JEUGD van vroeger f_
over
JEUGD van nu
ZEEUWSE BlUARTSPORT:
VOORUITGANG, MAAR
ER KAN NOG 60 PROCENT BIJ
Schoolkranienkiosk
a
zaterdagnummer
Zaterdag '17 nov. 1962
Geeft de herinnering een verwrongen beeld van hoe het vroeger werke
lijk was? Het lijkt of de mensen over het algemeen geneigd zijn, het
verleden te idealiseren. Of is er werkelijk zo veel in zo'n betrekkelijke
korte tijd veranderd? We kunnen het ons nauwelijks voorstellen. We
vullen niet aannemen dat de jeugd 50 jaar geleden zó veel beter was
dan de jeugd van nu. Daarom hebben we met een zekere teleurstelling
geluisterd naar vijf oudere mensen, die 50, 60 jaar geleden zo jong wa
ren als wij nu. Er is een groot verschil, zeiden ze allemaal. En de ver
anderingen die de jeugd heeft ondergaan, trokken ze allemaal in het
negatieve. Het klonk een beetje verbitterd.
„Die jeugd van tegenwoordigwaarom moet dat zinnetje altijd ge
paard gaan met een meewarig nee-schudden van het hoofd, en waarom
moet het op een toon van „daar kan niets goeds uit voortkomen" worden
uitgesproken? ZIJN WE DAN WERKELIJK ZOVEEL SLECHTER?
...jeugd van nu met veel vrijheid...
Wij waren tevreden
Mevrouw Maria Wesdorp-van Luik, in de
„aanvallige" leeftijd van 85 jaar zoals ze
zelf zegt, glundert bij het ophalen van her
inneringen aan haar eigen jeugd. Als ze
vertelt van het kattekwaad dat ze op
school uithaalde, krijgen de heldere ogen
zo'n ondeugende uitdrukking dat we ons
levendig kunnen voorstellen hoe ze in de
hoek van de klas stond en gekke poppetjes
tekende op de muur, achter de rug van de
meester. Ze vond het niet leuk op school
en had dan ook altijd „pien an d'r buuk".
Toen ze 14 jaar was ging ze al uit werken.
Van acht uur 's morgens tot half zeven
's avonds op kleine kinderen passen voor
10 cent in de week. Negen cent in
de spaarpot en 1 cent om te versnoepen,
's Avonds zat ze thuis te breien of te
naaien, zoals het een jongedochter betaam
de in die tijd. Alleen op straat, dat was er
niet bij. Soms kwamen er Belgische muzi
kanten met 'n orgel naar de danstent, dat
was dan het enige uitje. „Nee, erg veel
hadden we niet, maar we waren tevreden
en amuserden ons best".
Over de jeugd van tegenwoordig weet me
vrouw niet veel goeds te vertellen. „Ze
worden schandalig verwend, dat leidt tot
ontevredenheid. Moet je ze in de zomer
op het strand zien, d'r buuk is bevroren
van alle ijsjes".
Wij waren bedaarder
De 87-jarige oud-loods, die tegenover haar
zit, schudt ook al bedenkelijk zijn grijze
hoofd. „Vroeger was de jeugd veel bedaar
der", zegt hij, „veel beter, degelijker opge
voed. We verdienden niet veel in die tijd
en moesten dikwijls thuis nog het grootste
gedeelte afdragen. Van ons kunnen ze niet
zeggen dat we verwend v
ding, te veel ontspanning, te veel ken
nis. Er is niet veel goeds. Wij waren
degelgker- We weten echt niet wat we
nu bijvoorbeeld moeten denken van een
vrouw als minister- Dat kan toch niet
goed zijn? Daar ligt haar taak toch
niet? Ze zal het heus wel erg goed
doen, net als een man, maar nee
In de rubriek „Krantenkiosk" be
spreekt de Zigzagredactie van tijd
tot tijd de inhoud van de schoolkran
ten, die ter beoordeling werden aan
geboden. We kregen er na het ver
haal „Schoolkrantenredacteuren vra
gen om kopy" de volgende exempla
ren op onze tafel.
Te mooi, te lelijk „De Gong"
We geven het toe, wij kunnen ons
niet helemaal verplaatsen in de jeugd
van vroeger. Het lijkt te mooi, te
goed. Zij kunnen zich niet verplaat
sen in deze jeugd, het lijkt te lelijk,
te slecht. Maar kijken we allebei niet
te kort?
