OP 11 APRIL UITSPRAAK IN DE BAARNSE MOORDZAAK Prof. Oud trad terug op het V.V.D.-congres „Geen ogenblik van kalm beraad gekend" Mr. Pauwels; lichte gevangenisstraf en voorwaardelijke terbeschikkingstelling Weer tien nieuwe gevallen van tyfus TERUGBLIK OP „BELEID VAN RECHTVAARDIGHEID" VRIJSPRAAK GEVRAAGD VAN DE MEDEPLICHTIGHEID AAN MOORD ZATERDAG 30 MAART 1963 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT t PRESIDENT MR. J. GIJSMAN DEELT MEE De president van de Utrechtse rechtbank, mr. J. Gijsman, heeft gistermorgen na het pleidooi van mr. Frangois Pauwels in de zaak tegen Hennie W. bepaald, dat de uitspraken in de Baarnse moord zaak zullen worden gedaan op donderdag 11 april des ochtends om 11 uur. Het was gisteren de vijfde en laatste dag in de Baarnse moordzaak. De eerste van de drie verdedigers, die het woord kreeg was mr. Fran- Qois Pauwels, verdediger van Hennie W. Hij bepleitte een lichte ge vangenisstraf met een voorwaardelijke terbeschikkingstelling. Over de koelheid en het wéinig berouw tonen van Hennie W., zei mr. Pauwels, dat de verdachte geen enkele leugen verteld heeft- „Men mag zich afvragen of dit bjj de andere verdachten ook het geval is", aldus mr. Pauwels. Ook stelde hij het verschil tussen het medeplichtigschap en het mededaderschap aan de orde. Wat Ewout gedaan heeft, is volgens hem, geen medeplichtigheid, maar me dedaderschap. Met het noemen van enkele arresten trachtte mr. Pauwels zijn stelling meer reliëf te geven. De communis opinio vreesde, dat het arme jongetje het wel zou moeten af leggen tegen de rijkelui's zoontjes. Te meer daar het woord klassejustitie is gevallen, is het goed, hier met nadruk te stellen dat hier recht is gedaan zon der aanzien des persoons, aldus mr. Pauwels. Noodlottig HO kwalificeerde deze zaak als een chantagemoord. „Ik heb een foto gezien van de knaap Mastwijk", zo zei hjj, „ik herinner me de dreiging en brutaliteit die van zijn ogen uit ging. Deze jongen was veertien, maar hij „kraakte" als iemand van veertig jaar. Er is een noodlottig contact geweest. Wanneer Theo Mastwijk niet had gechanteerd, was er geen moord gepleegd. Bij hem ligt de oorzaak van wat hier is ge beurd". De romantiek die onze jeugd elke avond via de televisie krijgt te slikken, heeft in deze zaak een belangrijke rol gespeeld, aldus mr. Pauwels, die het vergiftigingsplan als kinderachtig kwa- „Het plan van het stropje is uit huize „H" gekomen. Dit is reden waarom het mededaderschap voor alle drie vast staat, zo zei hij voorts. Dat de jongen levend in de put is gekomen, acht hij volstrekt uitgesloten: Ze wilden hem niet martelen, ze wilden hem alleen maar kwyt". Hfl vindt het onaanne melijk, dat Hennie W. het slachtoffer alleen in de put heeft gestopt, omdat hjj Mastwjjk dan boven z(jn macht moest tillen. „Als men deze Hennie W. voor 12 jaar opsluit, waar natuurlijk nog wel een derde afgaat, wordt het wel heel moeilijk", aldus mr. Pauwels. Straf te hoog Hy meent dat, de jongen in de ge vangenis wordt geïnfecteerd. Als de straf kort ls, zal Hennie W. de kans krygen weer een ander mens te wor den. In het buitenland krygt hij een leansAls men hem te lang laat zitten, gaat men hem bederven, waarna bij dan weer aan de maat- schappy wordt afgeleverd. De ge- eiste straf vindt mr. Pauwels te hoog. Hy had de helft verwacht. Mr. Joh. K. M. Mathuisen, verdediger van Boudewijn H. vond in tegenstelling tot mr. Pauwels de zaak niet spectacu lair, maar indroevig. Hjj vroeg zich af, of dat, wat in Baarn is gebeurd bij kinderen mogelyk is. „Moord", zo zei mr. Mathuisen, hierby de auteur Von Henty citerend, „is een gevonden mid del om fysiek te vernietigen datgene wat men in zijn leven als een dilemma voor zich ziet". Deze stelling kan men, volgens hem, ook terugvinden in de dossiers. Op deze