Schoolkrantenkiosk
river
Enige dixielandband in Zeeland
HOU MOED ANJA
HANS HARTHOORN:
ZEELANDS JONGSTE
JUDOKATWEEDE DAN
KOPPEN
SNELLEN
Goed nieuws voor
radio-amateurs
Fanclub
zaterdagnummer
Wat we deze week over het kran-
tenlezen van de jeugd hebben
gehoord, is beslist niet om over naar
huis te schrijven. Met andere woor
den: we hebben moeten constateren,
dat er weinig aan gedaan wordt.
Bitter weinig zelfs. Men zou natuur
lijk teveel vergen van de jeugd als
men van ze ging eisen, dat ze net
zulke betweters werden als die deel
nemers aan de t.v.-quiz „Wereldwijs"
van Theo Eerdmans. Maar dat men
zo weinig belangstelling heeft voor
het wel en wee in de Internationale,
de nationale of de lokale sfeer, had
den we niet durven denken.
Veel jonge mensen kunnen dagelijks,
wanneer ze tenminste nog de inte
resse kunnen opbrengen om een
krant in te kijken, niet verder komen,
dan het snel doorlezen van vette
koppen. En als uitzondering af en
toe ook nog eens een onderschriftje.
Geweldig wat een prestatie!
Een zeer gering aantal jonge mensen
bleek, bij de ondervraging interesse
te hebben voor de politieke bericht
geving in de krant. Al die belang
rijke feiten laten de meesten steen
koud. De naam Bardot zegt velen
nog altijd meer dan de naam BidaulL
Een meisie verklaarde het politieke
nieuws bij te houden, „omdat het zo
dom staat, als je niet over een poli
tieke gebeurtenis mee kunt praten".
Anderen zijn beslist niet vóór poli
tiek. Die geven de voorkeur aan
sport. De meest serieuze lezers trek
ken er zowat een half uurtjevoor uit.
Maar dat zijn beslist uitschieters.
Na al die praatjes met jongens en
meisjes hebben we moeten vaststel
len, dat jonge mensen geen kranten
„lezen". Men kan in dit verband
beter spreken over „koppensnellers".
l^en leuk bericht voor alle jonge mensen,
die graag teksten schrijven, met band
recorders omgaan, goed met een muziek
instrument overweg kunnen en nog over
een beetje vrije tijd beschikken. Er bestaat
in Zeeland namelijk belangstelling om over
te gaan tot een oprichting van een jeugd-
omroep, tot de vorming van een afdeling
van AVRO's Minjonomroep. Voordat dit
echter een feit kan zijn moet er een groep
je van minstens vijf jonge mensen zijn ge
vormd. Men heeft voor een Minjon-afde-
ling niet alleen enige reporters een om-
roepster en tekstschrijvers nodig maar
men kan ook een paar Jonge mannen met
technische knobbels en als het kan ook wat
apparatuur gebruiken. Enthousiastelingen
kunnen zich wenden tot Willy Moermond,
Seisweg 216 in Middelburg.
Kleine kinderen staan hun neuzen plat
te drukken tegen een raam in een
van de kleine straatjes in Middel
burg. Nieuwsgierige wandelaars-met-
hondjes komen af op de klanken die door
het straatje klinken. Als ze over de hoof
den van de kinderen heen een blik door
het raam werpen, zien ze een tafereel dat
wel vreemd is voor een rustige middag.
De kleine huiskamer is vol met instrumen
ten, die door zes jongens met ernstige
gezichten worden bespeeld. Plotseling
wordt de vrolijke melodie afgebroken en
ze zien dat de trompettist begint te pra
ten, met zijn handen iets uitlegt. Dan be
gint het weer opnieuw. Steeds vlugger en
vrolijker. De ernst verdwijnt langzamer
hand van de gezichten: ze zijn op dreef.
De banjoman pompt enthousiast met
hoofd en handen, de trompettist
kronkelt zijn lichaam heen en weer,
alsof hij ingehouden lacht om de water-
vlugge, kwebbelende saxofoon. De drum
mer zit aanvankelijk alleen nog wat te
schouderschokken, maar even later als
zijn solo begint lijkt een oerwoud losge
broken. Pats, BOEM, tideddidedidedideDI
DOEM BOEM tiDOEM. Het lijkt wel een
inktvis met tien slingerende grijparmen en
tien stokjes, dan weer iemand die voor
zichtig een heel klein papje roert. Als hij
zijn armen weer heft voor een enorme
explosie, schuift juist een vrouw met een
blad vol dampende thee langs het drum
stel heen... KLETS, DOENG? didi-
DOEM!!!.. ze schijnt er niet van te schrik
ken... het maakt niet de minste indruk.
