Djokja
verarmde
stad
Marine zoekt veilige routes voor
mammoetschepen op Noordzee
BS
in
r H
9
INDONESIË OPNIEUW ONTDEKT IX
FEODALE TOESTANDEN BLEVEN ER TE LANG VOORTBESTAAN
Eerste onderzoek begonnen
K.L.M. BLIJFT NIET ACHTER
Opbrengsten bij
O.G.E.M. hoger
Zondagsscholieren
zenden kuikens
naar Burma
ppIP^i
5^ V'
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
ZATERDAG 8 JUNI 1963
Een door twee sappi's getrokken kar
in het centrum van Djokja. Deze wa
gens, waarvan de overhuiving in
sprekende kleuren is gesierd, zijn een
typisch vervoermiddel in het sulta
naat, waar vrachtwagens schaars
zijn en mens en dier het voornaam
ste deel van het transport met spier
kracht verrichten.
(Van onze speciale verslaggever.)
Djokjakarta. „Jullie in het
westen zult zeggen, een medicus
die zijn bul krijgt, moet aan alle
wetenschappelijke eisen vol
doen. 'Tuurlijk ben ik het er
mee eens. Wie niet! Maar nu sta
je voor de andere werkelijkheid.
Ik zou die drie knapen wel heb
ben willen laten zakken. Maar
dat betekent dan in werkelijk
heid, dat, noem nu maar drie
dorpen, Kajuputihan, Banjuasin
en Tepus, waarvoor ze al ston
den opgeschreven dus weer een
half jaar of een jaar geen dok
ter zullen hebben. Nou, toen
hebben we gezegd, liever maar
een wat mindere dokter, dan
géén dokter. Als Indonesië in de
toekomst doktoren genoeg heeft
zullen we net zo kieskeurig zijn
als jullie; net zo kieskeurig als
we zelf graag zouden willen
zijn".
Dr. Warjono, chirurg aan de Rumah
Sakit Bethesda, het omstreeks de
eeuwwisseling gestichte zendingshos-
futaal te Djokja, en tevens hoog-
eraar aan de medische faculteit aan
de Gadjah Mada universiteit, heeft
geleerd, dat de harde werkelijkheid
en de idealen zich vaak niet met eik-
aard laten verzoenen. En realisme
geeft dan de doorslag. Een teleeram
uit Djakarta, waarin Gadjah Mada
er aan werd herinnerd, dat er op
werd gerekend, dat het toegezegde
aantal van 75 artsen deze week ter
beschikking zou worden gesteld, gaf
de doorslag.
Binnen een week zullen de drie al
bijna gesjeesde studenten als medici
op hun eerste standplaats komen.
Toen ik 's morgens Bethesda was
binnengelopen om de enige Neder
landse die thans nog in Djokjakarta
verblijft op te zoeken, bleek al met
een, dat het onbegonnen werk was.
Mej. dr. Bliek, zeven jaar geleden
door het zendingscentrum Oegstgeest
naar Djokja uitgezonden, verscheen
in een reeds smoezelig geworden
doktersjas gepreoccupeerd tussen de
halve deurtjes van de dokterskamer,
van waaruit een klagelijk gejammer
ongehinderd de stampvolle wacht
kamer van de polikliniek binnen
drong. Met bijna smekende blik vroeg
ze respijt tot zes uur 's avonds. De
Indonesische kantooruren lopen wel
iswaar tot twee uur 's middags,
maar voor de midici eindigt de dag
op zijn vroegst om zes of zeven uur
's avonds.
Eén van de prachtige ivaringins voor
de kraton in Djokja.
Geen wantrouwen
„Er is een tijd geweest", zei dr.
Warjono, „dat een arts al zijn over
redingskracht moest gebruiken om
patiënten naar het ziekenhuis te
krijgen, zelfs voor een simpele prik.
Die tijd is voorbij. Er is een stuk
wantrouwen bij de mensen wegge
vallen; zelfs de eenvoudigste boe
ren zijn zeer positief medisch inge
steld. Iedere chirurg in Indonesië
heeft bij wijze van spreken operatie-
werk aan de lopende band, hoewel
we het echt niet zo zachtzinnig kun
nen doen als jullie in Holland". Na
dat een gillende kleuter van een
jaar of vijf, nog over zijn zenuwen
van een typhusprik, door zijn vader
met een zuigfles tot zwijgen was ge
bracht kon ik mijn aandacht weer
bij dr. Bliek bepalen. Rustig en za
kelijk voerde ze me door de explosief
geëxpandeerde laagbouw van het
Bethesda-ziekenhuis. waarin het met
het oog op de afstanden, aan de dok
toren is toegestaan zich per fiets
Uniek verkeersbord in Djokjakarta:
betjaks en bespannen karren, dienen
evenals de fietsers de linkerzijde van
de hoofdstraat Djalan Malioboro,
waar éénrichtingsverkeer heerst, te
houden. Het gemotoriseerde verkeer
auto's, motorfietsen en de ook in In
donesië doorgedrongen scooter rechts.
