ZEEUWSE STATEN IN WINTERZITTING 1 m m 1 DOODSKLOK LUIDT OVER OESTERPROEF IN HET VEERSE GAT - 1 Pleidooi voor vele Zeeuwse zaken: veerdiensten, wegen, schaderegelingen en meer woningen ml COLLEGE VAN G.S. KOMT TOT TRIESTE CONCLUSIE M0T1E-Z0NDER-V00R0VERLEG OVER KRUININGEN-PERKPOLDER 4 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT VRIJDAG 21 DECEMBER 1962 Voor eerste maal één miljoen auto's over Wester schelde in één jaar „DE DOODSKLOK heeft geluid over de oesterproef in het Veersegat" Tot deze trieste conclusie moest het lid van Gedeputeerde Staten, de heer M. J. van Poelje, gistermiddag komen, toen hij antwoordde op de algemene beschouwingen van de verschillende fractieleiders. „En deze doodsklok heeft geluid", zo voegde hij er aan toe, „zonder dat de minister van verkeer en waterstaat dit direct ruiterlijk en ronduit voor zijn verantwoording neemt". De heer Van Poelje stelde, dat Gedeputeerde Staten in het algemeen zeer ge matigd zijn in hun kritiek op ministeriële besluiten, „maar nu overdrijf ik toch niet als ik dit een teleurstellende en nare gang van zeken noem". Hij hoopte dan ook, dat de minister „over dit hikkende v»- ^«stemder plaatse verantwoording moet afleggen". Met nadruk stelde dit G.S.-lid nog, dat „ons ncr ^re berichten bereikt hebben, sinds 1961 toen minister Marijnen in -• bevestigde, dat de oesterproef zou plaatsvinden". Wel bekende h" ->!:ele dagen geleden officieus en vertrouwelijk aan het college war 'Gt er twijfel bestond over de zekerheid van het doorgaan van d.- lemeer achtte hij dit bericht schokkend daar „misschien letterlijk or -I n^enblik in samen werking met technische diensten de laatste hand v/ordt gelegd aan het bestek-gereed maken van de oesterproefinstallatie". „En juist op dit mo ment", aldus de heer Van Poelje, „moeten we uit de krant vernemen, dat de minister voor 1963 geen gelden beschikbaar stelt voor deze proef". „Men zou er wijs aan doen de Auto Maatschappij Zeeland aan te wyzen, om dat dit de onderneming is, die uit alge meen belang het beste kan rijden op dit traject". Uitbreiding centrale „De uitbreiding van de elektriciteits centrale Zeeland zal in een versneld tempo moeten geschieden". Deze be langrijke mededeling deed het lid van G.S., de heer A. J. Kaland. „Metter tijd zullen namelijk twee grote af nemers van de P.Z.E.M. hun stroom verbruik met 30 a 40 procent moeten verhogen", aldus de heer Kaland. Ook zal er dan een betere verbinding moeten komen met de elektriciteits maatschappij van Noord-Brabant. Beide projecten vergen samen een in vestering van ongeveer 50 miljoen gulden. eze mededelingen vormden bovendien een doorslaggevend deel van zijn ant woord op de vraag van drs. Th. Wester hout (p.v.d.a.): „Wat doet U met de grote winst van de P.Z.EJVL". De heer Kaland deelde nog mee, dat er dit jaar een winst wordt verwacht ongeveer ge lijk aan de raming: 4 a 5 ton. Hij wees er voorts nog op, dat de tarief commissie voor een zeer omvangrijke taak staat: „Een vergelijkend overzicht van de tarieven zegt niets, omdat boven dien een vergelijkend overzicht van de kosten nodig is". Hjj schatte dan ook, dat er nog wel een jaar nodig is om alle nroblemen te doorgronden en alles te lecijferen. Op nog een ander punt was dit G.S.