DE OGEN VAN HET VOLK WAREN GERICHT
OP TWEE EENZAME VROUWEN
Emma-Wilhelmina:
De jeugd van H.K.H. Prinses Wilhelmina
Verhouding waarin
grondslag is gelegd
voor zware taak
Gelukkige,
maar geen
gemakkelijke
GEKOOIDE
JEUGD
KLEUTER
MET PONY
Jonge vorstin
Een leven
kinderjaren
EN
Juliana gedemonstreerd heeft. En
tussen Wilhelmina en haar volk. Waar
dering had men voor de warme huise-i
lijkheid in het koninklijk gezin, voorali
omdat deze zo geheel overeenstemde met
de beste traditionele eigenschappen van
het Nederlandse volk zelf.
Van jongsaan heeft het Nederlandse
volk voor Wilhelmina op de voorgrond
gestaan. Dat blijkt o.a. uit het boek van
Koningin Wilhelmina en konin
gin Victoria, de jongste en de oud
ste koningin van Europa in 1895.
een trucopname, daar H.M, een
incognitobezoek aan het Engelse
hof bracht
By proclamatie van 31 augustus 1898
aanvaardde Wilhelmina de regering. De
Grondwet bepaalt: „De Koning, de re
gering aanvaard hebbende, wordt zodra
mogelijk plechtig beëdigd en ingehuldigd
de stad Amsterdam, in een open
bare en verenigde vergadering van de
Sta ten-Generaal". Deze plechtige inhul
diging volgde op 6 september 1898 in de
Nieuwe kerk in Amsterdam.
In sobere bewoordingen, kenmerkend
voor haar eenzame persoonlijkheid,
schreef zij zelf over deze gewichtige ee-
beurtenis in haar leven: „Terwijl ik mij
gereed maakte voor de plechtigheid in.
drukwekkend op zichzelf, wist ik, da'
het gehele paleis zich vulde. Stalen-
Generaal, ministers, omgeving, alle ge
dienstigen. Daarna kwam het vertrek
van velen naar de Nieuwe kerk. Plech
tig weerklonk onder mijn ramen het
„Wien Neêrlands bloed", toen de leden
van de Staten-Generaal en de ministers,
gevolgd door vele anderen, het paleis
verlieten. Het laatst vertrok mijn fami
lie en het allerlaatst moeder Nu waren
er alleen nog de gedienstigen, die ik zou
begroeten op mijn lange tocht door alle
lalen en galerijen van het paleis en de
koet die mij zou vergezellen.
Een gevoel van leegte en volkomen
eenzaamheid maakte zich van mij mees
ter. Eindelijk was het ogenblik ge
komen, waarop ik mijn vertrekken
moest verlaten. De grote koningsmantel,
welbekend van de inhuldiging van mijn
dochter, werd opgenomen door de ad
judanten. Alle vaandels van het leger,
die mij vooraf zouden gaan, neigden
zich. Overweldigend ogenblik voor mij.
H ET tvas een treffende gebéurtenis,
deze eedsaflegging. Statig stond de
jeugdige vorstin tussen de hoog
waardigheidsbekleders des lands.
Diep ondei de indruk luisterde
men toe, doch toen de koningin de laat
ste woorden gesproken had, uitte men
tegen het protocol inluide zijn vreugde.
Namens de verenigde vergadering der
Staten-Generaal zwoer de voorzitter
mr. R. van Naamen van Eemnes, voor
zitter van de Eerste Kamer, trouw aan
de koningin met deze woorden:
„Wij ontvangen en huldigen, in naam
van het Nederlandse volk en krachtens
de Grondwet, U als koningin; wij zweren
dat wij Uw onschendbaarheid en de
rechten Uwer kroon zullen handhaven;
wij zweren alles te zullen doen, wat
goede en getrouwe Staten-Generaal
schuldig zijn te doen.
Zo waarlijk helpe ons God Almach
tig".
Hoofd voor hoofd bekrachtigden de
aanwezige leden van onze volksvertegen
woordiging de eed van de voorzitter met
een „Zo waarlijk helpe mij God Almach
tig" of „Dat beloof ik".
