ER ZIT
MEER
TEKENING
IN
GEEN ELF CENTEN VOOR EEN DUBBELTJE
Huisvrouwproblemen in
de maand 'december
Zaterdag 22 'dec. '1962
Het is voor veel kinderen een
feest. Tekenpedagogèn
spreken wat plechtstatig
over „beeldende expressie" of
„het creatief vermogen stimule
ren". Er zijn diverse studies aan
gewijd, maar de schooljeugd ziet
het een beetje feestelijk: het te
kenuurtje.
De onderwijzer laat tekenpapier
uitdelen en Japans vetkrijt. De
ene keer krijgen de jongens en
meisjes Oostindische inkt, een
ander maal penseel en verf, kleur
potloden, wasco, houtskool.
„Fingerpainting": met je vinger
in de verf roeren en dan op het
papier strepen en vormen teke
nen. De onderwijzer staat voor
zichtig op de achtergrond, geeft
nu en dan aanwijzingen. „Geef
die auto nog maar- een zwarte
lijn, je kan 'm haast niet zien",
„zitten jouw armen ook zo laag
als bij dat mannetje?".
Nette prentjes
Het tekenuur op school is te
genwoordig wel héél wat
anders dan zo'n tien, vijf
tien jaar geleden. Vroeger: nette
prentjes natekenen, een vissers
schip, een vaas bloemen, een lief
landschapje.
Al voor de oorlog is gepeinsd over
vernieuwing van het tekenonder
wijs, zoals over de hele linie van
het onderwijs naar nieuwe wegen
werd gezocht.
Vooral na de oorlog, omstreeks 1950,
is deze vernieuwing doorgevoerd.
Zo kon het gebeuren, dat jongeren
eerst op de lagere school zich nog
moesten wijden aan het natekenen,
maar op de middelbare school te
maken kregen met de „vrije ex
pressie": er werd een plaat ge
draaid, „L'oiseau de feu" (de Vuur
vogel) van Strawinsky bijvoorbeeld.
„Zet je indrukken eens op papièr,"
zei de tekenleraar.
De klankenreeks kwam in abstrac
tie wger tot. uiting, soms ook in con
crete vormen, zoals een vuurvogel.
Er waren allerlei methoden, die ge
leidelijk werden geïntroduceerd:
een gedicht lezen, een verhaal werd
verteld, jazzmuziek gespeeld.
De laatste jaren worden ook wed
strijden in straattekenen voor de
jongeren georganiseerd. In musea
krijgt de jeugd gratis of voor een
klein bedrag papier en penseel. In
...Intense aandacht...
Los komen
„Ze komen op deze manier beslist
los," zegt de heer De Kok. Hij heeft
de akte tekenen en schreef voor
zijn hoofdakte een studie over
„Groepstekeningen". Zijn ervaring
is' dat de didaktiek bij het tekenen
voor de jeugd in iedere streek ver
schillend is. „De jeugd moet in Zee
land hij het tekenen iets meer ge
activeerd worden", meent hij. De
kinderen staan enigszins gespannen
tegenover het tekenpapier, ze kun
nen er niet geheel vrij mee wer
ken."
Dan vindt de heer De Kok ook, dat
driekwart uur tekenen in het weke
lijkse lesrooster te weinig is. Buiten
schoolverband zou ook meer aan het
vrije en toch „geleide" tekenen voor
de jongeren moeten worden gedaan.
Klasjes van omstreeks tien kinde
ren, die het materiaal van de school
krijgen. In één of ander lokaal van
de school moet de jeugd zich kun
nen „uitleven". Leiding: vakmensen
en onderwijzend personeel met te
kenakte.
Het hoofd der school, de heer L. C.
Velthuizen (280 leerlingen onder
zich, 8 docenten totaal) voegt er nog
aan toe, dat df „vrije expressie" op
zijn school vrij ver is doorgedron
gen. „Drie jaar geleden zijn we er
mee begonnen. AI het oude weg,
nieuw materiaal, nieuw systeem,
geen kopiëren." „Het bevalt ontzet
tend goed; het is niet meer van dat
stijve gedoe."
