Oprechte trouw met
gladde of bewerkte
ring
Citv ^pagina
/Hcozomv
DE VERLOREN HELFT
KINDERKRANT Ag,
Dertig wasbeurten voor een
goede regenjas van papier
Huishoudbeurs in februari in Amsterdam
Couture stoffen
Het sneeuwmeisje
VRIJDAG 1 FEBRUARI 1963
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
7
WASBENZINE-
GEVAAR
Een berichtje-voor-de-vrouw dat on
der de kop „Zij vluchtte uit het
keukenraam" ons oog trof, mag op
deze plaats nog wel eens worden af
gedrukt alleen maar ter lering, be-
(Van onze medewerkster)
TLIèt kiezen van een trouwring
is jarenlang een vrij eenvou
dige zaak geweest: verschil in
breedte was er niet zoveel, de
ene ring was wat platter en de
ander wat ronder van profiel
maar een heksentoer was de
keuze van de verlovings- of
trouwring toch niet. Vandaag-
de-dag is die keuze voor menig
aanstaand echtpaar een pro
bleem, want de bewerkte ring
VOOR DE LENTE
(ook wel fantasiering genoemd)
is in allerlei modellen en uitvoe
ringen in de etalage van de ju
welier verschenen en daarnaast
is de gladde ring er in zoveel
breedten, dat men haast van
een modeartikel mag spreken.
Een wat frivole benaming voor
een zo zinvol en veelbetekenend
sieraad!
Gladde favoriet
Hoe de Nederlandse vrouw en het
Nederlandse meisje (en natuur
lijk hun aspirant-echtgenoten) te
genover de moderne trouwring staan,
heeft de jaarlijkse enquête van de
Federatie Goud en Zilver uitgewezen.
Uitgewezen is eigenlijk niet het goe
de woord, want de meldingen waren
zeer uiteenlopend. Over het algemeen
bleken de gladde ringen nog steeds
ruim de overhand te hebben, maar
in sommige juwelierszaken blijkt de
fantasiering het pleit ruimschoots te
winnen. In twee zaken bijvoorbeeld
verkocht men drie gladde ringen te
gen zeven fantasieringen. Bij de
gladde ringen was de situatie wat on
overzichtelijk: sommige zaken ver
kochten veertig gladde exemplaren
op elke fantasiering, bij andere was
de verhouding twee pp een, bij weer
anderen lagen de verhoudingen ge
lijk. De slotberekeningen toonden aan
dat de algemeen-gemiddelde verhou
ding uitkwam op ruim vijf gladde
ringen tegen 1 fantasiering.
Meer slijtage
De Nederlandse juweliers hebben
hun antwoorden op deze trouw
ringen-vraag van diverse opmerkin
gen voorzien. Het bleek dat lang niet
alle detaillisten ingenomen zijn met
de fantasie-verlovings- of trouwring.
Dit zijn de voornaamste bezwaren:
er moet veel geld in worden gesto
ken, het nauwer of groter maken
van de ringen is lastig en vaak on
mogelijk, bovendien klagen de klan
ten soms over vroegtijdige slijtage.
Desondanks blijft er vraag naar de
fantasiering en het uitzoeken van
een trouwring is op deze manier on
tegenzeglijk een veel boeiender be
zigheid dan vroeger! Al is er ook
méér kans op voor-echtelijke twis
ten, wanneer de smaken op dit ter
rein blijken te verschillen...
NIEUWE TEXTIEL
merhand op textielgebied door
de bomen het bos niet meer ziet, is
aan dat bos weer een nieuwe boom
toegevoegd: een „samengestelde"
stof die uit vijftig procent nylon en
vijftig procent acetaat bestaat. Het
materiaal ziet er wat glimmerig uit,
maar wat de fabrikant ervan zegt
klinkt wel aanlokkelijk: de stof heeft
een groot warmte-isolerend vermo
gen en er zou dus zowel koele zomer
kleding als warme winterkleding van
kunnen worden gemaakt, het mate
riaal laat zich zeer goed bedrukken
en zou bovendien plezierig en prettig
in het dragen en volkomen kreukvrij
zijn.
