Cifv pagina meozcuw „Sorores optimae" werken internationaal voor vrede KEUS GENOEG KINDERKRANT Proeven en moeilijker ruiken blijken dan het lijkt TISSU MILOU „HET STOFFENPALEIS" Zéér 1963! stretchkant slip VRIJDAG 5 APRIL 1963 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT WAT DOET DE SOROPTIMISTCLUB Niemand ananas T~)e Soroptimistclubs nemen een zeer aparte plaats in te midden van de vele vrouwenver enigingen. Zeker niet om de ideële doelstellingen van deze club, ook niet om het internatio nale aspect, want van deze beide kenmerken hebben de meeste vrouwenverenigingen wel iets. Het is meer en vooral de samen stelling van de club en de onbe kendheid van het grote publiek met haar bestaan en werkwijze. De Soroptimistclub heeft die be kendheid ook niet nodig, want de leden worden uitgenodigd, kunnen niet op eigen initiatief toetreden. De leden bestaan uit vrouwen van verschillende pro fessie, één vertegenwoordigster van één beroep of bedrijf. Zo biedt de ledenlijst van deze club een bijkans volledig beeld van de beroepen en bedrijven, waar in de vrouw werkzaam kan zijn. Het was mevrouw M. C. van Laer- Stevense in Kruiningen, de huidi ge presidente van de Sorptimistclub „De Bevelanden", die ons over de Soroptimistbeweging vertelde. Het Soroptimistidee is geboren in Amerika. Na de eerste wereldoorlog nam een aantal vrouwen daar het initiatief tot internationaal vrouwen contact, ten einde de onderlinge waar dering in alle beroepen voor de vrouw te versterken en de nationale en in ternationale verstandhouding te be vorderen. Alle afdelingen in ons land zijn ondergebracht in de Nederlandse Unie, die is aangesloten bij de Euro pese Federatie. Deze vormt weer sa men met de Engelse en Amerikaanse Federatie het hoogste overkoepelend orgaan, the Soroptimist International Association (die een vertegenwoor digster heeft in de Unesco). Drie Zeeuwse clubs namelijk Walcheren, De Bevelan den en Schouwen-Duiveland. Dit jaar vieren de Zeeuwse Soroptimisten haar zilveren feest. In 1938 begon na melijk de Zeeuwse club, die in 1949 werd gesplitst in Walcheren en De Bevelanden. De jongste (Zeeuwse) loot aan de stam is Schouwen-Duive land, die nu vijf jaar bestaat. Op 11 mei worden het zilveren Zeeuwse ju- Advertentie) BEDRUKTE KATOENEN STOFFEN apart, jeugdig, kleurdurvend Bovendien zeer praktisch; kleur- en wasecht, kreukherstellend, permanent matglanzend. Ontdek de nieuwe mode in bileum en het lustrum van Schou wen-Duiveland gezamenlijk gevierd. De doelstelling van het Soroptimisme luidt: „Naar beste krachten te stre ven naar ons ideaal van toewijding, dienstvaardigheid, vriendschap en verdraagzaamheid ten opzichte van ons beroep, onze medeleden, de mens heid in het algemeen". De naam is afgeleid van het Latijnse sorores optimae", hetgeen letterlijk betekent „de beste zusters". „In Amerika", aldus mevrouw Van Laer, „houdt men zich vrjj letterlijk aan die naam. Als leden worden daar doorgaans gevraagd die vrouwen, die het 't verste in haar werk of beroep hebben gebracht. In Nederland geldt dat niet zo". „De grote waarde yaxi onze contacten vind ik, dat je van het werk van je medeleden heel veel kunt leren en er waardevolle adviezen van mee naar huis neemt. Je opvattingen worden er zeer zeker door beïnvloed, want echt, van heel veel beroepen weet je eigenlijk niets. Het is toch wel nodig enig begrip te hebben van de ver schillende facetten van alle beroepen, want daardoor kunnen allerlei mis vattingen uit de wereld worden ge