Cifv pagina
meozcuw
„Sorores optimae" werken
internationaal voor vrede
KEUS GENOEG
KINDERKRANT
Proeven en
moeilijker
ruiken blijken
dan het lijkt
TISSU MILOU
„HET STOFFENPALEIS"
Zéér 1963!
stretchkant slip
VRIJDAG 5 APRIL 1963
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
WAT DOET DE SOROPTIMISTCLUB
Niemand ananas
T~)e Soroptimistclubs nemen
een zeer aparte plaats in te
midden van de vele vrouwenver
enigingen. Zeker niet om de
ideële doelstellingen van deze
club, ook niet om het internatio
nale aspect, want van deze beide
kenmerken hebben de meeste
vrouwenverenigingen wel iets.
Het is meer en vooral de samen
stelling van de club en de onbe
kendheid van het grote publiek
met haar bestaan en werkwijze.
De Soroptimistclub heeft die be
kendheid ook niet nodig, want
de leden worden uitgenodigd,
kunnen niet op eigen initiatief
toetreden. De leden bestaan uit
vrouwen van verschillende pro
fessie, één vertegenwoordigster
van één beroep of bedrijf. Zo
biedt de ledenlijst van deze club
een bijkans volledig beeld van
de beroepen en bedrijven, waar
in de vrouw werkzaam kan zijn.
Het was mevrouw M. C. van Laer-
Stevense in Kruiningen, de huidi
ge presidente van de Sorptimistclub
„De Bevelanden", die ons over de
Soroptimistbeweging vertelde.
Het Soroptimistidee is geboren in
Amerika. Na de eerste wereldoorlog
nam een aantal vrouwen daar het
initiatief tot internationaal vrouwen
contact, ten einde de onderlinge waar
dering in alle beroepen voor de vrouw
te versterken en de nationale en in
ternationale verstandhouding te be
vorderen. Alle afdelingen in ons land
zijn ondergebracht in de Nederlandse
Unie, die is aangesloten bij de Euro
pese Federatie. Deze vormt weer sa
men met de Engelse en Amerikaanse
Federatie het hoogste overkoepelend
orgaan, the Soroptimist International
Association (die een vertegenwoor
digster heeft in de Unesco).
Drie Zeeuwse clubs
namelijk Walcheren, De Bevelan
den en Schouwen-Duiveland. Dit jaar
vieren de Zeeuwse Soroptimisten
haar zilveren feest. In 1938 begon na
melijk de Zeeuwse club, die in 1949
werd gesplitst in Walcheren en De
Bevelanden. De jongste (Zeeuwse)
loot aan de stam is Schouwen-Duive
land, die nu vijf jaar bestaat. Op 11
mei worden het zilveren Zeeuwse ju-
Advertentie)
BEDRUKTE KATOENEN STOFFEN
apart, jeugdig, kleurdurvend
Bovendien zeer praktisch; kleur- en
wasecht, kreukherstellend, permanent
matglanzend.
Ontdek de nieuwe mode in
bileum en het lustrum van Schou
wen-Duiveland gezamenlijk gevierd.
De doelstelling van het Soroptimisme
luidt: „Naar beste krachten te stre
ven naar ons ideaal van toewijding,
dienstvaardigheid, vriendschap en
verdraagzaamheid ten opzichte van
ons beroep, onze medeleden, de mens
heid in het algemeen".
De naam is afgeleid van het Latijnse
sorores optimae", hetgeen letterlijk
betekent „de beste zusters".
„In Amerika", aldus mevrouw Van
Laer, „houdt men zich vrjj letterlijk
aan die naam. Als leden worden daar
doorgaans gevraagd die vrouwen, die
het 't verste in haar werk of beroep
hebben gebracht. In Nederland geldt
dat niet zo".
