Predikant zonder
academishce studie
Rassendiscriminatie in kerken
is verstoring Christus' werk
de olie mei
24-urige
werkdag!
Grens van hei volgen
Hervormd-gereformeerde
contacten in Zeeland
£telgaar'6órdAIaai'-Atirtemaf'
NIEUWS VAN
OVERAL
Zaterdag 9 maart 1963
zaterdagnummer
(Van een onzer verslaggevers.)
TK BEN OP WEG naar ds. A. C. Koeman, Ansjoviskade 3 te Kol
horn. Op grond van artikel 6 van de Gereformeerde Kerkorde is
de heer Koeman die geen academische opleiding genoot
onlangs door de classis iUkmaar beroepbaar gesteld. Dit unicum
doet mij thans over de glibberige Westfriese dijk glijden. Barsin-
gerhorn ligt achter mij. Ik rijd door een verblindend witte trooste
loosheid, waarin alle leven bevroren lijkt. De winter sluit mij in,
alsof hij me nooit meer los wil laten. Een hek, een boerderij en een
telegraafpaal zijn de enige oriënteringspunten in deze wereld,
waarin de horizon schuil gaat achter een grijze nevel. Een vrouw
met een boodschappentas worstelt door de wolken stuifsneeuw, die
op de weemoedige fluistering van een zachte bries over de weg
zweven. Met een door de koude verstrakt gezicht vertelt ze mij.
dat ik de eerste weg links moet inrijden. „Ds. Koeman woont in het
tweede huis. U ziet het vanzelf wel." De geriefelijke woning-pasto
rie van de heer Koeman ligt beneden aan de dijk. Geen naam op de
groene deur, die langzaam opengaat.
Een man zoals duizenden anderen.
Stevig gebouwd, dun hoofdhaar
een een laconieke oogopslag. Rustige
gebaren en een onmiskenbaar Zaans
accent. Zijn hele optreden straalt een
ben'jdenswaardige rust uit. De wijze,
waarop hij mij de hand(reikt, de ma
nier, waarop hij mij voorgaat naar
de huiskamer.
Tegenover my aan tafel neemt hij mij
zwygend op en speelt met het dopje
van zijn ballpoint. Vervolgens staat
hij op, loopt naar de kast en gooit
DS. A. C. Koeman
te Kol hom
een pakje sigaretten op tafel. Een
man zonder verbeelding. Geen dikke
woorden, geen aangelee. Je intonatie,
geen orthodoxe grimmigheid. Voor de
formulering van zyn gedachten
neemt hij de tijd. Tussen zijn woorden
liggen soms lange pauzes, die niet
ïinderlijk zyn. De gemoedelyke toon
is echt en wordt geschraagd door een
onwankelbaar geloof.
„Ik ben negenendertig jaar oud. Ge
boren op Zaandam, aan het Weer-
pad.... Zo heette het vroeger tenmin
ste.... Nee, ik was geen winkelier. Ik
had een boekhoudkantoortje....
Eureau voor de middenstand. Dat was
de dure naam. Na de lagere school de
mulo, boekhouden en op vijftienjarige
leeftijd naar het kantoor van de firma
E. van de Stadt en Zoonen.... De oor
log, vastgezeten op Zaandam, de vol
gende dag bevrijd en ondergedoken in
West-Friesland. Het beruchte Zomer
dijk. Niet alleen ondergedoken, maar
ook gewerkt voor de illegaliteit.
Van 1943 tot het einde van de oorlog.
Ik mocht wat doen.... Moest je ook,
dacht ik. Ergens was dat een zegen.
Ik mocht het, punt uit. Dankbaar,
dat het afgelopen was. Ik was dus
al enigzins oekend in West-Friesland
Tot december 1945 zat ik bij de
afwikkeling. Volksherstel, onderdui
kers, Stichting '45 enz.... Toen wilde
ik naar Indië. Ik dacht, dat ik daar
ook nodig was.... Maar het hield op.
Het ging niet door. Intussen werd lk
altijd nog doorbetaald door mijn baas,
hoewel ik er al lang niet meer werkte.
