IN DE WINTER KIJKT HET VOORJAAR OM
DE HOEK
Mammoetgarage heeft
gebrek aan klanten
LEZERS SCHRIJVEN
Bloeiende klimop,
dansende muggen
en galwespen
AMERIKA „SOLT" MET JACKIE
DERDE VAN DE SOW JET-UNIE IS SPERGEBIED,
WAAR GEEN BUITENLANDER 001T DOORDRINGT
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
MAANDAG 4 FEBRUARI 1963
IN DE NATUUR IS ER NU
VAN ALLES TE BELEVEN
ONZE VELE WINTERGASTEN
WACHTEN OP DE LENTE
'i
vj
ijféf
AAK A Y:?'* y ''W
V*
-Ai
Kleine zwanen. Vanuit de landen binnen de poolcirkel bezoeken ze
ons gedurende de winter en blijken helemaal niet schuw. Deze
exemplaren althans lieten de fotograaf tot op tien meter naderen.
(Van onze medewerker Harry Wonink).
Dar en boos gromt de noordwester door het kale hout. Een
^koude zon weerglinstert haar stralen in de witte rijpdeken,
nalatenschap van de nachtvorst, die in luwte van bos en wal de
hele dag bewaard bleef. In de lucht is het drukke vliegen van
haastige vogels, een wolk kieviten nog, troepen spreeuwen, een
zame bonte kraaien. Zij vluchten voor de koude, die de grond
versteent en het water heeft doen stollen, de voedselbronnen
afsnijdt. Telkens als de sneeuw komt, die ginds, achter de noord
oostelijke kim in grauwe wolkkolossen dreigt, trekt de heldere
vrieshemel dicht en daalt het duistere zwerk tot dicht boven de
aarde, lijkt aan de ene kant van de aarde de ronding van de
bouwkamp te raken en aan de andere zijde de spitse kruinen van
de torenhoge sparren. Het koude wit bedekt alles en maakt er
een wereld van zonder tegenstellingen
Ondertussen is er van alles te bele
ven, deze wintermaanden. Althans
voor de wandelaar, die, nu de genie
tingen van liet buitenleven ruiger
van karakter zijn geworden, niet bij
de kachel blyft. Welk een afwisse
lend beeld biedt vaak het landschap.
Het is de zilveren rijp, die des mor
gens, na een koude mistnacht, van
het bos een betoverende wereld
maakt. Het is de sneeuw, die een
poollandschap tovert. En in de na-
winter is er dan het losbarsten van
de eerste lentebloei. Dan behangen
de grauwe els en de hazelaar zich
met myriaden citroengele guirlan
des, rupskatjes, stuifmeelbloeisels,
die door de wind van wolken gouden
„stof" worden afgeholpen.
Winfergaslen
Wanneer het voorjaar nog ver
lijkt gaan we in de naakte we
reld van bos en veld op zoek naar
wïntergasten, vogels, die vanuit lan
den in het noorden en oosten, waar
de winter nog langer en grimmiger
pleegt te heersen dan hier, ten on
zent een geschikt oord menen te heb
ben gevonden, om er de nieuwe glo
rietijd van de zon af te wachten. Dat
zijn de, als compacte stofwolkjes van
de ene elzensingel naar de andere
zwierende troepen sijsjes, die in de
Scandinavische pijnbossen hun nest
jes tussen de naaldpluimen plegen
te hangen, de horden kramsvogels en
koperwieken, lijsterachtigen uit het
land, waar de winter één lange nacht
is. En daar komen ook de, als blanke
zeilen langs de grauwe kim drijven
de wilde zwanen vandaan.
Hoog is het babbelende klangelen
van overreizende ganzenscharen te
horen. Heti s een indrukwekkend ge
zicht, zo'n enorme V van rustig wie
kende poolreizigers, wier leider de
luchtweerstand breekt voor al dié
vogels achter hem. Zo is er geen en
kele vogel in de formatie, die precies
dezelfde vleugelslag uitvoert als zijn
voorganger; ieder drukt juist een
fractie van een seconde later door
dan zijn voorvlieger en zo dansen de
grauwe ganzen schijnbaar moeiteloos
voort op de luchtbeweging, die de
leider met zijn sterke wieken veroor
zaakt!
De glorietijd van de planten is al
lang verleden tijd. En toch is er één
plant, die het koude jaargetijde af
wachtte om te bloeien en vruchten
te vormen. Dat is de klimop, de stoe
re klimmer, algemeen in bosrijke
streken, met hardgroene, glanzende
vijflobbige bladeren, die, alvorens een
boom te beklimmen, een groene de
ken over de houtwallen spreidt en
dan zijn van heehtworteltjes voorzie
ne, ruigbehaarde lianen in de schors
van de eikeslammen slaat.
