Zuster L. de Graag in Groede leidt kraamverzorgsters op Ciw '"pagina /Heozótitv KINDERKRANT DOUCHE IN AMERIKAANSE LICHTGEWICHTCABINE 01 f LETTEN WIJ WEL GENOEG OP DE PRIJZEN? i Dit simpele, gebreide jurkje <VH VRIJDAG 22 FEBRUARI 1963 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT LOSLATEN ALTIJD EVEN MOEILIJK" (Van onze redactrice) T'oen ik in 1946 solliciteerde v naar de functie van leid ster-docente aan één van de nieuw op te richten kraamcen- tra van het Groene Kruis moest dit werk nog helemaal van de grond komen. Ik had dus maar een heel vaag idee van de werk zaamheden, die ik eventueel zou krijgen te doen", aldus zuster L. de Graag, leidster-docente van het Centrum Kraamzorg van de gezamenlijke Groene Kruisverenigingen in West- Zeeuwsch-Vlaanderen. Een beetje peinzend voegde ze hier aan toe, dat het begin helemaal niet gemakkelijk was, „maar gelukkig had ik veel medewer king van het bestuur en geleide lijk aan werd het werk in vaste banen geleid. Ik vind het heel plezierig en heel interessant". Zuster De Graag woont in Groede in een heel moderne, splinternieuwe bungalow, haar eerste echte en eigen huis. Wat houdt dat in, leidster-docen te aan een kraamcentrum "zijn?" „Wel, de naam zegt het eigenlijk al; leidster én docente zijn. Ilc geef les Zuster L. de Graag: De administratie is veelomvattend en vergt veel tijd. aan adspirant-kraam verzorgsters (leeftijd van 18 tot 40 jaar) ih de Vs_ (Van onze medewerkster) Aver het feit dat de Nederlanders hun reputatie van „schoonste volk ter wereld" alleen maar verdie nen omdat ze hun huizen zo keurig netjes houden en beslist niet als com pliment voor hun „persoonlijke hy giëne", valt volgens hygiënedeskun- digen niet te twisten. Dat neemt niet weg dat er op dit terrein na de twee de wereldoorlog ongetwijfeld wel veel verbeterd is, dank zij de bouw van moderne woningen waarin vanzelf sprekend een badgelegenheid wordt gemaakt, dank zij de hygiënische voorlichting ook. Maar duizenden gezinnen leven in oude huizen of in gedeelten van wo ningen waarin geen badkamer aan wezig is en waar het bouwen van een douchecel vaak onmogelijk is of veel te kostbaar wordt. Voor sommigen van hen zijn de „losse douchecabi nes" een uitkomst en de nieuwste versie van dit apparaat is onlangs in Amerika op de markt gebracht. Het is een uit één stuk geperste lichtge wichtcabine die op elke plaats kan worden neergezet waar de wanden van het huis houvast geven. Wel moet de cabine een definitieve plaats in huis krijgen voor aan- en afvoer van water. Het materiaal is een met glasvezel versterkte plastic cabine en de voordelen van zo'n ééndelige con structie zijn onder meer dat men geen tegelbreuk, scheuren of lekkage hoeft te vrezen. De drempel is extra hoog, niet alleen als voorzorgsmaat regel tegen het water dat van het douchegordijn afloopt, maar ook om dat men dank zij die hoge drempel van het douche-interieur een (kleine) badkuip kan maken. Een zeepbakje en een grypstang worden als acces soires bijgeleverd, de afmetingen van de cabine zijn 1,35 bij 1 bij 2,30 me ter. Een uitgesproken nouveauté is deze Amerikaanse badcabine overi gens niet. Ook in Nederland zag men ze enkele jaren geleden al, zij het van conventioneler materiaal. Men treft ze in ons land wel aan in hotelka mers waar ze meestal naast de vaste wastafel worden geplaatst. Ook voor niet te kleine slaapkamers en flinke keukens kunnen zulke losse douche cabines vaak een oplossing van het -- C'-: - - verzorging van de kraamvrouw en de baby. Voor de andere lessen zijn er een arts en