Oprechte trouw met gladde of bewerkte ring Citv ^pagina /Hcozomv DE VERLOREN HELFT KINDERKRANT Ag, Dertig wasbeurten voor een goede regenjas van papier Huishoudbeurs in februari in Amsterdam Couture stoffen Het sneeuwmeisje VRIJDAG 1 FEBRUARI 1963 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 7 WASBENZINE- GEVAAR Een berichtje-voor-de-vrouw dat on der de kop „Zij vluchtte uit het keukenraam" ons oog trof, mag op deze plaats nog wel eens worden af gedrukt alleen maar ter lering, be- (Van onze medewerkster) TLIèt kiezen van een trouwring is jarenlang een vrij eenvou dige zaak geweest: verschil in breedte was er niet zoveel, de ene ring was wat platter en de ander wat ronder van profiel maar een heksentoer was de keuze van de verlovings- of trouwring toch niet. Vandaag- de-dag is die keuze voor menig aanstaand echtpaar een pro bleem, want de bewerkte ring VOOR DE LENTE (ook wel fantasiering genoemd) is in allerlei modellen en uitvoe ringen in de etalage van de ju welier verschenen en daarnaast is de gladde ring er in zoveel breedten, dat men haast van een modeartikel mag spreken. Een wat frivole benaming voor een zo zinvol en veelbetekenend sieraad! Gladde favoriet Hoe de Nederlandse vrouw en het Nederlandse meisje (en natuur lijk hun aspirant-echtgenoten) te genover de moderne trouwring staan, heeft de jaarlijkse enquête van de Federatie Goud en Zilver uitgewezen. Uitgewezen is eigenlijk niet het goe de woord, want de meldingen waren zeer uiteenlopend. Over het algemeen bleken de gladde ringen nog steeds ruim de overhand te hebben, maar in sommige juwelierszaken blijkt de fantasiering het pleit ruimschoots te winnen. In twee zaken bijvoorbeeld verkocht men drie gladde ringen te gen zeven fantasieringen. Bij de gladde ringen was de situatie wat on overzichtelijk: sommige zaken ver kochten veertig gladde exemplaren op elke fantasiering, bij andere was de verhouding twee pp een, bij weer anderen lagen de verhoudingen ge lijk. De slotberekeningen toonden aan dat de algemeen-gemiddelde verhou ding uitkwam op ruim vijf gladde ringen tegen 1 fantasiering. Meer slijtage De Nederlandse juweliers hebben hun antwoorden op deze trouw ringen-vraag van diverse opmerkin gen voorzien. Het bleek dat lang niet alle detaillisten ingenomen zijn met de fantasie-verlovings- of trouwring. Dit zijn de voornaamste bezwaren: er moet veel geld in worden gesto ken, het nauwer of groter maken van de ringen is lastig en vaak on mogelijk, bovendien klagen de klan ten soms over vroegtijdige slijtage. Desondanks blijft er vraag naar de fantasiering en het uitzoeken van een trouwring is op deze manier on tegenzeglijk een veel boeiender be zigheid dan vroeger! Al is er ook méér kans op voor-echtelijke twis ten, wanneer de smaken op dit ter rein blijken te verschillen... NIEUWE TEXTIEL merhand op textielgebied door de bomen het bos niet meer ziet, is aan dat bos weer een nieuwe boom toegevoegd: een „samengestelde" stof die uit vijftig procent nylon en vijftig procent acetaat bestaat. Het materiaal ziet er wat glimmerig uit, maar wat de fabrikant ervan zegt klinkt wel aanlokkelijk: de stof heeft een groot warmte-isolerend vermo gen en er zou dus zowel koele zomer kleding als warme winterkleding van kunnen worden gemaakt, het mate riaal laat zich zeer goed bedrukken en zou bovendien plezierig en prettig in het dragen en volkomen kreukvrij zijn. VOOR MOEDER EN KIND slist niet tot vermaak. De vrouw kwestie die het keukenraam uit vluchtte, deed dit niet om inbrekers of aanranders te ontlopen. Zij had alleen maar even een emmer met benzine waarin ze een japonnetje dacht te reinigen, in de 'gootsteen gezet: vlak onder de geyser waarvan het' waakvlammetje lustig brandde. Een moment later was de weg naar de keukendeur versperd door een gor dijn van vlammen vandaar die ongebruikelijke aftocht via het keu kenraam. Enige zonzijde aan deze trieste historie (die in het ziekenhuis eindigde): Nederland telt weer een