Jeugdwerk-jubileum
Gereformeerde Kerk
Invloed der oecumene op het
hervormd-remonstrantsgesprek
ipw
mmmmm
zaterdagnummer
Vernieuwing
na de oorlog
N
Nederlands oecumenisch
kerkcentrum in Brussel
Aanklacht en vonnis
Nieuws van overal
1 jood will
Zaterdag 30 maart 1963
EN DE
Oet gereformeerd jeugdwerk
heeft na de laatste wereld
oorlog een belangrijke vernie-
wing ondergaan. Een vernie-
wing in de eerste plaats door de
fusering van de tot dan toe
aparte jongens- en meisjesver
enigingen.
Maar ook een vernieuwing in
doelstelling. Sprak men oor
spronkelijk van „gereformeerde
beginselen" en van verdieping
in kennis van kerk, staat en
maatschappij, thans wordt de
bond gevormd door „verenigin
gen op gereformeerde grond
slag, waarin jongeren van 16
jaar en ouder zich in de dienst
van Jezus Christus in en
door het groepsverband zo
danig willen vormen, dat ze op
ieder levensgebied hun roeping
gaan verstaan en hun verant
woordelijkheid beleven".
Bij de vroegere jongelingsverenigin-
gen deed men hoofdzakelijk aan
bijbelstudie, aan studie rond de
geloofsbelijdenis, aan politiek, kerkge
schiedenis en vaderlandse historie.
De meisjesclubs hielden zich bezig
met opvoedkundige en maatschappe
lijke onderwerpen, ook met politiek,
maar minder dan de jongens.
Vooral na de oorlog zijn de gere
formeerde meisjes zich meer
bewust geworden van hun taak
in de kerk, zijn actiever geworden
in het kerkelijk en maatschappelijk
leven, daarom kon de fusie met het
jongenswerk tot stand komen". Zo
formuleert mej. F. Groot Nibbelink,
Het gereformeerd jeugdwerk
in Nederland bestaat dit jaar
driekwart eeuw. De Bond van
Gereformeerde Jeugdvereni
gingen, G.J.V., waarvan het
werk onder de 16- tot 24-jari
gen uitgaat komt voort uit de
Ned. Bond van Jongélingsver-
enigingen op gereformeerde
grondslag (opgericht in 1888)
en uit de Bond van Meisjes
verenigingen, die van 1918 da
teert. Hemelvaartsdag 1959
kwam een fusie tot stand.
In Zeeland werd het gerefor
meerd jeugdwerk 4 april 1898
georganiseerd. Eerst in de
jongelingsverenigingen, in de
twintiger jaren ook in meis
jesclubs. Op de jaarlijkse
paastoogdag van de afdeling
Zeeland van de bond zal aan
dacht worden geschonken aan
het jubileum. Dan neemt de
afdeling Zeeland tevens af
scheid van presidente mej. F.
A. Groot Nibbelink onderwij
zeresVlissingenMej. Groot
Nibbelink en voorzitter J. P.
Balkenende (zaadhandelaar,
Kapelle) vertelden ons iets
over het gereformeerd jeugd
werk in onze provincie. Het
vignet tussen de tekst is het
embleem van de G.J.V.: twee
gestyleerde handen, een vis en
twee handen.
Voorzitter
...samen gelooj beleven....
tot Hemervaartsdag presidente van
de afdeling Zeeland van de bond de
wijziging.
Voorzitter J. Balkenende: „met
name juist na de oorlog zijn de ogen
opengegaan voor deze nieuwe vorm
van samen het geloof beleven. „En
mej. Groot Nibbelink: „het leven is
een eenheid, jongens en meisjes moe
ten samen een maatschappij opbou
wen, zo zie je het leven veelzijdiger'
u komen jongens en meisjes in de
leeftijd 16 tot 24 jaar samen bij
een en discussiëren zij samen
over talloze onderwerpen aan de
hand van modern opgezet schetsen-
materiaal, waaruit een keuze wordt
gedaan. Onderwerpen: bijbelstudie,
christelijke partijen, verkorting van
de arbeidstijd, de christen en de sport.
