NIEUW HENK MAST vindt uit maar: in ren- rolschaat wil niemand fabricerei IN DE MODERNE STEDEDOUW DREIGT DE ONTDINDING En een geld dat het kost HERHALINGSOEFENINGEN NOODWACHTERS IN HET VERSCHIET Landbouwschap zal zich richten tot Tweede Kamer Nu voor het eerst 'n first class Amerikaan in royaal pakje van 25 stuks voor één gulden Koop direct een pakje en proef 25 maal hoe geurig, hoe lekker! VRIJDAG 16 NOVEMBER 1962 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 9 (Van een onzer verslaggevers.) Op kousenvoeten komt hij de kamer binnen. Henk Mast is bank werker op de marinewerf te Den Helder, maar in zijn vrije tijd ontpopt hij zich als uitvinder. „D'r is wel eens iemand geweest die gezegd heeft: begin voor je zelf. Dat was een aannemer. Maar de pest is, niemand wil die dingen hebben. Iedereen vindt 't fantastisch, maar ze vragen d'r niet om. Het heeft mij al een hoop centen gekost". Henk Mast (58 nu) met zijn rolschaatsen die niemand wil hébben. De uitvinder legt een vergeelde krant voor mij neer. Een bericht over een van zijn eerste uitvindingen. De zo genaamde „scharnierende vooruit roei-riemen". Henk Mast zaagde jaren geleden een stel riemen in tweeën- Vervolgens monteerde hjj op de zaagsneden van de halve riemen door midden ge zaagde frictiekamwielen van een 98 cc-motor. De kamwielhelften werden draaibaar in elkaar grijpend tegen elkaar gemonteerd. Verder constru eerde hij 'n speciale roeidol met een verticaal asje. Dit asje maakte het mogelijk de vooruit-roei-riemen zo diep als nodig is in het water te ste ken. VOORUIT KIJKEN. De vinding werd geboren, nadat Henk Mast gezien had, dat roeiers voort durend achterom moesten kijken als zy zich van een juiste koers wilden vergewissen. Met de riemen van Henk zit de roeier met zyn gezicht- naar de vaarrichting. De uitvinder zegt: „Vooral voor vo gelliefhebbers belangrijk. Met het oude systeem zijn ze meestal net te laat om bijzondere vogels te ontdek ken. Zo zitten er met hun rug naar toe. Talloze mensen hebben de rie men geprobeerd. Allemaal waren ze enthousiast. Het roeit lekker licht. Dat is ook een voordeel! Ik heb er octrooi op aangevraagd. Ze stuurden me naar een octrooigemachtigde. Te keningen laten maken. Dat kost geld. Eerst voelden ze er wel wat voor, maar toen kwam er 'n brief, dat ik het tegen een Duitse en Zwitserse ingenieur moest opnemen. Nou ja, dat kan ik niet. Die ingenieurs had den ook iets dergelijks bedacht. Ik ben er maar mee gestopt. Het werd mij te duur". TRAPSTEL. Henk Mast liet er zich niet door ont moedigen. Hy ontwierp een trapstel voor een normale fiets, waardoor men zonder extra krachtsinspanning een snelheid van vijftig kilometer kan halen- Wekenlang prutste hy aan de constructie van een opvouwbare fiets en kortgeleden ontwikkelde hij een driewielige rolschaats. Een speciale heel wat teleurstellingen bezorgd. „Er bestaat er een met vier wielen. Meneer Havekotte is daar de Neder landse vertegenwoordiger van. Stroe ve dingen. Bij de bochten ga je tegen de vlakte. Maanden heb ik aan m(jn vinding gewerkt. Het gaat om de maat van de wieltjes, het soort rub ber dat je gebruikt en hoe je ze plaatst. Het is eigenlijk geen rubber, maar een vulkollanbekleaing. Op ze kere dag kreeg ik ene meneer Kaay uit Den Haag bij me en ene De Haan uit Krommenie. Die meneer Kaay is vertegenwoordiger van Nooitgedagt. Ze vroegen of ik geen deugdelijke rol schaats