Predikant zonder academishce studie Rassendiscriminatie in kerken is verstoring Christus' werk de olie mei 24-urige werkdag! Grens van hei volgen Hervormd-gereformeerde contacten in Zeeland £telgaar'6órdAIaai'-Atirtemaf' NIEUWS VAN OVERAL Zaterdag 9 maart 1963 zaterdagnummer (Van een onzer verslaggevers.) TK BEN OP WEG naar ds. A. C. Koeman, Ansjoviskade 3 te Kol horn. Op grond van artikel 6 van de Gereformeerde Kerkorde is de heer Koeman die geen academische opleiding genoot onlangs door de classis iUkmaar beroepbaar gesteld. Dit unicum doet mij thans over de glibberige Westfriese dijk glijden. Barsin- gerhorn ligt achter mij. Ik rijd door een verblindend witte trooste loosheid, waarin alle leven bevroren lijkt. De winter sluit mij in, alsof hij me nooit meer los wil laten. Een hek, een boerderij en een telegraafpaal zijn de enige oriënteringspunten in deze wereld, waarin de horizon schuil gaat achter een grijze nevel. Een vrouw met een boodschappentas worstelt door de wolken stuifsneeuw, die op de weemoedige fluistering van een zachte bries over de weg zweven. Met een door de koude verstrakt gezicht vertelt ze mij. dat ik de eerste weg links moet inrijden. „Ds. Koeman woont in het tweede huis. U ziet het vanzelf wel." De geriefelijke woning-pasto rie van de heer Koeman ligt beneden aan de dijk. Geen naam op de groene deur, die langzaam opengaat. Een man zoals duizenden anderen. Stevig gebouwd, dun hoofdhaar een een laconieke oogopslag. Rustige gebaren en een onmiskenbaar Zaans accent. Zijn hele optreden straalt een ben'jdenswaardige rust uit. De wijze, waarop hij mij de hand(reikt, de ma nier, waarop hij mij voorgaat naar de huiskamer. Tegenover my aan tafel neemt hij mij zwygend op en speelt met het dopje van zijn ballpoint. Vervolgens staat hij op, loopt naar de kast en gooit DS. A. C. Koeman te Kol hom een pakje sigaretten op tafel. Een man zonder verbeelding. Geen dikke woorden, geen aangelee. Je intonatie, geen orthodoxe grimmigheid. Voor de formulering van zyn gedachten neemt hij de tijd. Tussen zijn woorden liggen soms lange pauzes, die niet ïinderlijk zyn. De gemoedelyke toon is echt en wordt geschraagd door een onwankelbaar geloof. „Ik ben negenendertig jaar oud. Ge boren op Zaandam, aan het Weer- pad.... Zo heette het vroeger tenmin ste.... Nee, ik was geen winkelier. Ik had een boekhoudkantoortje.... Eureau voor de middenstand. Dat was de dure naam. Na de lagere school de mulo, boekhouden en op vijftienjarige leeftijd naar het kantoor van de firma E. van de Stadt en Zoonen.... De oor log, vastgezeten op Zaandam, de vol gende dag bevrijd en ondergedoken in West-Friesland. Het beruchte Zomer dijk. Niet alleen ondergedoken, maar ook gewerkt voor de illegaliteit. Van 1943 tot het einde van de oorlog. Ik mocht wat doen.... Moest je ook, dacht ik. Ergens was dat een zegen. Ik mocht het, punt uit. Dankbaar, dat het afgelopen was. Ik was dus al enigzins oekend in West-Friesland Tot december 1945 zat ik bij de afwikkeling. Volksherstel, onderdui kers, Stichting '45 enz.... Toen wilde ik naar Indië. Ik dacht, dat ik daar ook nodig was.... Maar het hield op. Het ging niet door. Intussen werd lk altijd nog doorbetaald door mijn baas, hoewel ik er al lang niet meer werkte. Zo'n baas. Ik zei mijn baan op en be gon voor mezelf. Boekhouder. Wat je hier ook hebt. De administratie ver zorgen voor de kruidenier, de land bouwer, de melkboer. En dat heette dan Instituut voor de Middenstand of zo iets... Je bent wel puur pralerig wou je zeggen. Ja... dat heeft elf jaar geduurd. Die zaak. In 1947 overleed mijn