„De grote waarde yaxi onze contacten
vind ik, dat je van het werk van je
medeleden heel veel kunt leren en er
waardevolle adviezen van mee naar
huis neemt. Je opvattingen worden
er zeer zeker door beïnvloed, want
echt, van heel veel beroepen weet je
eigenlijk niets. Het is toch wel nodig
enig begrip te hebben van de ver
schillende facetten van alle beroepen,
want daardoor kunnen allerlei mis
vattingen uit de wereld worden ge
holpen. Alle leden zijn natuurlijk ver
schillend. Zij brengen haar beroep,
haar levensopvatting, haar afkomst,
haar opleiding en soms een andere
dan onze nationaliteit te zamen in de
club. De getrouwden gaan de proble
men van de ongetrouwden begrijpen
en de laatsten op haar beurt die van
haar gehuwde zusters. Het is name
lijk regel, dat elk lid zo nu en dan
iets vertelt over zichzelf en/of over
haar werk of beroep. Dit bevordert
het onderling contact enorm".
Mevrouw Van Laer vertelt dit alles,
alsof ze opnieuw voor zichzelf uit
maakt, dat al deze simpele zaken te
zamen toch daadwerkelijk beant
woorden aan de doelstelling van de
Soroptimistclub. Want immers, juist
in het elkaar op het terrein-van-alle-
dag verstaan ligt een stukje vrede en
een groot geluk.
Internationaal
Het directe internationale contact
hebben de verschillende clubs
met haar zogenaamde sisterclubs
(zusterclubs dus) Elke Nederlandse
club heeft er een in Europa, Enge
land en Amerika en bovendien heeft
elke club dan nog een next-doorclub
(buurclub zouden we, kunnen zeg
gen), die De Bevelanden heeft in de
afdeling Gent. Van boven af krijgen
de clubs dan de vierjarenplannen op
gegeven. Bijvoorbeeld over het ge
handicapte kind of over de jeugd. Op
een internationaal congres komen de
uitgewerkte rapporten van alle lan
den bijeen, alweer dus een geconfron
teerd worden met het internationaal
zijn.
„Men kan stellen", aldus mevrouw
Van Laer, „dat deze werkzaamheden
voor een zo betrekkelijk kleine vrou
wengroep wel hoog zijn gegrepen.
Maar elke club telt dank zij de
verscheidenheid van beroepen wel
een of meer leden, die op het een of
andere onderwerp thuis zijn. Het is
voor een ieder belangrijk geconfron
teerd te worden met problemen, die
bulten de eigen werksfeer liggen, ook
Het is nog niet zo'n eenvoudige op
gave om iemand te adviseren,
inzake het kopen van een boek.
Vooral als die iemand een vrouw is,
en het boek bedoeld als haar bijdra
ge aan een leeskring.
Want achter haar, bedenk ik dan,
staan nog elf andere vrouwen op elf
soortgelijke boeken te wachten. En
het zal waarschijnlijk wel niet haar
bedoeling zijn om twaalf maanden
van het jaar met twaalf variaties
van de modernste romans opge
scheept te zitten.
Vergis U niet: ik bedoel daar niets
denigrerends mee voor de betrokken
lezeressen. Zij hebben een bepaalde
levensstijl, een bepaald levenskli
maat waarin zjj zich thuisvoelen.
En voor vele vrouwen, vooral voor
de serieuze die in haar vrtfe tijd niet
gedachteloos een knop omdraaien,
of een plaat opzetten, zijn die levens
stijl en dat klimaat van wel ver
draagzame, maar toch vrH strikte in
tegriteit.
zy weten heel aardig wat er in de
wereld te koop is.
Maar zij willen ook, desnoods op
straffe van voor ouderwets en be
krompen te worden uitgekreten,
voor nog zoveel niet in het moeras
der moderne apathie verzeilen.
van zulke slappe, geesteloze en
normloze wezens te vinden zijn als
degenen, die de moderne roman be
volken, speciaal in de grote steden
over de gehele wereld. Maar zijn die
nu ook werkelijk al3 norm voor dc
mens van vandaag te beschouwen
Wie eenvoudig haar ogen de kost
geeft ziet toch duidelijk dat er hier
iets lang niet klopt.
