KAMPERENDE JEUGD Leven met de kunst VERDWAALD KIND LOOPT MET DE WIND MEE.... UIT DE TENT GELOKT zaterdagnummer Zaterdag 20 april 1963 (Van 5 sportredacteur) 7o maar een tip voor straks misschien zeer ongeruste moeders en zeer ongeruste vaders: een kind, dat op het strand verdwaalt en ondernemend wegloopt, wandelt altijd met de wind mee. Men weet dus nu in welke richting gezocht moet worden. Nog een aanwijzing: speurende moeders en vaders moeten de moed niet gauw opgeven, want een verdwaald kind kan opvallend ver weglopen. Bij Westduin en Dishoek zoekgeraakte kinderen werden soms in Zoutelande terug gevonden. Nog een tip: denk niet onmiddellijk het ergste, want ver dwaalde kinderen lopen nooit de zee in. kelingen neemt ook jeugdleden aan: jongens en meisjes van veertien tot zestien jaar. Neen, het behoeven echt geen perfecte, uitblinkende zwemmer- tjes of zwemstertjes te zijn. Wie de schoolslag onder de knie heeft zal de rest er zeker wel bij leren. En dan begint een even ernstig als spectaculair „spel": de opleiding. Het lijkt soms een soort judo-in-het-water: men moet leren angstige, zich aan alles vastklampende drenkelingen on der controle te krijgen. Daarom wor den de jonge zwemsters en zwemmers getraind in een scala van bevrijdings grepen: want het is immers mogelijk, aat zij zo stevig door de drenkeling worden vastgegrepen, dat zij zelf niet meer kunnen zwemmen en dus zelf drenkeling dreigen te worden Zo langzamerhand zal er nu mis schien wat verbazing zijn: wat heb ben deze „aanwijzingen voor 't strand- toerisme" te maken met de sport? Veel! Tenminste als men de opleiding voor zwemmend redden ook als een sportieve activiteit wil zien. Al die op vallende tips zijn enkele van de soms opvallende wetenswaardigheden, die de reddende zwemmers of zwemmende redders, zo men wil, leren. Maar het sportieve element komt toch vooral naar voren in de gevarieerde zwemop- leiding. Het is allemaal veel specta culairder dan alleen maar een baantje zwemmen en eens met een bal in het water gooien. Wi." dat wil, kan op jeugdige leeftijd geschoold worden in het zwemmend redden. Want de Koninklijke Neder landse Bond tot het Redden van Dren- ATatuurlyk: er is ook een training om de drenkeling in bepaalde vervoersgre- i. i pen te nemen. Ook hier zijn weer allerlei mogelijkheden, die er allemaal op gericht zijn de drenkeling het hoofd boven water te doen houden, maar die de zwemmende redder toch nog een overvloed aan vrijheid-van-zwemmen bieden. Het zal niet altijd even gemakkelijk zijn een drenkeling, die bijvoorbeeld door kramp getroffen Is of die helemaal niet kan zwemmen, te ontdekken in het water. Vanzelfsprekend: ook dat maakt onderdeel van de training uit. Qngetwijfeld een boeiende training, Reddingsbrigade: de eerste strandred- want de zwemmers en zwemsters moeten leren onder water te zwemmen en voorwerpen van de bodem te dui ken. Bekende oefening: bordje dui ken. Vijf bordjes worden op de bodem van een zwembad gelegd en wie er in één duik ten minste drie kan ver zamelen is al een heel eind... Maar in Vlissingen bijvoorbeeld is er helemaal geen zwembad. In zulke gevallen hangt men voorwerpen aan lijntjes in het water, die dan omhoog gedoken moe ten worden! Als de jeugdleden (14 16 jaar) al die dingen onder de knie hebben, kunnen zij het jeugdbrevet ha len. Voor de oudere leden wachten er ook vele diploma's: zwemmend redden (di ploma