huisvrouw méér die beseft dat het produkt benzine bij huishoudelijk gebruik levensgevaarlijk kan zijn. DEKENINDUSTRIE BEPERKT MAATASSORTIMENT Met ingang van 1963 is de Neder landse dekenindustrie overge gaan tot een beperking van het maat- assortiment. Van heden af zal deze industrie zich bij de vervaardiging en de verkoop van dekens beperken tot de volgende maten: 75 bij 100,100 bij 150, 150 bij 200, 150 bij 220, 170 bij 220, 180 bij 220, 190 bij 230, 200 bij 240, 220 bij 240, 240 bij 260. Met dit assortiment, zo meent de Ne derlandse dekenindustrie, kan aan al le redelijke behoeften van de consu ment worden voldaan. Men wil hier mee niet alleen, met het oog op de regelmatige kostenstijgingen, een zo efficiënt mogelijke produktie berei ken: ook de belangen van handel en kon het gebeuren, dat men terwille van een zeker concurrentievoordeel dekens leverde waarvan de maten niet in overeenstemming waren met die van bedden en matrassen. In de praktijk kreeg dan uiteindelijk de consument de teleurstelling van het „goedkoop is duurkoop"te verwerken. VOORJAARS ENSEMBLE In Amerika blijkt men nog steeds gebiologeerd te worden door de „modieuze mogelijkheden" van pa pier, want met hardnekkige regel maat komen uit dat land berichten over experimenten met papieren kostuums, papieren hoeden en zelfs met badpakken van papier. En als zo'n badpak de aanval van het ele ment water weet te weerstaan wil dat heel wat zeggen een duik in het zwembad is nog wat anders dan een regenbuitje! Op het ogenblik zijn de Amerika nen die zich met de papieren mode bezighouden, vooral in de weer met de damesmode. Ze maken van papier van alles en nog wat, tot een soort gebreide jurken toe. Het nieu we papiermateriaal waaruit de kle ding wordt gemaakt heet „parez re- sin 607" en het is een uitvinding die heel wat kopzorg heeft veroorzaakt. Jarenlang is er in de laboratoria waar het „parez resin 607" werd ont wikkeld, met het materiaal geëxpe rimenteerd en de nieuwe vinding heeft dan ook heel wat tijd en geld gekost. Nu is men zover dat men bijvoor beeld een papieren regenjas kan maken die behalve een aantal flinke stortbuien ook nog dertig wasbeur ten kan doorstaan. Het model blijft daarbij in de oorspronkelijke vorm en dat geldt ook voor gebreide jurken van het nieuwe materiaal, die veer tien maal in schuimend sop onder doken en qua model en kwaliteit niets veranderden. Hoedjes van „pa rez resin" hielden zich kranig in weer en wind, evenals diverse kof fers c De uitvinders zijn er nog steeds van overtuigd dat een papieren gardero be in de toekomst heel normaal zal zijn en gezien het feit dat papier in vergelijking tot de gebruikelijke tex tielmaterialen vrij goedkoop is, zou den ze wel eens gelijk kunnen krij gen. Plezierige gedachte voor elke vrouw: in de nabije of verre toekomst zal ze pas góed „met de mode kun nen meegaan"! Dat goedkope papie ren hoedje van nog geen seizoen ge leden gooit ze zonder gewetensbe zwaar weg, zelfs al heeft het z'n dertig wasbeurten nog niet gehad HPextielnieuwtje A kind": sets va voor moeder en van lakens en slopen, respectievelijk lakentjes en sloopjes, versierd met borduursel. De lakens en slopen voor het ouderbed zijn aan de bovenzoom afgewerkt met brode rie anglaise in zachte kleurtjes (roze, bleu of zachtgeel), hetzelfde borduur sel is in miniatuur op het babygar nituur aangebracht. De fabrikant maakte de babylakentjes extra ruim (honderd bij honderdvijftig) zodat ze na de vviegperiode ook in een kinder- ledilcantje kunnen worden gebruikt. (Van c medewerkster) De eerste echte voor jaarsgroeten ko men uit Parijs. Capucc't ontwierp dit mouwloze japonnetje van eigele wollen stof. Een snoezig geval voor een heel zonnige dag. Op 28 februari aanstaande begint in het K.A.I.