En de klimmer windt zich niet om
tak en boom, zoals kamperfoelie, hop
en bitterzoet plegen te doen. Hij
zoekt zijn weg rechtstreeks naar de
top en het altïjd-groene loc-f geeft,
wanneer de eik bladerloos staat, de
gastheer een warme mantel. Heel de
zomer woekerde de klimop moei
zaam voort in de schaduw van het
lover der eiken. Doch nu het blad
verdorde en verdween, kan eindelijk
het licht, de schrale winterzon de
klimplant bereiken en die bewerk
stelligt de glorietijd van de klimop.
Er verschijnen ranken, die ovale
blaadjes dragen en daaraan komen
trossen groen-witte bloempjes, die
achter in de wintermaanden hun
kroonblaadjes verliezen en nog voor
het voorjaar een groen plafond bo
ven hen vlecht, zijn veranderd in
trossen zwarte bessen.
- Daarin komt het eitje uit en leeft de
witte made, die in mei volwassen is
en de gal verlaat.
Deze in het voorjaar vliegende' gene
ratie der galwespen is de veroorza-
Zij prikken een eitje in de onderzijde
van het eikeblad en zo ontstaat een
geelrood balletje van eikeweefsel.
Daarvan eet de larve, die zich in een
klein appartementje in het hart van de
gal bevindt. Het voedsel Is zo ingeni
eus samengesteld, dat de galwesp-
larve geen afvalstoffen behoeft af te
scheiden en het vertrekje dus niet
verontreinigt wordt. Zo zorgen de
galwespen en ook de galmuggen en
galmijten door de ingreep van hun
legboor voor vele vergroeiingen op
allerlei planten.
Maar géén wordt er zo geparasiteerd
als de stoere eik. Aan de bladeren
groeien lensgallen, aardappelgallen
en galappels, op de katjes besgallen,
op de eikels vruchtgallen en aan de
takken galnoten, een reuzenverzame-
ling wiegjes van galwespjongen, die
alle een interessante en merkwaardi
ge levensgeschiedenis hebben en wier
ouders alle uit andere gallen voort
kwamen, dan waarin ze zichzelf naar
de volwasen staat vreten. Zo hoort
de besgal bij de lensgal, de knopgal
bij de galnoot.
De bunzing hurkte ineen om
een prooi te bespringen, maar
is toch weer verder gehuppeld.
Tegen de vriesheldere blauwe
klaarte van de januarihemel,
danst een zuil zilveren puntjes. De
wandelaar kykt er bly naar, met ge
dachten aan de naderende lente.
Maar die is nog ver; de dwaze dan
sers zijn geen voorjaarsherauten.
Winterinuggen
Ze behoren tot de dansmuggen, die
niet kunnen steken en hun korte le
ven besteden met een vreemdsoortig
natuurballet, waarvan het gevolg is,
dat er tussen de dorre bladeren en op
verrottende zwammen eitjes worden
gelegd, die later, via het larve- en
popstadium opnieuw wintermuggen
afleveren, opdat het koude jaargetij
de niet zonder insekten zal zijn. Van
die wintermuggen zijn twee soorten,
de sneeuwmuggen en dooimuggen,
waarvan de eerste boven lichte plek
ken sneeuw, ijs, geel zand ple
gen te dansen en de dooimuggen bo
ven dooiplekken en molshopen.
Somber is de winter aangevangen,
bly eindigt hij in de gouden decoratie
van elzen- en wilgenbloei. En de ge
dachte daaraan, zal ons gedurende
de winterse wandelingen voortdurend
doen uitzien naar verschijnselen, die
de vordering van het seizoen, d<
komst van het - voorjaar aankondi
gen.
ALLEEN BIJ DE INWIJDING WAS ER GEDRANG
Galwespen
Want ook in de winter dwalen er van
die tere wezentjes door een koude
natuur. Hun huisjes, wiegjes, waarin
ze groot werden, vindt men door met
de wandelstok tussen het dorre blad
te rommelen, wanneer de vorst het
bladertapijt nog niet tot een door wit
ijs aaneengesmeed kleed heeft ge-
maakt. Het zijn groen-freel-rode bal- De storm,00|) de 1100 parkeerplaat-
.1. 9en nan]i na cn^|e u,eJ -
„Hyde-parken" te
duur en ook te
omslachtig
(Van onze correspondent).
De koningin heeft er in de troonrede
gewag van gemaakt, de premier
was persoonlijk bij de opening aan
wezig, en pers, radió en televisie
hadden de opening van de onder
aardse garage bij Hyde Park als
een nationale gebeurtenis behan
deld maar vandaag staat de
mammoetgarage voor 1000 perso
nenauto's vrijwel leeg....
letjes, zo groot als een glazen stui
ter. In nazomer en herfst zaten ze
aan de onderzijde van het eikeblad.