A en B) en de diploma's strand- wacht A, B en C. En voor wie het in deze „sport" ver wil brengen, is er dan ook nog een instucteursdiploma. Men moet er voor kennen: alle soor ten bevrijdings- en vervoersgrepen, duiken, en natuurlijk ook Eerste Hulp bij 'Ongelukken, vooral: kunstmatige ademhaling. Ook in Zeeland is in dit verband door de t.v. bekend geworden mond-op-mond-methode als kunstma tige ademhaling steeds meer in tel. Toch heeft Zeeland met zijn overvloed aan stranden niet zoveel georganiseer de reddingsbrigades. Arnemuiden heeft er één, maar dat is in feite een zoge naamde binnenbrigade, dus niet voor de zee. En ook is er de Domburgse dingsbrigade in Zeeland. Toch treedt die brigade weinig in praktijk en zij bezit dan bijvoorbeeld ook niet een zo genaamde „reddingspost" op het strand. De verklaring ligt voor de hand: er is een vry uitgebreid, deskun dig personeel op het geëxploiteerde Domburgse strand. En dit attente per soneel is snel paraat als er iets mocht gebeuren. Maar bij Koudeherke begint de victo rie van de strandreddingsbrigade. Men weet het: die gemeente heeft kilome terslange, vrye stranden. Westduin en Dishoek „herbergen" op warme, zomerse dagen duizenden Vlissingers, Middelburgers, andere Zeeuwen, an dere Nederlanders en niet te vergeten andere Europeanen (Duitsers, Belgen. Engelsen enzovoort). Maar het strand is niet vry, wordt niet geëxploiteerd en dus is er ook geen personeel, dat ook een oogje op de veiligheid kan houden. Vandaar dat burgemeester J. L. Dreg- mans van Koudekerke van vreugde in zijn handen wreef, toen de „Vrijwil lige Reddingsbrigade Koudekerke" werd opp-ericht. Initiatiefnemer was de heer I. van Bel uit Middelburg, se cretaris en instructeur van het district Zeeland van de Koninklijke Nederland se Bond tot het Redden van Drenke lingen. Vorig seizoen heeft die kleine brigade al goed werk gedaan. Maar nu een probleem: het kleine Koudekerke kan natuurlijk niet alleen alle leden voor die brigade leveren. Nu al telt die Koudekerkse strandreddings brigade dan ook leden uit Vlissingen, Middelburg en zelfs Goes. De Westduinse en Dishoekse stranden zijn echter zo uitgestrekt dat er nog meer leden moeten komen. Enfin: in de tientallen strandhuisjes wonen genoeg Middelburgers en Vlissingers, die redelijk kunnen zwemmen. Als zij er even voor trainen zullen zy ook zwemmend kunnen redden.... Secretaris van de brigade H. Wildeboer uit Vlissingen weet er meer van. er een verdwaald kind in de reddings post Bij toerbeurt komen de vrijwilligers in actie: een uur „lopende pa trouille" en een uur „varende patrouil le". Voor dat laatste beschikt de red dingsbrigade over een sterke plastic motorboot. In het komende seizoen krijgt de brigade zelfs de beschikkinc over een walkie-talkie, en een zend- en ontvangapparatuurtje van de korte af stand, waarmee ook de plastic motor boot onmiddellijk naar een onheils plaats kan worden gedirigeerd. Op vijf strandhuisjes, verspreid ove het vjjf kilometer lang strand, zal do oranje-witte vlag van de reddingsbri gade wapperen. Iedereen kan daar on gevallen melden Natuurlijk is er ook een centrale reddingspost. Als daar bijvoorbeeld de „vraagtekenvla?" wrtv pert (rode vlag met wit vraagteken), verdient het aanbeveling, dat alle moe ders hun kinderen tellen, want dan is Overmoedige jongens, die zich met een kano te ver m zee wagen, op lucht kussens drijvende