HET ORGEL SPEELT AL" Probleem voor baptisten: wel of geen lid van de Wereldraad zaterdagnummer rr Even gelukkig Kerkorganist: gemeentelid ONDERLINGE CONTACTEN ZEEUWSE ORGANISTEN Nieuws van overal ULTRASON Zaterdag 20 april 1963 IUIUIUI1UUHIUUIUUUIHIUII1UI fPSffifIJflIPl EN DE ï.s s S-^S JÏ =1S Liet orgel speelt al", zeggen de kerkgangers, die het kerkgebouw naderen. Ze lopen misschien iets sneller door. Bin nen in de kerk legt men de kerk boeken open: het orgel speelt al; de kerkdienst begint dade lijk. Op het orgel wordt wat ge preludeerd, een bekend gezang klinkt, een werkje uit de orgel literatuur wordt ten gehore ge bracht. „Het orgel speelt", een uitdrukking, waaraan de orga nist niet te pas komt. De orga nist wordt niet genoemd. Voor de mensen in de kerk geldt meer het orgel dan de organist. Hoe wel toch iedereen het over de belangrijke taak van de orga nist in de kerkdienst eens zal zijn. stemmige vocale compositie) in de eredienst zingen". Wat het zingen in de gemeente be treft: historisch gezien is er in de protestantse kerken geen traditie van huis uit gezien. Pas de laatste dertig, veertig jaar wordt weer aan dacht aan het zingen besteed: „maar om de gemeentemensen méé te krij gen is weer een ander geval." Hoe kan verbetering van de gemeente zang worden verkregen? „Zang avonden zijn dé manier. Alleen mensen die het juist nodig hebben ko men daar bijna uiet. Eén en ander kan ook gestimuleerd worden door een koor of door een predikant. Mis schien zou de Nederlandse organis tenvereniging de organisten hier kun nen „De organist is in de eerste plaats ge meentelid. Zijn taak moet men zien vanuit de kerk. Niet in de eerste plaats vanuit de muziek. Zijn zondag se taak zit eigenlyk al besloten in die uitdrukking „liet orgel speelt": de or ganist moet niet op de voorgrond tre den 's zondags". Dat zegt organist Jan Ryn van de Nieuwe Kerk te Middelburg. „De organist zit. waar niemand hem ziet. Dat is een groot voordeel." OBJECTIEF Jan rtyn noemt het orgel het „meest oojecueve instrument dat zien aenken iaat", „uat is de inerawaarcu- ge orgeltoon: een violist Kan een toon inzetten, versterken en zachter ma ken, maar hij is gebonden aan de lengte van zijp strijkstok. Een pianist kan de toon, die nard begint alleen maar laten wegsterven. Maar een or ganist kan niet harder en zachter: de toon is in zekere zin dood, maar on beperkt in duur. De organist moet spelen zoals het orgel is gemaakt door de orgelbouwer en zoals het re gister klinkt". Jan Rijn vergelekt de orgelmuziek met het palet van een schilder: de tonen klinken, zoals zij ge'intoneerd zijn. Daarom is het orgel veel objectiever. Het is deze kant van het instrument, waardoor de mensen worden gegrepen voor orgelmuziek. „Ik heb in Middelburg bezoekers ge had, zoals eens een Franse jongeman, die van zyn vakantie een orgelreis maakt: hy had precies genoteerd waar hy orgels in ons land wilde gaan bekyken en horen. Men is er door ge grepen of men waardeert orgelmu ziek niet". LEIDEN Muzikaal gezien moet de organist leiding geven aan de gemeente zang. De gemeente moet naar het orgel luisteren. Maar de organist mag nooit opdringerig zjjn, geen afleiding, zo sober mogelijk blijven, zodat het zingen tot zjjn recht komt. Belangrijk In de calvinistische kerken is geen koortraditie, dit heeft ook zijn invloed gehad op de orgelbouw in vroeger tijden In de r.