vijfde dag van het proces is de zaak nog niet tot een oplossing geko men, aldus de raadsman. Zowel met be trekking tot de feiten als tot de psy chologische aspecten ervan, zijn er nog tal van duistere punten. Met grote stelligheid verklaarde hij ver der, dat deze drie jongens geen ogen blik van kalm beraad en rustig over leg hebben gekend. Hij verklaarde „het niet meer weten" van Boudewijn met de opmerking, dat men deze jongen niet kan zien als iemand die een goed ver slag kan doen zoals men dat van de vertegenwoordigers van de pers kan en mag verwachten. Men kan deze jon.- gen geen film laten afdraaien, hoog stens komen enkele foto's naar voren saillante punten die hem geëmotio neerd hebben. „En nu de feiten", al dus mr. Mathuisen. Men ziet dan aller eerst een villa, een kast van een huis, een imponerende deur, maar wij moeten niet naar die deur kijken, maar naar wat er achter zit. De vader is een man met een ruim inkomen. EEN UUR geleden zei een jeugdig persoon tegen mij: „ik besef heel goed en daar ben ik heel gelukkig mee dat het een groot voorrecht is om in deze tijd te mogen leven; een tijd die op zo talloze gebieden zulk een gewel dige vooruitgang te zien geeft, alléén al op technisch gebied.... Met die juichkreet in de hersen pan ben ik naar huis gewandeld en fhttis gekomen ben ik achter mijn schrijftafel gaan zitten om te noteren dat ik die jongeman gélukkig prijs om zijn geluk, dat tk hem van harte gaarne gun, maar dat hij het toch ook wel helemaal mis heeft omdat er (na tuurlijk) niet één periode in de gehele, lange geschiedenis der mensheid is geweest en er ook nooit een zal komen, die géén verbijsterende vooruitgang te zien heeft gegeven of zal geven om „trots en gelukkig" mee te zijn. Of dacht U, om slechts enkele jaren terug te gaan, dat uw en mijn grootvader eerst het gas- gloeikousjc en vervolgens het elektrisch licht, de telefoon, de te legraaf, eerste de auto en toen het vliegtuig niet als precies zo op windende wonderen hebben erva ren als wij de onze f Was voor hen, die toen leefden, de ontdekking van het wiel niet even verbijsterend als voor ons die van de splitsbaarheid van het atoom T En wat dacht U dat uw bet-bet bet-overgrootvader heeft gedacht toen het buskruit werd uitgevon den f En de uitvinding van de boek drukkunstf Misschien glimlacht U een beetje medelijdend wanneer U leest welk een opwinding ont stond toen de stoomlocomotief haar intrede deed en U bent bij zonder geamuseerd bij het bekij ken van plaatjes van de auto's die vijftig jaar geleden in het straat beeld' verschenen. Maar U kunt er verzekerd van zijn dat over duizend jaar de mensen even verbaasd zullen zijn over uw verbazing om de televisie als U nu verbaasd bent over de verbazing van de mensen die het wiel zijn intrede zagen doen. En de supermoderne automodellen anno 196.1 zullen over vijftig jaar even „belachelijk" zijn als die van 191.1 nu. De jonge mensen van tienduizend jaar geleden hebben evenveel re den tot trots en blijdschap gehad. Om de tijd-van-vooruitgang tvaarln zij het voorrecht hadden te leven, als de man, die ik een uur geleden hetzelfde hoorde zeg gen. Over nog maar vijfhonderd jaar zal niemand kunnen geloven dat U in 1963 op zo primitieve wijze met zo primitieve hulpmiddelen hebt hunnen leven. Zij zullen schateren als zij een plaatje zién van uw „nieuwe" wa gen. En als zij niet schateren, dan 'zullen zij in ieder geval diep me delijden met, U gevoelen. En terecht. De gevoelens van wraak tegen de maat schappij moeten niet gekweekt worden, zo zei hij. „Ik ben geschrokken van deze eis van 12 jaar, mynheer de president. Twaalf jaar in een kooi met af en toe enkele minuten luchten is gevaarlijk voor dit jonge leven". Met betrekking tot de contacten met medegevangenen zei de raadsman, dat zijn cliënt die