Kruisverenigingen hebben
vele „takken van dienst" pagina
Poetenkleding"; nieuwe
term in Nederlandse mode
VOORJAARSHOEDJES
KINDERKRANT
Repliek van textielhandel
aan levensmiddelenbranche
Uw handen
lopen nü gevaar!
Warm schoteltje
Politici-model
Waskaart en wasboekje
De boom
Schoenenhanger
„De slaaptoon'
VRIJDAG 15 FEBRUARI 1963
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
1
Te kunt het mooiste en meeste moderne wijkgebouw neerzetten;
het is desondanks vaak zo, dat de mensen, die er een eind van
daan wonen, liever niet de moeite nemen naar het wijkgebouw te
komen". Dit hoorden we van een wijkverpleegster van een kruis
vereniging. „Vaak is het zo, dat je de mensen het wijkgebouw als
het ware aan huis moet brengen. Zoveel mogelijk materiaal moet
ik dan achter in mijn auto'tje laden en dan ga ik maar op huisbe
zoek!" Het is duidelijk, dat dit niet de bedoeling is van het werk.
Het werk van de kruisverenigingen is een zeer veelomvattend werk,
maar het is uiteraard wel de bedoeling, dat de mensen zelf ook eni
ge moeite doen bij het profiteren van de faciliteiten, die een kruis
vereniging biedt.
meld over de werkwijze van de kruis
verenigingen en voorts is er een ant
woordkaart bij. waarop men kan aan
strepen welke van de drie verenigin
gen men verkiest. Van de heer Van
Kamer hoorden wij, dat deze actie
een zeer bevredigend resultaat heeft.
„WIJKGEBOUW 81]
DE MENSEN THUIS?'
Er zijn heel wat gezinnen die lid zijn
van een kruisvereniging uit een
soort sociaal plichtsgevoel of omdat
het ooit e
hulp van
3 heel nodig kan zijn de
n kruisvereniging in te
dit het sterkste op het
_aar immers gaat de
ijkverpleegster in een veel wijdere
..ring rond om haar patiënten te ver
zorgen, daar is haar bezoek een vaak
belangriike onderbreking van de da
gelijkse gang van zaken voor de zie
ke, veel "meer dan in de stad.
Wijkverpleging is een heel belang
rijke pijler van het werk van de
kruisvereniging, waarschijnlijk zelfs
de meest bekende, tegenwoordig al
thans.
Met DE bruisvereniging bedoelen wij
het Groene Kruis, het Oranje-Groene
Kruis en het Wit-Gele Kruis, res
pectievelijk de neutrale, de protes
tants-christelijke en de rooms-lïatho-
lieke vereniging. Het werk van deze
drie is hetzelfde, alleen op verschil
lend levensbeschouwelijk terrein.
In Middelburg zijn deze drie kruis
verenigingen tot een bijzonder ple
zierige samenwerking gekomen.
Daarover en over het werk van de
kruisverenigingen vertelde ons de
heer J. C. F. van Kamer, penning
meester van het Groene Kruis in
Middelburg.
Rond de eeuwwisseling is het Groene
Kruis op particulier initiatief onge
richt. De afdeling Middelburg dateert
van 1906. Het doel was onvoorziene
kosten door ziekte in een gezin op te
vangen door in verenigingsverband
verolegin°"sartikelon uit te lenen. Het
Groene Kruis in Middelburg begon
met de wijkverpleging pas na de
laagste oorlog.
Het Oranie-Groene Kruis daarente
gen, dat officieel heet Vereniging
voor Dïaeonessenarbeid. voortgeko
men uit de Zeeuwse Hervormde Dia
conessen Inrichting, begon hier met
de wijkverpleging al ver voor de
oorlog.
