VERLOREN IN DE NACHT
NEDERLANDSE
HIMALAYA
EXPEDITIE
NAAR TILICHO EN MUSTANG
„Grotere bijdrage van
Europa voor defensie
en economische hulp
Anders opnieuw
een restrictieve
politiek voeren
AOSRAM
H-;
4
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
WOENSDAG 2 JANUARI 19S3
Een subcommissie uit het Ameri
kaanse Congres heeft aanbevolen
dat de Verenigde Staten zich zul
len verzekeren van een grotere bij
drage van hun westelijke bondge
noten in de kosten van de gemeen
schappelijke defensie en de econo
mische hulp aan de ontwikkelings
landen.
In een verslag van een onderzoek dat
de subcommissie voor internationale
handel en betalingen van de gezamen
lijke economische commissie uit het
Huis van Afgevaardigden en de Senaat
heeft ingesteld naar de Amerikaanse
betaling.sbalanspositie zijn vier andere
aanbevelingen opgenomen.
De subcommissie stelt voor dat de Ver
enigde Staten onderhandelingen aan
knopen over verlaging van de invoer
rechten van de gemeenschappelijke
markt en dat zij de E.E.G vragen on
middellijk een tariefverlaging toe te
passen. Het Amerikaanse Congres zou
de wet op de uitbreiding van de handel
zo moeten wijzigen dat machtiging ver
kregen wordt de tarieven met ten hoog
ste tachtig procent te verlagen voor het
onderhandelen met de E.E.G.-landen
ongeacht of Engeland tot de gemeen
schap toetreedt of niet. De onderhande
lingen over de tariefverlagingen zouden
volgend jaar moeten beginnen, zo meent
de subcommissie.
Ten derde beveelt de subcommissie aan
dat de Verenigde Staten zullen streven
naar een betallngsovereenkomst tussen
de leidende Industrielanden om de oven-
wichtsverstorende bewegingen van kort
lopend kapitaal te neutraliseren.
Ten vierde moeten de Verenigde Staten
de dollar niet devalueren of een algemene
goudgarantie aanbieden voor dollars
die als monetaire reserves worden aan
gehouden. Tenslotte beveelt de sub
commissie aan dat de Verenigde Staten
de leiding nemen bij liet in het leven
roepen van een mechanisme dat de in
ternationale reserves kan vergroten.
Stap terug
He subcommissie verklaarde dat in
dien de Amerikaanse bondgenoten
de aanbeveling niet. steunen „ernstig
moet worden overwogen een stap te
rug te doen in de richting .van een
restrictieve politiek".
Dit zou kunnen geschieden door dc toe
gankelijkheid tot de Amerikaanse ka
pitaalmarkt te verminderen en bepaalde
importbelastingen in te voeren.
De voorzitter van de subcommissie, dc
Democraat Henry Reuss uit Wisconsin,
verklaarde in zijn commentaar bij het
verslag dat „de Europese landen 'goud
en dollars verzamelen in plaats van oen
gorter deel van huu stijgend inkomen uit
de export te besteden voor de import,
voor bijdragen tot wederzijdse dcfen-
siekosten en voor hulp op lange termijn
aan de ontwikkelingslanden.
(Advertentie)
het bereiken van de Nilgiri-top is voor de Nederlandse
Himalaya-expeditie de nadruk vooral komen te liggen op het
geologisch werk. In dit kader moet men de beide tochten zien,
die in de loop van november werden ondernomen: de eerste
naar het meer van Tilicho, de tweede naar Mustang, ommuur
de stad in de noordwestelijke uitstulping van Nepal in Tibet.
De alpinisten maakten de tocht naar Mustang nog mee, maar
keerden vandaag opnieuw te voet terug naar Pokhara.
Terray moest daar op 24 november zijn; de gebroeders Van
Lookeren Campagne arriveerden op 1 december in Nederland.
