CARRÉ JUBILEERT Donald Campbell: op vier wielen naar 800 kilometer per uur Zaterdag 1 dec. 1962 zaterdagnummer Het Amsterdamse Carré en affiche van 60 jaar gele onder: Oscar Carré te paard. WÊm IlliSI SH Blue Bird'gepolijst projectiel Frezer dagen werd de nieuwe Bluebird, waarmee Donald Campbell wil pro beren om het wereldsnelheidsrecord in 1963 te verbeteren, voor de eerste maa' getoond. Deze wagen is grotendeels ge lijk aan de Bluebird CN-7 die in septem ber 1960 op de Bonneville Zoutvlakte in "Utah verongelukte, maar er zijn toch wel enkele belangrijke wijzigingen. De meeste van de wijzigingen zijn verbor gen onder de gladde zeven maal ge schuurde en acht maal gespoten bepla ting. Uiterlijk is het enige nieuwtje hel staartvlak, waarvan men verwacht dal deze de wagen meer stabiliteit zal geven bij hoge snelheden. Dit werd ontworpen na gecompliceerde en zeer tijdrovend* windtunnelproeven maar het vertrou wen erin is niet onverdeeld. Daarom is, het uitneembaar; als bij proefritten blijkt dat de winst aan stabiliteit onvol doende is of dat de snelheid nadelig wordt beïnvloed door de aanwezigheid van een kielvlak dan kan het in een kwartiertje worden verwijderd. Honderd procent kans heb ik natuurlijk niet" stelde een gebruinde Donalö Campbell lachend vast, „maar dat het zestien jaar oude record van John Cobb groot gevaar loopt, staat voor mij wel vast!" Camp bell heeft het grootste vertrouwen in de nieu we Blue Bird, waarmee hij de achthonderd- kilometer-per-uur grens wil 'overschrijden Maar niet alleen Campbell is vol vertrouwe ip eigen kracht. a duizend kilometer fn Stuttgart gaat een zekere Leopold Schuin l nog veel verder. Zijn experimentele Porcht moet neer dan duizend kilometer kunnen ijden dank zjj de nieuwe smalle wielen mot stalen wielbanden. is geen concurrent", «egt Campbell op zijn beurt, „want zelfs als bij die duizend kilometer per uur liaalt is het rekort ongeldig omdat er gebruik wordt ge maakt van straalaandrijving- De internatio nale federatie erkent alleen records welk" worden gemaakt met wagens waarvan ten minste twee wielen door de motor worden aangedreven De Schmid-Porsche renwagen op zijn stalen wielbanden met een loopvlak van vijftig mili- meter lost misschien het probleem op, waar mee zoveel record-enthousiasten al worstelden: de banden. De banden moeten een extra-duin loopvlak hebben in verband met de warmte- uitwisseling, maar bij de hoge snelheden lopen de banden gevaar delen van hun loopvlak te verliezen door de centrifugale krachten die op de wielen werken. De koeling van een zout- vlakte is nauwelijks voldoende gebleken en de beste bandenfabrieken ter wereld hebben zich al het hoofd gebroken over dit probleem. Campbell is een man die de recordjacht met de paplepel binnenkreeg; toen zijn vader sii Malcolm Campbell in 1948 overleed, was de ze houder van het snelheidsrecord te land Met Leo Villa, de kundige chefmonteur van sijn vader, ging Donald Campbell aan het werk. Zijn record te water maakte hem we reldberoemd. Het wordt overigens nu alweer bedreigd door Norman Buckley, die met 'zijn boot Miss Windermere IV (uitgerust met een 3,8 liter Jaguarmotor) gaat proberen Camp bells records te breken- CARRÉ JUBILEERT. Het doet het in stilte,maar daar is het 75-jarig jubileum van dit unieke Amsterdamse theater niet minder om. Carré, het imposante gebouw aan de Amstel, waar Oscar Carré en vele andere circuskoningen hun voorstellingen gaven, de plaats, waar Buziau triomfen vierde, waar de revues gingen van Henri ter Hall, waar Louis Davids zong en Josephine Baker optrad, dat Carré bestaat zondag 2 december 75 jaar. Het heeft het in het woelige theaterleven niet altijd gemakkelijk gehad. Het is vele malen met de ondergang bedreigd geweest, zoals zovele theaters. Maar het is er altijd weer bovenop gekomen. Sterker dan vroeger. Toegegeven, men vindt in ons land wel oudere oorden van vermaak, doch op een zo veelbewogen bestaan en een zo romantisch verleden bogen als Carré kan er stellig geen. En daar komt dan nog bij, dat het het grootste theater van ons land is en dat het zich staande houdt zonder één cent overheidssteun. PASCATI, Flora, Rembrandttheater, Grand Theater, Hollandsche Schouw burg, Plantage-Schouwburg, Parkschouwburg, Paleis voor Volksvlijt slechts één generatie Amsterdammers zag ze, door welke oorzaken dan ook, alle