In Djokja betekent dat dan dat mew
op de rechterzijde van de weg meest
al veilig zou kunnen voetballen.
door de kilometerslange gangen te
bewegen. We kwamen langs een
zaal met kinderen en vooral babys,
van wie de meeste leden aan voe
dingstekorten, gepaard gaande met
oedeem. Wasbleke fragiele stakkerd
jes met bedrieglijk mollige been-
Mes, maar met armpjes en gezichtjes
e voor zichzelf spraken.
Achtergebleven gebied
Er heerst hier in midden-Java grote
re nood dan in het westen van het
eiland. Al op de avond van mijn
aankomst viel ik in het duister bijna
over vrouwen met kinderen van twee,
hooguit drie jaar, die lagen te sla
pen voor stoepen van de vroeggeslo-
ten toko's in Djokja's armelijke
hoofdstraat, Djalan Malioboro. Over
dag onder het raam van mijn hotel
in een wel onderhouden park, kam
peerden mannen en vrouwen, ge
kleed in niet veel meer dan een stel
lorren, by kleine vuurtjes, waarop ze
wat onwaarschijnlijk voedsel warm
den. Zulke dingen heb ik op mijn
langdurige zwerftochten door Dja
karta en Bandoeng nergens aange
troffen. Maar in Djokja en omgeving
met reeds in 1961 ruim 707 inwo
ners per vierkante kilometer het
dichtst bevolkte deel van Java
was het schering en inslag.
De medische statistieken bevestigen
het. Het aantal besmettelijke ziekten
in Indonesië liep in het algemeen be
hoorlijk terug door de 3terk verbe
terde medische zorg. Pest, in 1951
nog ruim vijfduizendmaal voorko
mend en dat jaar ruim 2200 doden
eisend, was in 1959 tot 35 gevallen
afgenomen. Pokken, in 1951 meer
1962 tot enkele tientallen gevallen
voor heel Indonesië ingedamd. Alleen
typhus, paratyphus en dlphterle
handhaafden zich vrij hardnekkig op
een overigens niet onrustbarend hoog
peil. Maar baccilaire dysenterie daar
entegen is in tien jaar tijds letterlijk
gedecimeerd.
Voor het sultanaat Djokja z(jn de
cijfers echter beduidend ongunsti
ger dan de voor de andere delen
van Java. Eensdeels als gevolg
van de enorme bevolkingsdicht
heid, die de spoeling er dun
maakt. Anderdeels, naar bevoegde
mensen me verzekerden, toch ook
nog als gevolg van liet feit, dat
Djokja reeds onder het Neder
lands bestuur een achtergebleven
gebied was. Het werd iiamcl(jk
niet direct door de Nederlanders
1946 heeft Djokja niet geprofi
teerd van het rehabilltatiepro-
gram, dat door de Nederlanders
opge
Djokja oleef namelijk onder lei
ding van de Soekarnoregerlng. Zo
heeft Djokja er telkens naast ge
zeten. De achterstand Is vandaag
nog duidelyk merkbaar. Een ver
vallen, verarmde stad, met als eni
ge tekenen van de moderne t|jd,
de eerste monumentale gebouwen
van het grote universitaire com
plex waarin de trotse Gadjah Ma
da Universiteit zal worden gehuis
vest die thans nog over de gehele
stad in noodbehuizingen tot in
de kraton toe is verspreid.
Wordt men in Djakarta en zelfs nog
in Bandoeng in het hart van de stad
voortdurend naar het leven gestaan
door een razende stroom automobie
len, in Djokja moet men zelfs in de
hoofdstraat minuten lang wachten
tot men er een voorbij ziet komen.
