De zee nadert Renata Tebaldi zaterdagnummer BEROEMDE PRIMADONNA'S (lil) Zaterdag 16 maart 1963 De zee komt voortdurend dich terbij, maar er gebeurt niets. Ja, natuurlijk is het de zee. Zou anders het hotel naar de zee toekruipen? Geen sprake van. De zee nadert. Langzaam en onregelma tig. Soms gebeurt er een tijdje niets, dan blijft alles bij het oude. Maar dan lijkt het alsof de zee plotseling de periode van stilstand met een flink sprongetje wil inhalen. Dan ligt de kust krom onder de nijdige golven, staat het hoge hotel koppig in de aan de duinrand Wordt er zand weggevre ten, wordt er geniepig geknaagd aan on dergrond en fundamenten van het bouw werk? Het heeft geen zin om te gaan kij ken: het water gaat er driftig te keer en de nacht legt zijn zwarte vlerken over het sombere spel. Pas de volgende morgen kan Faas de ba lans opmaken. De volgende morgen als het daglicht de situatie overzichtelijk maakt. De duinrand is steil als de rand van een afgrond. Onderaan, waar liet vlakke strand begint, liggen verspreid brokkelige stukken van de zeewering. Soms staat de houten hoteltrap, van de duintop naar beneden, er nog. Andere keren is hij er niet meer. storm. Piet Faas hoort het gebulder over zich heengaan en spitst de oren. Het kan elk moment gebeuren. Hij zou de wacht kunnen betrekken in de hoge torenkamer van zijn burcht, waar de elementen tegen de muren donderen en vogels zich soms met harde klappen tegen het raam dood- vliegen. De stormnacht in het hotel lijkt zonder einde. De ramen, zwarte gaten naar buiten, klapperen angstig. De storm giert fluitend naar binnen en het hotel houdt stand. Maar wat gebeurt er onder Later zal Faas de trap weer herstellen en ook die komt voortdurend dichter bij het hotel te staan. De trap gaat nu direct ach ter het terras naar beneden, naar het strand, naar de zee die juist bij Cadzand zo eindeloos groot is. Vroeger lag er nog een heel duinterrcin tussen het gebouw en de zee. Het was wel enkele minuten lopen over zanderige slingerpaadjes tussen het helm. Een mooie wandeling. De lange ijswinter is geruisloos vertrok ken. Tussen gestaag wegdruppende schotsen ligt een aarzelende voor jaarszon op het strand. Badgasten voor het komende seizoen beginnen te bellen. Is er nog een kamer vrij De zon schijnt im mers Er kunnen weer afspraken gemaakt worden, is het niet? Faas tuurt langs zijn ingenieus bord met gekleurde stroken pa pier, waarop in een oogopslag te zien is welke kamers in welke weken bezet zullen zijn. Als de zon gaat schijnen begint de te lefoon te rinkelen. Voorjaarsboden. Het ho tel staat er nog, de gasten kunnen komen. Moet je die zee daar zien liggen, zo stil, zo vriendelijk en lichtblauw. En toen het drijfijs voorbij kwam als een stille witte op tocht, bewegelijk en vol schitteringen. Toen was alles nog mooier. Toen heb ik kleuren foto's gemaakt. Kijk maar. Kijk, het strand vol blinkende schotsen en mijn hond als een vriendelijke bruine vlek daartussen. Hij kleurt goed, tussen dat ijs en toch trekt hij zijn neus een beetje op. Het is zo onge woon voor 20'n hond op het strand tussen ijsblokken. Ijsblokken. Nu alles dooit lijkt het wel alsof er modderblokken bij zijn. Niet te geloven. Ze dooien zacht en blub- berig weg en er omheen vallen kransen van grauwe modderspetters. Heel gek. Overal druipen de schotsen stil door. Er onder ont staan grotten en gangen met stalagmieten soms. Kleine waterstroompjes glibberen er onder uit. Er is een ijswand op het strand ontstaan. Een ijswand, grillig en vol bochten en dalen als krijtrotsen van Engeland. Men zou er zich dorpen en in zee uitmondende rivieren in denken. Of vuurtorens op vooruitgescho ven schotsjes. Met die storm in december kwam de Uilenspiegel. Jongens, jongens, dat was een heel drama. De kapitein was de enige aan boord die echt zeeman was. Een