Daarna vielen ze. te zamen met het
loof, op de grond. Er is een klein
zwart gaatje in, ten teken, dat het
insekt de galappel verliet: de gal-
wesp, een heel klein diertje met een
glanzendzwart, bolrond achterlijf.
Laag boven de grond, vliegt het
kracht af. Vijftigduizend personen
auto's omzomen weliswaar dagelijks
de straten van Loudens binnenstad,
300.000 auto's komen weliswaar da
gelijks aan Hyde Park voorbij, maar
de garage wordt niet vol. Zij was,
afgezien van de eerste na de ope
ning, nog nooit meer dan half vol
lijks twaalf weken na de opening,
lijkt het er op, dat de hele onder
neming een slecnts verlies opleveren
de zaak is.
De oorzaken? De garage is, daar zij
onder de grond ligt, niet zo gemak
kelijk te vinden. Grote lichtingsbor
den zijn niet toegestaan, ornaat zij
de schoonheid van het beroemde
Hyde Park zouden kunnen schaden.
De parkeergelden voor langparkeer-
ders zijn weliswaar verlaagd, maar
een maandkaart kost altijd nog ruim
120 gulden en wie slechts incidenteel
zijn wagen hier parkeert, moet voor
het eerste uur 1.10 betalen en voor
elk volgend uur 55 cent.
Vele Britten vinden dat beslist te duur.
Bovendien hebben zij bezwaar tegen
de grote afstand die men te voet
moet afleggen. Wie 's morgens zijn
wagen wil „hyde-parken" in de enor
me ondergrondse installatie, moet.
daarna een wandeling te voet onder
nemen met vele bochten.
En dat vindt men veel te ongemakke
lijk. Zodat en het is riïet de eerste
ervaring, die men in Londen op dit
gebied opdoet het er naar uit
ziet. dat de automobilist wel kankert
op het gebrek aan ruimte, maar niet
bereid is, van de mogelijkheden ge
bruik te maken. Want ook by een la
ger tarief is het de vraag of deze
parkeergarage ooit populair zal wor
den.
STRAFBARE VERLIEZERS
Aangezien door de radio nieuwsdienst
steeds meer afgeroepen moet worden
dat er in de een of andere gemeente een
doosje met voor kinderen levensgevaar
lijke medicinale tabletten of poeders
zijn verloren of pakjes verdovende of
vergiftige stoffen zijn zoekgeraakt of
radiumhoudende voorwerpen uit auto's
enz. zijn verdwenen, lijkt het me goed
even over de verregaande slordigheid
van vele mensen wat te schrijven, aan
gezien vroeg of laat slachtoffers zullen
vallen. En die slachtoffers zijn kinderen.
Nu kan men mij tegenroepen, dan moe
ten die kinderen maar geen gevonden
voorwerpen opeten, maar dit is geen
verontschuldiging voor die slordige ver
liezers. Daar zijn het nu eenmaal kin
deren voor.
Ik zou voor willen stellen een wetsar
tikel te maken waarin bepaald wordt
dat verliezers van levensgevaarlijke pak
jes tabletten enz. alle onkosten verbon
den aan de radio-omroep telefoon
gesprekken de waarde van het ver
lorene enz. moeten betalen aan de zie
kenfondsen enz. enz. Ook doktershulp
en eventueel ziekenhuisopname moeten
betaald worden door de verliezer dezer
jevaarlijke pakjes, indien het verlies
rampzalige gevolgen voor een of ander
kind meebrengt. Verder een verbod om
aan minderjarige kinderen of minder
toerekeningsvatbaren, doosjes met ver
giftige middelen enz. mee te geven. Het-
zelfe verbod dus dat ik enige maanden
geleden bepleitte over het verkopen en
afleveren aan kinderen van doosjes lu
cifers en het vervoer hiervan door kin
deren.
Koudekerke. J. C. Puijpe.
GEWONDENVERVOER
TE MIDDELBURG
Naar aanleiding van het artikel in de
P.Z.C. van een dezer dagen, betreffende
het verkeersongeval op de Kleverskerk-
seweg' te Middelburg, zou ik gaarne het
volgende willen schrijven.
