UIT DE MAATSCHAPPIJ VERWIJDEREN -
BEST, MAAR DAN OOK; BEHANDELEN
Straffen
helpt niet
LOE LAP heeft het 'm gelapt
PROF. DR. MR. P. A. H. BAAN OVER GESTOORDE DELINQUENT
„Als iedere zieke heeft hij recht op
geëigend interieur, geëigende zorg
Verkoopt wat los
en vast zit
HONDERD JAAR GELEDEN: POOLSE JANUARWPSTAND VAN 1863
4
PTZ0Y7UCT ALE ZEEUWSE COURANT
MAANDAG 28 JAUNARI1963
{Van een onzer verslaggevers)
^^anneer de maarschappij zich de luxe permitteert,
in het belang van de openbare orde mensen uit
de maatschapij te verwijderen, die door hun gedrag aan
stoot geven of gevaarlijk zijn zonder dat hun dit geheel
of gedeeltelijk kan worden aangerekend, dan heeft die
maatschappij ook de plicht, deze mensen, zièke mensen,
de behandeling te geven, waar zij recht op hebben.
Voor die behandeling zijn ruimten en mensen nodig.
Wanneer dat geld kost, zal hef geld hoe dan ook
er dienen te komen. Komt het er niet, dan zijn niet de
ze zieken schuldig, maar de maatschappij".
Zo ongeveer luidt de opinie van prof. dr. mr. P. A. H.
Baan, hoogleraar in de psychiatrie te Groningen, bij uit
stek deskundige op het gebied van de behandeling
van ter beschikking van de regering gestelde
geestelijk gestoorde delinquenten. Hij formuleer
het zo: „Ik geloof, dat vanaf het moment, dat de rech
ter, die vrijwel altijd zelf de psychiater erbij gehaald
heeft, omdat hij vermoedens heeft, dat er iets met ver
dachte mis is, tot de conclusie komt, dat de man, die
voor hem staat, misschien nog wel voldoende inzicht had
in de wederrechtelijkheid van wat hij deed maar op de
een of andere manier een karakterstructuur heeft, die hij
misschien niet, misschien ook wel kent, maar in ieder ge
val niet in de hand heeft, zodat duidelijk deze man ge
heel of gedeeltelijk machteloos is ik geloof dat vanaf
dat moment de rechter, maar in elk geval ook de man
zelf en de maatschappij er recht op hebben, dat deze
zieke man in een geëigende omgeving komt".
^roeger kende het strafrecht normalen en krankzinnigen. De man, die weet,
wat hij doet, moet gestraft worden daf is de kern van ons vergel-
dïngsstrafrecht. De meeste delinquenten weten wat zij doen. Een enkele keer
is er iemand, die niet weet v/at hij doet, die in een „vlaag van verstandver
bijstering" handelt, een duidelijk krankzinnige. Die man wordt niet gestraft,
wel opgesloten. „Maar", zegt professor Baan, „daartussen is een vrij be
langrijke groep, die noch krankzinnig, noch normaal is. Men is tientallen, ja
ren aan het dokteren geweest, wat men nu met die tussengroep, de zoge
naamde psychopaten, moest doen. Daaruit zijn uiteindelijk, in 1929, de zgn.
psychopatenwetten geresulteerd.
Men zei: een „psychopaat" is gedeel
telijk niet, gedeeltelijk wel toereke
ningsvatbaar. Eigenlijk is het hele be
grip „verminderd toerekeningsvatbaar"
onzin. Want op een gegeven moment
overschrijd je vanuit je ziekte een drem
pel waarop je jezelf niet kon tegenhou
den. Vanaf dat moment ben je eigenlijk
ontoerekenbaar. Het begrip „ontoere
kenbaar" heeft altijd vastgezeten aan
de klassieke psychiatrie, die het be
grip „gek zijn" hanteerde. Ik vind een
vent, die het niet kan laten, ook ontoe
rekenbaar", aldus professor Baan.
Hij weet - en doet
Ik r.oem U een voorbeeld: Jantje-
Hij heeft twaalf keer in het ge
vang gezeten. Zijn vrouw is hij al
kwijt, zijn kinderen hebben zich van
hem vervreemd, 'n baantje kan hij nau
welijks meer krijgen. En altijd breekt
hij weer in. En nu was er dan een rech
ter, die zei: ik zal het hem eens in
scherpen: drie jaar. Jantje heeft hete
tranen geschreid. In de gevangenis
heeft hij zich keurig gedragen. Ze ge
dragen zich daar altijd keurig, omdat
ze er geen levensechte verantwoording
behoeven te dragen, wat ook al zo won
derlijk is. Die mensen kunnen geen ver
antwoording dragen en dan worden ze
in een omgeving gebracht, waar ze
geen verantwoording léren dragen.
