Kerk en industrie
S
„M|jn catechismus": historie en
gezag van de „Heidelberger"
DE OUDE BIJBEL IN
NIEUWE SITUATIE
i
Bij de dokier
Nieuws van overal
Kerken helpen
Zaterdag 12 januari 1963
zaterdagnummer
EN DE
=.?.s.5;3 5 ?l=ls
EVangelie en industrie"
y naam van elders
is cL.
in ons
land werkzame stichtingen,
waarin verscheidene protestant
se kerken en de Oud-Katholieke
Kerk samenwerken. „Bedrijfs-
apostolaat" is de naam van het
werk door de Rooms-Katholie-
ke Kerk. In beide termen vindt
men de verwijzing naar kerk en
industrie. De kerk én de indus
trie, de kerk in de industrie. In
ons gewest zijn twee bedrijfs-
aalmoezeniers aan het werk.
DE MENS EN HET
CHRISTEN-ZIJN
Eén sinds negen jaar in de ka
naalzone en Oost-Zeeuwsch-
Vlaanderen; een tweede sinds
anderhalf jaar in Vlissingen. In
de diverse protestantse kerken,
vooral in de hervormde kerk in
Zeeland bestudeert men de mo
gelijkheden van kerk en indus
trie. De commissie „bijzonder
kerkewerk in Oost- en West-
Zeeuwsch-Vlaanderen" van de
hervormde kerk wil trachten
het industriepastoraat, aan de
orde te krijgen in de classicale
vergadering van de classis
IJzendijke.
Achtergrond van „kerk en indus
trie": „de kerk representeren op het
terrein en in de wereld van hel be
drijfsleven, het zakenleven in ruime
re zin" (ds. E. E. Stern, Sas van
Cent), „christelijke waarden brengen
in de industrie die zonder de kerk is
opgegroeid" (bedrijfsaalmoezenier F.
.1. \Veijnen A.A. in Vlissingen), „niet
de bjjbel als zodanig in de technische
wereld brengen, maar dat, wat de bij
bel zelf propageert", zoals bedrijl's-
aalmoozetiier P. Pisters SM in Hulst
het uitdrukt.
De industrie is zonder de kerk op
gegroeid. De kerk heeft te lang
zich niet present gemeld bij de sociale
evolutie, maar zowel in de kerk als
aan de zijde van het bedrijfsleven is
de noodzaak gevoeld, de mens in de
industrie te helpen. Wél is de sociale
nood in deze vvelvaartstijd opgelost,
maar de geestelijke nood van de
mens nog niet.
Enerzijds was er de ervaring, dat de
mens in de industrie verloren was ge
gaan. de nadruk werd gelegd op de
functieprestatie van de mens in de
industrie, de mens zélf kwam op het
tweede plan. Daarmee gepaard ging
de ervaring van een toenemende ont
kerkelijking onder de in de industrie
werkzame mensen. De kerk zag hier
een taak liggen: aan de mens in de
industrie de diepere waarde, vanuit
christelijk standpunt bezien, van zijn
werk trachten te tonen. De mens be
geleiden in zijn werk, de mens de ge
legenheid geven zich te bezinnen op
zijn werk.
Verschillende industrieën hebben de
kerk gunstig ontvangen. In de ka
naalzone en in Oost-Zeeuwsch-Vlaan
deren werkt pater Pisters nu in ne
gen fabrieken. Het werkgebied van
pater H'ejjnen in Vlissingen omvat
drie bedrijven, terwijl hjj ook op Be-
Neland een werkterrein krijgt. Tot
nog toe is er in Zeeland alleen nog
maar het r.-k. bedrijfsapostolaat aan
bel werk. Elders in ons land, onder
andere in Arnhem en in de I.Imond.
vindt men ook industriepredikanten,
werkzaam in opdracht van de inter
kerkelijke stichting „Evangelie en
industrie".
OPDRACHT
Wat is het bedrijfsapostolaat en
wat is „evangelie en industrie"?