Het ongeluk gebeurde omstreeks 7.50
uur. Toen de gewaarschuwde politie op
de plaats aankwam, bleek dat er een
zwaar gewonde lag, zodat spoedige
overbrenging naar het Gasthuis nood
zakelijk was. De politie, die tegenwoor
dig over zeer moderne middelen de be
schikking' heeft en zeer snel ter plaatse
is, nam de nodige maatregelen. Het
wachten was dus op de ambulance van
het Gasthuis. Ondertussen werd eerste
hulp verleend bij bar winterweer met
harde oostenwind en strenge vorst. Na
ongeveer 25 minuten was er nog steeds
geen ambulance, terwijl door het Gast
huis de toezegging was .gedaan, dat de
ambulance met de meeste spoed zou
komen. Inmiddels werd ook de reserve
ambulance van de brandweer gewaar
schuwd, die binnen enkele minuten ter
plaatse verscheen. Alle lof voor de
brandweer, die altijd, wat het ook be
treft, zeer snel ter plaatse is. Dit is
dan nu één voorbeeld en dit komt her
haaldelijk voor. Dit is een verkeerde
toestand. Een ambulance moet voor on
gevallen altijd klaar staan en dit is bij
het Gasthuis waarschijnlijk niet het ge
val. Hoe is het mogelijk dat in deze
snelle cn moderne tijd zoiets nog kan
voorkomen.
Ik kan hier maar één ding over zeg
gen en dat is: Politie! waarschuwt bij
een ongeval de ambulance van de
brandweer, dan kan er tenminste wor
den gerekend op snel vervoer.
Een inwoner van Middelburg.
EEN WUF DIE SPON
In uw blad van 28-l-'63 uit een uwer
lezers zy"n onbehagen naar aanleiding
van: „Daar was een wuf die spon".
Sta mij toe, op te merken dat de diag
nose die gesteld werd, fout is. We
hebben hier niet met een contaminatie
te maken (het dooreen halen van twee
synoniemen of synonieme uitdrukkin
gen) maar met een congruentio ad
sensum. Deze geleerde term wil zeggen
dat de taalgebruiken de verbanden die
hij legt, door zijn gevoel laat bepalen.
Wie zegt: „Een troep jongens liepen
naar het ijs", verbindt „liepen" met
„jongens" i.p.v. met „een troep". Dit
laatste is volgens oude spraakkunsten
het juiste, het eerste is juist volgens
het gevoel van de spreker of schrijver.
Wie nu zegt: „een wuf die", of „een
meisje die", of „een ventje die", zo
iemand richt zich bij spreken en schrij
ven niet naar het spraakkundige feit
dat „wuf", „meisje", „ventje" onzij
dig zijn, doch naar het biologische feit
dat het gevoel sterker aanspreekt
dat „wijf" en „meisje" vrouwelijk en
„ventje" e.d. mannelijke personen aan
duidt.
Het is typisch te constateren dat onze
zuiderburen meer gevoel hebben voor
de oude spraakkundige geslachten, dan
wij in het Noord-Nederland van de 20e
eeuw.
Tot slot nog dit: de moderne spraak
kunst rekent: „een troep jongens lie
pen" en „een meisje die" niet fout. Ze
erkent dat er twee mogelijkheden zijn.
A. P. CORNET.
Goes. Van Mellestraat 64.
STREEKONTWIKKELING IN
W.-Z.-VLAANDEREN
Dit woord kan men tegenwoordig in elk
dagblad iedere dag tegenkomen. Elk
stukje Nederland, dat zichzelf respec
teert, doet aan ontwikkeling, om een
betere leefbaarheid voor de bevolking te
bereiken. Onder deze ontwikkeling
wordt niet klleen verstaan het uitvoeren
van recreatieplannen en instellen van
cultureel en sociale organisaties, maar
in de meeste gevallen hoort daar ook bij
het aantrekken van industrie.
Ook West Zeeuwsch-Vlaanderen is de
laatste jaren hieraan mee gaan doen,
wat mij direct al verontrustte, toen ik
bedacht wat de gevolgen van de indus
trie voor de streek zouden kunnen zijn.
In zekere mate is industriële werkgele
genheid in deze streek onontbeerlijk om
het huidige aantal werklozen aan werk
te helpen, zodat deze mensen niet ge
dwongen zijn naar elders te vertrekken,
hetgeen aanpassingsproblemen met zich
meebrengt en wellicht in vele gevallen
ook heimwee naar de eigen streek.
Maar is het noodzakelijk dat het nu noj
zo mooie en rustige land van Cadzam
bedorven wordt door fabrieken? Ei
niet alleen fabrieken. Er zal bij toene
mende industriële vestiging een
Volgens het Russische persbureau
Tass is mevr. Lilbov Ulanova uit
Letland de eerste vronivelijke pi
loot op straalverkeersvlieg tuigen.
Tijdens de 25 jaren dat zij vliegt,
heeft de pilote meer dan mil
joen mijl afgelegd.
