Ook een kerkelijke herindeling nodig? Acuut stadium intercommunie: de universitaire kapeldiensten zaterdagnummer Wél begeren - maar hóe? Zaterdag 11 mei 1963 Is een herindeling van de ker kelijke gemeenten in Zeeland nodig? Moeten de kerken zich ook niet heroriënteren wat de groepering van de gemeenten betreft? Burgerlijk is en wordt één en ander duchtig onder de loep genomen. In hoeverre heb ben de kerken in ons gewest met hun éigen indeling te ma ken met de burgerlijke concen traties. Wat zijn de invloeden, die ontvolking van het platte land (trek naar de steden of het verlaten van Zeeland), het landelijke predikantentekort, dat ook zijn neerslag vindt in de predikantsvacatures in Zee land, op de vele kerkgemeen ten, klein en groot, in deze provincie Deze en andere vragen hebben wij gestéld aan verscheidene predikanten en geestelijken uit diverse kerken. Kerkelijke her indeling blijkt in verschillende kerken onderwerp van ge sprek uit te maken, in weer andere kerkgenootschappen speelt dit probleem minder. Als dank van de r.-k. parochie voor verleende gastvrijheid staat in het hervormde bede huis in die gemeente een smeedijzeren standaard voor het doopbekken. Van eind aw- gustus tot Kerstmis vorig jaar, maakten de rooms-katholieken tijdens restauratie ua» hun eigen kerkgebouw, gebruik van de hervormde kerk. De hervormde voorganger H. J. Begeer: „als je iemand kunt helpen, moet je dat doen" en pastoor H. J. Deenen: „wij zijn heel erg geholpen en we hoef den alleen maar verwarming en verlichting te betalen". De r.-k. leden collecteerden de standaard bijeen, die kortgele den is aangeboden. (Foto P.Z.G.) Jn de Hervormde Kerk in Zee land is na bijna twee jaar een provinciale commissie voor kleine gemeenten aan het werk. Men zoekt naar de mogelijkheid van grotere lokale en territo riale eenheden, er zijn voorzich tige stappen in die richting ge daan. De Particuliere Synode van de Gereformeerde Kerken in Zeeland heeft op de laatste vergadering een coördinatie commissie voor het beroepings- werk herbenoemd, die nu ook ongeveer twee jaar aan het werk is. In deze commissie wordt bekeken of alle voor de hand liggende arbeid efficiënt kan worden gedaan, indien een gemeente wenst te beroepen. De gemeenten, die een vacante pre dikantenplaats hebben, gaan dus niet „zo maar' 'beroepen. VACATURES IN DE naar traktement. De hervormde pre dikanten worden naar anciënniteit en naar grootte van de gemeenten be taald: als gemeenten één zouden worden, kunnen zij terecht komen in een hogere klasse, dit kan aanmer kelijke financiële nadelen met zich brengen. Het traktementsverschil tus sen oudere en jongere predikanten is nu 2700 en tussen de klassen één en vijf 3000, maakt samen ruim 5000. In dit verband werd gewezen op het verantwoordelijkheidsgevoel van de kerken: „men is geroepen om elkaar te helpen". De kerkgemeenten zou den elkaar mogelijk financieel kun nen bijstaan, waardoor grotere regio nen tot stand zouden kunnen worden gebracht. Wat de ontvolking betreft van de gemeenten: Tholen staat er gunstig voor, hoewel deze zich ook daar zal inzetten, zo meent men. Dit geldt ook voor Noord-Beveland. Een „probleemgebied" zou de Zak van Zuid-Beveland met vele kleine kerk gemeenten kunnen zijn. Een predikant van Schouwen-Duive- land zei ons, dat het zielental van de plattelandsgemeenten daar nog steeds achteruit gaat. Het zyn de be kende vraagstukken: de landbouw heeft geen mensen meer nodig, de bevolking veroudert vrijwel overal. De consulenten hebben druk werk: verenigingsbezoek in de vacante ge meenten, ziekenbezoek, catechismus, zij komen er vrijwel niet aan toe. ZEEUWSE KERKEN Gereformeerden