Boodschap van koningin Juliana voor rampherdenking Zierikzee Stille bloemengroet bij monument Serooskerke Stavenisse herdacht in raadsvergadering ramp Gedenkzuil met 24 namen in Zierikzee Jhr. De Casembroot: „Uw levensspreuk zijMij geleidt des Heren hand N.R.U.-PROGRAMMA GAF BEELD VAR RAMP EN HERSTEL KRUININGEN HERDACHT RAMP MET KRANSLEGGING EN KERKDIENST VOORTREFFELIJK VERZORGDE HERDENKING VOOR DE T.V. Handel in plaats van Zeeuws volkslied ZATERDAG 2 FEBRUARI 1963 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT l In radioherdenkingsdienst „Hare Majesteit de Koningin heeft mij spontaan opgedragen om he den U te zeggen, hoe intens zij met U allen en in het bijzonder met hen, die familie, vrienden of verwanten hebben verloren, meeleeft". Zo begon vrijdagavond in een bijna geheel bezette Grote Kerk van Zierikzee de commissaris der koningin, jhr. mr. A. F. C. de Casem broot zijn toespraak in een over. het nationaal programma van de radio uitgezonden herdenkingsdienst van de stormramp 10 jaar ge leden. Deze woorden klonken door het oude, hoge gebouw, dat met name in het rampjaar 1953 op twee markante momenten velen heeft samengebracht voor bezinning en dankbaarheid: op de bekende rouw- zondag, een week na de eerste februari en op 7 november, een dag na de sluiting van het laatste dijkgat bij Ouwerkerk. chaos is aan Schouwen-Duiveland een nieuw gezicht gegeven. Onze dankbaar heid gaat uit naar allen, die ontroerend hebben geholpen. Wy zullen het nooit vergeten, zei de oud-burgemeester van Ouwerkerk. Onmiddellijk na de toespraak van de heer Romeyn zette de Zierikzeese Ora- In deze boodschap van de koningin zag de commissaris weer een duidelijk be wijs hoezeer onze vorstin zich in vreug de en leed met Zeeland, met óns allen verbonden voelt. Jhr. De Casembroot ging in gedachten terug naar de acht ste februari 1953 toen hij in hetzelfde kerkgebouw de rouwdienst meemaakte. „Die zal ik nimmer vergeten", verze kerde hy. Hij memoreerde in grote lij nen de spanning in de rampnacht onder allen, die zich met levensgevaar ter be waking en ter verdediging van de dij ken hebben ingezet. Het leed dat daar op volgde stipte de commissaris met enkele woorden aan. „Dankbaar getuigen wij hier van de ontroering, de innige en eerbiedige hou ding in die dagen getoond. De Zeeuw heeft zich van zijn beste kant laten zien. De moed en de ijvere wil om toch door te gaan heeft overal, in binnen- en buitenland, bewondering afgedwon gen". Onmiddellijk verbond jhr. De Ca sembroot hieraan de vraag: „Waaraan heeft hij dat te danken Het antwoord: „Aan zijn aard, maar bovenal aan zijn grote Godsvertrouwen". Nauwkeurig kon de commissaris zich nog herinne ren hoe het slotlied van die rouwdienst in 1953 de Grote Kerk van Zierikzee in beweging had gebracht: ..Wat de toe komst brengen moge, mij geleidt des Heren hand..." „Moge deze levensspreuk U op uw weg van geluk en duisternis begeleiden", zc besloot hij zijn toespraak. Drie verze: van hetzelfde lied klonken daarna door de kerk, op het orgel begeleid door de heer J. Baas. De dienst was geopend met het Introïtus en het lezen van Psalm 93 door pastoor H. van Deursen. De dijken dicht Oud-burgemeester J. Romeyn van Ouwerkerk, het dorp bij het meest be ruchte stroomgat van de ramp, vertolk te in een korte toespraak de dank voor de overweldigende hulpacties en het vertrouwen dat de koninklijke bezoekers in de bewoners van het rampgebied hadden geschonken. „We wisten toen: de dijken gaan dicht", zo zei hy de