holpen. Alle leden zijn natuurlijk ver schillend. Zij brengen haar beroep, haar levensopvatting, haar afkomst, haar opleiding en soms een andere dan onze nationaliteit te zamen in de club. De getrouwden gaan de proble men van de ongetrouwden begrijpen en de laatsten op haar beurt die van haar gehuwde zusters. Het is name lijk regel, dat elk lid zo nu en dan iets vertelt over zichzelf en/of over haar werk of beroep. Dit bevordert het onderling contact enorm". Mevrouw Van Laer vertelt dit alles, alsof ze opnieuw voor zichzelf uit maakt, dat al deze simpele zaken te zamen toch daadwerkelijk beant woorden aan de doelstelling van de Soroptimistclub. Want immers, juist in het elkaar op het terrein-van-alle- dag verstaan ligt een stukje vrede en een groot geluk. Internationaal Het directe internationale contact hebben de verschillende clubs met haar zogenaamde sisterclubs (zusterclubs dus) Elke Nederlandse club heeft er een in Europa, Enge land en Amerika en bovendien heeft elke club dan nog een next-doorclub (buurclub zouden we, kunnen zeg gen), die De Bevelanden heeft in de afdeling Gent. Van boven af krijgen de clubs dan de vierjarenplannen op gegeven. Bijvoorbeeld over het ge handicapte kind of over de jeugd. Op een internationaal congres komen de uitgewerkte rapporten van alle lan den bijeen, alweer dus een geconfron teerd worden met het internationaal zijn. „Men kan stellen", aldus mevrouw Van Laer, „dat deze werkzaamheden voor een zo betrekkelijk kleine vrou wengroep wel hoog zijn gegrepen. Maar elke club telt dank zij de verscheidenheid van beroepen wel een of meer leden, die op het een of andere onderwerp thuis zijn. Het is voor een ieder belangrijk geconfron teerd te worden met problemen, die bulten de eigen werksfeer liggen, ook Het is nog niet zo'n eenvoudige op gave om iemand te adviseren, inzake het kopen van een boek. Vooral als die iemand een vrouw is, en het boek bedoeld als haar bijdra ge aan een leeskring. Want achter haar, bedenk ik dan, staan nog elf andere vrouwen op elf soortgelijke boeken te wachten. En het zal waarschijnlijk wel niet haar bedoeling zijn om twaalf maanden van het jaar met twaalf variaties van de modernste romans opge scheept te zitten. Vergis U niet: ik bedoel daar niets denigrerends mee voor de betrokken lezeressen. Zij hebben een bepaalde levensstijl, een bepaald levenskli maat waarin zjj zich thuisvoelen. En voor vele vrouwen, vooral voor de serieuze die in haar vrtfe tijd niet gedachteloos een knop omdraaien, of een plaat opzetten, zijn die levens stijl en dat klimaat van wel ver draagzame, maar toch vrH strikte in tegriteit. zy weten heel aardig wat er in de wereld te koop is. Maar zij willen ook, desnoods op straffe van voor ouderwets en be krompen te worden uitgekreten, voor nog zoveel niet in het moeras der moderne apathie verzeilen. van zulke slappe, geesteloze en normloze wezens te vinden zijn als degenen, die de moderne roman be volken, speciaal in de grote steden over de gehele wereld. Maar zijn die nu ook werkelijk al3 norm voor dc mens van vandaag te beschouwen Wie eenvoudig haar ogen de kost geeft ziet toch duidelijk dat er hier iets lang niet klopt. Zeker, er kan tegenwoordig heel wat op door en er is ook veel openhar tig realisme in de plaats van ouder wetse schijnheilige mooipraterij ge komen. Maar is de huidige mens nu opeens ook al zijn geestelijke bagage kwijtgeraakt maatgevend voor e mens in de mode roman: Degene die met onverflauw de aandacht do onverkorte