OP 11 APRIL UITSPRAAK IN
DE BAARNSE MOORDZAAK
Prof. Oud trad terug
op het V.V.D.-congres
„Geen ogenblik van
kalm beraad gekend"
Mr. Pauwels; lichte gevangenisstraf en
voorwaardelijke terbeschikkingstelling
Weer tien nieuwe
gevallen van tyfus
TERUGBLIK OP „BELEID
VAN RECHTVAARDIGHEID"
VRIJSPRAAK GEVRAAGD VAN DE
MEDEPLICHTIGHEID AAN MOORD
ZATERDAG 30 MAART 1963
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
t
PRESIDENT MR. J. GIJSMAN DEELT MEE
De president van de Utrechtse rechtbank, mr. J. Gijsman, heeft
gistermorgen na het pleidooi van mr. Frangois Pauwels in de zaak
tegen Hennie W. bepaald, dat de uitspraken in de Baarnse moord
zaak zullen worden gedaan op donderdag 11 april des ochtends
om 11 uur.
Het was gisteren de vijfde en laatste dag in de Baarnse moordzaak.
De eerste van de drie verdedigers, die het woord kreeg was mr. Fran-
Qois Pauwels, verdediger van Hennie W. Hij bepleitte een lichte ge
vangenisstraf met een voorwaardelijke terbeschikkingstelling.
Over de koelheid en het wéinig berouw
tonen van Hennie W., zei mr. Pauwels,
dat de verdachte geen enkele leugen
verteld heeft-
„Men mag zich afvragen of dit bjj de
andere verdachten ook het geval is",
aldus mr. Pauwels. Ook stelde hij het
verschil tussen het medeplichtigschap
en het mededaderschap aan de orde.
Wat Ewout gedaan heeft, is volgens
hem, geen medeplichtigheid, maar me
dedaderschap.
Met het noemen van enkele arresten
trachtte mr. Pauwels zijn stelling meer
reliëf te geven.
De communis opinio vreesde, dat het
arme jongetje het wel zou moeten af
leggen tegen de rijkelui's zoontjes. Te
meer daar het woord klassejustitie is
gevallen, is het goed, hier met nadruk
te stellen dat hier recht is gedaan zon
der aanzien des persoons, aldus mr.
Pauwels.
Noodlottig
HO kwalificeerde deze zaak als een
chantagemoord. „Ik heb een foto
gezien van de knaap Mastwijk", zo
zei hjj, „ik herinner me de dreiging
en brutaliteit die van zijn ogen uit
ging. Deze jongen was veertien,
maar hij „kraakte" als iemand van
veertig jaar. Er is een noodlottig
contact geweest. Wanneer Theo
Mastwijk niet had gechanteerd, was
er geen moord gepleegd. Bij hem ligt
de oorzaak van wat hier is ge
beurd".
De romantiek die onze jeugd elke
avond via de televisie krijgt te slikken,
heeft in deze zaak een belangrijke rol
gespeeld, aldus mr. Pauwels, die het
vergiftigingsplan als kinderachtig kwa-
„Het plan van het stropje is uit huize
„H" gekomen. Dit is reden waarom het
mededaderschap voor alle drie vast
staat, zo zei hij voorts. Dat de jongen
levend in de put is gekomen, acht hij
volstrekt uitgesloten: Ze wilden hem
niet martelen, ze wilden hem alleen
maar kwyt". Hfl vindt het onaanne
melijk, dat Hennie W. het slachtoffer
alleen in de put heeft gestopt, omdat
hjj Mastwjjk dan boven z(jn macht
moest tillen.
„Als men deze Hennie W. voor 12
jaar opsluit, waar natuurlijk nog wel
een derde afgaat, wordt het wel heel
moeilijk", aldus mr. Pauwels.
Straf te hoog
Hy meent dat, de jongen in de ge
vangenis wordt geïnfecteerd. Als de
straf kort ls, zal Hennie W. de kans
krygen weer een ander mens te wor
den. In het buitenland krygt hij een
leansAls men hem te lang laat
zitten, gaat men hem bederven,
waarna bij dan weer aan de maat-
schappy wordt afgeleverd. De ge-
eiste straf vindt mr. Pauwels te
hoog. Hy had de helft verwacht.
Mr. Joh. K. M. Mathuisen, verdediger
van Boudewijn H. vond in tegenstelling
tot mr. Pauwels de zaak niet spectacu
lair, maar indroevig. Hjj vroeg zich af,
of dat, wat in Baarn is gebeurd bij
kinderen mogelyk is. „Moord", zo zei
mr. Mathuisen, hierby de auteur Von
Henty citerend, „is een gevonden mid
del om fysiek te vernietigen datgene
wat men in zijn leven als een dilemma
voor zich ziet".