Hou moed, Anja!" Deze boektitel geeft precies de inhoud aan van deze meis
jesroman. Uit verschillende gesprekken met boekhandelaren bleek, dat de
ze soort boeken, die over het algemeen een wat rozig karakter hebben, bijzon
der in trek zijn by de meisjes van een jaar of achttien. Het zün echt boeken,
waarby men verder niet behoeft na te denken. Misschien komt dat wel, omdat
meisjes zuiver uit ontspanning lezen en er niet bij na willen denken. Overigens
zyn de titels van de echte mcisjesromans vaak byzonder goed gekozen. Bijvoor
beeld: „Je hoort by hem Katrientje", „De kleine vogel van het geluk" en „Op de
drempel van het geluk".
De belangstelling van de jongens van de middelbare school voor de moderne
schrijvers is vrjj groot. Het bleek, dat Mulisch, Claus en Vinkenoog (om maar
even een paar van de bekendsten te noemen), zich in een grote belangstelling
mogen verheugen. Of deze jongelui de boeken van de moderne schrijvers echt uit
interesse lezen valt moeilijk te controleren. We hebben wel de indruk dat velen
ze slechts kopen om er over mee te kunnen praten. Dit is misschien ook het ge
val met de moderne toneelstukken, die tegenwoordig veel worden verkocht.
Geld is wel een van de belangrijkste factoren bij het kopen van boeken. De mees
te jongelui beschikken niet over zoveel geld, dat zij regelmatig een boek in een
dure prijsklasse kunnen kopen. Het blijft daarom meestal bij pockets books of,
als ze eens een meevallertje hebben gehad, een paper back.
De belangstelling voor een bepaald soort boeken bleek verder helemaal niet af
te hangen van de opleiding, die de boeken kopende jongelui volgen of hebben
gevolgd. Vrijwel iedere jongen, die boeken leest, heeft een voorkeur voor detec
tives en oorlogsromans. Uiteraard allemaal in pocketvorm.
Voorts blijkt, dat sommige jongens ook wel belangstelling voor ruimtevaart,
elektronica en dergeiyke hebben. De pockets over deze onderwerpen schijnen
goed te worden verkocht. De jongens, die dergelijke boeken kopen, hebben over
het algemeen echter niet zo veel belangstelling voor andere literatuur.
Daar volgt ook een kleine explicatie van
de naam, die we hieronder in zijn geheel
laten volgen. Een ieder die op school is
geweest en wie is dat niet, leert dat de ri
vier de Missisippi bij New Orleans in zee
uitmondt. Een ieder, die belangstelling
heeft voor jazzmuziek, weet ook, dat de
jazz werd geboren in New Orleans, rond
om de eeuwwisseling. De negers noemden
de Missisippi ook wel de Lazy River (trage
rivier). Dus met andere woorden Lazy Ri
ver Six wil zeggen: zes muzikanten, die de
blanke jazz spelen, die aan de oevers van
de Lazy River werd geboren. (Blanke jazz
wil hier zeggen Dixieland; de negers speel
den in de beginperiode New Orleans Style;
Dixieland is dus eigenlijk een Imitatie
hiervan door blanken). Hun herkennings
melodie is dan ook Lazy River, een com
positie van Hoagy Carmichel.
Op een zondagmiddag in 1961 werd de
band opgericht, maar sindsdien zyn er veel
wyzigingen in de bezetting geweest. Zoals
de band nu optreedt op dansavonden, bals
en carnavalsfeesten, bestaat ze uit de vol
gende musici: Johan Sinke (23 jaar) mo
menteel 's-Gravenhage, bandleider, gita
rist, trompettist; Ronald Hendrikse (16
Jaar), Middelburg, klarinet, tenorsax; Jaap
Koning (21 jaar). Middelburg, banjo,
piano; Nico Leegemaate (22 jaar), Middel
burg, bas; Adri van Wyngen (18 jaar),
Vlissingen, drums; Ben Vreeke (20 jaar),
Souburg, trombonist.