Troonrede op Prinsjesdag 1953 citerend. Daarna zei de koningin: „In de worste ling om het herstel van de waterkerin gen zyn de beste tradities van ons volk gehandhaafd", aldus de heer Romeyn. Hij herinnerde aan de komst van prin ses Wilhelmina in Zierikzee, al op 2 februari 1953. Aan de bezoeken van ko ningin en prins. Hij memoreerde d€ grote steun van jhr. De Casembroot, de adopties, de massale hulp uit alle we relddelen. „En als een blijvens object voor onze dankbaarheid staat in deze stad het Zweedse Rode-Kruisziekenhuis. Na tien jaar voelen wij ons veiliger achter de dijken. Uit een onvoorstelbare Radio en televisie per helikopter naar Schouwen-Duiveland Radio en televisie hebben voor hun rampherdenkingsprogramma van Schouwen-Duiveland vrydag alle verenmoeilijkheden omzeild door een helikopter in te schake len, die verschillende malen op het eiland een landing heeft ge maakt. Morgens zette het toe stel in Serooskerke cameralieden af, die de kranslegging bij liet monument voor het N.T.S.-jour- tiaal in beeld brachten. Later op de morgen daalden op het sport terrein van Zierikzee de technici van de N.R.U. met hun appara tuur voor de herdenkingsdienst vanuit de Grote Kerk. die 's avonds in het nationaal program ma over de radio werd uitgezon den- wwwwwwvwuwwwwwvwvwwwwvw toriumvereniging onder leiding van de heer Jac. M. Luykenaar het „Ecce Quo- modo Moritur" van Jacob Handel in. Les „Wat wil deze herdenking betekenen?" Met deze vraag kwam vervolgens ds. Y. J. Tiemersma, gereformeerd predikant te Zierikzee tot net moment van heden. „Zij is geen reünie van oud-strijders. Zij wil uitdrukking geven aan onze ver wondering en ons eerbetoon. Wij weten nog hoe het was en kunnen zien hoe het is geworden". Ds. Tiemersma zag in de ramp deze les: „We moeten elkaar op wekken zoveel vertrouwen te hebben in de herstelwerken Gods, dat we bereid zijn in afwachting van de nieuwe situa tie bepaalde bindingen en emoties los te laten. We moeten niet krampachtig de sfeer van toen oproepen. Wel kunnen we vaststellen dat we in het rampjaar in deze kerk boven onze macht hebben gezongen. En zulke liederen zingen we nu weer". In zyn dankgebed vergeleek ds. M van der Klis, de christelijk gereformeerde predikant van Zierikzee, de regenboog van God met het herstel dat ook voor het rampgebied is gekomen. Zierikzee heeft ten aanhore van geheel Nederland de ramp herdacht. OP ALGEMENE BEGRAAFPLAATS Voorloper van rampmonument ,,In raemoriam". Twee woorden en daaronder vierentwintig namen, sinds vrijdagmiddag 1 februari 1963 staan ze met zwarte let ters gebeiteld in een zuil op de al gemene begraafplaats te Zierik zee. „Als een boodschap aan vol gende generaties en als een uiting van de bewogenheid en de ge schoktheid, die zich in de ramp nacht van Zierikzee meester maak te". Zo omschreef burgemeester mr. F. Th. Dijckmeester de bedoe ling van de eenvoudige zuil, toen hij deze namens het gemeentebe stuur aanvaardde. De steen is een voorloper van een rampmonument Zierikzee, waarvoor op het ogenblik de plannen worden uitge werkt. Met de onthulling daarvan in de nabije toekomst zal de be volking haar ereplicht jegens de verdronken ingezetenen vervullen. Na een korte, vrij druk bezochte bij eenkomst in de aula, legde de bur gemeester van Zierikzee buiten op het besneeuwde grasveld de krans aan de voet van de zuil. Kort tevoren had de heer P. Heering, als voorzit ter van het kortgeleden oprichte co mité rampmonument, de namen van de 24 slachtoffers