Djokja is de stad van de fiets. Men
ziet ze er bij tienduizenden. Allemaal
van het massieve vooroorlogse Ne
derlandse model. Djalan Malioboro
heeft éénrichtingverkeer, en ver
keersborden in het midden van de
straat wijzen fietsers, fietstaxi's
(betjaks) met zebu's bespannen kar
ren en handkarren naar de linkerzijde
en het gemotoriseerde verkeer naar
rechts. Het gevolg is meestal, dat
men op het rechterdeel van het weg
dek kan voetballen, maar dat men
links een duivelskunstenaar moet zijn
om zonder kleurscheuren het trot
toir te halen. Wat daarbij vooral treft
is het enorme aantal jonge mensen,
typisch in de studieleeftiiü, dat drie,
vier rijen dik, gemoedelijk trappend
naar de colleges trekt.
Sarong en blousetje
Hoewel niet alleen in het sultanaat,
maar ook in de stad zelf de bevolking
in veel mindere mate dan in West-
Java naar westerse trant gekleed
f aat, en met name de mannen zich
egen de avond, als het werk gedaan
Is, terugtrekken om niet lang daar
na in prachtige sarongs met lange,
statige tred het gemeenschapsleven
binnen te schrijden, is vooral de stu
derende jeugd, die Djokja schijnt te
domineren, althans naar het uiterlflk
geheel westers georiënteerd. Jongens
in heldere witte blouses, nauwe lan
ge broeken en de meisjes in fleurige,
moderne, rokjes peddelen door de zon
nige straten waarin een menigte
jonglerende betjaks er niet in slaagt
net beeld van een stad van moderne,
vrije jeugd aan te tasten.
In dit Djokja heeft mej. dr. Bliek,
zendingsarts, met een korte onder
breking voor een verlof in 1960, met
haar te weinige Indonesische colle
ga's dag in dag uit van vroeg tot laat
gezwoegd. De lange jaren van ver
breking van alle contacten tussen
Nederland en Indonesië, met slechts
één landgenoot, die intussen bij de
eerste gelegenheid na het herstel van
de diplomatieke betrekkingen al met
verlof is gegaan. In 1960, toen vrij
wel geen enkele Nederlander meer
een re-entry permit kreeg, heeft zij
er nochtans een gekregen. Daar is
haar beroep uiteraard niet onschul
dig aan.
Haar contacten met Nederland be
stonden uit de brieven die gelukkig
bleven doorkomen en de uitzendingen
van Radio Nederland Wereldomroep,
die voor de weinige Nederlanders, die
de moeilijke jaren in Indonesië zijn
febleven, een plechtanker waren,
oen ze ons vroeg naar de kwaliteit
van ons hotel, was ze bepaald niet
verbaasd, dat het water er 's avonds
noch 's morgens liep, maar wel ver
bluft over het feit, dat wc er brood
als ontbijt kregen. Brood had ze al
sinds Pasen niet meer gehad. „Maar
ten slotte ben ik bevoorrecht genoeg,
want van tijd tot tijd kregen we zen
dingspakketten, en daarin zit altijd
havermout..."
Dr. Bliek verwacht voorlopig nog
niet naar Nederland te gaan. Wel
hoopt ze binnen niet al te lange tijd
fezelschap van Nederlandse artsen te
rijgen. „De behoefte", zei de direc
teur-geneesheer van Bethesda, een
uitnemend Nederlands sprekende,
maar ons bepaald niet al te vriende
lijk tegemoetkomende Indonesiër, „is
enorm. En mensen als dr. Bliek zul
len hier altijd welkom zijn. „Mensen
als dr. Bliek wel", herhaalde hij lang
zaam en nogal nadrukkelijk. De im
plicatie was duidelijk. Ik heb haar
meer gehoord, hier in Djokja. Meer
dan in andere delen van Indonesië
waar men de Nederlander doorgaan?
hartelijk tegemoet treedt. Maa
Djokja was niet voor niets de hoofd
stad van de revolutie. En het is nog
altijd de zetel van de universiteit van
de revolutie: de Gadjah Mada.
Diepgang van 15 meter geeft problemen
T~\e grillig gevormd Noordzeebodem met zijn vele ondiepten le-
vert in toenemende mate problemen op voor de „mammoet
schepen" van 80-100.000 ton, die de laatste jaren in de vaart wor
den gebracht. Deze schepen steken zo diep, dat de hydrografi
sche diensten van Engeland, Denemarken, Duitsland, Noorwegen,
Zweden en Nederland plannen voorbereiden om speciale vaarroutes
aan te geven, zogenaamde a-routes.
In eerste instantie zal men twee rou
tes gaan karteren, t.w. van Hoek van
Holland naar een punt ten westen
van Noorwegen en een tweede van
Hamburg naar de Engelse kust ter
hoogte van Harwich. De Koninklijke
Marine is reeds bezig een vele mijlen
lange slurf voor de Nieuwe Water
weg minutieus in kaart te brengen.