Wat willen de predikanten en geeste
lijken daaruit? Pater Weijnen A.A.
uit Vlissingen zegt: het bedrijfsapos
tolaat omvat geestelijken, die daartoe
een opdracht hebben gekregen. Wij
willen graag concreet op de hoogte
zijn van het bedrijf en de sfeer en het
klimaat van dat bedrijf kerstenen: er
christelijke waarden inbrengen,
mede-menselijke waarden. Dan willen
nn'U de functie kerstenen: de functie
van de mens proberen te leren ken
nen als christen, als mede-mens. Die
christelijke waarden zijn onder an
dere begrip voor elkaar opbrengen,
eerbied voor de inede-mens (niet al
leen om de functie, maar ook om de
mens is men verbonden aan een be
drijf), eerbied voor de dingen, waar
mee men in de industrie omgaat, op
komen voor rechtvaardige belangen
voor iedereen, eerbied voor eikaars
overtuiging hebben".
Pater Pisters S.M. uit Hulst formu
leert het aldus: „het grote uitgangs
punt is de categorale zielzorg, ue ver
houdingen geloof-realiteit en kerk-
realiteit, toegepast op de wereld van
de industrie. Het aantal mensen, dat
in de industrie werk vindt, groeit
voortdurend. In dit gewest is er de
industriële ontwikkeling: van agra
risch naar industrieel klimaat. De
woon- en werkgelegenheid worden
verschillend. De kerk wil zich niet
onthouden van de problematiek, die
zich daarbij voordoet, maar realiteits
zin hebben: samen met de mensen uit
het bedrijf zoeken naar wegen en mo
gelijkheden hoe de „blauwdruk van 't
bedryf" kan worden gerealiseerd.
Hoe kan de functionaris in het be
drijf °P christelijke wijze zijn functie
in het bedrijf uitoefenen? Het be
drijfsapostolaat wil een dienst bewij
zen, een richtingwijzer zijn".
De R.-K. Kerk wil dus niet buiten
de industrie blijven staan, maar
erin „duiken". Contact zoeken met de
mens, die daar werkt en samen met
hem zoeken naar do fundamentele,
niet- materiële waarde van zijn werk.
Zijn werk een achtergrond geven.
Daarvoor krijgen de bedrijfsaalmoe-
zeniers toegang tot het bedrijf en
kunnen zij contact zoeken met de
r.-k. mensen in het bedrijf. Waar
daarvoor interesse bestaat bij de
mensen uit het bedrijf, organiseert
de bedrijfsaalmoezenier gespreks
groepen, die ook voor niet-rooms-
katholieken toegankelijk zijn. Buiten
de werktijden uiteraard. In die ge
spreksgroepen komen allerlei onder
werpen, die zijdelings of direct met
het bedrijf en het werk daarin te ma
ken hebben aan de orde „In de ge
spreksgroepen praten wij concreet
over concrete situaties en wij gebrui
ken de termen daarbij. Als je daar
niets van weet. dan hoor je veel pra
ten. maar je weet niet waarover",
zegt pater Weijnen uit Vlissingen. De
r.-k. geestelijke, een theoloog dus,
krijgt daarom een 2-jarige cursus, die
het werk van de bedrijfsaalmoezenier
moet verdiepen en de achtergrond
moet geven: er zijn lessen in econo
mie en sociologie, enzovoort. De be-
drijfsaalmoezeniers in het bisdom
Breda (14 totaal) hebben daarnaast
maandelijkse bijeenkomsten bij de
hoofdbedrijfsaalmoezeniers en werk
bijeenkomsten. Er is contact met de
mensen uit het bedrijf. Theorie en
praktijk dus. De bedrijfsaalmoezenier
zou men ten dele kunnen vergelijken
met de legeraalmoezenier: zielzorger
op een gespecialiseerd terrein.
„We hebben het contact met de wer
kelijkheid heel hard nodig", zegt pa
ter Pisters. „We hebben interesse,
we willen een verdieping van de
eigenlijke taak". Het bedrijfsaposto
laat is niet alleen een arbeidersapos-
tolaat, maar wel heeft de bedrijfs
aalmoezenier het meest te maken
met de uitvoerende groep in het be
drijf. In zijn gespreksgroepen komen
bijvoorbeeld aan de orde: de omgang
met elkaar, de belangstelling opbren
gen voor zieke collega's, het samen
zijn in een kantine.
leven en past dit toe op de omgang
met de bedrijfsgenoten, het wil men-
laliteitsbeïnvloeding", zo stelt pater
Weijnen het. Maar: „geestelijke goe
deren kun je niet op een graadmeter
aflezen, het is een idealistisch werk.
dat tegelijk realistisch is". Pater
Pisters: „de vakbonden kunnen exact
zeggen: dit hebben wij bij de directie
bereikt, maar het werk van het be
drijfsapostolaat heeft een lange
adem". Concrete resultaten zullen
eerst op de langere termijn worden
bereikt. Daarvan zijn beide bedrijfs-
aalmoezeniers overtuigd.
