HET ORGEL
SPEELT AL"
Probleem voor baptisten: wel
of geen lid van de Wereldraad
zaterdagnummer
rr
Even gelukkig
Kerkorganist:
gemeentelid
ONDERLINGE CONTACTEN
ZEEUWSE ORGANISTEN
Nieuws van overal
ULTRASON
Zaterdag 20 april 1963
IUIUIUI1UUHIUUIUUUIHIUII1UI
fPSffifIJflIPl
EN DE
ï.s s S-^S JÏ =1S
Liet orgel speelt al", zeggen
de kerkgangers, die het
kerkgebouw naderen. Ze lopen
misschien iets sneller door. Bin
nen in de kerk legt men de kerk
boeken open: het orgel speelt
al; de kerkdienst begint dade
lijk. Op het orgel wordt wat ge
preludeerd, een bekend gezang
klinkt, een werkje uit de orgel
literatuur wordt ten gehore ge
bracht. „Het orgel speelt", een
uitdrukking, waaraan de orga
nist niet te pas komt. De orga
nist wordt niet genoemd. Voor
de mensen in de kerk geldt meer
het orgel dan de organist. Hoe
wel toch iedereen het over de
belangrijke taak van de orga
nist in de kerkdienst eens zal
zijn.
stemmige vocale compositie) in de
eredienst zingen".
Wat het zingen in de gemeente be
treft: historisch gezien is er in
de protestantse kerken geen traditie
van huis uit gezien. Pas de laatste
dertig, veertig jaar wordt weer aan
dacht aan het zingen besteed: „maar
om de gemeentemensen méé te krij
gen is weer een ander geval." Hoe
kan verbetering van de gemeente
zang worden verkregen? „Zang
avonden zijn dé manier. Alleen
mensen die het juist nodig hebben ko
men daar bijna uiet. Eén en ander
kan ook gestimuleerd worden door
een koor of door een predikant. Mis
schien zou de Nederlandse organis
tenvereniging de organisten hier kun
nen
„De organist is in de eerste plaats ge
meentelid. Zijn taak moet men zien
vanuit de kerk. Niet in de eerste
plaats vanuit de muziek. Zijn zondag
se taak zit eigenlyk al besloten in die
uitdrukking „liet orgel speelt": de or
ganist moet niet op de voorgrond tre
den 's zondags". Dat zegt organist
Jan Ryn van de Nieuwe Kerk te
Middelburg. „De organist zit. waar
niemand hem ziet. Dat is een groot
voordeel."
OBJECTIEF
Jan rtyn noemt het orgel het „meest
oojecueve instrument dat zien
aenken iaat", „uat is de inerawaarcu-
ge orgeltoon: een violist Kan een toon
inzetten, versterken en zachter ma
ken, maar hij is gebonden aan de
lengte van zijp strijkstok. Een pianist
kan de toon, die nard begint alleen
maar laten wegsterven. Maar een or
ganist kan niet harder en zachter: de
toon is in zekere zin dood, maar on
beperkt in duur. De organist moet
spelen zoals het orgel is gemaakt
door de orgelbouwer en zoals het re
gister klinkt". Jan Rijn vergelekt de
orgelmuziek met het palet van een
schilder: de tonen klinken, zoals zij
ge'intoneerd zijn. Daarom is het orgel
veel objectiever. Het is deze kant van
het instrument, waardoor de mensen
worden gegrepen voor orgelmuziek.
„Ik heb in Middelburg bezoekers ge
had, zoals eens een Franse jongeman,
die van zyn vakantie een orgelreis
maakt: hy had precies genoteerd
waar hy orgels in ons land wilde gaan
bekyken en horen. Men is er door ge
grepen of men waardeert orgelmu
ziek niet".
LEIDEN
Muzikaal gezien moet de organist
leiding geven aan de gemeente
zang. De gemeente moet naar het
orgel luisteren. Maar de organist mag
nooit opdringerig zjjn, geen afleiding,
zo sober mogelijk blijven, zodat het
zingen tot zjjn recht komt. Belangrijk
In de calvinistische kerken is geen
koortraditie, dit heeft ook zijn invloed
gehad op de orgelbouw in vroeger
tijden In de r.-k. kerk is het orgel er
in de eerste plaats om het koor te be
geleiden. In de protestantse kerk voor
de gemeentezang. De intonatie van
zo'n orgel is daarom krachtiger ge
wenst. „Een orgel in Frankrijk heeft
een heel andere intonatie dan één in
Duitsland of Nederland. In Italië zijn
maar weinig orgels."