een kinderarts. Ook ga ik met de leerlingen, die de theorie lessen achter de rug hebben, mee de praktijk in. De leerlingen moeten na melijk 180 verzorgingsdagen met daarbij 15 bevallingen hebben, eer zij het diploma krijgen. Bij de eerste be valling assisteer ik alleen terwijl zij toekijkt en langzamerhand gaat de leerling het doen, tot ik zeker weet dat ik het werk met een gerust hart aan haar. kan overlaten. Daarnaast heb ik dus de controle op leerlingen en gediplomeerde kraam verzorgsters, de prenatale bezoeken van aanstaande moeders in heel West-Zeeuwsch-Vlaanderen, voor bui tenaf wonende moeders ga ik vaak en route even op huisbezoek en zij bellen ook wel op om bij my bul ten de spreekuren om even langs te komen als ze toch in Groede zyn. Tenslotte is er dan nog de zeer om vangrijke administratie van patiën ten (inkomsten en uitgaven), de con sulten plus de loonadministratie van de kraamverzorgsters. Dat ik spreek uren houd zult U wel begrepen heb ben". Hoe ilc in deze functie in Groede ben terecht gekomen? Toevallig in de beide betekenissen van het woord. Voor de oorlog ben ik naar het Coolsingelziekenhuis in Rotter dam gegaan als leerling-verpleeg ster. (Zuster De Graag is geboren Zeeuwse, ze zag het levenslicht in Wilhelminadorp). Net toen ik exa men als verpleegster zou doen werd het ziekenhuis gebombardeerd. Ik haalde mijn verpleegstersdiploma toen een half jaar later, winter 1940 dus. Na de oorlog kwam ik terecht in Goes, waar ik even heb geparticu- licrd en onder meer zes weken de vvylc heb waargenomen. Toen vroe gen ze mjj of Ik wilde solliciteren naar een functie van leidster-docente aan één van de kraamcentra. Ik wist niet waar ik terecht zou komen en ik wist niet veel over de opzet van het werk. Nu zit ik hier. Het werk was trouwens niet al leen nieuw voor mij, maar ook voor de mensen hier. De bevallingen werden gedaan door de baker en men vond deze veranderingen nou echt niet zo noodzakelijk. Ook met de opleidli zierig. Er bestaat i v... belangstelling voor de opleiding tot kraamverzorgster. De toelatingseis- is eigenlijk afieen maar lagere school, maar huishoud- of ulo-onderwijs is natuurlijk wel prettig. Eigenlijk heeft zuster De Graag een beetje een dubbele taak. Want over dag heeft ze haar gewone werk, maar het gebeurt dus ook nogal eens, dat ze 's nachts het bed uitmoet, óf om met een leerlinge mee te gaan naar een bevalling, óf om een leer linge of kraamverzorgster naar de kraamvrouw te brengen, als er op dat moment geen taxi te kr" Zuster De Graag beschiet woordig namelijk over een eerste jaren heeft ze haar patiënten per fiets bezocht. Gewetensvraag aan huisvrouw: Dan bedenkt men tweemaal, (Van onze medewerkster) Voor een flink deel der Nederlandse huisvrouwen heeft de vorstperiode wel licht als concreet resultaat gehad dat zy meer „prijsbewust" zijn gewor den. Min of meer noodgedwongen want als alle huishoudelijke rekeningen (die van brandstof, elektriciteit en gas voorop) plotseling een sprong naar boven maken zoals dat in de koudeperiode het geval was, móet men op zeker ogenblik wel gaan rekenen. Ook degenen die een voor normale tijden redelijk inkomen heeft dat wel een stootje kan hebbenWant wanneer aan alle kanten de prijzen met centjes en dubbeltjes gaan stygen maken al die klein tjes één heel grote extrapost op het huishoudbudget! zich minstens alvorens eenvyfen- twintig neer te tellen voor een pot appelmoes die totdantoe constant tweeënzeventig cent kostte. In de eerste verbijstering van het ogenblik zwichten zachtmoedige zielen mis