verdwijnen. Maar aan de Amstel staat nog altijd in volle glorie het zo ver trouwde Carré. Ter gelegenheid van deze 75ste verjaardag zouden wij eigenlijk de geschiedenis van dit gebouw en alles wat hiermede in verband staat, op schrift willen stellen. Op ons zou de plicht rusten de familie Carré zo uitvoerig mogelijk te bespreken, daar zonder haar Nederland nimmer het gelijknamige theater zou hebben be zeten. Vervolgens zouden wij driekwart eeuw wel en wee hiervan dienen te behandelen, alsmede ai diegenen moeten vermelden die er struikelden of schit terden. Deze materie is zó omvangrijk, dat men er een dik boek aan wijden kan. Laten wij daarom in de ons toegemeten ruimte slechts volstaan met enkele grepen in het grijze verleden, zomede enige souvenirs uit ons eigen paradijs der herinnering. HET WAS op 2 december 1887, dat ten overstaan van een illuster gezelschap werd ingewijd het „hïppologiseh paleis" van het Koninklijk Nederlandsch Circus Oscar Carré; op 3 december 1887 dat dit voor het publiek werd opengesteld. Oscar Carré was één van de beste vaklieden uit zijn tijd, een vader voor zijn personeel, een graag geziene gast aan tal van vorstenhoven, een indrukwekkend man. Zijn voorstellingen van „Hoogere Rijkunst, Paardendres- suur. Gymnastiek en Pantomime" stonden op uitzonderlijk hoog peil. Tot kort voor Oscars dood in 1911, hebben de vertoningen van Carré zich ruimschoots in de belangstelling mogen verheugen. Het gebouw werd door de familie Carré verkocht, doch had als circus nog geenszins afgedaan. Wij herinneren ons het optreden van Henny, (gebr.) Schu mann, Maxo, Amar, Robert!, Houcke, Kavaljos en Strassburger. In het jaar 1941 kwam Karl Strassburger er voor het eerst, en hij keerde zoals ieder weet nog vele malen weer. Zijn voorstellingen waren van voortreffelijk ge halte en liggen bij velen nog vers in het geheugen. Na z'n verscheiden op 7 mei 1953 hebben Regina en Elly tal van jaren de traditie voortgezet. Wat niet? Tot DUSVER HEBBEN WE HET UITSLUITEND over het circus gehad, maar daarmede zyn we er nog lang niet. Oscar Carrés schepping was van den beginne af zodanig ingericht dat ze eveneens voor theatervoorstellingen kon worden benut, dus voorzien van een (zeer ruim) toneel. En wat daarop is vertoond in de 75 jaren die achter ons liggenMen kan beter vragen, wat was er niet Daar is in de eerste plaats het aan circus verwante variété. Zestien seizoenen achtereen bracht de befaamde Frits van Haarlem z'n uitmuntende specialiteiten programma's, muzikaal omlijst door kapelmeester Van der Spek met zijn man nen. Van Haarlem haalde z'n attracties zelfs uit Amerika. In de 90er jaren heeft Charley Chaplin al bij hem gewerkt. Ook voor Nederlandse artiesten was er werkgelegenheid en reeds in 1906 behaalden Louis en Rika Davids, bijgestaan door de originele Kokadorus, met„Koning 'k Zie zoowat in Amsterdam" triomfen. 23 jaar later zong Louis op dezelfde Bühne in Frits Stappers revue „Lach en vergeet" z'n enorme schlager „De kleine man". De revue heeft altijd graag in Carré willen zijn. Wij denken hierbij aan die van Henri ter Hall (met de Köhlers en Nieuwenhuizens)Louis Bouwmeester jr. (met Buziau); Bob Peters (met Heintje Davids); René Sleeswyk (met Walden en Muyselaar).. „Magische" revue's zoals van Dante, Levante, Alvata, Lyle, Kalanag. Prof. Doorlay's Tropical Express; de eerste ijsrevue's. OOK HET BEL-canto nam een beduidende plaats in: Nederlandsche Opera van Pauwels en De Vos; Opera Italiana onder directie van Cav. M. de Hondt. Het minder serieuze zusje, nameiyk de operette, kwam evenzeer aan haar trekken: Beppie de Vries in „Madame Pompadour"; Dora Schrama in „De Vogelkoopman". Niet minder het volkstoneel van Herman Bouber, Jan Nooy en Jacques Sluyters. Wanneer wij zo onze gedachten laten gaan over al die jaren Carré, dan trekt aan ons voorbij een eindeloze en oh zo bonte stoet, de wonderlijkste calvacade die men zich kan voorstellen; Chrétienne, Solser en Speenhoff, gevolgd door Marius Spree, Herman Heijermans, Nap de la Mar en Max Gabriël; de Koningin van Montmartre vergezelt Mooi Juultje van Volendam, terwijl Josephine Baker hand in hand gaat met Madame Blance; Cyrano de Bergerac koestert De Witte Non; Bruintje Beer wordt geëscorteerd door De Twee Wezen; 's werelds grootste clown Grock ontbreekt evenmin op het appèl als z'n vermaarde