In de twee grootste protestanse kerken van Zeeland speelt de ge dachte aan concentratie een voor zichtige achtergrond-rol. Het aantal predikantsvacatures in de hervormd* kerk in Zeeland is zeer gering: Walcheren 3, Schouwen-Dui veland 4 (waarvan 1 met een vica ris) plus 1 gemeente, die binnenkort vacant wordt, Tholen is vrijwel volle dig bezet. Beveland: één gemeente met een hulppredikant, één die bin nenkort vacant wordt, 1 vacature, Zccuwsch-Vlaanderen1 gemeente permanent vacant (waar men dus geen beroep uitbrengt) en enkele ge meenten met een hulppredikant op totaal 112 predikantenplaatsen. Waar gemeenten vacant zyn, treedt een predikant van een naburige ge meente als consulent op: hij verricht daar de pastorale werkzaamheden. Tot op het moment is de toestand dus wat de predikanten betreft niet ongunstig, maar de toekomst: „de ontvolking van het platteland zet door, een sanering zal niet kun nen uitblijven, want op de duur zal het voor de kleine gemeente finan cieel niet meer mogelijk zjjn het hoofd boven water te houden, in de Hervormde Kerk streeft men naar de vorming van grotere rayons", aldus zei men ons van de zfjde van de pro vinciale commissie voor kleine ge meenten. „Concentratie Is onvermij delijk, maar höe? Er is een streven naar het zoveel mogelijk gelijk laten vallen van kerkelijke en Burgerlijke gemeentegrenzen.' Er z(jn al emge combinaties in vroeger jaren tot stand gekomen en ook tijdelijk pseu- docombinaties". De Gereformeerde Kerken in Zee land tellen aan vacatures in pre dikantenplaatsen: in Zeeuwsch- Vlaanderen 1 vacature op 9 kerken, In de classis Goes 1 permanente va cature, I aanstaande lege plaats en 2 vacatures, op Walcheren 2 vaca tures, drie binnenkort bezette plaat sen; in de classis Tholen: 2 vacatu res op 7 kerkgemeenschappen, op Schouwen-Duiveland zijn er op de 8 kerken geen vacatures, wel 1 per manent onbezette plaats. In Zeeuwsch-Vlaanderen kan veilig worden aangenomen, zo meende een gereformeerd predikant, dat er vrij wel geen gereformeerde kerk is, die niet een gering vertrekoverschot heeft, maar in grote ljjnen blijven de kerkelijke gemeenten toch wel sta tionair. Er zijn ook.enkele gemeen ten, die groeien, zoals Terneuzen. Of een concentratie van gemeenten nodig wordt? „Als men simpel op de cfjfers let, dan zou het mogelijk zijn, maar indien men verder kijkt, dan komen andere geaardheid, zelfstan dig ontwikkelde gemeenten, die ge handhaafd moeten blijven en andere problemen ter sprake Een zeer beslist geluid in deze zin vernamen wy van een Walcherse ge reformeerde predikant: „concentratie van gemeenten is op Walcheren niet nodig; men is er sterk op de eigen zelfstandigheid gesteld. De vacatures op Walcheren zijn zich bovendien nu aardig aan het vervullen, er zijn geen irenlang slepende vacatures en de erken lopen niet dermate terug in zielental, aat de vacatures open moe ten blijven, vele kerkgemeenten blij ven ook hier stationair". Uitwegen Men heeft naar uitwegen gezocht en zoekt nog: predikanten blij ven en nemen er een nevenbetrek king bij (maar dan: In hoeverre moet men de instantie van de nevenbetrek king (een school bijvoorbeeld) be trekken in het beroeplngswerk?), men zoekt naar mogelijkheden tot het aantrekken van een catecheet een evangelist, een bijstand .n het pastoraat (emeritus predikant of vi caris). Wanneer men gemeenten zou gaan samenvoegen in de vorm van wij ken wellicht dan is er het pro bleem van de clasificatie, de indeling noodsituatie, die concentratie speelt In de classis Tholen praktisch geen rol", aldus een predikant uit dat ge bied. Een gereformeerd predikant op Schouwen-Duiveland, ltd van de be roepingscommissie, gaf ons als zijn mening, dat een samenvoeging van kerkelijke gemeenten niet zou moe ten uitlopen op een soort afschadu wing van de ourgerlijke gemeente grenzen. De zaken liggen kerkelijk moeilijker. „Kerkelijk zou men iets dergelijks moeten krijgen, maar het kerkgebouw en de pastorie vormen het centrum van de gemeenschap. Die moeten „bewoond" zijn. Prakti sche pastorale arbeid speelt bij con centratie geen rol: iedere predikant zal moeten beschikken of beschikt al over een auto, maar wél is van be- Ituim 800 leden telt de r.