Heffi roeping
KENMERKEND voor haar gehele,
lange regeringsperiode waren de
woorden, die d^ koningin tot de
"ora.nenlijke Kamers sprak:
„Hoog is de roeping, die God op
mijn schouders gelegd heeft Ik ben ge
lukkig en dankbaar, het volk van Neder
land te mogen regeren, een volk, klein
in zielental, doch groot in deugden,
krachtig door aard en karakter. Ik acht
het een grooi voorrecht, dat het mijn
levenstaak en plicht is. al mijn krachten
I te wyden aan het welzijn en de bloei
van mijn dierbaar vaderland. De woor-
j den van mijn beminde vader maak ik tot
j de mijne: „Oranje kan nooit, neen nooit
genoeg voor Nederland deen" Bij de
vervulling van mijn taak heb ik uw hulp
en medewe king nodig. Ik ben overtuigd,
dat gij mij die in ruime mate zult ver
lenen Laat ons samen arbeiden voor het
geluk en de voorspoed van het Neder
landse volk. Dit zij ons aller levensdoel.
God zegene Uw en mijn arbeid, opdat hij
strekke tot heil van ons vaderland".
Als er ooit een triomfantelijke intocht
door een vorst gehouden is. dan was het
die V3n de jonge koningin Wilhelmina in
Amsterdam, die naast haar koninklijke
moeder in het rijtuig gezeten, allerwegen
uitbundig werd toegejuicht. Vondel had
voor deze gebeurtenis zijn gedicht her
schreven kunnen hebben:
„Men ziel één aangcz.c'u in
[duizenden ontwaken.
De steigers, wal en brug, op
[stralen, dam en daken.
Da huizen zwellen van het
[schaterend geluid;
De vensters springen op: de
[blijdschap vliegt eruit".
DE gewone omgang met kin
deren was in een kooisfeer
ondenkbaar; ik heb deze
dan ook nooit gekend en schier
geen mogelijkheid gehad tot het
aanknopen van vriendschapsban
den. Uit mijn kinderjaren heï>
ik bijna geen vriendinnen, vrij
wel alleen kennissen.
Moeder liet mij al jong met
kinderen spelen en na vaders
overlijden vroeg zij geregeld
kinderen, meest een aanzienlijk
aantal tegelijk. Er werd gelopen,
gestoeid en gespeeld in één de
zalen, waar dus nooit de huise
lijke sfee. aanwezig kon zijn.
Een korte tijd ik ben ver
geten of d:t vóór vaders ziekte
dan wel na zijn dood was is
er gepoogd kinderen in mijn
speelkamer te laten spelen met
mijn speelgoed. Als enig kind
bleek ik daarmee echter niet
toeschietelijk te zijn en er hele
maal niet op gesteld! Er is toen
helaas niet doorgezet. Voor mijn
karaktervorming was het b-ter
geweest als me~i dit wél gedaan
had. Zo zie ik- het nu.. Toen
iuichte ik over de verplaatsing
van het speelterrein naar elders
Bij het uitnodigsn moest reke
ning gehouden worden met alle
kinderen, die ervoor in aanmer
king kwamen en met het aanta1
keren, dat zij per winter ge
vraagd werden. Men zal begrij
pen, hoe alles daardoor ver
starde. Het billijkheidsbeginsel
fr.s irz!z:ss .:i verstandig, lei
voorkoming van afgunst."
Uit:
„Eenzaam maar niet alleen".
Voorbereiding
haar Engelse gouvernante miss Saxton
Winter. „Toen de koningin nog een prin
sesje was" Tegenover het Nederlandse
volk had zij een grote verantwoordelijk
heid. Deze is haar al vroeg ingeprent en
zij heeft haar nimmer verlaten
Op de troon
OP 30 augustus 1898, de dag vóór Wil-
helmina's meerderjarigheid, ver
scheen in het Nederlandse Staats
blad de volgende proclamatie van HJVI.
Koningin Emma1
„De taak. die mij in 1880 werd toever
trouwd, is weldra geëindigd Mij vait het
onwaardeerbaar voorrecht ten deel mijn
beminde dochter de leeftijd te zien be
reiken, waarop zij naar het voorschrift
der Grondwet tot de regering wordt ge
roepen.
In dagen van smart en rouw trad ik
op als regentes van het Koninkrijk; thans
schaart zich het gehele volk in vreugde
om de troon zijner jonge Koningin God
heeft mij in deze jaren gesteund. Mijn
dierbaarste wens is vervuld. Aan allen,
die mij met raad en daad hebben terzijde
gestaan en die mij gesteund hebben door
hun liefde en gehechtheid breng iI- mijn
dank. Moge het ons land met zijn bezit
tingen. en koloniën onder de regering van
Koningin Wilhelmina wel gaan!