Zo'n baas. Ik zei mijn baan op en be
gon voor mezelf. Boekhouder. Wat je
hier ook hebt. De administratie ver
zorgen voor de kruidenier, de land
bouwer, de melkboer. En dat heette
dan Instituut voor de Middenstand
of zo iets... Je bent wel puur pralerig
wou je zeggen. Ja... dat heeft elf jaar
geduurd. Die zaak. In 1947 overleed
mijn vader. Mijn moeder was al over
leden. toen ik acht jaar was. Het
overlijden van mijn vader heeft een
ommekeer in myn leven gebracht.
Zijn ziekbed was voor mij een gewel
dig getuigenis. De man is zingend
naar de hemel gegaan. Van dat mo
ment wist ik, aat ik bewust graag
dominee wilde worden. Om de men
sen. dat wat waar is, te vertellen.
Als ze me dus vragen... dat zeggen
ze wel ens. waarom wilde je dominee
worden, dan antwoord ik, dank zij
myn vader. Die was de aanleiding.
Overspannen
In die tijd, dat ik overstapte, was ik
met middelbaar economie bezig,
dat ik niet heb voltooid. Ik wilde wat
talen ophalen, die ik op de mulo ge
leerd had en ging daarna naar het
avondgymnasium in Amsterdam. Ik
heb er vier jaar opgezeten. Jammer
fenoeg kon ik die school niet afma-
en. Ik werd ziek. Ik kreeg het in
mijn rug. Overspannen door m'n
werk. !?o dokter had me al meer
malen gewaarschuwd, dat ik er mee
op moest houden, maar ik ging toch
door... Op een gegeven moment ging
het niet meer.
Nou had ik in myn vrije tyd hier en
daar al eens gesproken. Ik had een
bijbelkring en ik ging op huisbezoek.
Voor my was dit ontspanningHet
geheim van de sleutel, waarom ik
predikant ben geworden, is artikel
acht van de Gereformeerde Kerkorde.
Dat artikel wil zeggen... ja, wat
staat daar precies in? Moet ik het
even pakken? Dan weet je wat je er
van op moet schrijven. Dat artikel is
overigens nu artikel zes geworden.
Ze hebben het meer bijgeschaafd, za
kelijker gesteld. Kyk hier staat het.
„Men zal geen schoolmeesters, hand
werklieden of anderen, die niet ge
studeerd hebben, tot het predikant-
ambt toelaten, tenzjj men verzekerd
zij van hun singuliere gaven: God
zaligheid, ootmoedigheid, zedigheid,
goed verstand en discretie, mitsga
ders gaven van welsprekendheid".
Ik gaf mij op bij de Classis Alkmaar,
waar ik na een examen goedgevon
den werd. Ik werd echter niet toege
laten door de Provinciale Synode...
Nou ja, daar was Iets aan te doen. Ik
voldeed eenvoudig niet aan de eisen.
Maar in die zelfde tyd werd ik door
de Classis Alkmaar gevraagd om
evangelist te worden in Kolhorn en
omgeving. Nou moet ik U eerlijk zeg
gen, ik wist niet waar het lag. Ik
wist n'et eens, dat het bestond. Goed
in september 1956 werd ik door de
Classis Alkmaar aan de gemeente
Kolhorn verbonden. Ik moest echter
eerst examen doen voor het preek-
consent, omdat ik ook het kerkje
hier moest dienen...nee, mocht dienen.
Als u my citeert moet u mocht schrij
ven, anders kunt u rustig moest zeg
gen. Ik werd dus lerend ouderling
streepje evangelist. Dat heb ik zes
jaar gedaan... Van 31 oktober 1956
tot nu.
De laatste anderhalf jaar drong men
er bij my op aan toch nog eens te
proberen voor dominee op te gaan.
Ik heb mijzelf niet aangediend, hoe
wel ik van de Synode het recht had
gekregen om terug te komen. In sep
tember 1961 werd ik opnieuw door de
Classis Alkmaar geëxamineerd en
akkoord bevonden. En in maart 1962
ook door de Provinciale Synode. In
mei van datzelfde jaar deed ik voor
de Classis Alkmaar mijn preparatoir-
examen. Dat moet iedere kandidaat
voor het ambt van predikant doen.
Ik kwam er door en werd weer naar
huis gezonden.