-k. parochie in Hoofdplaat, welks kerkge bouw hier is afgebeeld. Het inferieur <s ingrijpend gerestaureerd. Tweede pinksterdag (drie junizal mgr. G. H. de Vet, bisschop van Breda, het nieuwe marmeren hoofdaltaar consecreren. Voor Ut altaar staat een verplaatsbare altaartafel. (Foto P.Z.C.) lang, dat een kerkelijke herindeling niet een zuiver planologische zaak is: men kan niet alles door de econo mie laten beheersen. Er zijn boven- economisehe factoren, die moeten gelden, of zoals prof. R. Schipper (Vrije Universiteit) het eens uit drukte: „de kwestie van de pastor in het midden van ziin kudde is een belangrijke grootheid ook voor de representatie van de gemeente is dit een belangrijk punt". Deze predi kant wees verder op de ook in zijn kerk spelende financiële consequen ties: de hogere predikantstraktemen- ten. Indien een concentratie tot stand zou moeten komen, dan moet deze meer die van een wijkindeling wor den, opdat evenals in de Hervormde Kerk de zelfstandigheid toch be waard blijft. Geref. gemeenten De Gereformeerde Genieenten in Nederland tellen in 142 gemeen ten totaal 66.235 leden (in 1954 nog 54.000), waarvan in tien gemeenten met slechts drie predikanten bijna 15.000 in Zeeland: 17 gemeenten met 3 predikanten en 7638 leden in de classis Goes, 10 gemeenten met 4587 leden en 1 predikant in de classis Middelburg (Walcheren en Zeeuwscli- VIaanderen en in de classis Tholen (Noord-Zeeland) 9 gemeenten met 2685 leden en geen predikant. Deze cijfers zijn uit het jaarboekje van dit kerkgenootschap. Niet al deze gemeenten brengen beroepen uit, maar wel een groot deel. De 4 predikanten moeten ieder een deel van het totaal aantal zielen verzor gen. Daarnaast vervullen uiteraard de ouderlingen een belangrijke, veelom vattende taak. Men heeft voorname lijk leesdiensten. De Gereformeerde Gemeenten in Zeeland hebben te maken met een al gemene trek naar de gemeenteker- Iedere gave die goed, en elk geschenk, dat volmaakt is, daalt van boven neder, van de Vader der lichten, bij wie geen verandering is of zweem van ommekeer. Jacobus 1 17. Bij ieder doet het woord begeerte wel iets opvlammen. Want één van de dingen waarin wij de warmbloedige kracht van ons menszijn beleven, is de begeerte. Waar geen begeerte meer werkt, daar is gebrek aan spanning, tekort aan genieting. Door begeerte verlangen wij nieuwe stréken te ontdekken in de vakantie, verder te komen in de maatschappij, liefde te geven en liefde te ontvangen. Toch kunnen xoij niet zonder meer een lofzang op de begeerte zin gen. Wij zijn met de in ons sluimerende begeerte niet alleen in een schoon, maar ook in een gevaarlijk gezelschap. Jacobus ziet haar als een vrouw die meelokt en verleidt en die niet eerder verzadigd is voordat ze het Ik volledig in haar netten gevangen heeft. En als ze bevrucht is door een Ik, een hart, dat zich aan haar gewonnen gaf, dan brengt ze wanprodukten voort: allereerst zonde dat wat los staat van God, ontrukt is aan zijn bestemming en ten slotte de dood. Wij kunnen verhard en verstard zijn in het najagen van onze begeerten, toegesloten voor elk redelijk appel. Wij