Het zij groot in alleswaarin ooi. een
fclein volk groot kan zijn! Ik treed af van
de hoge plaats, die ik in ons staatswezen
heb bekleed, met de diepgaande wens.
dat op Koningin en Volk te zamen. door
de nauwste banden verenigd, Gods zegen
blijve rusten."
De doopplechtigheid van prinses
Wilhelmina.
aan wie dit saluut voor het eerst werd
gebracht.
Toen namen allen hun plaats in en
schreden wij langzaam voort tussen de
rijen gedienstigen, zovele oude trouwe
gezichten, die bewogen waren Mij leek
deze ommegang een eeuwigheid in die
doodse stilte en in dat ogenblik van een-
•samheid en verlatenheid.
Toen kwamen de hoge treden van de
trap naar beneden. Zou ik nog een
woord kunnen uitbrengen daar straks
in de kerk? Zou ik nog stem hebben?
Even proberen! In die stilte, waarin
men een spel had kunnen horen vallen,
vroeg ik aan de dichtstbijzijnde adju
dant: „Gaat het zo goed, mijnheer Gro-
vestins?" Gelukkig, mijn stem was er
nog! Het ant-.voord was „Uitstekend".
Toen wij de trap afgegaan waren,
kwam de ontspanning, de verdere tocht
leverde geen moeilijkheden op en in de
kerk viel het gevoel van eenzaamheid
van mij af en maakte de actie weer een
mens van mij."
In de Nieuwe kerk legde Wilhelmina
de volgende eed af:
„Ik zweer aan het Nederlandse volk,
dat ik de Grondwet steeds zal onderhou
den en handhaven. Ik zweer, dat ik de
onafhankelijkheid en het grondgebied des
Rijks met al mijn vermogen zal verdedi
gen en bewaren; dat ik de algemene en
bijzondere vrijheid en de rechten van al
mijn onderdanen zal beschermen en tot
instandhouding en bevordering van de
algemene en bijzondere welvaart alle
middelen zal aanwenden, welke de wet
ten te mijner beschikking stellen, zoals
een goed Koning schuldig is te doen. Zo
waarlijk helpe mij God Almachtig".
Trouw
WILHELMINA heeft mooie
jaren beleefd al vertoefde zij veel
In afzondering en al moest zij
zich reeds vroeg voorbereiden op latere
zware taak.
Zij zelf getuigde van haar eenzaam
heid en van de tegenstelling tot de op
voeding die haar moeder, koningin Em
ma, had genoten: „Vanuit haar ouder
lijk huis leerde zijn (koningin Emma)
het praktische leven van aile dag wer
kelijk kennen, aan welke kennis zij
E 31ste AUGUSTUS, die
jarenlang door geheel
Nederland in uitbundi
ge vreugde is gevierd,
zal voortaan alleen nog maar
weemoedige herinneringen oproe
pen aan een geliefde vorstin, die
een wijze moeder was voor haar
onderdanen, die heel veel voor
het Nederlandse volk heeft be
tekend en die de eenheid van -ns
land in voor- en tegenspoed sym
boliseerde. De 31ste augustus was
de verjaardag van Wilhelmina
Helena Paulina Maria van Oranje
Nassau, die in 1880 als enig kind
van koning WiRem III en zijn
jonge gemalin koningin Emma
werd geboren Nu zij niet meer
is, voelen wij weer duidelijk
hoezeer het Nederlandse volk :ich
thans om koningin Juliana heeft
geschaard dat zij een lange
reeks van jaren midden tussen de
Nederlandse staatsburgers heeft
gestaan en hoe sterk wij aan haar
•^rknocht zijn geraakt. Reeds in
a«.,r jeugd ging onze liefde naar
haar uit, omdat wij wisten, dat
dit jonge meisje eens geroepen
zou worden als hoofd van de
staa1 ons allen te regeren, maar
ook, omdat wij toen de goede
eigenschappen in haar ontdekten,
die een zegenrijk bev/ind garan
deerden.
OP tienjarige leeftijd verloor zij haar
koninklijke vader. Haar broers
zoons uit het eerste huwelijk van
Willem III met koningin Sophie,
die ongehuwd stierven waven
reeds ten grave gedaald. De jeugdige
Wilhelmina was toen nog dë enige scha
kel tussen het verleden van het roem
rijke, oude geslacht en de toekomst
Koningin Emma zag de verantwoorde
lijke taak op haar schouders geladen haar
dochter, van wie het Nederlandse volk
zo veel verwachtte, de opvoeding te ge
ven die haar in staat moest stellen haar
toekomstige regeringsplichten met liefde,
met verstand, met tact en kennis van
zaken te vervullen.