voor de training van hard rijders kon maken. Ze hadden van mij gehoord vanwege die riemen. Goed, ik ga aan de gang. Allerlei proeven genomen, die mislukten. Eindelijk lukte het wel. Het grapje had me toen al v(jfeneenhalfhonderd gekost. Ik liet er verschillende jongens op rijden. Fantastisch. Snel en prachtig in de bochten. Ik ging naar De Haan. Hij zegt: „Neen, met uitpakken. Laat ze me niet zien. Ik zou ze na kunnen maken. Schrijf een brief aan meneer Kaay. Zeg dat ze klaar zijn". Afijn ik schrijf een brief. Krijg ik deze brief terug. Hier, lees-maar". „Eerst moeten we meer en grotere rolschaatsbanen krijgen in Nederland. Eerst dan krijgt de renrolschaats een toekomst. Maar hoe lang nog? En welke fabrikant loopt het onzeke re zo ver vooruit Nooitgedagt zeker niet". ZES WEKEN. Henk Mast: „Dat is toch raar? Ik ben toen naar Nooitgedagt- zelf ge gaan. Ze hadden grote belangstelling. Een jongen van de fabriek moest op myn schaatsen rijden. Nou, Iaat ik U vertellen, hij wist van geen ophou den. Die ouwe Nooitgedagt zat zó te kijken. Zó. Daarna gingen we naar de kantine. Nooitgedagt begon al te rekenen. Het zou wel kunnen, zei hij. Ik moest de hele fabriek zien. Ik zou er meer van horen. Ik wachtte zes weken. Geen ant woord. Ik belde op. Ja, ze waren nog bezig. Op een gegeven moment had ik geen geduld meer. Ik dacht misschien hebben ze de idee verkocht aan Havekotte. Dan kon ik beter met Havekotte in zee gaan. Ik ver brak dus de relatie met Nooitgedagt. Deze brief kreeg ik terug: „Hoewel wij volkomen begrijpen dat U niet langer wou wachten, kwam het ons toen nog enigszins rauw op het lijf. Wij wensen U veel succes toe met uw rolschaats". Inmiddels had ik van Havekotte ver nomen, dat hij om zakelijke rede nen mijn schaats niet in de han del kon brengen. Dan kwam hij in conflict met zijn buitenlandse fabriek, die hem de onderdelen levert. Have kotte zet ze dan iri zijn fabriek in elkaar. Zijn eigen schaatsen dus. Toen ben ik naar Klaas Schenk ge gaan. Hij was enthousiast. Hij zou er met de bond over spreken. Nooit meer wat gehoord. Ook van Roos niet van de K.N.S.B. Jan Cottaar schreef me terug, dat hij geen tijd had. Ik moest maar bij een ander m'n geluk beproeven. Henk van der Grift heeft er op gereden. Hij vond ze machtig. Ik heb geen octrooi aan gevraagd. Nooitgedagt zei, dat ik dat nooit zou krijgen. Trouwens, dat kan ik niet betalen. WATERSCHAATS. Begryp je dat nou? En ze rijden zo soepel. Ik heb hier een brief van een machinefabriek uit Deurne: Voor de massafabricage niet lonend". Onverwoestbare Henk Mast (58) kijkt mij plotseling geheimzinnig aan. Hij rept niet meer over de rolschaats, maar loopt naar de achterkamer. „En hier heb ik iets nieuws", zegt hy triomfaal. „Je mag niet schrijven hoe het werkt. Wat denk je dat het is? Dit is een waterschaats. Voorlopig nog een mo del van karton, maar binnenkort ga ik een paar echte maken. Met deze dingen kun je op het water schaat sen. Ik weet nog niet wat voor ma teriaal ik moet gebruiken. Ik ben er al weken mee bezig. Het is een hele rekenarij. Als het klaar is waar schuw ik je wel". Mevrouw Mast: „Henk... kom nou eten. De aardappelen zijn tot moes gekookt". Begroting van provinciefonds goedgekeurd (Van onze parlementaire redacteur) De Tweede Kamer heeft gisteren zonder hoofdelijke stemming haar goedkeuring eliecht aan de begroting van het pro vinciefonds voor 1963. De eraan