Deze stelling kan men, volgens hem,
ook terugvinden in de dossiers.
Op deze vijfde dag van het proces is de
zaak nog niet tot een oplossing geko
men, aldus de raadsman. Zowel met be
trekking tot de feiten als tot de psy
chologische aspecten ervan, zijn er nog
tal van duistere punten.
Met grote stelligheid verklaarde hij ver
der, dat deze drie jongens geen ogen
blik van kalm beraad en rustig over
leg hebben gekend. Hij verklaarde „het
niet meer weten" van Boudewijn met
de opmerking, dat men deze jongen niet
kan zien als iemand die een goed ver
slag kan doen zoals men dat van de
vertegenwoordigers van de pers kan
en mag verwachten. Men kan deze jon.-
gen geen film laten afdraaien, hoog
stens komen enkele foto's naar voren
saillante punten die hem geëmotio
neerd hebben. „En nu de feiten", al
dus mr. Mathuisen. Men ziet dan aller
eerst een villa, een kast van een huis,
een imponerende deur, maar wij moeten
niet naar die deur kijken, maar naar
wat er achter zit. De vader is een man
met een ruim inkomen.
EEN UUR geleden zei een
jeugdig persoon tegen mij: „ik
besef heel goed en daar ben ik
heel gelukkig mee dat het een
groot voorrecht is om in deze tijd
te mogen leven; een tijd die op zo
talloze gebieden zulk een gewel
dige vooruitgang te zien geeft,
alléén al op technisch gebied....
Met die juichkreet in de hersen
pan ben ik naar huis gewandeld
en fhttis gekomen ben ik achter
mijn schrijftafel gaan zitten om
te noteren dat ik die jongeman
gélukkig prijs om zijn geluk, dat
tk hem van harte gaarne gun,
maar dat hij het toch ook wel
helemaal mis heeft omdat er (na
tuurlijk) niet één periode in de
gehele, lange geschiedenis der
mensheid is geweest en er ook
nooit een zal komen, die géén
verbijsterende vooruitgang te zien
heeft gegeven of zal geven om
„trots en gelukkig" mee te zijn.
Of dacht U, om slechts enkele
jaren terug te gaan, dat uw en
mijn grootvader eerst het gas-
gloeikousjc en vervolgens het
elektrisch licht, de telefoon, de te
legraaf, eerste de auto en toen het
vliegtuig niet als precies zo op
windende wonderen hebben erva
ren als wij de onze f
Was voor hen, die toen leefden,
de ontdekking van het wiel niet
even verbijsterend als voor ons
die van de splitsbaarheid van het
atoom T
En wat dacht U dat uw bet-bet
bet-overgrootvader heeft gedacht
toen het buskruit werd uitgevon
den f
En de uitvinding van de boek
drukkunstf Misschien glimlacht
U een beetje medelijdend wanneer
U leest welk een opwinding ont
stond toen de stoomlocomotief
haar intrede deed en U bent bij
zonder geamuseerd bij het bekij
ken van plaatjes van de auto's die
vijftig jaar geleden in het straat
beeld' verschenen.
Maar U kunt er verzekerd van
zijn dat over duizend jaar de
mensen even verbaasd zullen zijn
over uw verbazing om de televisie
als U nu verbaasd bent over de
verbazing van de mensen die het
wiel zijn intrede zagen doen.
En de supermoderne automodellen
anno 196.1 zullen over vijftig jaar
even „belachelijk" zijn als die van
191.1 nu.
De jonge mensen van tienduizend
jaar geleden hebben evenveel re
den tot trots en blijdschap gehad.
Om de tijd-van-vooruitgang
tvaarln zij het voorrecht hadden
te leven, als de man, die ik een
uur geleden hetzelfde hoorde zeg
gen.
Over nog maar vijfhonderd jaar
zal niemand kunnen geloven dat
U in 1963 op zo primitieve wijze
met zo primitieve hulpmiddelen
hebt hunnen leven.
Zij zullen schateren als zij een
plaatje zién van uw „nieuwe" wa
gen. En als zij niet schateren, dan
'zullen zij in ieder geval diep me
delijden met, U gevoelen.
En terecht.
De gevoelens van wraak tegen de maat
schappij moeten niet gekweekt worden,
zo zei hij. „Ik ben geschrokken van deze
eis van 12 jaar, mynheer de president.
Twaalf jaar in een kooi met af en toe
enkele minuten luchten is gevaarlijk
voor dit jonge leven".