In deze samenwerking hebben de
drie kruisverenigingen wel alle hun
zelfstandigheid behouden. Naar bui
ten olrjkt deze samenwerking bij
voorbeeld uit de gezamenlijk uitgege
ven folder, die ieder nieuw ingeko
men gezin in Middelburg ontvangt,
waarin het een en ander staat ver-
Advertentie)
Hulpverlening
De faciliteiten, die de kruisvereni
gingen bieden zijn vele. De uit
gave van verpleegmateriaal is gra
tis, behalve de elektrische apparaten.
Daarvoor wordt een kleine huur ge
vraagd. Ook de wijkverzorging be
hoort tot de kosteloze hulp voor le
den. Deze beide vormen van hulp
verlening geschieden allen op dok
tersadvies.
Dan zijn er de >vele consultatiebu
reaus. waarvan tegenwoordig die
voor zuigelingen en kleuters wel de
meest bekende is. Voor de oorlog was
het consultatiebureau voor t.b.c.-
bestrijding een belangrijke tak van
dienst van de kruisvereniging, maar
na de oorlog is deze ziekte belang
rijk afgenomen. Consultatiebureaus
verlenen kosteloos adviezen en hulp.
Voor de kraamhulp zijn meestal
REDINGOTE-MODE
streekkraamcentra opgericht. De
Walcherse Groene Kruisverenigingen
hebben zich verenigd in het Kraam-
centrum Walcheren. Voor kraamhulp
betalen leden een retributie, afhanke
lijk van het inkomen.
En hoe reageert het publiek nu op
de kruisverenigingen? Uit een reeks
van antwoorden, die we kregen van
leden en niet-leden van een kruisver
eniging leggen we U graag de vol
gende staalkaart voor:
Een bejaarde mevrouw in Baarland
zei: „Gelukkig, dat de zuster altijd
langs kan komen om mijn man te
verzorgen. Ik zou me anders echt
geen raad weten".
Een huisvrouw in Middelburg, moe
der van drie jonge kinderen: „Waar
om zou ik lid worden van een Kruis
vereniging? Ik betaal al zoveel aan
allerlei verenigingen. Nee hoor, dat
doe ik niet".
Een Vlissingse mevrouw zei, dat ze
verpleegmateriaal zelf wel zou ko
pen, als het nodig zou zijn en een
alleenstaande bejaarde in een Mid
delburgs tehuis vertelde: „Ik heb
het nu nog niet nodig, maar het zou
eens kunnen zijn, dat ik de hulp van
- de zuster wèl nodig had. Daarom ben
ik lid geworden".
Financieel worden de kruisverenigin
gen onder meer gesteund door over
heidssubsidies, die echter afhankelijk
zijn van bijvoorbeeld het ledental.
Voor de kleine kruisverenigingen be
tekent deze regeling een vaak heel
moeilijke financiële positie. De con
tributie van de leden is de kurk,
waarop de kruisvereniging moet drij
ven, wil zij haar werk blyven ver
richten naar de eisen, die deze mo
derne tjjd stelt. Bovendien: de
kruisverenigingen zijn voorbeelden
van een unieke jr*■----
van boven
seerd op basis van vrijwilligheid. De
leden van deze verenigingen hebben
niet alleen zelf baat bij hun lidmaat
schap, zij doen mee aan een prach
tig gemecnschapswerk.
Als U eerlijk bent zult U toegeven,
dat deze drie Zwitserse voorjaars
hoedjes niet zo opzienbarend zijn als
we dit zouden wensen. Daarom zul
len ze echter des te beter in de
smaalc vallen bij vrouwen, die er
niet op uit zijn om op te vallen en
aan die groep moeten we natuurlijk
ook denken.
Nog steeds speelt leer een grote rol
in de lioedenfabricage. Dat kunnen
ive liier wel zien aan de witte calot
en de vilthoed, die met leer is afge
zet. Twee grappige modellen voor
door de week. Het donkere vOrgan-
ze"-hoedje in het midden is meer
voor bijzondere gelegenheden be
stemd.
rr
nieke gezondheidszorg, niet
i opgelegd, maar georganï-
ALLE TEXTIEL
MET DIT
GEEL-BLAUWE
ETIKET
IS KLEUR-ECHT
Een mode-evenement
dat U niet mag missen.
