de staal te beperken door middel van verhoging van het buitenta rief der gemeenschap dan wel door con- tlgentering van de invoer. In het telegram verklaart de F.M.E., dat het voor de bedrijfstakken scheepsbouw en andere metaalverwerkende industrie, welke een zeer belangrijk deel van hun produkten buiten de gemeenschap af zetten, van vitaal belang is hun grond stoffen te kunnen betrekken op dezelf de condities als buiten de gemeenschap gevestigde producenten. Inmiddels heeft blijken uit Luxemburg ontvangen mededeling de ministerraad van de E.G.K.S. besloten tot beperking van de staalinvoer uit landen van het oostelijk blok. Vergeleken mot, 1961 zyn de opbreng sten der bcdrjjvon van de N.V- Overzee se Gas- en Elektriciteitsmaatschappij over 1962, blijkens het verslag, toegeno men van 24,63 min. tot 26,64 nïln. Het nettoresultaat bedraagt 7,17 min. 6,51). Voorgesteld wordt zoals be kend, het dividend te verhogen tot der tien (twaalf) procent. Het geconsoli deerde netto resultaat nam toe tot 8,1 min. (ƒ7.33 min.). Als gevolg van een uitkering van bonusaandelen is het ge- plaatste aandelenkapitaal met tien pro- - cent verhoogd tot 22 min. Tot het ho- ferc geconsolideerde netto resultaat ebben de winsten van de dochteronder nemingen, vooral die in Venezuela en Peru, ir bevredigende mate bijgedragen. mededeling uit Engeland en de Ver enigde Staten is dit kennelijk niet gelukt. Het supersone verkeersvlieg tuig is door sommigen lange tijd als een hersenschim beschouwd. Niet om dat men meende, dat de ontwikke lingskosten zo astronomisch hoog zouden worden, dat niemand er aan zou durven beginnen. Alsjeblieft niet De angst bij de luchtvaartmaatschap pijen was voornamelijk gebaseerd op de ervaringen, opgedaan met de straalmachines. Men redeneerde: „Wil hebben nu gezien, hoe de pro- du ktievermeerdering ten gevolge van het inzetten van de straalmachines ons een "harde klap heeft gegeven. Over die klap zullen wo misschien in 1970 heen zijn en dan begint, populair gezegd, de ellende opnieuw. Alsje blieft niet..." Men wist echter ook dat als één er aan begint, de rest moet volgen. En dat is nu gebeurd. Wanneer de K.L.M. thans zegt: „We zullen zeker niet achterblijven, dan is de vraag gewet tigd: hoe denkt de K.L.M. en hoe denken de andere maatschappijen die direct na de „reuzen" komen dit de financieren En nog afgezien van de financiële moeilijkheden, die de K.L.M. thans heeft en nog lang niet te boven is mag ongetwijfeld de vraag gesteld worden: zullen kleinere maatschap pijen ooit een dergelijk project kun nen financieren, wanneer zelfs de al lergrootsten zich nog steeds bezig zijn te herstellen van de komst van het supersone straalvliegtuig Sommige luchtvaartdeskundigen zijn dan ook van mening, dat deze en der gelijke vragen met een categorisch nee beantwoord moeten worden, al thans bij de huidige organisatie van de wereldluchtvaart. ZIJ hebben ech ter wel een alternatief: samen werking. Deze week zyn 600 eendagskuikens naar Birma gevlogen, die zijn aangekocht door de Nederlandsche Zondags school Verecnigiiig uit de opbrengst van de kerstacne, die door vele zon dagsscholen in het land is gevoerd ten behoeve van noodgebieden elders in «Ie wereld. De actie voor Burma leverde 50.000 op. De leiding van de zondagsschool vereniging heeft over de beste be steding van dit bedrag overleg ge pleegd met ds. J. Thetgyi in Rangoon, directeur van Burmese interkerkelij ke raad voor hulpverlening, terwijl eveneens advies is ingewonnen van de Nederlandse pluimveehouderij. Zo ontstond het plan om de pluimvee houderij in Burma te bevorderen. Het plan heeft nu vast vorm gekre gen en de eerste 600 eendagskulkens zijn via Londen per vliegtuig naar Rangoon verzonden. Het zijn kuikens die geschikt zijn voor de tropen. In Rangoon worden ze verder verzorgd en in kleine aan tallen over de dorpen verspreid. Meer zendingen zullen volgen. Op deze wij ze hoopt men een permanente steun aan de voedselvoorziening in Burma te verstrekken. Per boot zullen volgende week ook ma terialen naar Burma gaan: voeder bakken, eiermandjes, kunstmoeders. Een z.g. koloniehok zal dienen als model, om in het land zelf meer van deze hokken te kunnen maken. Ook is gevraagd om breek- en meng machines, zodat in Rangoon een ba- sisbedrijf voor beter pluimveevoeder kan zorgen. Zelfs wordt gedacht aan een elektrische broedmachine. komen 60 kleine boerderijen in de ge legenheid een eigen pluimveestapel te beginnen. Met deze actie hoopt de Nederlandsche Zondagsschool Vereeniging ook con tact tussen kinderen in Nederland en Burma te leggen. Aan dorpen, waar zondagsscholen zijn, zendt men ver ren zullen zenden, o.a. op geluids bandjes opgenomen zondagsscnoollie- toen in samenwerking met de geolo gische dienst onderzocht werd of de ze belemmering voor de scheepvaart ooit door zeestromingen zou verdwij nen. „Deze hoop kunnen we nu wel opgeven", meende ir. Langeraar, „want deze formatie uit de Ijstijd is zo hard, dat hij de eerste honderden jaren zeker niet zal afbrokkelen". Weinig lucratief Als haar belangrijkste taak be schouwt de hydrografische dienst echter nog steeds het samenstellen van zeekaarten van de Nederlandse kustwateren, waarvan er per jaar zo'n 25.000 worden verkocht: voor 90 procent aan de koopvaardij, 10 pro cent aan de marine. „Een weinig lu cratief bedrijf", zei ir. Langeraar. „Een kaart wordt verkocht voor en kele guldens, maar de werkelijke kos ten bedragen ongeveer 120 gulden per stuk. Ze zijn zo goedkoop omdat het algemeen belang prevaleert". Verder verstrekt zyn dienst dagelijks de „berichten aan zeevarenden", waarin belangrijke internationale nautische gegevens zijn opgenomen. Jaarlijks gaan rond 500 van deze b.a.z.'s de deur uit. Naar abonnees over de gehele wereld. Elk bericht in 2700-voud. Advertentie VLOT DOOR EUROPA MET AUTOKAARTEN BPSrWEGENCIDS 1 n o n r, e 1 EUROPA SljHtFUl LJll (fsso) - hSSllligiBBi UNIEKE WEGENGIDS VAN EUROPA (met wegenkaart en routestift: f 2,50) ■ehmi sverige □anmark ér 1 AUTOKAARTEN VAN VELE LANDEN (met een schat van informaties: f 1,25) GREAT BRITAIN AND IRELAND Hti iWitirl DEUTSCHtANO NIEUWSTE WEGWIJZER VOOR PARIJS (en voor de prachtige omgeving: f 1,25) SPECIALE KAART VAN NEDERLAND (met tal van tooristischo tips: f 0,90) Vele honderden Esso dealers heb ben al deze kaarten in voorraad. 'iral in West-Europa ziet U dit embleem. Symbool van Esso service I Speciaal voor toorlsten MET ESSO BENT U BETEK UITI

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 18