Met betrekking tot de contacten met
medegevangenen zei de raadsman, dat
zijn cliënt die ook in Utrecht heeft ge
had. Hennie W. heeft hem verteld, aat
men in het huls van bewaring in
Utrecht contact met elkaar onderhoudt
via de verwarmingsbuizen.
Lichte straf
Hy pleitte voor een lichte gevangenis
straf met een voorwaardelijke ter be
schikkingstelling.
De officier repliceerde na dit peidool
met de mededeling, dat het belang van
deze zaak een voeging uitsloot. Er ls
niet te kort gedaan aan de mogelijkheid
om de waarheid aan het licht te bren
gen.
Over de rol van Ewout zei hij, dat
mr. Pauwels een kort requisitoir
- heeft gehouden, hetgeen in de zaak
die hij verdedigt niet dient. De of
ficier gaf toe dat er van de zijde
van Mastwjjk een bepaalde pressie
is geweest. Maar men kan nooit
zeggen, aldus mr. Van Dijken, dat
men hier door chantage tot deze
moord is gekomen.
Geen kliniek
Deze reactie acht hy onevenredig met
de pressie die Theo Mastwijk op het
drietal heeft uitgeoefend. Voor wat de
strafmaat betreft, verwees de officier
naar zyn requisitoir van donderdag- Hij
gaf toe, dat in een gevangenis allerlei
ongunstige beïnvloedingen kannen op
treden, maar per slot van rekening, al
dus de officier, is een gevangenis geen
kliniek.
In dupliek zei mr. Pauwels nog, dat
men zich moet afvragen of men niét
beter dood kan zijn dan levenslang of
gedurende een groot aantal jaren in een
cel opgesloten te zitten. „Ik geloof, dat
je dan die eeuwige zachte slaap moet
verkiezen".
Naar aanleiding van zijn opmerkingen
over Ewout zei hy, dat de officier ook
Ewouts rol in zijn requisitoir had be
trokken.
Hennie W maakte nog gebruik van het
laatste woord. Hy verklaarde, dat hy
na 1 augustus 1961 niet meer aan
diefstallen heeft deelgenomen, doch
slechts aan één diefstal.
Mr. Mathuisen
Vereenzaming
W. was minder met aardse goederen
bedeeld, maar hij beschikte over
brains. Er ontstond tussen Boude
wijn en W. vriendschap. Boudewijn
leefde in een voor ons bijna niet
voor te stellen vereenzaming. De
jongen kende geen vriendschap. W.
werd zijn eerste vriend. Deze vriend
schap werd hem noodlottig, aldus
mr. Mathuisen.
De advocaat heeft de indruk, dat die
vriendschap van één bepaalde kant
kwam en dat daar het grote huls een
zeer belangrijke rol bij sjreelde. Deze
vriendschap heeft naar zyn mening,
een parasiterend karakter gehad.
Het drama dat zich ontwikkelde begon
met de komst van Mastwyk. De beide
broers kenden Mastwijk helemaal niet.
W. nam hem mee..., aldus mr. Mathui
sen.
W. voelde zich bedreigd door mogelbk
verraad van Mastwijk. De diefstal die
Boudewijn, Ewout en W. hadden ge
pleegd bij Reehorst, die diefstal van
wat fruit en snoepgoed, was géén be
dreiging voor de broers. Daar hoefde
geen moord voor worden gepleegd. Maar
als de officier stelt dat de diefstal bij
Reehorst de enig mogelijke bedreiging
vormde, dan zet ik een vraagteken,
zo zei mr. Mathuissen, druk gebarend
Chanteurtje
Volgons hem was het aan Mastwijk
verschaffen van een onderduikplaats
een vriendendienst die Boudewijn en
Ewout aan W. bewezen. Evenals mr.
Panwels acht hjj het mogelijk, dat
Mastwyk een chanteurtje was. Hy
gelooft echter niet, dat Mastwijk
schermde met verraad van die dief
stalletjes. Dat was, naar zyn mening,
wat anders.
Het verhaal van W.. dat hy een vakan
tietripje naar België heeft gemaakt, hy
kreeg een lift van de vrachtwagen
chauffeur Vos, heeft, naar het oordeel
van mr. Mathuisen, een achtergrond, die
onduidelijk ls. „Om de een of andere
reden schoof W. de gebroeders de jon
gen Mastwijk op het dak. Er blykt uit
niets dat Mastwyk zich als een geker
kerde voelde", aldus de raadsman.
Hakmes
Uitvoerig behandelde mr. Mathuisen het
gebeuren met het hakmes. Hennie W.
zegt wel, zo betoogde hij, dat hij Bou
dewijn met het hakmes heeft zien zwaai
en. Maar merkwaardig is, dat hij zich
ntet meer weet te herinneren of hij
heeft gezien dat het mes de schedel
raakte.