Een volledige traditionele bezetting dus.
En dat is iets heel bijzonders, want daar
mee is The Lazy River Six in Zeeland de
enige Dixielandband met een volledige be
zetting. Het is vooral de perfecte uitvoe
ring van de Dixieland als grote voor-
beeld stelt men zich de Dutch Swing Col
lege Band die de band zo populair heeft
gemaakt in Zeeland.
De „Lazy River Six" tijdens een repetitie.
Op de foto staan slechts vijf musiciaan
gezien Ben Vreekede trombonist, verhin
derd was.
Op de foto staan van rechts naar links:
Jaap Koning, banjo en piano; Ronald Hen
drikse, klarinet en tenorsax; Adrie van
Wijngen, drums; Johan Sinke, leider, trom
pet en gitarist; Nico Leegemaate, bas.
JOHAN SINKE
....ook een bandleider piekert wel eens...
Streng wordt de hand gehouden aan alle
afspraken die Dixieland kent en die zyn
moeiiyker dan men zo op het eerste oog
denkt. Dikwyls krygt men uitnodigingen
om dan hier, dan daar te komen spelen en
zelfs buiten de provincie gaf The Lazy
River Six een optreden. Geregeld verzorgt
de band de dansmuziek voor de Dans-
Soclety in .Middelburg.
Mevrouw Sinke, de moeder van de band
leider is al dat lawaai wel gewend.
Want iedere zondag komen de zes jongens
uitvoerig en erg consciëntieus repeteren.
Het gaat niet vanzelf als je zo bekend wilt
worden als de Dixielandband van Johan
Sinke: THE LAZY RIVER SIX. Nee,
„lazy" moet je beslist niet zijn.
In een uitgebreid schrijven aan de leden
van de Lazy River Six Fanclub lezen we
de wetenswaardigheden en wonderlijke
avonturen van de band, „in een mtjmerend
ogenblik opgetekend door Johan Sinke".
In „De Klapper", het
schoolblad van het
Janseniuslyceum vonden
we een aantal opmerke-
lyke opmerkingen. We
maakten er de volgende
notities over. De zin
„these graceful often
pretty women, resem
bling butterflies" werd
als volgt in het Neder
lands vertaald: deze
gracieuze, dikwijls aar
dige vrouwen, die op bo-
tervliegers leken. Een
leraar Grieks stelde in
een klas een 4 gym
klas nota bene de
vraag: weten jullie ook
welkè bekende koning
in de oudheid een mau
soleum voor zich liet
bouwen. Het antwoord
luidde: „Stalin natuur
lijk!" Leraar verklaart:
„Alle woorden op „naar"
zyn naar, bijvoorbeeld
schuldenaar en moorde
naar. Opmerking van
een leerling: ook woor
den op „raar" zijn raar.
Bijvoorbeeld leraar
Geen lange broeken
Waarom mogen wij
geen lange broe
ken aragen",
vraagt C. M. Dieleman
zich af in „De babbel
kous". het orgaan van
Ie christelijke land-
bouwhuishoudschool te
's-Heer-Arendskerke. Je
verwent jezelf enorm
en je hebt tenslotte geen
weerstand meer, zo
wordt er verteld in dit
artikeltje. Bovendien, zo
stelt de schrijfster vast:
een meisje, dat een leu
ke rok en trui of een ge
zellige jurk aan heeft,
is vrouweiyker en heeft
een charmantere aan
blik, dan iemand die een
hele dag in een lange
broek rondloopt.
Men is op deze huis
houdschool van mening,
dat men er kritisch op
moet toezien, dat de
meisjes er als jonge da
mes uitzien en niet als
jongens.
Rommelig
Het lustrumnummer
van de „Fanaal""
van de vereniging „As-
tra" van het Chnstelyk
Lyceum te Goes is voor
het grootste gedeelte
gewijd aan het lustrum
van de vereniging. De
uitvoering van het blad
is wat rommelig. Een
leerling van deze school
levert in dit nummer
kritiek op de kortgele
den verschenen nieuwe
statuten en huishoude
lijk reglement van „As-
tra". Hij heeft er be
zwaar tegen, dat een en
ander in werking is ge
treden zonder, dat de
leerlingen van iets wis
ten. Volgens de statuten
kunnen alle bedragen,
in statuten of huishou
delijk reglement vastge
steld (dus ook de con-?
tributies) gewijzigd wor
den b(j besluit van het
hoofdbestuur. De schrij
ver van het artikeltje
vindt dat meer een zaak
voor de ledenvergade
ring. We hebben wel het
idee, dat men de macht
van het hoofdbestuur
wat moet gaan beper
ken op het Christelijk
Lyceum. Er zijn meer
voorbeelden bekend van
besturen, die daarvan
misbruik maakten....