Het koor heeft nog niet echt zijn
plaats gevonden in de protestantse
kerk, aldus de Middelburgse organist,
die er zich overigens een warm voor
stander van toont, maar een koor
mag nooit concerteren, „geen zang
vereniging in de kerk worden; de
zang moét geïncorporeerd zijn in de
gemeentedienst. Het koor kan bij
voorbeeld één of ander motet (meer-
De kerkmuziek in de protestantse
kerken kan overigens nog aan alle
kanten worden verbeterd en er wordt
al één en ander aan gedaan: nieuwe
berijming, gezangenbundel. Jan Rijn
is zelf een liefhebber van het gregori
aans. Naast een pedaalharmonium
voor studiedoeleinden in zijn werk
kamer (met foto's, een piano)
hangt een paar eeuwen oude ingelijs
te pagina uit een graduale, de notatie
van het requiem op de kop getikt bij
een „buiquiniste" in Parijs.
IN ZEELAND?
Orgels in Zeeland? „Ons gewest
mist de historische orgelpracht,
zoals die bijvoorbeeld in Groningen is,
waar vermoedelijk Groningse am
bachtheren in vroeger jaren veel or
gels schonken. Maar de laatste tien
jaar zijn er heel wat mooie orgels bij
gekomen in Zeeland". Voor de vuist
weg noemt Jan R(jn: de orgels in Zie-
rikzee (chr. geref., geref. en in de
r.-k. kerk), Krulningen: hervormde
CANTOR-ORGANIST
IAN RIJN
Cantor-organist Jan Rijn te
Middelburg (van de hervormde
Nieuwe Kerlc) is voorzitter
ganistenverenigingN.O.V. Hij
werd geboren te Goes, 15 fe
bruari 1914, was hulporganist
van de evangelische kerk te
Goes en organist van de her
vormde gemeenten te Rilland,
Wilhelminadorp, Souburg en
van de vrijzinnig hervormde
gemeente te Middelburg. De
heer Rijn was leerling van
Adriaan Kousemaker (Goes)
en van Adriaan Engels (Den
Haag). De heer Rijn is mu
ziekleraar aan de christelijke
kweekschool te Middelburg.
Deze Middelburgse organist
was bereid ons zijn indrukken
te geven over de taak van een
organist in de kerk.
kerk, Sirjansland (van een Zweedse
orbelbouwer, herv.), Bruinisse en
Aardenburg, beide hervormde kerk,
Zoutelande: hervormd. „Daar is een
nieuw pijpwerk, maar oude windla
den uit een r.-k. kerk in Limburg, die
werd aangekocht door een warenhuis.
„De windladen zijn toegeplakt met
perkamenten met gregoriaans erop".
Eigen voorkeuren? Voor vulstemmen
van het orgel. De hedendaagse stre
vingen zijn naar een kernachtiger,
doorzichtiger klankprincipe, tegen
over die van het romantische orgel:
dik en ondoorzichtig. „Een enorme
vooruitgang is de ommezwaai naar
dit klankprincipe".
zonder vakopleiding, en de vak
musici kunnen o.m. zijn aangesloten
by de Ned. Organistenvereniging, af
deling Zeeland, die omstreeks 50 le
den Feit. De Vaksudie voor organist
kan worden gedaan aan een conser
vatorium, muziekschool of by een
organist door privélessen, waarna
men een staatsexamen kan afleggen
(A en B). Voorts kennen de orga
nistenverenigingen examens in di
verse graden.
Vele Zeeuwse kerkorganisten hebben
van huis uit hun kennis opgedaan,
waar zij op het harmonium speelden.
De N.O.V.-Zeeland omvat overwe
gend hervormde leden. In Middel
burg is de dag na Pinksteren de jaar
lijkse algemene vergadering van de
landelijke N.O.V., waarop onder
meer Jan Rijn zal concerteren.
