Zuster L. de Graag in Groede
leidt kraamverzorgsters op
Ciw '"pagina
/Heozótitv
KINDERKRANT
DOUCHE IN AMERIKAANSE
LICHTGEWICHTCABINE
01
f
LETTEN WIJ WEL GENOEG OP DE PRIJZEN?
i
Dit simpele, gebreide jurkje
<VH
VRIJDAG 22 FEBRUARI 1963
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
LOSLATEN ALTIJD
EVEN MOEILIJK"
(Van onze redactrice)
T'oen ik in 1946 solliciteerde
v naar de functie van leid
ster-docente aan één van de
nieuw op te richten kraamcen-
tra van het Groene Kruis moest
dit werk nog helemaal van de
grond komen. Ik had dus maar
een heel vaag idee van de werk
zaamheden, die ik eventueel zou
krijgen te doen", aldus zuster
L. de Graag, leidster-docente
van het Centrum Kraamzorg
van de gezamenlijke Groene
Kruisverenigingen in West-
Zeeuwsch-Vlaanderen. Een
beetje peinzend voegde ze hier
aan toe, dat het begin helemaal
niet gemakkelijk was, „maar
gelukkig had ik veel medewer
king van het bestuur en geleide
lijk aan werd het werk in vaste
banen geleid. Ik vind het heel
plezierig en heel interessant".
Zuster De Graag woont in
Groede in een heel moderne,
splinternieuwe bungalow, haar
eerste echte en eigen huis.
Wat houdt dat in, leidster-docen
te aan een kraamcentrum
"zijn?"
„Wel, de naam zegt het eigenlijk al;
leidster én docente zijn. Ilc geef les Zuster L. de Graag: De administratie is veelomvattend en vergt veel tijd.
aan adspirant-kraam verzorgsters
(leeftijd van 18 tot 40 jaar) ih de
Vs_
(Van onze medewerkster)
Aver het feit dat de Nederlanders
hun reputatie van „schoonste
volk ter wereld" alleen maar verdie
nen omdat ze hun huizen zo keurig
netjes houden en beslist niet als com
pliment voor hun „persoonlijke hy
giëne", valt volgens hygiënedeskun-
digen niet te twisten. Dat neemt niet
weg dat er op dit terrein na de twee
de wereldoorlog ongetwijfeld wel veel
verbeterd is, dank zij de bouw van
moderne woningen waarin vanzelf
sprekend een badgelegenheid wordt
gemaakt, dank zij de hygiënische
voorlichting ook.
Maar duizenden gezinnen leven in
oude huizen of in gedeelten van wo
ningen waarin geen badkamer aan
wezig is en waar het bouwen van een
douchecel vaak onmogelijk is of veel
te kostbaar wordt. Voor sommigen
van hen zijn de „losse douchecabi
nes" een uitkomst en de nieuwste
versie van dit apparaat is onlangs in
Amerika op de markt gebracht. Het
is een uit één stuk geperste lichtge
wichtcabine die op elke plaats kan
worden neergezet waar de wanden
van het huis houvast geven. Wel
moet de cabine een definitieve plaats
in huis krijgen voor aan- en afvoer
van water. Het materiaal is een met
glasvezel versterkte plastic cabine en
de voordelen van zo'n ééndelige con
structie zijn onder meer dat men
geen tegelbreuk, scheuren of lekkage
hoeft te vrezen. De drempel is extra
hoog, niet alleen als voorzorgsmaat
regel tegen het water dat van het
douchegordijn afloopt, maar ook om
dat men dank zij die hoge drempel
van het douche-interieur een (kleine)
badkuip kan maken. Een zeepbakje
en een grypstang worden als acces
soires bijgeleverd, de afmetingen van
de cabine zijn 1,35 bij 1 bij 2,30 me
ter. Een uitgesproken nouveauté is
deze Amerikaanse badcabine overi
gens niet. Ook in Nederland zag men
ze enkele jaren geleden al, zij het van
conventioneler materiaal. Men treft
ze in ons land wel aan in hotelka
mers waar ze meestal naast de vaste
wastafel worden geplaatst. Ook voor
niet te kleine slaapkamers en flinke
keukens kunnen zulke losse douche
cabines vaak een oplossing van het
--
C'-: -
-
verzorging van de kraamvrouw en de
baby. Voor de andere lessen zijn er
een arts en een kinderarts. Ook ga
ik met de leerlingen, die de theorie
lessen achter de rug hebben, mee de
praktijk in. De leerlingen moeten na
melijk 180 verzorgingsdagen met
daarbij 15 bevallingen hebben, eer zij
het diploma krijgen. Bij de eerste be
valling assisteer ik alleen terwijl zij
toekijkt en langzamerhand gaat de
leerling het doen, tot ik zeker weet
dat ik het werk met een gerust hart
aan haar. kan overlaten.
