IN DE WINTER KIJKT HET VOORJAAR OM DE HOEK Mammoetgarage heeft gebrek aan klanten LEZERS SCHRIJVEN Bloeiende klimop, dansende muggen en galwespen AMERIKA „SOLT" MET JACKIE DERDE VAN DE SOW JET-UNIE IS SPERGEBIED, WAAR GEEN BUITENLANDER 001T DOORDRINGT PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT MAANDAG 4 FEBRUARI 1963 IN DE NATUUR IS ER NU VAN ALLES TE BELEVEN ONZE VELE WINTERGASTEN WACHTEN OP DE LENTE 'i vj ijféf AAK A Y:?'* y ''W V* -Ai Kleine zwanen. Vanuit de landen binnen de poolcirkel bezoeken ze ons gedurende de winter en blijken helemaal niet schuw. Deze exemplaren althans lieten de fotograaf tot op tien meter naderen. (Van onze medewerker Harry Wonink). Dar en boos gromt de noordwester door het kale hout. Een ^koude zon weerglinstert haar stralen in de witte rijpdeken, nalatenschap van de nachtvorst, die in luwte van bos en wal de hele dag bewaard bleef. In de lucht is het drukke vliegen van haastige vogels, een wolk kieviten nog, troepen spreeuwen, een zame bonte kraaien. Zij vluchten voor de koude, die de grond versteent en het water heeft doen stollen, de voedselbronnen afsnijdt. Telkens als de sneeuw komt, die ginds, achter de noord oostelijke kim in grauwe wolkkolossen dreigt, trekt de heldere vrieshemel dicht en daalt het duistere zwerk tot dicht boven de aarde, lijkt aan de ene kant van de aarde de ronding van de bouwkamp te raken en aan de andere zijde de spitse kruinen van de torenhoge sparren. Het koude wit bedekt alles en maakt er een wereld van zonder tegenstellingen Ondertussen is er van alles te bele ven, deze wintermaanden. Althans voor de wandelaar, die, nu de genie tingen van liet buitenleven ruiger van karakter zijn geworden, niet bij de kachel blyft. Welk een afwisse lend beeld biedt vaak het landschap. Het is de zilveren rijp, die des mor gens, na een koude mistnacht, van het bos een betoverende wereld maakt. Het is de sneeuw, die een poollandschap tovert. En in de na- winter is er dan het losbarsten van de eerste lentebloei. Dan behangen de grauwe els en de hazelaar zich met myriaden citroengele guirlan des, rupskatjes, stuifmeelbloeisels, die door de wind van wolken gouden „stof" worden afgeholpen. Winfergaslen Wanneer het voorjaar nog ver lijkt gaan we in de naakte we reld van bos en veld op zoek naar wïntergasten, vogels, die vanuit lan den in het noorden en oosten, waar de winter nog langer en grimmiger pleegt te heersen dan hier, ten on zent een geschikt oord menen te heb ben gevonden, om er de nieuwe glo rietijd van de zon af te wachten. Dat zijn de, als compacte stofwolkjes van de ene elzensingel naar de andere zwierende troepen sijsjes, die in de Scandinavische pijnbossen hun nest jes tussen de naaldpluimen plegen te hangen, de horden kramsvogels en koperwieken, lijsterachtigen uit het land, waar de winter één lange nacht is. En daar komen ook de, als blanke zeilen langs de grauwe kim drijven de wilde zwanen vandaan. Hoog is het babbelende klangelen van overreizende ganzenscharen te horen. Heti s een indrukwekkend ge zicht, zo'n enorme V van rustig wie kende poolreizigers, wier leider de luchtweerstand breekt voor al dié vogels achter hem. Zo is er geen en kele vogel in de formatie, die precies dezelfde vleugelslag uitvoert als zijn voorganger; ieder drukt juist een fractie van een seconde later door dan zijn voorvlieger en zo dansen de grauwe ganzen schijnbaar moeiteloos voort op de luchtbeweging, die de leider met zijn sterke wieken veroor zaakt! De glorietijd van de planten is al lang verleden tijd. En toch is er één plant, die het koude jaargetijde af wachtte om te bloeien en vruchten te vormen. Dat is de klimop, de stoe re klimmer, algemeen in bosrijke streken, met hardgroene, glanzende vijflobbige bladeren, die, alvorens een boom te beklimmen, een groene de ken over de houtwallen spreidt en dan zijn van heehtworteltjes voorzie ne, ruigbehaarde lianen in de schors van de eikeslammen slaat. En de klimmer windt zich