VOOR MOEDER
EN KIND
slist niet tot vermaak. De vrouw
kwestie die het keukenraam uit
vluchtte, deed dit niet om inbrekers
of aanranders te ontlopen. Zij had
alleen maar even een emmer met
benzine waarin ze een japonnetje
dacht te reinigen, in de 'gootsteen
gezet: vlak onder de geyser waarvan
het' waakvlammetje lustig brandde.
Een moment later was de weg naar
de keukendeur versperd door een gor
dijn van vlammen vandaar die
ongebruikelijke aftocht via het keu
kenraam. Enige zonzijde aan deze
trieste historie (die in het ziekenhuis
eindigde): Nederland telt weer een
huisvrouw méér die beseft dat het
produkt benzine bij huishoudelijk
gebruik levensgevaarlijk kan zijn.
DEKENINDUSTRIE
BEPERKT
MAATASSORTIMENT
Met ingang van 1963 is de Neder
landse dekenindustrie overge
gaan tot een beperking van het maat-
assortiment. Van heden af zal deze
industrie zich bij de vervaardiging en
de verkoop van dekens beperken tot
de volgende maten: 75 bij 100,100 bij
150, 150 bij 200, 150 bij 220, 170 bij
220, 180 bij 220, 190 bij 230, 200 bij
240, 220 bij 240, 240 bij 260.
Met dit assortiment, zo meent de Ne
derlandse dekenindustrie, kan aan al
le redelijke behoeften van de consu
ment worden voldaan. Men wil hier
mee niet alleen, met het oog op de
regelmatige kostenstijgingen, een zo
efficiënt mogelijke produktie berei
ken: ook de belangen van handel en
kon het gebeuren, dat men terwille
van een zeker concurrentievoordeel
dekens leverde waarvan de maten
niet in overeenstemming waren met
die van bedden en matrassen. In de
praktijk kreeg dan uiteindelijk de
consument de teleurstelling van het
„goedkoop is duurkoop"te verwerken.
VOORJAARS
ENSEMBLE
In Amerika blijkt men nog steeds
gebiologeerd te worden door de
„modieuze mogelijkheden" van pa
pier, want met hardnekkige regel
maat komen uit dat land berichten
over experimenten met papieren
kostuums, papieren hoeden en zelfs
met badpakken van papier. En als
zo'n badpak de aanval van het ele
ment water weet te weerstaan wil
dat heel wat zeggen een duik in
het zwembad is nog wat anders dan
een regenbuitje!
Op het ogenblik zijn de Amerika
nen die zich met de papieren
mode bezighouden, vooral in de weer
met de damesmode. Ze maken van
papier van alles en nog wat, tot een
soort gebreide jurken toe. Het nieu
we papiermateriaal waaruit de kle
ding wordt gemaakt heet „parez re-
sin 607" en het is een uitvinding die
heel wat kopzorg heeft veroorzaakt.
Jarenlang is er in de laboratoria
waar het „parez resin 607" werd ont
wikkeld, met het materiaal geëxpe
rimenteerd en de nieuwe vinding
heeft dan ook heel wat tijd en geld
gekost.
Nu is men zover dat men bijvoor
beeld een papieren regenjas kan
maken die behalve een aantal flinke
stortbuien ook nog dertig wasbeur
ten kan doorstaan. Het model blijft
daarbij in de oorspronkelijke vorm en
dat geldt ook voor gebreide jurken
van het nieuwe materiaal, die veer
tien maal in schuimend sop onder
doken en qua model en kwaliteit
niets veranderden. Hoedjes van „pa
rez resin" hielden zich kranig in
weer en wind, evenals diverse kof
fers c
De uitvinders zijn er nog steeds van
overtuigd dat een papieren gardero
be in de toekomst heel normaal zal
zijn en gezien het feit dat papier in
vergelijking tot de gebruikelijke tex
tielmaterialen vrij goedkoop is, zou
den ze wel eens gelijk kunnen krij
gen.
