.SAVANNAH' rffWiB Duur en onrendabel reactorschip Zaterdag 16 februari 1963 Dit jaar zal een merkwaardig schip ons land bezoeken, het reactorschip „Savannah", het eerste door kernenergie voortbewogen koopvaardijschip. De Amerikanen mogen dan de naam hebben zakelijke, nuch tere mensen te zijn, in hun hart zijn zij verwoede romantici. Toen zij een naam moesten bedenken voor hun eerste atoom-duikboot kozen zij daarvoor de naam die Jules Verne destijds aan zijn fantastisch onderwaterschip gaf: „Nautilus". Hun eerste kernenergieschip voor de handelsvaart gaven zij de naam van het eerste Amerikaanse stoomschip dat de Atlantische Oceaan overstak. Dat was het 320 ton metende s.s. „Savannah", dat op 22 mei 1819 uit de haven van Savannah in de staat Georgia vertrok en 29 dagen en 11 uur later aankwam in de Engelse haven Liverpool. Tussen het s.s. „Savannah" en het r.s. „Savannah" liggen be halve 142 jaren, ontwikkelingen die men, de uitvaart van het s.s. „Savannah" gadeslaand indertijd niet voor mogelijk zou hebben gehouden. Maar vast staat dat beide „Savannah's" toch iets gemeen heb ben. Ondanks de grote verschillen luiden zij beiden een nieuw tijdperk in. Toch liep het met de „Savannah" allemaal niet zo vlot als men aanvankelijk veronderstelde. Volgens de plannen had het schip zind 1960 klaar moeten zijn, maar het liep allemaal wat tegen. Pas in september 1961 werd het schip voorzien van zijn „atomic fuel", de kernbrandstof. Een maand later werd de reactor getest en in november 1961 volgde de proefvaart van het kostbare schip. In nevenstaand artikel beschrijft een onzer medewerkers het interessante schip dat door de New York Ship Building Company werd gebouwd- T Iet is president Eisenhower persoonlijk geweest, die nu meer dan zeven jaar geleden op 25 april 1955 in een rede te New Vork het denkbeeld hardop durfde opperen, dat al jaren door de hersens van geleerden en technici had gespookt: laten we proberen, een koopvaardijschip te bouwen, dat niet door stoom of olie, maar door kenrenergie wordt voortgedreven, en laten wé dat zó doen, dat heel de wereld kan profiteren van de ervaringen, die wy daarbjj zullen opdoen. Ruim een jaar later keurde het Amerikaanse parlement de bouw van zo'n schip goed, en op 4 april 1957 en 15 november 1957 wer den twee belangrijke contracten ondertekend: het eerste voor het ontwerpen en bouwen van de voort stuwingsinstallatie, het tweede voor het schip zelf. De Amerikanen hebben niets achterwege gelaten wat de wereld kon overtuigen van de degelijkheid van hun schip. Van het begin van de bouw af heb ben zrj buitenlandse deskundigen toegestaan, aan de werkzaamheden deel te nemen. Deze deskundigen kregen toegang tot alle gegevens, alle werktekenin gen, calculaties en ontwerpen, en mochten alle cur sussen bijwonen, die aan de bemanning werden gegeven. Van Nederlandse zijde werd van deze prachtige gelegenheid gebruik gemaakt door het Reactor Centrum Nederland, dat twee van zijn ingenieurs naar Camden afvaardigde om daar er varing op te doen, waarmee het R.C.N. zijn voordeel hoopte te doen bij het ontwerpen van de eerste Nederlandse scheepsreactor. Ook andere landen aan vaardden het Amerikaanse aanbod: Engelsen, Fran sen, Duitsers, Italianen, Belgen, Denen, Noren, Zwe den en Japanners gaven op de werf hun ogen en oren de kost. Veiligheid verzekerd Zij hebben dus zelf kunnen zien, dat de „Savan nah" zo betrouwbaar en veilig is als men maar zon kunnen wensen. Juist voor de beveiliging zijn enorme sommen uitgetrokken. De wijze, waarop het compartiment, waarin zich de reactor bevindt, is beschermd zowel tegen gevaren van binnen als van buiten, Iaat niets te wensen over. Deze reactor is er een van het type P. W. R., welk type ook in de atoomduikboten is gebruikt. P.W.R. wil zeggen: Pressurized Water Reactor, een reactor dus, waarin water onder druk zorgt voor het in standhouden van de kernreactie en voor de koeling van de splijtstofelementen. Van deze splijtstofelementen heeft de „Savannah"- reactor er 32, elk bestaande uit 164 stalen pijpjes, gevuld met verrijkt uraniumoxyde. De reactor bevat in totaal meer dan 7000 kilo uranium, waarvan 312 kilo splijtbaar is. Op één zo'n lading kan het schip meer dan drie jaar varen. Als na verloop van deze tijd de kern vernieuwd moet worden, is dat niet, omdat alle splijtstof zou zijn verbruikt. Van de 321 kilo is niet meer dan 60 kilo verspleten, doch de splijtingsprodukten, die uit deze 60 kilo zijn vrij gekomen, hebben de rest dan zo verontreinigd, dat de kernreactie niet langer op peil kan worden ge houden. Na