Het bedrijfsapostolaat zoekt kenne
lijk nog naar de eigen weg in het be
dryf. De overtuiging is duidelijk: de
dienende taak, maar praktisch kan
het bedrijfsapostolaat alleen wijzen
op de contacten, die er zijn met het
bedrijfsleven, met werkgever en
werknemer. Op de discussie, op het
gesprek, dat in de kerngroepen tot
stand .komt. Het hoopt, dat liet de
deelnemers aan de discussies dit
apostolaat (dat is van geestelijken
én leken) uitdragen.
Ds- -C. E. Stern uit Sas van Gent is
voorzitter van de commissie bijzon
der kerkewerk in Oost- en West-
Zeeuwsch-Vlaanderen van de classis
IJzendijke der Hervormde Kerk. In
„west" houdt de commissie zich be
zig met het recreatieve werk; in oost
met de kanaalzone: industrie. Van
uit deze commissie is men al een paar
jaar bezig: gesprekken met de vak
beweging. met werkgevers. Vanuit
die commissie zal worden getracht
het werk van de kerk op de bedrijven
in de classicale vergadering van de
classis IJzendijke aan de orde te krij
gen.
In de IJmond en in Arnhem zijn on
der meer al industriepredikanten
werkzaam. In de IJmond een her
vormde en een gereformeerde indus
triepredikant, in opdracht van de in
terkerkelijke stichting Evangelie en
industrie, opgericht door de Ned.
Hervormde Kerk, de Gereformeerde
Kerken, de Oud-katholieke en de Lu
therse Kerk, de Remonstrantse Broe
derschap en het Leger des Heils. De
zeven stichtingen in ons land werken
samen in de Centrale raad voor evan
gelie en industrie, waarvan een cur
sus voor predikanten in industriege
bieden uitgaat. De cursus licht de
CONTACT
Beide bedrijfsaalmoezeniers spraken
ons ook over de protestantse
werkers in het bedrijf. „Wij willen
contact met zoveel mogelijk andere
kerken, want de kerken moeten sa
men het christendom opbrengen.
Daarom graag industriepredikanten
in Zeeland", zegt aalmoezenier Weij
nen. Principieel staan de gespreks
groepen voor iedereen open. Maar
het bedrijfsapostolaat richt zich toch
in eerste instantie op de r.-k. mensen
in het bedrijf. Pater Weijnen heeft
het plan dit voorjaar een bijeenkomst
te organiseren, waar iedereen wel
kom is: mensen uit het bedrijfsleven,
geestelijken, predikanten, belangstel
lenden. Monseigneur G. H. de Vet.
bisschop van Breda, die, voordat hij in
1962 bisschop werd, hoofdbedrijfsaal
moezenier was in het bisdom Breda,
zal dan het bedrijfsapostolaat inlei
den. Pater Pisters ziet ook mogelijk
heden, juist, omdat aan protestantse
zijde in ons gewest momenteel zoveel
wordt gedacht over „kerk en indus
trie".
„Het gaat niet om theologische ver
schillen, maar om de zuiver christe
lijke levenshouding. Wanneer in
„kerk en industrie" samenwerking
mogelijk is, een gcdachtenwisseling,
een uitwisseling van ervaringen, een
samen bezinnen, dan graag. Als er
één mogelijkheid ligt voor de oecu
menische samenwerking, dan is het
wel in de oecumene in de industrie:
mensen uit allerlei richtingen, die
samen zich bezinnen op een christe
lijke levenshouding".
predikanten in over het bedrijfsleven
en wat daarmee verband houdt. Ds.
Stern volgde deze cursus in
Utrecht). „Het gaat om de bijbeluit
leg aan de hand van deze informatie:
wat °-eeft de oude bijbel in een nieu
we situatie". In de IJmond rappor
teren de industriepredikanten hun
ervaringen aan de samenwerkende
kerken. Veel van het werk in de
IJmond, aldus vernamen wij, is een
experimenteren, een weg zoeken in
een geheel nieuw werkterrein.