Plezierige gedachte voor elke vrouw:
in de nabije of verre toekomst
zal ze pas góed „met de mode kun
nen meegaan"! Dat goedkope papie
ren hoedje van nog geen seizoen ge
leden gooit ze zonder gewetensbe
zwaar weg, zelfs al heeft het z'n
dertig wasbeurten nog niet gehad
HPextielnieuwtje
A kind": sets va
voor moeder en
van lakens en slopen,
respectievelijk lakentjes en sloopjes,
versierd met borduursel. De lakens
en slopen voor het ouderbed zijn aan
de bovenzoom afgewerkt met brode
rie anglaise in zachte kleurtjes (roze,
bleu of zachtgeel), hetzelfde borduur
sel is in miniatuur op het babygar
nituur aangebracht. De fabrikant
maakte de babylakentjes extra ruim
(honderd bij honderdvijftig) zodat ze
na de vviegperiode ook in een kinder-
ledilcantje kunnen worden gebruikt.
(Van c
medewerkster)
De eerste echte voor jaarsgroeten ko
men uit Parijs. Capucc't ontwierp
dit mouwloze japonnetje van eigele
wollen stof. Een snoezig geval voor
een heel zonnige dag.
Op 28 februari aanstaande begint
in het K.A.I.-gebouw te Amster
dam de „Achttiende Internationale
Huishoudbeurs". Deze jaarlijkse ma
nifestatie-voor-de-huisvrouw draagt
ditmaal bijzonder duidelijk liet. stem
pel „internationaal", doordat het hart
van de beurs zal bestaan uit een zo-
genaamd Europees Centrum. In dit
centrum zijn, naast de E.E.G., toeris
tische organisaties uit de zes Euro-
marktlanden vertegenwoordigd
voorts verzorgen leidinggevende
vrouwenorganisaties van Nederland,
België, Luxemburg, Frankrijk,
Duitsland en Italië in dit centrum
een expositie die de titel „Uw buur
vrouw van morgen" zal dragen.
men kunnen zien hoe de huisvrouw
in elk der deelnemende landen leeft,
Nu ik toch eenmaal bezig ben uw-
medewerking in tc roepen voor
de gevoelsmatig vergeten groepen
moet my wel een eigenaardige ont
dekking; van het hart. Het blijkt mij
namelijk telkens weer dat deernis,
medeleven, begrip zonder méér en
dat méér is dan de tastbare hulp in
een of andere vorm iets onge
woon moeilijk is.
De vogels moeten voer hebben, de
chronische zieken een t.v.-toestel, de
invaliden een dorp, voor de stille be-
hoeftigen staat een kerstpot klaar.
Daar zit niets afkeurenswaardigs in
verre van dat. Wij zjjn altijd een
praktisch volk geweest, dat geen
groter lof kende dan zoden aan de
aijk zetten.
Doch zomaar deernis hebben zonder
meer blijkt een moeilijker opgave en
toch moet men de kracht en de
warmte van het oprechte medege
voel niet onderschatten. Het is ermee
als met het bezoek aan een sterfhuis,
aan een als hopeloos opgegeven zie
ke.
Alleen het feit dat wij daar zijn
geeft de andere het kostbare gevoel
niet zo erbarmelijk alleen te zijn
ondanks de misschien uiterlijk com
fortabele omstandigheden.
Zo is het mij opgevallen dat weini
gen zich van harte bekommeren
om het moeiljjk lot van de weduw
naar. Heeft „weduwe" nog altijd een
wat hulpeloze. deerniswaardige
klank bjj weduwnaar denkt men
hoogstens aan een man-alleen die
misschien wat sukkelt met huishoud
sters maar in elk geval de kans heeft
om nog eens een goede vrouw te vin
den.
Het komt telkens bij mij op als ik
terloops een doodbericht lees van een
nog jonge, zorgzame vrouw en moe
der. ondertekend door de weduwnaar
namens zijn nog kleine kinderen
het menselijk leed gaapt zo levens
groot achter die koude letters.
Er is niet veel verbeeldingskracht
voor nodig om zo'n man Te zien
thuiskomen van de begrafenis, waar
hij zich zo goed moest houden, ook
a! om de oudste die mee mocht en bij
het dalen van de kist zjjn hand
kneep. Een weduwe mag, „snikken
achter haar hand", zoals Jan Gres-
hoff zegt. Maar wie gunt dat aan
een weduwnaar?