-k. kerk is het orgel er in de eerste plaats om het koor te be geleiden. In de protestantse kerk voor de gemeentezang. De intonatie van zo'n orgel is daarom krachtiger ge wenst. „Een orgel in Frankrijk heeft een heel andere intonatie dan één in Duitsland of Nederland. In Italië zijn maar weinig orgels." Het koor heeft nog niet echt zijn plaats gevonden in de protestantse kerk, aldus de Middelburgse organist, die er zich overigens een warm voor stander van toont, maar een koor mag nooit concerteren, „geen zang vereniging in de kerk worden; de zang moét geïncorporeerd zijn in de gemeentedienst. Het koor kan bij voorbeeld één of ander motet (meer- De kerkmuziek in de protestantse kerken kan overigens nog aan alle kanten worden verbeterd en er wordt al één en ander aan gedaan: nieuwe berijming, gezangenbundel. Jan Rijn is zelf een liefhebber van het gregori aans. Naast een pedaalharmonium voor studiedoeleinden in zijn werk kamer (met foto's, een piano) hangt een paar eeuwen oude ingelijs te pagina uit een graduale, de notatie van het requiem op de kop getikt bij een „buiquiniste" in Parijs. IN ZEELAND? Orgels in Zeeland? „Ons gewest mist de historische orgelpracht, zoals die bijvoorbeeld in Groningen is, waar vermoedelijk Groningse am bachtheren in vroeger jaren veel or gels schonken. Maar de laatste tien jaar zijn er heel wat mooie orgels bij gekomen in Zeeland". Voor de vuist weg noemt Jan R(jn: de orgels in Zie- rikzee (chr. geref., geref. en in de r.-k. kerk), Krulningen: hervormde CANTOR-ORGANIST IAN RIJN Cantor-organist Jan Rijn te Middelburg (van de hervormde Nieuwe Kerlc) is voorzitter ganistenverenigingN.O.V. Hij werd geboren te Goes, 15 fe bruari 1914, was hulporganist van de evangelische kerk te Goes en organist van de her vormde gemeenten te Rilland, Wilhelminadorp, Souburg en van de vrijzinnig hervormde gemeente te Middelburg. De heer Rijn was leerling van Adriaan Kousemaker (Goes) en van Adriaan Engels (Den Haag). De heer Rijn is mu ziekleraar aan de christelijke kweekschool te Middelburg. Deze Middelburgse organist was bereid ons zijn indrukken te geven over de taak van een organist in de kerk. kerk, Sirjansland (van een Zweedse orbelbouwer, herv.), Bruinisse en Aardenburg, beide hervormde kerk, Zoutelande: hervormd. „Daar is een nieuw pijpwerk, maar oude windla den uit een r.-k. kerk in Limburg, die werd aangekocht door een warenhuis. „De windladen zijn toegeplakt met perkamenten met gregoriaans erop". Eigen voorkeuren? Voor vulstemmen van het orgel. De hedendaagse stre vingen zijn naar een kernachtiger, doorzichtiger klankprincipe, tegen over die van het romantische orgel: dik en ondoorzichtig. „Een enorme vooruitgang is de ommezwaai naar dit klankprincipe". zonder vakopleiding, en de vak musici kunnen o.m. zijn aangesloten by de Ned. Organistenvereniging, af deling Zeeland, die omstreeks 50 le den Feit. De Vaksudie voor organist kan worden gedaan aan een conser vatorium, muziekschool of by een organist door privélessen, waarna men een staatsexamen kan afleggen (A en B). Voorts kennen de orga nistenverenigingen examens in di verse graden. Vele Zeeuwse kerkorganisten hebben van huis uit hun kennis opgedaan, waar zij op het harmonium speelden. De N.O.V.-Zeeland omvat overwe gend hervormde leden. In Middel burg is de dag na Pinksteren de jaar lijkse algemene vergadering van de landelijke N.O.V., waarop onder meer Jan Rijn zal concerteren. De gereformeerde kerkorganisten in Zeeland zijn georganiseerd in de kring Zeeland van ae Gereformeerde organistenvereniging, de G.O.V., die 40 leden omvat. Evenals de N.O.V.- leden komen de G.O.V.-organisten regelmatig byeen om te spreken over hun werkzaamheden en om orgels te bespelen. Zo waren de G.O.V.