niet om tak en boom, zoals kamperfoelie, hop en bitterzoet plegen te doen. Hij zoekt zijn weg rechtstreeks naar de top en het altïjd-groene loc-f geeft, wanneer de eik bladerloos staat, de gastheer een warme mantel. Heel de zomer woekerde de klimop moei zaam voort in de schaduw van het lover der eiken. Doch nu het blad verdorde en verdween, kan eindelijk het licht, de schrale winterzon de klimplant bereiken en die bewerk stelligt de glorietijd van de klimop. Er verschijnen ranken, die ovale blaadjes dragen en daaraan komen trossen groen-witte bloempjes, die achter in de wintermaanden hun kroonblaadjes verliezen en nog voor het voorjaar een groen plafond bo ven hen vlecht, zijn veranderd in trossen zwarte bessen. - Daarin komt het eitje uit en leeft de witte made, die in mei volwassen is en de gal verlaat. Deze in het voorjaar vliegende' gene ratie der galwespen is de veroorza- Zij prikken een eitje in de onderzijde van het eikeblad en zo ontstaat een geelrood balletje van eikeweefsel. Daarvan eet de larve, die zich in een klein appartementje in het hart van de gal bevindt. Het voedsel Is zo ingeni eus samengesteld, dat de galwesp- larve geen afvalstoffen behoeft af te scheiden en het vertrekje dus niet verontreinigt wordt. Zo zorgen de galwespen en ook de galmuggen en galmijten door de ingreep van hun legboor voor vele vergroeiingen op allerlei planten. Maar géén wordt er zo geparasiteerd als de stoere eik. Aan de bladeren groeien lensgallen, aardappelgallen en galappels, op de katjes besgallen, op de eikels vruchtgallen en aan de takken galnoten, een reuzenverzame- ling wiegjes van galwespjongen, die alle een interessante en merkwaardi ge levensgeschiedenis hebben en wier ouders alle uit andere gallen voort kwamen, dan waarin ze zichzelf naar de volwasen staat vreten. Zo hoort de besgal bij de lensgal, de knopgal bij de galnoot. De bunzing hurkte ineen om een prooi te bespringen, maar is toch weer verder gehuppeld. Tegen de vriesheldere blauwe klaarte van de januarihemel, danst een zuil zilveren puntjes. De wandelaar kykt er bly naar, met ge dachten aan de naderende lente. Maar die is nog ver; de dwaze dan sers zijn geen voorjaarsherauten. Winterinuggen Ze behoren tot de dansmuggen, die niet kunnen steken en hun korte le ven besteden met een vreemdsoortig natuurballet, waarvan het gevolg is, dat er tussen de dorre bladeren en op verrottende zwammen eitjes worden gelegd, die later, via het larve- en popstadium opnieuw wintermuggen afleveren, opdat het koude jaargetij de niet zonder insekten zal zijn. Van die wintermuggen zijn twee soorten, de sneeuwmuggen en dooimuggen, waarvan de eerste boven lichte plek ken sneeuw, ijs, geel zand ple gen te dansen en de dooimuggen bo ven dooiplekken en molshopen. Somber is de winter aangevangen, bly eindigt hij in de gouden decoratie van elzen- en wilgenbloei. En de ge dachte daaraan, zal ons gedurende de winterse wandelingen voortdurend doen uitzien naar verschijnselen, die de vordering van het seizoen, d< komst van het - voorjaar aankondi gen. ALLEEN BIJ DE INWIJDING WAS ER GEDRANG Galwespen Want ook in de winter dwalen er van die tere wezentjes door een koude natuur. Hun huisjes, wiegjes, waarin ze groot werden, vindt men door met de wandelstok tussen het dorre blad te rommelen, wanneer de vorst het bladertapijt nog niet tot een door wit ijs aaneengesmeed kleed heeft ge- maakt. Het zijn groen-freel-rode bal- De storm,00|) de 1100 parkeerplaat- .1. 