komen in de houding van door dik en door dun te gaan. Dit is de dood in onszelf maar tegelijk de dood voor onze omgeving. Wél begeren maar hoe is het mogelijk dit te doen zonder te komen tot deze beweging des doods? Jacobus geeft het antxooord: Alles wat orm loordt aangereikt en wat xcerkelijk heilzaam is komt van God, de Vader der lichten. In zijn goedheid verandert Hij niet en zijn geschenken zullen nooit dxiisternis brengen. Nu komt alles wat het leven ons aanreikt te staan in de glans van het wonder. De verleidelijke begeerte komt in deze verwondering tot zxoijgen. Haar energie wordt geheiligd door de dankbaarheid. Dit begeren krijgt en nieuwe naam: liefhebben, en het kan alleen gebeuren bij nieuwe mensen. Deze mensen kunnen bidden: Vergun het de uwen, dat zij liefhebben, wat Gij gebiedt en verlangen naar hetgeen Gij belooft. MIDDELBURG. H. SNOEP. siever worden en meer op de Zeeuw se kerken worden afgestemd. Totaal zijn er in ons land 171 kerken met 106 predikanten. Dubbelplaatsen meegerekend zijn er 76 vacatures. Dit jaar zijn er 4 kandidaten. „Wat het aantal predikanten betreft zijn er niet zulke grote perspectieven", aJ- dus deze predikant. De Bond van Vrye Evangelische Ge meenten in Nederland omvat in Zee land vier gemeenten met vyf (bezet te) predikantenplaatsen. Yerseke is een belangrijk centrum van deze kerk. Men ziet voor deze gemeente een onzekere toekomst, als er geen nieuwe werkgelegenheid komt. Dan zou in de toekomst van de gemeente aldaar een „volksverhuizing" zijn te verwachten, op het ogenblik Lijkt de toestand stabiel. De gemeenten in Zeeland zijn te groot voor een samenvoeging, aldus zei men ons. „Men heeft een grote vriendenkring rond onze gemeenten, die niet belijdende leden zijn, maar wel sterk mee-levend". Oecumenisch j dikanten voor Zeeland voor doopsgezinden, maar dit is nog in een beginstadium", zo vertelde ons een doopsgezinde predikante. Er zijn geen vacatures, maar de concentratie van gemeenten zou kunnen geschie den, wanneer in de toekomst één der predikanten uit Zeeland vertrekt. De vermindering van het aantal predi kanten in ons land is hier van in vloed (100 van ongeveer 150 gemeen ten) en voor Zeeland: vermindering van het zielental door wegtrekken in een enkele gemeente. Om toch een zekere band te honden is er een broederschapshuis in Aar denburg op komst (volgend jaar klaar), de „Elderschans", aat min of meer als vormingscentrum zal gaan fungeren. De predikante zei, graag met andere kleinere kerken, remon stranten en vrijzinnig hervormden, te willen zoeken naar een oplossing van het concentratievraagstuk. „Plaatse lijk zon dit veel beter zijn: het zou de oecumenische contacten verbete ren". In onze studententijd woonden we een paar jaar op geen honderd meter afstand van een gere formeerde kerk. Wanneer het weer eens wat slecht was of de tijd wat al te krap, glipten we daar wel eens binnen en luisterden naar predikers als van Arkel, Kallmann, Kajan, toen nogal be kende figuren in die kerken. Er kwamen nogal cons herinneringen aan afscheiding en doleantie alsof toen pas de kerkgeschiedenis begonnen was, maar waarom zouden wy die als hervorm den niet mogen horen? Toen we daar weer eens een keer binnenvielen, zou er het H. Avondmaal worden gevierd en we zyn toen maar weer ver trokken. In die tyd vonden we dal vanzelfspre kend en nu, na veertig jaren, vinden we dat eigenlijk niet meer zo vanzelfsprekend. Dit is maar een klein voorval, maar het is toch wel tekenend om aan te geven hoe er lets is veran derd by ons zelf en in heel wat kerkelijk denken. In de protestantse kerken van ons land (en waarlijk daar niet alleen) wordt er tegenwoordig