Hij legt zjjn hoge hoed op de kap
stok en laat zich koffie inschen
ken door een moederlijke schoonzus
ter.
Er is heus wel iets te eten voor hem
die dag, de vaat wordt keurig ge
wassen. de kinderen zorgzaam naar
bed gebracht. De schuwe oudste zit
als de laatste bij hem aan tafel, met
een brok onbegrepen verdriet in de
keel dat het praten een riskante on
derneming maakt.
Vooral als het een jongen is blyft het
bij een openliggend schoolboek en
een zachte aanmaning van de vader
om nu ook maar naar bed te gaan
het is een vermoeiende dag ge
weest.
Vermoeiend: ach, het zwaarste leed
van de wereld hangt als lood aan de
kleine schoenzolen, die gelaten de
trap op gaan.
Maar de man, die zwijgend, met
moeite opstaat, en zwaar de
trap beklimt, stapt een koude leegte
binnen die niemand meer met men
selijke warmte kan vervullen.
Het tweede kussen op het veel te
brede bed, de lege stoel aan die voor
goed verlaten kant, de japonnen in
de kast, het ondergoed daarnevens,
de kleine nutteloze flesjes en potjes
op de toilettafel, het tweede glas, de
peignoir, de slofjes. Zij zijn zo
angstjagend overbodig geworden, en
tegelijk zo ontstellend heerszuchtig
aanwezig in zijn bewustzijn, dat hij
in het donker als verscheurd wordt
door een gevecht tussen rede en ge
voel.
De weduwe, ook bij het schreeu-
wendst verdriet, staat op met
een dagtaak vol duizend kleine nood
zakelijke plichten vóór zich, dingen
die zonder mankeren moeten gedaan
worden wil de kleine gemeenschap
op de been blijven.
Het is eentonig routinewerk, maar
het komt rechtstreeks het eigen ge
zin ten goede.
Maar de weduwnaar gaat naar
zjjn werk als naar een andere, vijan
dige wereld, waar vreemden praten
en beantwoord moeten worden.
Zijn bestaan zal nooit meer het even
wicht vinden tussen buiten en bin
nen want binnen is zo leeg ge
worden als een eierschaal. Zelfs
kinderen, hoe dierbaar ook, kunnen
die leegte nooit vullen.
Hij zal misschien trots kunnen zijn
op zijn oudste zoon. als die het vér
der brengt dan hjj en zich een posi
tie opbouwt die er wezen mag. Maar
voldoening is geen levenvulling,
hoogstens wegnemen van een zorg.
Een weduwe daarentegen ziet in
haar geslaagde zoon de waardige
opvolger van zijn vader: had die het
nog eens mogen beleven.
En als alle kinderen de deur uit zijn
is het haar rechtmatige trots dat zij
die twee taken in haar eenzaamheid
toch maar tot een goed einde heeft
gebracht, en zal z(j de genegenheid
van de kinderen als een welverdien
de beloning ervaren. Zij is in elk ge
val onmisbaar geweest; de weduw
naar voelt zich hoogstens de min of
meer competente kostwinnaar.
Gelooft U mij: een vrouw mag het
moeilijk hebben, zij krijgt in het le-
leven ook haar compensaties. Want
de natuur heeft', haar toegerust met
desnoods dubbele reserves maar
een weduwnaar blijft altijd maar een
half mens.
En die andere helft vindt hij toch
nooit meer. Sta daarom niet zo
dadelijk op uw achterste benen als
hij in arren moede een verzorgster
van zijn huishouding en een opvoed
ster van zijn kinderen trouwt.. Heb
liever respect voor dc vrouw die met
die plaats genoegen neemt.
SASKIA.
woont en werkt, en hoe ze haar vrije
tijd besteedt. De bedoeling is dat op
deze expositie elk land iets toont dat
in de andere landen niet of nagenoeg
niet bekend is. Nederland wordt in
de organisatie van dit brokje ten
toonstelling door de Huishoudraad
vertegenwoordigd.
De noviteiten op deze beurs komen
ook niet alleen uit Nederland, maar
eveneens uit andere E.E.G.-landen.