9en nan]i na cn^|e u,eJ - „Hyde-parken" te duur en ook te omslachtig (Van onze correspondent). De koningin heeft er in de troonrede gewag van gemaakt, de premier was persoonlijk bij de opening aan wezig, en pers, radió en televisie hadden de opening van de onder aardse garage bij Hyde Park als een nationale gebeurtenis behan deld maar vandaag staat de mammoetgarage voor 1000 perso nenauto's vrijwel leeg.... letjes, zo groot als een glazen stui ter. In nazomer en herfst zaten ze aan de onderzijde van het eikeblad. Daarna vielen ze. te zamen met het loof, op de grond. Er is een klein zwart gaatje in, ten teken, dat het insekt de galappel verliet: de gal- wesp, een heel klein diertje met een glanzendzwart, bolrond achterlijf. Laag boven de grond, vliegt het kracht af. Vijftigduizend personen auto's omzomen weliswaar dagelijks de straten van Loudens binnenstad, 300.000 auto's komen weliswaar da gelijks aan Hyde Park voorbij, maar de garage wordt niet vol. Zij was, afgezien van de eerste na de ope ning, nog nooit meer dan half vol lijks twaalf weken na de opening, lijkt het er op, dat de hele onder neming een slecnts verlies opleveren de zaak is. De oorzaken? De garage is, daar zij onder de grond ligt, niet zo gemak kelijk te vinden. Grote lichtingsbor den zijn niet toegestaan, ornaat zij de schoonheid van het beroemde Hyde Park zouden kunnen schaden. De parkeergelden voor langparkeer- ders zijn weliswaar verlaagd, maar een maandkaart kost altijd nog ruim 120 gulden en wie slechts incidenteel zijn wagen hier parkeert, moet voor het eerste uur 1.10 betalen en voor elk volgend uur 55 cent. Vele Britten vinden dat beslist te duur. Bovendien hebben zij bezwaar tegen de grote afstand die men te voet moet afleggen. Wie 's morgens zijn wagen wil „hyde-parken" in de enor me ondergrondse installatie, moet. daarna een wandeling te voet onder nemen met vele bochten. En dat vindt men veel te ongemakke lijk. Zodat en het is riïet de eerste ervaring, die men in Londen op dit gebied opdoet het er naar uit ziet. dat de automobilist wel kankert op het gebrek aan ruimte, maar niet bereid is, van de mogelijkheden ge bruik te maken. Want ook by een la ger tarief is het de vraag of deze parkeergarage ooit populair zal wor den. STRAFBARE VERLIEZERS Aangezien door de radio nieuwsdienst steeds meer afgeroepen moet worden dat er in de een of andere gemeente een doosje met voor kinderen levensgevaar lijke medicinale tabletten of poeders zijn verloren of pakjes verdovende of vergiftige stoffen zijn zoekgeraakt of radiumhoudende voorwerpen uit auto's enz. zijn verdwenen, lijkt het me goed even over de verregaande slordigheid van vele mensen wat te schrijven, aan gezien vroeg of laat slachtoffers zullen vallen. En die slachtoffers zijn kinderen. Nu kan men mij tegenroepen, dan moe ten die kinderen maar geen gevonden voorwerpen opeten, maar dit is geen verontschuldiging voor die slordige ver liezers. Daar zijn het nu eenmaal kin deren voor. Ik zou voor willen stellen een wetsar tikel te maken waarin bepaald wordt dat verliezers van levensgevaarlijke pak jes tabletten enz. alle onkosten verbon den aan de radio-omroep telefoon gesprekken de waarde van het ver lorene enz. moeten betalen aan de zie kenfondsen enz. enz. Ook doktershulp en eventueel ziekenhuisopname moeten betaald worden door de verliezer dezer jevaarlijke pakjes, indien het verlies rampzalige gevolgen voor een of ander kind meebrengt. Verder een verbod om aan minderjarige kinderen of minder toerekeningsvatbaren, doosjes met ver giftige middelen enz. mee te geven. Het- zelfe verbod dus dat ik enige maanden geleden bepleitte over het verkopen en afleveren aan kinderen van doosjes lu cifers en het vervoer hiervan door kin deren. Koudekerke. J. C. Puijpe. GEWONDENVERVOER TE MIDDELBURG Naar aanleiding van het artikel in de P.Z.C. van een dezer dagen, betreffende het verkeersongeval op de Kleverskerk- seweg' te Middelburg, zou ik gaarne het volgende willen schrijven. Het ongeluk gebeurde omstreeks 7.50 uur. Toen de gewaarschuwde politie op de plaats aankwam, bleek dat er een zwaar gewonde lag, zodat spoedige overbrenging naar het Gasthuis nood zakelijk was. De politie, die tegenwoor dig over zeer moderne middelen de be schikking' heeft en zeer snel ter plaatse is, nam de nodige maatregelen. Het wachten was dus op de ambulance van het Gasthuis. Ondertussen werd eerste hulp verleend bij bar winterweer met harde oostenwind en strenge