Jeugdwerk-jubileum Gereformeerde Kerk Invloed der oecumene op het hervormd-remonstrantsgesprek ipw mmmmm zaterdagnummer Vernieuwing na de oorlog N Nederlands oecumenisch kerkcentrum in Brussel Aanklacht en vonnis Nieuws van overal 1 jood will Zaterdag 30 maart 1963 EN DE Oet gereformeerd jeugdwerk heeft na de laatste wereld oorlog een belangrijke vernie- wing ondergaan. Een vernie- wing in de eerste plaats door de fusering van de tot dan toe aparte jongens- en meisjesver enigingen. Maar ook een vernieuwing in doelstelling. Sprak men oor spronkelijk van „gereformeerde beginselen" en van verdieping in kennis van kerk, staat en maatschappij, thans wordt de bond gevormd door „verenigin gen op gereformeerde grond slag, waarin jongeren van 16 jaar en ouder zich in de dienst van Jezus Christus in en door het groepsverband zo danig willen vormen, dat ze op ieder levensgebied hun roeping gaan verstaan en hun verant woordelijkheid beleven". Bij de vroegere jongelingsverenigin- gen deed men hoofdzakelijk aan bijbelstudie, aan studie rond de geloofsbelijdenis, aan politiek, kerkge schiedenis en vaderlandse historie. De meisjesclubs hielden zich bezig met opvoedkundige en maatschappe lijke onderwerpen, ook met politiek, maar minder dan de jongens. Vooral na de oorlog zijn de gere formeerde meisjes zich meer bewust geworden van hun taak in de kerk, zijn actiever geworden in het kerkelijk en maatschappelijk leven, daarom kon de fusie met het jongenswerk tot stand komen". Zo formuleert mej. F. Groot Nibbelink, Het gereformeerd jeugdwerk in Nederland bestaat dit jaar driekwart eeuw. De Bond van Gereformeerde Jeugdvereni gingen, G.J.V., waarvan het werk onder de 16- tot 24-jari gen uitgaat komt voort uit de Ned. Bond van Jongélingsver- enigingen op gereformeerde grondslag (opgericht in 1888) en uit de Bond van Meisjes verenigingen, die van 1918 da teert. Hemelvaartsdag 1959 kwam een fusie tot stand. In Zeeland werd het gerefor meerd jeugdwerk 4 april 1898 georganiseerd. Eerst in de jongelingsverenigingen, in de twintiger jaren ook in meis jesclubs. Op de jaarlijkse paastoogdag van de afdeling Zeeland van de bond zal aan dacht worden geschonken aan het jubileum. Dan neemt de afdeling Zeeland tevens af scheid van presidente mej. F. A. Groot Nibbelink onderwij zeresVlissingenMej. Groot Nibbelink en voorzitter J. P. Balkenende (zaadhandelaar, Kapelle) vertelden ons iets over het gereformeerd jeugd werk in onze provincie. Het vignet tussen de tekst is het embleem van de G.J.V.: twee gestyleerde handen, een vis en twee handen. Voorzitter ...samen gelooj beleven.... tot Hemervaartsdag presidente van de afdeling Zeeland van de bond de wijziging. Voorzitter J. Balkenende: „met name juist na de oorlog zijn de ogen opengegaan voor deze nieuwe vorm van samen het geloof beleven. „En mej. Groot Nibbelink: „het leven is een eenheid, jongens en meisjes moe ten samen een maatschappij opbou wen, zo zie je het leven veelzijdiger' u komen jongens en meisjes in de leeftijd 16 tot 24 jaar samen bij een en discussiëren zij samen over talloze onderwerpen aan de hand van modern opgezet schetsen- materiaal, waaruit een keuze wordt gedaan. Onderwerpen: bijbelstudie, christelijke partijen, verkorting van de arbeidstijd, de christen en de sport. Ook: de christelijke vakbeweging, christelijke pers, en christelijke om roep. Men kan als uitgangspunt ne men een schetsenserie