Schiedam begon Pierre Janssen,
conservator van het stedelijk mu
seum (nu afgetreden), daarmee. In
een museumzaal zag men op be
paalde middagen talloze jongens en
meisjes bezig. Het valt allemaal on
der het hoofd „vrije of beeldende
expressie", maar er is altijd een
zekere leiding bij.
Letterlijk
In Goes, in de vierde klas van
de „Prinses Irencschool" heb
ben wij gezien hoe de beel
dende expressie in de tekenles let
terlijk „tot uiting" komt. Zeven
enveertig kinderen in de banken,
met flinke vellen tekenpapier en
doosjes Japans vetkrijt. Onderwijzer
D. de Kok (27), uit Schiedam af
komstig en sinds een jaar op deze
school, staat ervoor. Zijn jeugd in
deze school, die behoort aan de her
vormde schoolvereniging „Het Mos
terdzaad" zal een ongeval uitbeel
den.
Eerst „dramatiseren" de jongens en
meisjes één en ander. Drie jongens
komen naar voren, spelen autootje.
De kinderen noemen onderwerpen:
een heer, die zenuwachtig naar een
telefooncel reiit, een bromfietser, die
wegslipt op een glijbaantje. De
jeugd tekent auto's, mensen, een
straat, verkeerslichten, de één in
felle kleuren, met wat bravour, een
ander wat voorzichtiger.
Uit de tekeningen, die de kinderen
in deze vierde klas maakten naar
aanleiding van het kerstgebeuren, is
de voorplaat voor het P.Z.C.-kerst-
nummer 1962 gekozen. Anneke Ha
melink (9) nit Goes tekende de
aankondiging van Christus geboorte
aan de herders in de velden rond
Bethlehem.
Durven
De didaktiek voor het teke
nen is jgeheel gewijzigd,
i r maar het is in zekere zin
nog een experimenteren", aldus
onderwijzer De Kok. „Wat kun je
precies doen met de leerlingen, wat
kunnen ze zelf aan, tot hoever kan
je gaan?". Het is in-de eerste plaats
een „durven" voor de jeugd. Voor
al groot formaat papier levert nog
wel eens problemen op. Het is daar
om zaak met klein formaat te be
ginnen en langzaam verder te wer
ken. „Ze willen nog wel eens on
deraan op het papier beginnen, de
rand van het papier wordt volge-
tekend, de rest blijft wit." Andere
moeilijkheden: de jeugd gebruikt
soms nog teveel kleur. Het kleur
gebruik beperken is dan een re
medie. De jeugd moet zich nog in
leven, zowel in het onderwerp als
in het gebruik van hét materiaal.
Voordat de jeugd ging tekenen heeft
de onderwijzer het kerstverhaal uit
de bijbel laten lezen. De kinderen
moesten het thuis nog eens nalezen
en onderwerpen voor een tekening
noemen; op het schoolbord werden
die opgeschreven: herders bij de
kribbe, Maria en Jozef laten zich
inschrijven, het kindeke Jezus in de
kribbe met Jozef en Maria erbij,
Maria op de ezel, de wijzen uit het
oosten, de stal met ster, dé vlucht
naar Egypte, de wijzen bij Herodes,
de wijzen ontdekken de ster, geen
plaats in de herberg, paleis van He
rodes, Blijde Boodschap.
Onderwijzer De Kok liet bij het on
derwerp Paleis van Herodes pren
ten van middeleeuwse kastelen zien.
„Zo krijgen ze een bepaalde in
druk. Maar ze "zoeken toch het ge
makkelijkste op.".
De tekenles is gevarieerd. In de
klas hangt naast het bord een me
tershoge geschilderde vaas met fan-
tasiebloemen. De kinderen hebben
in allerlei tinten en vormen een
bloem geschilderd, uitgeknipt en op
geplakt op een papier met geel en
rood. Een groepstekening. De on
derwijzer tekent eerst zelf het on
derwerp en zet dan pas de kinderen
aan het werk: „eerst zelf de moei
lijkheden zien."