schien tóch voor het zonder blikken of blozen geleverd argument van de groenteman, dat „de appelmoes duur der is geworden omdat de verse groente zo schaars is". Maar op weg naar huis waagt men dan allicht eens een oogje aan andere etalages, om te ontdekken dat het betreffende geval van prijsstijging toch wel aar dig buiten de proporties ligt. Voor de oplettende hulsvrouw, een maal gealarmeerd, vallen er dan nog veel meer prijsverschillen te consta teren die haar in normale tijden niet opvallen. Toch zijn ze er in normale tijden ook alleen is het dan vaak een kwestie van een aantal centen of een dubbeltje, terwijl het in perioden van schaarste en aanvoersmoeilijkhe- den zoals ze door de strenge winter werden veroorzaakt, minstens om dubbeltjes- en vaak om kwartjesver- schil gaat. Daardoor is in de achter on3 lig gende weken menige huisvrouw tot „prijzen vergelyken" gekomen, en ze zal misschien met een schuldbe wust gevoel ontdekt hebben dat ze dit totnutoe veel te weinig deed. Het zal ook wel een beetje de schuld zijn van „de welvaart" wat die al niet op het geweten heeft! maar het huishoudgeld wordt nu eenmaal op het ogenblik gemakkelijk uitgegeven, er is zoveel dat men wil hebben (of móet hebben) en wellicht speelt voor sommige vrouwen een bepaalde vorm van „status" een woordje mee: zij hebben het zó goed, zij hoeven geen twee straten verder te lopen omdat i dubbeltje' krijgen is. \t tegen- auto; de anders willen. Het is werk met ups en downs. De zelfstandigheid van mijn werk is heel fijn. Ik heb daarbij uiteraard een grote mate van verantwoordelijkheid. In een zieken huis zou ik niet zo gemakkelijk meer wennen. Daar ben je doorgaans niet zelfstandig en ook draag je de verantwoordelijkheid zelden alleen. Nee, ik ben nooit zenuwachtig, als ik een leerling voor het eerst alleen naar de bevalfing laat gaan. Ik weet, dat ze het dan kan, en bovendien, de dokter is er dan toch bij! Wel vind Ik het steeds weer even moei lijk me terug te trekken. Niet om dat ik denk, dat het zonder mi) niet gaat. nee, maar het is ev-n een vreemd gevoel, omdat je ze hebt opgeleid, je laat ze los en je vindt ze zelfstandig terug. Zuster De Graag heeft sinds 1946 dus sinds ze in Groede kwam, onge veer veertig kraamverzorgsters op geleid. „Ik ben heel goed te spreken over onze kraamverzorgsters", zegt „Nou, dat durf ik niet te zeggen. Ik hoop hét van harte!", zegt zuster De Graag. zelfde soort jam t goedkoper zijn....... MatCr voornamelijk komt het „gebrek aan prijsbewustheid" toch wel neer op een te weinig-kritische instelling van de doorsnee-huisvrouw- Ze moet worden wakker geschud door abnor male omstandigheden zoals een ri goureuze winter, of om een andere sector van het huishoudelijk terrein aan te boren door prijzenoorlogjes met als inzet bepaalde elektrische huishoudapparaten. Pas dan krygt ze het idee dat ze by haar aankopen misschien wel eens vaker „beetgeno men" „wordt dan ze denkt Natuurlijk: wie huishoudjam koopt inplaats van „prima marmelade", is goedkoper uit maar ze eet dan ook huishoudjam op haar brood. Wie ech ter de moeite neemt om twee ver schillende merken „prima marmela de" waartussen het prijsverschil ruim dertig cent bedraagt! met elkaar in smaak te vergelijken en dan te ontdekken dat in die smaak geen cent verschil valt te bespeuren: .die mag voor zichzelf gerust het ge voel hebben dat ze kritisch te werk gaat bij de besteding van het huis- houdge d. Want het prijzen vergelij ken heert alleen zin, wanneer ook de produkten vergeleken worden. kele maanden geleden ook nog weer