Dan krijg je een soortement proeftijd
van anderhalf jaar, voordat je beroep-
baar wordt gesteld, dat is dus
geeburd. Nou rest nog het pe-
remtolr-examen voor m'n t
Van 18/,0 stamt het hervormde kerkgebouw in Wilhelminadorp, dat
destijds is geschonken door de maatschap „De Wilhelminapolder". Aan
één der directeuren, de heer 1. G, J. v. d. Bosch, heeft de hervormdq
gemeente van Wilhelminadorp veel te danken. Het kerkgebouw biedt
plaats aan otnstreeks 800 personen. De gemeente telt 500 zielen. In het
interieur hoopt men in de toekomst stoelen te plaatsen, die de huidi
ge banken zullen vervangen. (Foto P.Z.C.)
Ds. A. C. Koeman, gereformeerd pre
dikant te Kolhorn (N.-H.), werd zon
der academische vorming beroepen
tot predikant.
Kolhorn, Barsingerhorn, Lutjewinkel,
Winkel en Aartswoud. Hier en daar
dus een gezin. En elk lid van dat
fezin klein of groot is een van
ie honderdnegentig zielèn. Toch is
mijn kerkje iedere zondag vol. 's Mor
gens negentig, 's middags weer ne
gentig. Per zondag haal ik honderd
procent. Pardon, halen WE... Denk -
er om, dat u dat niet vergeet. Mijn
speciale opdracht luidt: evangelisa
tiewerk...
In myn werk wend ik me niet alleen
tot de mensen, die gereformeerd zyn,
maar ook tot hen, die niet tot de kerk
behoren. Let vooral op het woordje
DE. Ik bedoel dus niet speciaal de
Gereformeerde Kerk, maar alle ker
ken... U mag wel zeggen, dat ik f
mensen schuldig dat evangelie te ver
tellen, anders is zy de naam kerk niet
meer waard.
Centrum
Wat zegt u? Of de mensen zich
zondaar moeten voelen Dat
zeg ik niet, maar de bijbel wel. Zon
daar betekent... ja, ik geloof, dat
ieder moet leven in de erkenning van
God. Als hij dat niet doet, moet hij
zich schuldig weten tegenover God.
U moet bijvoorbeeld niet denken, dat
ik op de preekstoel iedereen voor
zondaar uitmaak. Het gaat om 't
evangelie. Ik zeg tegen de mensen
jullie hebben de Here Jezus nodig.
Hij is gekomen als een grote vriend.
Hij brengt een blije boodschap. Een
Hij brengt een blijde boodschap. Een
boodschap van vrede om te leven en
te sterven.
Dat is het centrum. De liefde in de
Heer Jezus Christus. En dan gaat het
niet meer om een kerkieMijn boe-
renkoolprak houdt verband met de
Here Jezus. De kerk moet daarom
naar nieuwe wegen zoeken om niet
achter te raken. Als we ooit de kans
hebben gehad, dan is ie er nu. De
mensen Teven niet zo optimistisch als
in de vorige eeuw. Zij zijn omringd
door onveiligheid en onzekerheid. De
kerk moet de boodschap brengen van
de vastheid, van het eeuwige leven.
De mens heeft die vastheid nodig.
Als een onverschillige nozem zijn
hart overschreeuwt, aan doet hij dat,
omdat hij geen vastheid heeft. De
kerk wordt dan misschien een ge
makkelijk redmiddel, maar dat geeft
niet. Van daaruit moet het geloof be
leefd worden.
De kerk heeft overigens lang niet al
tijd laten zien wat ze isWaar het
op aan komt is.... wees wat je bent.
Als mijn oudste dochter mijn jongste
dochter plaagt, zeg ik tegen haar:
Laat nou eens zien wie en wat je
bent.
Zo moet ook onze houding zyn tegen
over Christus. Hem tonen wie en wat
we zijn. Het gaat niet alleen om het
geloof zelf, maar ook om het leven.
Ik geloof in dit leven. Je moet je niet
alleen maar afvragen of je het eeu
wige leven krijgt, maar je1 ook be
wust ziin van dit leven in gemeen
schap met Jezus Christus tot zegen
van de naasteDat de kerk in dit
verband nog al wat schuld heeft, is
waar. Maar we hebben nog de tyd
om het weer goed te maken.
Vertrouwen
TI TE spraken net over de jeugd.
VV Ik heb vertrouwen in de jeugd.