Mat- th&us-Passion aanhoort, en dat vaak nog op een oncomfortabele kerkbank of degene die toevallig eens aan een knop draait of landerig een plaat opzet Maar al waren dc laatsten overstel pend in de meerderheid: hebben de anderen, de geestelijk nog springle vend en of de alleen maar gretig en fezond bij het dagelijks bestaan be rokkenen geen recht erop om be schreven, om ten voeten uit in een boek gezet te worden jie daarom en zo zijn wij weer op ons uitgangspunt terug deze Boekenweek wil aanvangen W'c van problemen, die ver buiten de eigen grenzen liggen". Zo werken in Zeeland, in Nederland en in heel veel andere landen de „so rores optimae" (en met dat „beste" willen wjj dan graag de karakter eigenschappen aanduiden) met als hoogste doel het bevorderen van meer begrip en het uiteindelijk doel: het bevorderen van de wereldvrede (Advertentie) (Van onze medewerkster) Bent U een vrouw die wel een beet je trots is op haar uiterst sub- i smaakvermogen Een n de geur de bestandde- i vrouw i je trots is op haar uiterst sub tiel reuk- en vrouw die aan de geur len van een cocktail kan herkennen, die slechts een hapje hoeft te nemen rtkkeld f i ingewikkeld dessert om SCHEIDESTRAAT 20.22 - VUSSINGEN - KIEFOON 3996 van t Dan zal uw ongetwijfeld een schokje krijgen bij het vernemen van de resultaten, die in een bekende chemische fabriek in Nederland onlangs werden genoteerd bij een aantal „smaak- en geurproe- ven"..... Die proeven wezen uit dat het her kennen van een bepaalde smaak of geur moeilijker is dan het lijkt Een deskundige van het bedrijf had de deelnemers trouwens tevoren al min of meer gewaarschuwd: „proe ven", had zij in haar inleiding ge zegd, „is een functie van de tong, waarbij al dan niet bewust andere zintuigen zoals de neus, het oog en zelfs tastzin en gehoor mede inge schakeld worden. Isoleert men deze andere zintuigen en proeft men met de tong alleen, dan leidt dit proeven vaak tot even onbetrouwbare als merkwaardige resultaten". Niemand herkende de smaak van ananas (die in een rood vruch tenkoekje verwerkt was), slechts één proefpersoon wist de kers te identificeren. Het gemakkelijkst her kenbaar bleek de framboos en ver volgens de citroen; slechts zeven deelnemers herkenden met de tong De „proef der geurherkenning" bleek evenmin eenvoudig. Elke deelnemer kreeg bij deze test twaalf „blinde" flesjes, gevuld met produkten die toch wel een uitgesproken geur heb ben: vanille, nootmuskaat, foelie, kamfer, kruidnagel, waspoeder, schoencrème, de geur van snijbonen, lavendel, leer, levertraan en smeer olie. Dan was er ook nog een flesje water, waarvan men bij de reukbe oordeling meende dat het boter, gember of haring zou zgn! Van de 456 reukwaarnemingen bleek slechts 41 juist te zyn. Als het dus voor de vakman al zo moeilijk blijkt om een produkt enkel 'en alleen op geur te beoordelen, zou de huis vrouw haast gaan twijfelen aan de betrouwbaarheid van haar eigen smaak- en geurproeven, genomen in hdór „laboratorium": de keuken.... -j Uit China en Mexico Materiaal voor schoonmaak komt vaak uit verre landen Twee couturemodellen van Nederlandse bodem. Links een cape j met rok in pied de poule dessin, ontworpen door Dick Holthaus j en rechts naar een ontwerp van Ferry Offerman, een stijlvol j wandelensemble, geheel van katoen. Japon en mantelvoering j filmbedrukt, mantel effen zwart. Sierdiamanten TJet vakblad Edelmetaal" vertélt een paar interessante bijzonder heden over diamant en in het bijzon der over het ,^ier-aspect" van dit kostbaar materiaal. Lang niet altijd kan men het begrip diamant onmid dellijk in verband brengen met het begrip „bijou"; ongeveer tachtig pro cent van de ruwe diamant is name lijk bestemd voor de industrie. Slechts twintig procent is geschikt om tot sier-diamant te worden ver werkt; vorm, grootte, kwaliteit en kleur bepalen hier voor de expert de keuze. met een zo nuttig instituut als een leeskring, gelieve zich wel enige moeite te getroosten en verder te zien dan haar neus lang is. Want buiten de toch beperkte kring van dunne, aan zelfoverschatting lijden de romans bestaan er genoeg boe ken die het lezen en bezitten alles zins waard zijn, ook in het eigen taalgebied. De boekhandel is er speciaal in deze week op ingesteld U te adviseren reden te meer waarom ik mij van enigerlei namen noemen onthoud, al liggen zij mij op de punt van de tong. En hebt U er ooit aan gedacht dat er buiten de eigenlijke roman zoveel andersoortige boeken: levensbe schrijvingen, reisverhalen, histori sche romans boeken, over de zee, de natuur, de dierenwereld, en de talrij ke verzonken beschavingen zijn, die boeien als het opwindenste verhaal. Geen mooier geschenk dan een uur of wat aandachtig speuren in boe kengidsen en langs wandrekken, en thuiskomen met de sleutel die toe gang geeft tot een volkomen nieu we en onvermoede wereld. SASKIA. Fle grote voorjaarsschoonmaak mag dan althans voor zo ver ons bekend! een typisch- Nederlands gebeuren zijn, het materiaal voor de schoonmaak komt dikwijls uit verre landen. Verre én vaak warme landen le veren de grondstoffen voor di verse onmisbare schoonmaak- attributen: de zachte handstof fer, de werk- en de wasborstel, de bezem. Die bezem, de doodgewone straatbe zem, wordt bijvoorbeeld gemaakt uit een uit India afkomstig materiaal. Het heet „bassine" en het heeft de voor een straatbezem vereiste eigen schappen: veerkracht, soepelheid én 'n grote duurzaamheid. Nog iets ver der weg wordt het materiaal gehaald voor de zogenaamde zachte handstof fer waarmee men tapijten pleegt te schuieren. Zo'n stoffer wordt ge maakt uit varkenshaar en de varken tjes hebben de Chinese nationaliteit; ze leven in de Chinese laagvlakte en hoe langer hun haar is, hoe duurder de eruit vervaardigde borstel. Het kortere haar is niet alleen goedkoper maar slijt ook sneller. Paardehaar vormt ook al een materiaal voor het maken van borstels. Het komt uit Argentinië, Siberië en Scandinavië, maar onze eigen Hollandse paardjes leveren eveneens grondstof voor paardeharen borstels. Veel wasborstds Men zou denken dat de ouderwetse wasborstel, met z'n onvriendelij ke harde gele stekels, inmiddels wel museumstuk is geworden in deze tijd van wasmachines en wasautomaten. Wonderlijk genoeg is dat allerminst zo; er worden zelfs nog vrij veel was- bofstels verkocht. Over de „haren" van een wasborstel kan men eigenlijk niet spreken want er .komt geen echt haar aan te pas; de stekels van de wasborstel bestaan uit de speciaal behandelde wortels van een soort on kruid dat op de Mexicaanse hoog vlakte groeit. De Mexicanen die dit borstelig materiaal de fraaie naam „hondetand" hebben gegeven, laten de wortels na een speciale bereiding bleken, waarna de karakteristiek-gele kleur ontstaat door de inwerking van het licht. Eveneens uit Mexico komen de zoge naamde kwaliteitsborstels met hun zachte witte haar: de fiberborstels. De fiber is de bladvezel van de uit heemse plant die de zoetvloeiende naam „aloë" draagt; een taaie duur zame