Ook: de christelijke vakbeweging,
christelijke pers, en christelijke om
roep. Men kan als uitgangspunt ne
men een schetsenserie over het jaar
des Heren, over het rooms-katholi-
cisme. Daarnaast zijn jongens en
meisjes gezamenlijk actief in kerk-
bouwacties, waarvoor alle soorten in
zamelingen op touw worden gezet.
Tot Hemelvaartsdag is er npg de
landelijke actie „Heb het. hart eens",
een geldinzameling om jeugdconsu-
lent Maarten Hijkoop voor het op
touw zetten van het jeugdwerk naar
Rwanda te kunnen uitzenden.
De fusie van de gereformeerde
meisjes- en jongensverenigingen
werd niet „van bovenaf" opge
legd. De landelijke bonden fuseerden;
voor de plaatselijke verenigingen
werd de mogelijkheid tot samengaan
opengelaten, als dit er al niet was.
„Er was vóór de fusie al een behoor
lijke samenwerking, plaatselijke ver
enigingen werden opgeheven om tot
een gemengde vereniging te komen.
Op het. platteland, dus ook hier in
Zeeland, kwamen vele verenigingen
uit nood tot fusie. De ontvolking
werkte dit in de hand, maar dat was
maar één van de facetten", (heer
Balkenende). Mej. Groot Nibbelink
merkt op, dat een ander facet was,
dat in de jongens- en meisjesvereni
gingen zich dezelfde problemen aan
dienden: in kaderwerk, in het plaat
selijk werk.
Zoals elders in ons land zijn vele
verenigingen in Zeeland gefu
seerd maar er zijn nog ver
scheidene jongens- en meisjesvereni
gingen apart. Cijfers: de afdeling
Zeeland telt 70 verenigingen, waar
van 38 als gereformeerde jeugdver
enigingen (G.J.V.) door het leven,
gaan. Totaal zijn er bijna 1250 leden,'
waarvan 291 in jongensverenigingen,
267 in meisjesverenigingen en 667 in
gemengde verenigingen. Zeeland om
vat 9 streek verban den: 3 op Walche
ren. 2 op Zuid-Beveland, en 1 op res
pectievelijk Schouwen-Duiveland,
Noord-Beveland, Zeeuwsch-Vlaande-
ren en Tholen-Bergen op Zoom.
De verenigingen zijn voornamelijk
Presidente F. A. Groot
....leven veelzijdiger i
nog niet samengevoegd, omdat de
aparte clubs nog voldoende „be-
staanmogelijkhedén" hebben.
De G.J.V. is in Zeeland nog niet zo
toe aan intensieve contacten
met jongerengroepen uit andere
kerken. De heer Balkenende: „hier en
daar bestaat er een goed contact,
maar het is niet algemeen". En mej.
Groot Nibbelink: „het loopt nog niet
zo erg in Zeeland". Wel kregen de
gereformeerde jongeren via het blad
„Jong Gereformeerd" een visie op an
dere kerken. En in Zeeland kwam
men in enkele plaatsen in de overkoe
pelende gereformeerde jeugdcentrales
bijeen met hervormden om over de
eenwording te spreken. Maar „de G.J.
V. is er nog niet over klaargedacht
(mej. Groot Nibbelink) en „we moe
ten eerst zelf goed weten wat we wil
len. ook de synode van onze kerken
heeft zich daarover nog niet uitge
sproken" (heer Balkenende). Daar
om meent het Zeeuwse G.J.V.-be
stuur nog geen positieve voorlichting
op dit gebied te kunnen geven, want
het moet „niet zomaar een vlaag zijn.
We moeten er goed van doordrongen
zijn van wat we doen", aldus de presi
dente.
Tussen de eigen kerken en het jeugd
werk bestaat een goed contact, maar
de Zeeuwse presidente meent, dat het
jeugdwerk nog te weinig leeft onder
de gereformeerde kerkleden. Studie,
sport, hobbys nemen veel tijd in be
slag van de gereformeerde jongeren.
Er zjjn legio recreatiemogelijkheden.