nogal eens gesproken over de betekenis van het sacrament van het H. Avondmaal. Wanneer dit het geval is, komt het hoofdzakelijk voort uit de oecumenische ontwikkeling die wij beleven. Eerst, heel nuchter nog, hebben enkelen over de grenzen van hun kerk heen gekeken, in de overtuiging dat het toch nergens zo goed was als in eigen kerk en dat nergens elders het evangelie zo best was bewaard. Schoorvoetend nam men aan dat het woord van Jezus wel waar zou zijn dat Hij nog andere schapen heeft die niet van deze stal zijn. Deze houding is nu langzamerhand bezig in z'n tegendeel te verkeren. Steeds meer hoor je zeg gen dat er uiteindelijk maar één kerk is en één Heer en één God en Vader en dat het zonde voor God is in gescheidenheid voort te gaan. Weg met al die grenzen van kerken! „Opdat zij allen één zijn", is immers de bede van Christus voor zijn discipelen geweest. Men ergert zich aan ieder die dit lied van de eenheid niet spontaan met hen meezingt en opmerkt: Ja maar, die scheidingen zijn er niet zo maar vanzelf ge komen; er moet eerst worden gepraat; het ver leden kunnen we zo maar niet van ons afschud den. Dit „ja maar", wekt dan ergernis en ontlokt de opmerking dat er al meer dan genoeg ge praat is. Geen woorden, maar daden, daarvoor is de tijd nu gekomen. Diezelfde klanken kan men ook horen wanneer het gaat om het H. Avondmaal. De inter kerkelijke viering daarvan is in een accuut sta dium gekomen door de universitaire kapeldiens ten in de Janskerk te Utrecht. De vraag is daar gesteld wanneer wy als mensen, die uit heel ver schillende kerken komen, naar het evangelie kunnen luisteren, waarom kunnen wy dan niet gezamenlijk het H. Avondmaal vieren? De sa cramenten willen immers voor ons zijn zichtbaar geworden Woord, waar in de taal der tekenen niet anders wordt gezegd dan wat wij ook in de prediking mogen beluisteren. Bij de uitleg van de H. Schrift wordt in de diverse kerken ook wol een verschillende nadruk gelegd, maar het blijkt mogelijk dat er gezamenlijk naar het evan- nen Yerseke, Krabbendijke en Goes. Totaal zijn er in ons land 25 predi kanten van dit kerkgenootschap en 6 in de Verenigde Staten van Noord- Amerika. Men tracht de grote nood aan predi kanten te ondervangen door de stu denten van de theologische school te Rotterdam na 2 jaar studie spreek- consent te geven, zij doen dus dan al pastoraal werk. Binnen vyf jaar zijn zij beroepbaar. Twee zyn binnen kort beroepbaar en er zijn momenteel 11 studenten op de school. Dekenaten In 1962 kwam in het bisdom Breda een dekenale herindeling tot stand. Het was één van de eerste daden van de nieuwe bisschop van Breda, mgr. G. H. de Vet. Waren er eerst de de kenaten Hulst, Oostburg, Middelburg en Hontenisse, bij de nieuwe inde ling kwam er het nieuwe dekenaat Kanaalzone (dekenaat Terneuzen) en werd het dekenaat Hontenisse als zodanig opgeheven. Een bevoegde instantie zei ons uit deze herindeling te mogen constate ren, dat de R.-K. Kerk de geestelijke en religieuze problematiek van de Kanaalzone terecht als een aparte zaak beschouwde, anders dan die in de randgebieden. Door een tekort aan priesters (verscheidene parochies zouden er één of meer kapelaans by moeten hebben), omdat verscheidene dienstdoende pastoors op leeftijd zijn en vanwege de vele kleine gemeenten, wordt van de zyde van de leken de wenselijkheid van een herindeling in- Sezien. Ook een rapport van het .A.S.KJ. (Katholiek Sociaal Kerke- Op deze foto het interieur van het Ned. hervormd kerkgebouw te Hoofdplaat. De hervormde gemeen te telt ongeveer 150 kerkleden. In dit gebouw kerkten vorig jaar de rooms-katholieken van Hoofdplaat. Men begon om half zeven zondags morgens; tegen tien xixir xcas de kerk xoeer wij. Door de week werd de mis opgedragen in het r.