Ds Stern is van mening, dat men in
het industriepastoraat wél van
de goede premissen is uitgegaan: de
christelijke verantwoordelijkheid van
de mens in de industrie is in het ge
ding, maar er zijn nieuwe gezichts
punten. „Het is een groot project".
Als er iets dergelijks in Zeeland zou
moeten worden gedaan, dan dient het
werk te geschieden door een vakman,
een deskundige, dus een predikant,
die zich op dit terrein heeft gespecia
liseerd.
„Er zijn geen richtlijnen, het is een
zelf ontdekken van de mogelijkhe
den". Het is een zoeken naar een al
te lang verwaarloosde taak van de
kerk: de representatie in de fabriek.
Zowel bij de protestantse als bij r.-k.
directies van bedrijven is er de rede
natie, dat de predikant en geestelijke
„er voor is". Er zijn r.-k. directies,
die menen, dat ook van protestantse
zijde iemand zich moet specialiseren
op dit terrein.
Ds. Stern heeft goede hoop, dat het
rooms-katholieke werk en dat van de
protestanten, wanneer dit er zou zijn.
wel degelijk naar elkaar toe kunnen
groeien, door ervaring.
Maar: „In de r-k. kerk heeft men
hoop dat het bedrijfsapostolaat weer
meer geïntegreerd zal worden in het
parochiële werk. Bij de protestanten
is het „gewoon" kerkelijk werk van
kerk en industrie, een stichting,
waar verschillende, kerken samenwer
ken. Er is géén behoefte te integre
ren. Het werk is anders dan dat van
een plattelandsgemeente; het prakti
sche werk in de industrie is voor de
kerken een gemeenschappelijk pro
bleem".
Mattheus 4 23, 24.
s E1 eH lopende zieke vertelde mij eens dat hij op het spreekuur bij 5
5 1-tde dokter was geweest. Van dat gesprek met de dokter was nu
niet zoveel te vertellen, maar hij had heel lang in de wachtkamer
5 moeten zitten, die al vol was toen hij er kwam en daar was het
5 een echt „spreekuur" geweest. Het gesprek was recht goed op gang 5
5 gekomen. Het was als een gezelschapsspel, waar men elkaar over 5
en weer de bal toegooit. Men had elkaar al zin kwalen verteld, van
5 de jeugd af aan en die geïllustreerd met soortgelijke gevallen van
5 familieleden en bekenden. We kregen een levendig beeld, zo uit het
5 leven gegrepen en we konden 't begrijpen toen hij er ten slotte aan 5
5 toevoegde dat je na het horen van al die verhalen je zelf ging 5
5 afvragen hoeveel kwalen je wel onder de leden had en dat je maar 5
s moest bedenken dat het niet ging om de wachtkamer, waar de
v mensen met kwalen hun mening zeggen, maar om de spreekkamer,
5 waar de dokter je een recept geeft.
In het boek Exodus staat het woord: „want Ik, de Here ben uw
Heelmeester". (15 26). Dat staat in het verhaal van Mara (waar
het water zo bitter was en de Israëlieten echt gingen kankerenen
Elim (een liefelijk oord, waar 12 waterbronnen en 70 palmbomen
waren). In het Nieuwe Testament vinden we de vervulling van dit
woord toen men tot Jezus bracht allen „die ernstig ongesteld waren,
5 gekweld door allerlei ziekten en pijnen, bezetenen en maanzieken
en verlamden en Hij genas hen". Matth1/ 21/). Dat zijn lichame-
s lijke en geestelijke kwalen en we weten hoezeer deze met elkaar
v samen kunnen hangen. Het komt dan ook nog al eens voor dat een
v gewone dokter iemand naar een psychiater stuurt.
Nu noemt God zich zelf onze Heelmeester en Christus Jezus zegt 5
dat Hij als de Geneesheer gekomen is, niet voor gezonden, maar
voor zieken en die zieken zijn dan hier zondaars die dit willen
weten. Zonde en ziekte hangen met elkaar samen. Als een patiënt 5
5 zullen we naar Hem toe moeten gaan. In onze nood gaan we naar
Hem toe, evenals naar een dokter en dan moeten ze beiden heel
gauw klaar staan, anders zijn we over hen niet best te spreken en 5
5 dan zoeken we een andere arts. We gaan het dan „hogerop zoeken". 5
s Dat is bij menselijke heelmeesters misschien mogelijk, maar het
is niet mogelijk bij De Heelmeester, bij wien we uiteindelijk altijd
5 weer terecht zullen moeten komen voor wat wij in onze zonden
s als medicijn nodig hebben, vergeving, troost en geborgenheid. Ook
s deze medicijn zullen we dagelijks moeten innemen. We zullen dit
s moeten doen in het vertrouwen dat Hij beter weet wat we nodig
s hebben dan wij zelf. Aan Hem zullen we ons moeten overgeven,
anders zou de ziekte wel eens „naar binnen kunnen slaan". Èn dat
zou niet best wezen.