De gereformeerde kerkorganisten in
Zeeland zijn georganiseerd in de
kring Zeeland van ae Gereformeerde
organistenvereniging, de G.O.V., die
40 leden omvat. Evenals de N.O.V.-
leden komen de G.O.V.-organisten
regelmatig byeen om te spreken over
hun werkzaamheden en om orgels te
bespelen. Zo waren de G.O.V.-leden
verscheiden malen in hervormde ker
ken, waar nieuwe orgels waren ge
plaatst.
In de G.O.V. doen ook mee vrijge
maakte gereformeerde en christelijk
gereformeerde organisten. Kringlei
der is de heer L. Suurmond, orga
nist van de Middelburgse Noorder-
kerk, die vertelde, dat de G.O.V.-
vergaderingen onder meer tot doel
hebben het op peil brengen en hou
den van de begeleidingen der kerk
diensten; leden of vakmusici houden
lezingen over de opvattingen in de
kerkmuziek in de protestantse ker
ken.
Verscheiden G.O.V.-leden nemen nu
les op de Zeeuwse muziekschool me
de, omdat de ritmische psalmen ho
gere eisen stellen aan de organisten
De G.O.V. en de N.O.V. geven beide
een orgaan uit: respectievelijk „Or
ganist en Eredienst" en „Het orgel".
afdeling Zeeland van de Ver-
Gemeenten. V.O.G.G.
omvat 25 leden. De V.O.G.G. heeft
een eigen orgaan, genaamd „Kerk en
muziek". De afdeling Zeeland is de
oudste (14 jaar) van Nederland en
werd opgericht door de heer J. v. d.
Wege te Terneuzen. Voorzitter is de
heer C. Burger, Tholen. Ook de
V.O.G.G.-leden komen regelmatig
bijeen voor het uitwisselen van ge
gevens en voor orgelbespelingen. Te
vens stelt men zich ten doel de ver
betering van het spelpeil, adviezen
bij nieuwbouw of restauratie en
voorlichting.
De r.-k. Zeeuwse organisten kunnen,
indien zy vakmusicus zijn, lid wor
den van de landelijke K.D.O.V., de
Katholieke dirigenten- en organisten-
vereniging. In Utrecht is gevestigd
de r.k. kerkmuzickschool, waar men
een diploma kerkmuziek kan beha
len. Een vraagstuk, dat „speelt" in
de r.k. mnzlekwereld is het aandeel
in de liturgie, waarbij het koor meer
op de achtergrond zal komen in de
kerkdienst.
toch geloven.
Joh. 20 29b.
„Jij bent ook zo'n ongelovige Thomas!" kunnen we wel eens zeggen
tot iemand, die onze mededelingen niet voetstoots gelooft.
Maar was Thomas wel ongelovigt Zeker, hij wilde niet geloven,
dat de gekruisigde Jezus opgestaan was, hoewel zijn vrienden vol
blijdschap het hem vertelden.
Thomas was echter geen onverschillige integendeel, hij geloofde
de Schriften; hij had ontdekt, dat Jezus de grote Koning was, die
Israël zou verlossen. Maar hevige twijfel ging hem verontrusten,
toen Jezus al maar sprak van kruis en dood. Toen zelfs op Golgotha
in het uiterste moment geen goddelijke ingreep plaatshad, werd zijn
laatste hoop geblust. Thomas, genaamd Didymus (is tweelingbroe
der) miste met smart zijn Tweelingbroeder.
De ongelovige Thomas is veeleer een twijfelaar, een moedeloze. Het
moet alles maar eens anders gaan dan men hoopt en bidt. Hoevelen
worden door de bittere teleurstellingen in eigen leven, door de
boosheden in de wereld, of ook door de gebreken der christenen in
de war gebracht. Men zou zo graag vernieuwing, vooruitgang en
overwinning over de boosheid zien, maar als alles even verward en
vólkomen zinloos voortgaat, zit men bij de pakken neer. Als men
een gelovige is als Thomas en de dagelijkse ervaringen voelt botsen
tegen Gods beloften van overwinning, kan men twijfelen als hij. God
is verborgen en een christen is ook „een gewoon mens".
