PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT PRINSES WILHELMINA BIJGEZET Indrukwekkende witte stoet trok naar „Ik ben met U tot de voleinding der wereld...." Ontroerende en sobere dienst in Nieuwe Kerk van Delft ZEEUWEN ALS EREWACHT KOUDE EN TELEVISIE HIELDEN VELEN THUIS j^antliin Je maintiendrai Het koninklijk gezin in de Nieuwe Kerk Aankomst van vorstelijke gasten Kerstboodschap over prinses Wilhelmina DÉFILÉ LANGS DE GRAFKELDER 205e jaargang - no. 291 WAARIN OPGENOMEN DE MIDDELBURGSE, VLISSINGSE, GOESE, BRESKENSE COURANT EN VRIJE STEMMEN Directie: F. van de Velde, F. B. den Boer en W. de Pagter. Hoofdredactie: W.Leertouwer en O. A. de Kok. Abonnementsprijs 62 cent per week, 8,00 perkw.; franco per post 8,25 p. kw. Losse nummers 15 ct. Bureaus: Vlissingen. Walstraat 58-60, tel. 2355 (b.g.g. red. 3508/3546, adv. 3647/3643); Middelburg: Markt 61, tel. 3841 (b.e.g. red. 2078/3169, adv. 2375); Goes: Gr. Markt 2, tel. 6140 (b.g.g. red. 7853, adv 5213); Oostburg: tel. 2395; Tenieuzen: red. tel. 2116. adm. tel. 2911: Zierikzee: red. tel. 2425, adm. tel. 2094. Adv.pr. 27 ct. p. mm. Min. p. adv. 4,-. Ingez. med. 3 tarief. Kleine adv. (max. 8 regels) 25 ct. p. regel (min. 1,25). „Brieven bur. van dit blad" 25 ct. meer. Giro 359300 P.Z.C., Middelburg. Maandag 10 dec. 1962 Fotoreportage op pagina 3 (Van onze verslaggever) ZATERDAGMIDDAG om vijf minuten over half twee is Willielmina Helena Pauline Maria, prinses van Oranje-Nassau, van 1890 tot 1948 koningin der Nederlanden, op de schouders van acht dragers afgedaald in de koninklijke grafkelder in het koor van de Nieuwe Kerk te Delft. Kort tevoren, terwijl het orgel zacht speelde, hadden kadetten de Nederlandse vlag weggenomen van de een voudige houten kist, waarna de dragers in het uniform van het kroondomein langzaam het stoffelijk omhulsel van de geliefde vorstin naar haar laatste rustplaats droegen. Langzaam ook volg den koningin en prins, gevolgd door de prinsessen. Aan het begin van de trap, die toegang tot de kelder geeft, bleef koningin Juliana, de linkerarm op de steunende arm van de prins, een ogenblik roer loos staan, tot de blanke kist met koperen naamplaat in het kleine voorportaal van de kelder tussen de terzijde geschoven grijsgroene gordijnen naar binnen werd gedragen. Daarna daalde ook het koninklijk echtpaar, gevolgd door de vier, in ontroerend-wit gaan de kleindochters af in het gewelf, waar de dragers, enkele meters achter de kelder waarin de resten van Willem de Zwijger liggen opgebaard, de stoffelijke resten van prinses Wilhelmina plaatsten naast die van haar in 1934 gestorven echtgenoot. Tijdens de bijzetting in de Nieuwe Kerk te Delft werd aan twee Zeeuwen een bijzonder eervolle taak opgedragen. Deze twee Zeeuwen waren de adjudanten- onderofficier van de koninklijke marechaussee J. A. Meeuwsen, brigadecommandant te Hansweert en J. Bos, brigadecommandant te Sluis. Zij hebben gedurende de ge hele plechtigheid ais erewacht ge fungeerd bij de ingang van de grafkelder in de Nieuwe Kerk. De beide adjudanten waren hier toe uitgenodigd, omdat zij de eni ge twee nog in actieve dienst zijn de marechaussee-onderofficieren zijn, die in de oorlogsjaren in het Engelse Maidenhead waren belast met de veiligheid van de toenmali ge koningin Wilhelmina. Op dat ogenblik verbrak het hoge orgel de bijna tastbare stilte en vie len meer dan 2500 stemmen in de Nieuwe Kerk in met het welhaast juichende lied van de Noorse dich ter E. Edmund Hewitt „De zon schijnt in mijn ziel vandaag, het donker is gezwicht". De bijna tast bare weemoed, welke de kerk over- De verwachting dat de dienst daar door ook eerder een aanvang zou nemen werd echter niet vervuld. Ge durende bijna een half uur bleven terwijl de kransen die in de stoet waren meegebracht door een zij-in gang werden binnengedragen de duizenden ogen in de doodstille kerk gericht op ae hoge donkere deuren, totdat om half een precies, het orgel het opstandingsgezang inzette; „Ont waakt gy die slaapt