voorgelezen. Hij deed dat, omringd door verschil lende familieleden, vrienden en be kenden van de slachtoffers en tal van andere belangstellenden. Welbe wust ging de heer Heering voorby aan wat zich tijdens de rampdagen in Zierikzee heeft afgespeeld. „Daar voor ligt alles te vers in het geheu gen. Speciaal de taferelen op deze begraafplaats zal iemand, die ze heeft meegemaakt, nooit vergeten". Het oprichten van een monument ln 1953 zou volgens de heer Heering al leen maar droefheid hebben veroor zaakt. „Van meer waarde was in die dagen het hartverwarmde gevoel van saamhorigheid". Daarom noemde de voorzitter met erkentelijkheid het Ini tiatief van de heer L. H. A. de Jonge om op de tiende herdenkingsdag van de ramp tot een gedenkteken te komen. „Naast het leed moet ln dit monument te Zierikzee ook de zege van de ramp tot uitdrukking worden gebracht, wil het slagen. In de wetenschap en het vertrouwen, dat de gemeente Zierikzee deze steen tot in lengte van dagen in ere zal houden, draag ik haar over", zo besloot de heer Heering zijn toespraak. In ccn programma van de Nederland se Radio i nic is gisteravond over de beide zenders Hilversum van half aclil tol half elf uitvoerig aandacht gewyil aan de ramp, het herstel van het tien jaar geleden geïnundeerde gebied en het toekomstbeeld dat door het Deltaplan wordt opgeroepen. In deze met muziek afgewisselde ra- dloultrending is het accent vooral op Zeeland gevallen, in het byzonder tij dens de vraaggesprekken met Zeeu wen op Schouwen-Duiveland, Tho- len, de Bevelandcn en Walcheren. Het programma opende met een klankbeeld „De ramp en de redding", samengesteld door Herman Felderhof cn Jan de Troye, waarbjj beelden en klanken van tien jaar geleden terug keerden. Zij gaven een schets van de komst van het water, de reddingsac ties die prompt op touw werden ge zet en heten fragmenten horen van toespraken uit die dagen, zoals die van koningin Juliana, prins Bern- hard en lr. Maris, oud-H.I.D. van rijkswaterstaat. Nadat het Radio Filharmonisch Or kest onder leiding van Willem van Otterloo „In memoriam op. 38" van Lex van Delden had laten horen (ge componeerd ter nagedachtenis aan hen die omkwamen bij de ramp) volgde een uilzending van de herden kingsdienst In de Nederlands her vormde kerk van Zierikzee. Om negen uur volgde een reportage- serie over de situatie van vandaag en morgen in het voormalig rumpgebicd, waarin veel bekende Zeeuwse gelui den te horen waren. Vin Goeree-Overflakkee kwamen de reporters naar Schouwen-Duiveland waar de jonge boer Wim Kuipers ge tuigde van de tevredenheid onder de landbouwers over de herverkaveling. Burgemeester jhr. R. J. H. Q. Röell van Westerschouwen onderstreepte ln een vraaggesprek de toeristische belangen van zijn gemeente die, naast rust goed drinkwater te bieden heeft, hetgeen aldus de burgemester vooral voor de Rotterdammers van groot belang is. Dijkgraaf M. W. van Arenthals van Noord-Beveland zei onder meer dat zijn eiland de ver- keersrotonde van Zeeland gaat wor den en burgemeester A. Schipper van Kruiningen noemde de herbouw in zij'n gemeente „spectaculair". Uit Yerseke kwam een somber ge luid. en dat betrof natuurlijk de oes ter- en mosselcultuur waarvoor het Deltaplan donkere perspectieven biedt. Wat Walcheren betreft kon burgemeester A. de Kam van Vrou wenpolder nog eens op het toerisme wijzen. Drs. K. Laansma van de stichting „Zeeland" voor cultureel en Maat schappelijk werk moest de reporter wat afremmen, soms teleurstellen. Hem werd