vezel die dan ook duurder is dan het populaix-e cocoshaar. Zachte werkborsteis en tapijtstoffers worden van fiber gemaakt, het cocoshaar daarentegen wordt verwerkt in de goedkopere werkborsteis, bezems en stoffers. Het komt uit weer een ander deel van de wereld: Ceylon is de ba kermat waar men de buitenbast van de cocosnoot tot dit materiaal ver werkt. Als 't werk gedaan is En als de grote schoonmaak defini tief achter de rug is wordt het tijd om al dat borstel- en veegmateri- aal eens even op hygiëne te controle ren. Goed schoonmaken is de bood schap, als men wil dat het borstel werk zo lang mogelijk meegaat! Wa ter met een scheut ammoniak is hét reinigingsmiddel voor de hierboven genoemde grondstoffen: ze kunnen er allemeaal tegen. Het drogen daarna is even belangrijk als het schoonmaken: drogen doet men op de haren en vooral niet op het hout. Worden bor stels op hun houten „rug", dus met de haren naar boven, te drogen ge legd dan trekt al het vocht in het hout. Gevolg: langzame verrotting van het materiaal. De zachte kamerveger daarentegen legt men liever niet op de haren te drogen, want daarvan gaan ze plet ten. Beter kan de kamerveger na het schoonmaken worden opgehangen. Ragebollen eh toiletborstels, gemaakt uit een mengsel van cocos en fiber, worden met de bol naar boven opge hangen; ze kunnen dan grondig uit druipen en worden tegelijkertijd goed geventileerd. (Advertentie) v3 p-EN panty girdle breeches slips t -HELANCA. Sanitized •up«r «IxtUch volledig gsmindard Hi schap gaf hij zijn vrouwtje een tik met zijn vlerkje. „Precies wat we zochten: een heerlijk rustig huis zonder katten, een muur om de tuin die de koude wind te genhoudt, mooie struiken en boompjes en mensen in de buurt, die vast wel een kruimeltje over zullen hebben voor een jong mezengezin". Met glinsterende oogjes namen Kapertje en zijn vrouw Wiefje alle plekjes óp: ja, het was het heerlijkste xoat een jong mezenpaar zich wensen kon. Ze knikten vriendelijk naar alle bomen en struiken, maakten een beleefd bui- 'ginkje tegen het huis en tsjilpten vrolijk om de mensen in het huis te laten horen wat ze van plan waren. En toen begonnen ze. Met snaveltjes vol strootjes en takjes vlogen ze af en aan en Wiefje deed erg haar best om Kapertje bij te houden. boven het nestje, opeens een En even later kwam hjj te rug met een lange hark dio hij als een wapen in de lucht stak. „Kapertje!", gilde Wiefje angstig, want met één zwaai van zijn hark had me neer Polman het nestje in aanbouw naar beneden ge haald. Verslagen zaten de meesjes op de schutting en ze keken hoe meneer Polman heel precies leder takje en stroo tje wegharkte, de heg glad streek en zelfs het laatste pietepeuterige pluisje uit de boom wipte. „Ik weet een betere plaats", zei Kapertje de volgende morgen. „Die meneer vond het niet goed dat we In zijn boom zaten. Weet je wat we doen, Wiefje We nemen zijn dakgoot! Dat is nog veel veiliger dan een nestje in de boom!" „Wat ben je toch knap", zei Wiefje, die net als Kapertje al haar verdriet vergeten was en vol nieuwe moed met strootjes en takjes kwam aangevlogen. raam openging. Meneer Pol man! Met een rood gezicht van boosheid bukte hij zich naar de dakgoot onder zijn raam, want natuurlijk had hij alweer ontdekt dat er iets niet in orde was in zijn keurige huis. Even later lag het prachtige nestje, waar ze zo hard aan gewerkt had den, beneden in de tuin. Met een stoffer en blik kwam meneer Polman het opvegen en daar gingen alle stroo- l Maar o, als