Mr. Mathuisen gelooft onvoorwaardelijk
in de verklaringen van Boudewijn, dat
deze is weggelopen op het moment van
de wurgingspoging. Later is hij terug
gekomen. „Uit het feit, dat hij zegt,
later meegeholpen te hebben Theo
Mastwijk in de put te stoppen, blijft",
aldus de raadsman, „dat Boudewijn niet
liegt".
Aan de hand van criminalistische li
teratuur betoogde pleiter, dat, wan
neer een wurgingspoging mislukt,
de dader onmiddellijk tot een twee
de poging overgaat. Ook het ver
schil tussen medeplichtigheid en me
dedaderschap betrok mr. Mathui
sen in zijn beschouwing.
By mededaderschap moet men, aldus
delter, meedoen aan de dellctshande-
Ing. In geval van levensberoving is dit
liet uitvoeren van de dood brengende
handeling: daaraan moet men deel heb
ben als men van mededaderschap wordt
Mr. Joh. Mathuizen
beschuldigd. Boudewyn is weggelopen
op het moment dat Theo Mastwyk nog
leefde.
Mr. Mathuisen viel de tenlastelegging
aan, omdat de officier hierin innerlijke
tegenspraak demonstreert in het mede
daderschap van Boudewijn en Hennie
Ziek
Concluderend vroeg hy de rechtbank
niet uit het oog te verliezen dat Bou
dewyn voor de moord psychisch ziek
was en onder een enorme spanning leef
de. „Boudewijn heeft", aldus de raads
man, „de daad ook niet beleefd. Hij
verwachtte dat hij, wanneer hijv eens
in de tuin zou lopen, Theo Mastwyk
weer zou tegenkomen. Er blijft in deze
zaak de typische vraag waarom Hen-
W. de Soester jongen Theo Mast
wijk by de gebroeders H. heeft ge
bracht. Op deze vraag zullen we nooit
een antwoord krygen", aldus pleiter.
Aan het slot van zyn byna twee
uur durend pleidooi zei mr. Mathui
sen. dat zyn cliënt gezien zyn jeugd
recht heeft op een zeer grote cle
mentie. Ik geloof, zo zei hy, dat men
deze zaak moet zien als een geval
van pubers, die in een heel byzon-
dere situatie verkeerden.
En dan meen ik dat de door de officier
geëiste straf te zwaar is. Boudewyn
zal, naar myn oordeel, aanmerkelijk
sneller in de maatschappy kunnen te
rugkeren, dan de officier wenst, aldus
mr. Mathuisen.
Emmer water
Naar aanleiding van het pleidooi van
mr. Mathuisen merkte de officier, mr.
Van Dijken, op, dat op geen enkele
manier is gebleken, dat Theo Mastwyk
Sets anders van W. wist dan de diefstal
len. Als er inderdaad iets anders had
achtergezeten, had ik het beslist gewe
ten, zo zei liy. Iiy stelde met nadruk,
dat het mededaderschap van Boudewyn
duidelijk wordt geïllustreerd door het
feit, dat deze een emmer water heeft
gegooid over de met kalk bedekte Theo
Mastwijk. Iiy persisteerde met overtui
ging by het door hem gerequireerde.
Tijdens een plechtigheid op het ter
rein van de Gibraltarkazerne te Al-
dershot in Engeland, ter gelegenheid
van het afdanken van de oude ballon
hangar, welke in 1890 werd gebouwd,
werd een ballonopstijging gehouden,
welke bijna het abrupte einde van
ballon en hangar betekende. De bal
lon voer ill. tegen de hangar aan,
waarbij de erewacht zich overigens
beperkte tot het wenden van het
hoofd (foto). Het liep allemaal goed
af, en terwijl de ballon verder voer,
begon een -*
barak te s
In de Westduitse deelstaat Noordrijn-
Westfalen zyn gisteren opnieuw zeven
gevallen van tyfus geconstateerd, waar
door het aantal besmette mensen in
West-Dultsland is gestegen tot vijftien.
Drie leerlingen van een kostschool in
de Italiaanse plaats Lavinio zijn even
eens in een ziekenhuis opgenomen met
verschijnselen die op tyfus wijzen.
De gezondheidsautoriteiten in Lavinio
hebben maatregelen genomen om ver
spreiding van de ziekte te voorkomen.
Dertig andere kinderen worden in de
ziekenzaal van de kostschool in observa
tie gehouden.
