SPEELGOEDMARKT
IN ENGELAND
RIJK VOORZIEN
De speelgoedmeter
helpt St. Nicolaas
Stipwobbel, kluifje
voor de fijnproevers
SINTERKLAAS ALS „SANTA CLAUS"
Geavanceerd speelgoed in de vorm
van ruimte-satellieten ontbreekt
EEN „FORTUIN(TJE)" VOOR DRIE MISDRUKKEN
14
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
VRIJDAG 30 NOVEMBER 1962
ENGELAND kent men niet ons feest van de goede sint. De dag, waarop
cadeautjes van hand tot hand gaan, is daar het kerstfeest. Maar er zit
een sinterklazig tintje aan, want de kerstman die de geschenken brengt,
heet „Father Santa Claus" en dat klinkt ongeveer juist als ons „sinterklaas",
maar dan op z'n Amsterdams. Santa Claus rijdt niet op een schimmel over de
daken, maar rijden doet hij toch: met een driedubbel rendierspan door de
lucht. En evenals in Nederland is hij er de kindervriend, die zich bedient
yan een kenmerkend instrument om toegang te krijgen tot het huis, waar
jongens en meisjes slapen met een glimlach van verwachting: de schoorsteen.
Nog een parallel: er zijn nog altijd Engelse kinderen, die wat winterwortelen
bij de schoorsteenmantel neerleggen voor de rendieren. De vraag mag
derhalve gesteld worden, wat er eerder was: het sinterklaasfeest of de Santa
Clausviering en in hoeverre beide volkeren elkaar in dit opzicht hebben be
ïnvloed.
Belangstelling gaat
meer uit naar spelen
De Engelse speelgoedindustrie Is even
goed hofleverancier van St.-Nicolaas
als van Santa Claus. Ze dient alleen
voor Nederland eerder klaar te zijn dan
voor de eigen markt- Nu is de presen
tatie van het assortiment toch al een.
zaak, die maanden in 't vooruit speelt,
zodat de goedheilig man in Nederland
niet bezorgd hoeft te zijn, dat hij te
weinig aanbod heeft. Er is volop.
Geen spoetniks
J ter dit jaar het meer geavanceerde
speelgoed in de vorm van ruimte-satel
lieten. Te denken valt. dat waar een
Telstar door het zwerk cirkelt en de
Spoetniks, Wostoks. Mariners en Explo
rers niet van de lucht zijn, de jeugd toch
animo moet hebben voor imitatie-bolle
tjes met zonnevleugels en antennesprie-
ten. Het is blijkbaar niet zo. 't Enige
spoetnikachtige fenomeen, dat bijvoor
beeld vorig jaar op de Boys and Girls
Exhibition in Londen te zien was, had
de vorm van een stalen bol, waarin een
kind kon rondkruipen. Maar dat was
een blikvanger en geen speelgoed.
Wat er dan dit jaar wel is? Wigwams
bijvoorbeeld om Indiaantje te spelen.
Behalve wigwams met lange veren in
de spits zijn er ook gewone kleine kam-
peertenten, die met hun stalen structuur
heel gemakkelijk in de tuin kunnen
worden opgezet. Ze hebben houten zit
jes binnenin en zijn meestal niet groot
genoeg om erin te slapen. Daar zijn ze
dan ook niet voor bedoeld. De jonge
Shatterhand moet er met gekruiste be
nen in plaats nemen, waarna hij plech
tig de (chocolade) vredespijp k;
ken.
De techniek mag dan wat betreft-de
ruimtevaart verstek hebben laten gaan,
aan de andere kant zijn er bouwdozen
in de handel waaruit compleet (kleine)
straalvliegtuigen te monteren zijn. Der
gelijke dozen worden ook uitgebracht
met onderdelen van kleine vliegtuigmo
toren, waarop een niet al te grote per
sonenauto heel goed zou kunnen lopen.
Zelfs wanneer het de constructie van
schepen aangaat, staat de techniek voor
niets. Opvallend groot is hier trouwens
het aanbod aan bouwdozen voor oude
zeilschepen, fregatten, schoeners
jachten.
