Kruisverenigingen hebben vele „takken van dienst" pagina Poetenkleding"; nieuwe term in Nederlandse mode VOORJAARSHOEDJES KINDERKRANT Repliek van textielhandel aan levensmiddelenbranche Uw handen lopen nü gevaar! Warm schoteltje Politici-model Waskaart en wasboekje De boom Schoenenhanger „De slaaptoon' VRIJDAG 15 FEBRUARI 1963 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 1 Te kunt het mooiste en meeste moderne wijkgebouw neerzetten; het is desondanks vaak zo, dat de mensen, die er een eind van daan wonen, liever niet de moeite nemen naar het wijkgebouw te komen". Dit hoorden we van een wijkverpleegster van een kruis vereniging. „Vaak is het zo, dat je de mensen het wijkgebouw als het ware aan huis moet brengen. Zoveel mogelijk materiaal moet ik dan achter in mijn auto'tje laden en dan ga ik maar op huisbe zoek!" Het is duidelijk, dat dit niet de bedoeling is van het werk. Het werk van de kruisverenigingen is een zeer veelomvattend werk, maar het is uiteraard wel de bedoeling, dat de mensen zelf ook eni ge moeite doen bij het profiteren van de faciliteiten, die een kruis vereniging biedt. meld over de werkwijze van de kruis verenigingen en voorts is er een ant woordkaart bij. waarop men kan aan strepen welke van de drie verenigin gen men verkiest. Van de heer Van Kamer hoorden wij, dat deze actie een zeer bevredigend resultaat heeft. „WIJKGEBOUW 81] DE MENSEN THUIS?' Er zijn heel wat gezinnen die lid zijn van een kruisvereniging uit een soort sociaal plichtsgevoel of omdat het ooit e hulp van 3 heel nodig kan zijn de n kruisvereniging in te dit het sterkste op het _aar immers gaat de ijkverpleegster in een veel wijdere ..ring rond om haar patiënten te ver zorgen, daar is haar bezoek een vaak belangriike onderbreking van de da gelijkse gang van zaken voor de zie ke, veel "meer dan in de stad. Wijkverpleging is een heel belang rijke pijler van het werk van de kruisvereniging, waarschijnlijk zelfs de meest bekende, tegenwoordig al thans. Met DE bruisvereniging bedoelen wij het Groene Kruis, het Oranje-Groene Kruis en het Wit-Gele Kruis, res pectievelijk de neutrale, de protes tants-christelijke en de rooms-lïatho- lieke vereniging. Het werk van deze drie is hetzelfde, alleen op verschil lend levensbeschouwelijk terrein. In Middelburg zijn deze drie kruis verenigingen tot een bijzonder ple zierige samenwerking gekomen. Daarover en over het werk van de kruisverenigingen vertelde ons de heer J. C. F. van Kamer, penning meester van het Groene Kruis in Middelburg. Rond de eeuwwisseling is het Groene Kruis op particulier initiatief onge richt. De afdeling Middelburg dateert van 1906. Het doel was onvoorziene kosten door ziekte in een gezin op te vangen door in verenigingsverband verolegin°"sartikelon uit te lenen. Het Groene Kruis in Middelburg begon met de wijkverpleging pas na de laagste oorlog. Het Oranie-Groene Kruis daarente gen, dat officieel heet Vereniging voor Dïaeonessenarbeid. voortgeko men uit de Zeeuwse Hervormde Dia conessen Inrichting, begon hier met de wijkverpleging al ver voor de oorlog. In deze samenwerking hebben de drie kruisverenigingen wel alle hun zelfstandigheid behouden. Naar bui ten olrjkt deze samenwerking bij voorbeeld uit de gezamenlijk uitgege ven folder, die ieder nieuw ingeko men gezin in Middelburg ontvangt, waarin het een en ander staat ver- Advertentie) Hulpverlening De faciliteiten, die de kruisvereni gingen bieden zijn vele. De uit gave van verpleegmateriaal is gra tis, behalve de elektrische apparaten. Daarvoor wordt een kleine huur ge vraagd. Ook de wijkverzorging be hoort tot de kosteloze hulp voor le den. Deze beide vormen van hulp verlening geschieden allen op dok tersadvies. Dan zijn er de >vele consultatiebu reaus. waarvan tegenwoordig die voor zuigelingen en kleuters wel de meest bekende is. Voor de oorlog was het consultatiebureau voor t.b.c.