en sta op uit doön". lichte kist van de katafalk kansel omhoog werd getild, werd door de overrompelende blijheid van dit Noorse lied als het ware wegge vaagd. Zoals de nu uit het midden van haar volk heengegane prinses het ook heeft gewild, toen zij de wens had geuit dat dit lied, dat haar zelf in de dertiger jaren zo had aan gegrepen, in deze minuten zou wor den gezongen. Voor wie het nog niet ten volle zou hebben aanvaard na de woorden van de beide predikers, ds. J. F. Berkel en pasteur G. For get, moest dit lied elke twijfel weg nemen, over de zekerheid waar de Kou on televisie hebben zaterdag ver prinses is heengegaanEn aard moedelijk velen thuis gehouden. Toen openden zich de deuren en werd achter een ere-escorte van le den van de hofhouding de kist, ge dekt door de driekleur binnengedra gen. Gevolgd door een koningin, drie koningen en een regerend groother togin en vele verwanten. De gehele dienst, die daarop volgde getuigde van het opstandingsevangelie. De preek van ds. Berkel over Mattheus 28:20 sloot daarbij aan. Een doodse stilte hing in de kerk, toen nadat twee coupletten uit het Wilhelmus waren gezongen „Mijn schild ende betrouwen" en „Oorlof mijn arme schapen" de Waalse hofprediker, pasteur Forget, op zachte toon het Franse gebed zei, waarin hij de volle betekenis van het geloof van de overledene in haar vele aspecten in zo innige woorden tot uitdrukking bracht, dat vooral de koningin er zichtbaar door ontroerd werd. In dat moeilijke ogenblik sprak met een warm gebaar prinses Beatrix haar moeder de sterkte toe die zij toen scheen te behoeven. (Van onze verslaggever) en hemel lacht mij toe, want Jezus is mijn licht". Het gelaat naar heel ver omhoog geheven, trad nu het wegvloeien van de laatste orgelklanken, de ko ningin, nog steeds dicht naast de prins gaande, weer in de door een zacht zonlicht dat door de hoge ra men stroomde, bijna warm verlichte kerk, om met zichtbare overgave in te stemmen met de lofspalm, waar- - -gel Waarschijnlijk zijn ook velen afge schrikt door de strenge verkeers maatregelen rond de route van de politie. Bij een wat betere weersge steldheid, zo menen verkeersautori- teiten, zou het aantal belangstellen den langs de route in Den Haag ze ker het dubbele zijn geweest. Nu bleef men veelal bij de kachel en het televisieapnaraat, behoudens de dap peren, die kou en gladheid trotseer- rugkijken op de gebeurtenissen van zaterdag, vonden de politieautoritei ten in Den Haag, Rijswijk en Delft het bijzonder moeilijk om een ra ming van de drukte te geven. In Den Haag zei men; „We weten het be slist niet, het is zeermoeilijk te schatten, omdat dit voor ons allen heel nieuw was. We weten alleen, dat tussen het palcis aan het Voorhout en het Buitenhof, dezelfde route dus als van Prinsjesdag, veel en veel minder menseii op de been waren als op Prinsjesdag". ifspal iets uitgelopen dienst werd De uitgebreide verkeersmaatregelen die beëindigd, „Zijn naam moet eeuwig eer ontvangen". Na vervolgens de zegen te hebben ontvangen van ds. Berkel verrezen do leden van de koninklijke familie uit hun zetels tegenover de kansel, om, voorafgegaan door de twee hofpredikers, de commissaris van de grafkelder en enkele hoffunctio narissen. en gevolgd door de vorste lijke gasten, de kerk te verlaten, ggfefl *S«£bm d°ae Er in Delft waren genomen, zijn achter af gezien niet nodig geweest: de drukte is ver beneden de verwach tingen gebleven. Ook in Delft hebben velen kennelijk de voorkeur gegeven aan het volgen van de reportage via televisie of radio boven een verblijf langs de route van de rouwstoet. Van de parkeerplaatsen werd slechts een klein deel benut. Langs de route kon men kort voor de stoet arriveerde bijna overal een plaats vinden. ventien uur lang koude en vermoeid heid heeft getrotseerd om een plaats zo dicht mogelijk bij de hoofdingang van de Nieuwe Kerk te hebben. Het was mevrouw Van Uden, die reeds vrijdagavond om zeven uur een plaats had ingenomen. Zij had daar ook in 1934 bij de