eens ter sprake geweest in een hoofd- besturenby eenkomst van de Neder landse Huishoudraad. Daar werd nog eens vastgesteld dat de huisvrouw eigenlijk een heel bijzonder soort con sument is: als regel zjjn werken en consumeren tegengesteld, maar voor de. huisvrouw is consumeren (lees: consumptiegoederen kopen) een deel van haar werk. Iets dat ze dus niet uitsluitend voor haar plezier kan doen, maar waarbij ze een zekere verplichting tot rationaliteit heeft. Daarom is men pas een goed huis vrouw als men ook een kritisch con- sumente is: een kpei hoofd en een kritische instelling zijn onmisbaar! Dat koele hoofd is nogal eens afwe zig: de N.H.R. merkt het dagelijks aan de „colportageklachten". Te vaak meent men nog dat „alle waar wel naar z'n geld zal zijn" (zo'n heer lijk ouderwets spreekwoord uit grootmoeders tijd dat echter lang ZIJDE in het STOFFENPALEIS ZUIVER ZIJDE, in 25 zeer aparte dessins, 90 cm br., 12,90, 14,90, 16,90. TWILL- EN SURAHZIJDE, in vele kleuren en c br., 4,90, 5,90. Burda en Vogue KNIPPATRONEN. -GOES, LANGE K TERNEUZEN, NIEUWSTRAAT 6-8 LANGE KERKSTRAAT 44 koop"). „goedkoop is' duur- Te vaak denkt men ook dat alles wat verkocht wordt, ook wel ongevaarlijk zal zyn; hierbij denkt de N.H.R. in het bijzonder aan elektrische appara ten zoals een bepaald soort espresso koffiepotten, elektrische gasaanste- kers, goedkope koffiemolens, goed kope elektrische dekens zonder transformator. Een onveiligheid waaraan uiteraard in de eerste plaats van hogerhand paal en perk zou moeten worden ge steld. Maar daarnaast zou, zo meent de N.H.R., de huisvrouw veel meer zelf haar verstand kunnen gebruiken, met steun van de mogelijkheden die de wet voorschrijft en die bepaalde instanties haar bieden: warenwet, rjkwet en diverse voorlichtingsinstan ties. Naast deze opwekking om kritisch ten aanzien van allerlei goederen te zijn, plaatst bok de Huishoudraad een opwekking om bovendien kri tisch op prijzen te zijn. „Het is be slist de moeite waard op de prijsver schillen van de dagelijkse behoeften in de verschillende winkels te letten: zie de situatie van vorige zomer toen de huisvrouw aangewezen was op vervangingsartikelen voor de aard appel. De prijzen voor macaroni, rijst, peulvruchten en andere vervan gingsartikelen varieerden toen zelfs met vyftig of meer procent! Ook daarom blijft de N.H.R. hameren op een algehele en duidelijke prijsaan duiding in winkels en etalages. Maar daarbij heeft ze de steun van de Ne derlandse huisvrouw nodig, die deze steun kan leveren „door kritisch te staan tegenover haar consumenten- taak en de geboden mogelijkheden tot verstandig kopen zoveel mogelijk te gebruiken." (Van onze medewerkster) In modebeschouwingen wordt vaak zo allercharmanst geschreven over „het simpele zwarte jurkje" dat elke Frangaise zou bezitten. Zo'n simpel zwart jurkje (petite robe noir) moet dan jaren kunnen meegaan en het mag geen andere pretenties hebben dan een „tijdloos" model en een voortreffelijk ma teriaal. Equivalent van dat „kleine zwarte jurkje" lijkt het „simpele gebreide jurkje" te zullen worden. Basis voor de voorjaars- en zomergarderobe namelijk moet volgens sommige Franse ontwerpers een eenvoudig tricotjaponnetje zyn dat op alle uren van de dag kan worden gedragen. Er valt veel voor te zeggen om zo'n gebreid kledingstuk als basis voor de zomergarderobe te nemen! Hoe vaak zitten vrouwen 's avonds in hun vakan tieoord niet te kleumen in een stralende zomerjapon; de tricötjapon vormt de gulden middenweg; al is hij mouwloos en wat zomers van model, hij geeft