Misschien ligt het toch aan de ideali
sering van het eigen verleden. Mis
schien praatten we zelf, in vergelij
king met de jeugd van dan, later ook
„De Gong", het orgaan van de leerlingen
van het Koningin Wilhelminalyceum te
Oostburg is een van de weinige Zeeuwse
schoolkranten, die voor de herfst al uit
kwam. De uitvoering van het blad is vrij
luxueus. Illustraties komen er niet in voor.
Het eerste nummer van het schoolblad
staat op een vrij hoog peil. Het kolder
stuk „Hoog bezoek" en „Symfonie van
beton en staaldraad", een impressie van
een huis in wording, zullen veel schoolblad
redacteuren bij het lezen jaloers maken.
Wat ons opviel was, dat in „De Gong" prak
tisch niets staat over de school zelf. Ons
inziens verdient het aanbeveling als re-
..maar niei braai
„We waren heus niet zo braaf", valt me
juffrouw Jansse (80) hem in de rede. „Ik
herinner me nog goed dat er met sneeuw
ballen drie ruiten van de school werden in
gegooid. Maar ja, het was baldadigheid,
het gebeurde niet met opzet. Het was geen
moedwilligheid".
Natuurlijk krijg je een verwrongen beeld
als je generaliseert, zowel van de jeugd
van vroeger als van de jeugd van nu.
Maar is er dan werkelijk niets verbe
terd? Is alles alleen maar achteruït-
Men zwijgt.
Wij waren degelijker
Een streng godsdienstig echtpaar geldt het
volgende bezoek. De man heeft veel ge
daan aan jeugdwerk in kerkverband: de
zondagsschool, de jeugdkerk. Ook nu in
teresseert hij zich voor de jeugd, hoewel
hij de meeste conclusies moet trekken uit
de berichten van de krant. En daar lees
en zie je niet veel goeds. Wat moet de
jeugd bijvoorbeeld wel leren van de af
schuwelijke, onzedelijke plaatjes van de
filmaankondigingen
We geven een opsomming van hun me
ning over de tegenwoordige jeugd, pre
cies zo als we het achter elkaar noteer
den in on9 opschrijfboekje: „Jonge meis
jes hebben geen plichtsbesef meer
wjj hielden de ouderen in het oog, ons
plichtsbesef wa3 gebaseerd op naasten
liefde, het meisje is geen meisje meer,
ze treedt tegelijk als jongen op de
vrouwentaak ligt in het huishouden
vroeger was de jeugd eenvoudiger. De
ontspanning \verd genoten met de ou
ders tegenwoordig moet de jeugd
getrokken worden, er is te veel aflei-
Zigzagbrievenbus
Op het artikel van Anneke Brandend
Zand Grönloh, dat op de vorige Zig
zagpagina verscheen, kregen wij verschil
lende reacties. De heer D. K. uit Middel
burg haakte in op de aanhef van ons ver
haal over dit meisje, dat luidde: „Anneke
Grönloh kan 'eter zingen dan autorijden".
De opmerking van de heer K-: „Dan moet
ze wel heel slecht gereden hebben". Mej.
A. C. uit Zierikzee was kort in haar brief:
„Ik vind dat verhaal over Anneke Grönloh
maar een drakerig geval" schreef ze.
Hier zal de „oude" jeugd ook wel nooii
van gedroomd hebben. 'Een nachtconcert
in het Amsterdams Concertgebouw, met
een zekere Fats Domino als dominerende
figuur.
LIFTENDE MEISJES
Op het tijdstip, waarop zeer jeugdige lie
den om het woord kleuter niet te gebrui
ken zich schouder aan schouder neer-
vleien voor de beeldbuis om hun eigen
kinderprogramma op het oog te kunnen
volgen, heeft dr. L. van Egeraat dezer
dagen een boom opgezet over een interes
sant, maar momenteel niet zo sterk le
vend onderwerp: het liften door meisjes.
In deze t.v.-uitzending besprak hij de gel
delijke en de morele kanten van het liften
door meisjes. Er bleef weinig goeds over
na de bespreking van deze kwestie. Hij
noemde het liften op de eerste plaats veel
te riskant voor de meisjes. „De prijs is
veel te hoog. Er wordt vaak misbruik
gemaakt door liftgevers en liftnemers".
Verder vond de heer Van Egeraat het lif
ten op korte afstand gemakzucht en op
lange afstand profiteren van een ander.
Tijdens deze uitzending gaven ook twee
meisjes hun zienswijze over deze kwestie te
kennen. Met een van deze meisjes waren
we het onmiddellijk eens. „Ik ben absoluut
tegen het liften van meisjes", zei er een.