ook in Utrecht heeft ge had. Hennie W. heeft hem verteld, aat men in het huls van bewaring in Utrecht contact met elkaar onderhoudt via de verwarmingsbuizen. Lichte straf Hy pleitte voor een lichte gevangenis straf met een voorwaardelijke ter be schikkingstelling. De officier repliceerde na dit peidool met de mededeling, dat het belang van deze zaak een voeging uitsloot. Er ls niet te kort gedaan aan de mogelijkheid om de waarheid aan het licht te bren gen. Over de rol van Ewout zei hij, dat mr. Pauwels een kort requisitoir - heeft gehouden, hetgeen in de zaak die hij verdedigt niet dient. De of ficier gaf toe dat er van de zijde van Mastwjjk een bepaalde pressie is geweest. Maar men kan nooit zeggen, aldus mr. Van Dijken, dat men hier door chantage tot deze moord is gekomen. Geen kliniek Deze reactie acht hy onevenredig met de pressie die Theo Mastwijk op het drietal heeft uitgeoefend. Voor wat de strafmaat betreft, verwees de officier naar zyn requisitoir van donderdag- Hij gaf toe, dat in een gevangenis allerlei ongunstige beïnvloedingen kannen op treden, maar per slot van rekening, al dus de officier, is een gevangenis geen kliniek. In dupliek zei mr. Pauwels nog, dat men zich moet afvragen of men niét beter dood kan zijn dan levenslang of gedurende een groot aantal jaren in een cel opgesloten te zitten. „Ik geloof, dat je dan die eeuwige zachte slaap moet verkiezen". Naar aanleiding van zijn opmerkingen over Ewout zei hy, dat de officier ook Ewouts rol in zijn requisitoir had be trokken. Hennie W maakte nog gebruik van het laatste woord. Hy verklaarde, dat hy na 1 augustus 1961 niet meer aan diefstallen heeft deelgenomen, doch slechts aan één diefstal. Mr. Mathuisen Vereenzaming W. was minder met aardse goederen bedeeld, maar hij beschikte over brains. Er ontstond tussen Boude wijn en W. vriendschap. Boudewijn leefde in een voor ons bijna niet voor te stellen vereenzaming. De jongen kende geen vriendschap. W. werd zijn eerste vriend. Deze vriend schap werd hem noodlottig, aldus mr. Mathuisen. De advocaat heeft de indruk, dat die vriendschap van één bepaalde kant kwam en dat daar het grote huls een zeer belangrijke rol bij sjreelde. Deze vriendschap heeft naar zyn mening, een parasiterend karakter gehad. Het drama dat zich ontwikkelde begon met de komst van Mastwyk. De beide broers kenden Mastwijk helemaal niet. W. nam hem mee..., aldus mr. Mathui sen. W. voelde zich bedreigd door mogelbk verraad van Mastwijk. De diefstal die Boudewijn, Ewout en W. hadden ge pleegd bij Reehorst, die diefstal van wat fruit en snoepgoed, was géén be dreiging voor de broers. Daar hoefde geen moord voor worden gepleegd. Maar als de officier stelt dat de diefstal bij Reehorst de enig mogelijke bedreiging vormde, dan zet ik een vraagteken, zo zei mr. Mathuissen, druk gebarend Chanteurtje Volgons hem was het aan Mastwijk verschaffen van een onderduikplaats een vriendendienst die Boudewijn en Ewout aan W. bewezen. Evenals mr. Panwels acht hjj het mogelijk, dat Mastwyk een chanteurtje was. Hy gelooft echter niet, dat Mastwijk schermde met verraad van die dief stalletjes. Dat was, naar zyn mening, wat anders. Het verhaal van W.. dat hy een vakan tietripje naar België heeft gemaakt, hy kreeg een lift van de vrachtwagen chauffeur Vos, heeft, naar het oordeel van mr. Mathuisen, een achtergrond, die onduidelijk ls. „Om de een of andere reden schoof W. de gebroeders de jon gen Mastwijk op het dak. Er blykt uit niets dat Mastwyk zich als een geker kerde voelde", aldus de raadsman. Hakmes Uitvoerig behandelde mr. Mathuisen het gebeuren met het hakmes. Hennie W. zegt wel, zo betoogde hij, dat hij Bou dewijn met het hakmes heeft zien zwaai en. Maar merkwaardig is, dat hij zich ntet meer weet te herinneren of hij heeft gezien dat het mes