Natuurlijk zijn er dit jaar als altijd
veel spelen uitgekomen in verbeter
de vorm. Een magnetisch voetbalveld
bijvoorbeeld en een derbyspel, waar
bij een grote vaardigheid van de
jeugdige bediener wordt gevraagd. De
paarden zijn voor sjeeskarretjes gr
Meisjes zijn nog altijd en overal weg'
van poppen. De laatste ontwikke
ling in deze sfeer is „Rosebud" „ro-
zeknopje", een pratende pop, die zich
niet beperkt tot wat alle poppen zeg-
mamma en papa. Zij kan ove-
ins in de Engelse taal de pop-
penmoeder toespreken en zeggen: „La
ten we naar 't park gaan" „Ik heet
Rosebud" ..Wilt u me dragen" „Ik
heb zo'n dorst" en nog een stuk of vijf
van dergelijke hoogst belangrijke me
dedelingen meer.
Rosebud is een liefje. Maar hoe dezelfde
fabrikant ertoe gekomen is een vrij gro
te slappe pop te vervaardigen, die zich
na in de rug opgewonden te zijn
in voloptueuze, slijmachtige bochten
wringt zodat zij (z'egt de verkoper) le
vend lijkt, maar er (volgens uw cor
respondent) veeleer als een glibberig
lijk uitziet, valt niet te begrijpen- Een
klein kind, dat deze pop krijgt toege
schoven, kan er alleen maar een nacht
merrie van overhouden.
Kinderen, wier ouders zo gelukkig zijn
een huis met een tuintje te bezitten,
kunnen bescheiden vragen om een
zwembad, dat vierhonderd gulden kost
maar er dan ook wel mag zijn. Het is
vier meter lang en een meter diep, zo
dat het zonder al te veel moeite kan
worden ingegraven. Er zijn trouwens
kleinere, maar ook nog grotere zwemba
den te koop, rallemaal van een of andere
p.lastic. Ze zijii groot genoftg. om erin te
kunhèn zwemmen, terwijl de diepte niet
beneden dé veiligheidsgrens gaat.
Onder het speelgoed is altijd veel ge-
weest, dat in het klein een imitatie is
van voorwerpen, die grote mensen ge
bruiken. Ook hier is een verdere perfec
tionering tot stand gebracht, zodat bij-
De speelgoedindustrie is in staat
de nieuvjste automodellen mees
terlijk te imiteren en verkleind
weer te geven. Bijzonder veel
vraag op de speelgoedmarkt is er
altijd naar raceauto's, met of
zonder bestuurder, veermotor of
koplichten, al of niet vastgena
geld aan een racecircuit. De race-
modéllen op de foto zijn reeds
verschillende malen geïmiteerd.
spannen eiv worden door een dubbele
elastiek vooruitbewogenhaastige
spoed is zoals gewoonlijk ook hier
niet goed, want wie te fel op de
winst zit, ziet paard en karretje
grandioos sneuvelen. Op sportgebied
brengen de Engelse fabrikanten niet
slechts stevige schommels, die men
zó op het gras in de tuin neer kan
zetten zonder gevaar van omslaan,
maar ook wippen, glijbanen en-
ski's, speciaal voor kinderen.
Poppenspel
voorbeeld een kinderschrijfmachientje
nu echt geschikt is om erop te tikken.
De toetsen zijn groot en kunnen zelfs
door ongeoefende kinderhanden vlot „be
speeld" worden. Voorts schijnen er les
senaars aan de markt, die eigenlijk klei
ne bureautjes zijn.