collega's de drie gebroeders Fratellini; de mooie meisjes van de Lido-revue worden bewaakt door de 16 krokodillen van de Indische fakir Blacaman; Louisette zingt „Wat een parel is toch mijn Karei"; Lou Bandy informeert „Wie heeft er suiker in de erwtensoep gedaan en de hooggeleerde heer Higgins scheldt nog steeds tegen die arme Miss Doolittle. Wij zien de ondeugende snuit van Corry Vonk, het expressieve masker van Marcel Marceau en horen reeds de dames Snip en Snap met elkander kwebbelen. Deurwaarder CARRÉ KON 75 JAAR MEEKOMEN. Het is echter niet altijd van een leien dakje gegaan. Na een aanvangsperiode van grote bloei, zijn jaren gekomen waarin de deurwaarder de enige vaste bezoeker was. Meermalen wisselde het gebouw van eigenaar. In de twintiger jaren heeft het er ernstig naar uitge zien, dat Carré hetzelfde lot zou ondergaan als het eveneens omstreeks 1880 verrezen panopticum en het panorama, m.a.w. in handen van de slopers zou vallen. Het spreekwoord zegt evenwel „Als de nood op z'n hoogst is, is redding nabij". Onder haar burgerij telde de hoofdstad een zekere Alex Wunnink, begonnen als behangersknechtje en opgeklommen tot verificateur* bij de belastingen. Deze had in 1922 z'n ambtenaarsjasje aan de kapstok gehangen en zich op de minder rustige theaterbranche gestort. Na een verbintenis met de Paleis-Schouwburg, werd hij anno 1928 er bestond toen een schuld van bijna een miljoen belast met de zakelijke leiding van Carré. Het jaar daarop besloot de raad van commissarissen de dagelijkse leiding in zijn (zeer sterke) handen te leggen. DIT WAS een zegenrijk besluit. De nieuw benoemde directeur heeft kans gezien van een zo goed als failliete boedel, een gezond bedryf te maken. Met kolossale energie, scherp inzicht en grote vastberadenheid heeft hij het gestrande schip vlot gekregen en bestuurd. Het behoud van Carré danken wy ontegenzeggelijk aan hem. De crisisjaren '31—'36 en de oorlogsjaren '40—'45 waren zeker niet gemakkelijk, maar baas Wunnink hielp het theater, dat hem zo lief geworden was Toen hij 14 augustus 1953 overleed, was ieder die hem gekend had, als se- slagen... Karei Wunnink heeft de plaats van zyn vader ingenomen. Hij weet zich om ringd door een staf van employés met 25, 30 en nog meer dienstjaren. Echter de stuwende Kracht moet van hém uitgaan, alle draden komen bij hém samen de gehele verantwoording draagt hij HET IS NU AL weer 9 jaar dat Karei de zaak leidt. Onder zijn bewind heeft het gebouw ingrijpende veranderingen ondergaan. Ondanks de hieraan ver bonden uitgaven kon in de afgelopen jaren aan de aandeelhouders telkens een fraai dividend worden uitgekeerd. Het bewijs, dat er ook in de wereld van vandaag, ondanks t.v. en andere media op amusementsgebied, plaats is voor een goed en goed beheerd theater. Het, velen zo dierbare Carré heeft dagen gekend van diepe rouw, en van uit bundige feestvreugde. Er is aan de kassa's om plaatsen gevochten, en er zijn voorstellingen geannonceerd waarnaar nog geen hond kwam kijken. Er zijn kinderen geboren in de kleedkamers. Er zyn leeuwen gevangen op d toilletten. Er is van alles gebeurd, en er kan nog van alles gebeuren. Maar voor de toekomst van het huis, dat aan de Amstel staat, behoeft nie mand bevreesd te zijn. WÊmêÊÊÊê In de nieuwe Bluebird, die volgend jaar in Australië een aanval doet op John Cobb's re cord (634,261 km per uur) zijn door de Britse industrie miljoenenbedragen gelegd. Het Eyre- meer in Australië, zeshonderd kilometer ten noorden van Adelaide, belooft een betere on dergrond te vormen voor de Britse recordpres tatie dan de zoutvlakten van Bonneville. Alleen: hard rijden „Ik heb veel geleerd van myn eerste poging", zegt Donald Campbell, „zoveel dat het nu bij na een simpele aangelegenheid wordt van hard ryden. In de paar minuten van mijn mis lukte poging hebben we een schat aan gege vens verzameld, niet alleen voor een nieuwe recordpoging, maar ook voor vele andere doel einden!" Voor wie twyfelt aan het nut van deze snel heidsrecords, moge worden gewezen op het nut van de beproeving van remmaterialen, van brandstoffen en van smeermiddelen. Campbells nieuwe recordpoging 'zal bekroond worden met succes of misschien ook misluk ken, maar de wonderwereld van de automobie len zal er te allen tyde by winnen!

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1962 | | pagina 11