Zo wordt op het ogenblik de zeebo
dem rond deze havenmond meter
voor meter afgezocht naar obstakels
als wrakken, die nog niet geïdentifi
ceerd z(jn.
De chef-hydrografie van de Konink
lijke Marine, kapitein ter zee ir. W.
Langeraar, vertelde dit in Den Haag
tijdens een uiteenzetting van het
werk van zijn dienst.
De noodzaak van het karteren van
dergelijke veilige en efficiente vaar
routes blijkt wel uit het feit dat deze
mammoetschepen soms een diepgang
hebben van 15 a 16 meter, terwijl een
geringe slingering van vier graden
het schip al een meter dieper doet
steken. Deze diepgang maakt het na
vigeren op de Noordzee, die over gro
te stukkèn slechts een diepte van
rond de twintig meter heeft, bijzon
der ingewikkeld.
Modern materieel
Bij deze plannen voor internationale
routes, die in september op een con
gres in Stockholm zullen worden uit
gewerkt, speelt de hydrografische
dienst van de Koninklijke Marine een
belangrijke rol. Deze dienst beschikt
thans over twee grote opnemings
vaartuigen „H. M. Luymes" en „Snel-
lius" en een ondiepwatervaartuig de
„Zeefakkel", die beschikken over
uiterst moderne instrumenten. Zo
hebben beide eerstgenoemde schepen
éen diepzee-echolood tot negen kilo
meter diepteaanwyzing. By de mari
ne onderzoekt men thans ook de mo
gelijkheden voor het bouwen van een
vaartuig voor oceanografisch onder
zoek.
Ter voortzetting van de vroeger ge
dane proeven van prof. Vening Mei-
nesz gaat de hydrografische dienst
in 1964 in samenwerking met de
Britse admiraliteit metingen verrich
ten naar de zwaartekrachtvelden van
de aarde. Dit onderzoek, waarvoor
gebruik zal worden gemaakt van een
onlangs in Duitsland ontwikkelde
gravimeter, is zeer belangrijk, omdat
uit bepaalde afwijkingen in de baner
van gelanceerde aardsatellieten dui
delijk is geworden dat de zwaarte
krachtvelden van de aarde onvol
doende nauwkeurig bekend zijn. Deze
aardsatellieten kunnen in de toe
komst grote waarde hebben voor de
navigatie op zee, mits hun baan geen
onvoorziene afwijkingen vertoont.
Morenenrug
De zogenaamde '„Bruine Bank", onge
veer 45 mijl uit de kust van Egmond,
is een morenenrug, gevormd uit kei-
leem. Deze ontdekking deed de hydro
grafische dienst twee weken geleden
NA BERICHT OVER SUPERSONISCHE VLIEGTUIGEN
„De K.L.M. volgt de ontwikkeling
op het gebied van de supersone
verkeersvliegtuigen zeer nauw
gezet en is volledig op de hoogte
van wat er in deze sector ge
daan wordt", aldus is van de zij
de van de K.L.M. medegedeeld
naar aanleiding van de berich
ten over de boilw van een Brits-
Franse supersoon verkeers
vliegtuig, de „Concorde" en de
bestelling daarop, gedaan door
zowel Pan American Airways
als Air France en Boac, terwijl
ook president Kennedy heeft
aangekondigd, dal in de V.S. een
supersoon verkeersvliegtuig zal
worden ontwikkeld.
„Het is bekend", aldus de K.L.M. „dat in
de Verenigde Staten en ook in Enge
land en Frankrijk hard wordt gewerk
aan deze projecten en naar verwacht
wordt, zal het prototype eind 196(
kunnen vliegen dit zal dan ver
moedelijk de „Concorde" zijn. Bestel
lingen. die nu gedaan worden hebben
echter een enigszins speculatief ka
rakter aangezien nu nog geen gege
vens beschikbaar zyn over de econo
mische en operationele bruikbaarheid.
De K.L.M. verwacht echter wel. dat
deze vliegtuigen na 1970 geleidelijk
door de luchtvaartmaatschappijen in
gebruik zullen worden genomen. Ge
zien de positie van de K.L.M. in de
wereldluchtvaart zal zij in deze zeker
niet achterblijven", tot zover de me-
dededling van de K.L.M.