Zeker, er kan tegenwoordig heel wat
op door en er is ook veel openhar
tig realisme in de plaats van ouder
wetse schijnheilige mooipraterij ge
komen. Maar is de huidige mens nu
opeens ook al zijn geestelijke bagage
kwijtgeraakt
maatgevend voor
e mens in de mode
roman: Degene die met onverflauw
de aandacht do onverkorte Mat-
th&us-Passion aanhoort, en dat vaak
nog op een oncomfortabele kerkbank
of degene die toevallig eens aan
een knop draait of landerig een plaat
opzet
Maar al waren dc laatsten overstel
pend in de meerderheid: hebben de
anderen, de geestelijk nog springle
vend en of de alleen maar gretig en
fezond bij het dagelijks bestaan be
rokkenen geen recht erop om be
schreven, om ten voeten uit in een
boek gezet te worden
jie daarom en zo zijn wij weer
op ons uitgangspunt terug
deze Boekenweek wil aanvangen
W'c
van problemen, die ver buiten de
eigen grenzen liggen".
Zo werken in Zeeland, in Nederland
en in heel veel andere landen de „so
rores optimae" (en met dat „beste"
willen wjj dan graag de karakter
eigenschappen aanduiden) met als
hoogste doel het bevorderen van
meer begrip en het uiteindelijk doel:
het bevorderen van de wereldvrede
(Advertentie)
(Van onze medewerkster)
Bent U een vrouw die wel een beet
je trots is op haar uiterst sub-
i smaakvermogen Een
n de geur de bestandde-
i vrouw i
je trots is op haar uiterst sub
tiel reuk- en
vrouw die aan de geur
len van een cocktail kan herkennen,
die slechts een hapje hoeft te nemen
rtkkeld f
i ingewikkeld dessert om
SCHEIDESTRAAT 20.22 - VUSSINGEN - KIEFOON 3996
van t
Dan zal uw
ongetwijfeld een schokje krijgen bij
het vernemen van de resultaten, die
in een bekende chemische fabriek in
Nederland onlangs werden genoteerd
bij een aantal „smaak- en geurproe-
ven".....
Die proeven wezen uit dat het her
kennen van een bepaalde smaak
of geur moeilijker is dan het lijkt
Een deskundige van het bedrijf had
de deelnemers trouwens tevoren al
min of meer gewaarschuwd: „proe
ven", had zij in haar inleiding ge
zegd, „is een functie van de tong,
waarbij al dan niet bewust andere
zintuigen zoals de neus, het oog en
zelfs tastzin en gehoor mede inge
schakeld worden. Isoleert men deze
andere zintuigen en proeft men met
de tong alleen, dan leidt dit proeven
vaak tot even onbetrouwbare als
merkwaardige resultaten".
Niemand herkende de smaak van
ananas (die in een rood vruch
tenkoekje verwerkt was), slechts
één proefpersoon wist de kers te
identificeren. Het gemakkelijkst her
kenbaar bleek de framboos en ver
volgens de citroen; slechts zeven
deelnemers herkenden met de tong
De „proef der geurherkenning" bleek
evenmin eenvoudig. Elke deelnemer
kreeg bij deze test twaalf „blinde"
flesjes, gevuld met produkten die
toch wel een uitgesproken geur heb
ben: vanille, nootmuskaat, foelie,
kamfer, kruidnagel, waspoeder,
schoencrème, de geur van snijbonen,
lavendel, leer, levertraan en smeer
olie. Dan was er ook nog een flesje
water, waarvan men bij de reukbe
oordeling meende dat het boter,
gember of haring zou zgn!
Van de 456 reukwaarnemingen bleek
slechts 41 juist te zyn. Als het dus
voor de vakman al zo moeilijk blijkt
om een produkt enkel 'en alleen op
geur te beoordelen, zou de huis
vrouw haast gaan twijfelen aan de
betrouwbaarheid van haar eigen
smaak- en geurproeven, genomen in
hdór „laboratorium": de keuken....
-j
Uit China en Mexico
Materiaal voor schoonmaak
komt vaak uit verre landen
Twee couturemodellen van Nederlandse bodem. Links een cape j
met rok in pied de poule dessin, ontworpen door Dick Holthaus j
en rechts naar een ontwerp van Ferry Offerman, een stijlvol j
wandelensemble, geheel van katoen. Japon en mantelvoering j
filmbedrukt, mantel effen zwart.
Sierdiamanten
TJet vakblad Edelmetaal" vertélt
een paar interessante bijzonder
heden over diamant en in het bijzon
der over het ,^ier-aspect" van dit
kostbaar materiaal. Lang niet altijd
kan men het begrip diamant onmid
dellijk in verband brengen met het
begrip „bijou"; ongeveer tachtig pro
cent van de ruwe diamant is name
lijk bestemd voor de industrie.