Daarnaast heb ik dus de controle op
leerlingen en gediplomeerde kraam
verzorgsters, de prenatale bezoeken
van aanstaande moeders in heel
West-Zeeuwsch-Vlaanderen, voor bui
tenaf wonende moeders ga ik vaak
en route even op huisbezoek en zij
bellen ook wel op om bij my bul
ten de spreekuren om even langs
te komen als ze toch in Groede zyn.
Tenslotte is er dan nog de zeer om
vangrijke administratie van patiën
ten (inkomsten en uitgaven), de con
sulten plus de loonadministratie van
de kraamverzorgsters. Dat ik spreek
uren houd zult U wel begrepen heb
ben".
Hoe ilc in deze functie in Groede
ben terecht gekomen? Toevallig
in de beide betekenissen van het
woord. Voor de oorlog ben ik naar
het Coolsingelziekenhuis in Rotter
dam gegaan als leerling-verpleeg
ster. (Zuster De Graag is geboren
Zeeuwse, ze zag het levenslicht in
Wilhelminadorp). Net toen ik exa
men als verpleegster zou doen werd
het ziekenhuis gebombardeerd. Ik
haalde mijn verpleegstersdiploma
toen een half jaar later, winter 1940
dus.
Na de oorlog kwam ik terecht in
Goes, waar ik even heb geparticu-
licrd en onder meer zes weken de
vvylc heb waargenomen. Toen vroe
gen ze mjj of Ik wilde solliciteren
naar een functie van leidster-docente
aan één van de kraamcentra. Ik wist
niet waar ik terecht zou komen en
ik wist niet veel over de opzet van
het werk. Nu zit ik hier.
Het werk was trouwens niet al
leen nieuw voor mij, maar ook
voor de mensen hier. De bevallingen
werden gedaan door de baker en men
vond deze veranderingen nou echt
niet zo noodzakelijk.
Ook met de opleidli
zierig. Er bestaat i v...
belangstelling voor de opleiding tot
kraamverzorgster. De toelatingseis-
is eigenlijk afieen maar lagere school,
maar huishoud- of ulo-onderwijs is
natuurlijk wel prettig.
Eigenlijk heeft zuster De Graag een
beetje een dubbele taak. Want over
dag heeft ze haar gewone werk,
maar het gebeurt dus ook nogal eens,
dat ze 's nachts het bed uitmoet, óf
om met een leerlinge mee te gaan
naar een bevalling, óf om een leer
linge of kraamverzorgster naar de
kraamvrouw te brengen, als er op
dat moment geen taxi te kr"
Zuster De Graag beschiet
woordig namelijk over een
eerste jaren heeft ze haar patiënten
per fiets bezocht.
Gewetensvraag aan huisvrouw:
Dan bedenkt men
tweemaal,
(Van onze medewerkster)
Voor een flink deel der Nederlandse huisvrouwen heeft de vorstperiode wel
licht als concreet resultaat gehad dat zy meer „prijsbewust" zijn gewor
den. Min of meer noodgedwongen want als alle huishoudelijke rekeningen
(die van brandstof, elektriciteit en gas voorop) plotseling een sprong naar
boven maken zoals dat in de koudeperiode het geval was, móet men op zeker
ogenblik wel gaan rekenen. Ook degenen die een voor normale tijden redelijk
inkomen heeft dat wel een stootje kan hebbenWant wanneer aan alle
kanten de prijzen met centjes en dubbeltjes gaan stygen maken al die klein
tjes één heel grote extrapost op het huishoudbudget!
zich minstens
alvorens eenvyfen-
twintig neer te tellen voor een pot
appelmoes die totdantoe constant
tweeënzeventig cent kostte. In de
eerste verbijstering van het ogenblik
zwichten zachtmoedige zielen mis
schien tóch voor het zonder blikken
of blozen geleverd argument van de
groenteman, dat „de appelmoes duur
der is geworden omdat de verse
groente zo schaars is". Maar op weg
naar huis waagt men dan allicht
eens een oogje aan andere etalages,
om te ontdekken dat het betreffende
geval van prijsstijging toch wel aar
dig buiten de proporties ligt.