Maar goed, omdat hij zich zo keurig ge
droeg niemand eist iets essentieels
van hem, hij moet gewoon in de pas lo
pen zeggen ze: die man, dat is een
brave vent, die komt in aanmerking
voor voorwaardelijke invrijheidsstelling.
Na twee jaar komt hij er uit, er is een
baan voor hem, hij krijgt een nieuw pak
een fiets, hij heeft geld gespaard. En
Jan heeft dure eden gezworen: nu gaat
het goed, ik heb nu zoveel van m'ri le
ven verpest, ik doe het nooit weer!
Jan komt op straat, morgen moet hij
aan het werk.
Nu gaat Jan niet hier naar Termi
nus. Hij gaat naar z'n penose-vrien-
den. Ha, die Jan, ben je daar weer...
daar nemen we er eentje op. En na
de tweede of derde zegt Kees. die
ook nog niet zo lang uit de gevange
nis is: Jan, ik weet wat te zitten.
Nee, zegt Jan, daar begin ik niet
meer an, daar doe ik niet aan mee-
Ze nemen er nog eentje en diezelfde
avond nog gaat Jan weer het pad op
en breekt in.
De politie heeft van een beperkt aan
tal Nederlanders vingerafdrukken;
zeker die van Jan en dat wéét Jan.
dat weet hij heel precies. En hij
weet óók, dat hij geen inbraak moet
plegen, dat dat helemaal fout is. En
verder weet hij, dat de politie zijn
werkmethode kent. Dezelfde dag
nog zit hij op het bureau".
Ziek
En nu zeg ik: Tja, die Jan noe
men we nu niet krankzinnig,
die noemen we verminderd toe
rekeningsvatbaar omdat hij er zo ge
woon uitziet, omdat, hij zo lekker lie
gen kan, omdat hij helemaal niet gek
doet en zich niet misdraagt en niet
watert in het openbaar. Hij halluci
neert niet en heeft geen wanen.
Maar ik vind Jan veel zieker dan
veel mensen, die we „krankzinnig"
noemen. Dat hele krankzinnigheids-
begrip is verouderd.
Je hebt mensen, die geheel in de war
zijn. Die zijn in 't algemeen goed af te
genwoordig, we maken ze héél snel be
ter vroeger niet, toen gingen ze het
gesticht in en kwamen er meestal niet
meer uit. We hebben nu methoden om
de meeste van deze mensen snel en goed
te helpen. Negentig procent komt eruit
en keert niet of zelden meer terug.
Maar hier. bij Jan bijvoorbeeld, hebben
we te maken met een karakterstoornis,
een langzaam ingeslopen karakterzaak,
waarvan we vroeger zeiden dat 't „erfe
lijk" was. Dat zeggen we niet zo gauw
meer.
Deze mensen zijn meestal in emotio
nele en vaak ook sociaal afschuwe
lijke milieus groot geworden en hele
maal scheefgegroeid. Jans vader was
een dronkaard, zijn moeder was een
prostituee, hij werd beheerst door
gevoelens van schuld en angst, van
insufficientie en agressie. Je moet je
eerder verbazen, dat van de acht kin
deren alleen Jan in aanraking kwam
met de rechter".
Er zijn niet zoveel Jantjes. "Van de he
le Nederlandse bevolking komt meer
dan 85 procent nooit wegens een mis
drijf in aanraking met, de strafrechter.
Ongeveer tien procent brengt het tot
een sepót, een schrobbering, een boete
of een voorwaardelijke veroordeling.
Een paar procent komt eenmaal in de
gevangenis, soms voor een zeer ernstig
feit. Dat is dan een les en ze komen
nooit weer terug, want, zegt professor
Baan: „Het kenmerk van de normali
teit is, dat je ervan léért, als je een
klap op je kop krijgt". En tenslotte is
er een heel klein handjevol, veel minder
dan één procent, dat vaker terugkomt,
een, twee, tien maal, en vaker. En dat
zijn dan nog altijd dc door de rechter
„normaal" beoordeelden. De rechter en
de officier en de advocaat moeten wel
heel erg overtuigd zijn van de abnor-
maalheïd van een verdachte, wanneer
zij er zelf de psychiater bij halen al
was het alleen maar, omdat er geen
psychiaters zijn.
„Orde moet er zijn"
Ik ben ervan overtuigd, dat de
maatschappij tegen deze men
sen beschermd moet worden,
zoals de maatschappij ook beschermd
moet worden, tegen een gevaarlijke
psychotieus. En je moet er eerst van
overtuigd zijn dat die man genezen,
althans „aangepast" is.