namelijk gevraagd of ramp en Deltaplan grote omwente lingen teweeg hadden gebracht, in de geest van: het isolement is eindeljjk verbroken. Drs. Laansma drukte de vraagsteller op het hart dat Zeeland echt geen achtergebleven gebied was, dat die omwenteling al lang gaande was en dat Zeeland het toerisme al bijzonder lang kent. „Men vindt het gezellig", verklaarde hy. Teleurgesteld vroeg de reporter of er dan in Zeeland hele maal niets aan de hand is Ir. M. A. Geuze, voorzitter van de Z.L.M- uit Poortvliet sloot de ry van Zeeuwse sprekers met enkele opmer kingen over de veranderingen op zyn eiland. Na nog een soortgelijk interview uit Willemstad volgden enkele opnamen van G. F. Handel (het optreden van het Middelburgs kamerkoor kwam te vervallen) en met de voordracht „De Trompet" van Ed. Hoornik, gebracht door Guus Hermus, werd het N.R.U.- nrogramma besloten. Be/erenis Burgemeester Dyckmeester bepaalde de aanwezigen even nadrukkelijk by het moment, waarop de steen is geplaatst. „Het is goed, dat dit nu gebeurt. Het monument moet een belevenis zijn van de verschrikkelijke gebeurtenissen en tegelijk van wat er uit is voortgevloeid. De namen erop vermeld zyn maar al te bekend. Niemand zal moeite hebben om zich de mens achter die naam voor de geest te halen. Zij namen ieder een plaats in gezin en eigen kring in. Maar deze na men moeten ook levend gehouden wor den voor volgende generaties", aldus de burgemeester in zyn toespraak. „NIET GODS STRAF" Bloemen gelegd bij rampmonument „De ramp is niet Gods adem, is niet Gods straf voor ons geweest. Wel is Hij aan ons voorbijgegaan; door de watersnoodramp van 1953 heeft God naar onze liefde voor Hem ge vraagd". Dit stelde ds. J. A. J. Hoff man centraal in zyn predikatie ty- dens de sobere interkerkelijke her denkingsdienst, die naar aanleiding van de februariramp 1953 gister avond in „Ons Dorpshuis" te Krui ningen (wegens de weersgesteldheid niet in de kerk) gehouden werd. Het eerste deel van deze herdenkings dienst werd geleid door ds. J. Kool stra, predikant van de Geref. Kerk, het tweede deel door ds. Hoffman, de Ned. herv. predikant. Nadat ds. Koolstra was voorgegaan in gebed las hij een bybeldeel uit het negende hoofdstuk van Daniël. Ds. Hoffman las vervolgens gedeelten uit Marcus 4, de verzen 35—47, Lu cas 13, de verzen 15 en Lucas 11, de verzen 2932. Ds. Hoffman wees er in zijn predi katie op. dat de Nederlanders zich ook in 1953 nog op de borst sloegen, omdat zij wat waterstaatszaken be treft zoveel in hun mars hadden. Tot op die ene nacht, waarin er bressen in de dijken werden geslagen, zoveel als er nog nooit waren voorgekomen. „Wij gedenken hier met diepe wee moed degenen, die in Kruiningen ge troffen zijn", verzekerde ds. Hoff man. Zeeland, Brabant en Zuid-Hol land en niet geheel Nederland, en waarom kinderen? Weer anderen zeiden: Dat bestaat niet. Ds. Hoffman herinnerde daarbij aan een betoog van prof. Kooiman, die niet wilde geloven, dat de ramp Gods adem was. „Want Gods adem is Gods Geest". „Het antwoord op de vraag: is de ramp een oordeel van God, zegt Je zus in Lucas 13: Neen", betoogde ds. Hoffman. „Hij geeft er geen verkla ring bij, maar Hij zegt neen. Verder heeft men er niets mee te maken. Elke ramp is een mysterie", aldus de predikant, die tot slot betoogde: „God was niet in de storm, in de be ving, maar wellicht hebben wij die nodig gehad voor Zijn stille toe spraak, Zijn vraag naar onze liefde voor Hem". Klokgelui Gods straf? Hij verklaarde vervolgens zich