„Boot afhouden"
Het is een publiek geheim, dat vrijwel
alle luchtvaartmaatschappijen met
angst en beven de komst van het su-
presone vliegtuig tegemoetzien. In
de I.A.T.A., dewereldorganlsatie van
luchtvaartmaatschappijen, is reeds
veel over deze zaak gesproken. Men
heeft getracht, zo lang mogelijk „De
boot af te houden", maar blijkens de
F.M.E. ongerust
over belemmering
van staalinvoer
De Federatie Metaal- en Elektrotech
nische Industrie (F.M.E.) heeft in een
telegram aan de minister van economi
sche zaken uiting gegeven aan haar on
gerustheid over eventuele door de Euro
pese Gemeenschap voor Kolen en Staal
te treffen maatregelen ter bestrijding
van de toeneming van de invoer van
staal-in do gemeenschap.
De F.M.E. verwijst hiervoor naar de
voorgenomen besprekingen van de raad
van ministers van de E.G.KIS. inzake
een voorstel van de Hoge Autoriteit om
de Invoer van de staal te beperken door
middel van verhoging van het buitenta
rief der gemeenschap dan wel door con-
tlgentering van de invoer.
In het telegram verklaart de F.M.E., dat
het voor de bedrijfstakken scheepsbouw
en andere metaalverwerkende industrie,
welke een zeer belangrijk deel van hun
produkten buiten de gemeenschap af
zetten, van vitaal belang is hun grond
stoffen te kunnen betrekken op dezelf
de condities als buiten de gemeenschap
gevestigde producenten.
Inmiddels heeft blijken uit Luxemburg
ontvangen mededeling de ministerraad
van de E.G.K.S. besloten tot beperking
van de staalinvoer uit landen van het
oostelijk blok.
Vergeleken mot, 1961 zyn de opbreng
sten der bcdrjjvon van de N.V- Overzee
se Gas- en Elektriciteitsmaatschappij
over 1962, blijkens het verslag, toegeno
men van 24,63 min. tot 26,64 nïln.
Het nettoresultaat bedraagt 7,17 min.
6,51). Voorgesteld wordt zoals be
kend, het dividend te verhogen tot der
tien (twaalf) procent. Het geconsoli
deerde netto resultaat nam toe tot 8,1
min. (ƒ7.33 min.). Als gevolg van een
uitkering van bonusaandelen is het ge-
plaatste aandelenkapitaal met tien pro-
- cent verhoogd tot 22 min. Tot het ho-
ferc geconsolideerde netto resultaat
ebben de winsten van de dochteronder
nemingen, vooral die in Venezuela en
Peru, ir bevredigende mate bijgedragen.
mededeling uit Engeland en de Ver
enigde Staten is dit kennelijk niet
gelukt. Het supersone verkeersvlieg
tuig is door sommigen lange tijd als
een hersenschim beschouwd. Niet om
dat men meende, dat de ontwikke
lingskosten zo astronomisch hoog
zouden worden, dat niemand er aan
zou durven beginnen.
Alsjeblieft niet
De angst bij de luchtvaartmaatschap
pijen was voornamelijk gebaseerd op
de ervaringen, opgedaan met de
straalmachines. Men redeneerde:
„Wil hebben nu gezien, hoe de pro-
du ktievermeerdering ten gevolge van
het inzetten van de straalmachines
ons een "harde klap heeft gegeven.
Over die klap zullen wo misschien in
1970 heen zijn en dan begint, populair
gezegd, de ellende opnieuw. Alsje
blieft niet..."
Men wist echter ook dat als één er
aan begint, de rest moet volgen. En
dat is nu gebeurd. Wanneer de K.L.M.
thans zegt: „We zullen zeker niet
achterblijven, dan is de vraag gewet
tigd: hoe denkt de K.L.M. en hoe
denken de andere maatschappijen die
direct na de „reuzen" komen dit de
financieren
En nog afgezien van de financiële
moeilijkheden, die de K.L.M. thans
heeft en nog lang niet te boven is
mag ongetwijfeld de vraag gesteld
worden: zullen kleinere maatschap
pijen ooit een dergelijk project kun
nen financieren, wanneer zelfs de al
lergrootsten zich nog steeds bezig zijn
te herstellen van de komst van het
supersone straalvliegtuig
Sommige luchtvaartdeskundigen zijn
dan ook van mening, dat deze en der
gelijke vragen met een categorisch
nee beantwoord moeten worden, al
thans bij de huidige organisatie van
de wereldluchtvaart. ZIJ hebben ech
ter wel een alternatief: samen
werking.