De tochten naar het meer en de pas van Tilicho nog slechts
éénmaal door een expeditie bezocht en naar de vestingstad
Mustang zijn het onderwerp van de volgende reportages. Hoe
wel zij een wetenschappelijke opzet hadden, was een alpinis-
tisch element er niet vreemd aan. De volslagen onherberg
zaamheid van het land droeg bovendien bij tot het ervaren van
de zonderlingste situaties.
Het verslag van vandaag heeft de expeditie naar de 5200
meter hoge Tilicho-pas tot onderwerp. Een avontuur apart, niet
alleen door de verstillende pracht van het einddoel, maar ook
door de schrik-van-onderweg: het verloren lopen in de doolhof
van de gletscher. Bij nacht, wel te verstaan.
NIVEA
beschermt
J)e dertigste oktober is voor de Nederlandse expeditie een dag ge
weest, rijk aan belevenissen. Na vier rustdagen in het woud
kamp was het tijd geworden om de stap er weer in te zetten. Geolo
gen en alpinisten staken zich in donzen pakken, sherpa's hingen
hun lasten om. Het doel was het meer van Tilicho, in twaalf jaar
niet meer door Europeanen aanschouwd en vanuit dat jaar de faam
dragend van een ijsmeer van adembenemende pracht.
De opdracht luidde: onderweg
geologie bedrijven. Maar dat is
een tijdrovende bezigheid. Toen
de geologenparty op de pas van
Tilicho arriveerde, was het al
donker. De pas zelf wordt ge
vormd door een ijsbult. Daar
achter ligt de gletscher: een la
byrinth van ijstorens en ge
lukkig ondiepe kloven. Wie
daarin terecht komt, is uren be
zig om de enkele honderden me
ters naar de oever van het meer
af te leggen. Terstond na het
overschrijden van de pas moet
men links houden. Dan volgt
een morene-rug, waarop het be
trekkelijk gemakkelijk lopen is.
Peter en Holger van Dookeren Cam
pagne hadden de oever van het meer
juist voor donker bereikt. De sher
pa's zetten er het kamp op en nu
wachtte iedereen op de wetenschap
pelijke werkers. Toen het na verloop
van tijd werkelijk aardedonker was
geworden, besloot Peter hen tege
moet te gaan; zij waren kennelijk
van de weg afgeweken en het gevaar
was niet denkbeeldig, dat zij op de
gletscher verloren zouden raken.
Hoog op de morenerug zag hij over
de gletscher her en der de voor-
hoofdslichtjes van de geologen „juist
of er berggeesten rondzwalkten".
Kennelijk was ook Kalikote, de Nepa-
lese liaison-officier aan wie tevoren
de route duidelijk was uitgelegd, het
spoor bijster geraakt. Vanaf de zij
morene kon Peter de dwalende groep
juist beschreeuwen; „Meer naar
linksen voor de sherpa's; „To
the left
Niet voor Terray
Juist op dit ogenblik doemde uit het
duister rechts de gestalte van
Terray op, die op Peters kreet onmid
dellijk naar links afsloeg en ver
dween. Hij had echter rechtdoor moe
ten gaan; de aanwijzing van Peter
was niet voor hem bedoeld. Nu hij
echter met grote snelheid verdwenen
was, bleef niets anders over dan
maar te vertrouwen op zijn speciale
richting-zintuig, de „pifometer", zo
als hij het zelf noemde. En op Ko-
ranshir, de Gurka-soldaat, die zich
ergens in zijn nabijheid moest bevin
den.
Peter bereikte de geologen na een
half uur. Zij waren hondsmoe en hun
tempo was nog gedrukt omdat zij Ka
likote vrijwel hadden moeten dragen.