-leden verscheiden malen in hervormde ker ken, waar nieuwe orgels waren ge plaatst. In de G.O.V. doen ook mee vrijge maakte gereformeerde en christelijk gereformeerde organisten. Kringlei der is de heer L. Suurmond, orga nist van de Middelburgse Noorder- kerk, die vertelde, dat de G.O.V.- vergaderingen onder meer tot doel hebben het op peil brengen en hou den van de begeleidingen der kerk diensten; leden of vakmusici houden lezingen over de opvattingen in de kerkmuziek in de protestantse ker ken. Verscheiden G.O.V.-leden nemen nu les op de Zeeuwse muziekschool me de, omdat de ritmische psalmen ho gere eisen stellen aan de organisten De G.O.V. en de N.O.V. geven beide een orgaan uit: respectievelijk „Or ganist en Eredienst" en „Het orgel". afdeling Zeeland van de Ver- Gemeenten. V.O.G.G. omvat 25 leden. De V.O.G.G. heeft een eigen orgaan, genaamd „Kerk en muziek". De afdeling Zeeland is de oudste (14 jaar) van Nederland en werd opgericht door de heer J. v. d. Wege te Terneuzen. Voorzitter is de heer C. Burger, Tholen. Ook de V.O.G.G.-leden komen regelmatig bijeen voor het uitwisselen van ge gevens en voor orgelbespelingen. Te vens stelt men zich ten doel de ver betering van het spelpeil, adviezen bij nieuwbouw of restauratie en voorlichting. De r.-k. Zeeuwse organisten kunnen, indien zy vakmusicus zijn, lid wor den van de landelijke K.D.O.V., de Katholieke dirigenten- en organisten- vereniging. In Utrecht is gevestigd de r.k. kerkmuzickschool, waar men een diploma kerkmuziek kan beha len. Een vraagstuk, dat „speelt" in de r.k. mnzlekwereld is het aandeel in de liturgie, waarbij het koor meer op de achtergrond zal komen in de kerkdienst. toch geloven. Joh. 20 29b. „Jij bent ook zo'n ongelovige Thomas!" kunnen we wel eens zeggen tot iemand, die onze mededelingen niet voetstoots gelooft. Maar was Thomas wel ongelovigt Zeker, hij wilde niet geloven, dat de gekruisigde Jezus opgestaan was, hoewel zijn vrienden vol blijdschap het hem vertelden. Thomas was echter geen onverschillige integendeel, hij geloofde de Schriften; hij had ontdekt, dat Jezus de grote Koning was, die Israël zou verlossen. Maar hevige twijfel ging hem verontrusten, toen Jezus al maar sprak van kruis en dood. Toen zelfs op Golgotha in het uiterste moment geen goddelijke ingreep plaatshad, werd zijn laatste hoop geblust. Thomas, genaamd Didymus (is tweelingbroe der) miste met smart zijn Tweelingbroeder. De ongelovige Thomas is veeleer een twijfelaar, een moedeloze. Het moet alles maar eens anders gaan dan men hoopt en bidt. Hoevelen worden door de bittere teleurstellingen in eigen leven, door de boosheden in de wereld, of ook door de gebreken der christenen in de war gebracht. Men zou zo graag vernieuwing, vooruitgang en overwinning over de boosheid zien, maar als alles even verward en vólkomen zinloos voortgaat, zit men bij de pakken neer. Als men een gelovige is als Thomas en de dagelijkse ervaringen voelt botsen tegen Gods beloften van overwinning, kan men twijfelen als hij. God is verborgen en een christen is ook „een gewoon mens". Maar Hij, die uit de doden is opgestaan, werkt voort. Hij kent de strijd der moedélozen en vertwijfelden en doet in grote trouw ze het paasfeest beleven om nieuwe hoop te krijgen. Mocht Thomas van de twijfel zijn genezen door lichamelijke aanschouwing, Johan nes zegt in zijn opstandingsverhaal, dat dit niet nodig was. Men had immers de Schriften. Daardoor werkt de Opgestane ook thans en de duisternis