Voor de oplettende hulsvrouw, een
maal gealarmeerd, vallen er dan nog
veel meer prijsverschillen te consta
teren die haar in normale tijden niet
opvallen. Toch zijn ze er in normale
tijden ook alleen is het dan vaak
een kwestie van een aantal centen of
een dubbeltje, terwijl het in perioden
van schaarste en aanvoersmoeilijkhe-
den zoals ze door de strenge winter
werden veroorzaakt, minstens om
dubbeltjes- en vaak om kwartjesver-
schil gaat.
Daardoor is in de achter on3 lig
gende weken menige huisvrouw
tot „prijzen vergelyken" gekomen, en
ze zal misschien met een schuldbe
wust gevoel ontdekt hebben dat ze
dit totnutoe veel te weinig deed. Het
zal ook wel een beetje de schuld zijn
van „de welvaart" wat die al niet
op het geweten heeft! maar het
huishoudgeld wordt nu eenmaal op
het ogenblik gemakkelijk uitgegeven,
er is zoveel dat men wil hebben (of
móet hebben) en wellicht speelt voor
sommige vrouwen een bepaalde vorm
van „status" een woordje mee: zij
hebben het zó goed, zij hoeven geen
twee straten verder te lopen omdat
i dubbeltje'
krijgen is.
\t tegen-
auto; de
anders willen. Het is werk met
ups en downs. De zelfstandigheid
van mijn werk is heel fijn. Ik heb
daarbij uiteraard een grote mate van
verantwoordelijkheid. In een zieken
huis zou ik niet zo gemakkelijk meer
wennen. Daar ben je doorgaans
niet zelfstandig en ook draag je de
verantwoordelijkheid zelden alleen.
Nee, ik ben nooit zenuwachtig, als
ik een leerling voor het eerst alleen
naar de bevalfing laat gaan. Ik weet,
dat ze het dan kan, en bovendien,
de dokter is er dan toch bij! Wel
vind Ik het steeds weer even moei
lijk me terug te trekken. Niet om
dat ik denk, dat het zonder mi) niet
gaat. nee, maar het is ev-n een
vreemd gevoel, omdat je ze hebt
opgeleid, je laat ze los en je vindt
ze zelfstandig terug.
Zuster De Graag heeft sinds 1946
dus sinds ze in Groede kwam, onge
veer veertig kraamverzorgsters op
geleid. „Ik ben heel goed te spreken
over onze kraamverzorgsters", zegt
„Nou, dat durf ik niet te zeggen.
Ik hoop hét van harte!", zegt zuster
De Graag.
zelfde soort jam t
goedkoper zijn.......
MatCr voornamelijk komt het „gebrek
aan prijsbewustheid" toch wel neer
op een te weinig-kritische instelling
van de doorsnee-huisvrouw- Ze moet
worden wakker geschud door abnor
male omstandigheden zoals een ri
goureuze winter, of om een andere
sector van het huishoudelijk terrein
aan te boren door prijzenoorlogjes
met als inzet bepaalde elektrische
huishoudapparaten. Pas dan krygt ze
het idee dat ze by haar aankopen
misschien wel eens vaker „beetgeno
men" „wordt dan ze denkt
Natuurlijk: wie huishoudjam koopt
inplaats van „prima marmelade", is
goedkoper uit maar ze eet dan ook
huishoudjam op haar brood. Wie ech
ter de moeite neemt om twee ver
schillende merken „prima marmela
de" waartussen het prijsverschil
ruim dertig cent bedraagt! met
elkaar in smaak te vergelijken en
dan te ontdekken dat in die smaak
geen cent verschil valt te bespeuren:
.die mag voor zichzelf gerust het ge
voel hebben dat ze kritisch te werk
gaat bij de besteding van het huis-
houdge d. Want het prijzen vergelij
ken heert alleen zin, wanneer ook de
produkten vergeleken worden.
kele maanden geleden ook nog weer
eens ter sprake geweest in een hoofd-
besturenby eenkomst van de Neder
landse Huishoudraad. Daar werd nog
eens vastgesteld dat de huisvrouw
eigenlijk een heel bijzonder soort con
sument is: als regel zjjn werken en
consumeren tegengesteld, maar voor
de. huisvrouw is consumeren (lees:
consumptiegoederen kopen) een deel
van haar werk. Iets dat ze dus niet
uitsluitend voor haar plezier kan
doen, maar waarbij ze een zekere
verplichting tot rationaliteit heeft.