Zo moet ook een gevaarlijke vent
een zedendelinquent bv., die een buurt
onveilig maakt, kleine kinderen mis
schien in hun ontwikkeling zal storen,
meisjes aanrandt, een agressief mens,
een man die mensen arglistig benadeelt
niet vrij rond kunnen lopen. Orde
moet er zijn. En waarom kan dat in
ons land? Omdat onze rechtspraak een
zeer humane is en niet over één nacht
ijs gaat. Vandaag zitten in totaal 2000
volwassen Nederlanders in de gevange
nis, dat is veel minder dan men zou
verwachten. Daarvan is 70 procent re
cidivist. En daarvan is meer dan de
helft weer multi-recïdivist, dus twee tot
dertig maal en meer. Dat zijn dus de
zgn. „normale" gevallen.
Nu krijgen we dat handjevol, drie tot
vierhonderd per jaar op ongeveer hon
derdduizend strafzaken, waarvan de
rechter zegt: Deze man is een gevaar
voor de openbare orde. Want dat is nu
juist de juridische basis van de terbe-1
schikkingstelling.)
En nu zeg ik: wat doodjammer, dat de
volksgezondheid nog niet kan verhinde
ren dat er nog een aantal mensen zoda
nig gestoord rondloopt, dat zij de open
bare orde ernstig schaden. Willen we
dat veranderen, dan moeten we dus
hard aan het werk. We moeten zorgen,
dat er dokters komen, die deze gevallen
kunnen behandelen en dat moeten dan
zgn. „superspecialisten" zijn, die hier
voor speciaal worden opgeleid zoals
je tegenwoordig ook kinderpsychiaters
hebt. En dan moet je, geloof ik, ophou
den met te zeggen: Ana, die vent ziet
er toch wel normaal uit, hij doet geen
rare dingen in het openbaar, dus hij
heeft nog een stuk normaliteit, waar
voor ik hem straf.
Nee, je moet zeggen: een gestoorde.
Dat straffen moet je vooral niet doen,
want dan komt hij in een milieu waar
hij geen verantwoordelijkheid hoeft te
dragen, waar hij zieker wordt. Nee,
dan moet je royaal zeggen: hij moet een
behandeling hébben.
Dodelijk gevaar
Maar ik begrijp die rechter ook wel
weer. Want als die behandeling
er op neer komt, dat die man in een
zoT' T"'ndö nsychonatenasie! te
recht komt, waar geen specialisten
zijn, wel gewone dokters, die er on
voldoende of zelfs geen verstand van
hebben en alleen maar aardig met
hem omgaan, en die zeggen: Jan ge
draagt zieh hier keurig, hij kan er
wel uit dan betekent dit een groot
gevaar.
Want dat is nu juist het kenmerk van
Jan, dat hij zich goed gedraagt. Komt
hij eruit, dan is hij weer een gevaar
voor de openbare orde. Want intussen
is er in die maanden, dat Jan er zat,
nog geen specialist met Jan wezen pra
ten, iaat staan, dat hij behandeld is. Hij
heeft misschien matten gevlochten of in
de tuin gewerkt, terwijl hij bankwerker
is of wellicht helemaal geen vak heeft
geleerd.
Hij zou een goed vak moeten Ieren want
mét matten vlechten kun je je brood
niet verdienen. Met andere woorden:
het is allemaal even onnozel. Jan komt
in de maatschappij terug en begint
meteen weer. Dan zegt de rechter: Ik
heb gezegd, dat die man uit de maat
schappij moest ea vond* het goed. dat hij
gestoord werd gekenmerkt. Nu doet liy
het weer en nu geef ik hem zes jaar,
dan maar zónder dokter. Dat is een heel
ernstig gevaar. Terwijl we een gemid
delde hadden van zeshonderd ter be
schikking gestelden per jaar, is dat nu
ongeveer gehalveerd omdat de rechter
er geen vertrouwen meer in heeft".
Intussen is er in de loop der jaren veel
gebeurd. De psychiaters onder ande
re in de Van der Hoeven Kliniek kre
gen meer armslag om moderne behan
delingsmethoden toe te passen. In Gro
ningen werd van de verouderde gevan
genis, waar deels zware gevallen wer
den verpleegd, deels ook mensen, die in
de gewone gevangenissen niet te hand
haven waren en daar dus het gedeelte
gevangenisstraf, dat aan de ter be
schikkingstelling voorafging, uitzaten,
een „psychopateninrlcht.ing" gemaakt
een verouderde behuizing mét goede
leiding en met toegewjjd maar helaas
nog niet voldoende deskundig personeel.