- bestrijding een belangrijke tak van dienst van de kruisvereniging, maar na de oorlog is deze ziekte belang rijk afgenomen. Consultatiebureaus verlenen kosteloos adviezen en hulp. Voor de kraamhulp zijn meestal REDINGOTE-MODE streekkraamcentra opgericht. De Walcherse Groene Kruisverenigingen hebben zich verenigd in het Kraam- centrum Walcheren. Voor kraamhulp betalen leden een retributie, afhanke lijk van het inkomen. En hoe reageert het publiek nu op de kruisverenigingen? Uit een reeks van antwoorden, die we kregen van leden en niet-leden van een kruisver eniging leggen we U graag de vol gende staalkaart voor: Een bejaarde mevrouw in Baarland zei: „Gelukkig, dat de zuster altijd langs kan komen om mijn man te verzorgen. Ik zou me anders echt geen raad weten". Een huisvrouw in Middelburg, moe der van drie jonge kinderen: „Waar om zou ik lid worden van een Kruis vereniging? Ik betaal al zoveel aan allerlei verenigingen. Nee hoor, dat doe ik niet". Een Vlissingse mevrouw zei, dat ze verpleegmateriaal zelf wel zou ko pen, als het nodig zou zijn en een alleenstaande bejaarde in een Mid delburgs tehuis vertelde: „Ik heb het nu nog niet nodig, maar het zou eens kunnen zijn, dat ik de hulp van - de zuster wèl nodig had. Daarom ben ik lid geworden". Financieel worden de kruisverenigin gen onder meer gesteund door over heidssubsidies, die echter afhankelijk zijn van bijvoorbeeld het ledental. Voor de kleine kruisverenigingen be tekent deze regeling een vaak heel moeilijke financiële positie. De con tributie van de leden is de kurk, waarop de kruisvereniging moet drij ven, wil zij haar werk blyven ver richten naar de eisen, die deze mo derne tjjd stelt. Bovendien: de kruisverenigingen zijn voorbeelden van een unieke jr*■---- van boven seerd op basis van vrijwilligheid. De leden van deze verenigingen hebben niet alleen zelf baat bij hun lidmaat schap, zij doen mee aan een prach tig gemecnschapswerk. Als U eerlijk bent zult U toegeven, dat deze drie Zwitserse voorjaars hoedjes niet zo opzienbarend zijn als we dit zouden wensen. Daarom zul len ze echter des te beter in de smaalc vallen bij vrouwen, die er niet op uit zijn om op te vallen en aan die groep moeten we natuurlijk ook denken. Nog steeds speelt leer een grote rol in de lioedenfabricage. Dat kunnen ive liier wel zien aan de witte calot en de vilthoed, die met leer is afge zet. Twee grappige modellen voor door de week. Het donkere vOrgan- ze"-hoedje in het midden is meer voor bijzondere gelegenheden be stemd. rr nieke gezondheidszorg, niet i opgelegd, maar georganï- ALLE TEXTIEL MET DIT GEEL-BLAUWE ETIKET IS KLEUR-ECHT Een mode-evenement dat U niet mag missen. „Een uur couture'-* met het STOFFENPALEIS, met Menko en met Eva. Modellen: Max Heijmans en Dick Holthaus. Commentatrice Merel Laseur. Woensdag 20 februari 14.30 en 20.00 uur in de „Prins van Oranje" te Goes. Consument vaart er wel by (Van onze medewerkster.) Wie de advertentiekolommen van haar Lijfblad regelmatig door leest en dat doet het gros der huisvrouwen wel, veronderstellen wy is ze vermoedelijk al tegenge komen: de annonces waarin „textiel met een uitroepteken" wordt gead verteerd. De aanbiedingen in die an nonce vormen het „antwoord" van de Nederlandse te.vtieldetaiihandel aan do levensmiddelenbedryven die hun activiteiten hebben uitgebreid tot op het gebied van de textiel. Het was duidelijk volgens de textiel detailhandel „dat het gebied van de mechanische huishoudelijke appa raten tamelijk snel zou zyn afge graasd en dat daarna de textiel als