over het jaar des Heren, over het rooms-katholi- cisme. Daarnaast zijn jongens en meisjes gezamenlijk actief in kerk- bouwacties, waarvoor alle soorten in zamelingen op touw worden gezet. Tot Hemelvaartsdag is er npg de landelijke actie „Heb het. hart eens", een geldinzameling om jeugdconsu- lent Maarten Hijkoop voor het op touw zetten van het jeugdwerk naar Rwanda te kunnen uitzenden. De fusie van de gereformeerde meisjes- en jongensverenigingen werd niet „van bovenaf" opge legd. De landelijke bonden fuseerden; voor de plaatselijke verenigingen werd de mogelijkheid tot samengaan opengelaten, als dit er al niet was. „Er was vóór de fusie al een behoor lijke samenwerking, plaatselijke ver enigingen werden opgeheven om tot een gemengde vereniging te komen. Op het. platteland, dus ook hier in Zeeland, kwamen vele verenigingen uit nood tot fusie. De ontvolking werkte dit in de hand, maar dat was maar één van de facetten", (heer Balkenende). Mej. Groot Nibbelink merkt op, dat een ander facet was, dat in de jongens- en meisjesvereni gingen zich dezelfde problemen aan dienden: in kaderwerk, in het plaat selijk werk. Zoals elders in ons land zijn vele verenigingen in Zeeland gefu seerd maar er zijn nog ver scheidene jongens- en meisjesvereni gingen apart. Cijfers: de afdeling Zeeland telt 70 verenigingen, waar van 38 als gereformeerde jeugdver enigingen (G.J.V.) door het leven, gaan. Totaal zijn er bijna 1250 leden,' waarvan 291 in jongensverenigingen, 267 in meisjesverenigingen en 667 in gemengde verenigingen. Zeeland om vat 9 streek verban den: 3 op Walche ren. 2 op Zuid-Beveland, en 1 op res pectievelijk Schouwen-Duiveland, Noord-Beveland, Zeeuwsch-Vlaande- ren en Tholen-Bergen op Zoom. De verenigingen zijn voornamelijk Presidente F. A. Groot ....leven veelzijdiger i nog niet samengevoegd, omdat de aparte clubs nog voldoende „be- staanmogelijkhedén" hebben. De G.J.V. is in Zeeland nog niet zo toe aan intensieve contacten met jongerengroepen uit andere kerken. De heer Balkenende: „hier en daar bestaat er een goed contact, maar het is niet algemeen". En mej. Groot Nibbelink: „het loopt nog niet zo erg in Zeeland". Wel kregen de gereformeerde jongeren via het blad „Jong Gereformeerd" een visie op an dere kerken. En in Zeeland kwam men in enkele plaatsen in de overkoe pelende gereformeerde jeugdcentrales bijeen met hervormden om over de eenwording te spreken. Maar „de G.J. V. is er nog niet over klaargedacht (mej. Groot Nibbelink) en „we moe ten eerst zelf goed weten wat we wil len. ook de synode van onze kerken heeft zich daarover nog niet uitge sproken" (heer Balkenende). Daar om meent het Zeeuwse G.J.V.-be stuur nog geen positieve voorlichting op dit gebied te kunnen geven, want het moet „niet zomaar een vlaag zijn. We moeten er goed van doordrongen zijn van wat we doen", aldus de presi dente. Tussen de eigen kerken en het jeugd werk bestaat een goed contact, maar de Zeeuwse presidente meent, dat het jeugdwerk nog te weinig leeft onder de gereformeerde kerkleden. Studie, sport, hobbys nemen veel tijd in be slag van de gereformeerde jongeren. Er zjjn legio recreatiemogelijkheden. In de kerkelijk meelevende gezinnen is er wel de nodige belangstelling, maar in andere gezinnen, kerkelijk niet zo actief komt ook het jeugdwerk wat in de verdrukking. „Terwijl de kerk er alleen maar bij gebaat is, als er weer jonge leden komen, die weten