In de kerkelijk meelevende gezinnen
is er wel de nodige belangstelling,
maar in andere gezinnen, kerkelijk
niet zo actief komt ook het jeugdwerk
wat in de verdrukking. „Terwijl de
kerk er alleen maar bij gebaat is, als
er weer jonge leden komen, die weten
waaróm ze christen zijn".
De Nederlandse Envangelische Her
vormde Kerk in Brussel wil in
het hart van Brussel een nieuwe
protestantse kerk boawen. Haar
leden zijn voor het merendeel
Nederlands hervormden, die in
Brussel en omgeving wonen, maar
ook lutheranen, remonstranten,
doopsgezinden en vry-evangeli-
schen. Voorts behoren tot de ge
meente Nederlandstalige Belgi-
Zuid-
De gemeente, die sinds 1838 bestaat,
heeft contact met ongeveer 2000
personen, in totaal ongeveer 600
gezinnen. Sinds 1949 heeft zij tot
voorganger ds. P. Fagel. Al meer
dan honderd jaar houdt zij haar
diensten in een lokaal dat als een
schuilkerk is weggestopt achter
huizen.
Thans kan de gemeente een stukje
grond kopen vlakbij de beurs. De
stad Brussel is bereid een juist
opgeheven politiebureau te ruilen
voor de oude kerk.
Na afbraak van het politiebureau wil
de gemeente een kerkcentrum en
een flat bouwen. Het kerkcentrum
kost ruim 800.000,De ge
meente heeft ƒ150.000,bijeen
gebracht en wil dit bedrag opvoe
ren tot 260.000,De Belgische
staat geeft 30 procent subsidie.
Er ontbreekt ongeveer ƒ300.000,
waarvoor men een actie in Ne
derland wil voeren. Voorts zal in
België voor de eerste maal, in
1964 een serie postzegels voor de
bouw van een protestantse
deze kerk worden uitgegeven.
pitaal-kerkschip „De Hoop". Dit zal
de oude ,fDe Hoop" vervangen. Aan
boord is een hospitaal met 12 bed
den, een kerkzaal voor 65 personen
en een recreatiezaal voor 60 perso
nen. De bemanning zal uit 30 kop
pen bestaan. Het schip is totaal 62
meter lang.
De flatbouw, kosten ƒ504.000,zal
op een andere wijze moeten wor
den gefinancierd. Het plan omvat
een ontvangstruimte, een verdie
ping voor West-Hill-zondags-
schoolonderwijs, bijbelklas en
kinderkerk en een pastorie bij
de kerk met een grote ontvangst
ruimte. Als er voldoende gelden
binnenkomen zal het ook moge
lijk zijn ruimte ter beschikking
te stellen voor een ontvangst- en
informatiecentrum voor buiten
landers, een sociaal centrum en
voor andere kerkelijke activitei
ten.'
(Advertentie)
Alleen 't beste,
goed
genoeg!
Matth. 27 23. Hjj zeide: Wat heeft
Hy dan toch voor kwaad gedaan
Meer dan normaal zijn wij in de lijdensweken bezig met het Koning
zijn van Jezus. Dat komt misschien mede doordat we het nog steeds
vreemd vinden, dat Jezus gekruisigd werden toch Koning genoemd.
Wij zijn zeer deugdzame mensen en eeuwen lang zijn wij in het
westen ons bewust, dat er recht is en dat er recht wordt tfedaan. In
een andere wereld dan de onze gaat dat misschien niet op, maar in
onze eigen westerse wereld heerst er recht. Onpartijdige rechters
zorgen er voor, dat het recht zijn loop heeft en zelfs de regering
heeft voor de majesteit van het recht te buigen. En we zijn er blij
om, dat het zo is. Wat een onzekerheid zou het leven ons brengen,
wanneer het anders was. Wanneer bijvoorbeeld de macht Van het
geld of het belang van de staat of het redelijke denken zou moeten
uitmaken wat recht en rechtvaardig was.