Theologische studenten van pro
testantse, rooms-katholieke en oud-
katholieke zijde in ons land waren
deze week bijeen op een congres in
Nijmegen. Het onderwerp" was
„Schrift en traditie, de Bijbel in de
kerk". Het congres werd georgani
seerd door de „Vereniging studenten
aan de theologische faculteiten"
V.S.T.F.), waarin twaalf groeperin
gen samenwerken. Er zijn vier dog
matische beschouwingen gehouden,
alle gericht op een theologische stand
puntbepaling, die ruimte laat voor
uitvoerige discussies. Dr. J. Sperna
Weiland, hoogleraar aan de gem.
universiteit van Amsterdam leidde
het congres in.
Een nieuw zeemanstehuis is ge
opend in Delfzijl aan de Waterstraat
1. Het is een centrum voor varen
den, dus ook bestemd voor de bin
nenvaart. De opening is verricht door
de commissaris van de koningin in
de provincie Groningen.
Ook de r.-k. geestelijkheid zal in
Leeuwarden worden uitgenodigd bij
intrede en afscheid van predikanten.
Dit heeft de centrale kerkeraad van
de hervormde gemeente te Leeuwar
den besloten. Of men van deze uit
nodiging gebruik zal maken en of een
wederkerige uitnodiging bij dergelij
ke gelegenheden in de r.-k. kerk zal
volgen moet men afwachten. De ker
keraad redeneert echter: geen uit
zondering.
Inlichtingen: uw reisbureau en het
OOSTENRIJKS TOERISTENVERKEERS BUREAU
Rokin 16, Amsterdam. Telefoon: 62188,
Een langzame stijging van het
aantal geestelijken is er in de Church
of England (Anglikaans). In 1953
kwamen er 472 geestelijken bij, in
1962 626. Totaal zijn er nu 17.043.
Het aantal vacatures is 1048.
Grote theologische belangstelling
is te constateren in Japan. En niet
alleen in christelijke kring. Het komt
voor, dat bij voordrachten over de
betekenis van het geloof in de tegen
woordige theologie de meesten van
de aanwezigen niet-christenen zijn,
die dan wél de werken van Barth,
Brunner en Tillich hebben gelezen.
Calvijn schijnt het meest in ere te
zijn. Zijn Institutio verscheen begin
1962 in Japanse vertaling. De eerste
druk is al uitverkocht. De nog kleine
christelijke kerken in Japan zoeken
in verband met deze belangstelling
vele zendelingen voor de evangelisa-
tiearbeid.
De christelijke vakbonden en de
sociale werkers en werksters
"zijn ook in het bedrijf; een duide
lijke terreinafbakening is niet te ge
ven. De christelijke vakbonden wer
ken echter op liet terrein van de pri
maire rechtvaardigheid: arbeidsvoor
waarden e.d., liet maatschappelijk
werk houdt zich bezig met de maat
schappelijke bedrijfsprohlomatiek, in
tern en extern."
Wanneer vraagstukken, die op het
terrein van de vakbond en/of van het
maatschappelijk werk liggen, aan de
orde komen in de gespreksgroepen,
dan verwijst het bedrijfsapostolaat
daarheen. Daarom is er soms een
nauw contact tusen de dt'ie instan
ties. „Je moet die openheid hebben,
want het gaat primair 0111 de mens",
aldus pater Pisters. „Het bedrijfs
apostolaat wil ten nauwste samen
werken met iedereen, want ook voor
de geestelijke is het een nieuw ge
bied: wij weten niet hoe je concreet
christen kan zijn in het bedrijf. Ik
ben geen goedkope vakbond", zegt
pater Weijnen. „Ik denk altijd „er-
fens" dnders dan de man, die in het
edry'f zit, ik heb andere idealen, een
andere opleiding, een andere geestes
gesteldheid".