Daarom is men pas een goed huis
vrouw als men ook een kritisch con-
sumente is: een kpei hoofd en een
kritische instelling zijn onmisbaar!
Dat koele hoofd is nogal eens afwe
zig: de N.H.R. merkt het dagelijks
aan de „colportageklachten". Te
vaak meent men nog dat „alle waar
wel naar z'n geld zal zijn" (zo'n heer
lijk ouderwets spreekwoord uit
grootmoeders tijd dat echter lang
ZIJDE in het STOFFENPALEIS
ZUIVER ZIJDE, in 25 zeer aparte
dessins, 90 cm br., 12,90, 14,90,
16,90.
TWILL- EN SURAHZIJDE,
in vele kleuren en c
br., 4,90, 5,90.
Burda en Vogue
KNIPPATRONEN.
-GOES, LANGE K
TERNEUZEN, NIEUWSTRAAT 6-8
LANGE KERKSTRAAT 44
koop").
„goedkoop is' duur-
Te vaak denkt men ook dat alles wat
verkocht wordt, ook wel ongevaarlijk
zal zyn; hierbij denkt de N.H.R. in
het bijzonder aan elektrische appara
ten zoals een bepaald soort espresso
koffiepotten, elektrische gasaanste-
kers, goedkope koffiemolens, goed
kope elektrische dekens zonder
transformator.
Een onveiligheid waaraan uiteraard
in de eerste plaats van hogerhand
paal en perk zou moeten worden ge
steld. Maar daarnaast zou, zo meent
de N.H.R., de huisvrouw veel meer
zelf haar verstand kunnen gebruiken,
met steun van de mogelijkheden die
de wet voorschrijft en die bepaalde
instanties haar bieden: warenwet,
rjkwet en diverse voorlichtingsinstan
ties.
Naast deze opwekking om kritisch
ten aanzien van allerlei goederen te
zijn, plaatst bok de Huishoudraad
een opwekking om bovendien kri
tisch op prijzen te zijn. „Het is be
slist de moeite waard op de prijsver
schillen van de dagelijkse behoeften
in de verschillende winkels te letten:
zie de situatie van vorige zomer toen
de huisvrouw aangewezen was op
vervangingsartikelen voor de aard
appel. De prijzen voor macaroni,
rijst, peulvruchten en andere vervan
gingsartikelen varieerden toen zelfs
met vyftig of meer procent! Ook
daarom blijft de N.H.R. hameren op
een algehele en duidelijke prijsaan
duiding in winkels en etalages. Maar
daarbij heeft ze de steun van de Ne
derlandse huisvrouw nodig, die deze
steun kan leveren „door kritisch te
staan tegenover haar consumenten-
taak en de geboden mogelijkheden
tot verstandig kopen zoveel mogelijk
te gebruiken."
(Van onze medewerkster)
In modebeschouwingen wordt vaak zo allercharmanst geschreven over „het
simpele zwarte jurkje" dat elke Frangaise zou bezitten. Zo'n simpel zwart
jurkje (petite robe noir) moet dan jaren kunnen meegaan en het mag geen
andere pretenties hebben dan een „tijdloos" model en een voortreffelijk ma
teriaal.
Equivalent van dat „kleine zwarte jurkje" lijkt het „simpele gebreide jurkje"
te zullen worden. Basis voor de voorjaars- en zomergarderobe namelijk moet
volgens sommige Franse ontwerpers een eenvoudig tricotjaponnetje zyn dat
op alle uren van de dag kan worden gedragen.
Er valt veel voor te zeggen om zo'n gebreid kledingstuk als basis voor de
zomergarderobe te nemen! Hoe vaak zitten vrouwen 's avonds in hun vakan
tieoord niet te kleumen in een stralende zomerjapon; de tricötjapon vormt de
gulden middenweg; al is hij mouwloos en wat zomers van model, hij geeft
toch een gevoel van grote behaaglijkheid en wat meer is hij kan niet kreu
ken, is althans snel-kreukherstellend.
