EILAND VAN
CONTRASTEN
Bij de foto's
VRIJDAG 30 NOVEMBER 1962
PROVINC1ALE ZEEUWSE O OUR AtfT
15
Voor wie IJsland een bezoek brengt, beeft het „sprookjeseiland van
de sagas" oneindig veel verschillende gezichten: een majesteitelijk
groots landschap, vriendelijk groen of beangstigend eenzaam en
hard, steden en dorpen langs de kust waarin het leven bruist. Aan en
af varende bedrijvige trawlers, dag en nacht doorwerkende visfabrie-
ken en eindeloze grauwe woestijnen van as en lava. Hete en ijskoude
riviertjes zoeken zich soms vlak naast elkaar een weg naar zee en mid-
denuit een grootse sneeuwvlakte wolkt een gloeiende vulkanische
stroom naar boven. Waar zijn de tegenstellingen scherper? Waar ko
men de elementen vuur en water, aarde en lucht zo merkwaardig
botsend bij elkaar? Misschien alleen in IJsland, met geen ander land ter
wereld te vergelijken. Want IJsland is de schoonheid zelve.
Zo veel bezoekers heeft IJsland nog niet
gezien. De stroom is klein gebleven,
maar dat ligt toch zeker niet aan een
gebrek aan natuurschoon of interessante
objecten. Het is alleen maar de afstand,
de afgelegen ligging van dit brok natuur
schoon. En welke vreemdeling kan zich de
onbcschryfelyke grootsheid van het oude
Thule voorstellen?
En IJsland is een bootreis waard! Nade
rend per schip wacht aan de zuidkust
reeds de eerste attractie: een groepje
uiterst kleine eilanden, hoge loodrecht uit
het zeewater oprijzende rotsen. De groot
ste rots van deze Westman Eilanden is
niet langer dan acht kilometer. Toch wo
nen er enkele duizenden mensen want de
eilanden zijn van onschatbare waarde. Hier
wordt een vijfde van alle IJslandse vis
gevangen en verwerkt. De IJslandse eco
nomie is in hoge mate afhankelijk van de
visindustrie want vis en visprodukten vor
men de enige IJslandse exportartikelen.
Het is te begrijpen dat de regering alles
doet om deze industrie te beschermen. Dit
protectionisme bracht enkele jaren gele
den een ernstig conflict met Engeland
waarbij er zelfs oorlogsschepen aan te
pas moesten komen. IJsland breidde zijn
eigen zone rond de kust. waarbinnen niet
gevist mag worden, uit van drie tot vier
myi om zo te voorkomen dat de broed
plaatsen niet vernield zouden worden. Toen
de vangsten ondanks deze maatregel be
neden peil bleven, besloot men de zone op
twaalf mijl te stellen. Toen begonnen de
moeilijkheden, want ook Engeland viste
binnen die twaalf mijl. Toen dit verboden
werd zette Albion de invoer van IJslandse
vis stop, waarop IJsland ten behoeve van
zijn belangrijkste afnemer weer wat water
in de wijn moest doen door afwisselend
vakken binnen de twaalf mijl open te stel
len. waarbinnen dan weer geopereerd mag
worden. Aan deze regeling zal echter bin
nen afzienbare tyd een eind komen.
Reykjavik
Reykjavik aan de „Rokerige Baai" is
de tweede verrassing. Reykjavik, met
zyn gezellige drukke winkelstraten, de
grote handels- en krantengebouwen, de be
drijvige vissers- en handelshavens- Welk
soort stad kan men daar in het hoge noor
den verwachten? Een koude en kille ver
zameling huizen? Een soort nederzetting
waar iedereen thuis bij de kachel blijft
zitten? Een op IJsland gestationeerde
Amerikaan gaf mij eens een aardige type
ring: „Reykjavik, is te vergelijken met
iedere stad in Amerika welke drie keer zo
groot is". Want men heeft er letterlijk
alles, behalve televisie.
Ze heeft Reykjavik een gigantische ver
warming die tweederde van de 75.000 in
woners van comfort dient. Het water komt
uit hete bronnen, wordt aan de rand van
de stad op de heuvels in acht enorme
tanks opgeslagen. Het water komt uit de
bronnen van de landstreek Mosfellsveit
door geïsoleerde pijpleidingen van tien
kilometer ver. Met de steun van een flinke
geldlening zal men deze centrale verwar
ming kunnen uitbreiden over de hele stad.