Voorts is een te Zweibrycken gesta
tioneerde Canadese soldaat ziek gewor
den en men vermoedt dat hij tijdens
een vakantie in Zermatt tyfus heeft
opgelopen. De soldaat werd in'het le-
gerhospitaal te Zweibrücken in quaran
taine gebracht en men zal proberen
vast te stellen of hy werkelijk tyfus
heeft. De andere manschappen van zijn
eenheid zyn ingeënt, aldus de autoritei
ten.
Grote rede in Scheveningens Kurhaus
Vyftien jaar hield de V.V.D. vast aan
het uitgangspunt, dat haar karakter
moet zyn dat van „een sterk progres
sief gezinde party, die allen omvat, voor
wie de geestelijke vryheid primair is
sociale gerechtigheid plicht en die het
economisch leven niet willen zien ver
starren in een socialistische dogmatiek,
die uiteindelijk in staatsabsolutlsme
moet eindigen".
Deze woorden sprak prof. mr. P. J.
Oud by zyn terugtreden als voorzit
ter van het hoofdbestuur en van
fractie in de Tweede Kamer van de
Volkspartij voor Vrijheid en Demo
cratie. Deze begon gisteravond haar
algemene ledenvergadering in het
Scheveningse Kurhaus.
Prof. Oud zei van dank vervuld te
voor het vertrouwen, dat hem gedurende
die vijftien jaar geschonken is. Naar zyn
mening zal datzelfde vertrouwen toeval
len aan zyn „jonge vrienden Witteveen
en Toxopeus", de eerste als partyvoor-
zitter, de tweede als lysttrekker by de
komende verkiezingen. Spreker zei het
vaste vertrouwen te hebben, dat de
V-V.D. zich onder haar verjongde lei
ding sterk zal tonen.
Rechtvaardigheid
In zyn bijna een uur durende rede wierp
prof. Oud een terugblik op de thans
bijna voorbye parlementaire zittingspe
riode. Hy kenschetste het beleid van de
regering-De Quay als een „beleid van
rechtvaardigheid". Ofschoon ideale toe
standen wel nooit zullen worden be
reikt, zyn toch in de afgelopen vier jaar
de verhoudingen in de verdeling van de
welvaart verbeterd.
De tijd van een wedloop tussen uni
forme loonronden en stijgende prij
zen werd na het heengaan van het
laatste kabinet-Drees afgesloten.
Sinds 1959 werden de lonen behoor-
lijk verhoogd, zonder dat het prijs
peil in betekenende mate steeg. Te
gen overbesteding werd beter ge
waakt.
Dat het stygingspercentage tussen mei
1959 en juni 1962 van de overheidssa-
larissen 22 was tegenover dat van de
lonen in het bedrijfsleven 21, meende
prof. Oud eveneens aan een rechtvaar
dig regeringsbeleid te kunnen toeschry-
ven. Achterstanden ten opzichte van
het bedrijfsleven werden opgeheven.
Prof. Oud zei voorts dat dit kabinet
ook rechtvaardigheid betracht heeft te-
Mr. Dietz verdedigde Ewout H.
Als laatste kwam gistermiddag de ver
dediger van Ewout H., mr. H. C. Dietz
aan het woord. „Weliswaar", aldus mr.
Dietz, „is Ewout niet ten laste gelegd,
dat hy met het wurgplan is gekomen,
maar het staat in de stukken en het
drukt een stempel op deze verdachte".
Hy zei dat het niet anders kan dat
Hennie W. heeft gepoogd het slacht
offer te wurgen en ook de slagen met
het kapmes heeft toegebracht. Hy meent
dat Hennie W. de wurging heeft zien
mislukken en in doodsangst verder is
gegaan met zyn dodende handelingen.
Voor de tafel van de president knielde
de raadsman neer om te demonstreren
hoe dit precies geschiedde. De raads
man raakte af en toe zo geëmotioneerd
dat hy zich in zyn woorden niet kon
beheersen.
Onsportief
Mr. Dietz noemde het optreden van
zijn confrère Pauwels zeer onsportief,
omdat deze zich niet heeft bepaald
tot de zaak Hennie W-, waarin hy
pleitte, maar ook Ewout by het mis-
dryf sleepte.
Hij zei, niet onder de indruk te zyn
van de psychiatrische rapporten. „Ik
weet, dat het vak van psychiater erg
moeilyk is, maar ik stel het met na
druk: ik ben niet geïmponeerd door de
verklaringen van de deskundigen".
Met klem zei hy. dat naar zyn mening
een levende Mastwyk voor Hennie W.
een groot gevaar opleverde. Hij is het,
volgens mr. Dietz, ook geweest die
met het moordplan op de proppen is
gekomen. „W. schrikt als de vergif
tigingspoging mièlukt, hy toont geen
opluchting wanneer biykt, dat Theo
Mastwyk niet aan „het vergif" is be
zweken", zo zei hij.