toch een gevoel van grote behaaglijkheid en wat meer is hij kan niet kreu ken, is althans snel-kreukherstellend. Rood en blauw zijn de kleuren die „eruit springen" by het tricot voorjaars jurkje van 1963. Rood dat soms zweemt naar de kleur van rijpe tomaten, blauw dat voornamelijk rondom de tint marine schommelt. Mouwloze jurkjes hebben een glad rood lijfje, gezet op een marineblauwe gladde rok; omge keerd kan het ook een rode rok zijn waarop een blauw Lijfje met korte mouw wordt gezet. Effen japonnetjes worden soms in een fantasieweefsel gebreid, sportief zyn jurkjes waarin het rood als voornaamste kleur door witte en blauwe biezen wordt afgewisseld. Het japonnetje mag ook zachtgrys zyn, met „valse" opgenaaide zakjes ter garnering, het mag een hoge taille heb ben en in een combinatie van rood en beige (met effen beige rugpand) zyn uitgevoerd. Beige met een biesjesgarnering in blauw en rood doet ook heel aardig aan. En wie zelf het voorjaarsjurkje wil breien, is zéér „en vogue" wanneer ze het in drie kleuren breit, verwerkt in dwarsstrepen. De jurk moet wel mouwloos zyn en mag als enige garnering een uiterst smal ceintuurtje en een drie- of meerrijlge ketting van grote kralen hebben. Vxieine wcfenswziarMcjhedeiv nPijdens een vorstperiode kan het 1 gobeu - - - - gebeuren, dat in de groentewin- Resultaat: ze groeiden even flink als baby's die een flesje kregen dat tot lichaamstemperatuur was verwarmd. Ze aten evenveel, sliepen als rozen en hun gewichtstabellen vertoonden een even snel opgaande lijn als die van andere „collega's". Mochten er huismoeders zijn wat te betwijfelen valt! die dit revolu tionair-lijkend advies onverwyid in de babyverzorging willen gaan toepas sen, dan kunnen zij zich per jaar 150 arbeidsuren besparen die nu besteed worden aan het opwarmen van fles jes. Voor de gezamenlijke Nederland se moeders er worden per jaar zo'n 250.000 baby's in ons land gebo ren zou dat neerkomen op een be sparing van 38 miljoen uur per jaar. Of Nederlandse artsen echter ook zo Amerikaans zullen denken M da wereld feruq ira vir T/c houd het nietik houd het niet", dat was het enige J) wat Mira Merel nog denken kon. Een hele winter lang had ze het volgehouden. Tegen de felle oostenwind in, tegen de stuifsneeuw die haar oogjes verblindde, tegen het ijs dat alles overdekte in, Mirva Merel had 't volgehouden. Weggedoken in haar zwarte verenpakje, of rondscharre lend in de tuinen bij de mensen, aldoor had ze tegen zich zelf gezegd: „wacht maar, na de wind, sneeuw en het ijs komt er een andere tijd, de tijd van de merels. Advertentie kels op zeker ogenblik groenten lig gen die „een tik van de koude" heb ben gekregen. Dnt kan byvoorheeld het geval zyn met Brussels lof, een groente die weliswaar by het kweken weinig van de koude te lyden heeft, maar soms tijdens het vervoer op het punt van bevriezen raakt. Resultaat: een bittere smaak aan het lof, die er ook by het koken niet afgaat. Wél by het toepassen van het volgende recept dat een beproefd middel zou zijn om de groente van z'n bittere smaak te bevrijden: neem voor vier personen een kilo lof, snijd de stron ken over de lengte In vieren en haal dc bittere kern eruit. Smelt In een bakpan twee eetlepels boter en twee eetlepels olie, doe er een paar stukjes foelie en een mespunt kerrie by en hak liet schoongewassen lof eventjes hierin. De groente mag vooral niet bruin worden! Voeg er zout en wat water aan toe en laat het lof een half uur (by dikke stronkjes iets langer) op een laag pitje stoven. De groente schotel kan voor het opdienen met geraspte kaas worden bestrooid, er kan kalfsvlees by gegeten worden of aardappelpuree waardoor een paai ons fyngesneden liarn wordt geroerd Af en toe doet Iemand een ontdek king waardoor tradities en ge woonten van jaren her radicaal om ver worden gegooid. Zoals die ont dekking door een bekend Newyork.