- lid weinig ingenomen met een besluit van minister Korthals: het feit namelijk, dat voor 1963 ook nog geen gelden be schikbaar zijn gesteld voor verbetering van de veerhavens aan de Westerschel- de. Het vreemde geval doet zich nu voor, dat Zeeland voor het veer Kruiningen- Perkpolder mettertijd de beschikking heeft over een 100 meter lange veerboot voor het vrachtvervoer, terwijl deze boot nog niet eens kan worden ingezet omdat de aanleginrichtingen onvoldoen de zijn voor dit schip Momenteel wordt het ontwerp voor deze boot reeds gemaakt bij het bu reau voor scheepvaart in Bloemen- daal. „De aanleginrichting in Perk- polder moet echter ingrijpend (totale kosten 22 miljoen) veranderd, ver beterd en vergroot worden", aldus de heer Van Poelje, „en voor 1963 is daarvoor nog geen post uitgetrok ken". Hij wees erop, dat het werk aan deze veerhaven tenminste tweeëneen half jaar zal vergen, „zodat zeker niet voor de tweede helft van 1966 met de grote boot gevaren zal kun nen worden". Enorme toename De heer v. Poelje rekende de statenleden voor in welke mate het verkeer over de Westerschelde bij Kruiningen-Perkpolder zich dan ontwikkeld zal hebben, een pro gnose, die als argument ook voorgelegd zal worden aan de minister van verkeer en waterstaat. „In de periode '55-'60 steeg het verkeer op het veer Kruinin gen-Perkpolder met 82.000 auto's, een stijging van 26 In dezelfde periode steeg de totale Nederlandse verkeers intensiteit echter met 54 aldus de heer Van Poelje. De verklaring voor deze mindere verkeerstóeneming op het veer, dacht hij te zien in de geringe toeneming van economische bedrijven en van het inwonertal. „In vergelijking met heel Nederland steeg het autopark van Zeeuwsch-Vlaanderen dus weinig", aldus dit statenlid. Nu echter de economische ontwikke ling, met name van de kanaalzone van Zeeuwsch-Vlaanderen, een sterke groei laat zien, is ook een sterke toe neming van het verkeer en de bevol king te verwachten. „De prognose voor 1965 is dan ook", aldus de heer Van Poelje, „een toeneming in verge lijking met 1960 van 40 procent: 550.000 auto's. Als men met deze cijfers rekening houdt", beklemtoon de dit G.S.-lid, „kan een spoedige verbetering niet achterwege blijven. Maar als de situatie slecht blijft, zal die prognose natuurlijk ook niet uit komen zo meende hij. Frappante voorspelling Eerder had de heer Van Poelje een frap pante voorspelling gedaan: „Het is vrij wel zeker, dat voor het eerst in de ge schiedenis in 1962 meer dan 1 miljoen auto's door de Westerscheldeveren in één jaar worden overgezet". Het aantal passagiers, dat in 1962 gebruik maakte Voor een heel wat kleiner probleem de kaartjesverkoop bij het veer in Vlis- singen kon de heer Van Poelje een oplossing in het vooruitzicht stellen. Tegen mr. J. F. G. Schlingemann gezegd had: „Je mist in Vlissingen soms de boot, omdat je moet wachten op automobilisten, die eerst nog een kaartje moeten nemen" zei hy: „De parkeerinrichting in Vlissingen heeft de eindfase nog niet bereikt. Zodra Hotel Zeeland weg kan, bestaat de optimale afdoende oplossing mogelijkheid om eer te bewerkstelligen". De Zeeuwse staten hebben giste ren in hun tointerzitting zich weer beraden over vele Zeeuwse pro blemen. Op de voorgrond leden van de V.V.D.- en C M.U .