Dit is een van de vele goedkope energie
bronnen van het koude eiland. In de meeste
huizen wordt elektrisch gekooktomdat
het zo goedkoop is. Men heeft eens een
schatting gemaakt en ontdekt dat alle
IJslandse waterkracht in staat is om heel
Europa van stroom te voorzien. En bij
zonder ingenieus waterkrachtproject ligt
in de buurt van Thingvellir, waar men het
water van Thingvallavatn, het grootste
meer van IJsland, laat overstromen in een
lager gelegen klein meer. De twee meren
zijn slechts door een smalle bergrug van
elkaar gescheiden, zodat in een geboorde
tunnel reguleerbare hoeveelheden water
kracht worden verkregen.
En dan Reykjavik. De grootste IJslandse
nederzetting tussen al dat natuurschoon.
Veel bezienswaardigs heeft de hoofdstad
eigenljjk niet. Er is een staalkaart van
moderne flat- en bungalowbouw en grap
pig is de heuvel in het oosten van de stad
waar zich upper ten nadrukkelijk heeft
gevestigd in de meest luxueuze villa's en
bungalows die de architectuur er de laatste
jaren heeft voortgebracht. „Snob-hill", in
de volksmond. Op regenachtige dagen, die
er net zo vaak voorkomen als in Neder
land, kan men nog een bezoek brengen
aan het Nationale Museum, waar onder
meer een uitgebreide collectie voorwerpen
uit. de alleroudste vikingentjjd is uitgestald.
Op een vijftigtal kilometers ten oosten
van de hoofdstad ligt het historisch
beroemde Thingvellir, waar het oude IJs
landse parlement bijeenkwam. Zonder een
bezoek aan Thingvellir is men eigenlijk
niet op IJsland geweest, schreven wij reeds
in ons vorige artikel. En men moet er niet
alleen heengaan vanwege de historische
betekenis van deze bedevaartplaats, maar
vooral om het natuurschoon. Inderdaad,
een van de mooiste en meest ongewone
stukjes IJslands landschap. Een groot
lavaveld, doorsneden met diepe en brede
kloven, met de hoofdweg door de diepste
en grootste spleet. Die hoofdweg komt te
voorschijn bij de statige waterval Oxaral-
foss. De meeste spleten staan vol stil roer
loos water. Meer dan drie meter breed
zijn ze niet, maar wel vaak tientallen me
ters diep, zodat de zon er de kans niet
krijgt het water te verwarmen. Verlaat
Thingvellir niet zonder vanaf een kleine
brug over een van de kloven een munt
stukje omlaag te werpen: het blijft zicht
baar in het glasheldere water. De bodem
is in de loop der tijden geheel verzilverd en
het is de beste duiker nog niet gelukt om
ook maar één geldstuk naar boven te
brengen.
In het weekeinde trekken vele inwoners
van Reykjavik naar de vriendelijke oevers
van het grote meer Thingvallavatn. Niet
om er te zwemmen! Onderaardse rivieren
monden in het meer uit met ijskoud water.
Maar de hoofdstedelingen die er hun zo
merhuisjes neerzetten komen er om te vis
sen. Wat dat betreft is het er een paradijs:
het meer zit vol forellen.
Nog iets verder naar het oosten, niet ver
van Thingvellir vindt men nog zo'n stukje
wereldberoemd natuurschoon, het gebied
van de Stóri Geyser, ofwel de Grote Spui
ter- Voortdurend maken de toeristenbu
reaus reclame voor die geysir, maar men
moet er wel rekening mee houden dat die
Grote Spuiter al lang niet meer werkt.
Dat hebben de toeristen zelf op hun reke
ning. Want nog niet zo lang geleden spoot
de geysir met zekere tussenpozen vrolylt
kokend en stomend omhoog, wel tot zestig
meter. Maar als de Grote Spuiter even
rust nam begonnen de toeristen zich te
vervelen. De reisgezelschappen bedankten
ervoor bij de Grote Spuiter te gaan zitten
wachten tot er weer eens wat te zien was
en dus kocht men in Reykjavik gezamenlijk
een flink vat groene zeep van vijftig kilo.
De zeep werd bij aankomst snel en handig
in het pruttelende gat overgestort en dan
begon de Stóri Geysir al snel te spuiten.