vorst. Na ongeveer 25 minuten was er nog steeds geen ambulance, terwijl door het Gast huis de toezegging was .gedaan, dat de ambulance met de meeste spoed zou komen. Inmiddels werd ook de reserve ambulance van de brandweer gewaar schuwd, die binnen enkele minuten ter plaatse verscheen. Alle lof voor de brandweer, die altijd, wat het ook be treft, zeer snel ter plaatse is. Dit is dan nu één voorbeeld en dit komt her haaldelijk voor. Dit is een verkeerde toestand. Een ambulance moet voor on gevallen altijd klaar staan en dit is bij het Gasthuis waarschijnlijk niet het ge val. Hoe is het mogelijk dat in deze snelle cn moderne tijd zoiets nog kan voorkomen. Ik kan hier maar één ding over zeg gen en dat is: Politie! waarschuwt bij een ongeval de ambulance van de brandweer, dan kan er tenminste wor den gerekend op snel vervoer. Een inwoner van Middelburg. EEN WUF DIE SPON In uw blad van 28-l-'63 uit een uwer lezers zy"n onbehagen naar aanleiding van: „Daar was een wuf die spon". Sta mij toe, op te merken dat de diag nose die gesteld werd, fout is. We hebben hier niet met een contaminatie te maken (het dooreen halen van twee synoniemen of synonieme uitdrukkin gen) maar met een congruentio ad sensum. Deze geleerde term wil zeggen dat de taalgebruiken de verbanden die hij legt, door zijn gevoel laat bepalen. Wie zegt: „Een troep jongens liepen naar het ijs", verbindt „liepen" met „jongens" i.p.v. met „een troep". Dit laatste is volgens oude spraakkunsten het juiste, het eerste is juist volgens het gevoel van de spreker of schrijver. Wie nu zegt: „een wuf die", of „een meisje die", of „een ventje die", zo iemand richt zich bij spreken en schrij ven niet naar het spraakkundige feit dat „wuf", „meisje", „ventje" onzij dig zijn, doch naar het biologische feit dat het gevoel sterker aanspreekt dat „wijf" en „meisje" vrouwelijk en „ventje" e.d. mannelijke personen aan duidt. Het is typisch te constateren dat onze zuiderburen meer gevoel hebben voor de oude spraakkundige geslachten, dan wij in het Noord-Nederland van de 20e eeuw. Tot slot nog dit: de moderne spraak kunst rekent: „een troep jongens lie pen" en „een meisje die" niet fout. Ze erkent dat er twee mogelijkheden zijn. A. P. CORNET. Goes. Van Mellestraat 64. STREEKONTWIKKELING IN W.-Z.-VLAANDEREN Dit woord kan men tegenwoordig in elk dagblad iedere dag tegenkomen. Elk stukje Nederland, dat zichzelf respec teert, doet aan ontwikkeling, om een betere leefbaarheid voor de bevolking te bereiken. Onder deze ontwikkeling wordt niet klleen verstaan het uitvoeren van recreatieplannen en instellen van cultureel en sociale organisaties, maar in de meeste gevallen hoort daar ook bij het aantrekken van industrie. Ook West Zeeuwsch-Vlaanderen is de laatste jaren hieraan mee gaan doen, wat mij direct al verontrustte, toen ik bedacht wat de gevolgen van de indus trie voor de streek zouden kunnen zijn. In zekere mate is industriële werkgele genheid in deze streek onontbeerlijk om het huidige aantal werklozen aan werk te helpen, zodat deze mensen niet ge dwongen zijn naar elders te vertrekken, hetgeen aanpassingsproblemen met zich meebrengt en wellicht in vele gevallen ook heimwee naar de eigen streek. Maar is het noodzakelijk dat het nu noj zo mooie en rustige land van Cadzam bedorven wordt door fabrieken? Ei niet alleen fabrieken. Er zal bij toene mende industriële vestiging een Volgens het Russische persbureau Tass is mevr. Lilbov Ulanova uit Letland de eerste vronivelijke pi loot op straalverkeersvlieg tuigen. Tijdens de 25 jaren dat zij vliegt, heeft de pilote meer dan mil joen mijl afgelegd. Zwanen gewoonlijk zelfs veel leger, langs de eikestammen, op zoek naar Tien miljoen gulden kostte de bouw, pen indrukwekkend gezicht, zo'n vlucht ganzen men vindt ze des winters veel in ons land, in de westelijke polders zowel als in het binnenland doch wie wilde zwanen heeft zien vliegen, vergeet alle gan zen. Adel en voornaamheid! Veel zijn het