vader. Mijn moeder was al over leden. toen ik acht jaar was. Het overlijden van mijn vader heeft een ommekeer in myn leven gebracht. Zijn ziekbed was voor mij een gewel dig getuigenis. De man is zingend naar de hemel gegaan. Van dat mo ment wist ik, aat ik bewust graag dominee wilde worden. Om de men sen. dat wat waar is, te vertellen. Als ze me dus vragen... dat zeggen ze wel ens. waarom wilde je dominee worden, dan antwoord ik, dank zij myn vader. Die was de aanleiding. Overspannen In die tijd, dat ik overstapte, was ik met middelbaar economie bezig, dat ik niet heb voltooid. Ik wilde wat talen ophalen, die ik op de mulo ge leerd had en ging daarna naar het avondgymnasium in Amsterdam. Ik heb er vier jaar opgezeten. Jammer fenoeg kon ik die school niet afma- en. Ik werd ziek. Ik kreeg het in mijn rug. Overspannen door m'n werk. !?o dokter had me al meer malen gewaarschuwd, dat ik er mee op moest houden, maar ik ging toch door... Op een gegeven moment ging het niet meer. Nou had ik in myn vrije tyd hier en daar al eens gesproken. Ik had een bijbelkring en ik ging op huisbezoek. Voor my was dit ontspanningHet geheim van de sleutel, waarom ik predikant ben geworden, is artikel acht van de Gereformeerde Kerkorde. Dat artikel wil zeggen... ja, wat staat daar precies in? Moet ik het even pakken? Dan weet je wat je er van op moet schrijven. Dat artikel is overigens nu artikel zes geworden. Ze hebben het meer bijgeschaafd, za kelijker gesteld. Kyk hier staat het. „Men zal geen schoolmeesters, hand werklieden of anderen, die niet ge studeerd hebben, tot het predikant- ambt toelaten, tenzjj men verzekerd zij van hun singuliere gaven: God zaligheid, ootmoedigheid, zedigheid, goed verstand en discretie, mitsga ders gaven van welsprekendheid". Ik gaf mij op bij de Classis Alkmaar, waar ik na een examen goedgevon den werd. Ik werd echter niet toege laten door de Provinciale Synode... Nou ja, daar was Iets aan te doen. Ik voldeed eenvoudig niet aan de eisen. Maar in die zelfde tyd werd ik door de Classis Alkmaar gevraagd om evangelist te worden in Kolhorn en omgeving. Nou moet ik U eerlijk zeg gen, ik wist niet waar het lag. Ik wist n'et eens, dat het bestond. Goed in september 1956 werd ik door de Classis Alkmaar aan de gemeente Kolhorn verbonden. Ik moest echter eerst examen doen voor het preek- consent, omdat ik ook het kerkje hier moest dienen...nee, mocht dienen. Als u my citeert moet u mocht schrij ven, anders kunt u rustig moest zeg gen. Ik werd dus lerend ouderling streepje evangelist. Dat heb ik zes jaar gedaan... Van 31 oktober 1956 tot nu. De laatste anderhalf jaar drong men er bij my op aan toch nog eens te proberen voor dominee op te gaan. Ik heb mijzelf niet aangediend, hoe wel ik van de Synode het recht had gekregen om terug te komen. In sep tember 1961 werd ik opnieuw door de Classis Alkmaar geëxamineerd en akkoord bevonden. En in maart 1962 ook door de Provinciale Synode. In mei van datzelfde jaar deed ik voor de Classis Alkmaar mijn preparatoir- examen. Dat moet iedere kandidaat voor het ambt van predikant doen. Ik kwam er door en werd weer naar huis gezonden. Dan krijg je een soortement proeftijd van anderhalf jaar, voordat je beroep- baar wordt gesteld, dat is dus geeburd. Nou rest nog het pe- remtolr-examen voor m'n t Van 18/,0 stamt het hervormde kerkgebouw in Wilhelminadorp, dat destijds is geschonken door de maatschap „De Wilhelminapolder". Aan één der directeuren, de heer 1. G, J. v. d. Bosch, heeft de hervormdq gemeente van Wilhelminadorp veel te danken. Het kerkgebouw biedt plaats aan otnstreeks 800 personen. De gemeente telt 500 zielen. In het interieur hoopt men in de toekomst stoelen te plaatsen, die de huidi ge banken zullen vervangen. (Foto P.Z.C.) Ds. A. C. Koeman, gereformeerd pre dikant te Kolhorn (N.