bekwaam zeeman. En die had juist enkele dagen verlof. Ze waren allang blij dat ze van boord konden, die mannen. En ik geloof dat ze hun gage van november nog niet eens gekregen hadden. Het zat niet zo goed met die Uilenspiegel. In Zeebrugge mocht 'ie niet komen en toen hebben ze hem deze richting opgesleept. Ze konden hem niet meer houden. De tros brak en nu ligt 'ie hier op het strand. In Retranche- ment zeggen ze dat het schip op hun grond gebied ligt. Dat kan best. Eerst lag hij ge loof ik in Cadzand, maar daarna is hij door het water wat verschoven. Piet Faas denkt even na en kijkt vertrou welijk als de whisky ter sprake komt. Want dat is nu het gekke. Die hele zendinstalla- tie is vijf meter naar beneden gevallen, in het betonnen ruim van het schip. Maar de whiskyflessen zfln nog heel. Er moet flink wat whisky ln zitten. Van de zendappara tuur ia niets over. Het moet er een grote bende zijn, daar van binnen. Een grote ben de van restanten zendapparatuur, draden, snoeren en stukken van grammofoonplaten. Maar al die whiskyflessen zijn niet kapot. En dat is nu het gekke. De zendinstallatie stond op een soort plat form en daaronder was zo'n meter open ruimte. Kan je geloven dat alles kapot was. Niets meer van over. Die hele dure instal latie kapot. Maar wisky moet er nog een heleboel inzit ten. Die flessen zijn nog heel. Het schip ligt als een vreemd log beest op het zand. Hoog rijzen de betonnen wanden op, roestbruine vlekken geven de waterlijn aan. „Uilenspiegel" staat er met flinke let ters op. Voorts staat er te lezen: Panama. Gewoon Panama. Meer niet. Om er in te klimmen is zeker een flinke ladder nodig. De timerman komt zeggen dat hy kan be ginnen. Zijn vorstverlet is over. Och, zo in het voorjaar zijn er altijd nog wel karweitjes aan het gebouw. Straks komen de gasten weer en dan moeten alle deuren en ramen goed sluiten, om maar wat te noemen. Faas brengt een stenen kruik mee met een rammelend metalen bekertje omgekeerd over denhals. Ik moest er eigenlijk meer reclame mee maken. Want het is toch wel iets bijzonders. Hij steekt de kruik voor zich uit. 1909 staat er op het etiket. Dat is dan wel bij zondere oude klare. Stokoude klare. Een halve eeuw en langer bewaard in houten vaten. Daarom heeft de vloeistof een ande re kleur en zelfs bouquet gekregen. Het klare is er een beetje af, het geheel is een beetje cögnacachtig geworden, zacht en mild. Daar heb ik nu plezier in, verklaart hg ern stig. Ik ben begonnen metH905 geloof ik. Toen kwam 1906 en toen dat op was stuur den ze 1907. Nee, 1908 was er niet by. Ik heb nog geïnformeerd waarom ze ineens naar 1909^*ingen. 1908 was op. Doodge woon op. Zoiets kan gebeuren. Maar je proeft er geen verschil in. Kijk, hier heb ik nog een restje 1907. Zet dit nu eens naast elkaar en kijk eens goed. Zie je enig ver schil? De ene lijkt iets donkerder, maar dat is niet zo. De zon schuift stil door de kamer, de gelige negentiennegens flonkeren vriendelijk in de middag. Alsof er niets aan de hand is, als of de zee niet allengs nadert. En zo'n hotel op de zuidwestpunt van Nederland, met een onvergetelijk uitzicht over de zee en de grillige Zwinmond zou op den duur in zee verdwijnen? Zo'n hotel, met negentienne gen...... Mag dat verloren gaan? Nee, kijk maar goed. Er is geen verschil. Het blijft een moeilijk geval. En wat kun je er aan doen? Ik probeer natuurlyk alles, want er gebeurt verder niets. Toen het hotel gebouwd werd lag er nog een groot stuk duin voor de deur. Niemand dacht eraan dat al dat duin zou wegslaan, dat de zee zo dicht zou naderen. Er is toen ook geen enkele conditie gesteld over bou wen op eigen risico of zoiets. Helemaal niets. Er was een normale bouwvergunning. Het Waterschap zegt: als je daar zo ge vaarlijk staat, moet je daar maar niet gaan bouwen. Je staat er op eigen