Het bedrijfsapostolaat wil oen te
ken zijn van zorg van de R.-K,
Kerk voor de nieuwe wereld van
de techniek. Het is gebaseerd op een
overtuigend godsdienstig christelijk
eerste kennismaking met de Heidelbergse
Catechismus niet de plezierigste was. Toen onze
jaren zover gevorderd waren dat we tot de
„groten" gerekend moesten worden, betekende
dit dat ook ons op de catechisatie de Heidel
bergse Catechismus werd voorgezet als kost,
die we in het vervolg te verteren kregen. Maar
die zondagen lagen ons nogal eens als onver
teerbare brokken op de maag. Eigenlijk is deze
beeldspraak niet juist. We konden ze onze mond
niet goed binnen krygen. Het ergste was natuur
lijk dat die antwoorden moesten worden ge
leerd d.w.z. uit het lioofd geleerd en dat kon
de één nu eenmaal beter dan de ander. We
hebben altijd een diep respect gehad voor som
mige gemeenteleden van de oudste generatie
bij wie het zo was, dat als je de knop van een
vraag aanraakte, het antwoord eruit sprong.
Het pleit voor de kwaliteit van de Heidelbergse
Catechismus dat de oorspronkelijke tegenzin
tegen die dikwijls lange en in elkaar gedraaide
zinnen overwonnen is en we aan die vragen en
antwoorden gewend zijn geraakt: er zelfs aan
gehecht zijn geraakt, omdat zo dikwijls op een
korte, ineengedrongen wijze is gezegd, waarom
het nu juist gaat. We weten dat het hierin
meer mensen zo is vergaan zoals ons, die een
oorspronkelijke tegenzin hebben overwonnen en
voor wie de Heidelbergse Catechismus, althans
bepaalde gedeelten daarvan, betekenis heeft
gekregen. „Wij, Frederik, door Gods genade
Paltsgraaf bij de Rijn enz bieden allen en
ieder van onze superintendenten, predikanten,
dienaars van kerk en school in ons keurvorsten
dom van het Paltsgraafschap bij de Ryn, onze
genadige groet en verordineren U hierbij te
weten
Met deze woorden begint het voorwoord voor
de eerste uitgaaf van het leerboekje dat
dan nu 400 jaar bestaat. Waarom heeft Frede
rik III, keurvorst van de Palts, die zelf de
stuwende kracht is geweest bij het opstellen
ervan, deze catechismus gewild? Hijzelf zegt
het weer in het voorwoord: „omdat wij in de
leer en het onderricht van de jeugd allerlei on
juistheid en ongelijkheid bevonden, waaruit niet
gering misverstand en wanorde verwekt en
ontstaan is". Hij is dus allereerst bedoeld voor
de jeugd, die op een deugdelijke manier moet
worden onderricht in de christelijke leer. Maar
Frederik had meer in zijn gedachten. „In de
ceremoniën, bediening der Heilige Sacramenten
en ander kerkelijke handelingen" heeft hij „tot
nu toe niet weinig ongelijkheid bespeurd en
bevonden". Niet alleen de kinderen moeten wor
den opgevoed, maar ook de dienaars der kerk
en door hen de leden der kerk. De Rijn-Palts
is een gebied geweest waar rooms-katholieken,
lutheranen en calvinisten dooreen gemengd za
ten, wat in die jaren toch eigenlijk wel een bij
zonderheid was. Op godsdienstig gebied gold
toen veelal de regel: onder wiens regering men
staat, diens religie hangt men aan. Frederik Hl
was een calvinist. Hij was wel meer door de
Duits-Zwitserse hervorming, vooral door Bullin-
ger, beïnvloed dan door Genève en Calvijn, maar
hij was toch welbewust een calvinist. Theolo
gisch is hij zeer goed op de hoogte geweest.
I brengen en hij meende dat te kunnen doen
door 'n catechismus. Hijzelf heeft het initiatief
genomen tot de samenstelling. Hij heeft er ook
zelf aan meegewerkt, maar verder was het een
hele groep die er mee bezig was. Ursinus en
Olevianus worden gewoonlijk genoemd als de
samensteNers. Hun aandeel is ook groot ge
weest. De eerste heeft vooral de voorontwerpen
gemaakt en aan de laatste is vooral de eind
redactie toevertrouwd. Maar wanneer Frederik
bij verschillende gelegenheden spreekt van
„mijn catechismus", is dat niet ten onrechte.