Men kan er onder meer een „nieuwe
Europese vloerbedekking" verwach
ten, een nieuw soort staafmixer
(Zweeds ontwerp), een vaatwasma-
chine tegen redelijke prijs, een „won
derhandschoen" waarmee aardappels
kunnen worden geschild.
Er zijn modeshows en bloentenshows
en een niet te verwaarlozen stem in
hot kapittel hebben de Nederlandse
teenagers, die vele honderden ont
werpen hebben ingezonden voor een
door de organisatoren van de Huis
houdbeurs uitgeschreven wedstrijd-
Onderwerp: „Het aangeven van een
eigen tiener-mode". Dat. is blijkbaar
een onderwerp waarover men niet
uitgepraat raakt.
Het opvallendste aan deze schilderachtige hoed met brede rand is de
afzetting met een rand van bruin en wit bont. De naam van deze
schepping uit Londen is „Safari", de stof heeft, volgens de ontwerper,
de gouden kleur van het woestijnzand.
Het getuigt van icijs beleid de gar
derobe voor een nieuw seizoen van
tevoren zo ver mogelijk klaar te ma
ken. Van de ontwerper Goma ziet U
hier een linnen voorjaarspakje, waar
van het jasje met een contrasterende
band is afgezet. Misschien put U er
inspiratie uit.
NU in de traditionele
vóórseizoenverkoop
tijdelijk zeer voordelig 1
als speciale verkoop
7/50, 10,- en 13,50
per meter,
140 en 150 cm breed.
•GOES, LANGE KERKSTRAAT 44
TERNEUZEN, NIEUWSTRAAT 6-8
ROMANTISCHE
MODE
Het zal wel weer te verklaren zijn
als een weerslag van de techni
sche ontwikkeling in deze tijd waar
bij yjolc de vrouw zo intensief betrok
ken is: de „romantische stijV' wint
ongemerkt terrein in de mode. Na de
bloesjes met jabots en borduursels
worden nu ook weer de zogenaamde
„wallpapers" gelanceerd, japonstof-
fen met romantische voorstellingen.
Ze waren al eens eerder in het zo-
mermodebeeld en komende zomer
kan men dus hun come-back ver
wachten.
Ver, heel ver weg van de
bewoonde ivereld, ligt
het land van sneeuw en ijs.
Niemand weet precies waar:
het kan boven de wolken
zijn, achter de horizon of
midden op de oceaan waar
het. land van sneeuw en ijs
als een reusachtige ijs
schots ronddobbert. Het is
in elk geval groot genoeg
om er 'paleizen en huizen
van ijsblokken op te bou
wen. Die staan er dan ook.
In het paleis ivoont de ijs-
koning en de sneeuwkonin
gin en in de kleinere huizen
en hutten woont hun volk.
de sneeuwkinderen. Ze zijn
wit als de sneeuw zelf en
je moet goede ogen hebben
om ze te zien rondhuppelen
op de witte grond van hun
land. Ook hun lange haren
zijn wit en hun ogen zijn
twee glinsterende bolletjes
ijs. Maar ze zijn precies als
kinderen tvaar ook op de
wereld: ze houden van spel
letjes, vati liedjes en van
lange vakanties.
J jaar roepen de koning en
koningin hun hele volk in
de troonzaal van het paleis.
Op de vloer, die één grote
glinsterende ijsvlakte is,
heeft een tekenaar alle lan
den van de wereld gegrift.
Rondom die kaart staan de
koning, de koningin en de
sneeuwkinderen. Eerst heb
ben ze hun schoolrapporten
moeten laten zien en wie
voldoende heeft voor dui
kelen en zweven, sneeuw
vlokjes blazen en hagel
strooien mag rond die land
kaart komen staan. Als ze
het lied van sneeuw en ijs
hebben gezongen, houdt de
koning een toespraak.
„Sneeuwkinderen", zegt hi),
„het is weer zo ver. Dc
grote vakantie staat voor
de deur. En jullie weten
wat dat betekent: op reis!