er doorgaans niet. Of men moet ze verrassen op open plekken in het IJselmeer, voor de Waddenkust of in de Zeeuwse wateren, waar er hon derden gezamenlijk naar voedsel zoe ken. Maar de grote reis uit het noor den maken zè in gezinsverband, drie. vier of vijf, ouders met hun volgroei de jongen. Drie soorten bezoeken ons in de win ter wanneer ysgod Thialf hevig toeslaat, houden ze zich op kanalen en plassen in liet binnenland even eens op. De kleine zwaan, nog altijd 1,20 m laug, het talrijkst, de ander halve meter lange knobbelzwaan en de wilde zwaan, vooral bij strenge vorst- Waar de bruine beer nu in winter slaap een blauw ijsvenster, bevroren asem, in de opening van zijn hol blaast en de blanke donzen dood, de sneeuwuil, nu jacht maakt op sneeuwhoen en sneeuwhaas, bouwen in het voorjaar de wilde en de kleine zwanen hun forse nesten. De knob belzwaan, die tijdens milde winters zijn broedgebied zelfs trouw blijft, leeft veel zuidelijker, waar Denemar ken en Noord-Duitsland al iets van het Westeuropese klimaat meekrij gen. Winlerbloeier Reeds lang verschroeide de vorst al het bovengrondse plantenleven, slechts wat rammelende zaadplui- men van bereklauw en pastinaak, va leriaan en andere schermbloemigen, bleven op strogele stelen langs de berm en hier en daar rijen met witte verregende baarden, de overblijfselen van de trotse bloei der wilgenroos jes. Rose-purperen torens in vol zomer, nu wat schrale restjes van het blanke zaadpluis, dat in het krön- nenzornmer uit heel smalle peultjes sprong. de zogenaamde slapende knoppen, aan de voet der bomen. De legboor prikt er een eitje in en dan groeit er een klein, paarsbehaard galletje. 21 jaar lang moet de pachter, Normand Limited, aan de staat een jaarlijkse pacht betalen van vierhon derdduizend gulden, maar nu, nauwe- XXXXJOOGOCOOOOOO Blad gewijd aan mevrouw Kennedy „Wij brengen U de schoon heid, de lieftalligheid en de mode van de First Lady en wij leren U, hoe elke vrouw de persoonlijke Jacqueline- noot voor haar leven kan ver werven", belooft een kortge leden in de V.S. opgericht tijdschrift, dat als titel heeft: „The Jacqueline Touch". Het blad leeft -van de populariteit van de Amerikaanse presi dentsvrouw en haar kinde- In een zojuist verschenen artikel onder de kop, „Hoelang zal men Caroline Kennedy de waarheid kunnen onthouden?" heet het: „Eens zal Caroline -»de bittere waarheid moeten ervaren d-' zij geen gewoon kind is, maar een be roemdheid, een ster, net als haar vader en moeder, die nu eenmaal heel anders zijn dan de mensen- van-hiernaast of welke andere ouders ook." Jacqueline Kennedy is voor veel schandaalblaadjes dc «meest begeerde front-pagina pin up. Zij redeneren: Onze lezers zijn gek op Jackie. Maar de Ameri kaanse lezers zijn zeer verdeeld in hun mening over dit gesol met de First Lady in het Witte Huis. Dagelijks worden op hot Witte Huis protestbrieven gebracht. „Hoe komt het", schreef een veer tienjarige, „dat onze sensatiebla den artikelen mogen publiceren met koppen als „De geschiedenis van mijn liefde", door Jackie Ken nedy". Er komen brieven binnen, waarin kritiek geoefend wordt, wanneer een krant ter gelegenhied van de geboorte van het tweede kind der Kennedy's schrijft: „De grootste wens van de Amerikaanse bevol king, dat Jack en Jackie een groot gezin zullen hebben, gaat in vervulling. Het commentaar in de brieven: „Dat is beslist: niet: de grootste wens van de Ameri kaanse bevolking". President Kennedy en zijn vrouw zullen nauwelijks verrukt zijn over krantenartikelen, die hun privéleven tot onderwerp hebben en waarin vele „feiten" volkomen verzonnen zijn. Maar door het Witte Huis worden hiertegen pro testerende lezers ervan doordron gen, dat de First Lady als „open bare persoonlijkheid" niet de macht heeft, tegen de publicatie van foto's en artikelen te protes teren. Vele Amerikanen zijn echter van mening, dat wanneer liet al niet mogelijk is de publicatie van verhalen over de presidentsvrouw in de sensatiepers te verhinderen er toch minstens een scherpe controle moest worden uitgeoe fend op die personen in het Witte Huis, die zich er toe lenen, niet voor de openbaarheid bestemde foto's van mevrouw Kennedy te bemachtigen en aan onbevoegden uit te leveren. 