Zwanen
gewoonlijk zelfs veel leger,
langs de eikestammen, op zoek naar Tien miljoen gulden kostte de bouw,
pen indrukwekkend
gezicht, zo'n
vlucht ganzen men vindt ze
des winters veel in ons land, in de
westelijke polders zowel als in het
binnenland doch wie wilde zwanen
heeft zien vliegen, vergeet alle gan
zen. Adel en voornaamheid! Veel zijn
het er doorgaans niet. Of men moet
ze verrassen op open plekken in het
IJselmeer, voor de Waddenkust of in
de Zeeuwse wateren, waar er hon
derden gezamenlijk naar voedsel zoe
ken. Maar de grote reis uit het noor
den maken zè in gezinsverband, drie.
vier of vijf, ouders met hun volgroei
de jongen.
Drie soorten bezoeken ons in de win
ter wanneer ysgod Thialf hevig
toeslaat, houden ze zich op kanalen
en plassen in liet binnenland even
eens op. De kleine zwaan, nog altijd
1,20 m laug, het talrijkst, de ander
halve meter lange knobbelzwaan en
de wilde zwaan, vooral bij strenge
vorst-
Waar de bruine beer nu in winter
slaap een blauw ijsvenster, bevroren
asem, in de opening van zijn hol
blaast en de blanke donzen dood, de
sneeuwuil, nu jacht maakt op
sneeuwhoen en sneeuwhaas, bouwen
in het voorjaar de wilde en de kleine
zwanen hun forse nesten. De knob
belzwaan, die tijdens milde winters
zijn broedgebied zelfs trouw blijft,
leeft veel zuidelijker, waar Denemar
ken en Noord-Duitsland al iets van
het Westeuropese klimaat meekrij
gen.
Winlerbloeier
Reeds lang verschroeide de vorst al
het bovengrondse plantenleven,
slechts wat rammelende zaadplui-
men van bereklauw en pastinaak, va
leriaan en andere schermbloemigen,
bleven op strogele stelen langs de
berm en hier en daar rijen met witte
verregende baarden, de overblijfselen
van de trotse bloei der wilgenroos
jes. Rose-purperen torens in vol
zomer, nu wat schrale restjes van
het blanke zaadpluis, dat in het krön-
nenzornmer uit heel smalle peultjes
sprong.
de zogenaamde slapende knoppen,
aan de voet der bomen. De legboor
prikt er een eitje in en dan groeit er
een klein, paarsbehaard galletje.
21 jaar lang moet de pachter,
Normand Limited, aan de staat een
jaarlijkse pacht betalen van vierhon
derdduizend gulden, maar nu, nauwe-
XXXXJOOGOCOOOOOO
Blad gewijd
aan mevrouw
Kennedy
„Wij brengen U de schoon
heid, de lieftalligheid en de
mode van de First Lady en
wij leren U, hoe elke vrouw
de persoonlijke Jacqueline-
noot voor haar leven kan ver
werven", belooft een kortge
leden in de V.S. opgericht
tijdschrift, dat als titel heeft:
„The Jacqueline Touch". Het
blad leeft -van de populariteit
van de Amerikaanse presi
dentsvrouw en haar kinde-
In een zojuist verschenen artikel
onder de kop, „Hoelang zal men
Caroline Kennedy de waarheid
kunnen onthouden?" heet het:
„Eens zal Caroline -»de bittere
waarheid moeten ervaren d-' zij
geen gewoon kind is, maar een be
roemdheid, een ster, net als haar
vader en moeder, die nu eenmaal
heel anders zijn dan de mensen-
van-hiernaast of welke andere
ouders ook." Jacqueline Kennedy
is voor veel schandaalblaadjes dc
«meest begeerde front-pagina pin
up. Zij redeneren: Onze lezers zijn
gek op Jackie. Maar de Ameri
kaanse lezers zijn zeer verdeeld in
hun mening over dit gesol met de
First Lady in het Witte Huis.
Dagelijks worden op hot Witte
Huis protestbrieven gebracht.
„Hoe komt het", schreef een veer
tienjarige, „dat onze sensatiebla
den artikelen mogen publiceren
met koppen als „De geschiedenis
van mijn liefde", door Jackie Ken
nedy".
Er komen brieven binnen, waarin
kritiek geoefend wordt, wanneer
een krant ter gelegenhied van de
geboorte van het tweede kind der
Kennedy's schrijft: „De grootste
wens van de Amerikaanse bevol
king, dat Jack en Jackie een
groot gezin zullen hebben, gaat
in vervulling. Het commentaar
in de brieven: „Dat is beslist: niet:
de grootste wens van de Ameri
kaanse bevolking".
President Kennedy en zijn vrouw
zullen nauwelijks verrukt zijn
over krantenartikelen, die hun
privéleven tot onderwerp hebben
en waarin vele „feiten" volkomen
verzonnen zijn. Maar door het
Witte Huis worden hiertegen pro
testerende lezers ervan doordron
gen, dat de First Lady als „open
bare persoonlijkheid" niet de
macht heeft, tegen de publicatie
van foto's en artikelen te protes
teren.