Maar Hij, die uit de doden is opgestaan, werkt voort. Hij kent de
strijd der moedélozen en vertwijfelden en doet in grote trouw ze
het paasfeest beleven om nieuwe hoop te krijgen. Mocht Thomas
van de twijfel zijn genezen door lichamelijke aanschouwing, Johan
nes zegt in zijn opstandingsverhaal, dat dit niet nodig was. Men
had immers de Schriften. Daardoor werkt de Opgestane ook thans
en de duisternis wordt uit vele harten verdreven. Dan kan tot een
gelovig geworden Thomas gezegd worden: bovenstaand bijbel
woord vrij vertaald „jij bent ook even gelukkig!"
GOES. C. VAN DER WAA.
Deze aoor organist Jan Rijn vervaardigde foto toont het orgelfront
in de Nieuwe Kerk te Middelburg. Het is een ontwerp van de
Amsterdamse orgelbouwer Johannes Duyschot, die het in 1692 voor
de Lutherse kerk vervaardigde. In de 19de eeuxo werd het binnen
werk gesloopt, werden de tinnen pijpen verkocht en het front naar
het rijksmuseum overgebracht. Na de oorlog stond de evangelische
Lutherse gemeente te Amsterdam het werkstuk af aan Middelburg.
De kas is vervaardigd door de timmerman Jan Albertsz Schut, het
snijwerk door meester Jasper Wagenaar en mogelijk ook voor een
deel door de beeldhouwer Symon Muller. De twee grote engelen-
figuren zijn van een ouder orgel afkomstig. De luiken zijn zeer
waarschijnlijk geschilderd door Philip Tidemann, leerling van De
Lairesse. De firma W. van Leeuwen te Leiderdorp bouwde in de
antieke kas een nieuw orgel. Het orgel, bestaande uit hoofdwerk,
rugpositief, bovenwerk en pedaal, werd gebouwd volgens het me
chanisch sleeplade systeem. Het instrument heeft 40 stemmen en
is van een niet extreem-neo-Barokkarakter. Het werd in 1954 in
Middelburg in gebruik genomen.
Ontleend aan de brochure ,jlymne in Steen"
van Tina Keller, Middelburg 1960
Nog dit jaar zal een grote zending
Bijbels en Nieuwe Testamenten naar
Indonesië worden verscheept. Invoer
vergunningen zijn reeds verleend. In
samenwerking zullen het Nederlands
Bijbelgenootschap, het Indonesisch
Bijbelgenootschap en de genootschap-
fien uit Amerika, Engeland, Schot
and en Australië 300.000 Nieuwe
Testamenten en een miljoen Bijbels
gedrukt in Nederland, de V.S.- en Ja
pan, naar Indonesië zenden.
In de Janskerk in Utrecht ls 'n bij
zondere dienst gehouden, waarin dr.
M. H. Bolkestein uit Zeist en dr. A.
Dronkers uit Utrecht voorgingen. In
deze dienst werd een proef genomen
met tialogische prediking. De predi
kanten hielden niet ieder een toe
spraak, maar leverden afwisselend
hun aandeel in de prediking de een
op de kansel, de ander staande bij de
Avondmaalstafel. Het was dus een
soort gesprek ten aanhore van de ge
meente. Er werd daarbij nog niet ge
dacht aan deelneming vanuit de ge
meente wat in de oude kerk (o.a. in
de tijd van Augustinus) geregeld
voorkwam.
De aartsbisschoppen van Canterbu
ry en York hebben een commissie in
gesteld inzake de kwestie van de toe
lating van vrouwen tot de ambten.
Dit besluit is een resultaat van druk,
die binnen de Church of England
werd uitgeoefend om dit onderwerp
grondig te bestuderen in verband met
zijn theologische, psychologische en
praktische consequenties. Er zijn vele
vrouwen, zegt een desbetreffend rap
port dat aan de algemene vergade
ring van de kerk werd aangeboden,
die zich nutteloos achten in hun
dienst aan de kerk. Zij beschouwen de
aangevoerde redenen tegen hun toe
lating tot het priesterschap als ach
terhaald. Alleen de traditie is er te
gen. Een 50-tal kerken in de Wereld
raad van Kerken hebben tot heden
toe vrouwen toegelaten tot het pre
dikambt en de andere ambten. Van de
26 lutherse kerken zijn er 6 en van de
De,
Organist Jan Rijn van de Middelburgse Nieuwe Kerk achter het orgel
in dit kerkgebouw. (Foto P.Z.C.)