en nieuw
Oud
Oud en traditioneel is het „dart"-
spel, waarbij pijltjes in een ronde
schijf moeten worden iremikt. Ook an
der kinderspeelgoed blijkt de tand des
tijds te doorstaan: winkeltjes, noppen
huizen, ping-pongspelen, autootjes en
treintjes. Voor de jongsten zijn er speel
goeddieren te krijgen teddyberen,
wollige hondjes en harige aanjes, die
het nuttige met het aangename vereni
gen. Ze kunnen namelijk dienst doen om
te bergen. Het kind hoeft maar de rits-
er de pyjama's van de kleintjes in op
sluiting in de buik open te halen om er
's ochtends zijn pyjama in te stoppen-
Aldus wordt het eeuwige rondslingeren
van en zoeken naar nachtkleding
voorkomen. Het kind kan bovendien zijn
lievelingsdiertje knuffelen en het op
strenge toon opdragen tot aan de avond
op zijn nachtgoed te passen. Dat zal de
hond, het beertje of de aap dan ook
trouw doen, zij het misschien met wat
pijn in de buik.
Een opvoedkundig knutselarijtje
slot: de Floral Miniature Gardens, een
miniatuur-tuin. waarmee kinderen hun
zin voor arrangement kunnen ontwikke
len. Met heel 'kleine blokjes, bloempjes
en heesters zijn ze in staat zich een tuin
tje in te richten naar eigen smaak.
AANPASSEN BIJ LEEFTIJD
Speelvermogen van
kind niet overschatten
(Van onze medewerkster)
Cint-Nicolaas die het tijdens de
donkere dagen vóór de vijf
de december bijzonder druk
pleegt te hebben en zijn
jaarlijkse besognes zijn met
onze welvaart gegroeid!
krijgt dit jaar een ruggesteun-
tje bij zijn uitputtend werk. Die
steun krijgt bij van een groep
Nederlanders met wie hij ove
rigens al jaren commerciële en
ideële banden onderhoudt: de
speelgoeddetaillisten. Het rug-
gesteuntje bestaat uit een
„speelgoedmeter" en dat is géén
ingewikkeld meetapparaat
zoals de naam zou doen vermoe
den maar een simpel vouw
blad waarop de leeftijden 1 tot
en met 12 zijn aangegeven, cor
responderend met de namen
van een groot aantal stukken
speelgoed die in bet bijzonder
geschikt geacht worden voor
elk der leeftijdsgroepen die in
die twaalf (prille) jaren onder
bracht zijn.
Een nieuwigheidje, deze speelgoed
meter, en het merendeel van de Ne
derlandse speelgoeddetailJisten „ziet
er wel iets in". Sommigen zien er
zelfs véél in een van hen is de
heer J. E. C. M. van der Vorst in
Hilversum, die als speelgoeddetaillist
één der rnannen-achter-de-sehermen
van deze nouveauté is.
„Wat wij met deze speelgoedmeter in
de eerste plaats hopen te bereiken, is
dat er een eind komt aan de over
schatting van het speelvermogen der
kinderen door de ouders", zegt hij en
daarmee bedoelt hij dat menig kind
speelgoed caudeau krijgt waaraan
die kinderen qua leeftijd nog niet aan
toe zijn. „De speeltijd wordt als het
ware verkort, het lijkt wel of men
het kind wil dwingen, zo snel moge
lijk groot te worden
Daarbij spelen ook bepaalde onbevre
digde jeugd verlangens van de ouders
een rol. meent de heer v. d. Vorst. Dc
vader die in zijn jeugd nooit de fel
begeerde elektrische trein heeft ge
kregen, vindt de trein machtig voor
zijn zoontje dat nauwelijks de luiers
is ontgroeid; moeders zijn oih soort
gelijke redenen weg van grote luxu
euze poDpenhuizen voor een doch
tertje dat nog maar net kan staan.
„LEVEND VAK"
Moclit de speelgoedmetcr in de prak
tijk inderdaad voldoen zoals de alge
mene verwachting is de heer Van
der Vorst kreeg in zijn eigen bedrijf
tot nu toe zeer gunstige reacties
dan zal liij in de toekomst wel
regelmatig aan de ontwikkeling van
het moderne leven moeten worden
aangepast. Alle mogelijke grote-men-
sen-zaken immers zyn op zeker
ogenblik rijp voor interpretatie in
speelgoedvorm. Dat zijn op het ogen
blik bijvoorbeeld de vliegtuigbouw
dozen, maar over twee jaar zullen
die misschien overvleugeld zijn door
speelgoed waarmee de jeugd het ra-
kettenbedryf van de groten dezer
aarde kan imiteren. Het is maar een
enkel voorbeeld, maar het bewijst
hoezeer de speelgoedindustrie een
„levend vak" is, dat om voortdurende
aanpassing vraagt.