In de klas zijn onderwerpen ge
noemd: een fruitschaal, carnaval,
sneeuw, waaruit dan weer komt:
.rijp op de bomen, een ruit die is
gesneuveld bij sneeuwballen gooien
of bij voetballen. De jeugd komt
met eigen onderwerpen: een vraag
„wat is een autokerkhof". Een paar
jongens gaan naar zo'n opslagplaats
toe, vertellen wat ze hebben gezien,
Decembermaand, de kortste maand van het jaar. Zó is het Sinter
klaas, zó is het Kerstmis en dan zijn we alweer aan het eind:
Oudejaar. De tijd vliegt. En het geld vliegt, want het Sinter
klaas-, het Kerst- en Oudejaarsfeest zitten er bij ons zo ingeheid, dat
we ze niet zonder meer voorbij laten gaan. Er moeten cadeautjes ko
men en lekkers, een Kerstboom, een kuiken of kalkoen, een wijntje,
oliebollen en een goeie sigaar.
Waar komt het allemaal vandaan? Van Sinterklaas, het Kerstman
netje, het Oudejaarsvrouwtje? Kom nou. het leven en zeker de decem-
ber-maand is voor deze vage figuren veel'.te reëel. Nee, het is de
huisvrouw die hun taak heeft overgenomen. Zij moet, ook in decem
ber, met haar gewone maandelijkse huishoudgeld toekomen. Hoe
speelt ze het klaar! Ja, hoe?
De kleine beetjes
We vroegen dit een vijftal
Zeeuwse huisvrouwen. Daar
bij bleek in ieder geval dat
ze het klaar spelen, de een met wat
meer moeite dan de ander, ,,'t Moet
wel", zeggen ze. „Je kunt geen elf
centen uitgeven voor een dubbel
tje",,' zoals een Schouwse huisvrouw
het formuleerde.
„Ik neem me elk jaar weer voor
om uit te komen," zucht een Ter-
neuzense huisvrouw, moeder van
vijf kleine kinderen. Voor haar is
de decembermaand behalve een
feest- ook een probleemmaand. „Ik
zie niet op tegen de drukte, maar
wel tegen de financiën. Eigenlijk
zou je van te voren moeten sparen,
maar dat speel ik niet klaar. Er is
immers elke maand wel wat nodig
en dan kom je er niet toe geld opzij
te leggen." Al die extra uitgaven, ze
zit er nog middenin. In november
worden wel wat kleine dingen voor-
uitgekocht, zoals chocolade-letters.
Maar de maand begint eigenlijk al
in november. „Ze zijn ook al zo
vroeg met het schoen-zetten en de
kinderen moeten geld meenemen
naar school voor het Sinterklaas
feest. Zo gaat het maar door. Juist
die kleine beetjes, die doen het,"
merkt ze op. „Ik heb er een hekel
aan om geld te lenen van mijn man,
maar in december komt het er
meestal wel van." Er moet toch een
oplossing zijn. „Bij het bedrijf waar
mijn man werkt wordt de gratifi
catie met Pasen gegeven. Als ze
die nou eens begin december zouden
uitreiken," stelt ze voor.
Gelukkig heeft niet iedereen deze
nijpend* problemen. Een jonge
moeder uit Goes heeft er iets op
gevonden. Ze werkt drie avonden
in de week en verdient daarmee een
extraatje, dat gewoonlijk opgaat aan
kleding. In december komt die bij
verdienste natuurlijk heel goed van
pas. Evenals bij de anderen, gaan
bij haar de grootste uitgaven naar
het Sinterklaasfeest.
Ook zij is van mening, dat de
kleine uitgaven zo oplopen, ,,'t Is
altijd wat op die scholen. Eerst
geld voor het Sinterklaasfeest,
dan Kerstmis, dan een juffrouw
die trouwt en daardoor even la-
Ier een juffrouw die afscheid
neemt. Het is net of ze het alle
maal opsparen voor december."