„Een uur couture'-*
met het STOFFENPALEIS,
met Menko en met Eva.
Modellen: Max Heijmans en
Dick Holthaus.
Commentatrice
Merel Laseur.
Woensdag 20 februari 14.30 en
20.00 uur in de „Prins van
Oranje" te Goes.
Consument vaart
er wel by
(Van onze medewerkster.)
Wie de advertentiekolommen van
haar Lijfblad regelmatig door
leest en dat doet het gros der
huisvrouwen wel, veronderstellen
wy is ze vermoedelijk al tegenge
komen: de annonces waarin „textiel
met een uitroepteken" wordt gead
verteerd. De aanbiedingen in die an
nonce vormen het „antwoord" van
de Nederlandse te.vtieldetaiihandel
aan do levensmiddelenbedryven die
hun activiteiten hebben uitgebreid
tot op het gebied van de textiel. Het
was duidelijk volgens de textiel
detailhandel „dat het gebied van
de mechanische huishoudelijke appa
raten tamelijk snel zou zyn afge
graasd en dat daarna de textiel als
verbruiksartikel weldra aan de beurt
L over lier
verkrijg-
;e,vSÉ
Bescherming met Clipp handcrème is
noodzaak. Tégen afwashanden, ruwe en
schrale handen. Vóór een fluweelzachte
en gezonde huid. In de grote doos zit
uw hele winter-bescherming
TERNEUZEN, NIEUWSIRAAT 6-8
De voorjaarsmode verschijnt weer
als een stijlvol, bijna doorlopend mo
del. Bij deze van een dubbele rij kno
pen voorzienen .Redingote"-mantel
uit Italië worden de lange lijnen bo
vendien nog geaccentueerd door
coupe-naden, brede ronde schouders
en een even aangeduide hoge taille.
Royale
tube
f 1.25
zou komen." En aan deze opmer
king werd nog toegevoegd dat de
textieldetailhandel „niet bij de pak
ken zou neerzitten en duidelyk van
repliek zou dienen".
Een Nederlandse textiel-inkoopcom-
binatie is dus inmiddels met een actie
begonnen die „in de eerste plaats
voorlichtend en, in overeenstemming
daarmee, van lange duur is". Via de
Vereniging van Textiel-Inkoopcom-
binaties is deze actie ook opengesteld
voor de leden van de daarbij aange
sloten organisaties waarvan enkele
reeds hebben aangekondigd, ook te
willen meedoen.
In een reeks van tips wil de textiel
detailhandel met haar actie bewijzen
dat de textielwinkelier niet opzij
hoeft te gaan voor „schijnbaar voor
delige aanbiedingen van andere zij
de". Iedere veertien dagen lanceert
men een nieuw artikel dat over het
fehele land (èn blijvend)
aar is en waarin aantrekkelijke
en kwaliteit dienen te zijn ven
Het zullen artikelen zijn, die
trekkelyk zijn voor dat deel van het
publiek, dat wil koDen tegen gunstige
prijs by goede kwaliteit". (Welke
koper wil dat eigenlijk niet?
De artikelen waarom het gaat zijn
naamloos, maar voorzien van een
textielwaarborgzegel en ze worden
door de organisatoren van deze tex-
tielactie onvoorwaardelijk gewaar
borgd.
En om tot slot de textieldetailhandel
nog even aan het woord te laten:
„Met deze beheerste actie wil men
het kwaad de sterk toegenomen
activiteit op het gebied van de tex
tiel bij verschillende levensmiddelen
concerns uitsnijden door middel
van een langdurige voorlichting en
uil men bovendien marktontwrich-
ting vermyden. In textielkringen is
men ervan overtuigd, dat de met
verstand en ervaring kiezende huis
vrouw geen enkele moeite zal heb
ben bij net kiezen tussen textiel van
kruidenierszijde en textiel van de
vakhandel die dank zij een inkoopap
paraat, opgebouwd door duizenden
winkeliers in heel Europa te zamen,
over de meest aantrekkelijke aanbie
dingen beschikt die maar denkbaar
zijn."
poetenkleding" is een nieuw woord in de Nederlandse mode.