waaróm ze christen zijn". De Nederlandse Envangelische Her vormde Kerk in Brussel wil in het hart van Brussel een nieuwe protestantse kerk boawen. Haar leden zijn voor het merendeel Nederlands hervormden, die in Brussel en omgeving wonen, maar ook lutheranen, remonstranten, doopsgezinden en vry-evangeli- schen. Voorts behoren tot de ge meente Nederlandstalige Belgi- Zuid- De gemeente, die sinds 1838 bestaat, heeft contact met ongeveer 2000 personen, in totaal ongeveer 600 gezinnen. Sinds 1949 heeft zij tot voorganger ds. P. Fagel. Al meer dan honderd jaar houdt zij haar diensten in een lokaal dat als een schuilkerk is weggestopt achter huizen. Thans kan de gemeente een stukje grond kopen vlakbij de beurs. De stad Brussel is bereid een juist opgeheven politiebureau te ruilen voor de oude kerk. Na afbraak van het politiebureau wil de gemeente een kerkcentrum en een flat bouwen. Het kerkcentrum kost ruim 800.000,De ge meente heeft ƒ150.000,bijeen gebracht en wil dit bedrag opvoe ren tot 260.000,De Belgische staat geeft 30 procent subsidie. Er ontbreekt ongeveer ƒ300.000, waarvoor men een actie in Ne derland wil voeren. Voorts zal in België voor de eerste maal, in 1964 een serie postzegels voor de bouw van een protestantse deze kerk worden uitgegeven. pitaal-kerkschip „De Hoop". Dit zal de oude ,fDe Hoop" vervangen. Aan boord is een hospitaal met 12 bed den, een kerkzaal voor 65 personen en een recreatiezaal voor 60 perso nen. De bemanning zal uit 30 kop pen bestaan. Het schip is totaal 62 meter lang. De flatbouw, kosten ƒ504.000,zal op een andere wijze moeten wor den gefinancierd. Het plan omvat een ontvangstruimte, een verdie ping voor West-Hill-zondags- schoolonderwijs, bijbelklas en kinderkerk en een pastorie bij de kerk met een grote ontvangst ruimte. Als er voldoende gelden binnenkomen zal het ook moge lijk zijn ruimte ter beschikking te stellen voor een ontvangst- en informatiecentrum voor buiten landers, een sociaal centrum en voor andere kerkelijke activitei ten.' (Advertentie) Alleen 't beste, goed genoeg! Matth. 27 23. Hjj zeide: Wat heeft Hy dan toch voor kwaad gedaan Meer dan normaal zijn wij in de lijdensweken bezig met het Koning zijn van Jezus. Dat komt misschien mede doordat we het nog steeds vreemd vinden, dat Jezus gekruisigd werden toch Koning genoemd. Wij zijn zeer deugdzame mensen en eeuwen lang zijn wij in het westen ons bewust, dat er recht is en dat er recht wordt tfedaan. In een andere wereld dan de onze gaat dat misschien niet op, maar in onze eigen westerse wereld heerst er recht. Onpartijdige rechters zorgen er voor, dat het recht zijn loop heeft en zelfs de regering heeft voor de majesteit van het recht te buigen. En we zijn er blij om, dat het zo is. Wat een onzekerheid zou het leven ons brengen, wanneer het anders was. Wanneer bijvoorbeeld de macht Van het geld of het belang van de staat of het redelijke denken zou moeten uitmaken wat recht en rechtvaardig was. Heel veel van dit rechtsgevoel hebben wij te danken aan het Ro meinse Rijk. En met een zekere beivondering kijken wij naar wat zij aan recht hebben opgebouwd in de antieke wereld. Wat voor kwaad is er gedaan? Dat wordt voor de beoordeling gevraagd en daarop moet een antwoord komen. De aanklager mag komen met zijn aanklachtdan volgt het onderzoek of de feiten in overeen stemming zijn met de aanklacht en dan volgt de veroordeling. Een rechtvaardig