de schedel raakte. Mr. Mathuisen gelooft onvoorwaardelijk in de verklaringen van Boudewijn, dat deze is weggelopen op het moment van de wurgingspoging. Later is hij terug gekomen. „Uit het feit, dat hij zegt, later meegeholpen te hebben Theo Mastwijk in de put te stoppen, blijft", aldus de raadsman, „dat Boudewijn niet liegt". Aan de hand van criminalistische li teratuur betoogde pleiter, dat, wan neer een wurgingspoging mislukt, de dader onmiddellijk tot een twee de poging overgaat. Ook het ver schil tussen medeplichtigheid en me dedaderschap betrok mr. Mathui sen in zijn beschouwing. By mededaderschap moet men, aldus delter, meedoen aan de dellctshande- Ing. In geval van levensberoving is dit liet uitvoeren van de dood brengende handeling: daaraan moet men deel heb ben als men van mededaderschap wordt Mr. Joh. Mathuizen beschuldigd. Boudewyn is weggelopen op het moment dat Theo Mastwyk nog leefde. Mr. Mathuisen viel de tenlastelegging aan, omdat de officier hierin innerlijke tegenspraak demonstreert in het mede daderschap van Boudewijn en Hennie Ziek Concluderend vroeg hy de rechtbank niet uit het oog te verliezen dat Bou dewyn voor de moord psychisch ziek was en onder een enorme spanning leef de. „Boudewijn heeft", aldus de raads man, „de daad ook niet beleefd. Hij verwachtte dat hij, wanneer hijv eens in de tuin zou lopen, Theo Mastwyk weer zou tegenkomen. Er blijft in deze zaak de typische vraag waarom Hen- W. de Soester jongen Theo Mast wijk by de gebroeders H. heeft ge bracht. Op deze vraag zullen we nooit een antwoord krygen", aldus pleiter. Aan het slot van zyn byna twee uur durend pleidooi zei mr. Mathui sen. dat zyn cliënt gezien zyn jeugd recht heeft op een zeer grote cle mentie. Ik geloof, zo zei hy, dat men deze zaak moet zien als een geval van pubers, die in een heel byzon- dere situatie verkeerden. En dan meen ik dat de door de officier geëiste straf te zwaar is. Boudewyn zal, naar myn oordeel, aanmerkelijk sneller in de maatschappy kunnen te rugkeren, dan de officier wenst, aldus mr. Mathuisen. Emmer water Naar aanleiding van het pleidooi van mr. Mathuisen merkte de officier, mr. Van Dijken, op, dat op geen enkele manier is gebleken, dat Theo Mastwyk Sets anders van W. wist dan de diefstal len. Als er inderdaad iets anders had achtergezeten, had ik het beslist gewe ten, zo zei liy. Iiy stelde met nadruk, dat het mededaderschap van Boudewyn duidelijk wordt geïllustreerd door het feit, dat deze een emmer water heeft gegooid over de met kalk bedekte Theo Mastwijk. Iiy persisteerde met overtui ging by het door hem gerequireerde. Tijdens een plechtigheid op het ter rein van de Gibraltarkazerne te Al- dershot in Engeland, ter gelegenheid van het afdanken van de oude ballon hangar, welke in 1890 werd gebouwd, werd een ballonopstijging gehouden, welke bijna het abrupte einde van ballon en hangar betekende. De bal lon voer ill. tegen de hangar aan, waarbij de erewacht zich overigens beperkte tot het wenden van het hoofd (foto). Het liep allemaal goed af, en terwijl de ballon verder voer, begon een -* barak te s In de Westduitse deelstaat Noordrijn- Westfalen zyn gisteren opnieuw zeven gevallen van tyfus geconstateerd, waar door het aantal besmette mensen in West-Dultsland is gestegen tot vijftien. Drie leerlingen van een kostschool in de Italiaanse plaats Lavinio zijn even eens in een ziekenhuis opgenomen met verschijnselen die op tyfus wijzen. De gezondheidsautoriteiten in Lavinio hebben maatregelen genomen om ver spreiding van de ziekte te voorkomen. Dertig andere kinderen worden in de ziekenzaal van de kostschool in observa tie gehouden. Voorts is een te Zweibrycken gesta tioneerde Canadese soldaat ziek gewor den en men vermoedt dat hij tijdens een vakantie in Zermatt tyfus heeft opgelopen. De