De eerste gedachte is van hem gekomen. Hij
had een ander leerboek nodig dan er reeds een
aantal waren. Dit was nodig door de verdeeld
heid van zijn land. Hij had zich helemaal inge-
eigen leven was geworden. Toen hij in 1566 voor
de Rijksdag te Augsburg werd gedaagd, waar
men verwachtte dat de Rijksban over hem zou
worden uitgesproken, heeft hij geantwoord bij
na uitsluitend met aanhalingen uit de cate
chismus. „Ik belijd mijn catechismus. Hij is met
gronden uit de Heilige Schrift gewapend. Daar
om zal hij, naar mijn weten, onoverwonnen blij
ven. Overigens troost ik mij daarmede, dat mijn
Heer en Heiland mij en alle gelovigen deze
gewisse belofte gegeven heeft, dat ik alles wat
ik om Zijns Naam wil verlies, honderdvoudig
zal wederontvangen". Dit optreden van hem kan
worden geplaatst naast het optreden van
Luther op de Rijksdag te Worms.
deze catechismus in de Rijn-Palts maar 14
jaren gebruikt is. Na de dood van Frederik werd
in 1577, onder zijn zoon, dit gebied Luthers.
Maar al spoedig was deze catechismus in alle
mogelijke Europese talen vertaald en zelfs in
het Arabisch. Ze is geweest en gebleven een
van de belangrijkste documenten van het ge
reformeerd protestantisme en heeft een buiten
gewoon grote invloed uitgeoefend. Hoe is het
zo gekomen dat in ons land deze catechismus
niet alleen als een leerboek is aanvaard, maar
zelfs als een van de belijdenisgeschriften
Sinds de synode van Dordrecht in 1618-1619
heeft het als een verplichting gegolden dat pre
dikanten en onderwijzers niet alleen de Neder
landse geloofsbelijdenis, maar ook de Heidelberg
se Catechismus zouden ondertekenen als een
bewijs, dat zy instemden met de leer
der kerk. Vergeleken bij de Nederland
se geloofsbelijdenis moeten we zeggen
dat de Heidelbergse Catechismus steeds
meer gezag heeft gekregen en in ieder geval
veel meer invloed heeft uitgeoefend. Gedurende
een drietal eeuwen is in ons land het ene ge
slacht na het andere daarmee opgevoed, alle
bezwaren ten spijt die er herhaaldelijk naar
voren zijn gekomen. En niet alleen is dit leer
boek gebruikt op de catechisatie, maar er is
uit gepreekt, zondag na zondag, met een haast
onverstoorbare regelmaat, zodat het kon voor
komen dat het op een van de feestdagen in de
namiddagdienst ging over het gebod: Gij zult
niet stelen.
vinden we het antwoord voornamelijk in
één plaatsnaam, namelijk Frankenthal, welke
stad ligt in de vroegere Rijn-Palts, een tiental
kilometers ten zuiden van Worms. In de laatste
regeringsjaren van Karei V en nog meer in de
eerste van Philips II zyn er talloze vluchtelin
gen ter wille van hun geloof uit de Nederlanden
getrokken. Ze gingen vooral naar vier gebieden,
Engeland, Oost-Friesland (Emden), 't gebied
van de beneden-Rijn (Wezel) en naar de Rijn-
Palts. In dit laatste lag het verlaten Augustij
ner klooster Frankenthal, wat aan de Neder
landse vluchtelingen als woonplaats werd aan
gewezen. Een van de eerste predikanten is hier
geweest Petrus Dathenus. Hij heeft al heel
spoedig de catechismus vertaald en achter zijn
psalmen laten afdrukken. Het blijft een open
vraag of de psalmen van Datheen zijn aanvaard
omdat daarachter de catechismus stond, dan wel
omgekeerd, dat de catechismus erin gekomen is,
omdat hij met de psalmen werd gedrukt. Maar
in ieder geval heeft dit leerboek in ons land al
spoedig een groot gezag gehad. In 1568 werd
hij op het convent te Wezel en in 1571 op de
synode te Emden reeds sterk aanbevolen. De
nationale synode van 's-Gravenhage in 1586
heeft hem officieel aanvaard als hét leerboek,
terwijl hier ook gedecreteerd is dat eruit moest
worden gepreekt.