Er bestond een innige verhouding tus
sen moeder en kind. De ogen van het
Nederlandse volk waren voortdurend ge
richt op deze twee eenzame vrouwen, op
wie men al zijn hoop gevestigd hield.
Vaak kon men haar samen zien, als zy
uit rijden gingen. Des winters vermaakte
het jonge meisje zich met schaatsenrijden
op de vijver in het Haagse Bos. Wilhel
mina toonde een grote liefde voor dieren
en legde een grote aanhankelijkheid aan
de dag voor haar mooie pony. Willem Hl
liet voor zijn dochter een eigen huisje
bouwen met ech. meubeltjes, gordijnen
en alles wat erin hoort en met
groentetuintje er omheen. Zij vermaakte
zich met haar duiven en met haar
goed, vooral met haar poppen en is in
haar latere leven zeer aan dit huisje, dat
daarna, het speelgoedhuisje van
werd, gehecht gebleven.
later veel gehad heeft. Dit had ze voor
op mij, die, omdat ik op grond van toen
onwrikbare conventie in een kooi moest
4 jaar: Kroonprinses.
10 jaar: Koningin (moeder re
gentes.
17 jaar: Openbare belijdenis dés
geloofs.
18 jaar: Inhuldiging.
20 jaar: Verloving en huwelijk.
28 jaar: Moeder,
33 jan r: Eerste wereldoorlog.
43 jaar: 25 jaar Koningin.
45 jaar: Zilveren huwelijksfeest.
53 jaar: Weduwe.
57 jaar: Grootmoeder.
-58 jaar: Veertig jaar in vrede
geregeerd.
59 jaar: Ballingschap.
64 jaar: Terugkeer.
68 jaar: Troonsafstand.
De bejaarde koning Willem lil
overleefde zijn drie zonen. In de
avond van zijn leven schonk rijn
jonge vrouw, koningin Emma, hem.
echter een dochter: Wilhelmina.
die eens de ere-titel „Moeder des
Vaderlandszou verwerven.
Koningin Emma, koning Willem
III en het prinsesje Wilhelmina.
opgroeien, als jongere niet de gelegen
heid had in aanraking te komen ;t het
„gewone leven" Eigenlijk was Wilhel
mina reeds cp tienjarige leeftijd Konin
gin Europa's jongste Koningin al
nam haar Moeder als Regentes het be
wind voor haar waar Heel haar opvoe
ding is gericht geweest op het toekom
stige Koningschap Daardoor was haar
eigenlijke jeugd al vroeg voorbij Zij
moest leren, wat verantwoordelijkheid
is; zij moes' hard studeren. Dat hocfl
haar wellicht ernstig gemaakt, een ka
raktereigenschap, waardoor zich haar
gehele leven gekenmerkt heeft.
Zij schrijft daarover in haar boek
„Eenzaam maar niet alleen": „Zonder
dat het mij mogelijk was dit te uiten
ik was eerst hen jaar hield toch
mijn toekomstige taak mij bezig, vroeg
Ik mij af hoe ik mij die moest voorstel
len en welke mijn verantwoordelijkheid
zou zijn. T "-i
Ik moest .mij daarvan een voorstelling
kunnen maken,: moest weten wanneer
het tijdstip was dat deze taak aanving
en hoe ik dan reeds groot en verstandig
jsou kunnen zijn. Anders kón ik niet tot
innerlijke rust komen. Ik overwon mij-
'zelf en stelde moeder de nodige vragen."
We hebben daar samen lang over ge
boomd, in diepe ernst. Ik was er erg
van onder de mdruk. hoe kort de acht
jrren waren, waarin ik volwassen en
wijs en verstandig moest worden en be
greep, dat er geen tijd verloren mocht
gaan. Ik nam mij voor en beloofde moe
der mijn uiterste best te doen zonder
dit ook maar een ogenblik na te laten.
Hoe ondenkbaar ver buiten mijn bereik
leek mij toen de dag. waarop ik „groot
mens" zou wezen en zó knap zou moe
ten zijn. dat je al die besluiten kon
Tussen koningin Emma en haar be-
stond een innige, mc derlyke verhouding,
een zelfde goede verstandhouding, zoals
zich ook steeds tussen Wilhelmina en