Duitsers, zwemmers, die te ver uit de kust zijn gekomen, allen worden door de drie koppen tel lende bemanning van de patrouilleren de plastic boot naar het strand mee genomen. Zelfs zeer jeugdige leden van de reddingsbrigade besturen deze plastic motorboot, tenminste als zij het jeugdbrevet hebben behaald. Zo is bijvoorbeeld de 15-jarige Elly van Bel uit Middelburg regelmatig „schipper" van deze reddingsboot, klaar zij bezit dan ook het tweede jeugdbrevet. Er is geen twijfel aan: voor deze uit gestrekte en in de zomer steeds druk ker bevolkte Walcherse stranden is le Koudekerkse strandreddingsbrigade '•en enorme aanwinst. Want er kan eel op het spel staan We hebben getracht enkele eige naars-leiders van kampeerterrei nen uit de tent te lokken met meningen en opmerkingen over de kamperende jeugd. Dit zeggen ze ervan: T*)e heer J. E. de Keuninck van het kampeercentrum „Welgelegen" in Cadzand: „Geef mij maar gezinnen. Het is immers niks gedaan met al die jongelui op je terrein. Die leven niet overdag, maar 's nachts. In het holst van de nacht komen ze terug uit de cafés, cafetaria's en dancings (in Knokke kunnen ze tot de vroege mor gen terecht), met de nodige herrie natuurlijk. Mogelijkheden voor recreatie op ons kam peerterrein zijn er wel. maar ik geloof niet dat ze behoefte aan recreatie heb ben. In onze kantine komen alleen maar oudere mensen. Jongelui zien we er bijna niet. Ze zoeken het allemaal ergens an ders. Die moeten de vrije wereld hebben. Ik geloof, dat ze thuis als het ware worden losgelaten. Ze gedragen zich tenminste zo. De oorzaak ligt naar mijn mening voor een belangrijk deel bij de ouders. Als er moei lijkheden zijn en ik bel naar het huis van een van hen. dan blijkt dat de ouders naar Zuid-Frankrijk of zo zijn. Ze laten dus de kinderen gewoon aan hun lot over. En er zyn cr ook bij, die nog op- of aan merkingen hebben wanneer je ze ervan op de hoogte stelt, dat hun 16-jarig dochtertje met. een jongen in één tent op het kam peerterrein is gesignaleerd. Ja, dat weten we, zeggen ze dan na zo'n waarschuwing!" Mevrouw Vos van het kampeerterrein op Valkennisse, (Biggekerkc) vertelt ook, dat ze liever met gezinnen, te maken heeft. Al die jonge gasten maken veef te veel herrie". Op het kampeerterrein van Vos wordt er streng opgelet dat de jonge kampeerders onder de 21 jaar voor 11 uur binnen zijn. Ze houden zich goed aan die tijd. omdat men bang is. dat de kampeer- kaart wordt ingetrokken. Voor de veelal individueel kamperende jongeren is er-op ditkampeerterrein een apart gedeelte in geruimd. „Van een duidelijke schelding is geen sprake, maar we stoppen ze liever een beetje bij elkaar. Dan hoeven we ten minste niet het hele kamp rond te lopen ala er kabaal wordt geschopt. Meestal zit het dan in één bepaalde hoek", Op ons kampeerterrein komen meer gezinnen", zegt mevrouw De Witte van liet kampeerterrein Dishoek. „Ge lukkig wel", voegt ze er aan toe. Als we hnar vragen „waarom gelukkig" zegt ze „Nee, daar vertel ik zo min mogelijk over". De nieuwe exploitant, de heer Neels uit Goes laat iets meer los. „Vele bedrijven zijn er inderdaad niet op gebrand om de jeugd met open armen te ontvangen. De jongelui volgen nu eenmaal een bepaalde gedrags lijn. waarmee ouderen zich niet kunnen verenigen. Ik zal jongelui nooit weren op mijn terrein. Ze zullen zich echter aan de regels moeten houden, anders kan ik ze niet gebruiken". Heel