- kinderarts die aan het experimente ren is geweest met de temperatuui van babyvoeding en ais zijn mening 1 te kennen geeft, dat baby's flesje ge- TEGEN HOEST EN rust koud mag zyn. Tydens zyn on- derzoek werden te vroeg geboren zuigelingen gevoed met voedsel, dat rechtstreeks uit de koelkast kwam. i LPIJN Ik weet precies hoe het gaan zal: het ys zal smelten, de sneeuw zal in beekjes over padenspoelen en de wind zal draaien. Alles komt terug en ik zal ontdekken dat er trillertjes in mijn keel zitten die er hoog no dig uitmoeten. Dat had ze tegen zichzelf gezegd en geloofd, een hele winter lang. En nu? Nu was het ijs aan het smelten, de sneeuw spoelde over de paadjes als water en de wind was gedraald. Maar het had te lang geduurd; voor Mira Merel tenminste. Ilaar maagje was een groot hol gat onder haar dunne verenpakje en in haar keel wilde geen trillertje komen. „Ik houd het niet", dacht ze alleen nog maar, „en de wereld houdt het ook niet meer. De hele wereld spoelt weg in modder en er komt nooit meer groen, groen, groen". Als een rafelig zwart lapje bleef ze liggen op het hooi in de hooiberg, waar ze hel laatste beetje warmte had •gezocht, dat er te vinden was. Ze wist van niets meer ze fladderde niet weg toen de boer met zijn kruiwagen kwam, ze schoof niet opzij, toen de boer zyn hooivork in het hooi stak, ze trilde niet eens toen ze met een berg hooi werd opgestoken en toen tussen het hooi op de kruiwagen werd wegge reden. „Kijk ik nou eens tussen myn hooi vinden!", riep Roosje de koe die haar zachte neus in hét hooi stak dat de boer haar bracht. Alle andere koeien in de stal draaiden hun koppen ver wonderd om. „Hé, hé", zei Roosjes buur vrouw Koosje, „eindelijk ge beurt er eens iets". „Vertel gauw wat je gevonden hebt,- Roosje!" „Een merel!", riep Roosje en tegeiyk herhaal den alle koeien vroiyk: „een merelRoosje heeft een me rel in het hooi gevonden. Zie je, er bestaat toch nog Iets bulten de stal! We dachten dat de wereld was afgelopen en dat er alleen nog maar stal was". „Ja, maar", zei Roosje die met haar grote zwarte ogen die merel nu eens van heel dichtby bekeek, „ik weet toch niet of het wel dezelfde merel is als die wij kennen. Merels hebben trillertjes in hun keel. Maar deze... deze doet niets. Het lijkt wel of ze in slaap gevallen ls". Het lachen hield meteen op. „Oei", zei Toosje, een ande re zwart-bonte, „misschien was dit wel de laatste merel van de wereld. Misschien is het met haar wel allemaal afgelopen en is er nu niets meer". Daar waren de twee rijen koeien die tegenover elkaar in de stal stonden, helemaal stil van. En in die diepe stilte, waar in je alleen nog maar het zuchten en het gesnuf van de treurige koeien hoorde, kwam Mira de merel weer een beetje by. Ze hield haar oogjes nog dicht omdat ze het niet durfde geloven: de lucht om haar heen was warm en zonder wind; je kon de 'zomer ruiken: hooi en koeien. „Koeien", dacht ze, „ik was bijna vergeten dat er koeien bestonden. Maar natuurlijk: ze horen by de wereld en de zomer. Zou ik dromen?" Voorzichtig deed ze haar oogjes open. Het was waar; van alle kanten keken haar nieuwsgierige koeien aan. Maar waar was de zon en waarom was de wereld zo donker? En waarom keken die koeien zo treurig? „Is