Er werden nieuwe inrichtingen geopend.
Op 6 januari lcwamen ter beschikking van de regering gestelde delin
quenten in het psycho patenasiel in Groningen in ..opstand", ze sloe
gen de boel kort en klein en stichtten brand. Minister Beerman ging
de volgende dag kijken en dr. J. A. van Belkumde geneesheer-directeur,
legde een even scherpe als openhartige verklaring af over de oorzaken.
En hiermee icas het probleem van de verpleging en behandeling van de
gestoorde delinquent weer eens naar voren gekomen.
Een der vooraanstaande kenners van het probleem, iemand, die er midden
in zit, is Prof. dr. mr. P. A. H. Baan, psychiater en jurist. Thans hoog
leraar in de psychiatrie te Groningen, voorheen hoogleraar in de foren
sische gerechtelijkepsychiatrie in de faculteit der rechtsgeleerdheid
te Utrecht en leider van de Psychiatrische Kliniek en het Selectie-insti
tuut van het ministerie van justitie, de Dr. v. d. Hoevenkliniek en de
Dr. Meyersvereniging, eveneens te Utrecht.
Wij hebben de vraag gestéld: „Er zijn hier mensen, die tengevolge van
een bepaalde karakterstructuur geen inzicht hebben in hun misdrijven
en hun drijfveren, die derhalve ook de maatregel de terbeschikking
stelling niet kunnen begrijpen. Volgt hier niet uit, dat wanneer je
deze mensen uit de maatschappij verwijdert, je ook de plicht hebt, ze een
behandeling te geven en een omgeving, die hen zoveel mogelijk het gevoel
geven,-dat zij meetellen
Deze vraag was het uitgangspunt voor een gesprek met professor Baan,
waarin deze zijn visie gaf op een deel van het probleem der ter beschik
king gestelden en hun behandeling.
15 procent
tfaar.... als U me nu vraagt: hoe-
..IV veel procent van de ter beschik
king gestelden krygt die moderne
outillage en behandeling? Dan is dat
helaas niet veel meer dan tien tot vijf
tien procent. Van de honderd krijgen er
vijftien de behandeling, die voorgeschre
ven wordt door de huidige stand van
ons weten op het gebied van de behan
deling van deze zwaar gestoorde men
sen, een behandeling, die jaren duurt en
die resulteert in een heel voorzichtig
weer in de maatschappij laten terugke
ren, waarbij vaak een jarenlange medi
sche begeleiding noodzakelijk blijkt. En
dan moeten de mensen niet zeggen: die
psychiaters zijn altijd zo vreselijk lang
bezig, want diezelfde mensen accepte
ren, dat een suikerzieke geen diabe
ticus is ooit genezen en vroeger ging hij
gegarandeerd dood zijn hele leven
medisch wordt begeleid en er tachtig bij
wordt", zegt professor Baan.
PARALLEL'.
Hij gelooft, dat het belang van maat
schappij en individu parallel lopen:
als een gestoorde een gevaar voor de
maatschappij oplevert, dan is het ook in
zijn eigen belang, niet in die maatschap
pij te verkeren.
„En als nu dus een rechter een man
ter beschikking stelt let op: dit is
een vonnis dan moet de maat
schappij ervoor zorgen: ten eerste,
dat er plaats is: ten tweede, dat die
plaats niet is in een gevangenis
maar in een psychiatrische inrich
ting. in elk geval een behandelirgs-
inrichtlng; ten derde, dat daar des
kundig personeel zit, adequaat des
kundig getraind personeel.
En nu neem ik wel aan, dat het vader
land wel verdedigt wordt, al krijgt de
soldaat niet precies z'n soldij. Maar met
het gebrek aan psychiaters krijgt de
ter beschikkingstellingsinrichting geen
psychiaters, als ze hen onderbetalen. En
nu kan een hoge ambtenaar op een de
partement wel zeggen: het is een grof
schandaal, dat die dokter net zo vee!
wil hebben als ik. maar het is een
kwestie van vraag en aanbod".