-fracties. (Foto P.Z.C.) of nog zal maken van de Westerschelde veren zal de vier miljoen dicht benade ren. „Cijfers, die de minister toch ook wel iets moeten zeggen over de omvang en belangrijkheid van dit vervoer", al dus de heer Van Poelje. Voor het veer Kruiningen-Perkpolder noemde hij verlenging en verbetering van de „Prins Bernhard" in mei 1963 weer beschik baar niet afdoende. Ook voor de infra-structuur is het ver voer over de Westerschelde van een bij zondere belangrijkheid. In dit verband pleitte de heer Van Poelje, evenals alle fractievoorzitters dit hadden gedaan, voor een vaste oververbinding over de Westerschelde. Want alleen deze ver binding zal een afdoende oplossing bie den. Zolang deze verbinding er niet is, moeten de veerdiensten in verband met het toenemende verkeer in een optimale vorm worden gebracht. Hotel verdwijnt De totale schade ontstaan door de uit voering van het Deltaplan is zo omvang rijk en verschillend, aldus de heer Van Poelje, dat het definitieve resultaat van de commissie ex artikel 8 van de Delta wet (regeling schadevergoeding) nog wel enkele jaren op zich zal laten wach ten. Er is, zo betoogde hij, „wel wat meer vaart gewenst". In dit verband bevreemde het hem, dat de heer J. Hommes (a.r.) de woorden van G.S. over de zogenaam de zelfstandigenregeling „zoetsappig" had genoemd, „we hebben er echt niet zo juichend over gedaan", aldus de heer Van Poelje, „maar het is toch reëel toe te geven nu de re geling ex artikel 8 er nog niet is vast te stellen, dat deze zelfstandi genregeling het zo slecht nog niet heeft gedaan", aldus de heer Van Poelje, die het een „hulpmiddel, dat vele vissers uit de nood heeft gered" noemde. Kies AM. Ook was de heer Van Poelje lichtelijk verbaasd over een uitlating van de heer D. Kodde (s.g.p.), die zich had afge vraagd of de minister wel prijs stelde op een advies van de Provinciale com missie werknemersschade in de visserij cultures. „Deze commissie heeft een drietal adviezen uitgebracht", zo vertel de het G.S.-lid, „over de omscholing, de verplaatsing en de wachtgeldregeling. Nu zou het toch wel vreemd zijn als we de minister eerst gevraagd hadden of hij wel prijs stelde op dit advies. We wil den juist niet passief afwachten, maar zelf met een ontwerp-regeling komen" Over het toekomstige busvervoer over de Oosterscheldebrug, waarvoor momen teel twee gegadigden (R.T.M. en A.M.Z.) zich hebben aangediend, had de heer Van Poelje ook een duidelijke mening: Gasbel Een andere energiebron de gasbel van Slochteren werd door de heer Kaland ook in zyn antwoord betrokken. Hy kon vertellen, dat de minister heeft toegezegd in dit verband ook de belan gen van Zeeland in het oog te houden. „Een handicap voor deze provincie is, dat Zeeland niet één groot gasbedrijf heeft, maar verschillende bedryven, ter wijl we op dit punt toch als eenheid moeten optreden", aldus de heer Ka land. Hy verwachtte, dat in 1968 het aardgas ook Zeeland zal bereiken. G.S.-lid J. M. A. C. van Dongen hield de heer Kodde een hem ongetwijfeld be kend woord uit de Brief van Paulus voor: „Onderzoekt alle dingen en houdt het goede". De heer Kodde had namelijk gezegd gereserveerd te staan tegenover de commissie, die een studie wijdt aan de inpoldering van het Land van Saeftinge. „Onderzoek, onderzoek, onderzoek", dreunde de heer Kodde, „maar het resultaat blijft meestal uit". De heer Van Dongen had echter alle vertrouwen in deze commissie, die zich onder meer voor de vraag gesteld ziet, waar de dijken-op-dëltahoogte rond dit land moeten komen. Enkele fractieleiders hadden de algeme ne bekendheid van het Zeeuws Studie fonds in twijfel getrokken. „Als ik de aanvragen zie, dan trek ik die opmer king in twjjfelaldus de heer Mes, die het altijd weer tegenvalt te moeten ervaren, „dat verschillende schoolhoof den de circulaires van het studiefonds niet ter kennis brengen van hun leerlin gen, maar ze achter de klok op de schoorsteen steken en laten zitten". G.S.