risico. Maar ja, het gevaar kwam pas later. De beheerslyn van rijkswaterstaat kwam ook pas later. Die hebben ze achter het huis langs getrokken, dus ik sta er buiten. En voor alles wat buiten die lyn staat zullen ze niks doen. Zo'n hotel is eerder een sta in de weg, voor die mensenMaar ik ben toch een Nederlands staatsburger op Ne derlandse grond? Dan moet ik toch ook kunnen rekenen op beveiligingen en be scherming? Want het kan elk moment van de dag ge beuren. Het hoeft niet eens te gaan stor men. Natuurlijk. By een zware storm kan alles afgelopen zijn. Maar het hoeft niet by een storm. De ondergrond kan gaan schui ven. Ik sta nu al vlak aan de rand. Door de druk van het hotel kan de grond gaan schuiven. Dat hebben we by die zware bun kers kunnen zien. Het zand kan gaan wer ken en ineens kan alles gaan glijden. Zonder dat je er erg in hebt, zonder dat je het eigenlijk weet. Als het stormt ben je op je quivive. Dan hou je er rekening mee dat er iets kan gebeuren. Dan kom je er zelf altqd nog wel uit. Wie weet hoeveel stormen nog? De zee vertelt er niet van. Integendeel, de zee ligt stil en oneindig vriendeiyk te genieten van het mooie weer. Vogels trippen kwiek over het strand en meeuwen krijsen. Het kan netzogoed allemaal meevallen. Het is een bewegeiyk stukje kust, waar van alles mee kan gebeuren. Als er zoveel af slaat, waarom zou er dan ook weer niet eens wat bykomen? Dat zand rhoet toch ergens naar toe? Toch Iqkt het alsof Faas door dc dreigingen van de zee iets ernstigs en bedachtzaams over zich heeft gekregen. Hij zwijgt even en draait het lege glas in de zonnestralen rond tussen twee vingers. Een enkel ach tergebleven drupje negentiennegen glydt stroperig langs de rand. \X7at gaat er gebeuren op dat uiter ste zuidwestpuntje van Neder land? Goed, het wordt er lente. Zon der twijfel. Maar er kan nog meer ge beuren. Faas loert onder zijn ge fronste wenkbrauwen naar de hori zon, over de zee, die juist bij Cadzand zo groot is. Waar de zon 's zomers zo oneindig mooi in kan ondergaan... Moet juist daar in Cadzand ook dat hotel in de zee ondergaan? Op den duur, zomaar op een willekeurige dag? Langzaam wegbrokkelend en omlaag glijdend, zonder dat de bui tenwereld precies beseft wat er gaan de is... vvwuwinivwuvuuvuvinn/wuvvwwwvvuwuwiivwwwiAfwififwiluuvvwwwvinnnnfuifwwuvwviniiniwvwtnnfuwiiwtnivinnnfwinnnnivwwwutfwwuwiftnnAnnniuwwwiAiwwwwwvvvwwvwMnn ALS een vorstin daalde Renata Tebaldi op 28 septem ber 1962 de hoge, trap af naar het podium van het Amsterdamse Concertgebouw. Haar entree was volmaakt. Zij had deze trap dan ook de middag tevoren zorgvuldig beproefd. Nu, op de eerste avond van het Grand Gala du Disque, zong zij slechts twee aria's. Het publiek hield niet op te juichen. Het klapte zich de handen rood. Renata Tebaldi ging nog veie keren vorstelijk de hoge trap op en af. Maar een toegift kon er niet op overschieten. Haar eerste optreden in Nederland duurde heel wat korter dan de huldiging, zelfs als wU de uitreiking van de bronzen „Edison" aan de diva niet meetellen. Na de met schandalen omringde, in werkelijkheid aller beminnelijkste Maria Callus, na een Joan Sutherland die afschu welijke pijnen verbeet om haar publiek niet teleur te stellen, kreeg operalievend Nederland dan eindelijk gelegenheid, de derde van de drie grote primadonna's van deze tjjd vóór zich te zien. En de kennismaking viel niet onverdeeld mee. Was dit nu werkelijk „de primadonna met de engelenstem" Zij was het inderdaad! Desdemona's solo uit „Othello" van Verdi klonk volmaakt, verbluffend van technische beheersing in elke toon en elke schakering. Maar zodra de betovering van de onzegbaar-sug gestieve zang was verklonken, stond daar nog slechts een mecha nisch glimlachende pop, een vrouw die zichzelf oneindig belangrijker scheen te vinden dan haar publiek. En