Dc koningin en ik blijven
hier om te zorgen dat geen
zonnestraaltje ons land kan
binnendringen en de aller
kleinsten blijven om op de
sneeuwvoorraden te passen,
maar verder: wie maar wil
mag een land kiezen waar
bij heen wil gaan."
De koning wijst met een
lange aanwijsstok, die een
reusachtige ijspegel is, zo
als ze bij honderden aan
het paleisdak hangen op de
kaart. Iedereen weet dat hij
altijd het dichtst bij huis
begint: het hoge noorden
zoals dat heet.
„Wie wil daarheen?",
vraagt de koning. Veel kin
deren die luchtziek worden
van lange reizen op sneeuw
wolken, steken hun vinger
op.
„Juist", zegt de koning,
„jullie gaan dus niet ver
van huis, maar denk er wel
om: wie met ver reist,
blijft langer dan de ande
ren weg."
De sneeuwkinderen knik
ken. dat weten ze.
De koning laat zijn stok
wat lager zakken. „Zeg hét
maar", roept hij, „wie wil
er naar de landen waar het
zomers warm is en 's win
ters koud?" Een grote
groep kinderen steekt de
vinger weer op en gaat bij
de deur staan wachten.
„Zo", zegt de koning, „en
nu de avonturiers. De
sneeuwkinderen die naar de
landen willen die het verst
hier vandaan zijn en waar
mensen wonen die eigenlijk
helemaal geen sneeuw ver
wachten!"
„Wij", roept een groep kin
deren en de dappersten van
het hele volk doen een pas
je naar voren. De konirg
van sneeuw en ijs kijkt ze
lachend aan en zegt: „laat
het ze daar maar eens zien.
jongelui!" De kinderen
lachen terug en zeggen:
„reken maar, koning!"
„En nu moeten we iedereen
hebben gehad", zegt de ko
ning dan en nog één keer
kijkt hij om zich heen. Ja
hoor, alle sneeuwkinderen
staan in groepjes te wach
ten op de wolken die hen
naar de mensen zullen bren
gen. De sneeuwkoningin
begint al sneeuw uit te de--
len aan de eersten: zakken
en zakken vol uit de grote
voorraadschuren van ijs.
Maar dit keer, toen de gro
te vakantie begon en alle
sneeuwkinderen zich had
den opgegeven voor landen
over de hele wereld, bleef
er één klein meisje midden
op de landkaart staan.
„Wat is dat?", vroeg de
koning, „heb jij nog niet
gekozen
Het kleine sneeuwmeisje
knikte: „wél gekozen, ma
jesteit, maar U hebt het
land waar ik heen wil niet
opgenoemd."
„Ik wil naar een land waar
het altijd warm is en waar
boven nog nooit een
sneeuwwolk heeft ge
zweefd. De wind heeft me
verteld dat de kinderen
daar juist zo graag eens
sneeuw zouden willen zien
en ik zou die kinderen van
het warme land zo graag
willen zien".
De koning schudde zijn
hoofd. „Nee, dom sneeuw
meisje". zei hij, „dat kan
niet. Dan zou je eerst een
regenmeisje moeten wor
den. En dat wil je toch
niet?"
„Om de kinderen van het
warme land te zien wil ik
best een regenmeisje wor
den", zei het kleintje.
De koning keek de konin
gin aan, ze haalden hun
schouders op en zeiden:
„nou ja, als ze dat nou zo
graag wil, vooruit dan
De grote grijze wolken
zeilden, voor. Op iedere
wolk gingen wel duizend
sneeuwkinderen juichend en
zwaar beladen met zakken
vol sneeuw zitten. Als laat
ste kwam een kleine grijze
wolk en daarop ging het
kleine sneeuwmeisje hele
maal alleen zitten.
De koningin zette twee
grote zakken sneeuw aan
weerskanten van het
sneeuwmeisje en toen zeil
de ze zachtjes zingend
weg. Onder haar sneeuwde
het overal i
„Ilier begint de wereld
warm te worden", lachte
het sneeuwmeisjes dat zich
over de rand van haar wolk
bukte. De wolk zeilde snel
verder over de oceaan; ner
gens was meer een ijs-
schotsje of een vlokje
sneeuw te zien. Maar nog
altijd was het koud. Plotse
ling stopte de wolk.