-lid jhr. mr. T. A. J. W. Schorer merkte bij het onderwerp „ruimtelijke ordening" op, dat een streekplan geen keurslijf is en niet tot „bevriezing" aan leiding geeft. Hij wees erop, dat de be zwaarschriften tegen het streekplan Schouwen-Duiveland nog in voorberei ding zijn en dat hij dus ook niet kon ingaan op bepaalde bezwaarschriften, die door woordvoerders waren genoemd. Van de breedopgestelde recreatiecom missie verwachtte hy in het voorjaar een rapport te ontvangen. In dit rapport worden de economische aspecten van de recreatie vermeld, voorts geeft het een prognose, verschillende vormen van re creatie worden onderzocht, accommoda tie en aanleg van terreinen worden in het rapport betrokken. Bovendien wordt aandacht geschonken aan grondverwer ving, waarbij ook grondspeculaties be zien worden. In dit verband deelde de heer Schorer mee, dat nieuwe gegevens en motieven voor G.S. aanleiding zijn de instelling van een grondbedrijf op- w onder ogen te zien. Geen vertraging Met klem stelde dit G.S.-lid nog eens, dat het uitblijven van de bijdragenwet niet vertragend werkt op verschillende projecten: „Overal kunnen die tot stand komen met voorschotten. Overigens be treuren ook wij het uitblijven van die wet", zo betoogde de heer Van Dongen. Dit G.S.-lid voorzag betere verbindin gen tussen Tholen en Midden-Zeeland als de Oosterschelde eenmaal is afge sloten. Hij zegde voorts toe bij de mi nister te zullen blijven hameren op ver beteringen van de rijksweg 58. G.S.-lid mr. dr. A. J. J. M. Mes had geen pessimistische ver\vachtingei van de watervoorziening voor de be dryven in het Zuid-Sloe. „Er zou nu 500.000 kubieke meter kunnen wor den geleverd", betoogde hij, „en on getwijfeld ook 5 miljoen kubieke me rer rils er chemische bedrijven ko men". Wel moeten in dit laatste ge val aparte werken worden aangelegd, „maar zo erg is dat niet, want de fa brieken staan er per slot ook nog niet". Natuurlijk: ook in de staten werd verschillende zijden gevraagd „een tip van de sluier van geheimzinnigheid op te lichten over de vestigingen in het Zuid-Sloe". De heer Mes zei er dit van: „Niet wij zijn geheimzinnig, maar de bedrijven. Inderdaad zijn er onderhan delingen in een vergevorderd stadium, maar de industrieën vinden het niet prettig, dat nu het nog zo lang kan duren eer de bedrijven gesticht worden nu al wereldkundig wordt gemaakt, dat zij zich hier gaan vestigen". Uitvoerig beschreef de heer Schorer de taak van het Bureau Ontwikkeling: ,Het bureau werkt zelfstandig, direct Andere waterstaat Over de beheersvorm van het Zuid- Sloe liet de heer Mes weten: „Het wetsontwerp gaat in de richting van een vorm als net havenschap Delfzijl. Maar het kon nog wel even duren én intussen moeten wy de bevoegdheid hebben grond uit te geven. We heb ben wel eens de indruk, dat de vroe gere rijkswaterstaat mee wilde spe len in dit industriële spel van hel uitgeven der gronden. Waarschijnlijk komt er nu een verandering in het gety". Voorts deelde de heer Mes nog mee, dat voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen een Trenswijziging in studie is. Hij zegde toe Je opmerkingen over het onderwijs, met name over het onderwijs aan bepaalde g jsjter I V 1 I i Koustaten willen verhuizen De statenleden zaten gisteren te rillen van de kou: tengevolge van de