tot velen moet het op dit ogenblik zyn doorgedrongen: de legendarische primadonna, waar van iedereen alle grillen willoos accepteert, past nauwelijks meer ln onze eeuw. Een bewijs daarvoor is misschien ook, dat de gezameniyke gram mofoonindustrie en grammofoonplatenhandel, die Renata Tebaldi's Nederlandse optreden betaalde, het enorme bedrag van haar hono rarium maar liever zorgvuldig geheim hield. Er stak geen propa ganda in. Van „welingelichte zijde" onthulde men ons, dat Renata voor die twee aria's zonder toegift tienduizend gulden had bedon gen. Een andere, niet minder welingelichte was echter zeker van veertigduizend! En het moderne publiek vindt zo'n astronomisch bedrag net iets te hoog om er zich nog op de koop toe voor te laten verachten. Intussen doet men Renata Tebaldi groot onrecht, als men haar voor een gevoelloos, materialistisch, hooghartig wezen houdt. Be halve een zeldzaam, ja uniek kunstenares is zy by al haar roem en rijkdom een beklagenswaardig wezen, niet minder grillig en stuurloos dan een Callas, maar nog oneindig eenzamer. Een zange res die dag na dag de liefde in alle toonaarden bezingt en die toch in haar eigen leven geen werkelykc liefde kent. Renata Tebaldi stamt uit een oud, maar verarmd muzikantenge slacht. In 1922 werd zij geboren te Pésaro. Haar jeugd was zonder zonneschijn. Thuis heerste bittere armoede. En al toen Re nata nog een kleuter was, kwam het tot een definitieve breuk tus sen haar ouders. Haar vader verliet de echtelyke woning. Dit hu welijksdrama maakte grote indruk op het kind. Eenmaal volwas sen heeft zij haar vader, een niet onverdiensteiyk cellist, zijn daad nimmer vergeven. Veel van Tebaldi's vertolkingen op het opera toneel krijgen reliëf door de eenzijdige kyk die het leven haar over de liefde tussen man en vrouw bybracht. Niet het uitbeelden van de alles verterende passie is haar kracht. Zy overtuigt vooral als zij het lot weergeeft van vrouwen die in kuise opofferingszin van het leven en van de liefde afstand doen. Als jong kind moest Renata haar moeder al helpen geld verdie nen. Toen zy dertien was sprak echter al haar muzikale aanleg, zo dat haar moeder zich ten slotte liet overhalen, liever zelf nóg har der te gaan werken, dan Renata de vurig begeerde pianolessen te onthouden. Tijdens de pianoles zong zy op een keer een bepaalde melodie mee. Haar lerares spitste de oren. Elke echte Italiaan heeft gevoel voor een mooie zangstem. Deze pianolerares stuurde haar leerlinge on middellijk naar de conservatoriumdirecteur, de componist Zando- nai. „Zulke stemmen komen maar éénmaal in de vijftig jaar voor!" oordeelde deze geestdriftig. En Renata Tebaldi verwisselde de piano lessen voor zanglessen. Drie jaar had zy ijverig aan het conserva torium van Parma aan de ontplooiing van haar stem gewerkt, toen zy de vermaarde zangeres en zangpedagoge Carmen Melis voor mocht zingen. Die nam haar dadelijk onder haar hoede en deed Renata Tebaldi in korte tyd uitgroeien van een veelbelovend talent tot een kunstenares met uitzonderlyke kwaliteiten. Na de oorlog keerde Arturo Toscanini, die altijd een fel tegenstan der van Mussolini was geweest, naar Italië terug. Hy bereidde er -de wedergeboorte voor van het vermaarde Scalatheater, dat by een bombardement grotendeels verwoest was. De faam van Carmen Melis bezorgde de toen 24-jarige Renata Tebaldi een introductie by de gryze maestro, door de hele Italiaanse operawereld verafgood, maar tegelyk gevreesd om zijn niets ontziende kritiek. De jonge zangeres doorstond niet alleen de proef. Zij oogstte ook de hoogste lof die Toscanini bij zulke audities ooit over de lippen bracht, het éne woorde „Brava!". Bovendien engageerde Toscanini Renata Tebaldi voor de openingsuitvoering van het herbouwde Scalatheater. En daarmee opende hij voor de jonge zangeres de