andere geluiden, dan die betreffende moeilijkheden door ordeverstoringen en jeugdbaldadigheid tekenden wij op uit de mond van mevrouw van Reynst van het kampeercentrum „Schouwen" bij Renesse. „Er komen by ons wel meer gezinnen dan jonge mensen", vertelt ze, ,maar ik heb ze eigenlijk allebei even graag. De jongeren zijn wel wat luidruchtiger, maar dat moet je een beetje in rechte banen leiden. Wy hebben hier een apart jongens en mcisjesveld sinds vorig jaar. Dat gaat heel leuk. We hebben er nog geen klachten over gehad. Van baldadigheid Is helemaal nooit sprake geweest". Dronken geklots Tegenover de kleinheid, het gepriegel, de totenis en taboes in de hedendaagse Europese literatuur in relictvorm aan wezig of gewijzigd alweer opnieuw ont staande willen wij stellen: DE EKS- TA8E VAN HUIVERINGWEKKENDE STERRENNACHTEN EN HET DRON KEN GEKLOTS DER. WIERDOORZEEF- DE OSEANISCHE HERSENGOLVEN". Dit is de eerste stelling van de pas-opge richte literaire werkgroep Stiletto, bestaan- do uit redactieleden van T.L. Vizie, school blad van het Petrus-Hondiuslyceum in Ter- neuzen. De prachtige volzin staat te lezen in de eerste uitgave van „Stiletto", het blad van de artistiek groep. Een ieder zal be grijpen, welk een enorme ommekeer deze stroming in de literatuur teweeg kan brengen! Stiletto heeft nog meer pijlen op zijn boog: Wij willen in de eerste, de laatste en de enige plaats GROOTS EN MEESLEPEND SCHRIJVEN". Dat hebben ze dan gepro beerd in de enige, laatste en enige plaats: het eerste jiummer van „Stiletto". Het ge heel bleef ons inziens beneden de maat. Als persiflage zou Stilettogeen gek figuur slaan. Als we het serieus moe ten opvatten, kunnen we er niet meer van zeggen dan dat. het epigonisme is. In de volgende Zig-Zag hopen wij terug te komen op de „wier door zeef de oseanische hersen golven" van de Stiletto-groep die ,zo dron ken klotsen". Als we maar niet zeeziek worden.... ftflet de toename van het aaDt.al kam peerders nemen ieder jaar ook de probleempjes voor de exploitanten van de kampeerterreinen toe. Zij moeten er steeds maar weer voor zor gen, dat er geen moeilijkheden ont staan tussen de jongeren en de gezin nen. En dat wordt zo langzamerhand een hele opgaaf. De gezinnen vormen met elkaar immers een rustige groep, wat van ons, jongere kampeerders nu net helemaal niet gezegd kan worden. Vandaar dat de meeste oudere kam peerders, die prijs stellen op een eigen milieu de combinatie van gezin nen en jeugd op kampeerterreinen met niet voldoende ruimte niet be paald ideaal vinden. We hebben over de moeilijkheden eens gepraat met de mensen, die re het meest mee te kampen hebben: dus niet met de vakantiegangers, maar met de ex ploitanten van kampeerterreinen. Een aan tal van de beheerders, die we te spreken konden krijgen, gaf onmiddellijk te ken nen alleen maar prijs te stellen op het be zoek van gezinnen aan de kampeerterrei nen. Jonge mensen krijgen een plaatsje omdat het moet. Ze worden echter uitgemaakt voor „lastige klanten" en het is voorname lijk door deze generaliserende overweging, dat de jeugd op veel kampeerterreinen als „byzaak" wordt gezien. Met het oog op deze moeilijkheden heeft men de vraag opgeworpen, of het dan geen zin zou hebben om speciale kampeer terreinen voor de jeugd te gaan inrichten. Op deze terreinen zouden dan voorzienin gen moeten worden getroffen, die aange past zijn aan de wensen en behoeften van