Heel veel van dit rechtsgevoel hebben wij te danken aan het Ro
meinse Rijk. En met een zekere beivondering kijken wij naar wat
zij aan recht hebben opgebouwd in de antieke wereld. Wat voor
kwaad is er gedaan? Dat wordt voor de beoordeling gevraagd en
daarop moet een antwoord komen. De aanklager mag komen met
zijn aanklachtdan volgt het onderzoek of de feiten in overeen
stemming zijn met de aanklacht en dan volgt de veroordeling. Een
rechtvaardig oordeel wordt gewenst en veelal ook gegeven. Hoe is
dat dan bij Jezus f Er is een aanklacht. Er is een menigte van aan
klagers en er is een rechter, die de macht heeft om recht te doen,
want Pilatus is de vertegenwoordiger van het gezag, dat over Judea
gevestigd is. Zijn vonnis wordt uitgevoerd. En toch aarzelt de rech
ter en schreeuwen de aanklagers. Dat zijn de zieke plekken in deze
rechtspleging. Geen koel, ontledend beschuldigend betoog, onder
steund door feiten en geen rechter met de hand op het wetboek van
strafrecht. Maar haat aan de ene en berekening aan de andere kant.
En bij beide grote onzekerheid tegenover de Beklaagde. Zij weten
allebei het een en ander van Jezus. Zij weten, dat als zij voor Jezus
staan, dat zij alle zekerheid kwijt zijn. De Beklaagde wordt ervan
beschuldigd, dat Hij koning zou zijn. En noch de joden, die dromen
van hun vrome, aan hun Wet onderworpen rijk, noch Pilatus, die
denkt in begrippen van macht en recht, weten raad met deze
Koning. ,$1ijn Rijk is niet van deze wereld". Hoe kunnen zij ook
weten van de Goddelijke liefde, die Jezus is? Hoe zouden zij ook
weten van Zijn gebed aan het kruis: Vader, vergeef het hun, want
zij weten niét, wat zij doen. Het is en blijft vreemd, dat voor „de
schapen zijner weide de Herder zélf ter slachtbank zich liet leiden".
Dat is het „kwaad" dat Hij gedaan heeft.
J. DE BOER.
VROUWENPOLDER.
Binnenvering
Schuimrubber
HAZET FABRIEKEN ZEVENBERGEN
Belangstelling per kerkgenoot
schap voor boeken, verdeeld over het
totaal aantal lezers: 10 procent van
de rooms-katholieken interesseert
zich voor godsdienstige boeken, tegen
12 procent van het totaal aantal her
vormde lezers. Voor de gereformeer
den is dit 29 procent en voor per
sonen van een ander kerkgenoot
schap 3 procent van het totaal aan
tal in deze groep. (Uit „De Strijd
kreet").
in de Hofpleinkerk te Middelburg komen de Zeeuwse gereformeerde
jongeren tweede paasdag op de jaarlijkse toogdag bijeen. Op de
foto het interieur van het kerkgebouw, dat uit 1931 dateert. De
kerk biedt plaats aan 850 personen. De kerkgemeente omvat 4000
zielen. (Foto P.Z.C.)
Er is een heel ond verhaal van een oosters
vorst. Hij had gedroomd dat hij op eenmaal
al zjjn tanden had verloren. Wakker geworden
was hij benauwd en beangst over die droom.
Ze moest een bepaalde betekenis hebben. Zoals
die oude oosterse vorsten dat gewoon waren,
riep hy enige van zjjn wjjzen bijeen, die hem de
zin cn betekenis van deze droom maa» moesten
uitleggen. Na lang beraad kwamen ze met be
drukte gezichten hun meester vertellen dat hij
al de zjjnen vóór zich zou zien sterven. De ko
ning was over deze uitleg zó vertoornd, dat
hjj deze wjjzen voor him uitleg zwaar heeft Ia-
ten boelen. Daarna ontbood hjj andere wjjzen.
Ook zij gingen in beraad, nadat zjj de droom
hadden gehoord. Met een stralend gezicht kwa
men ze terug en zeiden: O, vorst., een groot
geluk is U beschoren, gjj zult al uw nabestaan
den ver overleven. Vele eerbewjjzen zjjn hun be
loning geweest. Het gaat er maar om hoe de
zaak wordt gezegd.