Slechts twintig procent is geschikt
om tot sier-diamant te worden ver
werkt; vorm, grootte, kwaliteit en
kleur bepalen hier voor de expert de
keuze.
met een zo nuttig instituut als een
leeskring, gelieve zich wel enige
moeite te getroosten en verder te
zien dan haar neus lang is. Want
buiten de toch beperkte kring van
dunne, aan zelfoverschatting lijden
de romans bestaan er genoeg boe
ken die het lezen en bezitten alles
zins waard zijn, ook in het eigen
taalgebied.
De boekhandel is er speciaal in deze
week op ingesteld U te adviseren
reden te meer waarom ik mij van
enigerlei namen noemen onthoud, al
liggen zij mij op de punt van de tong.
En hebt U er ooit aan gedacht dat
er buiten de eigenlijke roman zoveel
andersoortige boeken: levensbe
schrijvingen, reisverhalen, histori
sche romans boeken, over de zee, de
natuur, de dierenwereld, en de talrij
ke verzonken beschavingen zijn, die
boeien als het opwindenste verhaal.
Geen mooier geschenk dan een uur
of wat aandachtig speuren in boe
kengidsen en langs wandrekken, en
thuiskomen met de sleutel die toe
gang geeft tot een volkomen nieu
we en onvermoede wereld.
SASKIA.
Fle grote voorjaarsschoonmaak
mag dan althans voor zo
ver ons bekend! een typisch-
Nederlands gebeuren zijn, het
materiaal voor de schoonmaak
komt dikwijls uit verre landen.
Verre én vaak warme landen le
veren de grondstoffen voor di
verse onmisbare schoonmaak-
attributen: de zachte handstof
fer, de werk- en de wasborstel,
de bezem.
Die bezem, de doodgewone straatbe
zem, wordt bijvoorbeeld gemaakt uit
een uit India afkomstig materiaal.
Het heet „bassine" en het heeft de
voor een straatbezem vereiste eigen
schappen: veerkracht, soepelheid én
'n grote duurzaamheid. Nog iets ver
der weg wordt het materiaal gehaald
voor de zogenaamde zachte handstof
fer waarmee men tapijten pleegt te
schuieren. Zo'n stoffer wordt ge
maakt uit varkenshaar en de varken
tjes hebben de Chinese nationaliteit;
ze leven in de Chinese laagvlakte en
hoe langer hun haar is, hoe duurder
de eruit vervaardigde borstel. Het
kortere haar is niet alleen goedkoper
maar slijt ook sneller. Paardehaar
vormt ook al een materiaal voor het
maken van borstels. Het komt uit
Argentinië, Siberië en Scandinavië,
maar onze eigen Hollandse paardjes
leveren eveneens grondstof voor
paardeharen borstels.
Veel wasborstds
Men zou denken dat de ouderwetse
wasborstel, met z'n onvriendelij
ke harde gele stekels, inmiddels wel
museumstuk is geworden in deze tijd
van wasmachines en wasautomaten.
Wonderlijk genoeg is dat allerminst
zo; er worden zelfs nog vrij veel was-
bofstels verkocht. Over de „haren"
van een wasborstel kan men eigenlijk
niet spreken want er .komt geen echt
haar aan te pas; de stekels van de
wasborstel bestaan uit de speciaal
behandelde wortels van een soort on
kruid dat op de Mexicaanse hoog
vlakte groeit. De Mexicanen die dit
borstelig materiaal de fraaie naam
„hondetand" hebben gegeven, laten
de wortels na een speciale bereiding
bleken, waarna de karakteristiek-gele
kleur ontstaat door de inwerking van
het licht.
Eveneens uit Mexico komen de zoge
naamde kwaliteitsborstels met hun
zachte witte haar: de fiberborstels.
De fiber is de bladvezel van de uit
heemse plant die de zoetvloeiende
naam „aloë" draagt; een taaie duur
zame vezel die dan ook duurder is
dan het populaix-e cocoshaar. Zachte
werkborsteis en tapijtstoffers worden
van fiber gemaakt, het cocoshaar
daarentegen wordt verwerkt in de
goedkopere werkborsteis, bezems en
stoffers. Het komt uit weer een ander
deel van de wereld: Ceylon is de ba
kermat waar men de buitenbast van
de cocosnoot tot dit materiaal ver
werkt.