te kunnen voorstellen, dat velen zich afgevraagd hebben: Wat was dat, die ramp. Wie heeft dat gedaan? Was dat God of was dat God niet? De meningen waren ver deeld: Er werd verklaard, het is Gods straf. Maar als dat waar is vroegen anderen, waarom dan Des morgens om half twaalf hadden de klokken in de toren van de Ne derlands hervormde kerk te Krui ningen geluid. Daarna werden in het gehele dorp de vlaggen half-stok ge hesen. Tegen twaalf uur verzamel den zich vele nabestaanden van slachtoffers en belangstellenden voor het rampmonument. Van twaalf uur tot twee minuten over twaalf werd stilte in acht genomen. Deze twee minuten stilte werden vooraf gegaan en gevolgd door klokgelui. Vervolgens werden aan de voet van het rampmonument bloemen neerge legd. Burgemeester A. Schipper leg de namens de gemeente een krans. Met het leggen van de bloemen, werd deze korte sobere plechtigheid, die onder andere werd bygewoond door nabestaanden, raadsleden en school kinderen, besloten. Bij het rampmonument voor de Nederlands hervormde kerlc te Kruiningen werd vrijdag een kor te plechtigheid gehouden ter her denking van de slachtoffers van de watersnoodramp in 1953. Na mens het gemeentebestuur legde burgemeester A. Schipper aan de voet van het monument een krans. (Foto P.Z.C.) EEN KRANS met witte anjers stond vrijdagmorgen in de sneeuw voor het monument ter herdenking aan de Watersnoodramp van 1 februari 1953 op de Ring van het Schouwse dorp Serooskerke. De vlag wapperde halfstok in een koude oostenwind rondom de kerkto ren. Schoolkinderen cn een handjevol inwoners van liet dorp liepen er langs, toen burgemeester jhr. R. J. II. Q. Röell, de beide wethouders en de gemeentesecretaris van Wester schouwen na ccn korte, stille plech tigheid weer uit do kom van hot dorp waren vertrokken. Het was een sobere, piëteitsvolle herdenking van de slachtoffers van de overstroming, wier namen in het grijze. natuurstenen gedenkteken staan' gebeiteld. Vijftien inwoners van het dorp, dat eens de kleinste gemeente van Nederland was en in het rampzalige jaar 1953 vlak voor de opening van het grootste dijkgat &an de Schelphoek lag. In de verte lag de grote Phoenix-caisson, half verpakt in de ringdijk in de schrale ochtendzon. Het monumentale beton- lichaam, waarmee de gevaarlijkste stroomgeul de Gemene Geul een half jaar na de zwarte datum van 1 februari is bedwongen. Niet ver daar vandaan heeft zich in de ramp nacht hot drama van de kleine ha ven Schelphoek afgespeeld. Een zol- derbak met een dragline er bovenop sloeg over de dijk. nam de kruin mee en stortte op het huis van de haven meester. waar zich diens gezin, de bewoners van een woonwagen en en kele omwonenden bevonden. De meesten van hen moeten vrijwel di rect het leven hebben verloren. Hun namen staan met die van de andere slachtoffers in de steen op de Ring van het dorp gegrift. Men heeft er met het gemeentebestuur een een voudige groet gebracht. Dat gebeur de gistermorgen van de kant van het gemeentebestuur in Burgh en bij het fraf van een uit Haamstede ver- ronken inwoner. (Foto P.Z.C.) „DIE EERSTE FEBRUARI 1953".... Onder deze titel heeft de N.T.S. gis teravond een voortreffelijk verzorgde herdenking van de watersnoodramp op het scherm gebracht. Dick van Bommel is erin geslaagd het uit ver schillende films en reportages sa mengestelde programma tot een boeiend geheel te maken. Niet alleen werden de kijkers met vaak diep ont roerende taferelen herinnerd aan de grote ellende waarin zuidwestelijk