Nieuw voor de outsider, voor de consument dan altijd in
confeetiekringen daarentegen is het gebruikelijk om de kleding
voor meisjes van ongeveer twaalf tot zestien jaar met deze bena
ming aan te duiden.
jongedochter uit te geven, een factor
die trouwens niet alleen bij de meis-
jeskleding maar bij een groot deel
van de kinderkleding blijkt mee te
spelen. In België, Frankrijk en Italië
wordt veel meer geld besteed aan
kinderkleding, in Nederland kijkt de
consument voornamelijk naar het
„stofbestanddeel" van het kleding
stuk: „Er zit maar zo weinig stof in,
moet zo'n jurkje zó duur zijn?" Vol
gens de confectiefabrikanten reali
seert het publiek zich absoluut niet
dat dit stofbestanddeel maar
Probleemkinderen
voor de textiel
Mocht het begrip „poetenkleding"
ook bij het Nederlandse publiek
gemeengoed worden, dan is dat
te danken aan het Nederlands Ka
toeninstituut dat een marktstudie
over dit onderwerp heeft samenge
steld waarin „de probleemkinderen
van textiel" ten voeten uit worden be
licht: met hun wensen en verlangens,
met hun koopgewoonten én met hun
grillenWant het jongemeisje dat
kleren koopt is blijkens dit rapport
een verre van gemakkelijke klant,
met kritiek op alles- Ook op de kle
ding die voor haar by de detaillisten
hangt, en ook op de manier waarop
zij door de detaillist wordt benaderd.
Die detaillist vindt op zijn beurt het
meisje maar bijzonder lastig en
meent bovendien dat de confectie-
ïndustrie tekort schiet. De confectio
nair daarentegen betoogt dat het
moeilijk is, series te maken voor zo'n
moeilijke heterogene groep, dat voor
de kleding soms geen geschikte stof
fen te krijgen zijn en dat de detaillist
aan deze sector te weinig aandacht
schenkt in zijn zaak, etalages en ad
vertenties.
Series ondoenlijk
En heel deze scala van moeilijkhe
den wortelt in die lastige leef
tijdsperiode tussen twaalf en zes
tien jaar, het tijdperk waarin meis
jes geacht worden „poetenkleding" te
dragen.
Dat de eonfectie-industrie het daar
moeilijk mee heeft, blijkt wel uit enig
cijfermateriaal uit het rapport: de
lengtegrenzen variëren bijvoorbeeld
bij bepaalde groepen meisjes die in de
categorie „poetenmaten" vallen. Zo
zijn ze bijvoorbeeld in Groningen,
Friesland en Drente gemiddeld ruim
twee centimeter groter, in Zeeland,
Brabant en Limburg daarentegen ge
middeld ruim twee centimeter klei
ner dan het Nederlands gemiddelde
van 158,5 centimeter. Ook de heup-
omvang varieert, soms wel tot ruim
zeven centimeter verschil. Daarbij
komt nog de prijzenkwestie: als een
meisjesjurk een gulden of dertig kost,
t het kledingstuk al „in de top van
klein deel van de verkoopprijs
maakt, en dat de kosten om derg
uit
ligt 1
de markt" en is het
ne detaillisten vrijwel
verscheide-
onverkoop-
Niet teveel geld
Die onverkoopbaarheid hangt sa
men met het vaakgehoord argu
ment dat Nederlandse ouders
niet bereid zouden zijn veel geld aan
de kleding van een snelgroeiende
tlergelijke
kleding te vervaardigen beslist niet
minder eerder hoger zijn dan
die van volwassene: kleding. Dit mis
verstand leidt er vaak toe, dat men
de kleding dan maar zelf maakt.