„Je weet nooit met wie je te doen krijgt.
Waarom is het nou nodig om moeilijkhe
den te gaan zoeken- Daarbij komt dat een
meisje een zekere gereserveerdheid in haar
houding moet hebben..."
Alet deze blikvanger" wil de Zigzag
redactie jonge mensen erop attent
maken, dat binnenkort bit vol
doende inzendingen de Zigzagko
lommen worden vrijgemaakt voor de
publikatie van „eigen werk". Daar
bij rekenen wij natuurlijk niet alleen
op een aantal leuke verhaaltjes (niet
te lang) en grappige tekeningen,
maar ook op wat aardige foto's. Voor
geïnteresseerden laten wij hier nog
eens het adres volgenredactie Zig
zag, P.Z.C., Wolstraat 58-60 te Vlis-
sihgen.
dactie in de krant wat meer aandacht aan
het schoolleven te besteden.
„Caleidoscoop"
Het officiële orgaan van de Rijkskweek
schoolvereniging „Concordia" te Middel
burg „Caleidoscoop" genaamd brengt
in het laatst verschenen nummer onder
meer een interview met leerlingen van de
christelijke kweekschool onder de aan
dacht van de lezers en lezeressen. Een inte
ressante vraag eruit: Waarom hebben jul
lie speciaal bet christelijk onderwijs ge
volgd? Antwoord: „Het milieu heeft er
een grote invloed op. Je wordt door je
ouders naar de christelijke kleuter- en la
gere school gestuurd, evenals naar de
ulo en de h.b.s. Daarna ga je als vanzelf
sprekend naar de christelijke kweekschool.
Later denk je hopelijk meer bewust over
deze keuze na". De tekenares liet in dit
nummer van „Caleidoscoop" helaas ver
stek gaan.
„U.T.S.-
expres
Na de uitgave van een extra nummer van
de U.T.S. expres, de schoolkrant voor de
gemeentelijke Vlissingse u.t.s. kwam reeds
een nieuw nummer van de stencilmachine.
Daarin lezen *ve, dat het links rijden in
Engeland uit „het verre verleden stamt",
dat de geelzwarten met 6%—r4 van de geel
zwarten wonnen en dat vief man uit B-2
met een actie tot leniging van de nood in
Perzië 175 bij elkaar brachten. Verder
kan men iets lezen over de sociale wet-
gevine en tenslotte komt men nog wel
wat laat met een verslag van het be
zoek aan een heistelling te Middelburg.
„Conlacl"
In de schoolkrant „Contact", die volge
schreven wordt door leerlingen van het
Professor Zeemanlyceum te Zierikzee. ver
telt men onder de titel „De charme van
het kleine" iets over de microscopische klei
ne diertjes, die zich in het zeewater plegen
op te houden, doet iemand melding van
een niet „allenachtse" droom, hangt een
andere medewerker een somber relaas op
over de huidige toestand in de wereld, kan
men een bloemlezing vinden van allerlei
vreemde >erichtjes en krantenkoppen en
geeft iemand een vakantie-impressie weg.
Over het algemeen ontbreekt het de school
krantenredacties aan vaardige tekentalen
ten.
ware musici
cu interesse
Het kunstmaandorkest heeft vorige week in
Amsterdam een jeugdconcert gegeven.
Op zichzelf is dat niet9 bijzonders, want
dat gebeurt wel meer. Het publiek be
stond uit middelbare scholieren. Deze
stelden het gebodene kennelijk niet bij
zonder op prgs en begonnen te praten,
shagjes te draaien, moppen te tappen
en nog meer van die vervelende dingen
te doen. Anton Kersjes, de dirigent van
het orkest, probeerde de scholieren in
eerste instantie tot stilte te manen, maar
hier trokken zij zich niets van aan.
Toen na verschillende waarschuwingen
het lawaai nog niet verminderde, nam
de heer Kersjes krasse maatregelen: hij
verdween mét zgn orkest van het po
dium.
„Wat gaat ons dat nou aan? Wat in Am
sterdam gebeurt hoeft hier toch nog niet
te gebeuren?"
Inderdaad. Voorzover ons bekend is in
deze contreien nog nooit een jeugdcon
cert halverwege afgebroken, omdat het
publiek te veel lawaai maakte. Meestal
bleef het bij waarschuwingen. De Zeeuw
se jeugd is misschien nog niet zo „ver"
als de Amsterdamse. Als iemand naar
een concert gaat, doet hij dat toch niet
om de zaak een beetje te saboteren Het
bezoek aan een concert ls toch zeker
vrijwillig? Jawel, maar hoe gaat het
meestal
„Donderdagmiddag weer een jeugdconcert
hé?"