Nederland werd gedompeld, maar vooral ook werd - terecht - zeer veel aandacht besteed aan de wijze, waar op het herstel ter hand is genomen en aan de eerste fase van de uitvoe ring van het Deltaplan. Nadat het journaal reeds enkele beelden van de kranslegging te Se rooskerke (Sch.) had gebracht, sprak de minister van verkeer en wa terstaat, drs. H. A. Korthals voor het herdenkingsprogramma een in leidend woord waarin hij een terug blik gaf op de ramp en het ontstaan van het Deltaplan schetste. In de documentaire „Met de rug naar de zee" liet Dick van Bommel de ramp herleven, met indringende reportages van mensen die hun bele venissen vertelden, afwisselend met film- en fotobeelden uit de rampda gen zelf. De landbouwer Groenen dijk vertelde hoe daar op de zolder van zijn boerderij, boven twee meter water, zyn vrouw zonder doktershulp het leven schonk aan haar vierde kind, een 81-jarige schipper vertelde met tranen in de ogen hoe hij meer dan honderd mensen mocht redden en de landbouwer Romeijn verhaalde op de met sneeuw overdekte caissons van Ouwerkerk, hoe het laatste stroomgat op Schouwen-Duiveland werd gesloten. Burgemeester Vogelaar van Nieu- werkerk a. d. IJsel, als oud-burge meester van Baarland en Hoedekens- kerke voor vele Bevelanders ook geen onbekende, vertelde in een „live"-reportage aan Koos Postema hoe Zuid-Holland voor een ramp werd gespaard door het behoud van de dijk die de op 6 m-N.A.P. liggen de Prins Alexanderpolder beschermt, terwijl de bekende oud-vlieger Wil lem van Veenendaal in een interes sante filmreportage nog eens dezelf de vlucht over de Zuïdhollandse en Zeeuwse eilanden maakte, die hij op de zondag na de ramp met een aan tal journalisten en fotografen in een Dakota heeft gemaakt. Een aardige afwisseling vormde het uitstekende tekenfilmpje Nederland- Deltaland, waarna vooral ook de Zeeuwse kijkers bijzonder geboeid zullen zijn door de boeiende film Delta Fase I van Bert Haanstra, over de afsluiting van het Veerse Gat. Het programma kreeg een waardig slot met een herinnering van ds. Ok- ke Jager aan „Een zondag zonder kerkdienst". De radioluisteraars die gister avond, het herdenkingsprogram ma van de ramp volgend, met verlangen uitkeken naar het op treden van Bart Leynses Middel burgs Kamerkoor, hebben een teleurstelling moeten verwerken toen dit programmapunt zonder opgaaf van reden werd afge voerd. In plaats daarvan volgden enkele werken van Handel. Geen Middelburgs Kamerkoor dus, dat negen werken, waaronder het Zeeuwse volkslied, zou laten ho ren. Toen wij de heer Leynse naar de reden vroegen, bleek hy nog bezig zijn teleurstelling weg te slikken. „Ik begrijp er niets van", aldus de dirigent, „we kregen nog wel een briefje waarin stond dat de opnamen zo goed geslaagd wa ren. Onder toezicht van George van Renesse werden onlangs de opnamen gemaakt. Het hele pro gramma stond in drie kwartier gaaf op de band. Als ze in tijd nood hadden gezeten, hadden ze in plaats van de muziek van Handel toch zeker nog enkele lie deren of desnoods alleen het Zeeuwse volkslied kunnen laten horen. Ik had nog wel speciaal een avondje vrij genomen om m'n koor te kunnen horen". In Hilversum bevestigde de K.R.O.