Zij is soms keihard, maar eerlijk. Zij
komt tot een eigen keuze... We leven
in een tyd van materiële dingen. Die
dingen liggen aan de oppervlakte en
dan praat je er ook gemakkelijk
over. Ik praat makkelijker over een
knappe jas, maar moeilijker over m'n
Mag ik U voorstellen aan myn
vrouw? Aan haar heb ik enorm veel
te danken. Ik wil U wel eerlijk zeg
gen, dat ik erg blij ben met die be
roepbaarstelling.
Of er iets verandert? Nee, waarom?
Ik ben Zaankanter meneer. Ik zie
niet in, dat er iets veranderen moet
nu ik dominee ben.
Dan was het niet best...."
Mattbeüs 26 39. En Hjj ging een
weinig verder en Hy wierp Zich met
het aangezicht ter aarde en bad
Er is dus den grens tot waar de Heer Zijn discipelen kan meene
men op die bijna onbegaanbare weg naar het kruis. En die
grens is in Gethsémane bereikt. Voorbij deze grens kunnen en be
hoeven de discipelen niet te gaan, omdat daar het lijden zich in al
zijn hevigheid op de Heer zal ontladen. Voorbij deze grens ligt het
gebied waar de Heer helemaal alleen staat en waar de discipelen
vcun toén en van nu, hoezeer zij ook betrokken zijn bij alles was
hier gebeurt, in wezen toch niet anders kunnen doen dan toezien. En
zij kunnen zélfs dat niet en vallen weldra in slaap en even later
gaan ze op de vlucht. Wat in onze tekst gezegd wordt is dan ook
oneindig veel meer dan alleen maar een plaatsbepaling.
Hier wordt het grondvlak gemarkeerd, waarop straks Gods nieuwe
wereld zal verrijzen. Jezusde mens geworden Zoon van God, Eén
der onzen, maakt zich. los uit de kring der mensen en gaat net één
stapje verder dan wij kunnen gaan, nl. tot daar waar de verlossing
en de verzoening werkelijkheid worden, hier op deze aarde. Hier
krijgen verloren mensen een nieuwe kans. In die enkele woorden, die
hier boven staan is het eigenlijke van het lijdensevangelie uitge
drukt. Hier is de Heer, die zwijkt onder de verschrikkingen van de
toorn Gods. Immers, wie zal bestaan?
In Gethsémane gaat het heil dan ook even over de scherpe kant
van een scheermes. Het gaat erop óf eronder. En tegelijkertijd is
de bede, die de Heer dan uitspreekt, de diepste voorbede, die ooit ge
beden is. Dit alles gebeurt hier op deze aarde, onder ons mensen.,.,
en toch net iets verder dan wij kunnen en dan wij behoeven te gaan.
Maar juist in dit „weinig verderdat de Heer gaat voor ONS, ligt
uw en mijn behoud voor tijd en eeuwigheid.
Met mijn zware val bewogen
bood Gods liefde mij de hand
O, ontfermend mededogen,
liefde boven mijn verstand
NISSE. J. G. KOOREN.
In ,,'t Anker" te Vlissingen komt
donderdag 25 april op een bijeen
komst voor hervormden en gerefor
meerden spreken dr. J. M. van Min
nen, gereformeerd studentenpredi
kant te Utrecht. Dr. Van Minnen is
één van de „Achttien", die de vereni
ging van de Gereformeerde Kerken
en ae Hervormde Kerk voorstaan.
In Vlissingen zijn verschillende her
vormd-gereformeerde gespreks krin
gen, die hun activiteiten willen bun
delen. Er is een klein comité ge
vormd, dat de leden van beide kerken
meer bekendheid en voorlichting over
de doelstellingen van de „Achttien"
wil geven. Leden van deze kringen
wonen onder meer gezamenlijk kerk
diensten van beide richtingen bij.
Morgenochtend zondag gaat men
naar de dienst in de gereformeerde
kerk.
In 's-Gravenpolder zullen beide Ker
ken gezamenlijke diensten houden
op Pasen, Pinksteren en met Kerst
mis. Bij voorkeur zullen deze diensten
In de avond zyn. Verder heeft men
- aag.
De verhoudingen zijn goed, maar als
je West-Friesland kerkelijk gaat i
I zeggen,
oecumene een warm nart toedraag.
mai
E gaL-
kenen is het hier zuinig gesteld.
Daarom juist hebben we in deze
streek zo'n grote taak. Alle mensen,
hoe ze heten of wat ze doen, zyn ge-
lyk voor God. Daarom dient de kerk
zich ook tot alle mensen te richten.