De niet al te sterke jongeman had
op 5200 meter last gekregen van
bergziekte. Zijn gelaatskleur was as
grauw geworden en zijn ademhaling
dreigde het op te geven. Geen won
der, want tijdens de beklimming van
de Nilgiri was hij steeds in het ba
siskamp gebleven en derhalve had hij
zichzelf niet de kans gegeven boven
de 4000 meter te acclimatiseren. Te
gen half acht kwam de groep in het
kamp. Dannu had het avondmaal al
gereed. Na de maaltijd dook ieder in
zijn slaapzak. Kalikote sliep onmid
dellijk, als een roos. De overigen la
gen nog wat na te kaarten.
Opeens riep iemand: „Waar is Ter
ra y? Ligt hij soms in de andere
tent?" In geen van de drie bleek hij
aanwezig. Ook Koranshir ontbrak op
het laatste appél. Het was intussen
al tien uur geworden. Hoe het moge
lijk is geweest, dat wij hem niet eer
der misten, moet waarschijnlijk op re
kening van het zuurstofgebrek ge
schreven worden. Er ontstaat dan
een verminderde functie van de her
senen; een zekere zorgeloosheid, een
onvermogen om zich een situatie vol
ledig te realiseren. Een bekend voor
beeld hiervan is opgetekend in de
fouten, die in 1950 de Annapurna-ex-
peditie maakte.
Terray weg, Koranshir weg. De lei
der van de alpinisten én de Gurka, die
van allen steeds de zwaarste lasten
wilde dragen zodat hij vaak meer
dood dan levend in het kamp kwam.
Dan nam hij de houding aan en sa
lueerde
De sherpa's Mingma Tsering en Pin-
chu trokken er op uit. Zij konden alle
kanten uit, maar gingen door stom
toeval de enig goede. Onwaarschijn
lijk hoog tegen een rotshelling ont
dekten zij het zwakke schijnsel van
een bijna leeggebrande batterijlamp.
Daar vonden zij Terray en de verlo
ren drager, gezamenlijk in één tent
zeil gewikkeld en voorbereid op het
ergsteeen stervenskoude nacht
onder de blote hemel. Tegen elf uur
keerden de sherpa's triomfantelijk
met de vermisten terug. Terray boos
op Peter die hem een verkeerde aan
wijzing zou hebben gegeven, Koran
shir huilend van vreugde omdat hij
de nacht niet buiten hoefde door te
brengen. Hij kreeg een extra dons-
vest en de warmste slaapzak die in
het kamp te vinden was. Hij had het
nodig.
Koranshir gewond
Wat was er gebeurd? Terray had
na het passeren van de pas op
Peters uitroep „to the left" snel
een koers naar links gevolgd, den-
Het meer van Tilicho, van liet westen
naar het oosten gezien. Op de voor
grond van rechts naar links de Mo-
renelcam, rechts waarvan de geolo
gen op de gletscher verdwaalden.
'Linksonder ligt het westelijke kamp.
Rechtsom langs het méér gaande be
reikt men op de overliggende oever
het oostelijke kamp. "Op de achter
grond de Grand Barrière, plm. 1000
meter hoog.
(Advertentie)
kend nu wel snel het kamp te zullen
bereiken. Hij verzeilde echter al
gauw in nagenoeg onbegaanbaar mo
renepuin. Strompelend door het don
ker hoorde hij plotseling boven zich
gekerm. Dit bleek afkomstig van
Koranshir, die ver van de juiste route
een lelyke val had gemaakt. De man
was drijfnat van de petroleum, die uit
een opengesprongen blik stroomde.
Hij huilde en was te uitgeput om ver
der te gaan.
Men moet er niet aan denken, wat
hem zou zijn overkomen, wanneer
Terray niet de verkeerde weg had
ingeslagen. Hij zou zeker bevroren
zijn geraakt. Nu inspecteerde de me
thodische Terray snel de bagage van
de drager en vond daarin een tent.
zeil Zij kropen er beiden dicht bijeen
onder en wachtten af. Terray, die al
meer in noodsituaties had verkeerd,
flegmatiek, maar Koranshir ontroost
baar. Na uren kwam de hulpploeg
hen op het spoor.