werkzaamheden aan de nieuwe commissariswoning functioneerde de toevoer van de warme lucht niet. Inplaats van „warmte" werd „kou" de zaal ingeblazen. Het was zelfs zo erg, dat maatregelen wer den getroffen om zonodig vandaag naar Hotel De Burg te verhuizen. De Rijksgebouwendienst zou ech ter trachten het euvel te verhel pen. (slechtziende en -horende kin teren) ter harte te zullen nemen. De heer Kodde, die had gesproken over sportverdwazing en pretmakerij, kon hg meedelen, dat in het kader van de sociaal-culturele infrastructuur voor de sport alleen gelden beschikbaar gesteld voor zwembaden en enkele kleedkamers. De uitkeringen, die voorts voorgesteld zijn, komen ten goede aan kruis* en wijkgebouwen, het cultureel centrum in Terneuzen en de Schouw burg in Middelburg. Achter de klok Uitvoerige taak DRS. TH. WESTERHOUT onder Drees vroor het niet... (Foto P.Z.C.) Jisteren waren de provinciale staten van Zeeland bijeen ter be handeling van de begroting voor 1063. Hier een overzicht van de statenzaal, terwijl drs. Th. Wes terhout (p.v.d.a.) zijn algemene beschouwingen houdt. (Foto P.Z.C.) onder de griffier. Het bureau houdt zich bezig met een coördinatie van de be stuurlijke aspecten van alle afdelingen. Veelvuldig zal er dan ook een staf be spreking ziin met de chefs van de pro vinciale afdelingen en diensten. Voorts zal het bureau ae secretariaten waarne men van verschillende commissies, zoals bijvoorbeeld van de recreatiecommissie. Ook zal het bureau contact, als het e tweerichtingsverkeer, onderhou den tussen de werkgroep Deltazaken en de griffie. Daarnaast houdt het bureau zich bezig met het contact met de minis ters en met public relations". In dit ver band deelde de heer Schorer nog mee, dat cr in het voorjaar een „ontwikke lingsdag Zeeland" zal komen. De heer Schlingemann had eerder een nleidooi gehouden in de commissie uit- ireidingsplannen ook het bedrijfsleven bedrijven, horeca en handel) te betrek- een. De heer Schorer wees er echter ip, dat deze commissie geen uitbrei dingsplannen maakt, maar slechts onder ogen krijgt voor het uitbrengen van ad vies. Voordien is ook al contact opge nomen met het bedrijfsleven. Geïnformeerd was ook naar de werk zaamheden van ir. F. Q. den Hollan der. „Het is een groot belang, dat we een persoon als ae heer Den Hollan der aan onze zijde weten", zei de heer Schorer, die er meer niet over kon zeggen. Uitvoerig schetste G.S.-lid J. van den de financiële positie van de provin cie. Ter illustratie vertelde hij onder meer, dat de uitgaven van verschillende provinciale diensten met name door de salaris- en loonmaatregelen met 13 pro cent z(jn gestegen, terwijl er slechts een stijging van 6 procent is van de alge mene middelen. Hoewel de financiële po sitie dan ook is verzwakt, noemde hjj het toch verheugend, dat de begroting sluitend was, ook al is de post onvoor- dan gering. Met klem wees hij er nog op, dat niet over reservefondsen is beschikt om de begroting sluitend te maken. Commissies Inderdaad zal G.S. zich beraden over het instellen van commissies van bij stand. „Maar er mag niet uit het oog worden verloren, dat het commissies van voorbereiding zijn", aldus de heer Van den Bos, die erop wees, dat door deze commissies de staten meer betrokken kunnen worden bij het provinciaal be stuur. Dit G.S.