de moderne kamperende jeugd. In het laat ste nummer van de „Kampeerkampioen" kwamen reeds enige zienswyzen over dit onderwerp voor. De heer J. Peters, secre taris van de Nederlandse Jeugdgemeen schap acht een net van speciale jeugdter- reinen byzonder gewenst, maar deze ter reinen mogen volgens hem zeer beslist geen winstobjecten zijn. De leiders op deze terreinen zullen de jon geren niet moeten „bepedagogen": een voorwaarde is, dat ze de juiste instelling, moeten hebben om met de jeugd te kun nen omgaan. De heer D. F. Daatselaar. voorzitter van de stichting recreatie- We leven in een consumentenmaatschap- py. Allemaal cohsumeren we: brom fietsen, ijskasten, benzine, kleren en ga zo maar door. Nu is consumptie iets heel passiefs. Om meer bevrediging in het le ven te vinden zullen we het bewuster aan moeten pakken en ons niet zo maar laten overvoeren door radio-, televsle- en film programma's. We zien en horen elke dag ontzettend veel, zo veel, dat we het groot ste deel langs ons heen laten gaan. Hoe pakken we het bewuster aan? We kunnen in de kunst een zekere bevrediging vinden. Als we het maar actief aanpakken. We moeten daarvoor de verschillende kunst uitingen benaderen, zoals de kunstenaar dat zelf heeft gedaan. Als het ware een tweegesprek aangaan met de kunstenaar. Zo kun je een tegenwicht vormen tegen de passieve „consumering". „Leven met de Kunst" is dus van het hoogste belang om je een gelukkiger leven te geven. Dit zijn in het kort de woorden van mr. A. J. M. Visser, op de eerste dag van het eer ste Zeeuwse Jeugdfestival in Hedenisse. De afdeling Middelburg van „Jeugd en Mu ziek" heeft het initiatief tot de „cursus mu sische vorming" genomen. Het thema van deze cursus is zoals bekend „Leven met de Kunst". De deelnemers aan de cursus „Musische vorming" zyn in drie verschillende groe pen ondergebracht. Andries Minderhout en D. Loe£ hebben de leiding over de werk groep schilderen en boetseren; Toine van Bergen leidt de werkgroep toneel en H. P. Keuning heeft de muziekliefhebbers on der zyn hoede. Uit alle delen van Zeeland zyn jongelui naar Hedenesse gekomen. Leerlingen van middelbare scholen, l.t.s.'en en werkende jongelui proberen onder leiding van do centen hun inzicht in de kunst te verdie pen. Het aantal deelnemers is nog niet over weldigend, maar de organisatoren ver wachten, dat dit over enkele jaren wel be ter zal zyn. Mevrouw M. C. Michielsen Alma, een van de organisatoren, herinner de in dit verband aan het eerste landelyke jeugdfestival in Velp, dat ook bijzonder weinig deelnemers trok, maar nu een groot aantal jongelui moest afwijzen. Ook het ministerie van onderwijs, kun sten en wetenschappen is overtuigd van liet belang van een dergelyk festival in Zeeland. Men ontvangt dan ook subsidie, zodat de kosten per deelnemer voor een hele week tot f 35 beperkt konden blyven. De organisatoren beseffen wel, dat dit bedrag voor een groot aantal gezinnen toch een te hoge uitgave'betekent. Men wil dan ook proberen in de toekomst een spaarsysteem op te zetten voor het Zeeuw se Jeugdfestival. Dousadj, een dorp dat bij na geen dorp meer is. Niemand had er ooit van gehoord. Totdat op 1 september van liet vorige jaar een enorme aardbeving in Iran 300 dorpen geheel en gedeeltelijk verwoestte. Daaronder was Dousadj. Driehonderd dorpen ver woest, 13.000 mensen ge dood, 150.000 mensen dak loos. Dat was de balans die na de