oordeel wordt gewenst en veelal ook gegeven. Hoe is dat dan bij Jezus f Er is een aanklacht. Er is een menigte van aan klagers en er is een rechter, die de macht heeft om recht te doen, want Pilatus is de vertegenwoordiger van het gezag, dat over Judea gevestigd is. Zijn vonnis wordt uitgevoerd. En toch aarzelt de rech ter en schreeuwen de aanklagers. Dat zijn de zieke plekken in deze rechtspleging. Geen koel, ontledend beschuldigend betoog, onder steund door feiten en geen rechter met de hand op het wetboek van strafrecht. Maar haat aan de ene en berekening aan de andere kant. En bij beide grote onzekerheid tegenover de Beklaagde. Zij weten allebei het een en ander van Jezus. Zij weten, dat als zij voor Jezus staan, dat zij alle zekerheid kwijt zijn. De Beklaagde wordt ervan beschuldigd, dat Hij koning zou zijn. En noch de joden, die dromen van hun vrome, aan hun Wet onderworpen rijk, noch Pilatus, die denkt in begrippen van macht en recht, weten raad met deze Koning. ,$1ijn Rijk is niet van deze wereld". Hoe kunnen zij ook weten van de Goddelijke liefde, die Jezus is? Hoe zouden zij ook weten van Zijn gebed aan het kruis: Vader, vergeef het hun, want zij weten niét, wat zij doen. Het is en blijft vreemd, dat voor „de schapen zijner weide de Herder zélf ter slachtbank zich liet leiden". Dat is het „kwaad" dat Hij gedaan heeft. J. DE BOER. VROUWENPOLDER. Binnenvering Schuimrubber HAZET FABRIEKEN ZEVENBERGEN Belangstelling per kerkgenoot schap voor boeken, verdeeld over het totaal aantal lezers: 10 procent van de rooms-katholieken interesseert zich voor godsdienstige boeken, tegen 12 procent van het totaal aantal her vormde lezers. Voor de gereformeer den is dit 29 procent en voor per sonen van een ander kerkgenoot schap 3 procent van het totaal aan tal in deze groep. (Uit „De Strijd kreet"). in de Hofpleinkerk te Middelburg komen de Zeeuwse gereformeerde jongeren tweede paasdag op de jaarlijkse toogdag bijeen. Op de foto het interieur van het kerkgebouw, dat uit 1931 dateert. De kerk biedt plaats aan 850 personen. De kerkgemeente omvat 4000 zielen. (Foto P.Z.C.) Er is een heel ond verhaal van een oosters vorst. Hij had gedroomd dat hij op eenmaal al zjjn tanden had verloren. Wakker geworden was hij benauwd en beangst over die droom. Ze moest een bepaalde betekenis hebben. Zoals die oude oosterse vorsten dat gewoon waren, riep hy enige van zjjn wjjzen bijeen, die hem de zin cn betekenis van deze droom maa» moesten uitleggen. Na lang beraad kwamen ze met be drukte gezichten hun meester vertellen dat hij al de zjjnen vóór zich zou zien sterven. De ko ning was over deze uitleg zó vertoornd, dat hjj deze wjjzen voor him uitleg zwaar heeft Ia- ten boelen. Daarna ontbood hjj andere wjjzen. Ook zij gingen in beraad, nadat zjj de droom hadden gehoord. Met een stralend gezicht kwa men ze terug en zeiden: O, vorst., een groot geluk is U beschoren, gjj zult al uw nabestaan den ver overleven. Vele eerbewjjzen zjjn hun be loning geweest. Het gaat er maar om hoe de zaak wordt gezegd. Wanneer er een gesprek plaatsvindt tussen de Ned. Herv. Kerk en de Remonstrantse Broederschap, zal dit niet in de laatste plaats moeten gaan over de uitverkiezing. Dat is het punt geweest waarop men aanvankelijk uiteen is gegaan. Over die uitverkiezing kunnen we nu gaan spreken met zeer bedrukte gezichten en het is mogelijk daarover te spreken met een stralend