Wanneer er een gesprek plaatsvindt tussen
de Ned. Herv. Kerk en de Remonstrantse
Broederschap, zal dit niet in de laatste plaats
moeten gaan over de uitverkiezing. Dat is het
punt geweest waarop men aanvankelijk uiteen
is gegaan. Over die uitverkiezing kunnen we nu
gaan spreken met zeer bedrukte gezichten en
het is mogelijk daarover te spreken met een
stralend gelaat. We kunnen doen alsof dat
woord voor ons de grootste kerkelijke vogel
verschrikker is en het is mogelijk daarvan te
spreken als van de grootste troost, dat ook
ons lot voor eeuwig in Gods hand ligt. Maar,
hoe wjj er ook over spreken, we zullen moeten
blijven bedenken dat het gaat om een stuk
waarheid van Gods openbaring, dat wjj mensen
nooit in al z'n diepten zullen kunnen peilen, om
dat het rust in de verborgenheden Gods- Slechts
in geloof, door strjjd en aanvechting heen. zullen
we iets gaan verstaan van die bljjde zekerheid
van Gods heil. „Menselijke logica valt niet sa
men met de goddeljjke Logos. „Aan het myste
rie van Gods heilshandelen dat de Heilige
Schrift ons meedeelt en dat wjj in geloof en
aanbidding hebben te benaderen, is het mense
lijk theologisch denken ondergeschikt". Zo lezen
wc in de richtlijnen voor de behandeling van dc
leer der uitverkiezing, zoals die twee jaar ge
leden door de synode der Ned. Herv. Kerk zijn
gegeven.
Op die richtljjnen nu is een remonstrants ant
woord gekomen: het boekje dat vorig jaar
is verschenen in de „oriëntatiereeks van de
Remonstrantse Broederschap". In het voorwoord
wordt geconstateerd: „In de richtlijnen van de
synode kwam het oude twistpunt dat op de
synode van Dordrecht in 1618 en 1619 zo'n grote
rol speelde, in een nieuw licht te staan". De re
monstranten hebben gemeend, dat het voor hen
geboden was dat zjj zich ook hunnerzjjds op
nieuw gingen bezinnen op dit vraagstuk, opdat
„hierdoor de oecumenische zaak kon worden
gediend". Vanaf het begin hebben de remon
stranten aansluiting gezocht bjj de Wereldraad
van Kerken en wanneer we zo lezen wat zowel
van hervormde zijde als van remonstrantse zjjde
de laatste jaren is geschreven over de uitverkie
zing, die nu al bjjna 350 jaar als een contro
verse ligt tussen deze beide kerken, dan valt
het ons op hoezeer dat wederzijds lid-zijn van
de oecumene, van grote invloed is geweest.
Wanneer men in het wereldverband samengaat,
kan men toch niet in het landeljjk verband
langs elkaar heen bljjven leven. En dit is des
te meer noodzakelijk, omdat de remonstranten
er vanaf het begin een zekere nadruk op hebben
gelegd, dat ook zij behoorden bjj het gerefor
meerd protestantisme, want daaruit zijn ze
voortgekomen. Prof. dr. L. J. van Hollt vat aan
het slot van zijn artikel in het genoemde
boekje, zijn gedachten kort samen. Hij verheug
de zich over de strekking van de lichtlijnen
van de synode der N.H. Kerk en meent: „Deze
geven ontegenzeggelijk reden om het hervormd-
remonstrants gesprek over de leer der uitver
kiezing te hervatten". Dit, hoewel hij weet dat
er „zeer diepe verschillen zijn én naar de fun
dering én naar de inhoud". Dezelfde blijdschap
kunnen we ook vinden in de artkielen van de
vier anderen die in het remonstrantse boekje
hebben geschreven.