soldaat werd in'het le- gerhospitaal te Zweibrücken in quaran taine gebracht en men zal proberen vast te stellen of hy werkelijk tyfus heeft. De andere manschappen van zijn eenheid zyn ingeënt, aldus de autoritei ten. Grote rede in Scheveningens Kurhaus Vyftien jaar hield de V.V.D. vast aan het uitgangspunt, dat haar karakter moet zyn dat van „een sterk progres sief gezinde party, die allen omvat, voor wie de geestelijke vryheid primair is sociale gerechtigheid plicht en die het economisch leven niet willen zien ver starren in een socialistische dogmatiek, die uiteindelijk in staatsabsolutlsme moet eindigen". Deze woorden sprak prof. mr. P. J. Oud by zyn terugtreden als voorzit ter van het hoofdbestuur en van fractie in de Tweede Kamer van de Volkspartij voor Vrijheid en Demo cratie. Deze begon gisteravond haar algemene ledenvergadering in het Scheveningse Kurhaus. Prof. Oud zei van dank vervuld te voor het vertrouwen, dat hem gedurende die vijftien jaar geschonken is. Naar zyn mening zal datzelfde vertrouwen toeval len aan zyn „jonge vrienden Witteveen en Toxopeus", de eerste als partyvoor- zitter, de tweede als lysttrekker by de komende verkiezingen. Spreker zei het vaste vertrouwen te hebben, dat de V-V.D. zich onder haar verjongde lei ding sterk zal tonen. Rechtvaardigheid In zyn bijna een uur durende rede wierp prof. Oud een terugblik op de thans bijna voorbye parlementaire zittingspe riode. Hy kenschetste het beleid van de regering-De Quay als een „beleid van rechtvaardigheid". Ofschoon ideale toe standen wel nooit zullen worden be reikt, zyn toch in de afgelopen vier jaar de verhoudingen in de verdeling van de welvaart verbeterd. De tijd van een wedloop tussen uni forme loonronden en stijgende prij zen werd na het heengaan van het laatste kabinet-Drees afgesloten. Sinds 1959 werden de lonen behoor- lijk verhoogd, zonder dat het prijs peil in betekenende mate steeg. Te gen overbesteding werd beter ge waakt. Dat het stygingspercentage tussen mei 1959 en juni 1962 van de overheidssa- larissen 22 was tegenover dat van de lonen in het bedrijfsleven 21, meende prof. Oud eveneens aan een rechtvaar dig regeringsbeleid te kunnen toeschry- ven. Achterstanden ten opzichte van het bedrijfsleven werden opgeheven. Prof. Oud zei voorts dat dit kabinet ook rechtvaardigheid betracht heeft te- Mr. Dietz verdedigde Ewout H. Als laatste kwam gistermiddag de ver dediger van Ewout H., mr. H. C. Dietz aan het woord. „Weliswaar", aldus mr. Dietz, „is Ewout niet ten laste gelegd, dat hy met het wurgplan is gekomen, maar het staat in de stukken en het drukt een stempel op deze verdachte". Hy zei dat het niet anders kan dat Hennie W. heeft gepoogd het slacht offer te wurgen en ook de slagen met het kapmes heeft toegebracht. Hy meent dat Hennie W. de wurging heeft zien mislukken en in doodsangst verder is gegaan met zyn dodende handelingen. Voor de tafel van de president knielde de raadsman neer om te demonstreren hoe dit precies geschiedde. De raads man raakte af en toe zo geëmotioneerd dat hy zich in zyn woorden niet kon beheersen. Onsportief Mr. Dietz noemde het optreden van zijn confrère Pauwels zeer onsportief, omdat deze zich niet heeft bepaald tot de zaak Hennie W-, waarin hy pleitte, maar ook Ewout by het mis- dryf sleepte. Hij zei, niet onder de indruk te zyn van de psychiatrische rapporten. „Ik weet, dat het vak van psychiater erg moeilyk is, maar ik stel het met na druk: ik ben niet geïmponeerd door de verklaringen van de deskundigen". Met klem zei hy. dat naar zyn mening een levende Mastwyk voor Hennie W. een groot gevaar opleverde. Hij is het, volgens mr. Dietz, ook geweest die met het moordplan op de proppen is gekomen. „W. schrikt als de vergif tigingspoging mièlukt, hy toont geen opluchting wanneer biykt, dat