gelaat. We kunnen doen alsof dat woord voor ons de grootste kerkelijke vogel verschrikker is en het is mogelijk daarvan te spreken als van de grootste troost, dat ook ons lot voor eeuwig in Gods hand ligt. Maar, hoe wjj er ook over spreken, we zullen moeten blijven bedenken dat het gaat om een stuk waarheid van Gods openbaring, dat wjj mensen nooit in al z'n diepten zullen kunnen peilen, om dat het rust in de verborgenheden Gods- Slechts in geloof, door strjjd en aanvechting heen. zullen we iets gaan verstaan van die bljjde zekerheid van Gods heil. „Menselijke logica valt niet sa men met de goddeljjke Logos. „Aan het myste rie van Gods heilshandelen dat de Heilige Schrift ons meedeelt en dat wjj in geloof en aanbidding hebben te benaderen, is het mense lijk theologisch denken ondergeschikt". Zo lezen wc in de richtlijnen voor de behandeling van dc leer der uitverkiezing, zoals die twee jaar ge leden door de synode der Ned. Herv. Kerk zijn gegeven. Op die richtljjnen nu is een remonstrants ant woord gekomen: het boekje dat vorig jaar is verschenen in de „oriëntatiereeks van de Remonstrantse Broederschap". In het voorwoord wordt geconstateerd: „In de richtlijnen van de synode kwam het oude twistpunt dat op de synode van Dordrecht in 1618 en 1619 zo'n grote rol speelde, in een nieuw licht te staan". De re monstranten hebben gemeend, dat het voor hen geboden was dat zjj zich ook hunnerzjjds op nieuw gingen bezinnen op dit vraagstuk, opdat „hierdoor de oecumenische zaak kon worden gediend". Vanaf het begin hebben de remon stranten aansluiting gezocht bjj de Wereldraad van Kerken en wanneer we zo lezen wat zowel van hervormde zijde als van remonstrantse zjjde de laatste jaren is geschreven over de uitverkie zing, die nu al bjjna 350 jaar als een contro verse ligt tussen deze beide kerken, dan valt het ons op hoezeer dat wederzijds lid-zijn van de oecumene, van grote invloed is geweest. Wanneer men in het wereldverband samengaat, kan men toch niet in het landeljjk verband langs elkaar heen bljjven leven. En dit is des te meer noodzakelijk, omdat de remonstranten er vanaf het begin een zekere nadruk op hebben gelegd, dat ook zij behoorden bjj het gerefor meerd protestantisme, want daaruit zijn ze voortgekomen. Prof. dr. L. J. van Hollt vat aan het slot van zijn artikel in het genoemde boekje, zijn gedachten kort samen. Hij verheug de zich over de strekking van de lichtlijnen van de synode der N.H. Kerk en meent: „Deze geven ontegenzeggelijk reden om het hervormd- remonstrants gesprek over de leer der uitver kiezing te hervatten". Dit, hoewel hij weet dat er „zeer diepe verschillen zijn én naar de fun dering én naar de inhoud". Dezelfde blijdschap kunnen we ook vinden in de artkielen van de vier anderen die in het remonstrantse boekje hebben geschreven. Er io auang een gesprekscommissie van beide kerken. Van deze kwam in 1957 een rap port op de synode der N.H. Kerk. Deze echter meende de voorstellen die in dit rapport werden gedaan, niet te kunnen aanvaarden, omdat, naar haar oordeel, de zaken waarom het ging, theologisch niet of niet voldoende waren door dacht. Het gesprek is toen niet afgebroken en het blijkt dat door de richtlijnen van de synode der N.H. Kerk over de uitverkiezing, hoewel die waarlijk niet alleen voor de remonstranten waren bedoeld, het gesprek in een andere en betere fase is gekomen, zodat de synode der N.H. Herk in