poorten van alle belangrijke operatheaters in de hele wereld. Het gezag van de toen al bijna tachtigjarige dirigent bracht Tebaldi op slag aan de top. Ir die dagen maakte zy ogenblikken van grote innerlijke twijfel door. Aarzeling bekroop haar. Was dit werkelijk haar levensweg: van operatheater naar operatheater, van land naar land, van we relddeel naar werelddeel te trekken? In Parma had zij een jonge man ontmoet. Een kennis uit haar kinderjaren, die inmiddels zijn studie voor dokter had voltooid. De jongelui konden het samen best vinden. Het kwam zelfs tot een verloving. Doktersvrouw of prima donna? Renata Tebaldi worstelde lang met die vraag, zonder er het antwoord op te vinden. Zelf heeft Renata Tebaldi later gezegd: „Ik zou mjj niet tevreden hebben kunnen stellen met een half huwelijk en mijn man ook niet. Ik koos de carrière en ik heb er geen spijt van gehad. Op dezelfde dag waarop ik myn eerste contract met Amerika tekende, verbrak ik myn verloving." Sinds die dag heeft de liefde voor de andere sexe in haar persoonlyke leven geen rol meer gespeeld. Er is ook nooit sprake geweest van avontuurtjes en flirtations, waartoe de kunstenaarswereld zo veelvuldige mogelijkheden biedt. Lange jaren waren de Italiaanse opera-fanatici verdeeld in bewon deraars van Callas en bewonderaars van Tebaldi. Wie voor de éne was, liet aan de andere geen draad heel. En in deze prima donna-oorlog probeerdenop schandaal beluste supporters natuur lijk ook de beide dames zelf tot uitspraken over de tegenparty te verlokken. Maria Callas en Renata Tebaldi, temperamentvol als opera-diva's plegen te zijn, wisten zich by zulke provocaties veelal onvoldoende te beheersen. Maar zij dienden het vergif in honing op, met de ver pletterende vriendelijkheid waarvan sommige vrouwen het geheim bezitten. „Tebaldi is een groot kunstenares", zei Callas dan aller- beminnelykst. „Het is alleen jammer, dat zij maar een stuk of vijf rollen kent en dat zy zo slecht acteert. Zelf zing ik alle rollen die er voor een sopraan vallen aan te wijzen: coloratuurpartijen, lyri sche partijen, dramatische partyen. Zoiets kan natuurlijk niet van elke zangeres worden verlangd". En met een even beminnelyke glimlach zei Tebaldi: „Callas is een grote persoonlijkheid. Ik begrijp alleen niet. waarom men haar acteren zo bewondert. Als ik zelf Tos- ca zing, of Mimi, of Desdemona, leef ik my helemaal in die figu ren in. Ik wórd Tosca, Mimi of Desdamona, zodra ik het toneel op ga. Als Callas voor het publiek verschijnt, denkt zij echter altyd: „Ik ben La Callas!" Daarom zijn haar Traviata en haar Tosca pre cies gelijk aan haar Norma". Het verhaal gaat, dat Callas in het Scalatheater altijd op de voor ste ry zat, als Tebaldi daar optrad. De zwijgende aanwezigheid van haar grootste rivale maakte de arme Renata zó zenuwachtig, dat zij er onzeker door werd en onmogelijk haar beste prestaties kon leve ren. Maar niettemin trok Tebaldi aan het langste eind. La Callas joeg de ene operadirecteur na de andere tegen zich in het harnas en maakte zo tegen wil en dank het terrein vrij voor La Tebaldi. Het vreemde is, dat de twee diva's eigenlyk helemaal geen concur renten mogen heten, omdat ze eenvoudig niet met elkaar te verge lijken zijn. Tebaldi is een lyrische sopraan met dramatische inslagf De Italianen spreken van een soprano lirico spinto. Voor dramati sche coloratuurrollen als Norma, waarin Callas uitmunt, is zij onge schikt. Omgekeerd heeft Callas bij al haar onloochenbare veelzij digheid de glansrollen van Renata Tebaldi nooit kunnen evenaren. Dat maakt de hele strijd tassen twee der grootste primadonna's van deze eeuw een tikje belachelyk. Maar wat is, zelfs in onze nuch tere tyd, een primadonna zonder de prikkel der sensatie? iiimiiiiiiiiii»""!

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 7