PRIORITEITEN.
r"n daarmee, komen dan de beruchte
„prioriteiten" ter sprake, waar pro
fessor Baan ook geen oplossing voor
weet. Hij stelt slechts aan de orde, dat
zowel de behuizing van geesteiyk ge
stoorde delinquenten als de behandeling
onvoldoende zijn en dat het een kwestie
is van:
inzicht in de preciese aard van het
probleem n.l., dat 't hier gaat om zeer
gestoorde mensen, die een zeer spe
cialistische behandeling nodig heb
ben.
visie op de planning en:
9 het beschikbaar maken van geld om
een gezonde zorg te realiseren voor
psychisch gestoorde delinquenten,
die gelijkelijk rekening houdt met de
belangen van de openbare orde en de
belangen van het individu, waarvan
wij ons de luxe permitteren, hem uit
de maatschappij te stoten-
„Dat is een luxe, maar het is een redelij
ke luxe, zegt professor Baan- Ik wil van
nacht niet ingebroken hebben, ik wil
niet, dat mijn dochters verkracht wor
den, ik wil niet op straat geschoffeerd
worden. Maar dan moet ik het offer
brengen om deze mensen adequaat op te
vangen, zodat zij minstens de behande
ling krijgen, die ik krijg, als ik straks
met een gebroken been in het ziekenhuis
terecht kom.
Misschien was het nog niet helemaal tot u doorgedrongen, maar
kunt ook U zo'n apparaat gebruiken, dat de Amerikanen in
de oorlog uit hun vliegtuigen gooiden en dat dan met allerlei elek
tronische manipulaties onderzeeboten kon opsporen? Wellicht komt
U na enig nadenken tot de conclusie, dat dit nu juist was wat u
zocht: een tankperiscoop of een geigerteller. Zo dat het geval mocht
zijn, kunnen we u gerust stellen. Al deze zaken en als het nog
niet genoeg is nog veel meer zijn te koop. Neen, niet ver weg,
maar in ons bloedeigen land. Bij een tenger gebouwd Amsterdam
mertje, een vrolijk baaske met van pret tintelende, koolzwarte
ogen, die uitgelaten zijn grote vriendenkring op een straffe borrel
trakteert, omdat het er best af kan. Dank zij de klandizie, die
nooit uitgekeken raakt op zijn vreemde handel, zijn bizarre verza
meling van alles, waarvan hij soms zelfs de zin niet weet.
„Als het er maar duur en ingewik
keld uitzietAls het maar flink
zwaar weegtDe mensen zijn
er gelukkig mee. Ze brengen de lan
ge winteravonden ermee door. Thuis
bij moeder de vrouw aan de tafel,
schroevend, prutsend, onderzoekend.
Ze konden gekker dingen doen". Nee.
begrijp hem goed, Loep Lap be
schouwt zichzelf niet als een heils-
brenger of een vredestichter in ge
zin van mannen die geen raad weten
met hun tijd. Hij is koelweg, koud
weg een handelsman. Zoals anderen
op de markt staan met „ongeregeld"
of paling, zoals meneer Philips han
delt in radio's en aanverwante artike
len, zo handelt hij in het alleen hier
mogelijke onmogelijke. In alles waar
een markt voor is. En de tijd heeft
Loe Lap geleerd, dat je alles kunt
verkopen.
Moise Tsjombe, zoals wij hem nog
niet kenden: als de politieke beslom
meringen hem even de tijd laten,
deelt hij handtekeningen uit, zoals
hier aan enkele Belgische tieners in
Kipushi.
'rj v
Hij heeft geen hogeschool van re
clame en verkoopkunde gevolgd.
Zijn handelskennis zit in de rode
bloedlichaampjes: zijn reclametek
sten komen zomaar vanzelf onder die
kleine zwarte krulletjes vandaan. Zo
als deze,.... „Voor 35 centen naar
Lapland..." Dan is de 35 cent het be
drag voor een tramkaartjeOf
dieLoe Lap, te bereiken met
lijn zus en lijn zo (en per fiets)". De
mensen komen erop af. Met de tram,
met de fiets of met de post.
Want Loe Lap adverteert voor 'n paar
slordige tientallen duizendjes per
jaar om niet-Amsterdammers te be
reiken. Hij verzorgt zelf de corres
pondentie, welk karwei voornamelijk
bestaat uit het verzenden van bestel
de artikelen of van het standaard
briefje, waarin staat, dat alleen on
der rembours geleverd wordt, omdat
de bijzonder kleine winst Loe Lap
niet permitteert anders te doen. Zo
als de postorderverzendhuizen, die
dat wel kunnen maar die dan ook
veel duurder zijn.
Het is glasharde handel en die kleine
winst valt soms best mee. In Lap
land kun je bijvoorbeeld parachutes
kopen. „Nee, ik weet niet of ze goed
zijn, ik ben niet zo mesjogge om ze
te proberenZe zijn geschikt
voor vele dingen. Voor het maken
van jassen of tenten; om ermee te
spelen, voor
Maar wat kan hot; Loe Lap schelen,
wat zijn klanten doen met dc spul-
leen. dat die parachutes hun geld
als 't effe kan royaal opbrengen.