„In het ruimtebestek van zo'n speel
goedmeter moet het natuurlijk bij
een betrekkelijk beknopte opsom
ming blijven", zegt de heër Van der
Vorst, „maar we hebben dat speel
goed erin verwerkt dat bepalend is
voor de ontwikkeling van he1-
Bovendien kunnen niet alle
goedheiligman maar ook de verkoper
en zijn winkelpersoneel veel nut heb
ben van het voorlichtend element in
de speelgoedmeter".
Uit de speelgoedmeter ontstaan
uit de eendrachtige samenwerking
tussen speelgoedspecialisten en pae-
dagogen, daarbij gesteund door de
middenstandsvakorganisatie en
koopcombinaties kan men
voorbeeld leren, dat de kleine doch
ter op haar tweede jaar echt nog niet
toe is aan de fraaie poppewagen
die sprekend op een echte kinderwa
gen lijkt. Een rieten poppewagentje
is voorlopig het aangewezen speel
goed In dit genre, eventueel een jaar
later gevolgd door de poppewandel-
wagen. De „echte" poppewagen
komt pas tussen het zevende en
achtste jaar aan bod, evenals het
miniatuurnaaimachientje. En in de
kolom „jongensspeelgoed" zal de sint
die 'n jochie met een elektrische
trein wil verblijden, ontdekken dat
het jochie daar pas tussen het ze
vende en achtste jaar aan toe is.
Vóór die tijd houde men het liever op
het houten treintje (2 en 3 jaar), de
opwindtrein (4 en 5 jaar) of de
vliegwielauto (tussen 6 en 7 jaar).
Achtergrond van 't samenstellen van
de speelgoedmeter is ook de „ver
minderde speelmogelijkheid" van het
tijdperk waarin we leven. Dat geldt
niet zozeer voor het kind dat in een
kleine plaats in Friesland, Overijsel
of Zeeland woont en m veel gevallen
zich nog kan uitleven in de cyclus
der steeds weerkerende buitenspel
letjes; tollen, hoepelen, vliegeren.
„JUISTE WOORD" OP JUISTE PLAATS
Meertaligheid
in opmars
(Van een onzer redacteuren)
Als we niet uitkijken, hebben we
straks een land, waarin niet één
of (met het Fries mee) hoogstens
twee talen worden gesproken,
maar een stuk of vijf, zes. Want in
de kringen van de wetenschap,
vooral van de technische, is er be
zig een idioom te groeien, een fraai
mengsel van germanismen en an
glicismen, dat jan-en-alleman ver
boven de pet gaat.
Natuurlijk: in de loop van de tijd zijn
er altijd wel vreemde woorden onze taal
binnengedrongen en hebben er burger
recht gekregen; voorbeelden te over;
democratie, machine, balpen, chloro
form, telefoon, kostuum, auto, arbiter,
co-educatie, en-noem-moar-op, maar de
ontwikkeling gaat momenteel zo snel,
dat we er niet meer aan toe komen
alles te absorberen wat ons wordt voor
gezet.
Men stelle zich voor, dat men een appa
raat krijgt aangeboden, dat wordt be
schreven als een „dual-trace sampling
oscilloscope" en waarvan als in het oog
springend voordeel wordt aangemerkt,
dat men hier „in één compact geheel een
compleet impuls-af tastsysteem (stijg-
tijd 0.35 Nsec.)" kan bezitten, dat „ex
terne of interne triggering op zowel A-
ils B-kanaal" mogelijk maakt waarbij
,door interne signaalvertraging externe
delay-kabels overbodig worden
Heeft achtennegentig procent van
er ook maar in de verste verte een idee
van wat dit voor een apparaat I.