Het gaat er niet om, dat de kerk een
pretentie voert. De kerk heeft van
God de verkondiging van het evan
gelie gekregen. Jezus Christus is ge-
komen om de wereld te redden. Ieder
een moet het evangelie horen en ie
dereen moet 't zien. De kerk is de
in 4 variaties: Kindermeel Bordklaar Kinderbloem Kindergries
Dat zal wel op 1 mei plaatsvinden...
Ik blyf dus hier in Kolhorn. Ik wil
niet weg. Naar mijn gevoel mèg ik
niet weggaan en anderen zeggen, dat
ik niet weg kdn gaan. Mijn werk
hier is zegenrijk en bezorgt me veel
geluk, ""rouwens, het gaat niet aan
om nou te zeggen: de groeten!
Volle kerk
Van de zes jaar dat ik hier ben heb
ik nog geen zes minuten spyt ge
had. Deze gemeente telt honderdne
gentig zielen. Ik bedoel dus bij de
Gereformeerde Kerk aangeslotenen.
Die zielen komen uit Wieringerwaard,
Het rumoer rondom het herderlijk schrijven van
de Generale Synode der Nederlands Her
vormde Kerk over de kernbewapening is nog
lang niet verstomd of er komt alweer een nieuw
herderlyk schrijven dat eveneens gedachten en
pennen in beweging zal zetten, hoewel we niet
verwachten dat het in die mate het geval zal zyn
als dat met het schrijven over de atoombommen
het geval Is geweest. Niettemin grypt ook het
rasenvraagstuk zo diep in, dat we mogen zeggen
dat het een even belangrijk vraagstuk is als dat
van de atoombewapening. Onze eeuw is ook hier
voor geplaatst en het zal mede van de oplossing
van dit vraagstuk afhangen hoe de toekomst van
onze aarde zal zijn.
Er zullen ook hier natuurlijk wel mensen wezen
die denken en zeggen: waarmee bemoeit de syno
de zich nu weer? Lnat, ze zich houden op haar
eigen terrein! Wie dit herderlijk schrijven gele
zen heeft, zal weten dat zy zich inderdaad ge
houden heeft op haar eigen terrein, want, zo
wordt hier met recht gesteld, het rassenvraag
stuk Is allereerst een godsdienstig vraagstuk. Dit
ls het eerste dat we zouden willen opmerken.
Wanneer het rassenprobleem aan de orde
komt, komt het geloof in Jezus Christus
aan de orde." Zo begint een van de hoofdstuk
ken van dit boekje. De Bijbel gaat er van uit dat
de mensheid een eenheid is. Natuuriyk vinden
we hier aangehaald het bekende woord dat de
apostel Paulus sprak op de Areopagus In Athene,
toen hij voor de eerste keer met het Evangelie in
de hoofdstad van Griekenland kwam: „Hij (God)
heeft uit één enkele het gehele menselijke ge
slacht gemaakt om op de ganse oppervlakte der
aarde te wonen". (Hand. 17). De mensheid is te
vergelijken met een boom, één stam, waaruit ver
schillende takken komen, die naar de vier wind
richtingen uitwaaieren. „Maar niemand is mens
zo maar in het algemeen." Er zyn nu eenmaal
Nederlanders en Chinezen en Kongolezen en ga
zo maar voort. Wanneer we uitgaan van een al
gemeen mensheidsideaal, buiten Jezus. Christus
om, raken we vast, want dan blijven we staan
bij een abstract idee „mens" en dan gaan we
voorbij „aan het concrete mens-zy'n van de mens
in diens ras-, volk- en cultuurpositie". We kun
nen ook niet uitgaan van „een nationale kerk of
de gezameiyke kerk van het westen, maar van
een wereldkerk, het lichaam van Christus, dat de
enige en ware eenheid onder en van de mensen
is". Het Evangelie zegt ons immers dat „de naas
te niet de volksgenoot en de rasgenoot" is, „maar
ieder die God op onze weg brengt". Denk aan de
geiykenis van de barmhartige Samaritaan! In
liefde zullen wij hem moeten aanvaarden, zoals
hij ls, „een mens die behoort tot een bepaald
volk en een bepaald ras". In Jezus Christus vin
den mensen van verschillende volken en rassen
elkaar. Hij is immers de Heiland van alle volken.