8£oo<xxxx»<x»ooo<x»oooooooQoooax>^^ T oeristische propaganda met 2 gezichten Zo zeer Moskou propaganda maakt voor het vreemdelingen verkeer, zo weinig is het de toe rist mogelijk, de Sowjet-Unie werkelijk te leren kennen. Want een enorm gebied van in totaal meer dan zes miljoen vierkante kilometer, bijna een derde van het totale oppervlak van de S.U., wordt gevormd door der tien ondoordringbare sperge bieden, nog niet meegerekend de 25 kilometer diepe strook nie mandsland langs de grenzen van de Sowjet-Unie met Noor wegen, Finland, Turkije, Iran en Afghanistan. Waarom maken de heren van het Kremlin, die steeds weer een onbe perkt toeristisch verkeer tussen de communistische en niet-communisti- sche landen propageren, tegelijker tijd zulke ingrijpende beperkingen Vaak worden hiervoor de volgende drie redenen aangevoerd: de geheimhouding van militaire in richtingen, industriële produktiecen- tra, vliegvelden en testinrichtingen: de „onbetrouwbaarheid" van de door de Sowjet-Unie geannexeerde niet-Russische nationaliteitengroe- pen het feit, dat de partij helemaal niet zo geestdriftig ls voor het bevor deren van het vreemdelingenverkeer, ook al lijkt zij er, naar buiten toe, wél voor. Alle als sperzones aangewezen gebie den daartoe behoren óók alle eco nomische noodgebieden worden automatisch geschrapt uit de door „Intourist" samengestelde reisroutes, zodat de reiziger alleen maar de „ge vel" van het land kan leren kennen en in de regel met een volkomen vals beeld naar huis terugkeert. Tot de spergebieden in het noordwes ten van Rusland behoort vrijwel het hier ook de voormalige Duitse stad Koningsberg bij nu Kaliningrad en bepaalde districten van Lenin grad, in totaal een gebied van onge veer 242,000 kwadraatkilometer. Slechts de hoofdsteden van de voor malige Baltische stalen mogen door buitenlanders vrij bezocht worden. Eveneens aan de „Westeuropese kant" van Rusland bevindt zich een 90.740 kilometer groot verboden ge bied, dat een „grendel" vormt tegen Polen, Tsjecho-Slowakije, Hongarije en Roemenië. In het zuidoosten slui ten de stedelijke spergebieden van Sebastopol, Balklawa, Feodosia en Kertsj op elkaar aan, cn verder zuid oostelijk ligt het enorme, driekwart miljoen vierkante kilometer grote, verboden gebied aan de oostkust van de Kaspische Zee. De zuidelijke grens van de Sowjet- Ijnie wordt door een 1,2 miljoen kni2 groot spergebied geseheiden van de staten van het Midden-Oosten. E11 nog verder naar het oosten is een „ijzeren gordijn" opgetrokken langs dé autonome republiek der Burjat Mongolen, een 352.560 vierkante ki lometer groot gebied ten noorden van Buitcn-Mongolië, dat door niet-Rus- sen wordt bewoond. Kernwapenproeven Ook langs de kusten van de Stille Oceaan zijn grote gebieden voor bui tenlanders verboden. Dit alles is dus langs de grenzen van het onmetelijke land der Sowjets. Maar buitenlanders is eveneens de toegang verboden tot grote stukken land in het hart van de Sowjet-Unie, zoals de drie grote sperzones rond Moskou. En vérder ofschoon de toerist daar toch niet zo heel veel belangstelling voor zal hebben een enorm gebied ten noorden van de poolcirkel, waar on der meer proeven met kernwapens worden uitgevoerd. Het zorgvuldig opgezette en strikt gehandhaafde systeem van de ver boden gebieden heeft er toe geleld, dat menige plaals sinds de oktober revolutie van 1917 geen vreemdclin- genbezoek meer beeft gehad. Ver boden voor buitenlanders zijn op het ogenblik zelfs bekende steden, die we op school moesten leren, zoals Gorki, Kazan, Kubisjew, Sverdlovsk en Wladikostok. „Intourisf-reizigers klagen er steeds weer over, dat reisroutes op het laat ste moment worden samengesteld. Zelfs buitenlandse