-gebouw te Amster dam de „Achttiende Internationale Huishoudbeurs". Deze jaarlijkse ma nifestatie-voor-de-huisvrouw draagt ditmaal bijzonder duidelijk liet. stem pel „internationaal", doordat het hart van de beurs zal bestaan uit een zo- genaamd Europees Centrum. In dit centrum zijn, naast de E.E.G., toeris tische organisaties uit de zes Euro- marktlanden vertegenwoordigd voorts verzorgen leidinggevende vrouwenorganisaties van Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland en Italië in dit centrum een expositie die de titel „Uw buur vrouw van morgen" zal dragen. men kunnen zien hoe de huisvrouw in elk der deelnemende landen leeft, Nu ik toch eenmaal bezig ben uw- medewerking in tc roepen voor de gevoelsmatig vergeten groepen moet my wel een eigenaardige ont dekking; van het hart. Het blijkt mij namelijk telkens weer dat deernis, medeleven, begrip zonder méér en dat méér is dan de tastbare hulp in een of andere vorm iets onge woon moeilijk is. De vogels moeten voer hebben, de chronische zieken een t.v.-toestel, de invaliden een dorp, voor de stille be- hoeftigen staat een kerstpot klaar. Daar zit niets afkeurenswaardigs in verre van dat. Wij zjjn altijd een praktisch volk geweest, dat geen groter lof kende dan zoden aan de aijk zetten. Doch zomaar deernis hebben zonder meer blijkt een moeilijker opgave en toch moet men de kracht en de warmte van het oprechte medege voel niet onderschatten. Het is ermee als met het bezoek aan een sterfhuis, aan een als hopeloos opgegeven zie ke. Alleen het feit dat wij daar zijn geeft de andere het kostbare gevoel niet zo erbarmelijk alleen te zijn ondanks de misschien uiterlijk com fortabele omstandigheden. Zo is het mij opgevallen dat weini gen zich van harte bekommeren om het moeiljjk lot van de weduw naar. Heeft „weduwe" nog altijd een wat hulpeloze. deerniswaardige klank bjj weduwnaar denkt men hoogstens aan een man-alleen die misschien wat sukkelt met huishoud sters maar in elk geval de kans heeft om nog eens een goede vrouw te vin den. Het komt telkens bij mij op als ik terloops een doodbericht lees van een nog jonge, zorgzame vrouw en moe der. ondertekend door de weduwnaar namens zijn nog kleine kinderen het menselijk leed gaapt zo levens groot achter die koude letters. Er is niet veel verbeeldingskracht voor nodig om zo'n man Te zien thuiskomen van de begrafenis, waar hij zich zo goed moest houden, ook a! om de oudste die mee mocht en bij het dalen van de kist zjjn hand kneep. Een weduwe mag, „snikken achter haar hand", zoals Jan Gres- hoff zegt. Maar wie gunt dat aan een weduwnaar? Hij legt zjjn hoge hoed op de kap stok en laat zich koffie inschen ken door een moederlijke schoonzus ter. Er is heus wel iets te eten voor hem die dag, de vaat wordt keurig ge wassen. de kinderen zorgzaam naar bed gebracht. De schuwe oudste zit als de laatste bij hem aan tafel, met een brok onbegrepen verdriet in de keel dat het praten een riskante on derneming maakt. Vooral als het een jongen is blyft het bij een openliggend schoolboek en een zachte aanmaning van de vader om nu ook maar naar bed te gaan het is een vermoeiende dag ge weest. Vermoeiend: ach, het zwaarste leed van de wereld hangt als lood aan de kleine schoenzolen, die gelaten de trap op gaan. Maar de man, die zwijgend, met moeite opstaat, en zwaar de trap beklimt, stapt een koude leegte binnen die niemand meer met men selijke warmte kan vervullen. Het tweede kussen op het veel te brede bed, de lege stoel aan die voor goed verlaten kant, de japonnen in de kast, het ondergoed daarnevens, de kleine nutteloze flesjes en potjes op de toilettafel, het tweede glas, de peignoir, de slofjes. Zij zijn zo angstjagend overbodig geworden, en tegelijk zo ontstellend heerszuchtig aanwezig in zijn bewustzijn, dat hij in het donker als verscheurd wordt door een gevecht tussen rede en ge voel. De weduwe, ook bij het schreeu- wendst verdriet, staat op met een dagtaak vol duizend kleine nood zakelijke plichten vóór zich, dingen die zonder mankeren moeten gedaan worden wil de kleine gemeenschap op de been blijven. Het is eentonig routinewerk, maar het komt rechtstreeks het eigen ge zin ten goede. Maar de