-omroeper (die vanuit de studio de delen van het herden- kingsprogramma aan elkaar praatte) dat tydnood er de oor zaak van was geweest, dat de op namen van het kamerkoor niet waren uitgezonden. „We hadden nog maar enkele minuten over. We hadden natuur lijk het Zeeuwse volkslied kunnen laten horen, maar de laatste van de serie reportages uit het voor malige rampgebied, was afkom stig van het Brabantse Willem stad. En dat konden we" de Bra banders toch niet aandoen prompt erop het Zeeuwse volkslied te la ten horen? Dat zouden ze niet nemen". Zo verviel dus het programma punt Middelburgs Kamerkoor. Van de tien reportages (inter views) uit het voormalig ramp gebied kwamen er acht uit Zee land. Er was één Brabants inter view bij, liet laatste van de serie. Daarop volgde dus heel neutraal Georg Fried rich Handel. STILTE OM VERLIEZEN Cijfers Burgemeester Pluymers: „Plicht: verder gaan" „HET IS nu eenmaal de plicht van een mens, de plicht van een gemeenschap om ondanks alle toe gebrachte slagen verder te gaan. Niet in eigen kracht maar bou wende op God, waar troost is zelfs in alle leed." Deze woorden sprak vrijdagavond burgemeester A. Siuijmers in een speciale herden kingsbijeenkomst van de raad van Stavenisse. Staande en met enkele ogenblikken volkomen stilte her dachten de raadsleden de 153 in woners, die tien jaar geleden op 1 februari 1953 in de golven om kwamen, herdachten zij het leed, uut in heel zuidwestelijk Neder land over duizenden gezinnen kwam. „Bij een droevige herdenking als deze worden vanzelfsprekend weer herinneringen levend, die voor velen van ons pijnlijk zijn, terwijl wij als- mens, die pijn niet kunnen verzach ten. Doch weet, dat God wil troosten hen, die daarom in ootmoed vragen". Uitvoerig haalde burgemeester Sluy- mers voor het gehoor van de raads leden de rampzalige gebeurtenissen in Stavenisse op. Hy stond in zijn herdenkingstoespraak stil bij hel taaie en tegelijk onbegonnen werk, dat polder- en waterschapsbestu ren en vele ingezetenen hebben verzei om Stavenisse voor een catastrofe te bewaren. Een werk. dat vergeefs bleek te zyn. „Het water bleet stijgen met een snelueid, die tot grote ongerustheid aan leiding gaf, zodai de bevolking gewaar schuwd moest worden. Steeds kritieker werd de toestand tot het moment, dat de dyken de enorme watermassa niet meer konden houden. Het ene gat na het andere werd in de dijk geslagen met het gevolg, dat onze gemeente een prooi van het water werd, terwyl in een minimum van tijd veel werd wegge vaagd. Toen de dageraad aanbrak gaf Stavenisse een verschrikkelijk beeld te zien. Een ware ramp had zich over het dorp voltrokken". In sobere bewoordingen vatte burge meester Sluymers de overweldigende hoeveelheid tragische feiten samen. Hij releveerde de cijfers nog eens, die Sta venisse de zwartste balans in zijn his torie bezorgden. Cijfers, waarachter het leed en de ellende van een heel dorp nog steeds schrijnt. Van de 1737 inwoners waren er 153 om gekomen, zodat bijna iedere familie do den had te betreuren. Daarnaast een geweldige materiële schade: een ver woesting van 140 woningen en nog an dere gebouwen, waarvan het geldelyk verlies oen totaal van f 2.120.000 beliep. Aan landerijen werd voor circa f 2,5 miljoen beschadigd. „Maar dit alles weegt niet op tegen iiet verlies aan men senlevens. Ook het aantal dieren, dat hier het leven verloor was aanzienlyk." Burgemeester Sluymers braent nu tien jaar na de ramp ook nog weer eens hul de en dank aan allen, die van elders kwamen om hulp te bieden en aan de gemeenten, die adoptie aanboden- om de eerste nood te lenigen: Bergen (N.