Als 't werk gedaan is
En als de grote schoonmaak defini
tief achter de rug is wordt het
tijd om al dat borstel- en veegmateri-
aal eens even op hygiëne te controle
ren. Goed schoonmaken is de bood
schap, als men wil dat het borstel
werk zo lang mogelijk meegaat! Wa
ter met een scheut ammoniak is hét
reinigingsmiddel voor de hierboven
genoemde grondstoffen: ze kunnen er
allemeaal tegen. Het drogen daarna is
even belangrijk als het schoonmaken:
drogen doet men op de haren en
vooral niet op het hout. Worden bor
stels op hun houten „rug", dus met
de haren naar boven, te drogen ge
legd dan trekt al het vocht in het
hout. Gevolg: langzame verrotting
van het materiaal.
De zachte kamerveger daarentegen
legt men liever niet op de haren te
drogen, want daarvan gaan ze plet
ten. Beter kan de kamerveger na het
schoonmaken worden opgehangen.
Ragebollen eh toiletborstels, gemaakt
uit een mengsel van cocos en fiber,
worden met de bol naar boven opge
hangen; ze kunnen dan grondig uit
druipen en worden tegelijkertijd goed
geventileerd.
(Advertentie)
v3
p-EN
panty girdle
breeches
slips
t -HELANCA. Sanitized
•up«r «IxtUch volledig gsmindard
Hi
schap gaf hij zijn vrouwtje een tik met zijn vlerkje.
„Precies wat we zochten: een heerlijk rustig huis
zonder katten, een muur om de tuin die de koude wind te
genhoudt, mooie struiken en boompjes en mensen in de
buurt, die vast wel een kruimeltje over zullen hebben voor
een jong mezengezin".
Met glinsterende oogjes namen Kapertje en zijn vrouw
Wiefje alle plekjes óp: ja, het was het heerlijkste xoat een
jong mezenpaar zich wensen kon. Ze knikten vriendelijk
naar alle bomen en struiken, maakten een beleefd bui-
'ginkje tegen het huis en tsjilpten vrolijk om de mensen
in het huis te laten horen wat ze van plan waren. En toen
begonnen ze. Met snaveltjes vol strootjes en takjes vlogen
ze af en aan en Wiefje deed erg haar best om Kapertje bij
te houden.
boven het nestje, opeens een
En even later kwam hjj te
rug met een lange hark dio
hij als een wapen in de lucht
stak.
„Kapertje!", gilde Wiefje
angstig, want met één
zwaai van zijn hark had me
neer Polman het nestje in
aanbouw naar beneden ge
haald.
Verslagen zaten de meesjes
op de schutting en ze keken
hoe meneer Polman heel
precies leder takje en stroo
tje wegharkte, de heg glad
streek en zelfs het laatste
pietepeuterige pluisje uit de
boom wipte.
„Ik weet een betere plaats",
zei Kapertje de volgende
morgen. „Die meneer vond
het niet goed dat we In zijn
boom zaten. Weet je wat we
doen, Wiefje We nemen
zijn dakgoot! Dat is nog
veel veiliger dan een nestje
in de boom!"
„Wat ben je toch knap", zei
Wiefje, die net als Kapertje
al haar verdriet vergeten
was en vol nieuwe moed met
strootjes en takjes kwam
aangevlogen.
raam openging. Meneer Pol
man! Met een rood gezicht
van boosheid bukte hij zich
naar de dakgoot onder zijn
raam, want natuurlijk had
hij alweer ontdekt dat er
iets niet in orde was in zijn
keurige huis. Even later lag
het prachtige nestje, waar
ze zo hard aan gewerkt had
den, beneden in de tuin. Met
een stoffer en blik kwam
meneer Polman het opvegen
en daar gingen alle stroo-
l Maar o, als die meesjes
alles geweten hadden! Want
in dat rustige grote huis
woonde meneer Polman.
Meneer Polman was een
keurige meneer,
Hij zelf zag er altijd uit om
door een ringetje te halen.