dit de wereld?", vroeg Mira aan de koe die het dichtst bij was. „Nee", schudde Roosje, „dit is de wereld niet. De wereld be staat niet meer. Dit is stal. Er bestaat alleen nog maar stal". „Toch is de stal byna zo fyn als de wereld", zei Mira. „O", zei Roosje, je f hpor. Daar verder op liggen graantjes genoeg. De kippen hebben voor de warmte hun nachthol in on ze stal. En van ons eten is er ook wei wat biy ven «lig gen. Eet je bulk maar vol, hoor". Nou, dat liet Mira zich geen twee keer zeggen. Ze at haar buik vol aan de graantjes. „Weet je wat ik geloof?", zei ze opeens, „ik geloof dat ik trillertjes in mijn keel voel. Ze moeten eruit. Vind je het goed dat ik ze eruit laat?" „Ga je gang", loeide Roosje, „als jy zin hebt om te zin gen terwijl de wereld is op gehouden, moet je het zelf maar weten". „Maar weet je het wel ze ker?", vroeg Mira. „ik kan me niet voorstellen dat het zo is". „Nee", schudden alle koei en, „in de wereld gebeurt altijd iets. Dit kan de we reld niet zyn". „Ik ga op zoek!", tsjilpte Mira, „ik ga op zoek naar iets dat gebeuren kan. En Als het gebeurt zullen jullie toch geloven dat dit de wereld is, hé?" „Dom klein ding", zuchtten de koeien, maar ze keken Mira toch na, toen ze begon rond te fladderen door de stal. Ze zocht eerst even tussen de stoffige balken of daar mis schien iets was dat gebeuren kon. Ze vond er alleen maar spinnen en muizen, spinnen en muizen. Hoe lan ger ze zocht en luisterde naar het diepe zuchten van de koeien, hoe minder tril lertjes ze voelde, Toen ze heel moe neerstreek in het hooi was er niet één triller tje over. De koeien keken haar met ogen aan van „zie je nou wel, dom klein ding?" En net op dat ogenblik dat Mira dacht: „het is waar, er is geen wereld meer", ging de staldeur open en duwde de boer een schaap naar binnen. „Nou", zeiden de koeien, „wil je nog meer bewyzen? Daar hebben we Maartje Schaap ook weer terug". „Hoe is het buiten, Maart- je?", vroegen ze haar in het voorbijgaan. Maartje schud de haar kop en fluisterde: „niets gedaan". Ze trok zich in een hoek van de stal op een hoop stroo terug en niemand zei meer iets. Ook Mira Merel niet die het nu wel met de koeien eens was. Het werd nu helemaal donker in de stal en uren lang hoorde je niets anders dan het zuch ten of het hardop dromen, van de koeien, de kippen in het nachthok en de mui zen op de balken. Mira droomde ook: ze droomde dat ze op zoek was naar nieuw gras, nieuwe bloemen of een nieuw dier. Maar zelfs in haar droom vond ze ze niet en even treurig als ze was ingeslapen werd ze wakker. Maar toén! „Kom toch, kom toch eens kijken!" blaatte een vrolijke stem in de hoek van de stal, „kyk toch eens wat er gebeurt is!" Mira, die haar vleugeltjes spreid de en naar de hoek vloog, zag het 't eerste: een lam metje, een prachtig wit wollen lammetje keek met glanzende oogjes de wereld in naast haar moeder Maar tje, die maar niet op kon houden met roepen: „er is iets gebeurd! Er is iets ge beurd!" En terwyl iedereen alle sombere gedachten van zich afschudde en met grote o- ,gen naar het nieuwe dier keek, voelde Mira hoe haar keel vol trillertjes schoot. Als een feestlied klonk het langs de muren van de stal en het leek wel of ze er de zon mee wakker zong. want voor het eerst na .al die donkere dagen gleed een straaltje zon door één van de raampjes naar binnen. „De zon!", juichten de koei en. En Mira Merel vertelde het met een keel vol triller tjes, zodat je wel luisteren moest of je wilde of niet. Mies Bouhuys.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 9