-H.), werd zon der academische vorming beroepen tot predikant. Kolhorn, Barsingerhorn, Lutjewinkel, Winkel en Aartswoud. Hier en daar dus een gezin. En elk lid van dat fezin klein of groot is een van ie honderdnegentig zielèn. Toch is mijn kerkje iedere zondag vol. 's Mor gens negentig, 's middags weer ne gentig. Per zondag haal ik honderd procent. Pardon, halen WE... Denk - er om, dat u dat niet vergeet. Mijn speciale opdracht luidt: evangelisa tiewerk... In myn werk wend ik me niet alleen tot de mensen, die gereformeerd zyn, maar ook tot hen, die niet tot de kerk behoren. Let vooral op het woordje DE. Ik bedoel dus niet speciaal de Gereformeerde Kerk, maar alle ker ken... U mag wel zeggen, dat ik f mensen schuldig dat evangelie te ver tellen, anders is zy de naam kerk niet meer waard. Centrum Wat zegt u? Of de mensen zich zondaar moeten voelen Dat zeg ik niet, maar de bijbel wel. Zon daar betekent... ja, ik geloof, dat ieder moet leven in de erkenning van God. Als hij dat niet doet, moet hij zich schuldig weten tegenover God. U moet bijvoorbeeld niet denken, dat ik op de preekstoel iedereen voor zondaar uitmaak. Het gaat om 't evangelie. Ik zeg tegen de mensen jullie hebben de Here Jezus nodig. Hij is gekomen als een grote vriend. Hij brengt een blije boodschap. Een Hij brengt een blijde boodschap. Een boodschap van vrede om te leven en te sterven. Dat is het centrum. De liefde in de Heer Jezus Christus. En dan gaat het niet meer om een kerkieMijn boe- renkoolprak houdt verband met de Here Jezus. De kerk moet daarom naar nieuwe wegen zoeken om niet achter te raken. Als we ooit de kans hebben gehad, dan is ie er nu. De mensen Teven niet zo optimistisch als in de vorige eeuw. Zij zijn omringd door onveiligheid en onzekerheid. De kerk moet de boodschap brengen van de vastheid, van het eeuwige leven. De mens heeft die vastheid nodig. Als een onverschillige nozem zijn hart overschreeuwt, aan doet hij dat, omdat hij geen vastheid heeft. De kerk wordt dan misschien een ge makkelijk redmiddel, maar dat geeft niet. Van daaruit moet het geloof be leefd worden. De kerk heeft overigens lang niet al tijd laten zien wat ze isWaar het op aan komt is.... wees wat je bent. Als mijn oudste dochter mijn jongste dochter plaagt, zeg ik tegen haar: Laat nou eens zien wie en wat je bent. Zo moet ook onze houding zyn tegen over Christus. Hem tonen wie en wat we zijn. Het gaat niet alleen om het geloof zelf, maar ook om het leven. Ik geloof in dit leven. Je moet je niet alleen maar afvragen of je het eeu wige leven krijgt, maar je1 ook be wust ziin van dit leven in gemeen schap met Jezus Christus tot zegen van de naasteDat de kerk in dit verband nog al wat schuld heeft, is waar. Maar we hebben nog de tyd om het weer goed te maken. Vertrouwen TI TE spraken net over de jeugd. VV Ik heb vertrouwen in de jeugd. Zij is soms keihard, maar eerlijk. Zij komt tot een eigen keuze... We leven in een tyd van materiële dingen. Die dingen liggen aan de oppervlakte en dan praat je er ook gemakkelijk over. Ik praat makkelijker over een knappe jas, maar moeilijker over m'n Mag ik U voorstellen aan myn vrouw? Aan haar heb ik enorm veel te danken. Ik wil U wel eerlijk zeg gen, dat ik erg blij ben met die be roepbaarstelling. Of er iets verandert? Nee, waarom? Ik ben Zaankanter meneer. Ik zie niet in, dat er iets