Met carbid werd hetzelfde resultaat bereikt-
Dat de geysir daar uit eigener beweging
de brui aan heeft gegeven hoeft niemand
te verwonderen. En als er dan by grote
uitzondering nog eens een dun straaltje
stoom naar boven komt, is dat alleen bij
vergissing
Toch is een tochtje in die richting zéker de
moeite waard. Men ziet er de rivier Hvitó.
zich moeizaam een weg door de woeste
lavaformaties banen om tenslotte een van
de mooiste watervallen van IJsland te
vormen. Misschien zelfs wel de mooiste
van Europa, die de naam van Gullfoss of
Gouden Waterval kreeg vanwege de tinte
lende regenboog die er strak gespannen
boven hangt. De IJslanders zijn zo trots
op hun waterval, dat ze zelfs het vlagge-
Schip van de lijndienst naar Denemarken
er naar genoemd hebben.
Er is echter nog gelegenheid genoeg om
werkende geysirs te zien. Zelfs zonder
groene zeep. Het is de geysir Gryta, die
afgebeeld staal op het doosje van het enige
merk lucifers dat er in de handel is. Als
geysir is het maai' een kleintje, maar hij
spuit in ieder geval! Hij werkt zonder uit
zondering ieder uur, dus men kan er op
wachten. Het hele gebied rond de Gryta
borrelt en kookt overigens mee, waardoor
in deze streek een van de belangrijkste
tuinbouwgebieden van IJsland is ontstaan.
Door het dorp Hveragerdi loopt een warnet
van met jute omwikkelde buizen, waardoor
warm water naar de kassen wordt geleid
en de inwoners hebben een privé-stoombron
in hun achtertuin. Overal staat geaffi
cheerd „Bloemen te koop". En dat is heus
niet het enige artikel. Men kweekt er bijna
alles. Vele soorten groenten en zelfs is
het gelukt bananen en sinaasappelen te
kweken! De prijs is er overigens naar
Maanlandschap
Naar het zuiden gaat het landschap over
in een afzichteiyke woestenij. En mid
den in die troosteloze verlatenheid staat
by de kust een kleine kerk, Strandarkirkja,
met binnen een straal van tientallen kilo
meters geen levend wezen. Desondanks is
het een van de rykste kerkjes van IJs
land. Want vaak beloven IJslanders die
in moeilykheden zitten na goede afloop
flinke sommen geld in de kas van dit
kerkje te storten.
Tegenwoordig is het mogelijk de meeste
plaatsen op IJsland per auto te bereiken.
Maar daarmee is alles gezegd. Want op
enkele gunstige uitzonderingen na is het
wegennet er een crime, vooral als in het
noorden in het voorjaar sneeuw en regen
loskomen. Vaak kan men zich afvragen
of men nog op de weg rydt of zomaar
ergens in de woestenij. Dieper in het bin
nenland moet men voor vervoer overgaan
op de pony's, pittige dieren, volkomen aan
het landschap aangepast.
Spoorlijnen zijn er niet. Ze zullen er wel
nooit komen ook, maar dat is geen reden
om minnetjes over IJsland te denken. Want
wat bij ons de spoorwegen zijn, dat zijn in
IJsland de luchtlijnen. Alle belangrijke
plaatsen zijn per vliegtuig te bereiken en
de passageprijs zo laag dat maar weinig
mensen per bus of per boot reizen.
Per bus duurt een reisje van Reykjavik
naar Akurcyrie ongeveer tien uur. De
weg volgt trouw de noordoostelijke kust
lijn, vierhonderd kilometer lang en een
maal moe en verreisd in Akureyrie aange
komen zit er niets anders op dan verder
naar het oosten te reizen, want iedereen
zal U aanraden: „Als je nu werkelyk
eens iets moois wilt zien moet je naar
Myvatn gaan". Dan gaat het langs de
beroemde waterval Godafuss of Goden
waterval, die volgens de legende zyn naam
dankt aan de komst van het christendom.
Want vroeger zou een rijk grondbezitter
bij de waterval gewoond hebben, die een
maal bekeerd tot het christendom door een
zo heilige woede werd gegrepen, dat hy alle
Odin- en Thor-attributen verachtelyk in de
flonkerende waterval wierp.
By die waterval begint de landstreek My-
vatnssveit, waarin Mytvan ligt, een meer
hoog boven zeeniveau met een zeer eigen
aardige en boeiende schoonheid. Rondom
en in het meer hebben vulkanen de vreemd
ste lavaformaties achtergelaten en op die
grillige eilandjes krioelt het van de een
den. Uitgewerkte vulkanen sluiten de stille
sombere ring rond het vlakke meer en
meer naar het oosten staan bergen blin
kend geel van pure zwavel tegen de strak
ke lucht. De sfeer is er zo verstild, het
landschap zo onwezenlijk dat men het ge
voel krijgt in een onoverzichtelyk maan
landschap rond te dolen. Menvatn heeft
één nadeel: de naam zegt het al, namelijk
Muggenwater. In grote wolken hangen de
muggen gonzend boven het wateroppervlak.