voorafgaande discussies be wogen zich voornamelijk om een door de heer Franssen van de P.v.d.A. inge diende motie, die vroeg de gevolgen van de op 1 januari 1962 ingevoerde salaris verhoging te bestrijden uit een verho ging van het percentage van de rijks belastingen, dat aan het provinciefonds toevalt. Aanvankelijk wilde de heer Franssen onmiddellijk een uitspraak, maar nadat hem dit van verschillende kanten was afgeraden hij zou de provincies met een verworpen motie geen dienst be wijzen, zei menen nadat de bewinds man had toegezegd, dat hij met de vaste commissie over de gehele financiële pro blematiek van het provinciefonds zal praten, al bleef hij de inhoud van de motie afwijzen, stemde de heer Frans sen met een latere beslissing over de motie in. (Van onze Haagse redactie) Het is te verwachten, dat de noodwach- ters, die binnenkort gedurende twee da gen zullen gaan oefenen in het B.B.- oefenkamp voor dc vier noordelijke pro vincies, daar later, mogclyk eens per jaar, nog wel zullen terugkomen. Voor de noodwachtplichtigen van de zogenaamde reddings- en pionierploegen uit de vier noordelijke provincies is het oefenkamp „Eind van het diep" aan het Steenwjjkerdiep te Steenwijkerwold in gericht, terwijl in het nabijgelegen voor malige Ambonnezenkamp „Beenderib- be" een oefenruïne is gebouwd. Het kampencomplex, dat als een geheel moet worden gezien, komt binnen afzienbare tijd klaar. Op de duur zullen er, zoals ook is medegedeeld in de begroting van binnenlandse zaken, ook voor 't midden en zuiden van het land oefenkampen komen. Er zullen in het kamp te Steenwijker wold drie ploegen van ongeveer 45 man per week gaan oefenen, elke ploeg twee dagen. De kampen zijn niet voor een tij delijk gebruik ingericht. Binnen betrek kelijk korte tijd kunnen echter alle nood wachtplichtigen aan de beurt zijn ge weest. De conclusie, dat men derhalve na de eerste oefening de kampen voor herhalingsoefeningen zal gaan gebrui ken, ligt voor de hand en deze conclusie wordt in Den Haag dan ook bepaald niet tegengesproken. Arbeidsverbod voor 14-jarige jongens Bij de Staten-Generaal is een wetsont werp ingediend, waardoor de arbeids wet zodanig wordt gewijzigd, dat 14- jarige jongens voortaan slechts voor waardelijk tot het arbeidsproces worden toegelaten. Zoals bekend geldt reeds sinds 1955 een arbeidsverbod voor 14-jarige meisjes, van welk verbod door de arbeidsinspec tie individuele ontheffingen kunnen wor den verleend. Aan zulk een ontheffing wordt door de districtshoofden steeds een aantal voor waarden verbonden, zoals geneeskundi ge keuring, een korte werktijd en de verplichting in bedrijfstijd een aantal uren part-time onderwijs te volgen, of aan een cursus van een vormingsinsti tuut voor de leerplichtvrije jeugd deel te nemen. Dergelijke voorwaarden zullen nu volgens het ontwerp ook voor 14- jarige jongens gelden. Het bestuur van het Landbouwschap heeft in zijn woensdag gehouden verga dering het dagelijks bestuur gemachtigd, een brief tot de Tweede Kamer te rich ten over de regeringsmaatregelen voor de in moeilijkheden verkerende boeren bedrijven. Over de nadere uitwerking van de voor- schottenregeling is binnenskamers over leg gaande tussen het ministerie van landbouw en het Landbouwschap. Over dit nog aan de gang zijnde overleg wilde de voorzitter in de openbare vergadering geen mededelingen doen. De discussie waarbij onder meer de vraag