Aanleiding tot dit laatste is ook het
(eveneens veelgehoorde) argument
dat de meisjes bij de detaillist heel
moeilijk iets kunnen vinden dat Iiaar
staat en past. en vindt in het alge
meen dat de detaillisten een onvol
doende sortering voor deze leeftijds
categorie hebben, iets wat de detail
listen zelf ook wel toegeven, echter
met verwijzing naar de grote moei
lijkheid om in te kopen voor deze
leeftijds-categorie (dit geldt in het
byzonder voor jurken). „Te weinig
confectiefabrikanten tonen begrip
voor de kledingsproblemen van deze
meisjes", aldus de detaillisten, die
aan de andere kant moeten toegeven
dat de situatie de laatste jaren toch
al opmerkelijk verbeterd is: sommige
confectiefabrikanten leggen zich spe
ciaal op poetenmaten toe.
Desondanks is de „poetengroep" nog
altijd een verwaarloosde groep, me
nen de insiders.
„Eigen schuld"?
Of de jongedames zelf ook niet een
beetje schuldig zijn aan het feit,
dat de zaken zo moeilijk liggen? Met
die mogelijkheid wordt wel rekening
gehouden; de wispelturigheid van de
meisjes zou hier wel eens remmend
kunnen zijn. Getuige de mening van
sommige detaillisten: „de poeten zijn
heel vervelende klanten die absoluut
niet weten wat zij willen dit in
tegenstelling tot de oudere tieners
die dat maar al te goed weten. De
jongere meisjes weten eigenlijk al
leen wat ze niet willen
Het komt er eigenlijk op neer dat
detaillist, fabrikant en (jeugdige)
koopster elkaar beurtelings de schuld
geven van de moeilijkheden in de
„poetenkleding". Ook de textielindus
trie is bij de schuldvraag betrokken:
besteedt die wel genoeg aandacht
aan speciale dessins en weefselstruc-
....tussen twaalf en zestien jaar:
probleemkind der textiel....
tuur voor deze categorie meisjes?
Het Nederlands Katoeninstituut
geeft onomwonden toe, dat zijn rap
port geen oplossing geeft en zeker
geen volledigheid kan pretenderen.
Het is echter wel van mening dat
deze studie over „de probleemkinde
ren van de textiel'* de aandacht voor
de „poetenkleding" zal vergroten
en dat is heel erg nodig.
Rest nog de verklaring dat „poeten"
volgens Van Dale's nieuw handwoor
denboek der Nederlandse taal „jonge
lieve meisjes" zijn en dat de bena
ming waarschijnlijk verwant is aan
het Italiaanse „putti" waarmee
engelachtige, ranke lieve wezentjes
worden bedoeld. Dat is dan wel in
flagrante tegenstelling tot het crea-
tuurtje van twaalf tot zestien jaar,
zoals het uit het rapport over de
probleemkinderen naar voren komt...
eiwit, zorg ervoor dat puree en ap
pelmoes niet te dun z|jn. Laat de
schotel in de oven warm en licht
bruin worden, rooster intussen voor
zichtig kleine borrelworstjes-uit-blik.
Leg de worstjes vóór het opdienen
op de aardappelschotel.
Kcukeutip voor vrouwen die graag
de koffietafel „versieren" met
een warm schoteltje: leg in een
vuurvaste schaal afwisselend laagjes
aardappelpuree cn laagjes appel
moes. Roer zo mogelyk door de pu
ree een geklopt ei of een stijfgeklopt
De hoofddeksels van drie beroemde
politici stonden model voor drie
dameshoeden die een Engels hoeden-
ontwerper heeft gecreëerd. Churchills
„halfhoge" hoed werd in de vrouwe
lijke versie een halfhoog „kachel
pijpje" met brede satijnstrik, de
Gaulles militaire kepi een soepele
vilten pet met neergeslagen klep,
Macmilans bontmuts bleef een bont-
muts, al is het mode voor de vrouw
wat hoger en loopt het wat spitser
toe. Vierde en laatste in deze rij van
mannenhoedjesis de traditionele
Engelse bolhoed waarvan de boi iets
lager, het lint aanzienlijk breder en
met een gesp versierd, de rand iets
hoger opgeslagen is. Ook is het ma
teriaal wat soepeler dan dat van de
klassieke Engelse „bowler".