Theo Mastwyk niet aan „het vergif" is be zweken", zo zei hij. Reconstructie En passant merkte hy op, dat, naar zyn oordeel, de reconstructie van het misdryf niet op de juiste wijze is ge schied- Dat had op een zomernacht moe ten gebeuren, en niet zoals nu in de winter op klaarlichte dag. Mr. Dietz verklaarde dat de gebroeders H. hun pas verworven vriend Hennie W. wel wilden helpen, zy kenden Mast wyk niet en behoefden geen angst voor hem te hebben- Wel voelde Hennie W. zich door Mastwyk bedreigd. De raadsman deelde mede, dat de recliter-commissaris een brief heeft geschreven over de achtergronden van het geheel- Zo zouden de kor nuiten ran Theo Mastwijk de jongen hebben bedreigd, als hy nog meer rli"fst!»llen van een Soester jeugd bende zou verraden. Hennie W. heeft toen Theo Mastwyk naar de villa in Baarn gebracht. Theo Mastwijk heeft zich veertig dagen lateu opsluiten. Dat heeft hjj laten doen, aldus mr. Dietz, omdat er iets heel ernstigs achter zat- Pionnen Uit alles blijkt, aldus mr. Dietz, dat het niet alleen de kleine diefstalletjes waren waarvan men vreesde dat zij bekend werden. Hennie W. was als de dood voor Theo Mastwyk, zo betoogde de raadsman. „Men kan de gebroeders H. niet tot mededaders rekenen", zo zei hij, „zij waren pionnen in de handen van de superman Hennie W.". Ewout, zo meent mr. Dietz, verkeerde in een droomtoestand. Hy heeft aan het eigenlijke misdryf niet meegedaan. Er was by hem geen sprake van voor bedachte rade- Wel verbaast mr. Dietz zich erover dat hy de moord niet verhinderd heeft. „Maar", zo voegde hy er aan toe, „hij was niet oud en wijs genoeg. Met zyn broer kon hij niet spreken en Bou dewyn op zyn beurt wilde er met Ewout niet over praten, omdat hij zich steeds afvroeg: „Wat heb ik mijn broertje toch aangedaan?" „De jongens H. hebben zich door hun puberteitsmoeilijkheden naar de misdaad laten slepen", aldus mr. Dietz. „Wat moet er met die jongens gebeuren, wat is hun toekomst", zo vroeg mr. Dietz zich af. Vrijspraak Ruim drie uur duurde het pleidooi van Ewouts raadsman. Aan het slot hiervan vroeg hij zich af of deze jongen al niet genoeg boete heeft gedaan. Volgens mr. Dietz kan er geen veroordeling volgen omdat Ewout zich niet aan medeplichtig heidshandelingen schuldig heeft ge maakt. Hy verzocht de rechtbank met klem hem vry te spreken van het primair ten laste gelegde name lijk medeplichtigheid aan moord, ge pleegd te zamen en in vereniging door Hennie W. en Boudewy'n H. Voor de gepleegde diefstallen vroeg de raadsman een onvoorwaardelyke ge vangenisstraf geiyk aan de tyd in voor arrest doorgebracht en eventueel een ondertoezichtstelling tot het tijdstip waarop Ewout meerderjarig wordt. Het laatste woord van Ewout was: „Het is voor my een vreseiyke ellendige ge schiedenis geweest, en als het enigszins mogeiyk is zou ik graag zo snel moge lyk weer in de maatschappij terugke ren". genover weduwen, wezen, Invaliden de allerzwaksten. Ook de belastingpoll- tiek werd door rechtvaardigheid geken merkt. Woningbouw Met de gevoerde woningbouwpolitiek was spreker minder gelukkig. Minis ter Van Aartsen werd in zijn stre ven naar groter vrijheid door zijn partijgenoten in de steek gelaten ter wijl hy voorts te kampen had met grote overspanning van de bouw markt. Prof. Oud stelde met voldoening vast, dat de K.V.P. blijkens een rede van de fractieleider dr. De Kort op het gebied van de bouw de nadruk heeft gelegd op een krachtige ontplooiing van het particulier initiatief en stimulering daar van in al zijn vormen, mits met in achtneming van het behoeftepatroon. „Een kabinet, dat In deze richting werk zaam zal willen zijn, zal stellig ook op de steun van onze Kamerfractie kunnen rekenen", zo verklaarde de gryze libe rale leidsman. T.v.