aan de orde kwam of het Landbouwschap aan die nadere uitwerking wel hoort mee te werken werd daardoor wat bemoei lijkt. De heer Brouwer (K.N.B.T.B.) stelde voor, de openbare vergadering te schorsen, opdat het bestuur, na kennis neming van het laatste nieuws van het ministerie van landbouw, eventueel in besloten vergadering tot een bepaald standpunt zou kunnen komen. Hij kreeg "tchter geen steun voor dat voorstel. Dit is een van de nieuwe Ford-modellen voor 1963: de Galaxie 500 b-deurs hard top. Een 220 pk 5769 cc V-8 motor in combinatie met „cruise-o-matic" auto matische transmissie stuur- en rembe- krachtiging, breed uitgevoerd veilig- heidschassis, elektronisch uitgebalan ceerde V-8 motor, „swing-away" stuur wiel voor gemakkelijker in- en uitstap pen en een centraal geplaatste benzine vulopening. Mooi, maar niet gezellig Scheiding moei niei overdreven worden De moderne, functioneel inge deelde stad heelt grote voorde len boven de bevolkingscentra van honderd iaar geleden. Voch tige en donkere huizen in nau we sombere straten hebben plaats gemaakt voor ruim opge zette woonbuurten vol zon en licht. Het woongerief is sterk verbeterd; stof, stank en smeer zijn uit het moderne woongebied geweerd. Toch neemt al dit posi tiefs niet weg, dat een aantal as pecten van de huidige stede- bouw telkens weer een zekere steriliteit in de nieuwe wijken tot gevolg heeft. Met andere woor den: onze nieuwe steden zijn mooi, maar niet gezellig. Een opmerkelijke conclusie, die te beluisteren valt in een uitvoerig beschouwend artikel, dat in het kwartaalbericht van het Econo- misch-Technologisch Instituut van Zuid-Hollanc1 is verschenen. Het heeft de leefbaarheid van onze nieuwe wooncentra tot onderwerp, de functioneel aangelegde stad te genover de „vervlochten" stad van weleer. De modern-geplande stad valt uiteen in een aantal vrij strak van elkaar ge scheiden bestanddelen. De oude stad kende deze scheiding niet of veel min der; woon-, werk-, koop- en recreatie gebieden lagen dichter byeen, gingen haast onmerkbaar in elkaar over en wa ren zodoende meer „vervlochten". In de oude stad zo wordt gezegd nam de kerk als materiële neerslag van de religie een centrale plaats in met vlak daarnaast het stadhuis als sym bool van het wereldlijk gezag. In een wirwar van straten rondom vond men winkels en werkplaatsen, oude pakhui zen en hoog in de wind staande molens. Daartussendoor de woningen: patri ciërshuizen en krotten. Er zijn nog ver schillende van die oude steden, waar het oude patroon valt te bezichtigen. De stad in haar meest moderne vorm is langs andere gedachtenlijnen opge zet. Er is scheiding gebracht. Industrie terreinen liggen dikwijls ver van de in blokken gegroepeerde wooncentra. Een centraal gelegen centrum vervult aller lei functies ten behoeve van de verzor ging der stadsbewoners; daar zijn de banken en kantoren, de winkels, bios copen, restaurants, snackbars. Weer elders zijn de bejaarden verza meld in een „centrum". De recreatie speelt zich ook al af binnen een ge scheiden complex. Tenslotte vindt men op enige afstand de begraafplaatsen. Uiteraard is een dergelijke wijze van situeren geen toeval meer. Het artikel in het E.TJ.