Waartoe het ook maar bij benadering
zou kunnen dienen? Of: wat voor lieden
ermee werken? Tien tegen één dat men
het niet weet-
Toch zijn er mensen in ons land, voor
wie dit geheimtaaltje gesneden koek is,
anders zou dit jargon niet te lezen val
len binnen een advertentie van een hele
pagina, opgenomen in een van de laatste
afleveringen van T.N.O.-nieuws. Een
hele pagina, voor nagenoeg iedereen
volledig onverstaanbaar.
Ondanks popularjsering
Zo bar is het met een groot aantal
andere technische termen niet. Er
is tenslotte een zekere popularisering
van technische begrippen. Men kan
aldus meemaken, dat „bandsprei
ding" voor veel radlotoestelbezitters
een vrij normale term is; „oxidatie"
evenzo en vervolg maar met:
corrosie, isolator, siliconen, synchro
nisatie. Wie maar even met de tech
niek te maken heeft al is het
slechts als televisiekijker, moet er
wel een paar kennen om zijn huis-
tuin- en keukeninstallaties draaiende
te kunnen houden.
Maar neem eens een handje van deze
termen op en draag ze mee naar een
tehuis voor bejaarden. Dan blijkt, dat
wat velen van de jongere generaties als
normaal hebben geleerd te aanvaarden,
bij ouderen geheel onbekend is.
Voornamelijk komt dat, omdat van
over onze grenzen steeds opnieuw
woorden naar binnen slippen, die in hun
beknoptheid precies dót weergeven, wat
wij in het Nederlands eerst kunnen dui
delijk maken, wanneer wij meer woor
den gebruiken. Waar snel genoeg te
leren valt, wat nauwkeurig de feitelijke
gevoelswaarde van een nieuwe term
ligt de verleiding op de loer die
term dan ook maar in het eigen taalge
bruik op te nemen en het zoeken
naar een goed eigen woord bij voorbaat
te staken.
In dit verband is interessant op te
merken, hoe al vijfentwintig jaar nu
bij Philips in Eindhoven een com
missie bezig is orde en eenheid van
technische termen tot stand te bren
gen en en passant de verworven
heden van de moedertaal telkens
weer op te poetsen.
De Interne Taalcommissie doet dit door
regelmatig nieuwe drukken uit te ge
ven van een boekje voor intern gebruik,
dat toepasselijk „Het juiste woord"
heet,, maar dat in zijn latere drukken
meer is dan alleèn maar technisch
woordenlijstje. Het is ook een schrijf-
kunstje in het klein, een handleiding
voor correspondenten en allen, die in
het bedrijf met bij- en opschriften te
maken hebben. Ter gelegenheid van
haar 25-jarig jubileum onderneemt de
commissie mets bijzonders; de laatste
herdruk van het boekje is trouwens
ook nog maar een jaar oud.
Dr- ir. N. A. J. Voorhoeve schrijft in
de inleiding: „Dc commissie mag niet
verwachten, dat al haar beslissingen uw
instemming zullen hebben; wijk er
echter niet zonder reden af". En hy
oegt er persoonlijk aan toe: „Als U
er bewust van afvvykt, stel dan de com
missie van uw motieven op de hoogte".
Zijn er dan veel lezers, die kritiek neb
ben? De waardering voor het werk van
de commissie moet nogal algemeen zijn.
Onlangs heeft zelfs de Belgische P.T.T.
een aantal exemplaren van „Het juiste
woord" aangevraagd. De commissie is
samengesteld uit twaalf vertegenwoor-
bedrijfsonderdelen. Het professionele as
pect wordt verleend door de bijstand '«anhpvolpn
van dr. H. E. Buiskool te Leiden, be-iaanDe^oien-
kend Neerlandicus. „Contrastekker" mag niet, „koppelcon-
Tussen de eerste uitgave van het |tactstop" wel. „Dunnschliff" moet ver-
boekje (1944) en de laatste (1961) vangen worden door „dunslief", „iso-
liggen ruim vierhonderd nieuwe |chroon" door „synchroon" en „kratzen'
Maar voor het kind dat z'n jeugd
doorbrengt in de dichtbebouwde
wooncentra van ons land, zijn die
buitenspelletjes een soort „verloren
paradijs": weet het nog wel wat een
hoepel is of een drijftol?