Van vogels moest meneer
Polman helemaal niets heb
ben; ze maakten lawaai en
ze vlogen met rommel af en
aan, zeker in het voorjaar.
Toen meneer Polman
's avonds thuis kwam en
door het raam van zijn ach
terkamer in de tuin keek,
zag hij meteen dat er Iets
mis was.
Meneer Polman, die nooit
blootshoofds het liuis uit
ging, zette zijn keurige bol
hoed weer op en stapte zijn
tuin ln. /,Als Ik het niet ge
dacht had...", mompelde hij
woedend, toen hij onder de
boom bij de schutting stond.
Vlak boven hem zag hij wat
strootjes en takjes, die ze
ker het begin van een vogel
nestje waren. En kijk, óp de
schutting zaten Kapertje en
Wiefje dicht bij elkaar met
vriendelijke oogjes naar
hem te kijken.
„Dat is de meneer van het
huls", zei Kapertje, „dat zie
Je zo. We moeten zien dat
we goeie vriendjes met hem
worden, Wiefje".
Maar meneer Polman liep
met grote passen naar zijn
schuurtje achter in de tuin.
Wiefje en Kapertje zaten
van de "schutting af hun
nieuwe nest te bewonderen,
toen boven in het huis, vlak
tjes, takjes en pluimpjes de
vuilnisbak in.
Dit keer huilde Wiefje echt
en ook Kapertje kon zijn
tranen bijna niet inhouden.
„Als ik het maar begrijpen
kon", zei hij wel twintig
keer en de hele nacht bleef
hij zitten piekeren waarom
die keurige meneer zo boos
en lel(jk kon doen.
„Niet opgeven", zei Wiefje
de volende morgen, „we be
ginnen van voren af aan.
Kapertje vloog in gedachten
het hele huis om en bekeek
alle plekjes, waar je een
nest zou kunnen bouwen.
En ten slotte vond hij iets.
Opgewonden kwam h(j het
Wiefje vertellen: „Een gleuf
in de muur. Als je het niet
weet, zie je het niet eens,
zo goed zit hij in die muur
verstopt.
Het eerste wat meneer Pol
man altijd deed als hij thuis
kwam, wa3 kijken of er ook
post in de brievenbus lag.
Voorzichtig en keurig, zoals
hij alles deed, opende me
neer Polman het deurtje.
Zijn hand gleed in het kast
je en voelde of daar mis
schien een brief of een kaart
of een drukwerkje lag. Even
leek het of er iets zachts
onder zijn hand wegglipte:
twee snelle vogelvleugeltjes
die maar net ontkwamen.
En toen wist meneer Pol
man wat er aan de hand
was. Trillend van kwaad
heid veegde hij zijn brieven
bus schoon en liep stamp
voetend naar zijn vuilnis
bak, waarin voor de derde
keer strootjes, takjes en
pluisjes verdwenen.
„En nou is het wel genoeg!
Ik ben er óok nog!", bulder
de opeens een stem. Voor
iemand wist wat er gebeur
de, joeg er een verschrikke
lijke windvlaag door de tuin.
Niet zo maar een maart.se
bui die losbarste boven (le
tnin van meneer Polman,
nee, do wind zelf, die al drie
dagen lang de meesjes bij
hun werk gevolgd had, liet
zich met een dreunende slag
op de schutting, de bomen,
de struiken, het huis en me
neer Polman zelf vallen.
„Een windhoos", noemden
de mensen het later.
De hoed van meneer Pol
man, die net zyn vuilnis
bak sloot, ging er het eerste
aan. Waar die bleef wist
voorlopig niemand. De keu
rige geknipte en geschoren
bomen en de heg werden in
rafels uit elkaar gescheurd.
Maar het huis zelf! Het leek
wel of de wind al zijn boos
heid uitbulderde tegen dat
huis. Dakpannen kletterden
met tien en twintig tegelijk
naar beneden; ruiten vielen
rinkelend aan stukken, keu
rige kleedjes, boeken, kle
ren en zorgvuldig bewaarde
papieren en brieven woeien
als snippers door de kapotte
ramen naar buiten. En toen
er geen ding meer op zijn
plaats stond in het huis van
meneer Polman, kreeg de
wind er genoeg van en trok
af over de schutting. Van
alle kanten schoten mensen
toe, die de windhoos hadden
zien neerkomen op het dak
van die keurige rustige me
neer. Mensen hielpen hem
overeind, zeiden troostende
woorden en verzekerden
hem dat ze hem wel zouden
helpen het allemaal weer te
maken zoals het was.