„Grote avond"
Kaleidoskoop"
van de Ryks
Kweekschool te
Middelburg viel ons een
stuk op over de „grote
avond". De schrijver
vindt, dat de „grote
avond" een uiting moet
zyn van wat er binnen
de muren van de school
gebeurt. „Uit de aard
van het gebodene moet
biyken, aat het een
avond is, die door een
KWEEKSCHOOL gege
ven wordt, of nog beter:
een avond, die door ON
ZE kweekschool gege
ven wordt! Dat laatste
is niet hoogdravend be
doeld,.... het is toch im
mers zo. Op vorige
avonden liet men dat
niJ. niet duidelyk uitko
men; het hadden net zo
goed h.b.s.-avonden kun
nen zijn". Aldus de
schryver. We zullen hier
maar verder geen com
mentaar op leveren.
Zaterdag 9 maart 1963
OTADSBEIAARDIER W. L. Harthoorn van Goes, klein van stuk,
breedgeschouderd, goedgemutst, bromt gemoedelijk: „Soms is het
of er alleen nog maar Japans in mijn huis wordt gesproken". En
mevrouw Harthoorn knikt instemmend: „Meestal zijn het onbegrij
pelijke klanken". Toch hebben de Goese stadsbeiaardier en zijn vrouw
geen Aziatische kostgangers in huis. Neen, zij doelen alleen maar
op de gesprekken, die hun 19-jarige zoon Hans voert met zijn men
den uit Brabant en Zeeland.
Vooral als Sjaak Geijsen, ook een
Goesenaar, of Wim Goedbloed uit
Halsteren op bezoek zijn, is de discus
sie zo zeer gelardeerd met klanken uit
het verre oosten, dat weinigen het ge
sprek op de voet kunnen volgen. Enfin,
dank zy de foto's by dit stukje hebt U
het al begrepen: de heren spreken dan
over hun hartstocht, judo, soms ook
over jujitsju. En Hans Harthoorn, én
Sjaak Geysen (21), én Wim Geelhoed
(23) ziin zwartebanders, jongens dus,
die het al ontzettend ver in de judo-
sport hebben gebracht.
Er was alle aanleiding om eens rustig,
en vooral rustig, te spreken met de
19-jarige Hans Harhoorn, weliswaar
nog scholier, christelijk lyceum voor
Zeeland, maar opvallend stevig ge
bouwd en met een handdruk als een
fors aangedraaide bankschroef. Na die
handdruk gingen we liever ieder con
flict uit de weg. Trouwens Hans Hart
hoorn behoeft het in zijn sport niet in
de eerste plaats van zijn kracht te
hebben. Dat bewees hij eind februari,
toen hij slaagde voor een judo-examen:
hij werd tweede dan. Met de eveneens
19-jarige tweeling Jan en Peter Snij
ders uit Eindhoven is Hans Harthoorn
de jongste „tweede danner" van Ne
derland. Een opmerkelijke sportman
dus, die hoewel vergelijkingen vaak
niet ODgaan in Zeeland op één lijn
gesteld kan worden met bijvoorbeeld
atleet Hein Cujé, turner Jaap van der
Sande of voetballer Wim Groenewegen.
Het is een lange, lange weg tweede Dan in de judosport. Wie er aan begint,
krygt om zijn ogenschynlijk flodderige, maar zeer doeltreffende kimono een
witte band. Eerst hangen er nog alarmerende rode slipjes aan die band; het be
tekent als in zovele sectoren van het leven: gevaar! Iedere andere judoka weet,
dat hij te doen heeft met een super-beginneling, iemand, die zelfs van het brood
nodige valbreken nog niets of onvoldoende weet.
nog wat verder gebracht: 12e dan. Als
een bijzonder onderscheidingsteken
dragen de 6e, 7e en 8e dan-bezitters
een rood-witte band en de 9e en 10e
dan-houders hebben een rode band. Zo,
nu weet men althans iets van de hië
rarchieke weg in het judo.