-k. ver enigingsgebouw. Voorin het kerkge- bouw xcas een tijdelijk altaartje op gericht. (Foto P.Z.C.) iyk Instituut), dat momenteel een kerktelling houdt in de parochies van het dekenaat Middelburg (Walche ren, Tholen en Schouwen), sprak al over deze wenselijkheid. Er is geen principieel plan tot herindeling, maar wel gaan de gedachten uit naar moederparochies met kernen. Eén en ander kwam al eerder op deze pagi na ter sprake. Reorganisatie Van de elf predikantsplaatsen in Zeeland van de Christelijk Gere formeerde Kerken zjjn er 4 bezet. Concentratie speelt nog geen belang rijke rol, wél meende één der predi kanten, dat Goes bijvoorbeeld, een plaats in opkomst, samen zou kunnen met één der andere kerkgemeenten, als er een jonge predikant zon zijn. Een paar jaar geleden is een reorga nisatie tot stand gebracht: Zeeland (eerst onder de classis Dordrecht) werd toen een aparte classis Middel burg, de arbeid kon daardoor inten- gelie geluisterd wordt. Nu mogen er in de avond- maalsopvattingen verschillen zijn en nu mag het waar wezen dat juist deze verschillen in de kerkgeschiedenis mede aanleiding zijn geweest tot kerksplitsing; maar moeten we nu precies gelijk denken om het toch te kunnen vieren? Dit is de vraag die in Utrecht steeds meer accuut is geworden. Men heeft toen het verheugende besluit genomen om dit sacrament niet op eigen houtje te vieren. Daarmee zou een godsdienstige gemeenschap worden gesticht naast de bestaande kerken. Aan de verschillende gemeenten in Utrecht die daarvoor in aanmerking kwamen heeft men officieel gevraagd of zij mee konden doen aan een interkerkelijke universitaire avond maalsdienst. De lutherse en hervormde gemeen ten hebben vrij vlot geantwoord. Hoewel ze er niet afwijzend tegenover stond, heeft de kerkc- raad van de Gereformeerde Kerk geantwoord dat deze zaak classicaal en synodaal besproken moest worden, naar de orde der Kerk. Remon stranten en doopsgezinden gaven geen moeilijk heden. Wat anders lag het by de oud-katholieken door hun volkomen andere avondmaalsopvattin- gen en door hun geheel andere denkwyze over het kerkelijk ambt. Daardoor konden ze de be diening van het H. Avondmaal, zoals dat plaats vond in de kerken der reformatie, niet als voluit geldig erkennen. Maar in ieder geval is het Avondmaal in de universitaire kapeldiensten ge vierd en mede daardoor is het gesprek over de intercommunie in een nieuw stadium gekomen, wat een verheugend feit is. Het gaat er niet om dat enkelingen over de muren van hun kerk heenspringen, maar dat de kerken in deze tijd gezamenlijk het gesprek voeren over de vragen die samenhangen met de gezameniyke kerkdiens ten en de gezameniyke viering van het H. Avond maal. Wat verenigt ons en wat houdt ons (nog) gescheiden Met het woord „intercommunie" duidt men dus aan dat kerken het mogelyk maken dat door haar leden, gezameniy'k met die van andere ker ken het H. Avondmaal wordt gevierd en soms ook hun predikanten toestemming geven om dit sacrament in een andere kerk te bedienen. Dat in Utrecht de lutherse en hervormde gemeente het eerst antwoord gaven, heeft zyn reden. Enige jaren geleden, in 1956, is tussen deze twee ker ken een „consensus (overeenstemming) over het Avondmaal" tot stand gekomen. Men heeft die consensus bereikt, uitgaande van de overtuiging dat men bereid moest zyn „boven de particula rismen van hun respectieveiyke beiydenisgeschrif- ten uit, ln een nieuwe confrontatie met de H. Schrift", trachten te komen tot „een nieuw dogmatisch overwegen van het heil dat de Heer der Kerk ook in dit