„SPEELGOED NAAR MAAT"
In verscheidene speelgoedwinkels
ook in de zogenaamde gemengde be
drijven die het speelgoed naast huis
houdelijke zaken en gereedschappen
voeren, ligt dus in dc komende weken
een stapeltje spcolgoedmeters ter in
zage. „Jammer dat er nog zoveel
collega's zijn die het belang van e.en
dergelijke speelgoed-spreiding naar
leeftijd niet inzien": deze verzuchting
moet de heer Van der Vorst tot zijn
spijt nog wel toevoegen aan zijn ove
rigens optimistische beschouwing
over dc speelgoedmeter. Maar mis
schien moet ook hier het befaamde
„eerste schaap" over de dam zyn al
vorens de slagzin „Koop speelgoed
naar maat" gemeengoed wordt in de
Nederlandse speelgoedbranche!
woorden. „Triggeren" bestond in
1944 kennelijk nog niet. Nu, wel
en het is een ontraden woord bij
Philips. Geschreven moet worden:
doen omslaan, exciteren, trekkeren,
in werking stellen, ontsteken of op
gang brengen. „Trekkeren", dat lijkt
„Heb je de verwarming in
wel wat.
werking
voegelifk
gesteld?" kan aldus ge
vervangen worden door:
je de kachel getrekkerd?"
Goed Nederlands te vinden voor buiten
landse technische termen is geen een
voudige zaak. Het kón. Want „Het juis
te woord" geeft voor computer: reken
machine, voor cover: omslag, voor
drum: bus, voor gummi: rubber, voor
output: produktïe, voor pick-up: platen
speler, voor pendel: hanger, voor ruim
te: kamer, lokaal, vertrek, zaal-
•Ismen worden met kracht bestreden:
deelname wordt deelneming, doorspre
ken: bespreken, geëigend: doelmatig,
(eschikt. passend; hopelijk: naar wij
lopen, lens: objectief en reincultuur:
zuivere kweek. Maar soms kan het
blijkbaar ook niet. Want waar „trig
ger" ontraden is wordt „relaxatiegene-
rator (desnoods: trekkerschakeling)
Een Braziliaans straalvliegtuig van het
type Boeing-707 is zoals gemeld
dinsdag nabij de plaats Ciudad de Dios,
Vijftien kilometer van Lima, tegen een
heuvel gevlogen en ontploft. Dc zeven
tien bemanningsleden en de tachtig pas
sagiers zijn oijf het leven gekomen. Op
de foto de wrakstukken van het toestel.
door „kretsen". In het boekje van '44
waren we zover nog niet. Daar vinden
we overigens nog wel het voorschrift,
dat „gramophoon" als „gramofoon"
moet worden geschreven. Dat tegen
woordig iedereen „grammofoon" schrijft
met dubbel m is trouwens óók
een gevolg van het feit. dat Philips op
zeker moment zijn spelling heeft veran
derd.
Is niets, een kleinigheidje. Verge
leken tenminste met het juiste woord
voor „spotwobble". Dat is men raadt
het: „stipwobbel". Waaruit blijkt dat in
weerwil van alle goede-bedoelingen-met-
toegevoegde-Neerlandicus de volksstam
men in Eindhoven en contreien een
taaltje aan het groeien is, dat straks
binnen het Algemeen Beschaafd een
nieuw woordenlijstje noodzakelijk maakt.
Dure zegeltjes! Deze misdrukken van gewone Neder
landse postzegels kreeg mej. D. Rikkerink te Bergen
N.-Hdezer dagen in het Alkmaarse postkantoor
uitgereikt, toen zij drie postzegels van twaalf cent wilde
kopen. Een verzamelaar heeft voor de misdrukken al
twaalfhonderd gulden geboden.
Foto: de afwijkingen van de misdrukken bovenste rij)
komen het best tot uiting bij een vergelijking met een
normale zegel van 12 cent (onder).