-H.), Alkmaar, Hoorn en Enkhuizen. Ook be trok hjj in deze dank koningin Juliana, prinses Wilhelmina en prins Bernhard. die kort na de ramp van hun belangstel ling blyk gaven en aan de commissaris der koningin, jhr. mr. A. F. C. de Ca sembroot, die veel voor Stavenisse heeft gedaan. Ook dc vele andere autoriteiten, aie snel ter plaatse waren. Met waarde ring gewaagde burgemeester Sluymers van de manier, waarop zijn voorganger burgemeester L. A. Verburg thans te IJselmuiden het gemeentebestuur het waterschapsbestuur zich van hun zware taak hebben gekweten. „Daad werkelijke en financiële hulp werd ruim schoots geboden, zelfs uit het buiten land, onder andere uit België. Zwitser land, Frankrijk. Duitsland. Noorwegen en Zweden." „Hij besloot zijn coespraak met deze woorden: „Ondanks het gebeurde in die droeve dagen is er weer berusting en rust gekomen over Stavenisse. Dit is bovenal te danken aan God. die de geslagenen gesterkt heeft en die de verwoesting in een nieuw Stavenisse deed verkeren". Mogen de Deltaplan nen, die zo belangrijk zijn voor ons gewest, ons in de toekomst uitkomst schenken. Op de algemene begraafplaats te Zierik zee is een gedenkzuil geplaatst met de namen van 24 slachtoffers van de ramp. Op de foto: burgemeester mr. Dijck meester legt een krans bij de puil. (Foto P.Z.C.) KERKNIEUWS Mogelijk interkerkelijke kerkbouwactie in 1964 Mogelijk zullen de grote protestantse kerken en de R.-K. Kerk volgend jaar gezamenlijke kerkbouwactïes voeren. Er is overleg gaande tussen de kerken over de organisatie van één nationale kerkbouwzondag. Van r.-k. zijde be staat het verlangen om te komen tot deze interconfessionele kerkenbouw- zondag. Dit is megedeeld naar aanlei ding van de kerkënbouwzondag 1963, die zondag a.s. morgen in de r.-k. kerken in ons land wordt gehouden. Het staat nog niet vast welke vorm de ze samenwerking zal krijgen. Er is een mogelijkheid tot samensmel ting van de diverse acties of tot con centratie van de afzonderlijke acties in één periode, waarin dan een nationale propaganda wordt gevoerd. Eén en an der heeft de bisschop van Breda, mgr. G. H. de Vet meegedeeld op een pers bijeenkomst. De R.-K. Kerk kent een jaarlijkse kerkenbouwzondag, de Ne derlandse Hervormde Kerk" had van september 1959 tot september 1960 een kerkbouwjaar, dat ruim tien miljoen gulden opleverde De Gereformeerde Kerken voerden in 1961 een actie met als resultaat ruim zeven miljoen gul den. In 1962 kwamen in ons land 37 r.-k. kerken gereed, aan het eind van het jaar waren er 67 in aanbouw. Men meent nog zeker 68 nieuwe kerken dit jaar te moeten aanbesteden. De -kos ten hiervan zijn respectievelijk 26, 41 en bijna 38 miljoen gulden. In het bisdom Breda werden in 1962 aanbesteed kerken in Westkapelle, Roo sendaal en Bergen op Zoom. Strand- kerken zijn in aanbouw in Dishoek en Westkapelle. Er zijn plannen voor strandkerken in Kamperland en Renes- Kerkelijke mutaties GEREF. KERKEN. Beroepen te Edam en te Wilnis Joh. Kroeze, kand. te Apeldoorn, die geen verdere beroepen m overweging kan nemen. Beroepen te Wijckel E. Warnink, kand. te Zaandam. CHRIST. GEREF. KERKEN'. Tweetal te Vlaardingen G. Blom te Meerkerk en G. de Vries te 's-Graven- deel. EXAMENS. Aan de v.u. zijn geslaagd voor het prop. examen theologie de heren J. D. Cremer te Kollum en D. Tieleman te Bussum GEREF. KERKEN (VRLJGEM.) EXAMENS. Aan de theologische hogeschool te Kampen slaagde voor het prop. exa men de heer M. H, Sliggers te Haar lem. CHK. GEREF. KERKEN. Beroepen te Zutfen Joh. Prins te Gro ningen. GEREF. GEMEENTEN. Bedankt voor Middelharnis en voor Zaandam C. Wisse te Hendrik Ido Am bacht.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 15