Klaas, de boswachter, liep vrolijk fluitend door het stille
bos. Hij had er zó lang gewoond dat hij de taal van
de dieren en de bomen had leren begrijpen. En omgekeerd
begrepen de dieren en bomen ook hem. Daarom vroegen
de berkeboompjes waar hij het eerst langs kivam „waarom
ben je zo vrolijk, Klaasf"
Daarom sprongen de hazen ook niet wegmaar bleven
midden op het bospad zitten en vroegen met hun snuffel-
neusje in de lucht: „ivaar ga je zo vrolijk naar toe,
Klaas?"
En het klimop dat tegen de hele grote bomen groeide rit
selde lachend en zei: „wat is er met je aan de hand,
Klaas? Zo vrolijk als nu hebben we je nog nooit gezien!"
De textieletikettering krijgt in Ne
derland (en in heel Europa)
steeds meer vaste voet en daarom
horen in elke huishouding de „was
kaart" en het „wasboekje" thuis.
Beide worden in ons land uitgegeven
door de Vereniging Textieletikette
ring voor was- en strijkhohandeling:
de (geplastificeerde! waskaart kosl
twintig cent, het wasboekje „Het
wasverkeer veilig geregeld" komt op
vijfendertig cent te staan. Beide
kunnen worden besteld bij het bu
reau Nederlandse Huishoudraad, An
na Paulownaplein 7 te Den Haag,
girorekening penningmeester 228950.
In de boekhandel is voorts (A raison
van 2,95) een uitgebreide uitgave
van het wasboekje te koon; de uit
gevers z|jn Nijgh en Van Ditmar.
Een zelfgemaakte schoenenhanger
stevige dubbele lap van stof
of plastic met een aantal vakjes
voor schoenen erop gestikt kan
gemakkelijker aan de binnenkant
van de kastdeur worden opgehangen
wanneer de bovenzijde van «Ie dubbele
lap om een stevige kleerhanger
In slaap vallen is zó gemakkelijk
de „moeilijke slaper" hoeft er in
de toekomst geen pilletjes of tablet
jes meer voor te slikken, mits hij
beschik! over „De Slaaptoon". Het
een door de Japanners bedacht
toon" kan uitzenden nadat het onge
veer vijf seconden op het elektrici
teitsnet aangesloten is geweest. De
slaaptoon lijkt op het geluid van val-
vvordt
hanger
ten met vakjes worden bestlkt om
dat hij, dank zij de kleerhanger, ook
aan een rail in de kast kan worden
opgehangen. Bovendien is hjj op deze
manier gemakkelijk mee te nemen
op reis.
lende regen en kan naar eigen smaak
worden ingesteld op regelmatige of
onregelmatige regenval. En hoewel
het water-naar-de-zee-dragen lijkt
om in ons regenachtige land zo'n ap
paraatje te kopen willen we U toch
de meer zakelijke bijzonderheden
niet onthouden: het ding kost in Hol
lands geld omgerekend vijfendertig
gulden en het is niet groter dan een
pakje sigaretten zodat het in jaszak
of handtas kan worden meegenomen.
„Vertel het ons, Klaas!",
riepen ook de hele grote
bomen, die wel vier keer
zo oud waren als Klaas,
„je hebt voor ons toch geen
geheimen? Waar ga je
naar toe met je bijl en je
zware touwen? Ga je een
boom omhakken, Klaas
We houden er niet van om
omgehakt te worden, maar
als jij zegt dat het moet, ga
je je gang maar, Klaas".