Reconstructie
En passant merkte hy op, dat, naar
zyn oordeel, de reconstructie van het
misdryf niet op de juiste wijze is ge
schied- Dat had op een zomernacht moe
ten gebeuren, en niet zoals nu in de
winter op klaarlichte dag.
Mr. Dietz verklaarde dat de gebroeders
H. hun pas verworven vriend Hennie
W. wel wilden helpen, zy kenden Mast
wyk niet en behoefden geen angst voor
hem te hebben- Wel voelde Hennie W.
zich door Mastwyk bedreigd.
De raadsman deelde mede, dat de
recliter-commissaris een brief heeft
geschreven over de achtergronden
van het geheel- Zo zouden de kor
nuiten ran Theo Mastwijk de jongen
hebben bedreigd, als hy nog meer
rli"fst!»llen van een Soester jeugd
bende zou verraden. Hennie W. heeft
toen Theo Mastwyk naar de villa in
Baarn gebracht. Theo Mastwijk heeft
zich veertig dagen lateu opsluiten.
Dat heeft hjj laten doen, aldus mr.
Dietz, omdat er iets heel ernstigs
achter zat-
Pionnen
Uit alles blijkt, aldus mr. Dietz, dat het
niet alleen de kleine diefstalletjes waren
waarvan men vreesde dat zij bekend
werden. Hennie W. was als de dood
voor Theo Mastwyk, zo betoogde de
raadsman. „Men kan de gebroeders H.
niet tot mededaders rekenen", zo zei
hij, „zij waren pionnen in de handen
van de superman Hennie W.".
Ewout, zo meent mr. Dietz, verkeerde
in een droomtoestand. Hy heeft aan
het eigenlijke misdryf niet meegedaan.
Er was by hem geen sprake van voor
bedachte rade-
Wel verbaast mr. Dietz zich erover dat
hy de moord niet verhinderd heeft.
„Maar", zo voegde hy er aan toe, „hij
was niet oud en wijs genoeg. Met zyn
broer kon hij niet spreken en Bou
dewyn op zyn beurt wilde er met Ewout
niet over praten, omdat hij zich steeds
afvroeg: „Wat heb ik mijn broertje
toch aangedaan?"
„De jongens H. hebben zich door hun
puberteitsmoeilijkheden naar de misdaad
laten slepen", aldus mr. Dietz. „Wat
moet er met die jongens gebeuren, wat
is hun toekomst", zo vroeg mr. Dietz
zich af.
Vrijspraak
Ruim drie uur duurde het pleidooi
van Ewouts raadsman. Aan het slot
hiervan vroeg hij zich af of deze
jongen al niet genoeg boete heeft
gedaan. Volgens mr. Dietz kan er
geen veroordeling volgen omdat
Ewout zich niet aan medeplichtig
heidshandelingen schuldig heeft ge
maakt. Hy verzocht de rechtbank
met klem hem vry te spreken van
het primair ten laste gelegde name
lijk medeplichtigheid aan moord, ge
pleegd te zamen en in vereniging
door Hennie W. en Boudewy'n H.
Voor de gepleegde diefstallen vroeg de
raadsman een onvoorwaardelyke ge
vangenisstraf geiyk aan de tyd in voor
arrest doorgebracht en eventueel een
ondertoezichtstelling tot het tijdstip
waarop Ewout meerderjarig wordt.
Het laatste woord van Ewout was: „Het
is voor my een vreseiyke ellendige ge
schiedenis geweest, en als het enigszins
mogeiyk is zou ik graag zo snel moge
lyk weer in de maatschappij terugke
ren".
genover weduwen, wezen, Invaliden
de allerzwaksten. Ook de belastingpoll-
tiek werd door rechtvaardigheid geken
merkt.
Woningbouw
Met de gevoerde woningbouwpolitiek
was spreker minder gelukkig. Minis
ter Van Aartsen werd in zijn stre
ven naar groter vrijheid door zijn
partijgenoten in de steek gelaten ter
wijl hy voorts te kampen had met
grote overspanning van de bouw
markt.
Prof. Oud stelde met voldoening vast,
dat de K.V.P. blijkens een rede van de
fractieleider dr. De Kort op het gebied
van de bouw de nadruk heeft gelegd
op een krachtige ontplooiing van het
particulier initiatief en stimulering daar
van in al zijn vormen, mits met in
achtneming van het behoeftepatroon.