begrafenis van koningin Emma en van prins Hen drik de aankomst van de rouwstoet bijgewoond. Behalve de leden van Ook zondag, toen men had kunnen te- BIJNA DRIEDUIZEND BEZOEKERS. Bijna drieduizend mensen waren bij deze vermoedelijk eenvoudigste van alle uitvaartdiensten der Oranjes vertegenwoordigd, de meesten door koningin en prins uitgenodigd op persoonlijk verzoek van prinses Wilhelmina. Behalve de leden van het kabinet, van beide Kamers der Staten-Generaal, Raad van State en andere hoge colleges, vooral talloze vertrouwden van de laatste jaren, mannen en vrouwen uit het verzet en mensen uit de wereld van kunst en cultuur. Onmiddellijk achter de zetels van de leden van het koninklijk gezin, zat prinses Wilhelmina's vertrouwde se cretaris Thijs Booy, te midden van andere leden van de kleine gemeen schap van Het Loo- Ergens achter de hoge, lichte natuurstenen zuilen, zaten de dichter Roland Holst, de verzetsstrijder H- M. van Randwijk, de bedremmelde en ontroerde pete kinderen van Wilhelmina, de popu laire Mies Bouwman. Allen waren verrast toen veel eerder dan verwacht, de zware slagen van de bijna vier eeuwen oude bourdon in de hoge toren van de Nieuwe Kerk, om twaalf uur precies, plotse ling zweeg ten teken dat de koets niet het stoffelijk overschot voor de hoofdtoegang van de kerk was aan gekomen. Om dertien minuten voor tien was zaterdag de uitvaart vanaf het paleis aan het Lange Vqor- hout in Den Haag begonnen. Even tevoren had het be trekkelijk weinige publiek dat hier tussen de hekken stond, met eerbied gadegesla gen, hoe de eikenhouten kist in de witte rouwkoets weid geplaatst. Vanuit de met zil ver afgezette kroon van deze wagen werd de nationale -lag over het stoffelijk overschot van de prinses gedrapeerd, liet rood voorop. Schout-by-nacht H. A. W. Goossens plaatste het Grootkruis Militaire Wil lemsorde op de kist. In de stilte, die na het spelen van het Wilhelmus was gevallen, trad de koninklijke familie naar buiten. De koningin in een xvit trois-piece met herme lijnen kraag en wollige witte toque, de prins in het groot gala-uniform van generaal der mariniers. Zy stapten snel in hun rijtuig. De prinsessen eveneens in witte mantels en volgden de vorstelijke Terwijl van het Malieveld en het vliegveld Ypenijurg dof de minuutschoten klonken, zette de stoet zich In beweging. Aan de kop en achterin in to taal een achttal militaire deta chementen. In het midden de witte koets, waaraan gehecht een anderhalve meter hoge krans van het voormalige Ne derlandse verzet. Een indrukwekkend beeld: de hoge blanke koets met pluimen op de hoeken, de ruiters, het kleurrijke cere monieel, waartussen de eigentijdse soldaten die met een walkie-talkie de ver bindingen onderhielden een merkwaardig anachronisme vormden. Op het Rijswijk- seplein traden de acht ka merheren uit, die ter weers zijden van de lykwagen hadden gelopen. Hier, in het open land en over de autoweg, begon de tocht naar Delft. DELFT Even voor twaalf uur begon de grote luidklok in de Delft- se toren te beieren. Koningin- Juliana en prins Bernhard stapten onmiddellijk na de aankomst uit hun koets, die achter de bloemenwagen was blijven staan, links voor de in gang van de kerk. Zij liepen, strak voor zich uitkqkend, naar het voorportaal, gevolgd door de vier prinsessen: twee aan twee. Iedereen op het plein ontbloot te het hoofd toen de kist werd ingedragen. Op dat moment zweeg de klok het werd zo stil, dat het leek alsof ieder een de adem inhield. Hierna arriveerden de vorste lijke gasten. Ze waren niet zoals in de bedoeling had ge legen komen lopen vanaf het stadhuis. De markt werd in verband met de snijdende kou overgestoken in hofauto's. Met bijna drieduizend landgenoten heb ben wfl ons zaterdag in de Nieuwe Kerk van Delft rond de baar van ko ningin Wilhelmina geschaard en met hen hebben wij afscheid genomen van haar, die een mensenleven het koningschap over ons land heeft uitgeoefend. Het waren aangrijpende ogenblikken. Temidden van afgevaardigden