wordt uit vele harten verdreven. Dan kan tot een gelovig geworden Thomas gezegd worden: bovenstaand bijbel woord vrij vertaald „jij bent ook even gelukkig!" GOES. C. VAN DER WAA. Deze aoor organist Jan Rijn vervaardigde foto toont het orgelfront in de Nieuwe Kerk te Middelburg. Het is een ontwerp van de Amsterdamse orgelbouwer Johannes Duyschot, die het in 1692 voor de Lutherse kerk vervaardigde. In de 19de eeuxo werd het binnen werk gesloopt, werden de tinnen pijpen verkocht en het front naar het rijksmuseum overgebracht. Na de oorlog stond de evangelische Lutherse gemeente te Amsterdam het werkstuk af aan Middelburg. De kas is vervaardigd door de timmerman Jan Albertsz Schut, het snijwerk door meester Jasper Wagenaar en mogelijk ook voor een deel door de beeldhouwer Symon Muller. De twee grote engelen- figuren zijn van een ouder orgel afkomstig. De luiken zijn zeer waarschijnlijk geschilderd door Philip Tidemann, leerling van De Lairesse. De firma W. van Leeuwen te Leiderdorp bouwde in de antieke kas een nieuw orgel. Het orgel, bestaande uit hoofdwerk, rugpositief, bovenwerk en pedaal, werd gebouwd volgens het me chanisch sleeplade systeem. Het instrument heeft 40 stemmen en is van een niet extreem-neo-Barokkarakter. Het werd in 1954 in Middelburg in gebruik genomen. Ontleend aan de brochure ,jlymne in Steen" van Tina Keller, Middelburg 1960 Nog dit jaar zal een grote zending Bijbels en Nieuwe Testamenten naar Indonesië worden verscheept. Invoer vergunningen zijn reeds verleend. In samenwerking zullen het Nederlands Bijbelgenootschap, het Indonesisch Bijbelgenootschap en de genootschap- fien uit Amerika, Engeland, Schot and en Australië 300.000 Nieuwe Testamenten en een miljoen Bijbels gedrukt in Nederland, de V.S.- en Ja pan, naar Indonesië zenden. In de Janskerk in Utrecht ls 'n bij zondere dienst gehouden, waarin dr. M. H. Bolkestein uit Zeist en dr. A. Dronkers uit Utrecht voorgingen. In deze dienst werd een proef genomen met tialogische prediking. De predi kanten hielden niet ieder een toe spraak, maar leverden afwisselend hun aandeel in de prediking de een op de kansel, de ander staande bij de Avondmaalstafel. Het was dus een soort gesprek ten aanhore van de ge meente. Er werd daarbij nog niet ge dacht aan deelneming vanuit de ge meente wat in de oude kerk (o.a. in de tijd van Augustinus) geregeld voorkwam. De aartsbisschoppen van Canterbu ry en York hebben een commissie in gesteld inzake de kwestie van de toe lating van vrouwen tot de ambten. Dit besluit is een resultaat van druk, die binnen de Church of England werd uitgeoefend om dit onderwerp grondig te bestuderen in verband met zijn theologische, psychologische en praktische consequenties. Er zijn vele vrouwen, zegt een desbetreffend rap port dat aan de algemene vergade ring van de kerk werd aangeboden, die zich nutteloos achten in hun dienst aan de kerk. Zij beschouwen de aangevoerde redenen tegen hun toe lating tot het priesterschap als ach terhaald. Alleen de traditie is er te gen. Een 50-tal kerken in de Wereld raad van Kerken hebben tot heden toe vrouwen toegelaten tot het pre dikambt en de andere ambten. Van de 26 lutherse kerken zijn er 6 en van de De, Organist Jan Rijn van de Middelburgse Nieuwe Kerk achter het orgel in dit kerkgebouw. (Foto P.Z.C.) De laatste t(jd zyn de baptisten van ons land enkele malen in het kerknieuws geweest. In hun midden is de vraag gesteld of zy wel lid konden blyven van de Wereldraad van Kerken. Men heeft toen een studiecommissie ingesteld, die een