weduwnaar gaat naar zjjn werk als naar een andere, vijan dige wereld, waar vreemden praten en beantwoord moeten worden. Zijn bestaan zal nooit meer het even wicht vinden tussen buiten en bin nen want binnen is zo leeg ge worden als een eierschaal. Zelfs kinderen, hoe dierbaar ook, kunnen die leegte nooit vullen. Hij zal misschien trots kunnen zijn op zijn oudste zoon. als die het vér der brengt dan hjj en zich een posi tie opbouwt die er wezen mag. Maar voldoening is geen levenvulling, hoogstens wegnemen van een zorg. Een weduwe daarentegen ziet in haar geslaagde zoon de waardige opvolger van zijn vader: had die het nog eens mogen beleven. En als alle kinderen de deur uit zijn is het haar rechtmatige trots dat zij die twee taken in haar eenzaamheid toch maar tot een goed einde heeft gebracht, en zal z(j de genegenheid van de kinderen als een welverdien de beloning ervaren. Zij is in elk ge val onmisbaar geweest; de weduw naar voelt zich hoogstens de min of meer competente kostwinnaar. Gelooft U mij: een vrouw mag het moeilijk hebben, zij krijgt in het le- leven ook haar compensaties. Want de natuur heeft', haar toegerust met desnoods dubbele reserves maar een weduwnaar blijft altijd maar een half mens. En die andere helft vindt hij toch nooit meer. Sta daarom niet zo dadelijk op uw achterste benen als hij in arren moede een verzorgster van zijn huishouding en een opvoed ster van zijn kinderen trouwt.. Heb liever respect voor dc vrouw die met die plaats genoegen neemt. SASKIA. woont en werkt, en hoe ze haar vrije tijd besteedt. De bedoeling is dat op deze expositie elk land iets toont dat in de andere landen niet of nagenoeg niet bekend is. Nederland wordt in de organisatie van dit brokje ten toonstelling door de Huishoudraad vertegenwoordigd. De noviteiten op deze beurs komen ook niet alleen uit Nederland, maar eveneens uit andere E.E.G.-landen. Men kan er onder meer een „nieuwe Europese vloerbedekking" verwach ten, een nieuw soort staafmixer (Zweeds ontwerp), een vaatwasma- chine tegen redelijke prijs, een „won derhandschoen" waarmee aardappels kunnen worden geschild. Er zijn modeshows en bloentenshows en een niet te verwaarlozen stem in hot kapittel hebben de Nederlandse teenagers, die vele honderden ont werpen hebben ingezonden voor een door de organisatoren van de Huis houdbeurs uitgeschreven wedstrijd- Onderwerp: „Het aangeven van een eigen tiener-mode". Dat. is blijkbaar een onderwerp waarover men niet uitgepraat raakt. Het opvallendste aan deze schilderachtige hoed met brede rand is de afzetting met een rand van bruin en wit bont. De naam van deze schepping uit Londen is „Safari", de stof heeft, volgens de ontwerper, de gouden kleur van het woestijnzand. Het getuigt van icijs beleid de gar derobe voor een nieuw seizoen van tevoren zo ver mogelijk klaar te ma ken. Van de ontwerper Goma ziet U hier een linnen voorjaarspakje, waar van het jasje met een contrasterende band is afgezet. Misschien put U er inspiratie uit. NU in de traditionele vóórseizoenverkoop tijdelijk zeer voordelig 1 als speciale verkoop 7/50, 10,- en 13,50 per meter, 140 en 150 cm breed. •GOES, LANGE KERKSTRAAT 44 TERNEUZEN, NIEUWSTRAAT 6-8 ROMANTISCHE MODE Het zal wel weer te verklaren zijn als een weerslag van de techni sche ontwikkeling in deze tijd waar bij yjolc de vrouw zo intensief betrok ken is: de „romantische stijV' wint ongemerkt terrein in de mode. Na de bloesjes met jabots en borduursels worden nu ook weer de zogenaamde „wallpapers" gelanceerd, japonstof- fen met romantische voorstellingen. Ze waren al eens eerder in het zo- mermodebeeld en komende zomer kan men dus hun come-back ver wachten. Ver, heel ver weg van de bewoonde ivereld, ligt het land van sneeuw en ijs. Niemand weet precies waar: het kan boven de wolken zijn, achter de horizon of midden op de oceaan waar het. land van sneeuw en ijs als een reusachtige ijs schots ronddobbert. Het is in elk geval groot genoeg om er 'paleizen