uit alle lagen der bevolking werd hier een vrouw- ten grave gedragen, die haar taak als leidsvrouwe der natie had gezien als een heilige roeping, die gesterkt door een onwrikbaar geioof, overeenkomstig die roeping had geleefd en gewerkt. En naar wij allen erkennen: tot heil van land en volk. Een vrouw met een groot en nobel karakter, die het symbool was van een tijdperk, symbool ook van de vrnheids- drift der Nederlanders. Dit afscheid heeft allen, die zaterdag in de Nieuwe Kerk bijeen waren, diep ontroerd. Met gebogen hoofd groette men nog eenmaal de oude koningin terwijl zij langzaam grafwaarts werd gedra gen. „Een veeleisende, maar rechtvaar dige en waarachtige moeder" karakteri seerde de Waalse predikant Forget haar zaterdag. In de afgelopen week was zij „moeder des vaderlands" genoemd. Daarom was er bij alle droefheid tevens een sterk nationaal besef: het scheen zelfs alsof de grenzen van de tijd ver vaagden en men zich verbonden wist met velen uit de geschiedenis van het land. In deze kerk immers was men bijeen rond de tombe van de Oranjes, rond het geopende graf van de grondlegger der Nederlandse natie, rond de laatste rust plaats van vele grote en minder grote leiders van ons volk. Als een herinnering aan die eerste dagen van de onafhankelijk heid klonk van de kansel het Evangelie in de Franse taal, een traditie terug gaand tot de Hugenoten-prinses Louise de Coligny, die haar leven stelde in dienst van Willem van Oranje en het Nederlandse volk. Er was zaterdag nóg een herinnering aan dit eerste uur van de natie: de samenzang van Aldegondes oude prinsenlied: „Mijn schild ende be trouwen". En als zo vaak in de geschie denis van ons land en van deze kerk droeg men nu ook een Oranje graf waarts, die in bewogen dagen voor land en volk een lichtend voorbeeld was ge weest. Dit alles, deze ogenblikken van histo rische bezinning, van nationaal besef en van droefheid, waren als het ware gebed in de strakke, sobere liturgie van de vaderlandse kerk. Het is bekend gewor den, dat het de wens van de overleden koningin was, dat haar uitvaart „Neder lands" zou zijn. Welnu, deze plechtig heid was zo Nederlands als maar moge lijk. Er was echter meer, zaterdag in de Nieuwe Kerk van Delft. Meer dan nationaal besef. Meer dan droefheid om dit verscheiden. Bovenal was er in dit godshuis waar duizenden witte bloemen alle tragische accenten sche nen weg te nemen een sfeer van blijdschap en rotsvast geloofsvertrou wen, imponerend ook voor diegenen, die de overleden koningin in haar overtui ging niet kunnen volgen. Alles tijdens deze dienst sprak van haar sterke ge loofsleven, alles ademde de geest van het Schriftwoord, dat zegt: .,Wij hebben hier geen blijvende plaats". Deze bijzet ting was in wezen een getuigenis. De blijdschap overheerste. Zy uitte zich vooral toen orgel, bazui nen en de duizenden rond de overleden koningin samen de jubelende zang inzet ten: „A Toi la gloire", aan U de over winning. Simpele woorden op de indruk wekkende melodie, die Handel eens schreef in één van zijn oratoria als een zegezang voor het oude Israël. In deze geest nu is overeenkomstig haar wens zatetdag afscheid geno men van koningin Wilhelmina. Daarom willen wij deze korte notities afsluiten met de woorden, die de Waalse predi kant zaterdag uitsprak aan het slot van zijn gebed: „Haar lichaam gaat thans ter ruste tot aan de dag der opstanding. Haar geest echter blijft in diegenen, die bouwen op Gods trouw en genade, en die wachtend op het uur van het grote weerzien beloven: Je maintain- drai, ik zal handhaven". De dienst in de Nieuwe Kerk werd geleid door twee predikanten, na melijk de Apeldoornse hofprediker ds. Berkel en de Waalse hofpredi ker, ds. Forget. Ds. Berkel hield de predikatie, namelijk over de tekst Mattheus 38 vers 20: „En zie, ik ben met U al de dagen tot de vol einding der wereld". In zijn preek getuigde ds. Berkel van Gods lei ding in het leven van de mens en van de overwinning door Jezus Christus. Ds. Forget