die meesjes alles geweten hadden! Want in dat rustige grote huis woonde meneer Polman. Meneer Polman was een keurige meneer, Hij zelf zag er altijd uit om door een ringetje te halen. Van vogels moest meneer Polman helemaal niets heb ben; ze maakten lawaai en ze vlogen met rommel af en aan, zeker in het voorjaar. Toen meneer Polman 's avonds thuis kwam en door het raam van zijn ach terkamer in de tuin keek, zag hij meteen dat er Iets mis was. Meneer Polman, die nooit blootshoofds het liuis uit ging, zette zijn keurige bol hoed weer op en stapte zijn tuin ln. /,Als Ik het niet ge dacht had...", mompelde hij woedend, toen hij onder de boom bij de schutting stond. Vlak boven hem zag hij wat strootjes en takjes, die ze ker het begin van een vogel nestje waren. En kijk, óp de schutting zaten Kapertje en Wiefje dicht bij elkaar met vriendelijke oogjes naar hem te kijken. „Dat is de meneer van het huls", zei Kapertje, „dat zie Je zo. We moeten zien dat we goeie vriendjes met hem worden, Wiefje". Maar meneer Polman liep met grote passen naar zijn schuurtje achter in de tuin. Wiefje en Kapertje zaten van de "schutting af hun nieuwe nest te bewonderen, toen boven in het huis, vlak tjes, takjes en pluimpjes de vuilnisbak in. Dit keer huilde Wiefje echt en ook Kapertje kon zijn tranen bijna niet inhouden. „Als ik het maar begrijpen kon", zei hij wel twintig keer en de hele nacht bleef hij zitten piekeren waarom die keurige meneer zo boos en lel(jk kon doen. „Niet opgeven", zei Wiefje de volende morgen, „we be ginnen van voren af aan. Kapertje vloog in gedachten het hele huis om en bekeek alle plekjes, waar je een nest zou kunnen bouwen. En ten slotte vond hij iets. Opgewonden kwam h(j het Wiefje vertellen: „Een gleuf in de muur. Als je het niet weet, zie je het niet eens, zo goed zit hij in die muur verstopt. Het eerste wat meneer Pol man altijd deed als hij thuis kwam, wa3 kijken of er ook post in de brievenbus lag. Voorzichtig en keurig, zoals hij alles deed, opende me neer Polman het deurtje. Zijn hand gleed in het kast je en voelde of daar mis schien een brief of een kaart of een drukwerkje lag. Even leek het of er iets zachts onder zijn hand wegglipte: twee snelle vogelvleugeltjes die maar net ontkwamen. En toen wist meneer Pol man wat er aan de hand was. Trillend van kwaad heid veegde hij zijn brieven bus schoon en liep stamp voetend naar zijn vuilnis bak, waarin voor de derde keer strootjes, takjes en pluisjes verdwenen. „En nou is het wel genoeg! Ik ben er óok nog!", bulder de opeens een stem. Voor iemand wist wat er gebeur de, joeg er een verschrikke lijke windvlaag door de tuin. Niet zo maar een maart.se bui die losbarste boven (le tnin van meneer Polman, nee, do wind zelf, die al drie dagen lang de meesjes bij hun werk gevolgd had, liet zich met een dreunende slag op de schutting, de bomen, de struiken, het huis en me neer Polman zelf vallen. „Een windhoos", noemden de mensen het later. De hoed van meneer Pol man, die net zyn vuilnis bak sloot, ging er het eerste aan. Waar die bleef wist voorlopig niemand. De keu rige geknipte en geschoren bomen en de heg werden in rafels uit elkaar gescheurd. Maar het huis zelf! Het leek wel of de wind al zijn boos heid uitbulderde tegen dat huis. Dakpannen kletterden met tien en twintig tegelijk naar beneden; ruiten vielen rinkelend aan stukken, keu rige kleedjes, boeken, kle ren en zorgvuldig bewaarde papieren en brieven woeien als snippers door de kapotte ramen naar buiten. En