veranderen moet nu ik dominee ben. Dan was het niet best...." Mattbeüs 26 39. En Hjj ging een weinig verder en Hy wierp Zich met het aangezicht ter aarde en bad Er is dus den grens tot waar de Heer Zijn discipelen kan meene men op die bijna onbegaanbare weg naar het kruis. En die grens is in Gethsémane bereikt. Voorbij deze grens kunnen en be hoeven de discipelen niet te gaan, omdat daar het lijden zich in al zijn hevigheid op de Heer zal ontladen. Voorbij deze grens ligt het gebied waar de Heer helemaal alleen staat en waar de discipelen vcun toén en van nu, hoezeer zij ook betrokken zijn bij alles was hier gebeurt, in wezen toch niet anders kunnen doen dan toezien. En zij kunnen zélfs dat niet en vallen weldra in slaap en even later gaan ze op de vlucht. Wat in onze tekst gezegd wordt is dan ook oneindig veel meer dan alleen maar een plaatsbepaling. Hier wordt het grondvlak gemarkeerd, waarop straks Gods nieuwe wereld zal verrijzen. Jezusde mens geworden Zoon van God, Eén der onzen, maakt zich. los uit de kring der mensen en gaat net één stapje verder dan wij kunnen gaan, nl. tot daar waar de verlossing en de verzoening werkelijkheid worden, hier op deze aarde. Hier krijgen verloren mensen een nieuwe kans. In die enkele woorden, die hier boven staan is het eigenlijke van het lijdensevangelie uitge drukt. Hier is de Heer, die zwijkt onder de verschrikkingen van de toorn Gods. Immers, wie zal bestaan? In Gethsémane gaat het heil dan ook even over de scherpe kant van een scheermes. Het gaat erop óf eronder. En tegelijkertijd is de bede, die de Heer dan uitspreekt, de diepste voorbede, die ooit ge beden is. Dit alles gebeurt hier op deze aarde, onder ons mensen.,., en toch net iets verder dan wij kunnen en dan wij behoeven te gaan. Maar juist in dit „weinig verderdat de Heer gaat voor ONS, ligt uw en mijn behoud voor tijd en eeuwigheid. Met mijn zware val bewogen bood Gods liefde mij de hand O, ontfermend mededogen, liefde boven mijn verstand NISSE. J. G. KOOREN. In ,,'t Anker" te Vlissingen komt donderdag 25 april op een bijeen komst voor hervormden en gerefor meerden spreken dr. J. M. van Min nen, gereformeerd studentenpredi kant te Utrecht. Dr. Van Minnen is één van de „Achttien", die de vereni ging van de Gereformeerde Kerken en ae Hervormde Kerk voorstaan. In Vlissingen zijn verschillende her vormd-gereformeerde gespreks krin gen, die hun activiteiten willen bun delen. Er is een klein comité ge vormd, dat de leden van beide kerken meer bekendheid en voorlichting over de doelstellingen van de „Achttien" wil geven. Leden van deze kringen wonen onder meer gezamenlijk kerk diensten van beide richtingen bij. Morgenochtend zondag gaat men naar de dienst in de gereformeerde kerk. In 's-Gravenpolder zullen beide Ker ken gezamenlijke diensten houden op Pasen, Pinksteren en met Kerst mis. Bij voorkeur zullen deze diensten In de avond zyn. Verder heeft men - aag. De verhoudingen zijn goed, maar als je West-Friesland kerkelijk gaat i I zeggen, oecumene een warm nart toedraag. mai E gaL- kenen is het hier zuinig gesteld. Daarom juist hebben we in deze streek zo'n grote taak. Alle mensen, hoe ze heten of wat ze doen, zyn ge- lyk voor God. Daarom dient de kerk zich ook tot alle mensen te richten. Het gaat er niet om, dat de kerk een pretentie voert. De kerk heeft van God de verkondiging van het evan gelie gekregen. Jezus Christus is ge- komen om de wereld te redden. Ieder een moet het evangelie horen en ie dereen moet 't zien. De kerk is de in 4 variaties: Kindermeel Bordklaar Kinderbloem Kindergries Dat zal wel