„Zeker weer van die zware muziek?"
„Ja natuurlijk".
„Ik denk, dat ik toch maar ga. 't Is
allicht beter dan een hele middag in
school zitten".
Ja, en dan gaan ze maar, omdat de school
nog vervelender ls dan een concert waar
muziek van „oude kerels" wordt ge
speeld.
Als 't niet waar is, moet je 't maar
schrijven.
Het zou misschien aanbeveling verdienen
voor de organisatoren de concerten te
organiseren op de vrije middagen van de
scholen. De geïnteresseerden gaan toch
wel en degenen, die helemaal niets ge
ven om klassieke muziek veroorzaken
geen last.
J7R IS VOORUITGANG in da Zeeuwse bilparlsport: echter nog maar voor 40
procent, het zou 60 procent beter kunnen. Voor een nog groter percentage zou
het spelpeil opgevoerd kunnen worden, want voor bijna 80 procent blijven vele
spelers in Zeeland jaren lang op hetzelfde gemiddelde staan.
De enige remedie is*, de „wilde spelers"organiseren en meer wedstrijden spelen,
waarbij de sterkeren de mindere goden „meeslepen". In deze notedop schetste
Floor Melse, de actieve voorzitter van het KNBB-district Walcheren-Zuid-Beve
land de huidige situatie in de Zeeuwse biljartwereld.
Er is vooruitgang dus. „Zoals wo de laatste jaren gedraaid hebben wat opbouw
van de districten betreft, het materiaal en het peil van de spelers is het weliswaar
niet hard gegaan, maar we kwamen vooruit", verzekerde de heer Melse. Dat geldt
voor de beide Zeeuwse districten: Walcheren-Zuid-Beveland en Schouwen-Duïveland,
voor het laatste wellicht nog in sterkere mate, omdat dit district wat kleiner en
gemakkelijker bereisbaar is en er daar ook wat meer medewerkers zyn, die zich voor
de goede zaak inzetten.
Het kwam vroeger immers maar zelden voor, dat een Zeeuwse speler de gewestelijke
kampioenschappen bereikte, laat staan een nationale titelstrijd. In de afgelopen
drie tot vier jaar konden de Zeeuwen die opgenomen zijn in het gewest Brabant-
Zeeland regelmatig kampioenen naar dergelijke toernooien sturen: denk maar aan
Rein Dieleman uit Axel, Jan Passenier van het Souburgse V.E.G. (die jammer genoeg
door vertrek voor de Zeeuwse biljartsport verloren ging), Prien Freijzer uit Hulst.
A. Stroo uit Souburg, Hanse uit Zierikzee en voorzitter Melse zelf. Enkelen van hen
kwamen zelfs met een titel naar het gewest aan de Scheldeboorden terug!
Die mogelijkheid voor deelneming aan nationale toernooien is er echt niet alleen maar
voor de „cracks". Een 5e-klaskampioen heeft dezelfde rechten en kansen als bijvoor
beeld een Piet van der Pol, verzekerde voorzitter Melse met klem.
De groei van de districten blijkt onder meer uit de deelneming aan de voorwed-
strijden voor de diverse kampioenschappen. De spelers staan er als het' ware voor
in een lange rij. Voor het 4e-klaskampioenschap van het district Walcheren-Zuid-
Beveland waagden meer dan 50 spelers in de voorwedstrijden een kans, eenzelfde
aantal, dat op Schouwen-Duiveland naar de districtstitel dong. Verder schreven
48 derdeklassers van het district Walcheren-Zuid-Beveland in, alsmede 26 tweede
klassers. „Nog nooit beleefd, dergelijke aantallen", merkte de heer Melse op. Die
groeiende belangstelling voor de kampioenschappen is er gekomen, nadat steeds meer
clubs besloten zich aan te sluiten b(j de beide districten. „Daarmee ook kun je een
titelstrijd zo sterk mogelijk maken en gegarandeerd, dat de sterkste of toch
zeker een van de sterksten kampioen wordt", meende de districtsvoorzitter van
Walcheren-Zuid-Beveland.