„Een kabinet, dat In deze richting werk
zaam zal willen zijn, zal stellig ook op
de steun van onze Kamerfractie kunnen
rekenen", zo verklaarde de gryze libe
rale leidsman.
T.v.-nota
Prof. Oud releveerde nogmaals de par
lementaire verhandelingen rond de te
levisienota van de regering, welke nota
de volledige instemming van de liberale
fractie had. Indien de Kamer een rege
ringsbeleid niet aanvaardt, dan moet 't
vertrouwen worden opgezegd, waarna
het kabinet heengaat.
Naar de mening van prof. Oud was '1
van het begin af duideiyk, dat de te
genstanders van de regering van deze
consequenties terugschrikten. Daar
door zou de commerciële televisie im
mers het hoofdpunt van de komende
verkiezingsactie worden. De V.V.D.,
aldus spreker, voert al jarenlang
stryd tegen het bestaande radio- en
televisiebestel. Daarom wenste zy een
rechtsreekse, duideiyke uitspraak.
Het kabinet besloot het bewind te blij
ven voeren totdat de stembus zal heb
ben gesproken. „Daarbij krijgen de kie
zers de gelegenheid bij het bepalen van
hun stem ook het televisiebeleid van dit
kabinet in hun oordeel te betrekken.
Het is dan ook in ieder geval voorbarig
reeds thans uit te spreken, dat dit be
leid veroordeeld is", aldus prof. Oud.
E.E.G.
Een aanzienlijk deel van zyn rede be
steedde prof. Oud aan de bekende moei
lijkheden ln de E.E.G., speciaal met be
trekking tot het Franse standpunt In
zake toetreding van Engeland. Wachten
op Engeland zal zijns inziens de positie
van de zwakke staten versterken. Hij
bepleitte opnieuw samensmelting der
drie gemeenschappen en hun organen
om te komen tot een economisch-poli
tieke samenwerking.
Mr. Francois Pauwels
De Utrechtse rechtbank. V.l.n.r.: mr.
G. H. V. van Dijkenofficier van
justitie, mr. W. baron Röellmr. G.
E. E. Fromberg, mr. J. Gijsman,
president, mr. C. Laan, griffier.
Het Wereldgebeuren
Bezoeker
roensdag arriveert in Nederland voor
W een driegaagse visite de president
van Mexico, dr. Adolfo Lopez Mateos,
die eerder deze week Frankrijk bezocht
en die momenteel in Joego-Slavië ver-
biyft. waar hy gistermiddag om twee
minuten over twaalf op het vliegveld
Surcln bij Belgrado aankwam. President
Lopez Mateos is een bereisd man. Sedert
hy op 1 december 1958 Mexicaans
staatshoofd werd liet hij vrijwel geen
jaar voorbijgaan zonder een lange reis
te maken. Zo bezocht hij in 1959 Mexi
co's grote noorderbuur Amerika en
bracht hy in datzelfde jaar een bezoek
aan Canada. Bij deze gelegenheid sprak
hij in New York de vergadering van de
Verenigde Naties toe.
Het jaar daarop, 1960, was het Zuidame-
rikaanse continent aan de beurt. Achter
eenvolgens kwam dr. Lopez Mateos in
Venezuela, Brazilië. Argentinië, Chili en
Peru. Twee maanden duurde deze tocht
naar het zuiden: januari en februari.
Daarna sloeg dr. Lopez Mateos een jaar
tje over om in 1962 opnieuw talrijke
kilometers af te leggen naar India, Ja
pan, Indonesië en de Philippijnen. En nu
is dan Europa aan de beurt.
President Lopez Mateos is blykbaar
nogal reislustig ingesteld- Hoewel van
zijn jeugd niet zo heel veel bekend is,
kent iedereen in Mexico toch het verhaal
van zyn wandeling van zesenveertig da-
g;n van Mexico-stad naar de grens met
uatemala in het zuiden. Lopez Mateos
maakte dit tochtje van 851 myl met een
paar vrienden gedurende de schoolva
kantie. Hy moet een byzonder sportieve
jongen zijn geweest, die niet alleen zijn
mannetje stond wanneer het op wande
len aankwam, maar die in zijn schooltijd
ook amateur-bokser was. Trouwens, ook
thans nog besteedt Mexico's president
veel aandacht aan zijn lichamelijke con
ditie.