„Nee, ik spaar nooit van te voren
en neem geen voorzorgsmaatre
gelen. De directeuren zouden dat
eigenlijk wél moeten doen, het
zou niet gek zijn om begin de
cember een gratificatie te krij
gen inplaats van aan het eind,
als al het „leed" geleden is."
Vooruitzien
De huisvrouw uit Schouwen
(die geen elf centen wil uit
geven voor een dubbeltje) is
moeder van twee dochters. Het is
bijna een verademing om met haar
over financiën te praten. Ze heeft
het allemaal zo goed en overdacht
geregeld, dat je je nauwelijks kimt
voorstellen, dat er andere vrouwen
zijn, die er zo'n moeite mee hebben.
Ze is heel degelijk, maar niet in de
nare zin van dat woord. En heel
wijs. „Verantwoord geld uitgeven is
moeilijker dan niet-uitgeven" filo
sofeert ze, „de etalages zijn tegen
woordig zo verleidelijk, maar je
moet er niet aan toegeven."
„December is een dure maand, maar
je weet dat een jaar van te voren
en je kunt er dus een jaar rekening
mee houden. Eigenlijk moet je na
de grote vakantie al beginnen met
de voorzorgen. Vanaf januari moet
je denken aan december. Vooruit
zien en vooruit-zijn." Sinterklaas is
daardoor in staat de twee dochters
flinke cadeaus te geven en het Kerst
mannetje zorgt in het huis te Zie-
rikzee voor een extrt lekker Kerst
maal.
„Als je in december niet uitkomt,
heb je de nasleep in januari en nog
wel langer. En januari is ook al zo'n
dure maand met alle nota's voor
tijdschriften, kranten en dergelijke.
Je moet met een schone lei kunnen
beginnen."
Haar lukt het. Maar ze is een uit
zondering, geloven we.
De sfeer
Geld-moeilijkheden in decern bei-
zijn er ook in het Middelburg
se leraarsgezin met vier kin
deren. De vrouw des huizes is vro
lijk van nature en ze neemt ze
daarom niet zo zwaar. „We maken
veel versieringen en cadeautjes
zelf," zegt ze „het gaat toch meer
om de gezellige sfeer dan om een
overvloed aan dure dingen." Zij is
het ook met ons eens, als we zeggen
dat het Sinterklaasfeest soms wel
een beetje opgeschroefd wordt. Je
kunt er niet aan beginnen om ook
kennissen, buren, vriendinnetjes,
collega's enz. cadeaus te geven. Haar
mening over sparen staat echter
lijnrecht tegenover die van de
Schouwse moeder. „Sparen is dom."
Sparen
Nóg een huismoeder uit Goes, nu
met al wat oudere kinderen. Die
kinderen geloven niet meer aan
Sinterklaas en willen derhalve met
dit feest óók zorgen voor cadeautjes.
Het geld daarvoor moet komen
uit de huishoudportemonnaie.
Nee, toch niet. Deze moeder vond
daarvoor een praktische oplossing.
Waar je ook komt (het is nu een
maal een verschijnsel van deze tijd),
je krijgt overal spaarkaarten en ze
geltjes in de winkels. Deze moeder
spaart de spaarkaarten op en draagt
ze over aan de kinderen, die ze in
de winkel kunnen inwisselen. Geen
extra uitgaven voor haar!
De december-maand is weer
bijna om. De chocolade
letters zijn opgeknabbeld
en de Sinterklaas-ballpoint is al
weer leeg. In het huis hangen de
geuren van gebakken Kerstkran
sen en in de ijskast ligt een dikke
kalkoen geduldig te wachten op
ontdooiing. Een Kerstboom staat
tevreden-glimlachend in een hoek
van de kamer en een flesje rode
wijn schittert, om warm te wor
den, op de schoorsteenmantel. De
maand vloog om. De vrouw des
huizes loopt opgewekt door het
huis, alles gaat op rolletjes, ze
heeft geen problemen lijkt het. En
als zij ze heeft, wil niemand er
over horen. Want in december
praat je daar niet over. Ze mag
hoogstens eens zuchten als ze
kijkt in haar portemonnaie, dat
mag ze wel maar dan in
januari.