De laatste t(jd zyn de baptisten van ons land
enkele malen in het kerknieuws geweest. In
hun midden is de vraag gesteld of zy wel lid
konden blyven van de Wereldraad van Kerken.
Men heeft toen een studiecommissie ingesteld, die
een rapport over dit onderwerp heeft gepubli
ceerd. In de komende algemene vergadering van
de Unie van Baptistengemeenten zal dit rapport
worden behandeid en daar zal dan wel een be
slissing vallen óf naar de ene óf naar de andere
zijde.
Maar de mogelijkheid zit er in dat een minder
heid zich niet naar de meerderheid zal voegen,
zodat er een splitsing komt, waarbij het ene ge
deelte van de unie getrouw zal blijven aan de
Oecumene en het andere gedeelte misschien meer
de kant op zal gaan van de I.C.C.C. (Internatio
nale Raad van Christelijke Kerken, de tegenhan
ger van de Wereldraad).
Die Unie van Baptistengemeenten in Nederland
is niet groot. Ze telt ongeveer een 50 gemeen
ten, die vooral te vinden zyn in de vier N.O.-pro-
vlnciën. Behalve het getal dat zich in deze unie
verenigd heeft, is er nog een aantal baptisten
gemeenten dat zich niet by deze unie heeft aan
gesloten. Wanneer zy zichzelf geen kerk, maar
een unie noemen, duidt dit er reeds op dat zy
grote nadruk leggen op de zelfstandigheid van
de plaatsehjke gemeenten. Die unie hebben zij
dan ook aangegaan omdat ze beseften dat er
voor al deze gemeenten een gezamenlijke taak
lag. Voorgangers moesten worden opgeleid. Men
doet in deze kringen veel aan zendings- en evan
gelisatiewerk, dat natuurlijk moet worden gebun
deld.
Die algemene vergadering van de Unie van
Baptistengemeenten in ons land mag dan
geen synode zyn, ze is niettemin verantwoordelijk
voor een stuk werk dat van al deze gemeenten
gezamenlijk uitgaat en deze algemene vergade
ring heeft indertijd ook het besluit genomen tot
aansluiting bij de Wereldraad der Kerken.
Toen men dit besluit nam, was het in tegenstel
ling tot de baptisten die er in Europa zijn, in
Engeland, Ierland, Duitsland, Zwitserland en Rus
land. Bepaalde groepen van baptistengemeenten
in Amerika hebben zich echter wel aangesloten.
Het is te begrijpen dat in deze kringen de vraag
opkomt waarom men wel aangesloten is en de
andere Europese groepen niet. Daarover zal dan
op de algemene vergadering opnieuw moeten
worden beslist.
De naam „baptist" duldt aan dat hun speciale
kenmerk iets met de doop heeft te maken. Zy
moeten wel onderscheiden worden van de ana
baptisten, de wederdopers, omdat zy de doop die
aan kinderen door besprenging geschiedt, niet
als doop erkennen. Wanneer by hen Iemand ge
doopt wordt op latere leeftyd, is dót alleen de
doop. Deze wordt toebediend wanneer men be-
ïydenis des geloofs doet. „Wie geloofd zal heb
ben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden".
Dl
Zy noemen zichzelf het licht: „Gemeente van
gelovige gedoopte christenen". Die doop geschiedt
bij hen door onderdompeling. Ruggelings wordt
de dopeling in het „watergraf" gelegd, wat de
graflegging van Christus symboliseert. Met Chris
tus begraven in de doop, is het woord van Paulus
dat hier wordt aangehaald.
baptisten mogen dan ontkennen de ver-
Avantschap met de anabaptisten, deze is er
niettemin toch wel. Die anabaptisten wilden im
mers zuivere, heilige gemeenten, naar het aposto
lische voorbeeld. Hier op aarde wilden ze het
Koninkrijk Gods vestigen. De stroming onder hen
die dit met geweld wilde doen is in de geschiede
nis het meest bekend geworden door hetgeen er
te Münster in 1535 gebeurde, hetgeen tot erge
tonelen aanleiding heeft gegeven. De ijzeren
kooien die nog altyd aan de toren van de kathe
draal van Münster hangen, zijn er nog steeds
stille getuigen van. Nadien heeft Menno Simons
de verstrooide anabaptisten weer byeenverga-
derd in de Doopsgezinde Broederschap.