Er zijn al heel wat trainingsuurtjes
voor nodig om die rode slipjes van
de witte band te krijgen. Lukt dat, dan
gaat de judoka in eén jarenlange trai
ning steeds een stapje hoger: eerst de
gele band. dan de oranje, vervolgens de
groene, daarna de blauwe, pas dan de
zeer moeilijke bruine en ten slotte de
bijzonder moeilijke zwarte band. In
de judosport spreekt men dan ook: „Ik
ben oranje", of „Ik ben blauw", of „Ik
was toen al zwart".
Pas voor de zwartebanders beginnen
de dan-graden: Goesenaar Sjaak Geij
sen is le dan, Hans Harthoorn dus 2e
dan, evenals Wim Geelhoed uit Hal
steren, wereldkampioen Anton Gee-
sink is 7e dan, een Japanse meneer
Mifune heeft momenteel de hoogste:
de 10e dan. De in de dertiger jaren
overladen oprichter van de judosport
de Japanner Jigoro Kano. had het zelfs
'T'w*
A t
Hans Harthoorn, die ook aan handbal,
zwemmen, zeilen, volleybal en basket
bal gedaan heeft of nog doet, is eigen
lijk als een wervelwind door al die
judograden gedwarreld. „Ik was 13
jaar toen ik er mee begon, ja bij Felix
Jansen", weet hy. De stap van cie wit
te naar de gele band duurde nog het
langst: één jaar. Maar daarentegen
maakte hij de moeilijke stap van de
blauwe naar de bruine band vrij snel:
in acht maanden. „En toen ik 17 was,
werd ik zwart", aldus de Goese scho
lier. Op de minimumleeftijd, die daar
voor gesteld is, behaalde hij zijn 2e dan.
eemaal heeft hij al tegen Anton Geeslnk op de mat gestaan. „Maar dat Is
geen bijzonderheid", kleineert hij zelf, „want Geesink neemt dan in een com
petitie-speciaal achtereenvolgens zo'n 20 tegenstanders voor zyn rekening". In
Roosendaal bleef Hans overigens het langst staande tegen reus Geesink. „Dat
was genade van Geesink", zegt Harthoorn er zelf van. Opmerkelijk feit: deze
Zeeuwse jukoda, die met flitsende reacties gebruik maakt van kleine aarzelin
gen, kleine evenwïchtsfoutjes van de tegenstander, is afgekeurd voor militaire
dienst wegens een lui oog
Hans Harthoorn gaat van het judo
zijn beroep maken. „Als ik slaag,
ga ik naar de Academie voor Licha
melijke Opvoeding in Den Haag. Dan
kan ik dus gymnastiekleraar m.o. wor
den en dan neem ik er nog een cursus
by om ook judoleraar te worden". Nu
al geeft Hans Harthoorn les: aan men
sen van de rijkspolitie en aan de judo
afdeling van de Goese sportclub Ro-
bur. Hans. die veel traint met Sjaak
Geijsen, is onlangs derde dan gewor
den bij de Zuidnederlandse kampioen
schappen middengewicht.
Zoals in het begin al gezegd Is: in de
judosport wordt een vloedstroom van
Japanse woorden gebruikt. Mede daar
door Is er misschien wel eens onbe
grip rond het judo. Hein Essink, de
bekende judoka, schrijft in zijn Else-
viers judo-boek onder andere: Judo is
niet-alleen-maar-zelfverdediglng en
geen patent tegen aanrandingen. Het
is zeker geen verzameling van slinkse
grepen en louche trucs. Judo is een
eerlijke, gezonde sport, meer van be
hendigheid dan van kracht. Het vraagt
en geeft zelfbeheersing, fantasie en
durf". Ook in Zeeland trekt deze sport
steeds meer aanhangers. Maar slechts
de uitzonderingen brengen het zover
als Hans Harthoorn.
Bij de foto's: Met een uitstekende techniek demonstreert Hans Harthoorn hier
enkele details van het judo. Men ziet hem in actie tijdens het valbreken en op
de andere velt hij zijn tegenstander Wim Geelhoed uit Halsteren met een vijf
tiende beenworp. „Ashi Guruma is mijn specialiteit", zegt Hans er zelf van en
daarmee bedoelt hij dan een vijftiende beenworp. (Foto's P.Z.C.).