verbruiksartikel weldra aan de beurt L over lier verkrijg- ;e,vSÉ Bescherming met Clipp handcrème is noodzaak. Tégen afwashanden, ruwe en schrale handen. Vóór een fluweelzachte en gezonde huid. In de grote doos zit uw hele winter-bescherming TERNEUZEN, NIEUWSIRAAT 6-8 De voorjaarsmode verschijnt weer als een stijlvol, bijna doorlopend mo del. Bij deze van een dubbele rij kno pen voorzienen .Redingote"-mantel uit Italië worden de lange lijnen bo vendien nog geaccentueerd door coupe-naden, brede ronde schouders en een even aangeduide hoge taille. Royale tube f 1.25 zou komen." En aan deze opmer king werd nog toegevoegd dat de textieldetailhandel „niet bij de pak ken zou neerzitten en duidelyk van repliek zou dienen". Een Nederlandse textiel-inkoopcom- binatie is dus inmiddels met een actie begonnen die „in de eerste plaats voorlichtend en, in overeenstemming daarmee, van lange duur is". Via de Vereniging van Textiel-Inkoopcom- binaties is deze actie ook opengesteld voor de leden van de daarbij aange sloten organisaties waarvan enkele reeds hebben aangekondigd, ook te willen meedoen. In een reeks van tips wil de textiel detailhandel met haar actie bewijzen dat de textielwinkelier niet opzij hoeft te gaan voor „schijnbaar voor delige aanbiedingen van andere zij de". Iedere veertien dagen lanceert men een nieuw artikel dat over het fehele land (èn blijvend) aar is en waarin aantrekkelijke en kwaliteit dienen te zijn ven Het zullen artikelen zijn, die trekkelyk zijn voor dat deel van het publiek, dat wil koDen tegen gunstige prijs by goede kwaliteit". (Welke koper wil dat eigenlijk niet? De artikelen waarom het gaat zijn naamloos, maar voorzien van een textielwaarborgzegel en ze worden door de organisatoren van deze tex- tielactie onvoorwaardelijk gewaar borgd. En om tot slot de textieldetailhandel nog even aan het woord te laten: „Met deze beheerste actie wil men het kwaad de sterk toegenomen activiteit op het gebied van de tex tiel bij verschillende levensmiddelen concerns uitsnijden door middel van een langdurige voorlichting en uil men bovendien marktontwrich- ting vermyden. In textielkringen is men ervan overtuigd, dat de met verstand en ervaring kiezende huis vrouw geen enkele moeite zal heb ben bij net kiezen tussen textiel van kruidenierszijde en textiel van de vakhandel die dank zij een inkoopap paraat, opgebouwd door duizenden winkeliers in heel Europa te zamen, over de meest aantrekkelijke aanbie dingen beschikt die maar denkbaar zijn." poetenkleding" is een nieuw woord in de Nederlandse mode. Nieuw voor de outsider, voor de consument dan altijd in confeetiekringen daarentegen is het gebruikelijk om de kleding voor meisjes van ongeveer twaalf tot zestien jaar met deze bena ming aan te duiden. jongedochter uit te geven, een factor die trouwens niet alleen bij de meis- jeskleding maar bij een groot deel van de kinderkleding blijkt mee te spelen. In België, Frankrijk en Italië wordt veel meer geld besteed aan kinderkleding, in Nederland kijkt de consument voornamelijk naar het „stofbestanddeel" van het kleding stuk: „Er zit maar zo weinig stof in, moet zo'n jurkje zó duur zijn?" Vol gens de confectiefabrikanten reali seert het publiek zich absoluut niet dat dit stofbestanddeel maar Probleemkinderen voor de textiel Mocht het begrip „poetenkleding" ook bij het Nederlandse publiek gemeengoed worden, dan is dat te danken aan het Nederlands Ka toeninstituut dat een marktstudie over dit onderwerp heeft samenge steld waarin „de probleemkinderen van textiel" ten voeten uit worden be licht: met hun wensen en verlangens, met hun koopgewoonten én met hun grillenWant het jongemeisje dat kleren koopt is blijkens dit rapport een verre