rapport over dit onderwerp heeft gepubli ceerd. In de komende algemene vergadering van de Unie van Baptistengemeenten zal dit rapport worden behandeid en daar zal dan wel een be slissing vallen óf naar de ene óf naar de andere zijde. Maar de mogelijkheid zit er in dat een minder heid zich niet naar de meerderheid zal voegen, zodat er een splitsing komt, waarbij het ene ge deelte van de unie getrouw zal blijven aan de Oecumene en het andere gedeelte misschien meer de kant op zal gaan van de I.C.C.C. (Internatio nale Raad van Christelijke Kerken, de tegenhan ger van de Wereldraad). Die Unie van Baptistengemeenten in Nederland is niet groot. Ze telt ongeveer een 50 gemeen ten, die vooral te vinden zyn in de vier N.O.-pro- vlnciën. Behalve het getal dat zich in deze unie verenigd heeft, is er nog een aantal baptisten gemeenten dat zich niet by deze unie heeft aan gesloten. Wanneer zy zichzelf geen kerk, maar een unie noemen, duidt dit er reeds op dat zy grote nadruk leggen op de zelfstandigheid van de plaatsehjke gemeenten. Die unie hebben zij dan ook aangegaan omdat ze beseften dat er voor al deze gemeenten een gezamenlijke taak lag. Voorgangers moesten worden opgeleid. Men doet in deze kringen veel aan zendings- en evan gelisatiewerk, dat natuurlijk moet worden gebun deld. Die algemene vergadering van de Unie van Baptistengemeenten in ons land mag dan geen synode zyn, ze is niettemin verantwoordelijk voor een stuk werk dat van al deze gemeenten gezamenlijk uitgaat en deze algemene vergade ring heeft indertijd ook het besluit genomen tot aansluiting bij de Wereldraad der Kerken. Toen men dit besluit nam, was het in tegenstel ling tot de baptisten die er in Europa zijn, in Engeland, Ierland, Duitsland, Zwitserland en Rus land. Bepaalde groepen van baptistengemeenten in Amerika hebben zich echter wel aangesloten. Het is te begrijpen dat in deze kringen de vraag opkomt waarom men wel aangesloten is en de andere Europese groepen niet. Daarover zal dan op de algemene vergadering opnieuw moeten worden beslist. De naam „baptist" duldt aan dat hun speciale kenmerk iets met de doop heeft te maken. Zy moeten wel onderscheiden worden van de ana baptisten, de wederdopers, omdat zy de doop die aan kinderen door besprenging geschiedt, niet als doop erkennen. Wanneer by hen Iemand ge doopt wordt op latere leeftyd, is dót alleen de doop. Deze wordt toebediend wanneer men be- ïydenis des geloofs doet. „Wie geloofd zal heb ben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden". Dl Zy noemen zichzelf het licht: „Gemeente van gelovige gedoopte christenen". Die doop geschiedt bij hen door onderdompeling. Ruggelings wordt de dopeling in het „watergraf" gelegd, wat de graflegging van Christus symboliseert. Met Chris tus begraven in de doop, is het woord van Paulus dat hier wordt aangehaald. baptisten mogen dan ontkennen de ver- Avantschap met de anabaptisten, deze is er niettemin toch wel. Die anabaptisten wilden im mers zuivere, heilige gemeenten, naar het aposto lische voorbeeld. Hier op aarde wilden ze het Koninkrijk Gods vestigen. De stroming onder hen die dit met geweld wilde doen is in de geschiede nis het meest bekend geworden door hetgeen er te Münster in 1535 gebeurde, hetgeen tot erge tonelen aanleiding heeft gegeven. De ijzeren kooien die nog altyd aan de toren van de kathe draal van Münster hangen, zijn er nog steeds stille getuigen van. Nadien heeft Menno Simons de verstrooide anabaptisten weer byeenverga- derd in de Doopsgezinde Broederschap. In deze