Rood en blauw zijn de kleuren die „eruit springen" by het tricot voorjaars
jurkje van 1963. Rood dat soms zweemt naar de kleur van rijpe tomaten,
blauw dat voornamelijk rondom de tint marine schommelt. Mouwloze jurkjes
hebben een glad rood lijfje, gezet op een marineblauwe gladde rok; omge
keerd kan het ook een rode rok zijn waarop een blauw Lijfje met korte mouw
wordt gezet. Effen japonnetjes worden soms in een fantasieweefsel gebreid,
sportief zyn jurkjes waarin het rood als voornaamste kleur door witte en
blauwe biezen wordt afgewisseld. Het japonnetje mag ook zachtgrys zyn,
met „valse" opgenaaide zakjes ter garnering, het mag een hoge taille heb
ben en in een combinatie van rood en beige (met effen beige rugpand) zyn
uitgevoerd. Beige met een biesjesgarnering in blauw en rood doet ook heel
aardig aan. En wie zelf het voorjaarsjurkje wil breien, is zéér „en vogue"
wanneer ze het in drie kleuren breit, verwerkt in dwarsstrepen. De jurk moet
wel mouwloos zyn en mag als enige garnering een uiterst smal ceintuurtje
en een drie- of meerrijlge ketting van grote kralen hebben.
Vxieine wcfenswziarMcjhedeiv
nPijdens een vorstperiode kan het
1 gobeu - - - -
gebeuren, dat in de groentewin-
Resultaat: ze groeiden even flink als
baby's die een flesje kregen dat tot
lichaamstemperatuur was verwarmd.
Ze aten evenveel, sliepen als rozen en
hun gewichtstabellen vertoonden een
even snel opgaande lijn als die van
andere „collega's".
Mochten er huismoeders zijn wat
te betwijfelen valt! die dit revolu
tionair-lijkend advies onverwyid in de
babyverzorging willen gaan toepas
sen, dan kunnen zij zich per jaar 150
arbeidsuren besparen die nu besteed
worden aan het opwarmen van fles
jes. Voor de gezamenlijke Nederland
se moeders er worden per jaar
zo'n 250.000 baby's in ons land gebo
ren zou dat neerkomen op een be
sparing van 38 miljoen uur per jaar.
Of Nederlandse artsen echter ook zo
Amerikaans zullen denken
M da wereld feruq
ira vir
T/c houd het nietik houd het niet", dat was het enige
J) wat Mira Merel nog denken kon. Een hele winter lang
had ze het volgehouden. Tegen de felle oostenwind in,
tegen de stuifsneeuw die haar oogjes verblindde, tegen het
ijs dat alles overdekte in, Mirva Merel had 't volgehouden.
Weggedoken in haar zwarte verenpakje, of rondscharre
lend in de tuinen bij de mensen, aldoor had ze tegen zich
zelf gezegd: „wacht maar, na de wind, sneeuw en het ijs
komt er een andere tijd, de tijd van de merels.
Advertentie
kels op zeker ogenblik groenten lig
gen die „een tik van de koude" heb
ben gekregen. Dnt kan byvoorheeld
het geval zyn met Brussels lof, een
groente die weliswaar by het kweken
weinig van de koude te lyden heeft,
maar soms tijdens het vervoer op het
punt van bevriezen raakt. Resultaat:
een bittere smaak aan het lof, die er
ook by het koken niet afgaat. Wél
by het toepassen van het volgende
recept dat een beproefd middel zou
zijn om de groente van z'n bittere
smaak te bevrijden: neem voor vier
personen een kilo lof, snijd de stron
ken over de lengte In vieren en haal
dc bittere kern eruit. Smelt In een
bakpan twee eetlepels boter en twee
eetlepels olie, doe er een paar stukjes
foelie en een mespunt kerrie by en
hak liet schoongewassen lof eventjes
hierin. De groente mag vooral niet
bruin worden! Voeg er zout en wat
water aan toe en laat het lof een half
uur (by dikke stronkjes iets langer)
op een laag pitje stoven. De groente
schotel kan voor het opdienen met
geraspte kaas worden bestrooid, er
kan kalfsvlees by gegeten worden of
aardappelpuree waardoor een paai
ons fyngesneden liarn wordt geroerd
Af en toe doet Iemand een ontdek
king waardoor tradities en ge
woonten van jaren her radicaal om
ver worden gegooid. Zoals die ont
dekking door een bekend Newyork.-
kinderarts die aan het experimente
ren is geweest met de temperatuui
van babyvoeding en ais zijn mening 1
te kennen geeft, dat baby's flesje ge- TEGEN HOEST EN
rust koud mag zyn. Tydens zyn on-
derzoek werden te vroeg geboren
zuigelingen gevoed met voedsel, dat
rechtstreeks uit de koelkast kwam. i
LPIJN
Ik weet precies hoe het
gaan zal: het ys zal smelten,
de sneeuw zal in beekjes
over padenspoelen en de
wind zal draaien. Alles komt
terug en ik zal ontdekken
dat er trillertjes in mijn
keel zitten die er hoog no
dig uitmoeten.