drie jaar varen wordt dus de^overge- bleven splijtstof gereinigd en aangevuld, zodat de „Savannah" een nieuw „hart" krijgt, dat wederom drie jaar onafgebroken kan blijven kloppen. Het is de warmte, die bij het splijtingsproces vrij komt en die door het onder druk staande water wordt opgenomen, die ten slotte voor de voort stuwing zorgt. Het primaire koelwater, zoals het wordt genoemd, geeft namelijk in een warmtewisse laar de opgenomen warmte af aan een tweede cir cuit, waarin water rondstroomt en verhit dit tot stoom, en met deze stoom worden de turbines aan gedreven, die de schroef doen wentelen. De stalen pijpjes, waarin de splijtstof zit opgeborgen, vormen de eerste afscherming van het radioactieve materiaal. De hele Kern van de reactor is echter ge plaatst in een vat van meer dan 15 centimeter dik staal, dat een tweede, veel zwaardere afschutting vormt. Dit reactorvat is, ten slotte, met al wat ver der bij het systeem behoort, zoals pompen, kranen, afsluiters, leidingen en dergelijke, ondergebracht in het reactorcompartiment. Dit compartiment, vlak naast de machinekamer gelegen, is gasdicht en be stand tegen hoge druk. Het is cilindervormig en heeft een wand van alweer 15 centimeter dik staal. Van boven is de cilinder afgedekt met een laag lood van 15 centimter, van onder is hij gevat in een laag beton van maar liefst 120 centimeter. Zou er in de reactor een ongeluk gebeuren, dan be staat de kans, dat in het compartiment een ravage wordt aangericht en dat de hele reactorruimte met radioactief materiaal wordt besmet. Het begeven kan het compartiment het vrijwel zeker niet, want het is bestand tegen een overdruk van140 at mosfeer! Heel deze installatie weegt 2500 ton, waar van alleen al 1800 ton bestaat uit afschermend ma teriaal. Voor ongelukken van binnen uit hoeft dus amper te worden gevreesd. Hoewel de reactor geheel automatisch werkt en zichzelf direct uitschakelt als er iets onregelmatigs gebeurt, kan men zich voorstellen dót er in het compartiment een ongeluk gebeurt. Welnu, zou een dergelijk ongeluk zich voordoen en zou heel het reactorcompartiment met radioactief materiaal worden besmet, dan wordt de cilinder volgestort met beton en naar de bodem van de zee gejaagd. Gevaar voor de omgeving be staat er dan dus niet. Maareen botsing? Zy, die wat huiverig stonden tegenover de „Sa vannah" richtten hun bezwaren niet zozeer tegen mogelijke ongelukken van binnen uit, maar in de voornaamste plaats tegen rampen door uitwen dige oorzaak. De belangrijkste daarvan is natuur lijk: een scheepsbotsing. Het spreekt vanzelf, dat ook daartegen bescher mende maatregelen zijn getroffen. De Amerikaanse ontwerpers hebben alle scheepsbotsingen, die zich in een lange reeks van jaren hebben voorgedaan, nauwkeurig bestudeerd en op grond van i- uitkomst hunner studie een „stootkussen" samengesteld, be staande uit stalen platen en hout, dat tussen de wanden van het reactorcompartiment en die van het schip is aangebracht. Dit „stootkussen" Is zó degeiyk van constructie, dat alleen de allergrootste en snelste schepen het reactorcompartiment by een aanvaring zouden Kunnen raken. Daarvoor zou dan echter nodig zijn, iat zy op volle vaart de „Savan nah" iets achter midscheeps raken. Zy zouden zich dan meer dan zes meter in het ongelukkige reactor- schip boren In de nabijheid van havens kan zo'n ongeluk niet voorkomen, om de eenvoudige reden, dat de grootste schepen in de buurt van havens nooit hun maximum snelheid lopen. In volle zee, waar theoretisch kans op een dergelijk ongeluk bestaat, zou er nóg geen gevaar voor de omgeving bestaan, want, zou de „Savannah" er het slachtoffer van worden, dan zou het schip met reactor en radioactiviteit binnen een paar minuten naar de bodem van de oceaan zinken. Concluderend kan men zeggen, dat de Amerikanen elk te voorzien risico in hun berekeningen hebben verdisconteerd en dat de „Savannah" du3 menseiyk" gesproken even veilig en betrouwbaar is als een „gewoon" schip. Een „kapitaal" schip Qua veiligheid en betrouwbaarheid is er dus geen verschil tusen de „Savannah" en het eerste het beste conventionele koopvaardyschip. Maar in veler lei andere opzichten zyn de verschillen zeer groot. Alleen al de bouwkosten.... Het heeft rond 200 mil joen gulden gekost. Dit bedrag hebben de Amerika nen dan besteed aan een vrachtschip met passa giersaccommodatie van ruim 20.000 ton. Het heeft een lengte van 180 meter, een breedte van 23 meter en een diepgang van 9 meter. Het schip heeft zeven laadruimen en kan daarin 10.000 ton droge lading vervoeren. De