De touwen haalde hij er eerst af Die
had hij dus gratis. Waren geschikt
voor de verkoop als sleepkabels voor
automobielen. Een paar knaken. Ie
dereen was ermee gered: de autobe
zitter, die voor een koopje een sleep
kabel kreeg; Loo omdat hij van z'n
parachutetouwen af was. Jc kunt
toch niet alles bewaren, niet waar...
Dc carrière van Loe Lap is er een
van alleen maar vooruitgang.
Hij was een klein manneke van
ongeregeld goed. En na de oorlog
zelfs dat niet meer. Nakend en bloot
stond hij toen Hitlers legerscharen
dc aftocht bliezen. Loe heeft ze uit
gewuifd met de pretoogjes die hij nu
nog heeft. En hij heeft de gouden
tiju van de handel niet laten verlo
pen.
Z'n grote kans kwam echter pas.
toen hij toevallig eens met een
VRIJWILLIGERS KWAMEN TE HULP
Verbeten strijd
tegen de Russen
In de achttiende eeuw, ongeveer
ten tijde van de Franse Revolutie,
werd Polen door innerlijke ver
deeldheid verzwakt door Prui
sen, Rusland en Oostenrijk aange
vallen en bezet in de loop van wat
men „Les trois partages" noem
de: 1772, 1792 en 1795. Het was
de verdeling van een buit onder
drie rovers, een ongerechtigheid,
welke Lamannais later terecht de
„doodzonde" van Europa noemde.
Polen verdween toen geheel van
de kaart, maar de Polen erkenden
deze delingen natuurlijk nooit en
de vlam van het Poolse insurgen-
tisme bleef door al de jaren van de
onderdrukking heen, branden.
Poolse legioenen onder generaal Da-
browski namen aan «Ie veldtochten van
Napoleon deel, die in 1807 bij de vrede
van Talsit het grootvorstendom War
schau stichtte. Na de nederlaag van
Napoleon in Rusland werd Polen op
nieuw bezet. De Poolse vrijheidsliefde
en de romantiek gingen echter hand in
hand en leidden in de negentiende eeuw
tot opstanden zowel tegen het Russisch
als het Pruisisch gezag.
De november-opstand van 1830 werd in
1831 onderdrukt, waarop een omvang
rijke emigratie volgde, vooral naar
Parijs, dat politiek en cultureel Pools
middelpunt werd. Maar de onrust in
Polen bleef en uitte zich in nieuwe op
standen; in 1848 in Poznan tegen de
Duitsers, uitlopend op' dc grote Poolse
januari-opstand van 1863, die in de
Europese politiek honderd jaar geleden
tot grote internationale spanningen
heeft geleid.
Na de Krirnoorlog en de dood van tsaar!
Nicolaas I in 1855 werd de Poolse vrij
heidsbeweging aanzienlijk versterkt. In
beide delen van het voormalige Poolse
koninkrijk onder de Russische bezet
ting: in congres-Polen en in Litauen
kwam naast de twee traditionele stro
mingen onder de Polen: de gematigde
en pro-Russische en de naar onafhan
kelijkheid strevende, ook nog een derde
te voorschijn nl. een patriotlsch-revo-
lutionaire, die op den duur de overhand
verkreeg.
Welwillendheid
De nieuwe tsaar Alexander II heeft
in tegenstelling tot zijn voorganger
zijn Poolse onderdanen aanvankelijk
met een zekere welwillendheid be
handeld. Hij had de censuur in Polen
meer verzacht dan In Rusland en het
is zijn bedoeling geweest om, als hij
de Poolse adel niet voor zijn politiek
kon winnen, zich tenminste van de
sympathie van de Poolse boeren te
verzekeren. Maar tot zijn teleurstel
ling waren het met name de boeren,
die in 1863 enkele groepen uit de
adel hielpen zich los te vechten van
Rusland.
Het hegon (zoals in 1956 in Poznan)
met demonstraties tegen het Russisch
gezag. Russische troepen kwamen in
actie en er vielen slachtoffers. Arresta
ties en aanslagen volgden. Het gehele
land kwam in beroering en in de nacht
van 22 januari 1863 brak de opstnnd uit.
Alle Russische garnizoenen werden aan
gevallen, doch zonder noemenswaardig
De Russen gingen hierna echter over
tot concentratie van hun troepen en dit
gaf de opstandelingen tijd om zich te
consolideren. Leider van de opstand
werd de tot dictator uitgeroepen Poolse
revolutionair Ludwik Mieroslawski.