Dat had ze tegen zichzelf
gezegd en geloofd, een hele
winter lang. En nu? Nu
was het ijs aan het smelten,
de sneeuw spoelde over de
paadjes als water en de
wind was gedraald. Maar
het had te lang geduurd;
voor Mira Merel tenminste.
Ilaar maagje was een groot
hol gat onder haar dunne
verenpakje en in haar keel
wilde geen trillertje komen.
„Ik houd het niet", dacht
ze alleen nog maar, „en de
wereld houdt het ook niet
meer. De hele wereld spoelt
weg in modder en er komt
nooit meer groen, groen,
groen".
Als een rafelig zwart lapje
bleef ze liggen op het hooi
in de hooiberg, waar ze hel
laatste beetje warmte had
•gezocht, dat er te vinden
was. Ze wist van niets meer
ze fladderde niet weg toen
de boer met zijn kruiwagen
kwam, ze schoof niet opzij,
toen de boer zyn hooivork
in het hooi stak, ze trilde
niet eens toen ze met een
berg hooi werd opgestoken
en toen tussen het hooi op
de kruiwagen werd wegge
reden.
„Kijk ik nou eens tussen
myn hooi vinden!", riep
Roosje de koe die haar
zachte neus in hét hooi stak
dat de boer haar bracht.
Alle andere koeien in de stal
draaiden hun koppen ver
wonderd om.
„Hé, hé", zei Roosjes buur
vrouw Koosje, „eindelijk ge
beurt er eens iets". „Vertel
gauw wat je gevonden hebt,-
Roosje!" „Een merel!", riep
Roosje en tegeiyk herhaal
den alle koeien vroiyk: „een
merelRoosje heeft een me
rel in het hooi gevonden. Zie
je, er bestaat toch nog Iets
bulten de stal! We dachten
dat de wereld was afgelopen
en dat er alleen nog maar
stal was".
„Ja, maar", zei Roosje die
met haar grote zwarte ogen
die merel nu eens van heel
dichtby bekeek, „ik weet
toch niet of het wel dezelfde
merel is als die wij kennen.
Merels hebben trillertjes in
hun keel. Maar deze... deze
doet niets. Het lijkt wel of
ze in slaap gevallen ls".
Het lachen hield meteen op.
„Oei", zei Toosje, een ande
re zwart-bonte, „misschien
was dit wel de laatste merel
van de wereld. Misschien
is het met haar wel allemaal
afgelopen en is er nu niets
meer".
Daar waren de twee rijen
koeien die tegenover elkaar
in de stal stonden, helemaal
stil van.
En in die diepe stilte, waar
in je alleen nog maar het
zuchten en het gesnuf van
de treurige koeien hoorde,
kwam Mira de merel weer
een beetje by. Ze hield haar
oogjes nog dicht omdat ze
het niet durfde geloven: de
lucht om haar heen was
warm en zonder wind; je
kon de 'zomer ruiken: hooi
en koeien. „Koeien", dacht
ze, „ik was bijna vergeten
dat er koeien bestonden.
Maar natuurlijk: ze horen
by de wereld en de zomer.
Zou ik dromen?"
Voorzichtig deed ze haar
oogjes open. Het was waar;
van alle kanten keken haar
nieuwsgierige koeien aan.
Maar waar was de zon en
waarom was de wereld zo
donker? En waarom keken
die koeien zo treurig?