van gemakkelijke klant, met kritiek op alles- Ook op de kle ding die voor haar by de detaillisten hangt, en ook op de manier waarop zij door de detaillist wordt benaderd. Die detaillist vindt op zijn beurt het meisje maar bijzonder lastig en meent bovendien dat de confectie- ïndustrie tekort schiet. De confectio nair daarentegen betoogt dat het moeilijk is, series te maken voor zo'n moeilijke heterogene groep, dat voor de kleding soms geen geschikte stof fen te krijgen zijn en dat de detaillist aan deze sector te weinig aandacht schenkt in zijn zaak, etalages en ad vertenties. Series ondoenlijk En heel deze scala van moeilijkhe den wortelt in die lastige leef tijdsperiode tussen twaalf en zes tien jaar, het tijdperk waarin meis jes geacht worden „poetenkleding" te dragen. Dat de eonfectie-industrie het daar moeilijk mee heeft, blijkt wel uit enig cijfermateriaal uit het rapport: de lengtegrenzen variëren bijvoorbeeld bij bepaalde groepen meisjes die in de categorie „poetenmaten" vallen. Zo zijn ze bijvoorbeeld in Groningen, Friesland en Drente gemiddeld ruim twee centimeter groter, in Zeeland, Brabant en Limburg daarentegen ge middeld ruim twee centimeter klei ner dan het Nederlands gemiddelde van 158,5 centimeter. Ook de heup- omvang varieert, soms wel tot ruim zeven centimeter verschil. Daarbij komt nog de prijzenkwestie: als een meisjesjurk een gulden of dertig kost, t het kledingstuk al „in de top van klein deel van de verkoopprijs maakt, en dat de kosten om derg uit ligt 1 de markt" en is het ne detaillisten vrijwel verscheide- onverkoop- Niet teveel geld Die onverkoopbaarheid hangt sa men met het vaakgehoord argu ment dat Nederlandse ouders niet bereid zouden zijn veel geld aan de kleding van een snelgroeiende tlergelijke kleding te vervaardigen beslist niet minder eerder hoger zijn dan die van volwassene: kleding. Dit mis verstand leidt er vaak toe, dat men de kleding dan maar zelf maakt. Aanleiding tot dit laatste is ook het (eveneens veelgehoorde) argument dat de meisjes bij de detaillist heel moeilijk iets kunnen vinden dat Iiaar staat en past. en vindt in het alge meen dat de detaillisten een onvol doende sortering voor deze leeftijds categorie hebben, iets wat de detail listen zelf ook wel toegeven, echter met verwijzing naar de grote moei lijkheid om in te kopen voor deze leeftijds-categorie (dit geldt in het byzonder voor jurken). „Te weinig confectiefabrikanten tonen begrip voor de kledingsproblemen van deze meisjes", aldus de detaillisten, die aan de andere kant moeten toegeven dat de situatie de laatste jaren toch al opmerkelijk verbeterd is: sommige confectiefabrikanten leggen zich spe ciaal op poetenmaten toe. Desondanks is de „poetengroep" nog altijd een verwaarloosde groep, me nen de insiders. „Eigen schuld"? Of de jongedames zelf ook niet een beetje schuldig zijn aan het feit, dat de zaken zo moeilijk liggen? Met die mogelijkheid wordt wel rekening gehouden; de wispelturigheid van de meisjes zou hier wel eens remmend kunnen zijn. Getuige de mening van sommige detaillisten: „de poeten zijn heel vervelende klanten die absoluut niet weten wat zij willen dit in tegenstelling tot de oudere tieners die dat maar al te goed weten. De jongere meisjes weten eigenlijk al leen wat ze niet willen Het komt er eigenlijk op neer dat detaillist, fabrikant en (jeugdige) koopster elkaar beurtelings de schuld geven van de moeilijkheden in de „poetenkleding". Ook de textielindus trie is bij de schuldvraag betrokken: besteedt die wel genoeg aandacht aan speciale dessins en weefselstruc- ....tussen twaalf en zestien jaar: probleemkind der textiel.... tuur voor deze categorie meisjes? Het Nederlands Katoeninstituut geeft