Er io auang een gesprekscommissie van beide
kerken. Van deze kwam in 1957 een rap
port op de synode der N.H. Kerk. Deze echter
meende de voorstellen die in dit rapport werden
gedaan, niet te kunnen aanvaarden, omdat,
naar haar oordeel, de zaken waarom het ging,
theologisch niet of niet voldoende waren door
dacht. Het gesprek is toen niet afgebroken en
het blijkt dat door de richtlijnen van de synode
der N.H. Kerk over de uitverkiezing, hoewel die
waarlijk niet alleen voor de remonstranten
waren bedoeld, het gesprek in een andere en
betere fase is gekomen, zodat de synode der
N.H. Herk in haar februarivergadering van dit
jaar het besluit heeft genomen te streven naar
„gesprekskringen op gemeentelijk niveau en
naar intensievere samenwerking op apostolair
en diaconaal gebied en op dat van de predikan
tenopleiding". Verder zal door een commissie de
mogelijkheid- van deelneming aan elkanders
Avondmaal worden onderzocht, alsook de moge
lijkheid van kanselruil en het gastlidmaatschap.
De praeses van de generale synode vatte aan
het slot van de bespreking samen, dat er wel
iswaar geen organisatorische veranderingen
zijn aangebracht, „maar er is wel een koers be
paald en een weg aangewezen, waarvan nie
mand nog jfet einde kent".
We hebben er reeds op gewezen dat die richt
lijnen van de N.h. synode over de uitver
kiezing niet allereerst bedoeld waren voor de
remonstranten. Allereerst heeft de synode ge
dacht aan de leden van eigen kerk, bij wie de
gedachten over de uitverkiezing ook niet altijd
klaar, duidelijk en juist zijn. Verder heeft zij
ook gedacht aan alle kerk waar „de belijdenis
van Gods uitverkiezend handelen als het hart
der kerk wordt gekend- Daarmee is zij getrok
ken uit het verband van de geschiedenis die
zich in ons land. gedurende het twaalfjarig be
stand heeft afgespeeld. We hebben er al eens
meer up gewezen dat deze kerkelijke kwestie
niet is los te denken van de binnenlandse poli
tiek in die jaren. Bijna tegelijk met het uit
drijven van de remonstranten uit de synode
van Dprdrecht, moest Van Oldenbarnevelt zijn
hoofd op het blok leggen om de beul zijn werk
te laten doen. Ware die politieke kwestie er niet
geweest, dan zou de kwestie met de remon
stranten ook niet zo gelopen zijn als ze gelopen
is. Wanneer er nü over de uitverkiezing wordt
geschreven en gesproken, is het niet direct met
deze achtergrpnd en tegelijk kan het meer zijn
in oecumenisch verband dan dat in 1618 moge
lijk was, hoewel men ook toen geweten heeft
dat het een zaak was die niet alleen een kerk in
ons land aanging. Vandaar dan .ook dat er in
Dordrecht afgevaardigden uit allerlei landen
aanwezig waren, waar men een kerk van ge
reformeerde structuur kende. Dit laatste nam
men zelfs in zeer ruime zin.
Ook in het boekje van de remonstranten
„Voorbeschikking of verkiezing" kan men
terugvinden dat ruime denken, niet los van
andere kerken en dan daagt ook hier direct het
oecumenisch verband. Bovendien beseft men
ook hier „dat de discussie over de predestinatie
leer een radicale wijziging heeft ondergaan door
het totaal andere leef- en denkklimaat, waarin
de kerk is komen te verkeren". Zo lezen we in
het rapport van de gesprekscommissie. Het is
duidelijk geworden „dat het verboden is op een
abstracte wijze over de verkiezing te spreken,
als ware deze een tijdloze waarheid". We kun
nen er niet anders over denken dan als mensen
van deze tyd. Daarbij behoeft het verleden niet
te worden verloochend. Het is mogelijk de be-
slissine die in 1618-'19 in Dordrecht is genomen,
als een rechte beslissing te aanvaarden, zonder
dat we voor 100 staan achter formulering
van de artikelen van Dordrecht tegen de remon
stranten. Zo spreken en denken wij niet meer.
Wanneer we nu met de predestinatie bezig zijn,
zal het moeten komen tot „een nieuw onder
woorden brengen van het geheim der predesti
natie", waarin dan ook zal moeten worden ge
dacht aan de plaats van Israël hierin".