In deze broederschap is de oorsprong te vinden
van de baptisten, hoewel het slechts een dun
draadje is dat hen verbindt. In het begin van de
17e eeuw vluchtte een aantal Engelsen, om des
geloofs wille, naar Amsterdam, waar zij contact
kregen met de Waterlandse doopsgezinden. Toen
zij in 1612 naar hun land konden terugkeren,
stichtten zij in Londen de eerste baptistenge
meente. Hun beweging verbreidde zich spoedig
over geheel Engeland. Met de doopsgezinden
hadden zij gemeen de doop na belijdenis des ge
loofs, het sterke nadruk leggen op de zelfstandig
heid van de plaatselijke gemeente en de klem
toon op de zuiverheid van het leven In die En
gelse groepen waren verschillen, maar over het.
algemeen stond men onder invloed van een nogal
straf Calvinisme. Zeer bekende figuren hebben
die Engelse baptisten opgeleverd, o.a. John Bun-
yan, de schryver van: „De christenreis naar de
eeuwigheid". Niet minder dan 12 jaar heeft
Bunyan in de gevangenis doorgebracht, waar zyn
boek ontstaan is, de meest bekende en uitge
werkte allegorie. De dichter van „Het verloren
Paradys, John Milton, behoorde ook tot hen,
evenals William Carey, de grondlegger van het
moderne zendingswerk. De meest bekende pre
diker is hier wel geweest Charles Spurgeon,
wiens preken ook in ons land veel werden gelezen.
Vanuit Engeland is het baptisme de wereld
doorgegaan en internationaal is het uitge
groeid tot een grote groep van kerken, die zich
hebben aaneengesloten tot de Wereldbond van
Baptisten. Hun aantal is moeiUjk op te geven,
daar sommige groepen alleen rekenen met het
aantal gedoopten, dat ins ons land tussen de
7000 en 8000 ligt. Voor heel de aarde hebben we
wel eens het getal van 28 miljoen gelezen. Som
mige van de Amerikaanse groepen zijn van het
begin af aan lid geweest van de Wereldraad der
Kerken.
ltisten in ons land. Daaronder zijn er dus die
zich willen losmaken van de Oecumene. Waar
om? Als redenen hebben we kunnen lezen: „de
relativerende theologie, die niet anders bedoelt
dan tot modaliteit van de ene kerk te verklaren
wat als eigen geloofsbezit van de deelnemende
kerken behoort". Met andere woorden: men wil
geen groep zyn naast andere, maar blijven staan
op het standpunt de enige gemeente van gedoop
te christenen te zijn, naar het voorbeeld van de
gemeenten uit de apostolische tijd. Het is dan ook
te begrijpen dat hen hindert „het oecumenisch
ongeduld", dat veel spoediger wil komen tot een
reëel samengaan van kerken dan nu het geval is.
Huiverig blijkt men in de kringen der baptisten
te zyn voor de toenadering van de Oecumene tot
Rome, wier theologie en structuur van kerk hen
geheel wezensvreemd is. Na de toetreding van
vele kerken uit communistische landen, is men
bang voor het gevaar van een .marxistische in
filtratie".
Ten slotte maakt men zich bezorgd over „het
ontbreken van toezicht op de naleving van de
basis-formule" van de Wereldraad der Kerken.
Als we het goed hebben begrepen, zit hun toch
wel het meest dwars de theologie van de Oecu
mene, hoewel die er feitelijk niet is. Stel je voor
dat daaruit zou voortvloeien de erkenning van
elkanders ambten en sacramenten. Dat zou voor
deze groep niet te aanvaarden zijn.
)e studiecommissie is in meerderheid van oor
deel dat het op 't ogenblik nog niet zo urgent
is met de Wereldraad der Kerken en adviseert
daarom voorlopig het lidmaatschap te handhaven.