onomwonden toe, dat zijn rap port geen oplossing geeft en zeker geen volledigheid kan pretenderen. Het is echter wel van mening dat deze studie over „de probleemkinde ren van de textiel'* de aandacht voor de „poetenkleding" zal vergroten en dat is heel erg nodig. Rest nog de verklaring dat „poeten" volgens Van Dale's nieuw handwoor denboek der Nederlandse taal „jonge lieve meisjes" zijn en dat de bena ming waarschijnlijk verwant is aan het Italiaanse „putti" waarmee engelachtige, ranke lieve wezentjes worden bedoeld. Dat is dan wel in flagrante tegenstelling tot het crea- tuurtje van twaalf tot zestien jaar, zoals het uit het rapport over de probleemkinderen naar voren komt... eiwit, zorg ervoor dat puree en ap pelmoes niet te dun z|jn. Laat de schotel in de oven warm en licht bruin worden, rooster intussen voor zichtig kleine borrelworstjes-uit-blik. Leg de worstjes vóór het opdienen op de aardappelschotel. Kcukeutip voor vrouwen die graag de koffietafel „versieren" met een warm schoteltje: leg in een vuurvaste schaal afwisselend laagjes aardappelpuree cn laagjes appel moes. Roer zo mogelyk door de pu ree een geklopt ei of een stijfgeklopt De hoofddeksels van drie beroemde politici stonden model voor drie dameshoeden die een Engels hoeden- ontwerper heeft gecreëerd. Churchills „halfhoge" hoed werd in de vrouwe lijke versie een halfhoog „kachel pijpje" met brede satijnstrik, de Gaulles militaire kepi een soepele vilten pet met neergeslagen klep, Macmilans bontmuts bleef een bont- muts, al is het mode voor de vrouw wat hoger en loopt het wat spitser toe. Vierde en laatste in deze rij van mannenhoedjesis de traditionele Engelse bolhoed waarvan de boi iets lager, het lint aanzienlijk breder en met een gesp versierd, de rand iets hoger opgeslagen is. Ook is het ma teriaal wat soepeler dan dat van de klassieke Engelse „bowler". Klaas, de boswachter, liep vrolijk fluitend door het stille bos. Hij had er zó lang gewoond dat hij de taal van de dieren en de bomen had leren begrijpen. En omgekeerd begrepen de dieren en bomen ook hem. Daarom vroegen de berkeboompjes waar hij het eerst langs kivam „waarom ben je zo vrolijk, Klaasf" Daarom sprongen de hazen ook niet wegmaar bleven midden op het bospad zitten en vroegen met hun snuffel- neusje in de lucht: „ivaar ga je zo vrolijk naar toe, Klaas?" En het klimop dat tegen de hele grote bomen groeide rit selde lachend en zei: „wat is er met je aan de hand, Klaas? Zo vrolijk als nu hebben we je nog nooit gezien!" De textieletikettering krijgt in Ne derland (en in heel Europa) steeds meer vaste voet en daarom horen in elke huishouding de „was kaart" en het „wasboekje" thuis. Beide worden in ons land uitgegeven door de Vereniging Textieletikette ring voor was- en strijkhohandeling: de (geplastificeerde! waskaart kosl twintig cent, het wasboekje „Het wasverkeer veilig geregeld" komt op vijfendertig cent te staan. Beide kunnen worden besteld bij het bu reau Nederlandse Huishoudraad, An na Paulownaplein 7 te Den Haag, girorekening penningmeester 228950. In de boekhandel is voorts (A raison van 2,95) een uitgebreide uitgave van het wasboekje te koon; de uit gevers z|jn Nijgh en Van Ditmar. Een zelfgemaakte schoenenhanger stevige dubbele lap van stof of plastic met een aantal vakjes voor schoenen erop gestikt kan gemakkelijker aan de binnenkant van de kastdeur worden opgehangen wanneer de bovenzijde van «Ie dubbele lap om een stevige kleerhanger In slaap vallen is zó gemakkelijk de „moeilijke slaper" hoeft er in de toekomst geen pilletjes of tablet jes meer voor te slikken, mits hij beschik! over „De Slaaptoon". Het een door de Japanners bedacht toon" kan uitzenden nadat het onge veer vijf