Wil men bijbels denken en niet abstract, dan is
dit niet te ontgaan. „Bij een vernieuwd onder
zoek naar de motieven, die in het verleden de
scheiding tussen de gereformeerden en de re
monstranten hebben teweeggebracht, moeten
wij evenzeer bereid zyn het verleden ernstig te
nemen en vanuit een vernieuwd christologisch
belijden dit geschil te boven te komen".
H
Trouwbijbels wil men nu ook in
de R.-K. Kerk gaan uitreiken. Al
geruime tijd wordt hierop in r.-k
kringen aangedrongen. Tot de wen
sen behoort ook uitbreiding van de
huwelijksritus, waardoor uitreiking
van de bijbel een vaste plaats krijgt.
Het wachten is op richtlijnen van het
concilie.
„De navolging van Chrïstr~" van
Thomas a Kempis was de eerste
„best-seller". Dit werk verscheen in
1471, vóór het eind van de vijftiende
eeuw verschenen 90 drukken. Na de
bijbel is de „Navolging" het meest
gelezen boek ter wereld. Er zijn meer
dan 3000 uitgaven van bekend. Eras
mus was de volgende „best-seller-
auteur". Luther haalde van 1518-1520
dertig edities van zijn preken en
tijdens zn'n leven 430 uitgaven van
zijn bijbelvertaling.
Het beeld van de gemeente van
de Evangelische Kerk in Oost-Duits-
land is de laatste tien jaren aanzien
lijk gewijzigd. In een bepaalde Kir-
chenkreis daalde het aantal gedoopte
kinderen van '51 tot '61 van 1103
tot 349 jaarlijks, de huwelijksinzege
ningen van 566 tot 171, de kinderen,
die aan confirmatie deelnamen: van
1290 tot 183 en het aantal kerkelijke
begrafenissen van 817 tot 548. Het
getal deelnemers aan de avondmaals
vieringen daalde wel, maar steeg ver
geleken met het kleiner aantal con
firmaties: van 7274 tot 6934. De
vrijwillige giften stegen van 40.000
tot 150.000 DM. Verder gingen vele
giften via het Rode Kruis naar an
dere landen.
Een formulier te gebruiken bij
het aftreden van ambtsdragers is
opgesteld door de kerkeraad van de
Gereformeerde Kerk te Dordrecht
om een zeker evenwicht te scheppen
tussen begin en einde van een ambts
periode.
De kerkdiensten op het vormings
centrum Hedenesse zijn sinds kort
gebracht onder verantwoordelijkheid
van de hervormde kerkeraad te Cad-
zand. Ambtsdragers van deze ge
meente zijn nu aanwezig en er is één,
door de kerkeraad bepaalde collecte.
DELTAPLAN EN
JEUGDWERK
De G.J.V. houdt zich uiteraard
bezig met de ontwikkeling van
Zeeland. In het bijzonder met
het Deltaplan. Het landelijk
vormingscentrum ,J)e Witte
Hei" te Huis ter Heide heeft
sinds kort als studiegebied
Zeeland gekozen. Men wil het
geheel van het vormingswerk
bezien in onze provincie, sa
men met de afdeling Zeeland
en deze zodanig organiseren
en veranderen, dat dit de
Zeeuwse gereformeerde jeugd
ten goede komt. Er zijn plan
nen het vormingswerk meer
regionaal te gaan organiseren.
(Advertentie)
v utiisia-Mt.
MtHTHOLVÉLlETS
Teden hoest en Keelpij
^Uitwerking frappantjj
Ken-merk'; kerkelijk
t.v.-journaal
Maandagavond 1 april is de
eerste uitzending san ,J£en-
merk" een televisierubriek on
der verantwoordelijkheid van
de gezamenlijke Nederlandse
kerken.
Dit is het tweede programma,
waarin de drie televisie-orga
nen van de kerken C.V.K.,
I.K.O.R. en R.K.K. nauw
met elkaar gaan samenwer-
ken. Naast „Logboek" het
jeugdprogramma over de Bij
bel zal ook dit „kerkelijk
journaal" om de veertien da
gen te zien zijn.
Qua vorm zal ,JLen-merk" het
midden houden tussen een jour-
maal, dat alleen feitelijk
nieuws brengt en een rubriek,
waarin men naar de motieven
achter het gebeuren zoekt.