Maar het kan nog beter, 60 procent dus, volgens de heer Melse. Want de ledensterkte
van de beide districten rond 400, hetgeen vergeleken met de afgelopen jaren
een groei van ruim 100 betekent staat nog in geen verhouding tot de ruw geschat
duizenden biljarters, die wel in honderden clubjes zijn georganiseerd, maar niet in
de landelijke bond. Vooral in Zeeuwsch-Vlaanderen vindt men die zogenaamde „wilde
spelers": er bevinden zich vele sterke biljarters tussen, die het onmiddellijk kunnen
opnemen tegen de wel georganiseerde cracks. „Het wemelt daar van gemiddelden
tegen de 20 libre". verzekerde Floor Melse, die al meerdere jaren met zijn bestuurders
bezig is om die clubs bij het district te trekken. Ook in Walcheren (onder andere
Koudekerke, Westkapelle, Vrouwenpolder in de laatste plaats een club van meer
dan 20 man) en Zuid-Beveland zijn nog vele „ongeorganiseerde" clubs.
Maar alle pogingen van de bestuurders leden tot nu toe schipbreuk. De clubleden
willen niet gebonden zijn, ze scheppen om het eens fraai te zeggen veel
meer behagen ln wedstrijduitstapjes naar België of onderlinge competities. Er zijn
voorai in Zeeuwsch-Vlaanderen verschillende bijeenkomsten op touw gezet, maar
gemiddeld komen er niet meer dan 10 bezoekers kijken, ook al stuurt men honderden
convocaties de deur uit. Toch hebben de heer Melse en zijn mannen enkele euccesjcs
geboekt: in Axel bijvoorbeeld kreeg men twee van de vier clubs (P.O.P. en A.B.C.)
warm voor het district en in Hansweert leverden de besprekingen eveneens twee
nieuwe clubs op. De resultaten waren zowel voor het district als voor de clubs binnen
korte tijd verheugend: de twee niet-georganlseerde Axelse clubs zijn thans geen partij
meer voor de aangesloten leden, en Hansweert leverde direct al twee spelers voor
de eindstrijd derde klas!
Voorzitter Melse is overigens de laatste om te denken, dat alle niet-georganiseerdeii
naar het gewest zullen overstappen. Maar al wordt het slechts een tiende deel
er van, dan zou Zeeland wellicht eens kunnen voorstellen een eigen gewest te vormen,
met wellicht districten voor Walcheren, Zuid-Beveland, Schouwcn-Dnïveland en
Zeeuwsch-Vlaanderen
Een ander groot probleem, waarover Floor Melse zich kopzorgen maakt, ls de
jeugdtraining, vorig jaar in nationaal verband aangepakt. Maar in Zeeland is er nog
zo goed als niets aan gedaan. Er kén niets aan gedaan worden omdat er geen jeugd
leiders voor zijn, zodat de landelijke bond geen subsidie verstrekt; andersom steunt
de „grote" bond niet, omdét er in Zeeland nog niets gedaan is....
In tegenstelling tot Amsterdam bijvoorbeeld. Daar heeft de gemeente die taak op zich
genomen: „Biljarten is ook sport. Grijp de kans alles over deze sport te leren van
een biljart-instructeur", aldus kunnen de hoofdstedelijke Jongelui lezen in een affiche,
die de gemeente aan alle scholen gezonden heeft. De belangstelling is overweldigend!
Veertig jongelui konden voorlopig de „eerste lessen" bijwonen, maar er stonden er
meer dan 600 in de rij om dat voorbeeld ook te volgen
Wellicht zijn er ln Zeeland ook enkele honderden, die zich de geheimen van dit
edele spel eigen willen maken. Maar voorlopig ls er voor hen nog weinig kans
„op pad te gaan": er zijn geen zalen-met-blljarts (in café's mag het niet) en evenmin
jeugdleiders, hoewel er momenteel 40 in K.N.B.B.-verband in opleiding zijn. Er zijn
er echter honderden nodig
Een weinig opwekkend overzicht dus, waarmee we nog een paar kolommetjes verder
kunnen gaan. Tevreden is voorzitter Floor Melse dan ook nog lang niet, overigens
bepaald ontevreden evenmin. Want er ls in de jongste periode al heel wat bereikt.
Als het merendeel van de landelijke bestuurders ln de toekomst nu eens enige notie
krijgt van de reisellende, die de Zeeuwse biljarters moeten overwinnen alvorens ze
achter de wedstrijdtafel kunneD plaatsnemen, als het spelpeil verbeterd kan worden
(dan moeten de minder goeden wat willen aannemen van de goeden) en als het
ledental opgevoerd kan worden
Als dat allemaal gebeurt, welnu, dan is er volgens voorzitter Melse al heei wat
van die 60 procent ingehaald.