Vele Amerikanen zijn echter van
mening, dat wanneer liet al
niet mogelijk is de publicatie van
verhalen over de presidentsvrouw
in de sensatiepers te verhinderen
er toch minstens een scherpe
controle moest worden uitgeoe
fend op die personen in het Witte
Huis, die zich er toe lenen, niet
voor de openbaarheid bestemde
foto's van mevrouw Kennedy te
bemachtigen en aan onbevoegden
uit te leveren.
8£oo<xxxx»<x»ooo<x»oooooooQoooax>^^
T oeristische
propaganda met
2 gezichten
Zo zeer Moskou propaganda
maakt voor het vreemdelingen
verkeer, zo weinig is het de toe
rist mogelijk, de Sowjet-Unie
werkelijk te leren kennen. Want
een enorm gebied van in totaal
meer dan zes miljoen vierkante
kilometer, bijna een derde van
het totale oppervlak van de
S.U., wordt gevormd door der
tien ondoordringbare sperge
bieden, nog niet meegerekend de
25 kilometer diepe strook nie
mandsland langs de grenzen
van de Sowjet-Unie met Noor
wegen, Finland, Turkije, Iran
en Afghanistan.
Waarom maken de heren van het
Kremlin, die steeds weer een onbe
perkt toeristisch verkeer tussen de
communistische en niet-communisti-
sche landen propageren, tegelijker
tijd zulke ingrijpende beperkingen
Vaak worden hiervoor de volgende
drie redenen aangevoerd:
de geheimhouding van militaire in
richtingen, industriële produktiecen-
tra, vliegvelden en testinrichtingen:
de „onbetrouwbaarheid" van de
door de Sowjet-Unie geannexeerde
niet-Russische nationaliteitengroe-
pen
het feit, dat de partij helemaal
niet zo geestdriftig ls voor het bevor
deren van het vreemdelingenverkeer,
ook al lijkt zij er, naar buiten toe,
wél voor.
Alle als sperzones aangewezen gebie
den daartoe behoren óók alle eco
nomische noodgebieden worden
automatisch geschrapt uit de door
„Intourist" samengestelde reisroutes,
zodat de reiziger alleen maar de „ge
vel" van het land kan leren kennen
en in de regel met een volkomen
vals beeld naar huis terugkeert.
Tot de spergebieden in het noordwes
ten van Rusland behoort vrijwel het
hier ook de voormalige Duitse stad
Koningsberg bij nu Kaliningrad
en bepaalde districten van Lenin
grad, in totaal een gebied van onge
veer 242,000 kwadraatkilometer.
Slechts de hoofdsteden van de voor
malige Baltische stalen mogen door
buitenlanders vrij bezocht worden.
Eveneens aan de „Westeuropese
kant" van Rusland bevindt zich een
90.740 kilometer groot verboden ge
bied, dat een „grendel" vormt tegen
Polen, Tsjecho-Slowakije, Hongarije
en Roemenië. In het zuidoosten slui
ten de stedelijke spergebieden van
Sebastopol, Balklawa, Feodosia en
Kertsj op elkaar aan, cn verder zuid
oostelijk ligt het enorme, driekwart
miljoen vierkante kilometer grote,
verboden gebied aan de oostkust van
de Kaspische Zee.
De zuidelijke grens van de Sowjet-
Ijnie wordt door een 1,2 miljoen
kni2 groot spergebied geseheiden van
de staten van het Midden-Oosten. E11
nog verder naar het oosten is een
„ijzeren gordijn" opgetrokken langs
dé autonome republiek der Burjat
Mongolen, een 352.560 vierkante ki
lometer groot gebied ten noorden van
Buitcn-Mongolië, dat door niet-Rus-
sen wordt bewoond.
Kernwapenproeven
Ook langs de kusten van de Stille
Oceaan zijn grote gebieden voor bui
tenlanders verboden. Dit alles is dus
langs de grenzen van het onmetelijke
land der Sowjets. Maar buitenlanders
is eveneens de toegang verboden tot
grote stukken land in het hart van
de Sowjet-Unie, zoals de drie grote
sperzones rond Moskou. En vérder
ofschoon de toerist daar toch niet
zo heel veel belangstelling voor zal
hebben een enorm gebied ten
noorden van de poolcirkel, waar on
der meer proeven met kernwapens
worden uitgevoerd.
Het zorgvuldig opgezette en strikt
gehandhaafde systeem van de ver
boden gebieden heeft er toe geleld,
dat menige plaals sinds de oktober
revolutie van 1917 geen vreemdclin-
genbezoek meer beeft gehad. Ver
boden voor buitenlanders zijn op het
ogenblik zelfs bekende steden, die
we op school moesten leren, zoals
Gorki, Kazan, Kubisjew, Sverdlovsk
en Wladikostok.