Wanneer het rassenprobleem aan de orde komt,
komt het geloof aan Jezus Christus aan de orde.
„Een kerk, tot welke niet-blanken geen toegang
hebben, heeft op dit punt opgehouden christelijke
kerk, gemeente van Jezus Christus te zyn." Alle
„rassendiscriminatie" (verwerpende onderschei
ding) zullen we in de kerk moeten leren zien als
een verstoring van het werk van Christus. Hij is
gekomen gehjkeiyk voor blanken en zwarten.
„Ra3dls iriminatie, door christenen bedreven,
maakt van de God en Vader van Jezus Christus,
de schepper van hemel en aarde, een rasgod, een
god van blanken. Ze brengt de niet-blanken in de
verzoeking het geloof in de God van de Bijbel
prijs te geven omdat zij, misleid door de rasdis
criminatie van de christenen zeggen: liever dan
geen God dan zo'n God."
Het tweede dat wij even uit dit geschrift willen
lichten is, dat er veel ras-bygeloof is. In het
natlonaal-socialisme hebben we meegemaakt hoe
gevaarlijk dit bygeloof kan zyn. Laten wy nu
niet gaan denken dat dit ras-bijgeloof met het
einde van de tweede wereldoorlog verdwenen is.
In voorgaande eeuwen kon het een ernstige
vraag zijn of een neger een mens was en toen
verdedigde men het slavenlialen, waaraan veel
geld werd verdiend, met de vloek die in Genesis
9 over Kanaan de zoon van Cham, door Noach
wordt uitgesproken. Hier komen de bewoners ten
zuiden van de Sahara zelfs, niet in 't zicht.
Wat is nu een ras? We vinden hier een ant
woord: „Het zyn groeperingen binnen het grotere
geheel van de soort". Zoals wij binnen de soort
van de appel verschillende variëteiten hebben, zo
is, het ook met de mensen. „Alle mensen, die
thans op aarde leven, behoren biologisch ge
zien tot één enkel soort." Het anders-zijn van
een ras is geen zaak van hoger of lager, van
beter of slechter. „Het is simpelweg een anders-
zyn, zoals een renpaard anders is dan een trek
paard, maar als paard niet beter of slechter."
Nu wijst het geschrift van de synode er op dat
een ras-beschouwing een „mythe" kan worden
„als zij zich van een wetenschappehjke beschou
wing tot een levens- en wereldbeschouwing ont
wikkelt." Dan gaat men een bepaald ras „van
wege zijn raskenmerken en daarin van Gods
wege, als uitverkoren tot de heerschappij over
andere rassen" beschouwen. Hierin ligt een ont
zaglijk groot gevaar en het vormt „een van de
meest actuele en acute sociale en politieke vraag
stukken van de wereld van vandaag". Het ras-
dere kerken tér plaatse worden be
trokken. Aldus meldt „Het Klank
bord".
Tevens zullen een hervormd en een
gereformeerd ouderling gezamenlijk
op huisbezoek gaan bij hen, die zel
den of nooit in de kerk komen. Het
huisbezoek, eens in de twee jaar. zal
worden uitgebreid en het karakter
krijgen van evangelisatie: men neemt
mee „De Open Deur" en de „Eliza-
bethbode".
Het hervormd kerkkoor hoopt men te
kunnen uitbreiden met gereformeerde
kerkleden. Daartoe is in de gerefor
meerde kerk een oproep gedaan. Ge
dacht wordt verder over activiteiten
voor de bejaarden, samen met het
damescomité van de bejaardensocië-
teii.
senprobleem is een sociaal, economisch, politiek
en cultureel probleem ln de wereld. Maar een
„rasendogma" dat uitgaat van het ras als een
door God gegeven werkelijkheid, waarbij het ene
ras bestemd is boven "het andere te staan, moet
„rassenwaan worden genoemd; de aanbidding van
een hersenschim, een afgoderij, een vergoddelij
king van vermeende ras-voortreffeiykheden en
een miskenning van de onvervreemdbare rechten,
die de mensen van een ander ras als mensen van
Godswege hebben". Een cultuur-niveau heeft als
zodanig niets met ras te maken. De Wereldraad
van Kerken kreeg van het begin af aan met het
rassenvraagstuk van doen. Zij kan dit niet ontlo
pen. In 1954 op de assemblée te Evanston werd
het „een accuut probleem" genoemd en te New
Delhi in 1961 een „steeds meer accuut probleem".