en huizen van ijsblokken op te bou wen. Die staan er dan ook. In het paleis ivoont de ijs- koning en de sneeuwkonin gin en in de kleinere huizen en hutten woont hun volk. de sneeuwkinderen. Ze zijn wit als de sneeuw zelf en je moet goede ogen hebben om ze te zien rondhuppelen op de witte grond van hun land. Ook hun lange haren zijn wit en hun ogen zijn twee glinsterende bolletjes ijs. Maar ze zijn precies als kinderen tvaar ook op de wereld: ze houden van spel letjes, vati liedjes en van lange vakanties. J jaar roepen de koning en koningin hun hele volk in de troonzaal van het paleis. Op de vloer, die één grote glinsterende ijsvlakte is, heeft een tekenaar alle lan den van de wereld gegrift. Rondom die kaart staan de koning, de koningin en de sneeuwkinderen. Eerst heb ben ze hun schoolrapporten moeten laten zien en wie voldoende heeft voor dui kelen en zweven, sneeuw vlokjes blazen en hagel strooien mag rond die land kaart komen staan. Als ze het lied van sneeuw en ijs hebben gezongen, houdt de koning een toespraak. „Sneeuwkinderen", zegt hi), „het is weer zo ver. Dc grote vakantie staat voor de deur. En jullie weten wat dat betekent: op reis! Dc koningin en ik blijven hier om te zorgen dat geen zonnestraaltje ons land kan binnendringen en de aller kleinsten blijven om op de sneeuwvoorraden te passen, maar verder: wie maar wil mag een land kiezen waar bij heen wil gaan." De koning wijst met een lange aanwijsstok, die een reusachtige ijspegel is, zo als ze bij honderden aan het paleisdak hangen op de kaart. Iedereen weet dat hij altijd het dichtst bij huis begint: het hoge noorden zoals dat heet. „Wie wil daarheen?", vraagt de koning. Veel kin deren die luchtziek worden van lange reizen op sneeuw wolken, steken hun vinger op. „Juist", zegt de koning, „jullie gaan dus niet ver van huis, maar denk er wel om: wie met ver reist, blijft langer dan de ande ren weg." De sneeuwkinderen knik ken. dat weten ze. De koning laat zijn stok wat lager zakken. „Zeg hét maar", roept hij, „wie wil er naar de landen waar het zomers warm is en 's win ters koud?" Een grote groep kinderen steekt de vinger weer op en gaat bij de deur staan wachten. „Zo", zegt de koning, „en nu de avonturiers. De sneeuwkinderen die naar de landen willen die het verst hier vandaan zijn en waar mensen wonen die eigenlijk helemaal geen sneeuw ver wachten!" „Wij", roept een groep kin deren en de dappersten van het hele volk doen een pas je naar voren. De konirg van sneeuw en ijs kijkt ze lachend aan en zegt: „laat het ze daar maar eens zien. jongelui!" De kinderen lachen terug en zeggen: „reken maar, koning!" „En nu moeten we iedereen hebben gehad", zegt de ko ning dan en nog één keer kijkt hij om zich heen. Ja hoor, alle sneeuwkinderen staan in groepjes te wach ten op de wolken die hen naar de mensen zullen bren gen. De sneeuwkoningin begint al sneeuw uit te de-- len aan de eersten: zakken en zakken vol uit de grote voorraadschuren van ijs. Maar dit keer, toen de gro te vakantie begon en alle sneeuwkinderen zich had den opgegeven voor landen over de hele wereld, bleef er één klein meisje midden op de landkaart staan. „Wat is dat?", vroeg de koning, „heb jij nog niet gekozen Het kleine sneeuwmeisje knikte: „wél gekozen, ma jesteit, maar U hebt het land waar ik heen wil niet opgenoemd." „Ik wil naar een land waar het altijd warm is en waar boven nog nooit een sneeuwwolk heeft ge zweefd. De wind heeft me verteld dat de kinderen daar juist zo graag eens sneeuw zouden willen zien en ik zou die kinderen van het warme land zo graag willen zien". De koning schudde zijn hoofd. „Nee, dom sneeuw meisje". zei hij, „dat kan niet. Dan zou je eerst een regenmeisje moeten wor den. En dat wil je toch niet?" „Om de kinderen van het warme land te zien wil ik best een regenmeisje wor den", zei het kleintje. De koning keek de konin gin aan, ze haalden hun schouders op en zeiden: „nou ja, als ze dat nou zo graag wil, vooruit dan De grote