Vierhonderd jaar is een hele ouderdom. De
catechismus draagt daarvan dan ook wel
de kenmerken. De 'aal en de wijze van zeggen
is niet meer van deze tijd. Vroeger heeft dit
boekje geleefd, maar doet het dat tegenwoordig
nog? Voor de catechisatie zijn er voldoende
andere boekjes, die meer geschreven zijn in
een vorm die wij tegenwoordig beter achter.
De middagdienst, waar de zondagen van de ca
techismus de inzet zijn, loopt terug. We kunnen
dit vierhonderdjarig bestaan nu wel plechtig
gaan gedenken, maar de vraag is belangrijker
of wij met dit oude leerboek nog iets kunnen
doen. Er is voor gepleit het te herschrijven in
de taal van deze tijd. We zouden niet graag
zien dat men hieraan begon. Er zijn stukken
die heel anders behandeld moeten worden. Wan
neer door gemeen overleg tussen de kerken nu
een leerboek gemaakt zou kunnen worden, zou
het er toch anders uitzien. De vragen waarmee
de kerken in deze tijd zitten zijn anders dan
die van de 16e eeuw.
Toch zouden we het betreuren wanneer dit leer
boek geheel afgeschaft werd. Daarvoor staan er
te veel gedeelten in die klassiek zijn. Daarom
hopen we dat er een levende band met dit oude
leerboek blijft. In ieder geval zal er by de belij
deniscatechisatie een goed beroep op deze cate
chismus kunnen worden gedaan, zoals bijvoor
beeld dr. P. A. van Stempvoort doet. We zouden
het betreuren wanneer de „Heidelberger" uit
ont kerkboek verdween. Opdat in ieder geval in
elk gezin kan worden nagelezen welke de enige
troost is, beide in leven en in sterven.
H.
Een belangrijk jaar noemt de stich
ting Oecumenische hulp aan ker
ken en vluchtelingen het jaar 1961
Eerst onlangs verscheen het jaar
verslag.
Het aantal participerende kerken
steeg tot negen door toetreding van
de Gereformeerde Kerken en van de
Vrije Evangelische Gemeenten. Het
beschikbaar gestelde bedrag was al
meer dan 2 miljoen gulden- In Afrika
waren dat Marokko (o.a. kuikenpro-
ject), Roeanda-Oeroendi, Tanganji-
ka, Tunesië en Oeganda tot een be
drag van in totaal 732.408,16,
Nvaaronder 280.574,48 voor vluchte
lingen.
In Azië en het Nabije Oosten waren
het Birma, Vietnam, de Tanimbari-
eilanden en Oost-Pakistan, die voor
rampen hulp ontvingen. Verder werd
hulp gezonden naar Hongkong, Pa
kistan, Indonesië centrum Soekaboe-
mi en herstel van kerken), Korea,
Malakka, Turkije, Israël (christelijk
onderwijs) en Jordanië, in totaal
voor een bedrag van 905.549,37,
waaronder voor vluchtelingen
611.633,91. Europa wordt vermeld
voor hulp aan kerken in België. Ita
lië, Spanje en Portugal, Polen en
Hongarije. Verder vluchtelingen in
Oostenrijk, het werk van de Neder
landse gemeente in Berlijn en het
Cimade-werk in het noorden van
Frankrijk. Het totaal was hier
343.298.73, waarvan voor vluchte
lingen 31.212,77. Tenslotte worden
dan nog vermeld in het verslag hulp
voor emigrantenwerk in Australië,
voor de Vriendschaps- of Tonga-eilan
den en voor Chili (aardbevingsramp).
Nog andere activiteiten kende de
stichting: het service-program
ma van de Wereldraad van Kerken,
dat onder andere beurzen verschaft
voor oecumenische studie in ande
re landen en een aantal kerkewer-
kers na ziekte in de gelegenheid stelt
een maand in een rusthuis in Zwitser
land te verblijven. Via Church World
Service in de Ver. Staten kon voor
1634 gezinnen vanuit Indonesië ge-
repatrieerden onder de Pastore Wal
ter Act de immigratie in Amerika
geregeld worden.
Dan is er in Griekenland en Italië:
de hulp by de sociaal-economische
opbouw van dorpsgemeenschappen.
Van de vijf teams stonden er vier on
der Nederlandse leiding: Vigla, Kyt-
hera. Farakla (alle drie in Grieken
land) en Falerna (in Italië). De
stichting strekt zijn zorgen ook uit
tot vluchtelingen, die naar Nederland
komen.