sprak het slotgebed uit, in een prachtig, ge dragen Frans. Gods leiding is duidelijk te zien in het leven van de Vader des Vader lands, aldus ds. Berkel in zyn predi katie. Deze eerste Oranje heeft God zijn hart gegeven, toen hy door God zelf gegrepen was en een taak op zich nam, die hopeloos leek.. In de bezettingstijd is dit voor ons gaan opleven. In de nood was geen hulp voorhanden dan van God. De prinses zegt van hem dat hy een man was met een visie op heden en toekomst door God geïnspireerd en werktuig in Gods hand, wiens verborgen omgang met God hem heeft toegerust voor zijn roeping en taak. Willem van Oranje (zegt zij) streed en gaf zijn leven voor de onaf hankelijkheid en de vrijheid van ons volk, voor de gewetensvrijheid in de ver draagzaamheid en voor de rechtvaar digheid. En zij voegt eraan toe „eerst was het mijn roeping en thans die van Juliana om toe te passen en voort te zetten wat hij begon, toegepast op het leven en aan de polsslag van onze tyd, ons gedragen wetend door dezelfde God als Willem van Oranje". Hier hebt'U het levensniotief van haar, die vyftig jaar over ons volk als koningin heeft geregeerd en die na haar aftreden aTs prinses der Neder landen duidelyk en onomwonden haar geloof heeft beleden en ons telkens heeft opgeroepen tot het licht, tot de levende Christus, die ons leidt, aldus ds. Berkel. Koningin Wilhelmina is getroffen door de geschiedenis van de ryke jongen, die alles op moest geven en het niet deed. Zy voelde: alles, wat het geloof in Christus in dè weg staat, moet opzij: ik moet Christus volgen. Daarvoor moet alles wyken, ook ingeroeste gewoonten en traditie zonder inhoud. Dit is langzaam door veel worsteling heen, gerijpt tot een sterk geloof. Zo kon zy in Engeland zelf kracht hebben en kracht geven. En in het bezet Neder land is zij ons, door Gods gunst, een lichtend voorbeeld en een sterke steun geweest. Het verzet was zeker vastge lopen zonder deze moeder des vader lands. Achteraf kan men slechts zeg- f3n: Dit was leiding Gods, genade, ie lit ben met u, al de dagen tot de voleinding der wereld. Na haar aftreden als koningin zag zij een nieuwe taak zich door God op de schouders gelegd: het evangelie van Christus iedereen bekend te maken, niet in dienst van een bepaalde kerk of een bepaalde groep. Zij zocht het ge loof in Jezus Christus als de band die universeel, over de ganse aarde de men sen samenbindt. Rotsvast was haar overtuiging, dat Christus de levensvorst is, dat dus Christus door ieder moet gekend worden, dat een verdoolde we reld de rechte weg gewezen .moet wor den naar het vaderhart Gods. Prinses Irene, prinses Beatrix, H.M. Ko ningin Juliana, Z.K.H. Prins Bernhard, prinses Margriet en prinses Marijke volgen de dienst in de Nieuwe Kerk in Delft. Sprekende over de oecumenische ge zindheid van de prinses, zei ds. Ber kel: „Wat zou zij graag de ver scheurdheid van Christus' kerk onge daan hebben gemaakt. Wat was ze blij als zij jongeren zag zoeken naar eenheid, als zy met anderen samen Avondmaal kon vieren. Wij zijn dankbaar voor Gods leiding, die in het leven van koningin en prinses Wilhelmina haar en ons is gegeven en de lof en dank ervoor gaat boven de aarde uit tot Hem, die haar leven heeft geleid en die voor haar stierf en haar doet leven bij Hem. Nu roep ik u op, gy allen, die hier in de Nieuwe Kerk zijt, en heel Neder land en allen die deze dienst volgen, om het getuigenis van prinses Wilhel mina niet in de wind te slaan. Ik roep u op, ook te buigen voor de Koning der Koningen en Heer der He ren, Die in Zijn oneindige liefde Zijn Zoon gaf, om mensen in nood blij te maken. Laat los uzelf, los, waar ge ook op steunt, los uw zonden en hoort van uw eigen hart de lcvensboodschap„Ik ben met u. God neeft zo groot geduld met ons, laten wij hem niet laten no digen. Als ge hoort. Hij is er, dan is de doode de ingang tot het leven. Dit is ook de troost die we nu nodig hebben. Dit geldt byzonder voor haar dochter en gezin. Ik herhaal de woorden van uw