Wanneer wij Terray later vroegen,
hoe vaak hij bijna een bivak onder
de sterren had beleefd, keek hij heel
zuinig. Maar achteraf kon hij zich
wel voorstellen, hoe zijn vergissing
was veroorzaakt
De volgende dag was voor de mees
ten een rustdag en bood de kans te
genieten van een sprookjesachtige
omgeving. Enkele honderden meters
onder de plaats waar het westelijk
kamp was opgeslagen kabbelde diep
blauw water tegen een strandje van
rolstenen. Enkele torentjes van steen,
opgetuigd met gebedsvlaggetjes we
zen de plaats aan waar bewoners van
het dal sinds talloze jaren hun offers
komen brengen aan de geesten van
het meer van Tilicho. Slechts één
maal tevoren was dit meer bezocht
door blanken: de Franse Annapurna-
expeditie in 1950. Zij brachten een fo
to mee naar huis van een grote be
sneeuwde ijsvlakte het was toen
vroeg in het voorjaar en spraken
van: het ijsmeer van Tilicho. Het
stond toen nog niet op de kaart hoe
wel het toch ruim vijf kilometer lang
is. Wij verwachtten allerminst dit
helder blauwe water aan te treffen,
prachtig contrasterend met de twee
duizend meter hoge gletschermuur
van de Grand Barrière erachter.
Deze dag was het de beurt aan de
geologen om gefilmd te worden tij
dens hun werkzaamheden. Met de ge
ologen-hamer in de hand moesten zij
poseren op filmisch mooie plekjes.
Zoals het vaker gaat: zoek je er niet
naar dan vind je de zeldzaamste din
gen. In het dagboek van De Boov
lees ik over totaal onverwachte
vondsten: zeer typische conglemera-
ten, die vele nieuwe gezichtspunten
geven". De dag tevoren vond hij:
„...graptoliet, een zeer belangrijk
gidsfossiel; volgens ons is dit de eer
ste graptoliet, die in de Himalaya is
gevonden; even later vonden we een
orthoceras, eveneens een uiter- -te
belangrgk fossiel; deze fossielen ge
ven ons nu een ideale gelegenheid om
een idee te vormen van de ouderdom,
althans van een deel, der gesteenten
in de noordwand van de Nilgiri".
Eens ie zeebodem
denkbeeld dat hier op meer dan
5000 meter boven de zeespiegel de
resten werden gevonden van dieren
die zich ophielden op een zeebodem
van, ik weet niet hoevele duizenden
jaren geleden. Ik heb me door de ge
ologen wel laten uitleggen dat het
gebergte zich in de loop der tijden
opgeheven heeft en dat zich juist op
de plaats van de Alpen tot ver voor
bij de Himalayabergketens oorspron
kelijk een trog gevuld inet zeewater
bevonden heeft.
Maar door welke krachten kwam de
ze gebergte-opheffing tot stand
Ook hiervoor hebben de geologen een
verklaring. Hoewel ik moeite heb in
dit grote mysterie te geloven, met
een ammoniet in de hand móet ik er
wel aan geloven. „Wat een heerlijk
vak, de geologie; in zo'n prachtige na
tuur je werk te mogen doen", schreef
De Booy in zyn dagboek.
De volgende dag vertrokken de geo
logen naar „een schitterende ont
sluiting van kalken", en volgden de
klimmers Terray naar het andere ein
de van het meer, waar de oostelqke
Tillicho-pas ligt.
Hij had daar een berg ontdekt van
ruim 6000 meter met een noordwand
die sprekend geleek op die van de
Nilgiri. Daar wilde hij met ons nog
enkele filmopnamen maken. We zou
den langs de zuidelijke oever van het
meer trekken over een enorme glet
scher. die van de Grand-Barriëre af
daalt tot in het meer. Naar schatting
zouden die vijf kilometer afgelegd
kunnen worden in twee uurhet
werden er echter vijf!