op 1 mei plaatsvinden... Ik blyf dus hier in Kolhorn. Ik wil niet weg. Naar mijn gevoel mèg ik niet weggaan en anderen zeggen, dat ik niet weg kdn gaan. Mijn werk hier is zegenrijk en bezorgt me veel geluk, ""rouwens, het gaat niet aan om nou te zeggen: de groeten! Volle kerk Van de zes jaar dat ik hier ben heb ik nog geen zes minuten spyt ge had. Deze gemeente telt honderdne gentig zielen. Ik bedoel dus bij de Gereformeerde Kerk aangeslotenen. Die zielen komen uit Wieringerwaard, Het rumoer rondom het herderlijk schrijven van de Generale Synode der Nederlands Her vormde Kerk over de kernbewapening is nog lang niet verstomd of er komt alweer een nieuw herderlyk schrijven dat eveneens gedachten en pennen in beweging zal zetten, hoewel we niet verwachten dat het in die mate het geval zal zyn als dat met het schrijven over de atoombommen het geval Is geweest. Niettemin grypt ook het rasenvraagstuk zo diep in, dat we mogen zeggen dat het een even belangrijk vraagstuk is als dat van de atoombewapening. Onze eeuw is ook hier voor geplaatst en het zal mede van de oplossing van dit vraagstuk afhangen hoe de toekomst van onze aarde zal zijn. Er zullen ook hier natuurlijk wel mensen wezen die denken en zeggen: waarmee bemoeit de syno de zich nu weer? Lnat, ze zich houden op haar eigen terrein! Wie dit herderlijk schrijven gele zen heeft, zal weten dat zy zich inderdaad ge houden heeft op haar eigen terrein, want, zo wordt hier met recht gesteld, het rassenvraag stuk Is allereerst een godsdienstig vraagstuk. Dit ls het eerste dat we zouden willen opmerken. Wanneer het rassenprobleem aan de orde komt, komt het geloof in Jezus Christus aan de orde." Zo begint een van de hoofdstuk ken van dit boekje. De Bijbel gaat er van uit dat de mensheid een eenheid is. Natuuriyk vinden we hier aangehaald het bekende woord dat de apostel Paulus sprak op de Areopagus In Athene, toen hij voor de eerste keer met het Evangelie in de hoofdstad van Griekenland kwam: „Hij (God) heeft uit één enkele het gehele menselijke ge slacht gemaakt om op de ganse oppervlakte der aarde te wonen". (Hand. 17). De mensheid is te vergelijken met een boom, één stam, waaruit ver schillende takken komen, die naar de vier wind richtingen uitwaaieren. „Maar niemand is mens zo maar in het algemeen." Er zyn nu eenmaal Nederlanders en Chinezen en Kongolezen en ga zo maar voort. Wanneer we uitgaan van een al gemeen mensheidsideaal, buiten Jezus. Christus om, raken we vast, want dan blijven we staan bij een abstract idee „mens" en dan gaan we voorbij „aan het concrete mens-zy'n van de mens in diens ras-, volk- en cultuurpositie". We kun nen ook niet uitgaan van „een nationale kerk of de gezameiyke kerk van het westen, maar van een wereldkerk, het lichaam van Christus, dat de enige en ware eenheid onder en van de mensen is". Het Evangelie zegt ons immers dat „de naas te niet de volksgenoot en de rasgenoot" is, „maar ieder die God op onze weg brengt". Denk aan de geiykenis van de barmhartige Samaritaan! In liefde zullen wij hem moeten aanvaarden, zoals hij ls, „een mens die behoort tot een bepaald volk en een bepaald ras". In Jezus Christus vin den mensen van verschillende volken en rassen elkaar. Hij is immers de Heiland van alle volken. Wanneer het rassenprobleem aan de orde komt, komt het geloof aan Jezus Christus aan de orde. „Een kerk, tot welke niet-blanken geen toegang hebben, heeft op dit punt opgehouden christelijke kerk, gemeente van Jezus Christus te zyn." Alle „rassendiscriminatie" (verwerpende onderschei ding) zullen we in de kerk moeten leren zien