aardbeving in Iran werd opgemaakt. Dorre cijfers, die de meeste mensen aanvankelijk met verbazing en afgryzen lazen en daarna vergaten. Maar de Europese Werk groep, waarvan prinses Beatrix presidente is, heeft het dorp, dat op 184km ten zuidwesten van Teheran ligt, niet vergeten. In En geland, Frankryk, Noorwe gen, Oostenrijk, Zweden en Nederland worden acties voorbereid om met man en macht het dorp te doen aerrijzen. Iraanse studenten- vrywilligers. Europese jon geren, en de dorpelingen zelf zullen bouwen: 118 hui zen, een badhuis, een school, een moskoe en een gemeeu- tehuis. Het geld moet ko men van de jeugd. (Giro nummer 191962, de lamp gebeurd op 1-9-1962). De Nederlandse actie start maandag 29 april met een televisie-uitzending waarin prinses Beatrix een uiteen zetting geeft over het doel van de Europese Werk groep. in Zeeland zyn de plannen voor een actie nog in een heel pril stadium. De Stich ting Zeeland voor Maat- schappelyk en Cultureel Werk heeft enorm veel moeite gehad met het vin den van een contactpersoon. Niemand had tijd, niemand had zin. Maar eind deze week heeft Gerrit van Vliet uit Goes (telefoon 01100- 6245) toegezegd als con tactman voor Zeeland op te willen treden. „Er wordt heel weinig georganiseerd" zegt Gerrit „het moet een wilde actie worden, ik ben daarvan de stimulator, niet de organisator. We doen het niet zoals de 10 x 10 actie, waarbij ik weet niet hoeveel commissies waren ingescha keld". vakantie- en conferentieoorden in Neder land ziet het allemaal heel anders. Speciale kampeerterreinen voor jongeren acht hij niet wenselijk. „Het gevaar voor clanvor ming is dan niet denkbeeldig. Door een dergelijke isolering zou de jeugd buiten de kampeergemeenschap komen te staan. En dat is abnormaal. In wezen is er toch geen verschil met de normale maatschap- py, waar de jongeren toch ook samen met de ouderen leven. /"\p het kantoor van de provinciale V.V.V. in Middelburg kwam men tot de vol gende conclusie: het ligt veel aan de ex ploitanten op welke wyze ze de jeugd op vangen. De jeugd is zo beroerd niet. Ze aanvaarden gezag. Ze hebben zelfs een hekel aan slappe mensen. Een goede op lossing zouden de jeugdkampeerterreinen niet brengen naar de mening van de heer Oskamp. „Of dan alleen onder een zeer opvoedkun dige leiding. Anders haal je de chaos bin nen. Over de mogeiyk te treffen voorzie ningen op deze jeugdterreinen kon de di recteur van de Zeeuwse V.V.V. onder meer nog zeggen, dat men de jonge mensen niet aan een avondklok moet binden. „Met alle verboden bereik je zeer weinig. Ze werken meestal averechts". Zo is de aanwezigheid van een kantine no dig voor gezond vermaak. Over de ont spanning kon de heer Oskamp nog mee delen, dat er in overleg met de V.V.V.'s in Zeeland mogeiyk nog iets gedaan kan wor den aan de organisatie van duinwandelin gen en andere excursies voor jonge vakan tiegangers. Bij gelegenheid van de tentoonstelling Hiswa-goed kamp heeft de studiedienst Algemeen Tour isme van de A.N.W.B. een aantal formulieren met vragen over het jongerenprobleem op het kampeerterrein verspreid. Aan de hand van de uitslagen van deze jongerenenquête hoopt men bin nen afzienbare tijd een gefundeerd oordeel over dit vraagstuk te kunnen vellen, waar na er mogelykheden in een bepaalde rich ting kunnen worden onderzocht. 1 m Gezinnen en jongelui samen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 7