seconden op het elektrici teitsnet aangesloten is geweest. De slaaptoon lijkt op het geluid van val- vvordt hanger ten met vakjes worden bestlkt om dat hij, dank zij de kleerhanger, ook aan een rail in de kast kan worden opgehangen. Bovendien is hjj op deze manier gemakkelijk mee te nemen op reis. lende regen en kan naar eigen smaak worden ingesteld op regelmatige of onregelmatige regenval. En hoewel het water-naar-de-zee-dragen lijkt om in ons regenachtige land zo'n ap paraatje te kopen willen we U toch de meer zakelijke bijzonderheden niet onthouden: het ding kost in Hol lands geld omgerekend vijfendertig gulden en het is niet groter dan een pakje sigaretten zodat het in jaszak of handtas kan worden meegenomen. „Vertel het ons, Klaas!", riepen ook de hele grote bomen, die wel vier keer zo oud waren als Klaas, „je hebt voor ons toch geen geheimen? Waar ga je naar toe met je bijl en je zware touwen? Ga je een boom omhakken, Klaas We houden er niet van om omgehakt te worden, maar als jij zegt dat het moet, ga je je gang maar, Klaas". „Ja", zei Klaas, „ik ga een boom omhakken. Niet zo maar een boom, maar de mooiste, de grootste van jullie allemaal moet het zijn. Hij moet genoeg hout heb ben om er een heel huis, tafel, stoelen en een bed van te timmeren". „Een huis!", ruisten de bo men en „een huis", fluister den de dieren, „maar je hebt toch al een huis. Klaas?" Klaas schudde lachend zijn hoofd. „Dat zal niet groot genoeg meer z|jn, want ik ga trouwen. Daarom ben ik zo vrolijk, zie je. „Prachtig! Prachtig!", ruis ten de bomen, „daar mag je ons voor omkappen, want wat maakt het voor verschil? Wie je ook kiest h(j zal altijd bij ons bly ven". Klaas liep op de allergroot ste. de allermooiste boom van het bos toe. „Wil je heus?", vroeg hjj. De boom ruiste. „Ik vindt het een eer, Klaas om jouw huis, jouw tafel en stoel te wor den. Je hebt goed gekozen, want ik ben de boom met toverkracht. Nee, dat wist je nog niet. Ik ben de enige boom met toverkracht in het bos". „Zal ik dan niet liever een andere nemen?", vroeg hij. Met al zijn takken schudde de boom van nee. „Al mijn toverkracht zal ik gebrui ken om jouw huis tot het gelukkigste huis van de wereld te maken", zei hij. Alle dieren en bomen keken toe hoe Klaas de grootste reus van het bos omhakte. Klaas kon niet laten om er bij te blijven zingen, zó bl|j was hij dat ook het bos hem helpen wilde om een nieuw huis te bouwen. En ondertussen vroegen de die ren honderd uit: „vertel 'ns over je vrouw, Klaas Woont ze ook in een bos net als jij Denk je dat ze even veel van 'dieren en bomen houdt als jjj?" „Nee", zei Klaas, „ze komt niet uit een bos. Ze komt uit de stad, je weet wel, waar ik jullie over verteld heb. Waar de mensen in stenen huizen dicht op elk aar wonen". Klaas zaagde en schaafde het prachtige hout van de grote boom; hij trok er muren van op, timmerde er een dak van, paste en meette. Want elke dag was er één dichter bij het feest als alles klaar zou zyn en Klaas zijn vrouw in de stad ging halen. „Daar komen ze!", floten de vogels die in grote krin gen boven het bos cirkel den, „daar komen ze!". „Is er geen weg?", vroeg Liza, de vrouw van Klaas. „Natuurlijk", lachte Klaas, „dit is het bospad dat re gelrecht naar ons huis loopt". „Maar het is gewoon grond", zei Liza, „geen as falt of stenen". Klaas lachte hard en het bos lachte mee. Maar ze hielden op eens op. want Liza gaf een schreeuw van schrik. „Dóér", wees ze met uit gestrekte arm: „een béést!" Klaas lachte nog veel har der. „Maar dat is mijn vriend, de haas!", zei hij, „die wil kennis met je ma ken net als iedereen in het bos". „Wie is iedereen?", vroeg Liza en ze keek nieuwsgie rig rond alsof ze een hele boel mensen