als een verstoring van het werk van Christus. Hij is gekomen gehjkeiyk voor blanken en zwarten. „Ra3dls iriminatie, door christenen bedreven, maakt van de God en Vader van Jezus Christus, de schepper van hemel en aarde, een rasgod, een god van blanken. Ze brengt de niet-blanken in de verzoeking het geloof in de God van de Bijbel prijs te geven omdat zij, misleid door de rasdis criminatie van de christenen zeggen: liever dan geen God dan zo'n God." Het tweede dat wij even uit dit geschrift willen lichten is, dat er veel ras-bygeloof is. In het natlonaal-socialisme hebben we meegemaakt hoe gevaarlijk dit bygeloof kan zyn. Laten wy nu niet gaan denken dat dit ras-bijgeloof met het einde van de tweede wereldoorlog verdwenen is. In voorgaande eeuwen kon het een ernstige vraag zijn of een neger een mens was en toen verdedigde men het slavenlialen, waaraan veel geld werd verdiend, met de vloek die in Genesis 9 over Kanaan de zoon van Cham, door Noach wordt uitgesproken. Hier komen de bewoners ten zuiden van de Sahara zelfs, niet in 't zicht. Wat is nu een ras? We vinden hier een ant woord: „Het zyn groeperingen binnen het grotere geheel van de soort". Zoals wij binnen de soort van de appel verschillende variëteiten hebben, zo is, het ook met de mensen. „Alle mensen, die thans op aarde leven, behoren biologisch ge zien tot één enkel soort." Het anders-zijn van een ras is geen zaak van hoger of lager, van beter of slechter. „Het is simpelweg een anders- zyn, zoals een renpaard anders is dan een trek paard, maar als paard niet beter of slechter." Nu wijst het geschrift van de synode er op dat een ras-beschouwing een „mythe" kan worden „als zij zich van een wetenschappehjke beschou wing tot een levens- en wereldbeschouwing ont wikkelt." Dan gaat men een bepaald ras „van wege zijn raskenmerken en daarin van Gods wege, als uitverkoren tot de heerschappij over andere rassen" beschouwen. Hierin ligt een ont zaglijk groot gevaar en het vormt „een van de meest actuele en acute sociale en politieke vraag stukken van de wereld van vandaag". Het ras- dere kerken tér plaatse worden be trokken. Aldus meldt „Het Klank bord". Tevens zullen een hervormd en een gereformeerd ouderling gezamenlijk op huisbezoek gaan bij hen, die zel den of nooit in de kerk komen. Het huisbezoek, eens in de twee jaar. zal worden uitgebreid en het karakter krijgen van evangelisatie: men neemt mee „De Open Deur" en de „Eliza- bethbode". Het hervormd kerkkoor hoopt men te kunnen uitbreiden met gereformeerde kerkleden. Daartoe is in de gerefor meerde kerk een oproep gedaan. Ge dacht wordt verder over activiteiten voor de bejaarden, samen met het damescomité van de bejaardensocië- teii. senprobleem is een sociaal, economisch, politiek en cultureel probleem ln de wereld. Maar een „rasendogma" dat uitgaat van het ras als een door God gegeven werkelijkheid, waarbij het ene ras bestemd is boven "het andere te staan, moet „rassenwaan worden genoemd; de aanbidding van een hersenschim, een afgoderij, een vergoddelij king van vermeende ras-voortreffeiykheden en een miskenning van de onvervreemdbare rechten, die de mensen van een ander ras als mensen van Godswege hebben". Een cultuur-niveau heeft als zodanig niets met ras te maken. De Wereldraad van Kerken kreeg van het begin af aan met het rassenvraagstuk van doen. Zij kan dit niet ontlo pen. In 1954 op de assemblée te Evanston werd het „een accuut probleem" genoemd en te New Delhi in 1961 een „steeds meer accuut probleem". Dit brengt ons tot de derde en laatste opmer king die wij bij het herderlijk