passagiersaccommodatie is berekend op 60 man. De turbines hebben een gezameniyk ver mogen van 20.000 paardekrachten, die het schip een maximum snelheid van 20 zeemuien per uur geven. De bemanning bestaat uit 110 koppen, stuk voor stuk specialist op hun eigen terrein. De „Savannah" moge dan al duur zijn het schip is bovendien onrendabel. Het is de bedoeling, het te zijner tijd voor de normale handelsvaart te gebrui ken, maar het zal daarbij doorlopend exploitatie verliezen opleveren. Dat vinden de Amerikanen, die niet op een paar miljoen meer of minder kijken, als het om nationaal prestige gaat, niet belangrijk. Zij beschouwen de „Savannah" uitsluitend als een proef- vaartuig, dat alleen tot taak heeft wetenschap en techniek de ervaringen te verschaffen, die nodig zijn om met vrucht verder te kunnen werken aan het gebruik van kernenergie in de scheepvaart. De „Savannah", duur en onrendabel, zal de moeder, des noods de grootmoeder, moeten worden van een reeks (klein)kinderen, die niet duur en wel rendabel zijn. Want het lijdt geen twijfel: zo ergens dan zal de kernenergie in de scheepvaart de conventionele brandstolen verdringen. Binnen een eeuw zal het reactorschip het stoomschip en het turbineschip van de zeeën hebben verdreven, zoals deze twee soorten vaartuigen in hun tijd van opkomst het zeilschip hebben verdrongen. De voordelen zyn té groot dan dat men op grond van zekere risico's zou vasthouden aan de conven tionele energiebronnen. Zoals gezegd: de „Savannah" kan op één lading spiytstof meer dan drie jaar varen. Dit betekent, dat het schip niet, zoals „gewone" vaartuigen, telkens in allerlei havens moet bunkeren. De „Savannah" heeft dus minder oponthoud en kan In dezelfde tijd dus meer varen dan een conventioneel sclilp van verge- lykbare grootte en geiyk vermogen. Voordelen Hier komt nog Iets zeer belangryks bij. De ruimte, die by gewone schepen wordt ingenomen door de brandstof, kan by de „Savannah" worden gebruikt voor betaalde vracht. Wanneer men zich realiseert, dat een conventioneel schip van gelijk vermogen als de .Savannah" per dag meer dan 100.000 kilo olie verstookt, die allemaal moet worden meegevoerd, vaak in voorraad voor vele dagen, dan ziet men Bovenstaande foto toont een, uit zijn omgeving losgemaakt model van het reactor,vat, zoals dat in het reactorschip „Savannah" is toegepast. In het mid den zijn duidelijk de splijtstofelementen te zien, daartussen bevinden zich de regelstaven die het splijtingsproces beheersen. welk een enorm verschil dit maakt. Ter vergelij king: per dag verspiyt de „Savannah"50 gram uranium! Deze enorme voordelen zullen pas een rol gaan spelen, als de bouwkosten van reactorschepen op ge- ïyk peil komen met die van conventionele en als de splijtstof verhoudingsgewijs even duur of goed koop wordt als conventionele brandstof. Daar is nu nog geen sprake vaii. Per paardekracht-uur kost de, aandryving van de „Savannah" 2,16 cent en die van een „gewoon" schip 0,72 cent. Een uur op top snelheid varen kost met de „Savannah" dus 432, en met een gewoon schip van vergelijkbaar ver mogen 144,Men ziet uit deze getallen, hóe on rendabel de „Savannah" is en dan is nog niet eens rekening gehouden met de veel grotere inves teringskosten en het veel grotere renteverlies. Maar men ziet ook, dat de strijdt tussen reactor en gewone voortstuwingsmiddelen in alle ernst ont brand ls. Nog ligt de reactor achter, maar nu de „moeder aller reactorschepen" het spits gaat af- bytcn zal het niet lang meer duren, of hy is in zyn opmars niet meer te stuiten. Een dwarse doorsnede van de reactor kern. De vierkantjes met de cirkeltjes zijn de splijtstofelementen, de zwarte kruisbalken daartussen zijn de regelsta ven die uitgetrokken of ingedrukt kun nen worden en zodoende het splijtpro- ces regelen. Afbeelding boven: de „Savannah" zoals dit schip werd getekend door ont werpers van de werf. Op de plaats van het reactorcompartiment is de scheeps huid weggelaten, zodat de plaats van de installatie zichtbaar is. Foto onder: de passagiersaccommodatie op het reactorschip is veel luxueuser dan men op een vrachtschip zou verwachten. De foto toont een van de suites, verdeeld in een zit- en slaapkamer. De bijbehorende badkamer staat er nog niet eens op. Het schema van het reactorcompartiment. Om de reactor heen ziet men: 1. warmtewisselaar. 2. koelingsapparaat. 3. stoomketels. 4. condensatietanks. 5. tank voor het opslaan van radioactieve afval. 6. drukketel. 7. veiligheids kleppen. 8. pompen. 9. afsluiters.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 6