koninklijke moeder: wat een voorrecht, zulk een moeder gehad te hebben. En als het verlies diep gevoeld wordt, ruist de troost ons toe: Christus blyft. Zij is geborgen by haar Heer. En hij zegt tot ons: Zie, Ik ben met u al de dagen tot de voleinding der we reld. Amen. DS. FORGET. In het dankgebed sprak ds. Forget over de grote genegenheid, die de overle dene in de gehele wereld had verwor ven. „Mensen, gemeenschappen, rassen, zeer verschillende in cultuur en tradi ties, zelfs en vooral in godsdienstige tra dities, buigen zich te zamen boven deze baar. Zy hebben het getuigenis gehoord van haar die, meer dan alle andere din gen, Christus heeft willen plaatsen ir het middelpunt van heel haar leven. Zij brengen U hulde door haar te eren, die niet meer van deze wereld is en hun aanwezigheid is als het voorspel voor lag, waarnaar zij, die van ons heen gegaan is, in haar wensen en gebeden zozeer heeft gehaakt, de dag waarop in Jezus' naam iedre knie zich zal buigen, in de hemelen, op aarde en onder de aarde en waarop iedere tong belyden zal dat Jezus Christus de Heer is. .,Daar zijn zij, stil en dankbaar, al die genen met wie zij een heeft willen zijn in liefde en geloof. Jeugd van de wereld, ongeruste en bedreigde jeugd, vurige en gekwelde jeugd, onafzienbare legerscha ren van lqdenden, armen, vervolgden, slachtoffers van economische conflicten of van rassentegenstellingen, dolend en opgejaagd, gevluchten, verstrooiden, met verborgen zwakten maar ook met ver borgen krachten, onbekenden, bezocht door het grote onbekende: verantwoor- delqke christenen, verlangend de eisen van hun arbeid te doen stroken met de geboden van het evangelie; zendelingen en getuigen van overal, al deze hebben een plaats gehad in het gebed en in de liefdevolle, waakzame en actieve zorg van koningin Wilhelmina Ds. Forget eindigde zyn gebed met het „Onze Vader". Koning Boudewyn en koningin Fabiola arriveerden zaterdagmorgen enkele mi nuten voor elf uur per trein te Delft. Het ceremonieel op het station hier was tot het uiterste beperkt. Onmiddcllqk na de begroeting inspecteerde de ko ning de erewacht, waarbij hy de com mandant in verwarring bracht door met uitgestoken hand op hem toe te stappen. Daarna stapte het gezelschap in een auto van het Nederlandse hor, dat non naar het stadhuis in Delft bracht. In de loop van de middag vertrok liet ko ninklijk paar uit Den Haag per trein. Het Luxemburgse groothertogelijk paar vertrok met een Friendship van de luchtmacht en koning Olaf van Noor wegen per lijnvliegtuig van Schiphol. De Engelse prinses Alice vertrok per vliegtuig van Soestdqk. Het particulier secretariaat van de ko ningin heeft meegedeeld dat Hare Ma jesteit de Koningin voornemens is met- Kerstmis voor de radio over haar moe der te spreken. lijkheid tot het defileren langs de k ninklijke grafkelder in de Nieuwe Iicrk waartoe vanaf vier uur gelegenheid was. Reeds ver voor die tyd stelde een groot aantal belangstellenden zich op liet marktplein op, waarby leden van het korps gemeentepolitie van Delft '/org droegen voor een vlotte afwerking. Het défilé werd geopend door het ge meentebestuur en het college van kerk voogden der Nederlands Hervormde Ce- meente te Delft, die beiden een krans legden. Na deze kranslegging begon het défilé van de duizenden belangstellen den. Zy kwamen uit de hoofdingang op de markt de kerk binnen. Zondag had Delft een ware invasie te verwerken van mensen, die in de ver onderstelling verkeerden dat er ook tóen gelegenheid bestond om te defile ren langs de koninklyke grafkelder. De markt stond vol geparkeerde auto's en voor de kerk zag men steeds mensen, die daar de mededeling lazen, dat het kerkgebouw was -gesloten en dat het defile maandag zou worden voortgezet. Honderden belangstellenden verdrongen zich op de oude Langcnd(jk waar in liet gazon langs de Zujklerzijbeuk van de kerk een groot aantal kransen en bloemstukken zyn neergelegd.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1962 | | pagina 1