„Ja", zei Klaas, „ik ga een
boom omhakken. Niet zo
maar een boom, maar de
mooiste, de grootste van
jullie allemaal moet het zijn.
Hij moet genoeg hout heb
ben om er een heel huis,
tafel, stoelen en een bed
van te timmeren".
„Een huis!", ruisten de bo
men en „een huis", fluister
den de dieren, „maar je
hebt toch al een huis.
Klaas?"
Klaas schudde lachend zijn
hoofd. „Dat zal niet groot
genoeg meer z|jn, want ik
ga trouwen. Daarom ben ik
zo vrolijk, zie je.
„Prachtig! Prachtig!", ruis
ten de bomen, „daar mag
je ons voor omkappen,
want wat maakt het voor
verschil? Wie je ook kiest
h(j zal altijd bij ons bly
ven".
Klaas liep op de allergroot
ste. de allermooiste boom
van het bos toe. „Wil je
heus?", vroeg hjj. De boom
ruiste. „Ik vindt het een
eer, Klaas om jouw huis,
jouw tafel en stoel te wor
den. Je hebt goed gekozen,
want ik ben de boom met
toverkracht. Nee, dat wist
je nog niet. Ik ben de enige
boom met toverkracht in
het bos".
„Zal ik dan niet liever een
andere nemen?", vroeg hij.
Met al zijn takken schudde
de boom van nee. „Al mijn
toverkracht zal ik gebrui
ken om jouw huis tot het
gelukkigste huis van de
wereld te maken", zei hij.
Alle dieren en bomen keken
toe hoe Klaas de grootste
reus van het bos omhakte.
Klaas kon niet laten om
er bij te blijven zingen, zó
bl|j was hij dat ook het bos
hem helpen wilde om een
nieuw huis te bouwen. En
ondertussen vroegen de die
ren honderd uit: „vertel 'ns
over je vrouw, Klaas
Woont ze ook in een bos
net als jij Denk je dat
ze even veel van 'dieren
en bomen houdt als jjj?"
„Nee", zei Klaas, „ze komt
niet uit een bos. Ze komt
uit de stad, je weet wel,
waar ik jullie over verteld
heb. Waar de mensen in
stenen huizen dicht op elk
aar wonen".
Klaas zaagde en schaafde
het prachtige hout van de
grote boom; hij trok er
muren van op, timmerde
er een dak van, paste en
meette.
Want elke dag was er één
dichter bij het feest als
alles klaar zou zyn en
Klaas zijn vrouw in de stad
ging halen.
„Daar komen ze!", floten
de vogels die in grote krin
gen boven het bos cirkel
den, „daar komen ze!".
„Is er geen weg?", vroeg
Liza, de vrouw van Klaas.
„Natuurlijk", lachte Klaas,
„dit is het bospad dat re
gelrecht naar ons huis
loopt".
„Maar het is gewoon
grond", zei Liza, „geen as
falt of stenen". Klaas lachte
hard en het bos lachte
mee. Maar ze hielden op
eens op. want Liza gaf een
schreeuw van schrik.
„Dóér", wees ze met uit
gestrekte arm: „een béést!"
Klaas lachte nog veel har
der. „Maar dat is mijn
vriend, de haas!", zei hij,
„die wil kennis met je ma
ken net als iedereen in het
bos".
„Wie is iedereen?", vroeg
Liza en ze keek nieuwsgie
rig rond alsof ze een hele
boel mensen verwachtte.
„Nou alles", zei Klaas, „de
bomen, de dieren op de
grond, de vogels Liza
haalde haar schouders op
„Je moet me niet voor de
gek houden. Klaas", zei ze.
„Je zult eens zien!", zei
Klaas, „als je hier één week
woont wil je er nooit meer
weg en ben je net zulke
dikke vrienden met het bos
als ik". Maar Klaas had
ongelijk. Liza wilde niet van
het bos houden. Ze hield
de ramen en deuren stijf
dicht, zodat er geen takken
en vogels binnen konden
komen.