verwachtte. „Nou alles", zei Klaas, „de bomen, de dieren op de grond, de vogels Liza haalde haar schouders op „Je moet me niet voor de gek houden. Klaas", zei ze. „Je zult eens zien!", zei Klaas, „als je hier één week woont wil je er nooit meer weg en ben je net zulke dikke vrienden met het bos als ik". Maar Klaas had ongelijk. Liza wilde niet van het bos houden. Ze hield de ramen en deuren stijf dicht, zodat er geen takken en vogels binnen konden komen. „We moeten iets doen", zei den de bomen tegen elkaar, „we hadden Klaas beloofd dat dit het gelukkigste huis van de wereld zou worden en kijk nou toch eens!" Ze stuurden er Berta, de zachtste duif van het bos op uit; „voor een duif als Berta kon niemand bang zijn en met geen mo gelijkheid zou je aan haar iets griezeligs vinden", re deneerden de bomen. Liza zat op één van de stoelen en staarde voor zich uit; maar toen ze Berta de duif zag binnenkomen gaf ze een schreeuw en sprong op. „Ga je weg, ga je weg. lelijkerd!" riep ze. Maar Berta ging niet weg. „En nou is het genooeg!", riep de boom, waar het huis van gemaakt was,, „nu zal ik mijn toverkracht gebrui ken!" Niemand wist hoe het zo gauw gebeurde; je hoorde het kraken van hout, een vreemd gestommel en ge schuifel als van houtblok ken die op elkaar gestapeld worden; daarboven uit klonk het geschreeuw van Liza en het verschrikte ge- koer van de duif. En even later stond de grote boom weer op zijn plaats alsof h|j er nooit was wegge weest. En toen kwam Klaas naar huis. Maar toen hij bij de plek kwam waar zijn huis had gestaan, stond hij als aan de grond genageld. Niets, niets was er meer over van dat prachtige huis dat hij zingend had gebouwd. Ver legen draaide het hele bos zich stil opzij toen ze za gen dat Klaas, zijn ogen vol tranen had. En Liza boven in haar boom zag het ook en ze schaamde zich zó dat ze Klaas niet eens durfde roepen. „Maar wat is het dan toch?", dacht ze hardop, „dat hij zó veel van zijn boom-huis kan houden en dat hij er om huilt als het weg is?" „Het is", koerde Berta de duif die kwam aangevlo gen, „omdat Klaas dacht dat dit het gelukkigste huis van de wereld zou worden. Wij allemaal hielpen daar aan mee. Maar het ging niet. Door jóu ging het niet, omdat je niets wilde zien en horen van het bos". „Maar leer het me dan zien!", riep Liza, want op eens wist ze dat ze het niet kon verdragen: die lege plek waar het huis had ge staan, die tranen van Klaas en de verwijtende ogen van de dieren. „Begin met de bloemen en de takken waar je niets van weten wou!", zei Berta, „kom maar mee". Liza merkte dat je hele maal niet in een boom hoefde te blijven zitten als je niet wilde; je kon je als een eekhoorn langs de stam laten glijden, je kon als een haas door de struiken wip pen en fluiten als een vogel wanneer je een veldje vol anemonen vond. Ze plukte er een groot boeket van en met de duif Berta op haar schouder huppelde ze terug naar huis. „Klaas", riep ze. Klaas had zijn han den voor zijn ogen gesla gen toen hij heel zeker wist dat zijn huis verdwenen was; hij had zich op een boomstronk laten vallen en al die tijd was hij zo blij ven zitten, niet wetend wat te doen. Maar toen hij de stem van Liza hoorde keek hij op. Opeens veranderde zijn hele gezicht. Voor de deur van hun huis stond Liza met haar armen vol bloemen; op haar schouder zat de liefste duif van het bos en in haar haren zaten kleine takjes die daar wa ren blijven haken. ..Maarmaarhakkel de Klaas, „het huis het huis was wég „Dom oor!", lachte Liza, „hoe zou dat heerlijke huis nou weg kunnen zijn? Je hebt ge droomd. Klaas, vast en ze ker!" „Je hebt gedroomd. Klaas!" riepen de dieren. Mies Bouhuys

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 7