Eerst volgden we het stenen strand
je totdat de ijsmassa's ons dwon
gen de gletscher op te klimmen, hon
derd meter dik. Het werd springen
van rotsblok op rotsblok, met een
rugzak van 20 kg. Opeens bleek één
van die stenen met een laagje ijs
bedekt te zijn door het water dat
erover heen gespoeld wasDat
kostte me een natte poot. Genietend
trokken we oostwaarts met afwis
selend de blik gericht op het vredige
blauwe meer en de woeste ysbarrière,
die zich rechts van ons 2000 meter
hoog verhief. We waren laat die
ochtend vertrokken en reeds ver
dween de zon achter de bergketen.
Het werd opeens bitter koud. Nu
bleek hoe onontbeerlijk de duvetpak-
ken zijn, en daarover heen de dons-
vesten, de rendierschoenen en de
dikke, gevoerde canvas handschoenen.
Deze kleding alleen al weegt 6 kg-
Met de zware rugzakken erbij was
het op 5000 meter een zware last, om
mee te torsen. Het tempo zakte dan
ook en het doel leek steeds even ver
verwijderd. Voorzichtig informeerde
ik bij Terray of we niet uit moesten
kijken naar een geschikte kamp
plaats ergens op de gletscher. Hg
bleef echter optimistisch en zei dat
we het einde van het meer zó bereikt
zouden heben. Het was echter don
ker eer we eindelijk de oostelijke
pas bereikten.
De sirdar Wongdhi was ons die dag
met twee uur achterstand gevolgd.
Om zeven uur was hij er nog niet.
Ditmaal kroop Terray uit zijn slaap
zak om een verdoolde de weg naar
het kamp te wijzen. Een uur later
kwamen beiden terug.
De westelijke Tilichopas, 5200 meter
hoog (boven). De expeditie trok van
achter de rotstoren rechts en ver
dwaalde geheel links, op de gletscher.
Zwaar bepakt op weg naar de ooste
lijke oever van het Tilihcomeer (on
der). Links Peter, rechts Holger van
Lookeren Campagne, tweelingbroers.
Zij zijn gestoken in donspakken om
de felle kou buiten te houden.
Veilige hoogte
verd een zeer koude nacht om
dat er Mind op de pas stond.
Vrijwel de gehele volgende dag ble
ven we in de slaapzakken, vlak bui
ten de tent om van de zonnewarmte
te profiteren. Even waagden we
ons eruit, want we konden de ver
lokking om in een onbekend dal te
blikken niet weerstaan. Aan de an
dere zijde van de oostelijke Tilicho
pas lag het roemruchte Menangboth,
waar een jaar tevoren een Japanse
expeditie beroofd was door de be
woners. Eén van onzesherpa's was
daarbij tegenwoordig geweest. Hij
vertelde dat twee expeditieleden ge
vangen werden gehouden totdat een
losprijs was betaald.
Wij waanden ods op 5000 meter
hoogte op veilige afstand en genoten
van het uitzicht naar het oosten-
Daar lagen nog vele toppen van
meer dan 7000 meter te wachten op
toekomstige expedities!
Intussen was Terray's top nog een
respectabele afstand van ons verwij
derd en bovendien door een vrij diepe
insnijding in het terrein van ons ge
scheiden. Terray gaf het plan om
naar zijn film-wandje te gaan op.
Het zou zeker nog eens een dag lo
pen zijn geweest en nogmaals een
verplaatsing van het kamp hebben
vereist en daar restte ons geen tijd
meer voor. We waren al een dag ach
ter op het tydschema dat met Egeler
was afgesproken. Opnieuw hadden
we ons vergist in de dimensies van de
Himalaya
Twee dagen later waren we te
rug in Jomoson, waar de geolo
gen ons reeds opwachtten. Het
avontuur in de bergen was defi
nitief ten einde, en een nieuw
avontuur stond ons te wachten:
de tocht naar de hoogvlakte van
Tibet, naar Mustang, de om
muurde stad van de Maharadja.
Subcommissie uit Congres wenst
91