correspondenten en diplomaten, tegenover wie men over het algemeen openhartiger pleegt te zijn, komen steeds weer voor het feit te staan, dat „open" gebieden plotseling voor buitenlan ders verboden worden. Voorbeelden daarvan zrjn de steden Alma Ata, Tasjkent en Frunse. „Geheime" steden Dergelijke hindernissen doen zich voor, wanneer een reiziger met de een of andere bijzondere wens komt. Dat geldt ook voor bepaalde delen van Siberië, ofschoon de Westsiberi- sche laagvlakte en het midden-Sibe rische plateau, die van de Stille Oce aan tot Oeral reiken „open" zijn, zijn de steden in dit gebied Omsk, Tonisk, Nowosibirsk en Krasnojarslc weer verboden terrein, waardoor het reizen in deze streken praktisch onmogelijk wordt omdat men nu een maal door die sleden heen moet. De inspanningen van de party om het land en zyn instelling aan dc ogen van buitenlanders te onttrek ken zijn sterker, clan de inspanning, die men doet om het toeristisch ver keer te bevorderen. Een functionaris neeft. het kortgeleden heel duidelijk gezegd: „Er zyn toeristen, die zich niet richten naar onze aanwijzingen, die zich niet aan onze reisroutes hou den. Maar wij ontdekken ze wel en schuiven ze af vloed van nieuwe mensen ontketend worden. De gevolgen o.a.: Een hogere gemeenteklas voor de betrokken ge meenten, meer geld, maar ook: uitge strekte eenvormige woonwijken, ont sierd landschap, verlies van kostbare landbouwgrond, luchtvervuiling, drukte, opgaan in de massa, eenzaamheid. De samenleving van de dorpsgemeenschap, die dikwijls nog een gemeenschap in de ware zin des woords is, zal plaats moe ten maken voor een samenleving van individuen naast elkaar, waarin veelal zelfs buren vreemden voor elkaar zijn. Verstaat men dit onder leefbaar maken? Mij staat het schrikbeeld voor ogen van een tweede randstad. Het valt zeer te betwijfelen of deze dan „hoog ontwikkel de" streek zo veel verkieslijker zal zijn om te wonen dan het tegenwoordige „achtergebleven" land van Cadzand. Zou de toekomstige industriële expan sie In de kanaalzone niet a.l ruim vol doende zijn om de werklozen van West Zeeuwsch-Vlaanderen werk te bieden? In dit gebied is het toch al zo ver dat de rust van het land met de vruchtbare akkers hebben plaatsgemaakt voor la waaierige en walmende fabriekscom plexen. Kan men het niet laten bij één concentratie van industrieën in Zeeuvvsch-Vlaanderen Als in een plaats de burgemeester het in de gemeenteraadsvergadering be treurt dat het zielental van de gemeen te het afgelopen jaar weer is gedaald, treurt hij dan om de „verloren gegane" leefbaarheid of om het „verloren" ge- meenteprestige. Is het dan nodig voor een goede leefbaarheid dat elke gemeen te moet groeien, tot zij a.h.w. uit haar grenzen barst en de mensen in de va kanties er wegvluchten? Ik ben niet overtuigd van het zaligma kende van industriële vestiging. Er zul len veel argumenten vóór zijn die ik niet zie, maar ik voel het, en misschien velen met mij, als het einde van het goede dat nu nog in het land van Cadzand te vin den is. Delft W. A. Dees SNEEUW-BROODCENT Nog even enkele woorden als reactie op het tweede stuk van collega de heer Holleman. Het is niet de moed die me ontbreekt als ik mijn naam niet onder een inge zonden stuks plaats. Dat is het recht dat men als schrijver heeft, en dat wordt door de P.Z.C. gerespecteerd. Bo vendien doet het er helemaal niet toe wie ik ben. Ik zeg tegen U ook niet: mijnheer Holleman zet z'n naam vol uit. Die durft nog eens. Zou hij met die moed de sympathie van de klant 1 willen winnen en daarom de „bakkers zoon" als niet moedig bestempelen? tegenover de klant? Het gaat echter hier niet om maar over het doorberekenen van de kosten door middel van één cent. Dit is niet van vandaag of gisteren maar al veel langer toegestaan door de regering. Reeds jaren mag met 1 cent de prijs verhoogd worden, zodra sneeuw de dis tributie bemoeilijkt. Of die cent in re kening gebracht wordt, moet de bak ker zelf