„Intourisf-reizigers klagen er steeds
weer over, dat reisroutes op het laat
ste moment worden samengesteld.
Zelfs buitenlandse correspondenten
en diplomaten, tegenover wie men
over het algemeen openhartiger
pleegt te zijn, komen steeds weer
voor het feit te staan, dat „open"
gebieden plotseling voor buitenlan
ders verboden worden. Voorbeelden
daarvan zrjn de steden Alma Ata,
Tasjkent en Frunse.
„Geheime" steden
Dergelijke hindernissen doen zich
voor, wanneer een reiziger met de
een of andere bijzondere wens komt.
Dat geldt ook voor bepaalde delen
van Siberië, ofschoon de Westsiberi-
sche laagvlakte en het midden-Sibe
rische plateau, die van de Stille Oce
aan tot Oeral reiken „open" zijn, zijn
de steden in dit gebied Omsk,
Tonisk, Nowosibirsk en Krasnojarslc
weer verboden terrein, waardoor
het reizen in deze streken praktisch
onmogelijk wordt omdat men nu een
maal door die sleden heen moet.
De inspanningen van de party om
het land en zyn instelling aan dc
ogen van buitenlanders te onttrek
ken zijn sterker, clan de inspanning,
die men doet om het toeristisch ver
keer te bevorderen. Een functionaris
neeft. het kortgeleden heel duidelijk
gezegd: „Er zyn toeristen, die zich
niet richten naar onze aanwijzingen,
die zich niet aan onze reisroutes hou
den. Maar wij ontdekken ze wel en
schuiven ze af
vloed van nieuwe mensen ontketend
worden. De gevolgen o.a.: Een hogere
gemeenteklas voor de betrokken ge
meenten, meer geld, maar ook: uitge
strekte eenvormige woonwijken, ont
sierd landschap, verlies van kostbare
landbouwgrond, luchtvervuiling, drukte,
opgaan in de massa, eenzaamheid. De
samenleving van de dorpsgemeenschap,
die dikwijls nog een gemeenschap in de
ware zin des woords is, zal plaats moe
ten maken voor een samenleving van
individuen naast elkaar, waarin veelal
zelfs buren vreemden voor elkaar zijn.
Verstaat men dit onder leefbaar maken?
Mij staat het schrikbeeld voor ogen van
een tweede randstad. Het valt zeer te
betwijfelen of deze dan „hoog ontwikkel
de" streek zo veel verkieslijker zal zijn
om te wonen dan het tegenwoordige
„achtergebleven" land van Cadzand.
Zou de toekomstige industriële expan
sie In de kanaalzone niet a.l ruim vol
doende zijn om de werklozen van West
Zeeuwsch-Vlaanderen werk te bieden?
In dit gebied is het toch al zo ver dat
de rust van het land met de vruchtbare
akkers hebben plaatsgemaakt voor la
waaierige en walmende fabriekscom
plexen. Kan men het niet laten bij één
concentratie van industrieën in
Zeeuvvsch-Vlaanderen
Als in een plaats de burgemeester het
in de gemeenteraadsvergadering be
treurt dat het zielental van de gemeen
te het afgelopen jaar weer is gedaald,
treurt hij dan om de „verloren gegane"
leefbaarheid of om het „verloren" ge-
meenteprestige. Is het dan nodig voor
een goede leefbaarheid dat elke gemeen
te moet groeien, tot zij a.h.w. uit haar
grenzen barst en de mensen in de va
kanties er wegvluchten?
Ik ben niet overtuigd van het zaligma
kende van industriële vestiging. Er zul
len veel argumenten vóór zijn die ik niet
zie, maar ik voel het, en misschien velen
met mij, als het einde van het goede dat
nu nog in het land van Cadzand te vin
den is.
Delft W. A. Dees
SNEEUW-BROODCENT
Nog even enkele woorden als reactie
op het tweede stuk van collega de heer
Holleman.
Het is niet de moed die me ontbreekt
als ik mijn naam niet onder een inge
zonden stuks plaats. Dat is het recht
dat men als schrijver heeft, en dat
wordt door de P.Z.C. gerespecteerd. Bo
vendien doet het er helemaal niet toe
wie ik ben. Ik zeg tegen U ook niet:
mijnheer Holleman zet z'n naam vol
uit. Die durft nog eens. Zou hij met
die moed de sympathie van de klant
1 willen winnen en daarom de „bakkers
zoon" als niet moedig bestempelen?
tegenover de klant?
Het gaat echter hier niet om maar
over het doorberekenen van de kosten
door middel van één cent. Dit is niet
van vandaag of gisteren maar al veel
langer toegestaan door de regering.
Reeds jaren mag met 1 cent de prijs
verhoogd worden, zodra sneeuw de dis
tributie bemoeilijkt. Of die cent in re
kening gebracht wordt, moet de bak
ker zelf weten. U deed het niet. Ik wel.