broederschap is de oorsprong te vinden van de baptisten, hoewel het slechts een dun draadje is dat hen verbindt. In het begin van de 17e eeuw vluchtte een aantal Engelsen, om des geloofs wille, naar Amsterdam, waar zij contact kregen met de Waterlandse doopsgezinden. Toen zij in 1612 naar hun land konden terugkeren, stichtten zij in Londen de eerste baptistenge meente. Hun beweging verbreidde zich spoedig over geheel Engeland. Met de doopsgezinden hadden zij gemeen de doop na belijdenis des ge loofs, het sterke nadruk leggen op de zelfstandig heid van de plaatselijke gemeente en de klem toon op de zuiverheid van het leven In die En gelse groepen waren verschillen, maar over het. algemeen stond men onder invloed van een nogal straf Calvinisme. Zeer bekende figuren hebben die Engelse baptisten opgeleverd, o.a. John Bun- yan, de schryver van: „De christenreis naar de eeuwigheid". Niet minder dan 12 jaar heeft Bunyan in de gevangenis doorgebracht, waar zyn boek ontstaan is, de meest bekende en uitge werkte allegorie. De dichter van „Het verloren Paradys, John Milton, behoorde ook tot hen, evenals William Carey, de grondlegger van het moderne zendingswerk. De meest bekende pre diker is hier wel geweest Charles Spurgeon, wiens preken ook in ons land veel werden gelezen. Vanuit Engeland is het baptisme de wereld doorgegaan en internationaal is het uitge groeid tot een grote groep van kerken, die zich hebben aaneengesloten tot de Wereldbond van Baptisten. Hun aantal is moeiUjk op te geven, daar sommige groepen alleen rekenen met het aantal gedoopten, dat ins ons land tussen de 7000 en 8000 ligt. Voor heel de aarde hebben we wel eens het getal van 28 miljoen gelezen. Som mige van de Amerikaanse groepen zijn van het begin af aan lid geweest van de Wereldraad der Kerken. ltisten in ons land. Daaronder zijn er dus die zich willen losmaken van de Oecumene. Waar om? Als redenen hebben we kunnen lezen: „de relativerende theologie, die niet anders bedoelt dan tot modaliteit van de ene kerk te verklaren wat als eigen geloofsbezit van de deelnemende kerken behoort". Met andere woorden: men wil geen groep zyn naast andere, maar blijven staan op het standpunt de enige gemeente van gedoop te christenen te zijn, naar het voorbeeld van de gemeenten uit de apostolische tijd. Het is dan ook te begrijpen dat hen hindert „het oecumenisch ongeduld", dat veel spoediger wil komen tot een reëel samengaan van kerken dan nu het geval is. Huiverig blijkt men in de kringen der baptisten te zyn voor de toenadering van de Oecumene tot Rome, wier theologie en structuur van kerk hen geheel wezensvreemd is. Na de toetreding van vele kerken uit communistische landen, is men bang voor het gevaar van een .marxistische in filtratie". Ten slotte maakt men zich bezorgd over „het ontbreken van toezicht op de naleving van de basis-formule" van de Wereldraad der Kerken. Als we het goed hebben begrepen, zit hun toch wel het meest dwars de theologie van de Oecu mene, hoewel die er feitelijk niet is. Stel je voor dat daaruit zou voortvloeien de erkenning van elkanders ambten en sacramenten. Dat zou voor deze groep niet te aanvaarden zijn. )e studiecommissie is in meerderheid van oor deel dat het op 't ogenblik nog niet zo urgent is met de Wereldraad der Kerken en adviseert daarom voorlopig het lidmaatschap te handhaven. Die meerderheid blijkt er ook oog voor te hebben dat de Wereldraad een getuigenis is in deze wereld, zoals geen kerk afzonderlijk dat kan zijn en dat, dank zij de Oecumene, er meer contacten