Oostelyk van Myvatn gaat de hoofdweg als
het ware definitief de eenzaamheid en ver
latenheid in. Enkele honderden kilometers
door de woestijn van Módrudalur met als
enige afwisseling zichtbare verschillen
tussen lava, zand, stenen, lava, zand en
stenen, lava, zandEn juist omdat er
verder niets is laat deze streek een onver
getelijke indruk achter. Een later nog
steeds duidelyke indruk van een weidse
verlatenheid, eindeloos en groots.
En dan komt er aan de kust weer zo'n
typisch IJslands contrast- Hoewel van de
hoger gelegen delen van de weg de Noor-
delyke IJszee duidelijk te zien is, rijdt men
plotseling door dichte berkenbossen van
het puurste groen.
Gastvrij
In deze grootse stilte is de gastvrijheid
van de weinige bewoners, die er een
schamel bestaan hebben opgebouwd, op
merkelijk en ook begrijpelijk. Veel bezoek
uit Reykjavik krijgt men er niet, kranten
ziet men er slechts een enkele keer per
jaar en het is alleen de radio die in naar
verhouding lange nieuwsuitzendingen zorgt
voor berichten uit binnen- en buitenland.
Een bezoek aan deze verlaten en eenzame
mensen is onvermydelijk een aanleiding
kennis te maken met allerlei soorten IJs
lands voedsel, zoal§ de verschillende ge
rechten van schapevlees. Specialiteiten:
schapekop en hakarl. Een niet-IJslander
durft er niet aan te beginnen: de schape
kop ziet er allesbehalve feestelijk uit. De
dode ogen liggen vanaf het bord meewarig
omhoog te staren en zelfs heeft men niet
de moeite genomen de oren eraf te snijden.
De hókarl ziet er aantrekkelijker uit,
want deze is keurig in blokjes gesneden.
De stank van de hakarl is echter ondrage
lijk en geen wonder. Men heeft eens een
haai genomen en die in de grond begraven.
Na een jaar graaft men de vis weer op
en men heeft hakarl, zonder dat er verder
nog iets anders gedaan hoeft te worden
dan het snijden van blokjes. Gezegd moet
echter worden dat de smaak van de hakarl
zeer bijzonder is. En voor wie eens naar
IJsland gaat: ook de walvisbiefstuk is niet
te versmaden.
In het contrastrijke IJsland bestaat
op nog veel plaatsen een vervoers-
probleem, want niet overal vliegen a
2 vliegtuigen en niet overal kunnen
auto's rijden. Het klassieke IJslandse
vervoermiddel biedt nog steeds uit-
komst, namelijk de pony. Op de B
j hoogvlakten zijn ze onmisbaar. Vele
inwoners van Reykjavik hebben een
pony voor hun plezier om er de
bergen in de omgeving van hun stad a
2 mee in te trekken, (bovenste foto).
a Op dc foto daaronder het hartje van
Reykjavik, waar zich het commer- 2
2 ciële gebeuren van het land afspeelt. a
2 De uto's staan er niet verkeerd ge- a
a parkeerd: evenals in Engeland rijdt
men er links. Op de foto daaronder: 2
een beeld van de bedrijvigheid rond 2
2 de stokvisproduktie. Onvoorstelbaar
a groot zijn de hoeveelheden stokvis
die van IJsland komen. Tegen het 2
einde van de zomer worden ze van 2
2 droogrekken gehaald om in de fa-
a brieken gesorteerd te worden voor de
export.
Daaronder: De IJslandse vissersvloot 2
2 bestaat momenteel voor een belang- a
2 rijk deel uit trawlers, waarvan er
op de hellingen altijd wel enkele te 2
zien zijn die een goede beurt krijgen. J
2 Op de onderste foto nog een beeld a
2 van de bedrijvigheid rond IJslands
grote bron van inkomsten, de vis- 2
vangst. De visverwerkende bedrijven 2
2 zijn uitgerust met de modernste in- a
2 stallaties. maar toch prefereert men
a er de oude methode om vis te drogen
boven de droogmachines. Men vindt 2
2 het op deze manier beter en sneller a
2 gaan.