toen er geen ding meer op zijn plaats stond in het huis van meneer Polman, kreeg de wind er genoeg van en trok af over de schutting. Van alle kanten schoten mensen toe, die de windhoos hadden zien neerkomen op het dak van die keurige rustige me neer. Mensen hielpen hem overeind, zeiden troostende woorden en verzekerden hem dat ze hem wel zouden helpen het allemaal weer te maken zoals het was. Pas tegen de morgen viel hij in slaap, maar ook in zijn droom zag hy telkens nog dat verwoeste huis dat op eens geen huis meer was en hoorde hy de mensen zeg gen: „geen dak boven je hoofd, dat is het ergste wat je overkomen kan". Toen hij 's morgens bij zijn huis kwam, viel zijn mond open van verbazing: wel tien of twintig mensen uit de buurt zaten op het dak. spijkerden, hamerden, leg den nieuwe pannen, zetten ruiten in en droegen dingen, die naar buiten waren ge waaid, in huis terug. Hg stroopte zijn mouwen op en ging zelf ook flink aan de slag. En er werd zó hard gewerkt, dat tegen de avond alles weer leek of er nooit een windhoos overheen was gegaan. Alleen meneer Pol man zelf zag er verschrik kelijk uit. Zijn haar was in de war, zijn streepjespanta lon was uit de vouw en zijn jas zat vol vegen en vlek ken. „Maar dat is niets", zei meneer Polman, toen hy ie dereen bedankt had en in- gelukkïg zijn keurige stille huis binnenging. Hij nam een bad, ging zich scheren, trok schone kleren aan en borstelde zijn keurige grijze haar. Voor de spiegel be keek hij zich tevreden. Maar opeens fronste hij zijn wenk brauwen. Hij miste iets. Wat „M'n hoed!" riep hij verschrikt, „m'n hoed Waar is m'n hoed Hij herinnerde zich dat de keurige hoed er het eerst was aangegaan toen de storm opstak en daarom liep hij haastig naar zijn tuin, precies naar de plek, waar hy gestaan had toen alles begonnen was. Speu rend keek hij om zich heen. Hij keek omhoog naar de schutting. Daar zaten alleen twee vrolijke meesjes, heel trots te doen. Met schuine kopjes keken ze naar een plekje in de heg. „Aha!", riep hij luid en met grote stappen ging hij op de heg af. waar hij tussen het groen zijn keurige bolhoed zag vastgeklemd tussen de takken. „Nee maar!", riep hy woedend, toen hij ont dekte dat de hoed, die als een mandje omhoog lag ge keerd vol takjes, strootjes en pluisjes zat. Hij strekte er zijn hand al naar uit, toen het hem opeens leek of hoog boven hem in de lucht iets gebeurde. Onmiddellijk wist hij dat het hetzelfde geluid was dat hij de avond tevo ren had gehoord toen hy de deksel van de vuilnisbak sloot. Verschrikt trok hij zijn hand terug. Toen hij weer opkeek, was het geluid weg; alleen een dreigende zwarte wolk hing loodrecht boven zijn tuin. Meneer Pol man had het gevoel dat hij alles weer opnieuw beleefde: de verschrikkelijke wind. het gerinkel en geraas en de stemmen van de mensen. Vooral dat: „het ergste wat je gebeuren kan: geen dak boven je hoofd". „Zou hij nu zijn hark en zijn stoffer weer gaan halen fluisterde Wiefje. Nee. Me neer Polman ging in huis en kwam terug met een bord vol kruimels, die hij haastig uit de broodtrommel had ge veegd. Hij strooide het on der de heg en glimlachte te gen de twee meesjes, die nog altijd niet durfden te geloven dat meneer Polman dit keer geen kwaad wilde. Maar toen hy nog eens ge glimlacht had en voor hy in huis ging, riep: „veel geluk met je nieuwe nest", toen wisten.ze dat ze een vriend hadden gevonden. En wat voor een vriend MIES BOUHUYS.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 9