Dr Lopez Mateos werd geboren in de
plaats Atizapan de Zaragoza, nog
geen twintig kilometer van Mexico-stad
ln het noordwesten. Zijn vader en moe
der waren in goede doen en zij konden
hun zoon gemakkelijk een goede opvoe
ding geven. De jonge Adolfo studeerde
aan het wetenschappelijk en literair in
stituut van Toluca, waar hij zich specia
liseerde in het arbeidsrecht. Hij behaalde
een universitaire graad in de rechtswe
tenschappen en startte een loopbaan bij
het hoger onderwys. In die dagen reeds
onderscheidde Lopez Mateos zich door
zyn bezonnen houding. Tijdens de meest
verhitte debatten van zijn collega's en
onder de studentén viel het op, dat Lo
pez Mateos zelden aan de hooglopende
gesprekken deelnam. Hy luisterde ge
moedelijk tot de verhitte gemoederen
wat gekalfneerd waren en sprak dan
duidelijk en weloverwogen zyn mening
uit, die dan des te meer indruk maakte.
De redevoeringen van Lopez Mateos,
kort en bondig en alleen uitgesproken,
wanneer er werkelyk behoefte aan be
stond hetgeen een zeer zeldzaam
verschijnsel is waren al gauw be
roemd. En een handige politicus, dr.
Miguel Al em an zag er iets in voor zijn
verkiezingscampagne. De presidentskan
didaat vroeg Lopez Nateos voor hem te
willen spreken in verschillende plaatsen
in het land. Zo kwam Lopez Mateos
in de politiek terecht. Dat was in 1945.
In het jaar daarop werd hij in de se
naat van het federale congres gekozen.
Hy was toen al acht jaar getrouwd met
onderwijzeres Eva Sama.no, een meisje
dat hy al uit zijn schooljaren kende en
dat de dochter was van een Mexicaanse
vader en een Engelse moeder- Toen
Adolfo en Eva Lopez Mateos een doch
ter kregen werd die naar de moeder ge
noemd: Evacita. v
In 1951 vertegenwoordigde Lopez Ma
teos zyn land by het economisch en so
ciaal instituut van de Verenigde Naties
in New York, toen hij een telegram ont
ving van president Ruiz Cortines, waar
in deze hem verzocht naar Mexico-stad
terug te keren om de verkiezingscam
pagne van de president te leiden. Lopez
vervulde die taak met veel succes, zodat
hy tegeiyk ook gekozen werd tot secre
taris-generaal van de Revolutionaire In
stitutionele Partij. Een jaar nadat Lopez
Mateos president Ruiz Cortines met zo
veel resultaat had bygestaan, benoemde
de president hem bovendien tot minister
van arbeid. De periode, welke Lopez
Mateos op het ministerie van arbeid
doorbracht kenmerkte zich door het rus
tige arbeidsklimaat. De nieuwe minister,
gematigd in zijn optreden, bleek een
groot voorstander van het compromis te
zijn. In vele gevallen wist hij werkge
vers en werknemers tot elkaar te bren
gen. Het resultaat was, dat hy door bei
de partijen gewaardeerd werd als een
realist met gevoel voor het mogelyke,
die vaak onmogelijke situaties toch nog
wist op te lossen.
Dr. Lopez Mateos heeft er als minister
van arbeid veel plezier van gehad,
dat hij de zaken zo koel pleegde te be
oordelen en dat hy nimmer zyn hoofd
verloor. In een land als Mexico heeft
een minister, die tussen werknemers en
werkgevers in staat, een dergelyke koel
heid van optreden wel nodig. Daarby
ontbrak het hem niet aan werklust. Het
gebeurde vaak dat dr. Lopez Mateos een
week lang op zyn ministerie bleef en dat
hy in die week niet thuiskwam.
Op de dag dat hy president werd. kwam
het even tot ongeregeldheden in Mexico-
stad. Linkse bewegingen begonnen op
roerige betogingen, maar aangenomen
werd, dat deze demonstraties slechts op
touw werden gezet om de nieuwe pre
sident te waarschuwen voor de macht
van de werkers.
Ook als president ging Lopez Mateos
voort ontwikkelingsprogramma's te sti
muleren. Hij maakte ruim tachtig rei
zen door alle delen van het land en zag
er op toe, dat de agrarische en sociale
hervormingsplannen naar behoren wer
den uitgevoerd. Het onderwijs had uiter
aard zijn bijzondere aandacht, vooral
het hoger onderwijs. Mexico-stad is on
der zijn bewind een geliefde plaats voor
wetenschappelijke congressen geworden-
Wat zijn politieke houding betreft, is
dr. Lopez Mateos vooral van Ameri
kaanse zijde wel eens verweten, dat hij
te gemakkelyk is tegenover de commu
nisten. Maar ook op dit punt is dr. Lo-
nez Mrteos geen mj»n ■«•an het uiterste.
DR. ADOLFO LOPEZ MATEOS
...koel hoofd in warm Mexico...