weten. U deed het niet. Ik wel. U bent bakker-kruidenier, bezorgt wei nig klanten, maar als parlevinker heeft U uw bestaan bij de schepen. Als U bij een schipper voor f 30 kruidenierswaren verkoopt plus 4 broden, zult U niet over 4 sneeu ween ten praten, als ook de prijs daarvan nog boven andere plaatsen ligt, al is ze dan zoals het hoort. Als U weinig of geen brood bezorgt spreekt U toch over „ik bereken niet". Over het principe verschillen we van mening. Akkoord! Ik had ook voornamelijk bezwaar te gen het feit dat juist U tegen was omdatuw omstandigheden heel anders zijn dan een broodbakker. Omdat uw kosten door „het weer", die ik volledig begryp, niet met 1 sneeuwcent gedekt zijn, veronderstelde ik dat het een grief was van U tegen de bakkers die dit wel kunnen en mogen. Uw broekjesvraag onderaan uw laatste artikel zou ik willen beantwoorden met dezelfde woorden die U achter één van mijn vragen bezigt, namelijk nul of ge nerlei waarde. Meikbrood is 3 cent duur der. Andere soorten minstens 1 cent. Walcherse bakkerszoon. DE DELTA-DIJKEN Geachte redactie, In uw artikel over de stormvloed van 1953 wordt gesuggereerd dat by het ontwerpen van dé huidige hoogwater keringen uitgegaan wordt van de hoogst mogeiyice superstormvloed (pag. 9, 2e kolom). Teneinde dit veel ver breide misverstand, dat een vals ge voel van veiligheid kan oproepen, uit de weg te ruimen acht ik het gewenst de volgende verduidelijking te' geven. Van een peil kan de frequentie gegeven worden, d.w.z. het aantal malen per jaar dat deze waterstand overschreden wordt. Een peil met een kleine frequentie wil dus zeggen dat de kans op het optre den van dit peil klein is. De frequentie nu van de stormvloed van 1953 was voor Schouwen 0,0033, prak tisch betekent dit dal. 33 x per 10.000 jaar of 3,3 maal per 1000 jaar of on geveer eens per 300 jaar dit. peil be reikt of overschreden zal worden. B(j het ontwerpen van de tegenwoordi ge hoogwaterkeringen kan men niet uitgaan van „de hoogst mogelijke stand", maar neemt, men een waterstand met een zeer kleine frequentie als maatgevend. Volgens het „Rapport Deltacommissie" dient een waterstand met een frequen tie van 0.0001 als maatgevend te wor den beschouwd, deze waterstand wordt het basispeil genoemd. Voor verschillende gebieden van ons land, behalve voor Holland, acht men dit peil te hoog, o.a, omdat de belangen die in deze gebieden door de hoogwater- keringen beschermd worden minder be langrijk zijn. Men voert voor deze gebieden de zoge naamde economische reductie in. Het basispeil, verminderd met de economi sche reductie en eventueel vermeerderd met oen stormvloedverhoging door ver andering van de hydrografische situatie, levert dan het onlwcrppeil op. Dit. ontwernpeil bezit langs de Hol landse kust een frequentie van 0,0001 en in het Deltagebied een frequentie van ongeveer 0,00025. Populair gezegd betekent dit dus dat. nadat de waterkeringen op „Delta hoogte" gebracht zijn, gemiddeld eens per "10.000 jaar een „ramp" storm vloed op zal treden en in het Deltage bied eens per 4000 jaar. Wanneer men dan nog duidelijk, inziet dat eens per 4000 jaar even goed vol gende week als over enkele duizenden jaren' kan betekenen, is er geen plaats voor de gedachte van „ons kan niets Bcb„uren". UCK Vlisslngen, President Rooseveltl. 144 Amsterdam Rubber verkocht „A.C.A. De groep Amsterdam Rubber heeft al haar aandelen „A.C.A." verkocht. De A.C.A. heeft haar belangen in Tiedeman cn Van Korchem, Tiedeman en Kerchem Overzee, Sterling West belegging maat schappij, Micliiels Arnold en het In donesisch bezit aan Amsterdam Rubber overgedaan. De A.C.A. blijft voortbestaan als houd stermaatschappij, onder meer van een deelneming van 468.854 in bepaalde maatschappijen. Dit heeft dc voorzitter in en na de vergadering van de Alge mene Commerciële Associatie medege deeld. De notering van de certificaten A.C.A. ter beurze blijft gehandhaafd.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 8