Dit brengt ons tot de derde en laatste opmer
king die wij bij het herderlijk schrijven van
de hervormde synode willen maken. Het rassen
vraagstuk en het doordenken daarvan leidt tot
een pleidooi voor de wereldkerk. „De kerk draagt
een supranationaal en supraraciaal karakter".
Christus heft ons uit boven de tegenstellingen
der rassen. „Zijn Kerk is wereldkerk, niet gebon
den aan de grenzen van volk en ras". Er zyn
verschillen, maar deze zijn „in de letteriyke zin
van het woord van ondergeschikte betekenis". In
de kerk gaat het om hen die in Christus gelo
ven. Nu is het noodlot van de protestantse ker
ken geweest dat zij een nationaal karakter kre
gen, „een typisch westers karakter". De kerk
werd één met het leven van volk en staat. Dat
was dikwijls ook niet te ontgaan. Denk maar aan
ons eigen land, waar de kerk de drijvende kracht
is geweest voor de zelfstandigheid. Die nationale
kerken nu zullen steeds meer een oecumenisch
karakter moeten krygen. Zonder dit zullen ze
blijven steken in het probleem van de rassen
tegenstellingen. Er is in deze kerken maar één
beweging geweest die de verbinding van kerk
met volk en staat heeft doorbroken. Dat is de
zending geweest, die geboren werd „uit de bran
dende verwachting van het Koninkrijk Gods".
In de zending heeft dan ook geleefd „de visie van
de éne universele Kerk van Christus". Uit deze
zending zyn de Aziatische en Afrikaanse kerken
voortgekomen. Hadden de protestantse kerken
zich in de afgelopen eeuwen maar meer door de
zending laten voorlichten en voortdryven. De
zending heeft een werkelijke ontmoeting met an
dere volken en rassen voorbereid. Van hier zal
ook wel de bekende slagzin komen die we deze
week in veel dagbladen met vette letters gedrukt
zagen en die genomen is uit het herderlyk schrij
ven van de synode, dat, als het om het mens-zyn
gaat, de kleur van het hart belangrijker is dan
de klenr van de huid.
H.
Op de wekelykse algemene audiën
tie in de Clemenszaal in het Vaticaan
spoorde de paus de aanwezigen aan
de bijbel te lezen. Dit naar aanleiding
van een tekst in het breviergebed
van de dag. „De bijbel alleen is niet
voldoende. Christus' opdracht aan de
apostelen luidde niet „Gaat en
schrijft", maar „Gaat en onderwijst",
zo zei de paus. Het lezen van de
bijbel bevordert een moreel bewust-
zyn en doet de gelovigen de essentie
van het christendom en het verlos
singswerk van Christus zelf beter be
grijpen. De paus voegde er aan toe,
dat het lezen van de bijbel altijd
samen moet gaan met de uitleg en
onder leiding van de kerk.
•De vastenbrief 1963 van het epis
copaat van de Oud-Katholieke Kerk
van Nederland, die is voorgelezen in
alle kerken, was gewijd aan Vrede
en Eenheid. „Want Hij is onze vre
de". Over de zaak van de christelijke
eenheid zeiden de bisschoppen onder
andere, dat de O.K. Kerk zich ver
heugt in het groeiend besef van de
plicht, die tot eenheid roept. „Wij
erkennen hoeveel wij leren uit de
omgang in gesprek en samenwer
king met hen, die in eigen land
ons nauwelijks kenden en die wij in
hun kerkelijk leven evenmin kenden,
of althans meden". De bisschoppen
wijzen op de gemeenschap met de
anglicaanse zusterkerk, op de broe
ders der orthodoxie, en verheugen
zich over „het nieuwe leven en den
ken in de eeuwenoude Kerk van Ro
me, eens onze Moederkerk, van wie
diepgaande geschillen van geloof en
rechtsorde eens ons scheidden, maar
ten aanzien van wie, zoals harerzijds
ten aanzien van ons, gedachten van
zuiverder waardering en de liefde
van de oorspronkelijke familieband
ontwaken". De bisschoppen spoorden
de gelovigen aan tot gebed voor ver
eniging van alle christenen.