-nota Prof. Oud releveerde nogmaals de par lementaire verhandelingen rond de te levisienota van de regering, welke nota de volledige instemming van de liberale fractie had. Indien de Kamer een rege ringsbeleid niet aanvaardt, dan moet 't vertrouwen worden opgezegd, waarna het kabinet heengaat. Naar de mening van prof. Oud was '1 van het begin af duideiyk, dat de te genstanders van de regering van deze consequenties terugschrikten. Daar door zou de commerciële televisie im mers het hoofdpunt van de komende verkiezingsactie worden. De V.V.D., aldus spreker, voert al jarenlang stryd tegen het bestaande radio- en televisiebestel. Daarom wenste zy een rechtsreekse, duideiyke uitspraak. Het kabinet besloot het bewind te blij ven voeren totdat de stembus zal heb ben gesproken. „Daarbij krijgen de kie zers de gelegenheid bij het bepalen van hun stem ook het televisiebeleid van dit kabinet in hun oordeel te betrekken. Het is dan ook in ieder geval voorbarig reeds thans uit te spreken, dat dit be leid veroordeeld is", aldus prof. Oud. E.E.G. Een aanzienlijk deel van zyn rede be steedde prof. Oud aan de bekende moei lijkheden ln de E.E.G., speciaal met be trekking tot het Franse standpunt In zake toetreding van Engeland. Wachten op Engeland zal zijns inziens de positie van de zwakke staten versterken. Hij bepleitte opnieuw samensmelting der drie gemeenschappen en hun organen om te komen tot een economisch-poli tieke samenwerking. Mr. Francois Pauwels De Utrechtse rechtbank. V.l.n.r.: mr. G. H. V. van Dijkenofficier van justitie, mr. W. baron Röellmr. G. E. E. Fromberg, mr. J. Gijsman, president, mr. C. Laan, griffier. Het Wereldgebeuren Bezoeker roensdag arriveert in Nederland voor W een driegaagse visite de president van Mexico, dr. Adolfo Lopez Mateos, die eerder deze week Frankrijk bezocht en die momenteel in Joego-Slavië ver- biyft. waar hy gistermiddag om twee minuten over twaalf op het vliegveld Surcln bij Belgrado aankwam. President Lopez Mateos is een bereisd man. Sedert hy op 1 december 1958 Mexicaans staatshoofd werd liet hij vrijwel geen jaar voorbijgaan zonder een lange reis te maken. Zo bezocht hij in 1959 Mexi co's grote noorderbuur Amerika en bracht hy in datzelfde jaar een bezoek aan Canada. Bij deze gelegenheid sprak hij in New York de vergadering van de Verenigde Naties toe. Het jaar daarop, 1960, was het Zuidame- rikaanse continent aan de beurt. Achter eenvolgens kwam dr. Lopez Mateos in Venezuela, Brazilië. Argentinië, Chili en Peru. Twee maanden duurde deze tocht naar het zuiden: januari en februari. Daarna sloeg dr. Lopez Mateos een jaar tje over om in 1962 opnieuw talrijke kilometers af te leggen naar India, Ja pan, Indonesië en de Philippijnen. En nu is dan Europa aan de beurt. President Lopez Mateos is blykbaar nogal reislustig ingesteld- Hoewel van zijn jeugd niet zo heel veel bekend is, kent iedereen in Mexico toch het verhaal van zyn wandeling van zesenveertig da- g;n van Mexico-stad naar de grens met uatemala in het zuiden. Lopez Mateos maakte dit tochtje van 851 myl met een paar vrienden gedurende de schoolva kantie. Hy moet een byzonder sportieve jongen zijn geweest, die niet alleen zijn mannetje stond wanneer het op wande len aankwam, maar die in zijn schooltijd ook amateur-bokser was. Trouwens, ook thans nog besteedt Mexico's president veel aandacht aan zijn lichamelijke con ditie. Dr Lopez Mateos werd geboren in de plaats Atizapan de Zaragoza, nog geen twintig kilometer van Mexico-stad ln het noordwesten. Zijn vader en moe der waren in goede doen en zij konden hun zoon gemakkelijk een goede opvoe ding geven. De jonge Adolfo studeerde aan het wetenschappelijk en literair in stituut van Toluca, waar hij zich specia liseerde in het arbeidsrecht. Hij behaalde een universitaire graad in de rechtswe tenschappen en startte een loopbaan bij