U bent bakker-kruidenier, bezorgt wei
nig klanten, maar als parlevinker heeft
U uw bestaan bij de schepen. Als U bij
een schipper voor f 30 kruidenierswaren
verkoopt plus 4 broden, zult U niet over
4 sneeu ween ten praten, als ook de prijs
daarvan nog boven andere plaatsen ligt,
al is ze dan zoals het hoort.
Als U weinig of geen brood bezorgt
spreekt U toch over „ik bereken niet".
Over het principe verschillen we van
mening. Akkoord!
Ik had ook voornamelijk bezwaar te
gen het feit dat juist U tegen was
omdatuw omstandigheden heel anders
zijn dan een broodbakker. Omdat uw
kosten door „het weer", die ik volledig
begryp, niet met 1 sneeuwcent gedekt
zijn, veronderstelde ik dat het een grief
was van U tegen de bakkers die dit
wel kunnen en mogen.
Uw broekjesvraag onderaan uw laatste
artikel zou ik willen beantwoorden met
dezelfde woorden die U achter één van
mijn vragen bezigt, namelijk nul of ge
nerlei waarde. Meikbrood is 3 cent duur
der. Andere soorten minstens 1 cent.
Walcherse bakkerszoon.
DE DELTA-DIJKEN
Geachte redactie,
In uw artikel over de stormvloed van
1953 wordt gesuggereerd dat by het
ontwerpen van dé huidige hoogwater
keringen uitgegaan wordt van de
hoogst mogeiyice superstormvloed (pag.
9, 2e kolom). Teneinde dit veel ver
breide misverstand, dat een vals ge
voel van veiligheid kan oproepen, uit
de weg te ruimen acht ik het gewenst
de volgende verduidelijking te' geven.
Van een peil kan de frequentie gegeven
worden, d.w.z. het aantal malen per
jaar dat deze waterstand overschreden
wordt.
Een peil met een kleine frequentie wil
dus zeggen dat de kans op het optre
den van dit peil klein is.
De frequentie nu van de stormvloed van
1953 was voor Schouwen 0,0033, prak
tisch betekent dit dal. 33 x per 10.000
jaar of 3,3 maal per 1000 jaar of on
geveer eens per 300 jaar dit. peil be
reikt of overschreden zal worden.
B(j het ontwerpen van de tegenwoordi
ge hoogwaterkeringen kan men niet
uitgaan van „de hoogst mogelijke
stand", maar neemt, men een waterstand
met een zeer kleine frequentie als
maatgevend.
Volgens het „Rapport Deltacommissie"
dient een waterstand met een frequen
tie van 0.0001 als maatgevend te wor
den beschouwd, deze waterstand wordt
het basispeil genoemd.
Voor verschillende gebieden van ons
land, behalve voor Holland, acht men
dit peil te hoog, o.a, omdat de belangen
die in deze gebieden door de hoogwater-
keringen beschermd worden minder be
langrijk zijn.
Men voert voor deze gebieden de zoge
naamde economische reductie in. Het
basispeil, verminderd met de economi
sche reductie en eventueel vermeerderd
met oen stormvloedverhoging door ver
andering van de hydrografische situatie,
levert dan het onlwcrppeil op.
Dit. ontwernpeil bezit langs de Hol
landse kust een frequentie van 0,0001 en
in het Deltagebied een frequentie van
ongeveer 0,00025.
Populair gezegd betekent dit dus dat.
nadat de waterkeringen op „Delta
hoogte" gebracht zijn, gemiddeld eens
per "10.000 jaar een „ramp" storm
vloed op zal treden en in het Deltage
bied eens per 4000 jaar.
Wanneer men dan nog duidelijk, inziet
dat eens per 4000 jaar even goed vol
gende week als over enkele duizenden
jaren' kan betekenen, is er geen plaats
voor de gedachte van „ons kan niets
Bcb„uren". UCK
Vlisslngen, President Rooseveltl. 144
Amsterdam Rubber
verkocht „A.C.A.
De groep Amsterdam Rubber heeft al
haar aandelen „A.C.A." verkocht. De
A.C.A. heeft haar belangen in Tiedeman
cn Van Korchem, Tiedeman en Kerchem
Overzee, Sterling West belegging maat
schappij, Micliiels Arnold en het In
donesisch bezit aan Amsterdam Rubber
overgedaan.
De A.C.A. blijft voortbestaan als houd
stermaatschappij, onder meer van een
deelneming van 468.854 in bepaalde
maatschappijen. Dit heeft dc voorzitter
in en na de vergadering van de Alge
mene Commerciële Associatie medege
deeld. De notering van de certificaten
A.C.A. ter beurze blijft gehandhaafd.