„We zijn op de grens", zei
hij tegen het sneeuwmeisje
dat even was ingeslapen.
„Wat je daar voor je ziet,
die dichte wolkendrom is
het regenland. Wat wil je?
Je kunt nog terug."
Het sneeuwmeisje schudde
haar hoofd. „Verder", riep
ze en zo zeilden ze even
later over de grens van re
genland.
„Wat moet dat", vroeg tie
Regenman die haar zag ko
men, „een sneeuwwolk in
mijn rijk? Wat is dat?"
Het sneeuwmeisje legde
hem uit dat ze naar het
warme land wilde.
„Tja", zei de regenman,
„dat kan wel, maar wie
mijn land als sneeuwmeisje
binnengaat, komt er als
regenmeisje uit."
„Goed", knikte ze en ze
merkte dat op hetzelfde
ogenblik twee glinsterende
druppels langs haar wan
gen gleden. Voor het eerst
voelde ze hoe water voelde.
De sneeuwvlokjes in haar
volle zakken veranderden
in kletterende regendrup
pels en alles wat wit aan
haar was werd grijs en
glinsterend als water. En
toen dat gebeurd was liet
de regenman haar verder
zeilen. Met wolken vol an
dere regenmeisjes kwam ze
in het warme land.
„Voel eens hoe koud de re
gen is!", riepen ze toen het
kleine meisje ook haar re
gendruppels liet neerklette
ren. „Ijskoud!", zeiden de
grote mensen in het warme
land die het ook voelden.
„Maar voelen jullie dan
niet dat het eigenlijk
sneeuw is wat ik jullie
breng?", riep het meisje,
maar door het gerikketik
van de regen verstonden ze
haar niet. En toen ze zag
dat ze voor die koude drup
pels wegdoken in hun witte
huizen. %verd ze bedroefd.
Opeens had ze heimwee
naar haar eigen witte land
vol sneeuw en (is.
„Wolk, breng me terug",
smeekte ze. De wolk keek
bedenkelijk. „Ik weet niet
of ik dat nog wel haal", zei
hij, „we hebben zó ver ge
vlogen dat ik er klein van
geworden ben. maar goed.
ik zal het proberen."
De wolk zette koers naar
de andere kant van de we
reld waar het koud is-
Even voorbij het regenland
kón het wolkje niet meer;
het was nog maar zo groot
als een flinke zakdoek en
het sneeuwmeisje kon er
nog maar net op zitten.
„Hou vol", fluisterde ze,
„hou nog even vol, laat me
niet als waterdruppels in de
zee vallen. Kijk, verderop
zeilt een hele drom grijze
wolken: vraag of ze je sle
pen willen."
Het wolkje probeerde de
grote wolken in te halen,
maar het kon niet meer.
Het zakte steeds lager en
lager. Gelukkig zagen de
grote wolken hém en wacht
ten ze. „Pak je maar vast!"
riepen ze vrolijk, „zo'n
klein regenwolkje kan een
grote sneeuwwolk geen
kwaad doen."
„Een sneeuwwolk!", riep
het kleine meisje en opeens
zag ze wel duizend witte
gezichtjes en handjes voor
zich opduikenallemaal
vriendinnetjes uit het land
van sneeuw en ijs. Eerst
herkenden ze haar niet.
maar toen zc dichterbij
kwam en werd opgenomen
in de koude wolk bevroor
alles aan haai' weer tot
sneeuw en ijs. Wat was ze
gelukkig! De hele weg te
rug naar hun eigen land
vertelde ze over haar avon
turen: de witte huizen, de
palmbomen en de kinderen
die nog nooit sneeuw had
den gezien.
„En?", vroeg de koning
toen hij haar komen zag,
„ga je volgend jaar weer
zo ver?"
Ze schudde haar hoofd. „Ik
weet nu dat er voor alles
een plaats en een tijd is",
zei ze wijs. „een plaats
voor zon, voor regen en
sneeuw en het onmogelijke
moet je niet willen." En
toen danste ze weg over de
witte grond van haar eigen
heerlijke sneeuwland.
MIES BOUHUYS.