haar februarivergadering van dit jaar het besluit heeft genomen te streven naar „gesprekskringen op gemeentelijk niveau en naar intensievere samenwerking op apostolair en diaconaal gebied en op dat van de predikan tenopleiding". Verder zal door een commissie de mogelijkheid- van deelneming aan elkanders Avondmaal worden onderzocht, alsook de moge lijkheid van kanselruil en het gastlidmaatschap. De praeses van de generale synode vatte aan het slot van de bespreking samen, dat er wel iswaar geen organisatorische veranderingen zijn aangebracht, „maar er is wel een koers be paald en een weg aangewezen, waarvan nie mand nog jfet einde kent". We hebben er reeds op gewezen dat die richt lijnen van de N.h. synode over de uitver kiezing niet allereerst bedoeld waren voor de remonstranten. Allereerst heeft de synode ge dacht aan de leden van eigen kerk, bij wie de gedachten over de uitverkiezing ook niet altijd klaar, duidelijk en juist zijn. Verder heeft zij ook gedacht aan alle kerk waar „de belijdenis van Gods uitverkiezend handelen als het hart der kerk wordt gekend- Daarmee is zij getrok ken uit het verband van de geschiedenis die zich in ons land. gedurende het twaalfjarig be stand heeft afgespeeld. We hebben er al eens meer up gewezen dat deze kerkelijke kwestie niet is los te denken van de binnenlandse poli tiek in die jaren. Bijna tegelijk met het uit drijven van de remonstranten uit de synode van Dprdrecht, moest Van Oldenbarnevelt zijn hoofd op het blok leggen om de beul zijn werk te laten doen. Ware die politieke kwestie er niet geweest, dan zou de kwestie met de remon stranten ook niet zo gelopen zijn als ze gelopen is. Wanneer er nü over de uitverkiezing wordt geschreven en gesproken, is het niet direct met deze achtergrpnd en tegelijk kan het meer zijn in oecumenisch verband dan dat in 1618 moge lijk was, hoewel men ook toen geweten heeft dat het een zaak was die niet alleen een kerk in ons land aanging. Vandaar dan .ook dat er in Dordrecht afgevaardigden uit allerlei landen aanwezig waren, waar men een kerk van ge reformeerde structuur kende. Dit laatste nam men zelfs in zeer ruime zin. Ook in het boekje van de remonstranten „Voorbeschikking of verkiezing" kan men terugvinden dat ruime denken, niet los van andere kerken en dan daagt ook hier direct het oecumenisch verband. Bovendien beseft men ook hier „dat de discussie over de predestinatie leer een radicale wijziging heeft ondergaan door het totaal andere leef- en denkklimaat, waarin de kerk is komen te verkeren". Zo lezen we in het rapport van de gesprekscommissie. Het is duidelijk geworden „dat het verboden is op een abstracte wijze over de verkiezing te spreken, als ware deze een tijdloze waarheid". We kun nen er niet anders over denken dan als mensen van deze tyd. Daarbij behoeft het verleden niet te worden verloochend. Het is mogelijk de be- slissine die in 1618-'19 in Dordrecht is genomen, als een rechte beslissing te aanvaarden, zonder dat we voor 100 staan achter formulering van de artikelen van Dordrecht tegen de remon stranten. Zo spreken en denken wij niet meer. Wanneer we nu met de predestinatie bezig zijn, zal het moeten komen tot „een nieuw onder woorden brengen van het geheim der predesti natie", waarin dan ook zal moeten worden ge dacht aan de plaats van Israël hierin". Wil men bijbels denken en niet abstract, dan is dit niet te ontgaan. „Bij een vernieuwd onder zoek naar de motieven, die in het verleden de scheiding tussen de gereformeerden en de re monstranten hebben teweeggebracht, moeten wij evenzeer bereid zyn het verleden ernstig te nemen en vanuit een vernieuwd christologisch belijden dit geschil te boven te komen". H Trouwbijbels wil men nu ook in de R.