mogelijk zyn met de medegelovigen achter het ijzeren gordijn. Het ontbreken van een gezag hebbende uitleg van de basis-formule behoeft mo menteel helemaal geen belemmering te zyn om lid te blyven. Wanneer deze er wel was, zou het anders kunnen wezen. De meerderheid van de studiecommissie wil ook een open oog blijven houden voor de oecumenische hulp aan kerken en vluchtelingen, waarin een verantwoordelijk heid voor heel de wereld tot uiting komt. Da, 41 presbyteriaanse kerken zyn er 11, die vrouwen in de ambten toelaten. De grootste weerstand tegen de toela ting van vrouwen tot de ambten komt van de rooms-katholieke orthodoxe en anglikaanse kerken uit vrees, dat een dergelyke stap de uiteindeiyke eenwording van kerken zou kunnen verhinderen. De chrïstelyke universiteit in Sala- tiga (Indonesië) „Satya Watjana" („Trouw aan het Woord") ls officieel door de Indonesische regering erkend. De universiteit telt 82 docenten en 616 studenten, afkomstig uit verschil lende kerken in Indonesië, terwyl ook talrijke niet-christenen staan inge schreven. Onlangs is de universiteit uitgebreid met twee faculteiten tot 5 faculteiten: onderwys en opvoedkun de, een juridische een economische faculteit, een faculteit voor wis- en natuurkunde en een voor biologie. „Kerk en kunst" is de titel van een congres voor studenten aan de Vlaamse en Nederlandse theologica en filosofica van 24 tot en met 27 april in Tilburg. Doel is de toekomsti ge r.-k. priesters met die kunst in contact te brengen, die bij htm studie nauwelyks ter sprake komt, zoals bal let, film en beeldende kunsten. Er zul len uitvoeringen zijn, bezoek aan ate liers en Anton van Duinkerken zal de openingsrede uitspreken. Een verklaring is getekend door 96 leidende figuren uit de anglikaan se, babtistische presbyteriaanse en unitarische kerken en van de Vere nigde Kerk, alsmede uit de joodse en boeddhistische gemeenschappen, waarin stelling is genomen tegen de aanschaffing van kernwapenen voor Canada of voor de Canadese troepen, die in Natoverband in Europa dienst doen. De nieuwe nylons We zullen zien hoe het afloopt. In groepen die geen berk willen zijn en waar men veel nadruk legt op de zelfstandigheid van de plaatselijke gemeenten, zal altijd meer kans zijn dat er een verschillende gedachtengang openbaar wordt. H. Avondmaalsbeker was gildebeker In Dokkum bestaat sinds 1798 een merkwaardige gemeente, de Verenigde Christelijke ge meente ontstaan ,door samen voeging van de doopsgezinde en de remonstrantse gemeen ten daar. Deze samenvoeging was het (enige) resultaat van een initiatief van de Remon strantse Broederschap enkele jaren te voren om tot een ver eniging van alle protestantse kerken in ons land, te komen. Deze gemeente bezit o.a. een viertal avondmaalsbekers, die het jaartal 1830 dragen. Een nader onderzoek heeft uitge- ivezen, dat drie er van ouder zijn. Niet alleen de bekers zelf gaven hierover uitsluitsel bij nauwkeuriger beschouioing van hetgeen er in gegraveerd stond, maar ook moesten ter completering can deze gege vens oude archiefstukken wor den nagezien. En zo is vast komen te staan dat een van de bekers al een respectabele leeftijd heeftin 1613 werd door het bakkersgilde de op de beker genoemde Tjebbe Jel- gerszoon m de kerk begraven, ter herinnering waarvan deze als erflater bij testament aan het gilde deze beker vermaak te. De gewaande 19e eeuwse beker is dus een historische gildebeker, al meer dan 350 jaar oud. i wwvwwwvwwwwwwi/vwwvwvw

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 9