schrijven van de hervormde synode willen maken. Het rassen vraagstuk en het doordenken daarvan leidt tot een pleidooi voor de wereldkerk. „De kerk draagt een supranationaal en supraraciaal karakter". Christus heft ons uit boven de tegenstellingen der rassen. „Zijn Kerk is wereldkerk, niet gebon den aan de grenzen van volk en ras". Er zyn verschillen, maar deze zijn „in de letteriyke zin van het woord van ondergeschikte betekenis". In de kerk gaat het om hen die in Christus gelo ven. Nu is het noodlot van de protestantse ker ken geweest dat zij een nationaal karakter kre gen, „een typisch westers karakter". De kerk werd één met het leven van volk en staat. Dat was dikwijls ook niet te ontgaan. Denk maar aan ons eigen land, waar de kerk de drijvende kracht is geweest voor de zelfstandigheid. Die nationale kerken nu zullen steeds meer een oecumenisch karakter moeten krygen. Zonder dit zullen ze blijven steken in het probleem van de rassen tegenstellingen. Er is in deze kerken maar één beweging geweest die de verbinding van kerk met volk en staat heeft doorbroken. Dat is de zending geweest, die geboren werd „uit de bran dende verwachting van het Koninkrijk Gods". In de zending heeft dan ook geleefd „de visie van de éne universele Kerk van Christus". Uit deze zending zyn de Aziatische en Afrikaanse kerken voortgekomen. Hadden de protestantse kerken zich in de afgelopen eeuwen maar meer door de zending laten voorlichten en voortdryven. De zending heeft een werkelijke ontmoeting met an dere volken en rassen voorbereid. Van hier zal ook wel de bekende slagzin komen die we deze week in veel dagbladen met vette letters gedrukt zagen en die genomen is uit het herderlyk schrij ven van de synode, dat, als het om het mens-zyn gaat, de kleur van het hart belangrijker is dan de klenr van de huid. H. Op de wekelykse algemene audiën tie in de Clemenszaal in het Vaticaan spoorde de paus de aanwezigen aan de bijbel te lezen. Dit naar aanleiding van een tekst in het breviergebed van de dag. „De bijbel alleen is niet voldoende. Christus' opdracht aan de apostelen luidde niet „Gaat en schrijft", maar „Gaat en onderwijst", zo zei de paus. Het lezen van de bijbel bevordert een moreel bewust- zyn en doet de gelovigen de essentie van het christendom en het verlos singswerk van Christus zelf beter be grijpen. De paus voegde er aan toe, dat het lezen van de bijbel altijd samen moet gaan met de uitleg en onder leiding van de kerk. •De vastenbrief 1963 van het epis copaat van de Oud-Katholieke Kerk van Nederland, die is voorgelezen in alle kerken, was gewijd aan Vrede en Eenheid. „Want Hij is onze vre de". Over de zaak van de christelijke eenheid zeiden de bisschoppen onder andere, dat de O.K. Kerk zich ver heugt in het groeiend besef van de plicht, die tot eenheid roept. „Wij erkennen hoeveel wij leren uit de omgang in gesprek en samenwer king met hen, die in eigen land ons nauwelijks kenden en die wij in hun kerkelijk leven evenmin kenden, of althans meden". De bisschoppen wijzen op de gemeenschap met de anglicaanse zusterkerk, op de broe ders der orthodoxie, en verheugen zich over „het nieuwe leven en den ken in de eeuwenoude Kerk van Ro me, eens onze Moederkerk, van wie diepgaande geschillen van geloof en rechtsorde eens ons scheidden, maar ten aanzien van wie, zoals harerzijds ten aanzien van ons, gedachten van zuiverder waardering en de liefde van de oorspronkelijke familieband ontwaken". De bisschoppen spoorden de gelovigen aan tot gebed voor ver eniging van alle christenen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 9