„Is dit de wereld?", vroeg
Mira aan de koe die het
dichtst bij was. „Nee",
schudde Roosje, „dit is de
wereld niet. De wereld be
staat niet meer. Dit is stal.
Er bestaat alleen nog maar
stal". „Toch is de stal byna
zo fyn als de wereld", zei
Mira. „O", zei Roosje,
je f
hpor. Daar verder
op liggen graantjes genoeg.
De kippen hebben voor de
warmte hun nachthol in on
ze stal. En van ons eten is
er ook wei wat biy ven «lig
gen. Eet je bulk maar vol,
hoor". Nou, dat liet Mira
zich geen twee keer zeggen.
Ze at haar buik vol aan
de graantjes.
„Weet je wat ik geloof?",
zei ze opeens, „ik geloof
dat ik trillertjes in mijn
keel voel. Ze moeten eruit.
Vind je het goed dat ik ze
eruit laat?"
„Ga je gang", loeide Roosje,
„als jy zin hebt om te zin
gen terwijl de wereld is op
gehouden, moet je het zelf
maar weten".
„Maar weet je het wel ze
ker?", vroeg Mira. „ik kan
me niet voorstellen dat het
zo is".
„Nee", schudden alle koei
en, „in de wereld gebeurt
altijd iets. Dit kan de we
reld niet zyn".
„Ik ga op zoek!", tsjilpte
Mira, „ik ga op zoek naar
iets dat gebeuren kan. En
Als het gebeurt zullen jullie
toch geloven dat dit de
wereld is, hé?" „Dom klein
ding", zuchtten de koeien,
maar ze keken Mira toch
na, toen ze begon rond te
fladderen door de stal. Ze
zocht eerst even tussen de
stoffige balken of daar mis
schien iets was dat gebeuren
kon.
Ze vond er alleen maar
spinnen en muizen,
spinnen en muizen. Hoe lan
ger ze zocht en luisterde
naar het diepe zuchten van
de koeien, hoe minder tril
lertjes ze voelde, Toen ze
heel moe neerstreek in het
hooi was er niet één triller
tje over. De koeien keken
haar met ogen aan van „zie
je nou wel, dom klein
ding?"
En net op dat ogenblik dat
Mira dacht: „het is waar,
er is geen wereld meer",
ging de staldeur open en
duwde de boer een schaap
naar binnen. „Nou", zeiden
de koeien, „wil je nog meer
bewyzen? Daar hebben we
Maartje Schaap ook weer
terug".
„Hoe is het buiten, Maart-
je?", vroegen ze haar in het
voorbijgaan. Maartje schud
de haar kop en fluisterde:
„niets gedaan".
Ze trok zich in een hoek
van de stal op een hoop
stroo terug en niemand zei
meer iets. Ook Mira Merel
niet die het nu wel met de
koeien eens was. Het werd
nu helemaal donker in de
stal en uren lang hoorde je
niets anders dan het zuch
ten of het hardop dromen,
van de koeien, de kippen
in het nachthok en de mui
zen op de balken. Mira
droomde ook: ze droomde
dat ze op zoek was naar
nieuw gras, nieuwe bloemen
of een nieuw dier. Maar
zelfs in haar droom vond
ze ze niet en even treurig
als ze was ingeslapen werd
ze wakker.
Maar toén! „Kom toch, kom
toch eens kijken!" blaatte
een vrolijke stem in de hoek
van de stal, „kyk toch eens
wat er gebeurt is!" Mira,
die haar vleugeltjes spreid
de en naar de hoek vloog,
zag het 't eerste: een lam
metje, een prachtig wit
wollen lammetje keek met
glanzende oogjes de wereld
in naast haar moeder Maar
tje, die maar niet op kon
houden met roepen: „er is
iets gebeurd! Er is iets ge
beurd!"
En terwyl iedereen alle
sombere gedachten van zich
afschudde en met grote o-
,gen naar het nieuwe dier
keek, voelde Mira hoe haar
keel vol trillertjes schoot.
Als een feestlied klonk het
langs de muren van de stal
en het leek wel of ze er de
zon mee wakker zong. want
voor het eerst na .al die
donkere dagen gleed een
straaltje zon door één van
de raampjes naar binnen.
„De zon!", juichten de koei
en. En Mira Merel vertelde
het met een keel vol triller
tjes, zodat je wel luisteren
moest of je wilde of niet.
Mies Bouhuys.