het hoger onderwys. In die dagen reeds onderscheidde Lopez Mateos zich door zyn bezonnen houding. Tijdens de meest verhitte debatten van zijn collega's en onder de studentén viel het op, dat Lo pez Mateos zelden aan de hooglopende gesprekken deelnam. Hy luisterde ge moedelijk tot de verhitte gemoederen wat gekalfneerd waren en sprak dan duidelijk en weloverwogen zyn mening uit, die dan des te meer indruk maakte. De redevoeringen van Lopez Mateos, kort en bondig en alleen uitgesproken, wanneer er werkelyk behoefte aan be stond hetgeen een zeer zeldzaam verschijnsel is waren al gauw be roemd. En een handige politicus, dr. Miguel Al em an zag er iets in voor zijn verkiezingscampagne. De presidentskan didaat vroeg Lopez Nateos voor hem te willen spreken in verschillende plaatsen in het land. Zo kwam Lopez Mateos in de politiek terecht. Dat was in 1945. In het jaar daarop werd hij in de se naat van het federale congres gekozen. Hy was toen al acht jaar getrouwd met onderwijzeres Eva Sama.no, een meisje dat hy al uit zijn schooljaren kende en dat de dochter was van een Mexicaanse vader en een Engelse moeder- Toen Adolfo en Eva Lopez Mateos een doch ter kregen werd die naar de moeder ge noemd: Evacita. v In 1951 vertegenwoordigde Lopez Ma teos zyn land by het economisch en so ciaal instituut van de Verenigde Naties in New York, toen hij een telegram ont ving van president Ruiz Cortines, waar in deze hem verzocht naar Mexico-stad terug te keren om de verkiezingscam pagne van de president te leiden. Lopez vervulde die taak met veel succes, zodat hy tegeiyk ook gekozen werd tot secre taris-generaal van de Revolutionaire In stitutionele Partij. Een jaar nadat Lopez Mateos president Ruiz Cortines met zo veel resultaat had bygestaan, benoemde de president hem bovendien tot minister van arbeid. De periode, welke Lopez Mateos op het ministerie van arbeid doorbracht kenmerkte zich door het rus tige arbeidsklimaat. De nieuwe minister, gematigd in zijn optreden, bleek een groot voorstander van het compromis te zijn. In vele gevallen wist hij werkge vers en werknemers tot elkaar te bren gen. Het resultaat was, dat hy door bei de partijen gewaardeerd werd als een realist met gevoel voor het mogelyke, die vaak onmogelijke situaties toch nog wist op te lossen. Dr. Lopez Mateos heeft er als minister van arbeid veel plezier van gehad, dat hij de zaken zo koel pleegde te be oordelen en dat hy nimmer zyn hoofd verloor. In een land als Mexico heeft een minister, die tussen werknemers en werkgevers in staat, een dergelyke koel heid van optreden wel nodig. Daarby ontbrak het hem niet aan werklust. Het gebeurde vaak dat dr. Lopez Mateos een week lang op zyn ministerie bleef en dat hy in die week niet thuiskwam. Op de dag dat hy president werd. kwam het even tot ongeregeldheden in Mexico- stad. Linkse bewegingen begonnen op roerige betogingen, maar aangenomen werd, dat deze demonstraties slechts op touw werden gezet om de nieuwe pre sident te waarschuwen voor de macht van de werkers. Ook als president ging Lopez Mateos voort ontwikkelingsprogramma's te sti muleren. Hij maakte ruim tachtig rei zen door alle delen van het land en zag er op toe, dat de agrarische en sociale hervormingsplannen naar behoren wer den uitgevoerd. Het onderwijs had uiter aard zijn bijzondere aandacht, vooral het hoger onderwijs. Mexico-stad is on der zijn bewind een geliefde plaats voor wetenschappelijke congressen geworden- Wat zijn politieke houding betreft, is dr. Lopez Mateos vooral van Ameri kaanse zijde wel eens verweten, dat hij te gemakkelyk is tegenover de commu nisten. Maar ook op dit punt is dr. Lo- nez Mrteos geen mj»n ■«•an het uiterste. DR. ADOLFO LOPEZ MATEOS ...koel hoofd in warm Mexico...

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 3