Die meerderheid blijkt er ook oog voor te hebben
dat de Wereldraad een getuigenis is in deze
wereld, zoals geen kerk afzonderlijk dat kan zijn
en dat, dank zij de Oecumene, er meer contacten
mogelijk zyn met de medegelovigen achter het
ijzeren gordijn. Het ontbreken van een gezag
hebbende uitleg van de basis-formule behoeft mo
menteel helemaal geen belemmering te zyn om
lid te blyven. Wanneer deze er wel was, zou het
anders kunnen wezen. De meerderheid van de
studiecommissie wil ook een open oog blijven
houden voor de oecumenische hulp aan kerken
en vluchtelingen, waarin een verantwoordelijk
heid voor heel de wereld tot uiting komt.
Da,
41 presbyteriaanse kerken zyn er 11,
die vrouwen in de ambten toelaten.
De grootste weerstand tegen de toela
ting van vrouwen tot de ambten komt
van de rooms-katholieke orthodoxe
en anglikaanse kerken uit vrees, dat
een dergelyke stap de uiteindeiyke
eenwording van kerken zou kunnen
verhinderen.
De chrïstelyke universiteit in Sala-
tiga (Indonesië) „Satya Watjana"
(„Trouw aan het Woord") ls officieel
door de Indonesische regering erkend.
De universiteit telt 82 docenten en
616 studenten, afkomstig uit verschil
lende kerken in Indonesië, terwyl ook
talrijke niet-christenen staan inge
schreven. Onlangs is de universiteit
uitgebreid met twee faculteiten tot 5
faculteiten: onderwys en opvoedkun
de, een juridische een economische
faculteit, een faculteit voor wis- en
natuurkunde en een voor biologie.
„Kerk en kunst" is de titel van een
congres voor studenten aan de
Vlaamse en Nederlandse theologica
en filosofica van 24 tot en met 27
april in Tilburg. Doel is de toekomsti
ge r.-k. priesters met die kunst in
contact te brengen, die bij htm studie
nauwelyks ter sprake komt, zoals bal
let, film en beeldende kunsten. Er zul
len uitvoeringen zijn, bezoek aan ate
liers en Anton van Duinkerken zal de
openingsrede uitspreken.
Een verklaring is getekend door
96 leidende figuren uit de anglikaan
se, babtistische presbyteriaanse en
unitarische kerken en van de Vere
nigde Kerk, alsmede uit de joodse en
boeddhistische gemeenschappen,
waarin stelling is genomen tegen de
aanschaffing van kernwapenen voor
Canada of voor de Canadese troepen,
die in Natoverband in Europa dienst
doen.
De nieuwe nylons
We zullen zien hoe het afloopt. In groepen die
geen berk willen zijn en waar men veel nadruk
legt op de zelfstandigheid van de plaatselijke
gemeenten, zal altijd meer kans zijn dat er een
verschillende gedachtengang openbaar wordt.
H.
Avondmaalsbeker
was gildebeker
In Dokkum bestaat sinds 1798
een merkwaardige gemeente,
de Verenigde Christelijke ge
meente ontstaan ,door samen
voeging van de doopsgezinde
en de remonstrantse gemeen
ten daar. Deze samenvoeging
was het (enige) resultaat van
een initiatief van de Remon
strantse Broederschap enkele
jaren te voren om tot een ver
eniging van alle protestantse
kerken in ons land, te komen.
Deze gemeente bezit o.a. een
viertal avondmaalsbekers, die
het jaartal 1830 dragen. Een
nader onderzoek heeft uitge-
ivezen, dat drie er van ouder
zijn. Niet alleen de bekers zelf
gaven hierover uitsluitsel bij
nauwkeuriger beschouioing
van hetgeen er in gegraveerd
stond, maar ook moesten ter
completering can deze gege
vens oude archiefstukken wor
den nagezien. En zo is vast
komen te staan dat een van
de bekers al een respectabele
leeftijd heeftin 1613 werd
door het bakkersgilde de op
de beker genoemde Tjebbe Jel-
gerszoon m de kerk begraven,
ter herinnering waarvan deze
als erflater bij testament aan
het gilde deze beker vermaak
te. De gewaande 19e eeuwse
beker is dus een historische
gildebeker, al meer dan 350
jaar oud.
i wwvwwwvwwwwwwi/vwwvwvw