grijze wolken zeilden, voor. Op iedere wolk gingen wel duizend sneeuwkinderen juichend en zwaar beladen met zakken vol sneeuw zitten. Als laat ste kwam een kleine grijze wolk en daarop ging het kleine sneeuwmeisje hele maal alleen zitten. De koningin zette twee grote zakken sneeuw aan weerskanten van het sneeuwmeisje en toen zeil de ze zachtjes zingend weg. Onder haar sneeuwde het overal i „Ilier begint de wereld warm te worden", lachte het sneeuwmeisjes dat zich over de rand van haar wolk bukte. De wolk zeilde snel verder over de oceaan; ner gens was meer een ijs- schotsje of een vlokje sneeuw te zien. Maar nog altijd was het koud. Plotse ling stopte de wolk. „We zijn op de grens", zei hij tegen het sneeuwmeisje dat even was ingeslapen. „Wat je daar voor je ziet, die dichte wolkendrom is het regenland. Wat wil je? Je kunt nog terug." Het sneeuwmeisje schudde haar hoofd. „Verder", riep ze en zo zeilden ze even later over de grens van re genland. „Wat moet dat", vroeg tie Regenman die haar zag ko men, „een sneeuwwolk in mijn rijk? Wat is dat?" Het sneeuwmeisje legde hem uit dat ze naar het warme land wilde. „Tja", zei de regenman, „dat kan wel, maar wie mijn land als sneeuwmeisje binnengaat, komt er als regenmeisje uit." „Goed", knikte ze en ze merkte dat op hetzelfde ogenblik twee glinsterende druppels langs haar wan gen gleden. Voor het eerst voelde ze hoe water voelde. De sneeuwvlokjes in haar volle zakken veranderden in kletterende regendrup pels en alles wat wit aan haar was werd grijs en glinsterend als water. En toen dat gebeurd was liet de regenman haar verder zeilen. Met wolken vol an dere regenmeisjes kwam ze in het warme land. „Voel eens hoe koud de re gen is!", riepen ze toen het kleine meisje ook haar re gendruppels liet neerklette ren. „Ijskoud!", zeiden de grote mensen in het warme land die het ook voelden. „Maar voelen jullie dan niet dat het eigenlijk sneeuw is wat ik jullie breng?", riep het meisje, maar door het gerikketik van de regen verstonden ze haar niet. En toen ze zag dat ze voor die koude drup pels wegdoken in hun witte huizen. %verd ze bedroefd. Opeens had ze heimwee naar haar eigen witte land vol sneeuw en (is. „Wolk, breng me terug", smeekte ze. De wolk keek bedenkelijk. „Ik weet niet of ik dat nog wel haal", zei hij, „we hebben zó ver ge vlogen dat ik er klein van geworden ben. maar goed. ik zal het proberen." De wolk zette koers naar de andere kant van de we reld waar het koud is- Even voorbij het regenland kón het wolkje niet meer; het was nog maar zo groot als een flinke zakdoek en het sneeuwmeisje kon er nog maar net op zitten. „Hou vol", fluisterde ze, „hou nog even vol, laat me niet als waterdruppels in de zee vallen. Kijk, verderop zeilt een hele drom grijze wolken: vraag of ze je sle pen willen." Het wolkje probeerde de grote wolken in te halen, maar het kon niet meer. Het zakte steeds lager en lager. Gelukkig zagen de grote wolken hém en wacht ten ze. „Pak je maar vast!" riepen ze vrolijk, „zo'n klein regenwolkje kan een grote sneeuwwolk geen kwaad doen." „Een sneeuwwolk!", riep het kleine meisje en opeens zag ze wel duizend witte gezichtjes en handjes voor zich opduikenallemaal vriendinnetjes uit het land van sneeuw en ijs. Eerst herkenden ze haar niet. maar toen zc dichterbij kwam en werd opgenomen in de koude wolk bevroor alles aan haai' weer tot sneeuw en ijs. Wat was ze gelukkig! De hele weg te rug naar hun eigen land vertelde ze over haar avon turen: de witte huizen, de palmbomen en de kinderen die nog nooit sneeuw had den gezien. „En?", vroeg de koning toen hij haar komen zag, „ga je volgend jaar weer zo ver?" Ze schudde haar hoofd. „Ik weet nu dat er voor alles een plaats en een tijd is", zei ze wijs. „een plaats voor zon, voor regen en sneeuw en het onmogelijke moet je niet willen." En toen danste ze weg over de witte grond van haar eigen heerlijke sneeuwland. MIES BOUHUYS.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 7