Sympathie
Intussen verwekt de Poolse opstand in
Frankrijk, Engeland, Nederland, Zwe
den, Denemarken, Portugal, Spanje,
Turkije en zelfs ln Oostenrijk, alge
mene sympathie. Zweden is zelfs bereid
een bevrijdingsleger te zenden. De rege
ringen van Frankrijk, Engeland en
Oostenryk besluiten een gezamenlijke
nota aan de Russische regering aan te
bieden, waarin amnestie én zelfbestuur
voor de Polen werd gevraagd en zij
verzochten Pruisen, zich bij hén aan te
sluiten. Bismarck weigerde echter
sloot met Rusland een militaire over
eenkomst. Deze Duits-Russische
vriendschap was gebaseerd op het ge
meenschappelijk verlangen om de Polen
zo spoedig mogelijk te russificeren en
te germaniseren.
Evenmin als Alexander II duldde
Bismarck hierin vreemde tus
senkomst. „Ik zou liever sterven"
heeft hy in 1863 tot generaal Fleury
gezegd „dan toe te staan, dat
onze positie In Polen op een Euronee)
congres zou worden besproken. Lie
ver nog zou ik van het Kynland af
stand doen". En inderdaad, zolang
Pruisen en Rusland samengingen,
bestond er, ondanks alle protesten
van «1e liberalen in geheel Europa,
geen sclltfn van kans voor de Polen
om hun vrjjhcid te herkrijgen.
In februari 1863 gaan de Kussen over
tot tegenacties en het komt tot verbit
terde gevechten. De Polen zijn sterk in
dc minderheid (de verhouding is 20.000
tegenover 100.000) eii bovendien slecht
bewapend. De tegenslagen, die de op
standelingen bij de eerste gevechtshan
delingen incasseren, betekenen het einde
van de dictatuur van Mieroslawski, die
naar het buitenland vertrekt. Verdere
nederlagen in maart 1863 en mot
name het dobilcle in de slag bij Miechovv
brengen hot: einde van do opstand ln
zicht.
Een wending hierin wordt echter ver
oorzaakt door de hierboven reeds ge
noemde politiek van Bismarck. De tegen
de Polen gerichte overeenkomst van,
Alvcnsleben (8 februari) tussen Pruisen
en Rusland verwekt ln West-Europa
grote verontwaardiging en Napoleon
m, die aanvankelijk tegen het uitbreken
van de opstand was, roept thans de
Polen op om stand te houden.
Vrijwilligers
En nu begint dc strijd in Polen pas
goed en de opstand breidt zich uit
over de gehele bevolking. Duizenden
vrijwilligers uit de door Pruisen en
Oostenryk bezette gpbieden van Po
len, komen illegaal de grens over er
sluiten zich aan bij de opstandelin
gen. Ook talrijke buitenlandse vrij
willigers, waaronder de heldhaftige
Italiaanse kolonel Francesco Nullo,
strijden voor de bevrijding van Polen.
Verbitterde gevechten woeden met
name in Litauen, waar niet minder
dan 203 veldslagen en gevechten
hebben plaatsgehad.
Na de val van de tweede dictatuur vnn
Langiewicz, wordt, de opstand geleid
door de heldhaftige dictator Romuald
Traugutt. De gehele winter 18631864
wordt er gevochten. De overmacht van
de Russen is echter te groot en in de
vroege lente is dc opstand praktisch
neergeslagen. Van de ca. 100.000 op
standelingen zijn er 31.000 gevallen en
ca. 30.000 gevangen en naar Siberië
verbannen. De overigen zijn ondergedo
ken of naar het buitenland gevlucht. De
leider van de opstand Romuald Trau
gutt en zijn naaste medewerkers werden
gevangengenomen en terechtgesteld.
Tot en met 1865 vocht echter met e<
cn in de bossen va
priester Stanislaw
hij eveneens lér
het neerslaan van de opstand kwam het
„Weichseldistrict" (de naam Congres
Polen werd opgeheven) onder de zwaar
ste druk te staan.
Maar evenals na de novembcr-opstund
van 1830 werd Europa or zic.1» van be
wust dat daar een volk leefde, dat zich
verongelukt voelde en vermetel genoeg
was om voor zyn vryheid te stryden.
Het verleden van Polen ook het
jongste verleden leert ons, lino de
Polen de politieke onderdrukking cn
vervolging weten te verduren, slcrk in
het lijden en in het verzet totop do dag
hen het vuur van de volledige
Ing slaat. Het ls alsof de geschie
denis zich herhaald want ooit vi
rrydii
daag als wy liet oor te luisteren leggen
horen wij de Poolse roep om vry
heid.
vriend op een verkoping verzeild
raakte in een Engelse dump. Hij
vond het prachtig. En als echte koop
man kon hij het bieden niet laten,
met bet gevolg, dat hij aan een
„lot" bleef zitten voor eên milletje of
vier. Dat deed hem eerlijk gezegd
wel pijn, want het lot bestond uit al
lemaal radarspullen, waar niemand
wat aan had. Loe Lap wel het aller
minst. Hij begreep niet eens, wat er
met dat spul gedaan kon worden. En
hij vroeg zich met angst af, hoeveel
vracht er wel op zou komen.