-lid wees er nog op, dat de commissie voor het onderwijs bijvoor beeld het probleem van het onderwijs Schlingemann: „Prijs voor propagandist" Van Poelje: Aanvaarding is steun mits meerderheid Gedeputeerde Van Poelje betoogde namens het college, dat dit de aan vaarding van de motie zou beschou wen als een steun, mits echter het stuk een grote meerderheid zou ver- De woordvoerder van de P.v.d.A. kwam tydens zijn betoog met een motie voor de dag over de situatie op het veer Kruiningen-Perkpolder. Hij vroeg daarvoor de steun van de an dere fractievoorzitters. De K.V.P.-af- gevaardïgde Verdonk bleek wel be reid om er zijn steun aan te geven, maar bij de andere woordvoerders waren enige bedenkingen. Die beden kingen gingen blijkbaar niet zozeer tegen de bewoordingen van de motie, dan wel tegen de manier waarop de heer Westerhout haar aan zijn colle ga-fractievoorzitters had meegedeeld, namelijk zonder vooroverleg. Zo zei de antirevolutionaire spreker J. Hommes: „Vroeger was het de ge woonte in deze staten dat over der gelijke algemene moties tevoren overleg werd gepleegd tussen de fractievoorzitters*'. En mr. J. F. G. Schlingemann van de V.V.D. deed nogal Ironisch. Hij verklaarde: „Mijn mond Is opengezakt tijdens het be toog van de heer Westerhout uit be wondering voor deze beroepspoliti cus. Van mij krflgt hij de prijs van de beste propagandist voor eigen zaak, zoals ook sommige marktkooplieden een prijs kunnen verdienen Enkele malen heeft de heer WesterhouT ge sproken over „mijn motie" en hij moet dan ook maar zien wat er met „zijn motie" gedaan wordt"Ove rigens maakte de heer Schlingemann drs. Westerhout een compliment voor de voortreffelijke opbouw van zijn betoog en sloot zich op vele punten (recreatie, industrieontwikkeling, wo ningbouw en...) bij hem aan. aan slechthorende en -ziende kinderen kan nagaan. „Wy zullen dit onderwas Ier in studie nemen en er te zijner tijd op terugkomen", aldus de heer Van den Bos. Met bezorgdheid hadden vele sprekers gewaagd van het suhsidiebeleid en met name van de voortdurende stijging. De heer Van den Bos wees er nog weer eens op, dat begin volgend jaar de sub sidieverordening onder de loep zal wor den genomen en zal worden herzien. De tekst van de motie luidde: Pro vinciale Staten, kennis genomen heb bende van de mededelingen van G. S. omtrent de veerverbinding Kruinin- fen-Perkpolder met Gedeputeerde taten van mening, dat dc huidige outillage van genoemd veer onvol doende moet worden geacht voor de groeiende vervoersbehoefte, van oor deel, dat verder uitstel van de ver betering van deze outillage onver antwoord moet v/orden geacht en remmend werkt op de ontwikkeling van Zeeuwsch-Vlaanderen, spreken als hun oordeel uit, dat de regering op korte termijn maatregelen dient te treffen om het tempo van de ver betering van de outillage van het veer Kruiningen-Perkpolder op te voeren, verzoeken Ged. Staten deze uitspraak ter kennis te brengen van de ministers van verkeer en water staat en financiën. Advertentie „Vuurgevecht" over bouwbeleid De woordvoerders van de verschil lende fracties hebben gisteren in de provinciale staten duidelijk hun ontstemming kenbaar gemaakt over het plotselinge bericht, dat voor 1963 geen gelden zijn uitge trokken voor de oesterproef, waar mee het einde van deze proef wel in het zicht lijkt. Voorts pleitten zij voor vele zaken: onder andere meer woningen voor Zeeland, ver betering van de veeroutillage van de Westerscheldeveren, een spoe dig begin van de verbetering van de veerhavens Kruiningen-Perk polder, een duidelijker overzicht van het