-K. Kerk gaan uitreiken. Al geruime tijd wordt hierop in r.-k kringen aangedrongen. Tot de wen sen behoort ook uitbreiding van de huwelijksritus, waardoor uitreiking van de bijbel een vaste plaats krijgt. Het wachten is op richtlijnen van het concilie. „De navolging van Chrïstr~" van Thomas a Kempis was de eerste „best-seller". Dit werk verscheen in 1471, vóór het eind van de vijftiende eeuw verschenen 90 drukken. Na de bijbel is de „Navolging" het meest gelezen boek ter wereld. Er zijn meer dan 3000 uitgaven van bekend. Eras mus was de volgende „best-seller- auteur". Luther haalde van 1518-1520 dertig edities van zijn preken en tijdens zn'n leven 430 uitgaven van zijn bijbelvertaling. Het beeld van de gemeente van de Evangelische Kerk in Oost-Duits- land is de laatste tien jaren aanzien lijk gewijzigd. In een bepaalde Kir- chenkreis daalde het aantal gedoopte kinderen van '51 tot '61 van 1103 tot 349 jaarlijks, de huwelijksinzege ningen van 566 tot 171, de kinderen, die aan confirmatie deelnamen: van 1290 tot 183 en het aantal kerkelijke begrafenissen van 817 tot 548. Het getal deelnemers aan de avondmaals vieringen daalde wel, maar steeg ver geleken met het kleiner aantal con firmaties: van 7274 tot 6934. De vrijwillige giften stegen van 40.000 tot 150.000 DM. Verder gingen vele giften via het Rode Kruis naar an dere landen. Een formulier te gebruiken bij het aftreden van ambtsdragers is opgesteld door de kerkeraad van de Gereformeerde Kerk te Dordrecht om een zeker evenwicht te scheppen tussen begin en einde van een ambts periode. De kerkdiensten op het vormings centrum Hedenesse zijn sinds kort gebracht onder verantwoordelijkheid van de hervormde kerkeraad te Cad- zand. Ambtsdragers van deze ge meente zijn nu aanwezig en er is één, door de kerkeraad bepaalde collecte. DELTAPLAN EN JEUGDWERK De G.J.V. houdt zich uiteraard bezig met de ontwikkeling van Zeeland. In het bijzonder met het Deltaplan. Het landelijk vormingscentrum ,J)e Witte Hei" te Huis ter Heide heeft sinds kort als studiegebied Zeeland gekozen. Men wil het geheel van het vormingswerk bezien in onze provincie, sa men met de afdeling Zeeland en deze zodanig organiseren en veranderen, dat dit de Zeeuwse gereformeerde jeugd ten goede komt. Er zijn plan nen het vormingswerk meer regionaal te gaan organiseren. (Advertentie) v utiisia-Mt. MtHTHOLVÉLlETS Teden hoest en Keelpij ^Uitwerking frappantjj Ken-merk'; kerkelijk t.v.-journaal Maandagavond 1 april is de eerste uitzending san ,J£en- merk" een televisierubriek on der verantwoordelijkheid van de gezamenlijke Nederlandse kerken. Dit is het tweede programma, waarin de drie televisie-orga nen van de kerken C.V.K., I.K.O.R. en R.K.K. nauw met elkaar gaan samenwer- ken. Naast „Logboek" het jeugdprogramma over de Bij bel zal ook dit „kerkelijk journaal" om de veertien da gen te zien zijn. Qua vorm zal ,JLen-merk" het midden houden tussen een jour- maal, dat alleen feitelijk nieuws brengt en een rubriek, waarin men naar de motieven achter het gebeuren zoekt.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 9