Pas tegen de morgen viel hij
in slaap, maar ook in zijn
droom zag hy telkens nog
dat verwoeste huis dat op
eens geen huis meer was en
hoorde hy de mensen zeg
gen: „geen dak boven je
hoofd, dat is het ergste wat
je overkomen kan".
Toen hij 's morgens bij zijn
huis kwam, viel zijn mond
open van verbazing: wel
tien of twintig mensen uit
de buurt zaten op het dak.
spijkerden, hamerden, leg
den nieuwe pannen, zetten
ruiten in en droegen dingen,
die naar buiten waren ge
waaid, in huis terug.
Hg stroopte zijn mouwen op
en ging zelf ook flink aan
de slag. En er werd zó hard
gewerkt, dat tegen de avond
alles weer leek of er nooit
een windhoos overheen was
gegaan. Alleen meneer Pol
man zelf zag er verschrik
kelijk uit. Zijn haar was in
de war, zijn streepjespanta
lon was uit de vouw en zijn
jas zat vol vegen en vlek
ken. „Maar dat is niets", zei
meneer Polman, toen hy ie
dereen bedankt had en in-
gelukkïg zijn keurige stille
huis binnenging. Hij nam
een bad, ging zich scheren,
trok schone kleren aan en
borstelde zijn keurige grijze
haar. Voor de spiegel be
keek hij zich tevreden. Maar
opeens fronste hij zijn wenk
brauwen. Hij miste iets.
Wat „M'n hoed!" riep hij
verschrikt, „m'n hoed
Waar is m'n hoed
Hij herinnerde zich dat de
keurige hoed er het eerst
was aangegaan toen de
storm opstak en daarom
liep hij haastig naar zijn
tuin, precies naar de plek,
waar hy gestaan had toen
alles begonnen was. Speu
rend keek hij om zich heen.
Hij keek omhoog naar de
schutting. Daar zaten alleen
twee vrolijke meesjes, heel
trots te doen. Met schuine
kopjes keken ze naar een
plekje in de heg.
„Aha!", riep hij luid en met
grote stappen ging hij op de
heg af. waar hij tussen het
groen zijn keurige bolhoed
zag vastgeklemd tussen de
takken. „Nee maar!", riep
hy woedend, toen hij ont
dekte dat de hoed, die als
een mandje omhoog lag ge
keerd vol takjes, strootjes
en pluisjes zat. Hij strekte
er zijn hand al naar uit, toen
het hem opeens leek of hoog
boven hem in de lucht iets
gebeurde. Onmiddellijk wist
hij dat het hetzelfde geluid
was dat hij de avond tevo
ren had gehoord toen hy de
deksel van de vuilnisbak
sloot. Verschrikt trok hij
zijn hand terug. Toen hij
weer opkeek, was het geluid
weg; alleen een dreigende
zwarte wolk hing loodrecht
boven zijn tuin. Meneer Pol
man had het gevoel dat hij
alles weer opnieuw beleefde:
de verschrikkelijke wind.
het gerinkel en geraas en de
stemmen van de mensen.
Vooral dat: „het ergste wat
je gebeuren kan: geen dak
boven je hoofd".
„Zou hij nu zijn hark en zijn
stoffer weer gaan halen
fluisterde Wiefje. Nee. Me
neer Polman ging in huis en
kwam terug met een bord
vol kruimels, die hij haastig
uit de broodtrommel had ge
veegd. Hij strooide het on
der de heg en glimlachte te
gen de twee meesjes, die
nog altijd niet durfden te
geloven dat meneer Polman
dit keer geen kwaad wilde.
Maar toen hy nog eens ge
glimlacht had en voor hy in
huis ging, riep: „veel geluk
met je nieuwe nest", toen
wisten.ze dat ze een vriend
hadden gevonden. En wat
voor een vriend
MIES BOUHUYS.