De oplossing kwam, zoal die alleen
voor geboren handelslui komt: in de
figuur van een buitenlander, een En
gelsman. Plij noemde zijn naam en
zei een goede winst te willen geven.
„Ziet U. ik had dat lot willen hebben,
maar U was me net te glad af"
Ja, dat was nu wel sneu. vond Loe
Lap, maar hij kon er toch niet veel
aan doen. Per slot van rekening had
hij in opdracht gekocht en die Ne
derlandse opdrachtgever zou het hem
hoogst kwalijk nemen als hij stiekunv.
zelf de spullen weer van de hand zou
doen. Het enige wat hij zou kunnen
doen was bellen met Amsterdam.
Maar veel hoop wilde hij toch niet
geven.
Enfin, het zat die Engelsman nogal
hoog en als meneer er een telefoontje
voor over zou hebben, zou hij bijzon
der dankbaar zijn.
Loe Lap belde op. Voor de gein,
grijnst hij nu nog. Maar het hielp.
De opdrachtgever wilde desnoods wel
van die radarspullen afzien, maar
dan moest de hele voorraad toch ze
ker tien mille opbrengen.
Voor acht mille werd de Engelman
koper. Vier mille winst voor Loc.
„Dat gaat best", heeft hij toen ge
dacht. En de volgende dag kwam op
nieuw een partij radarspullen op zijn
naam staan. Helaas, er kwam niet
direct een koper. Er kwam zelfs na
lang zoeken geen belangstellende. En
voor de heer Lap zat er niets anders
op dan de radarapparatuur maar
naar Amsterdam te verschepen. Hij
liet het sduI in een pakhuis gooien en
begon zijn handel. Onder een prach
tige fantasicnaam. En zowaar de ko
pers kwamen. Eerst enkelen die
rondsnuffelden om materiaal te, zoe
ken voor prutserijtjes thuis.
Later, toen Loe ontdekt had, dat zijn
eigen naam. Lap. beter was voor de
klandizie, dan welke andere ook, om
dat hij zo goed in het gehoor lag,
kwamen er meer knutselaars- Loe
had het 'm gelapt, dat bleek al spoe
dig.
Hij ging nu regelmatig naar Enge
land om spullen te kopen. Van alles
en nog wat, Een grote partij schop
pen met hole lange stelen, die do
straatstenen nog niet wilden
zoals de volksmond zegt. Totdat er
watersnood kwam en Loc niet hard
genoeg kon lopen met zijn schoppen.
Een grote partij geigertellers, omdat
de gewone man, het kereltje met dc
pet op. als hij leest over bedreiging
met radioactieve stofen toch ook wel
eens wil weten waar hi j aan toe is.
„Ik heb ze in advertenties afgeraden
die apparaten te kopen, omdat het
geen zin had", herinnert Loe Lap
zich nu nog. „Maar alles voor alles te
gebruiken is". En temidden waarvan
Loe Lap nog nooit één keer op zijn
mondje viel. Noch op z'n achterhoofd
om zijn eigen woorden te gebruiken.
Foto: Laps
nterieur
Mr. Gieben uit raad
commissarissen N.S.
Tjjdens een buitengewone aandeelhou
dersvergadering van de N.V. Nederland-
sche Spoorwegen is aan de oud-secre-
taris-generaal by het ministerie van ver
keer en waterstaat, mr. A. II. C. Gie
ben, eervol ontslag verleend als com
missaris win de N.V.
Mr. Gieben had hierom gevraagd, om
dat hjj benoemd ls tot rechter in Den
Haag. Zyn plaats ln de raad van com
missarissen zal worden ingenomen door
zijn opvolger op het departement, mr.
C. J. G. J. Vinkestcyn uit Den Haag.
In een flatgebouw te Stockholm
brak brand uittoen door een lek in
de olieleiding de kachel van de cen
trale verwarming in de kelder plot
seling ontplofte. Het f/ebouw brand
de gedeeltelijk uit, niettegenstaande
het feit, dat de complete Stoclcholm-
se brandweer was uitgerukt.
Foto: een bizarre opname van een
brandweerman, die uit de dichte
rookwolken in dc kelder opduikt.