Deze week zyn 600 eendagskuikens naar
Birma gevlogen, die zijn aangekocht
door de Nederlandsche Zondags
school Verecnigiiig uit de opbrengst
van de kerstacne, die door vele zon
dagsscholen in het land is gevoerd
ten behoeve van noodgebieden elders
in «Ie wereld.
De actie voor Burma leverde 50.000
op. De leiding van de zondagsschool
vereniging heeft over de beste be
steding van dit bedrag overleg ge
pleegd met ds. J. Thetgyi in Rangoon,
directeur van Burmese interkerkelij
ke raad voor hulpverlening, terwijl
eveneens advies is ingewonnen van
de Nederlandse pluimveehouderij. Zo
ontstond het plan om de pluimvee
houderij in Burma te bevorderen.
Het plan heeft nu vast vorm gekre
gen en de eerste 600 eendagskulkens
zijn via Londen per vliegtuig naar
Rangoon verzonden.
Het zijn kuikens die geschikt zijn voor
de tropen. In Rangoon worden ze
verder verzorgd en in kleine aan
tallen over de dorpen verspreid. Meer
zendingen zullen volgen. Op deze wij
ze hoopt men een permanente steun
aan de voedselvoorziening in Burma
te verstrekken.
Per boot zullen volgende week ook ma
terialen naar Burma gaan: voeder
bakken, eiermandjes, kunstmoeders.
Een z.g. koloniehok zal dienen als
model, om in het land zelf meer van
deze hokken te kunnen maken. Ook
is gevraagd om breek- en meng
machines, zodat in Rangoon een ba-
sisbedrijf voor beter pluimveevoeder
kan zorgen. Zelfs wordt gedacht aan
een elektrische broedmachine.
komen 60 kleine boerderijen in de ge
legenheid een eigen pluimveestapel te
beginnen.
Met deze actie hoopt de Nederlandsche
Zondagsschool Vereeniging ook con
tact tussen kinderen in Nederland en
Burma te leggen. Aan dorpen, waar
zondagsscholen zijn, zendt men ver
ren zullen zenden, o.a. op geluids
bandjes opgenomen zondagsscnoollie-
toen in samenwerking met de geolo
gische dienst onderzocht werd of de
ze belemmering voor de scheepvaart
ooit door zeestromingen zou verdwij
nen. „Deze hoop kunnen we nu wel
opgeven", meende ir. Langeraar,
„want deze formatie uit de Ijstijd is
zo hard, dat hij de eerste honderden
jaren zeker niet zal afbrokkelen".
Weinig lucratief
Als haar belangrijkste taak be
schouwt de hydrografische dienst
echter nog steeds het samenstellen
van zeekaarten van de Nederlandse
kustwateren, waarvan er per jaar
zo'n 25.000 worden verkocht: voor 90
procent aan de koopvaardij, 10 pro
cent aan de marine. „Een weinig lu
cratief bedrijf", zei ir. Langeraar.
„Een kaart wordt verkocht voor en
kele guldens, maar de werkelijke kos
ten bedragen ongeveer 120 gulden
per stuk. Ze zijn zo goedkoop omdat
het algemeen belang prevaleert".
Verder verstrekt zyn dienst dagelijks
de „berichten aan zeevarenden",
waarin belangrijke internationale
nautische gegevens zijn opgenomen.
Jaarlijks gaan rond 500 van deze
b.a.z.'s de deur uit. Naar abonnees
over de gehele wereld. Elk bericht in
2700-voud.
Advertentie
VLOT DOOR EUROPA MET
AUTOKAARTEN
BPSrWEGENCIDS
1
n o n r, e 1
EUROPA
SljHtFUl
LJll
(fsso) -
hSSllligiBBi
UNIEKE WEGENGIDS VAN EUROPA
(met wegenkaart en routestift: f 2,50)
■ehmi
sverige
□anmark
ér
1
AUTOKAARTEN VAN VELE LANDEN
(met een schat van informaties: f 1,25)
GREAT BRITAIN
AND IRELAND
Hti iWitirl
DEUTSCHtANO
NIEUWSTE WEGWIJZER VOOR PARIJS
(en voor de prachtige omgeving: f 1,25)
SPECIALE KAART VAN NEDERLAND
(met tal van tooristischo tips: f 0,90)
Vele honderden Esso dealers heb
ben al deze kaarten in voorraad.
'iral in West-Europa ziet U dit embleem.
Symbool van Esso service I
Speciaal voor toorlsten
MET ESSO BENT U BETEK UITI