subsidiebeleid en meer vaart achter de verbetering van de rijksweg 58. De eerste spreker was de woordvoerder van de P.v.d.A., drs. Th. C. Westerhout. Deze hield met name een uitvoerig be toog over de ontwikkeling van de pro vincie, daarbij een aantal concrete pun ten aanstippend. Publiciteit: We moeten zorgen in de publiciteit te blijven, zoals ook anderen bijvoorbeeld Rotterdam doen. Bo vendien zijn relaties nodig. „Ga daar om eens praten met een gemeentebe stuur van Rotterdam, zoiets is nodig en nuttig", luidde zijn advies. Industrie-adviseur: Hoe zit het eigenlijk met het werk van dr. ir. Den Hollander. We hebben geen behoefte aan een fraaie vlag, die geen lading dekt. Documentatiemap delta zaken: De do cumentatiemap is destijds zo goed ont vangen. Waarom is die niet meer voort gezet? Ontwikkeling Westerscheldebekken. Wat is de taak van de daartoe door minis ter Korthals ingestelde commissie? Spelen Ged. Staten voldoende mee als het gaat om bepaling van prioriteiten. Sluiten de provinciale werken op tijd aan op die van het rijk, zoals bijvoor beeld In de kanaalzone. Wanneer komt er iets uit dc trage gang van zaken rond de beheersvorm Sloeplan te voor schijn? Wanneer Is de weg Vlissingen naar dit plan gereed? Platteland: Wjj moeten niet alle activi teiten richten op de kernen, maar ook op het platteland. Do industrialisatie in de kernen slaagt pas dan als ook het platteland tot ontwikkeling komt en omgekeerd. STREEKPLAN SCHOUWEN-DUIVE LAND: Het is een verdrietige zaak, dat er in deze provincie een kamer van koophandel is, «ie een bezwaarschrift in dient tegen liet streekplan Schouwen, waarin liet zelfs heet: neem dit plan te rug- Een dergelijke vraag getuigt van veel onbegrip voor de overheidstaak in Nederland, waar zo zuinig mogelijk met de grond moet worden omgespron gen. Het adres van het Landbouwschap over dit streekplan is veel constructie ver en steekt gunstig af bij de destruc tieve benadering van de kamer van koophandel. Energievoorziening: is de grote winst reservering van 'de P.Z.E.M. wel ver antwoord? Moet niet een groter bedrag aan de provincie worden afgestaan dan wel gebruikt worden voor de herziening Het is te betreuren dat de vergelijking met de tarieven van andere provincies een langdurige studie blijkt te zijn. arom is die lange tijd nodig? Zoetwatervoorziening: In Zeeuwsch- Vlaanderen is men diligent ten aanzien dit punt (spaarbekken) maar hoe is het in overig Zeeland. Er zijn drie bedrijven in Midden-Zeeland. Is de zoet watervoorziening wel voldoende ge waarborgd Onderwijs: Laten Gedeputeerden vooral aandacht schenken aan speciale oplei dingen, die hier ontbreken, zoals b.v, een tekenacademie. Recreatie: het ware wenselijk dat Ge deputeerde Staten een „facctplan" op stelden, waarin de bestemming van sub sidies en eventuele reservering van gronden is aangegeven. Ged. Staten willen niet aan een „provinciaal grond bedrijf" om de grondspeculaties tegen te gaan. maar in Zuid-Holland is voor dit doel een miljoen aangevraagd. OESTERPROEF EN SCHADEREGE LINGEN. De houding van de minister is bedroevend. Er is hier sprukc van een schandalige gang van -zaken. Verbindingen: Is het plan voor een vas te verbinding Beveland-Tholen van de baan De toestand op het veer Kruinin gen-Perkpolder is onaanvaardbaar. Hier dient een uitspraak van dc staten te komen. (Zie slot pag. 6 kol. 3) Advertentie)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1962 | | pagina 4