„We moeten iets doen", zei
den de bomen tegen elkaar,
„we hadden Klaas beloofd
dat dit het gelukkigste huis
van de wereld zou worden
en kijk nou toch eens!"
Ze stuurden er Berta, de
zachtste duif van het bos
op uit; „voor een duif
als Berta kon niemand
bang zijn en met geen mo
gelijkheid zou je aan haar
iets griezeligs vinden", re
deneerden de bomen.
Liza zat op één van de
stoelen en staarde voor zich
uit; maar toen ze Berta
de duif zag binnenkomen
gaf ze een schreeuw en
sprong op.
„Ga je weg, ga je weg.
lelijkerd!" riep ze. Maar
Berta ging niet weg.
„En nou is het genooeg!",
riep de boom, waar het huis
van gemaakt was,, „nu zal ik
mijn toverkracht gebrui
ken!"
Niemand wist hoe het zo
gauw gebeurde; je hoorde
het kraken van hout, een
vreemd gestommel en ge
schuifel als van houtblok
ken die op elkaar gestapeld
worden; daarboven uit
klonk het geschreeuw van
Liza en het verschrikte ge-
koer van de duif. En even
later stond de grote boom
weer op zijn plaats alsof
h|j er nooit was wegge
weest.
En toen kwam Klaas naar
huis.
Maar toen hij bij de plek
kwam waar zijn huis had
gestaan, stond hij als aan
de grond genageld. Niets,
niets was er meer over van
dat prachtige huis dat hij
zingend had gebouwd. Ver
legen draaide het hele bos
zich stil opzij toen ze za
gen dat Klaas, zijn ogen
vol tranen had. En Liza
boven in haar boom zag
het ook en ze schaamde
zich zó dat ze Klaas niet
eens durfde roepen. „Maar
wat is het dan toch?",
dacht ze hardop, „dat hij
zó veel van zijn boom-huis
kan houden en dat hij er
om huilt als het weg is?"
„Het is", koerde Berta de
duif die kwam aangevlo
gen, „omdat Klaas dacht
dat dit het gelukkigste huis
van de wereld zou worden.
Wij allemaal hielpen daar
aan mee. Maar het ging
niet. Door jóu ging het
niet, omdat je niets wilde
zien en horen van het bos".
„Maar leer het me dan
zien!", riep Liza, want op
eens wist ze dat ze het niet
kon verdragen: die lege
plek waar het huis had ge
staan, die tranen van Klaas
en de verwijtende ogen van
de dieren. „Begin met de
bloemen en de takken waar
je niets van weten wou!",
zei Berta, „kom maar mee".
Liza merkte dat je hele
maal niet in een boom
hoefde te blijven zitten als
je niet wilde; je kon je als
een eekhoorn langs de stam
laten glijden, je kon als een
haas door de struiken wip
pen en fluiten als een vogel
wanneer je een veldje vol
anemonen vond. Ze plukte
er een groot boeket van
en met de duif Berta op
haar schouder huppelde ze
terug naar huis. „Klaas",
riep ze. Klaas had zijn han
den voor zijn ogen gesla
gen toen hij heel zeker wist
dat zijn huis verdwenen
was; hij had zich op een
boomstronk laten vallen en
al die tijd was hij zo blij
ven zitten, niet wetend wat
te doen. Maar toen hij de
stem van Liza hoorde keek
hij op. Opeens veranderde
zijn hele gezicht. Voor de
deur van hun huis stond
Liza met haar armen vol
bloemen; op haar schouder
zat de liefste duif van het
bos en in haar haren zaten
kleine takjes die daar wa
ren blijven haken.
..Maarmaarhakkel
de Klaas, „het huis het
huis was wég „Dom
oor!", lachte Liza, „hoe zou
dat heerlijke huis nou weg
kunnen zijn? Je hebt ge
droomd. Klaas, vast en ze
ker!"
„Je hebt gedroomd. Klaas!"
riepen de dieren.
Mies Bouhuys