sacrament aan zyn Kerk schenkt". Dan volgt In de consensus wat men gezameniyk belijdt. Daarna worden punten ge noemd waar niet geiyk wordt gedacht om dan te besluiten dat „nochtans beide kerken belyden dat de zegen en de vruchten van het gebruik des H. Avondmaals werk des Geestes zyn". Er zijn nu allerlei vormen van intercommunie of avondmaalsgemeenschap mogeiyk. Twee ge meenten kunnen het helemaal gezamenlijk vie ren. Men kan predikanten toestemming geven het Avondmaal te bedienen in een andere kerk en leden van andere kerken tot eigen Avondmaal toelaten. Men kan eenzijdig leden van andere kerken uitnodigen. Men kan het ook incidenteel toestaan in bijzondere omstandigheden en in noodgevallen, zoals bijvoorbeeld in ziekenhuizen. „In en door het H. Avondmaal is de gemeente verbonden met Hem, die in de dood ging en weet zij, dat zy lichaam van Christus is, om dezelfde weg van offer en overgave te gaan. In en door het H. Avondmaal is de gemeente ver bonden met de opgestane Heer en viert zij haar eigen toekomst". Het Avondmaal is de voortzet ting van de feesteiyke maaltijden die de discipelen na de opstanding met de opgestane Heer hebben gevierd. Een van de eigenaardige facetten van de inter communie is, dat het vooral ook „leken" zyn die hier als drijvende krachten achter zit ten. Wanneer theologen nog bedenkelijk kijken, blijken zy er niet de minste behoefte aan te heb ben om op kerkelyke en confessionele scheids muren nadruk te leggen. De kerken erkennen eikaars doop; waarom zou men eikaars avond maal niet erkennen? By de doop zyn er ook ver schillende gedachten. Het gaat toch om het éne brood dat voor allen gebroken is en om de éne wyn, die voor allen vergoten is. Dit is waar, maar laten we niet doen alsof daarmee het laat ste woord gezegd is in deze tyd. We moeten het H. Avondmaal niet gaan isoleren, waarschuwt het rapport van de Generale Synode der Neder landse Hervormde Kerk, dat in de classicale vergaderingen is besproken. „Het Avondmaal is niet het enige gebeuren in de eenwording der kerken". Dit rapport laat ons ook iets zien van de vragen die hieraan vastzitten. We hebben reeds genoemd de kwestie van het ambt. Met het sacrament hangt ook samen het belyden der kerk. De vraag komt hier ook op naar de ver houding van woord en sacrament. Wanneer deze twee elkaar dekken, is het sacrament helemaal niet meer nodig, terwyl het toch nadrukkeiyk door de Heer ingesteld is. Aan het Avondmaal is ook verbonden de kerkelyke tucht, althans in de kerken van het gereformeerd protestantisme. Dit is een onderwerp waarover al heel wat ge schreven is. Is het juist dat de tucht aan de sacramenten, speciaal aan het H. Avondmaal gebonden wordt? Bij alle oecumenische haast die sommigen hebben, iykt het ons toch het beste dat de kerken, even als dat tussen de lutherse en hervormde het geval is geweest, met elkaar gaan spreken over de verschillende vragen die hier opdoemen en dat men het H. Avondmaal viert zoals tot nu toe, maar met pyn in het hart over de gescheiden heid en denkende aan de bede van Christus: dat zy allen één zyn. H. ISRAEL. Op een totale bevolking in Israël van 2.232.000 zijn 172.000 moslems. 52.150 christenen (meest van Arabische oorsprong) en 24.000 druzen. De christenen hebben onge veer 200 kerken en kapellen en 1000 geestelijken. Rooms- en Grieks-ka tholieken en maronieten: 27.950 (waarvan 4000 vreemdelingen). Tïrieks- en Russisch-orthodoxen 16.000 (1000 vreemdelingen). Tot de oosterse kerken behoren 900 Ar meniërs en 500 Kopten en Ethiopiërs. De protestantse kerken tellen 1100 leden (700 vreemdelingen). (Advertentie)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 9