-bericht grijpt terug naar het jaar 1933, toen een belangrijke groep architecten op het Internationale Congres van Moderne Architectuur te Athene een aantal stedebouwkundige principes vastlegde in een codex, de z.g. Town-Planning Chart. Deze eisen wor den omschreven in de volgende zes voorwaarden: een gunstige ligging van de woonwij ken wat betreft situatie, groen, zon- toetreding en klimaat, geen aaneenrijging van woonhuizen langs verkeersstraten, het toepassen van hoogbouw als middel om bij grotere woondichtheid grote afstanden tussen de gebouwen mogelijk te maken, waardoor ter reinen vrij komen voor sport en ont spanning, voor de recreatie moet groen in de woonwijk aanwezig zijn, terwijl op langere afstand grotere ontspan- ningsterreinen zoveel mogelijk in het landschap opgenomen noodzakelijk zijn, .er dient gestreefd te worden naar een zo kort mogelijke afstand tussen woon- en werkgebieden, waarbij de industrie door een neutrale zone met groen dient te worden geïso leerd, een scheiding van diverse soorten verkeer en een isolering van de hoofdverkeerswegen van de woon wijken. VERSCHIL Het is vooral het laatste drietal eisen, dat het wezenlijke verschil tussen de oude en de nieuwe stad tot stand brengt, aldus het E.TL- bericht. In elke nieuwe wijk, maar ook in kleine steden is de grote in vloed van deze principes te zien. Zij hebben samen met de verwor venheden van de techniek tot aan wijsbare positieve resultaten geleid, vooral voor hem, die voor wat hun wonen betreft zeer sterk afhankelijk zijn van anderen: degenen die geen eigen woning bezitten of geen hoge huur kunnen betalen. Deze principes hebben echter ook tot effecten geleid, die minder wenselijk geacht moeten worden. NADELEN Tot een enorme toename van het ver keer tussen woon- en werkplaatsen op de spitsuren bijvoorbeeld en tot de stro men van duizenden, die tjjdens het weekend naar recreatie- 'en sportcom plexen trekken. Onmiskenbaar ook tot een verzwakking van de sociale rela ties; in de nieuwe wijken ontstaat niet gemakkelijk een kennissenkring veel buurtcontacten liggen op een vrij neu traal vlak. Het gezin, dat door de veranderde le vensomstandigheden toch al een lossere band kent dan vroeger, wordt zo stelt het E.T.I.-bulletin nog verder uiteengedreven door de structuur van de moderne stad. De gezinsleden zwer men 's morgens uit, naar fabriek of kantoor, naar gymnasium of kleuter school en vallen 's middags of eerst 's avonds weer op hun „operatiebasis" terug. Het is voor een zoon tegenwoor dig nauwelijks meer mogelijk zijn vader van zijn werk te halen en hem te zien in de omgeving van zijn collega's. De afstand tot het werkgebied is vaak te groot en de weg - rheen te gevaarlijk. Maar een vader en een moeder zullen al evenmin gauw toe komen het trainingsuurtje van hun voetballende zoon te bezoeken, wanneer de velden ver buiten de bebouwing liggen. Zo leeft ieder in zijn eigen veld van activiteit. DOGMA. Het E.T.I.-bericht komt tot de con clusie, dat de belangrijkste stede- bouwkundige principes van het Con gres van Athene een volkomen eigen leven zijn gaan leiden, zodat zij overal en ongezien het karakter van een plaats worden toegepast zon der dat tevoren een functionele stu die van het in bewerking zijnde stadsgebied is uitgevoerd Aldus zijn deze principes geworden tot een re cept en een dogma. Het tijdschrift pleit voor een opnieuw opnemen van ontmoetingsplaatsen in de woongebieden: fabrieken (vele ma ken nauwelijks meer lawaai en pro duceren nagenoeg geen stof en vuil), sportterreinen en tennisbanen. Aan de andere kant dringt het er op aan, dat tussen de kantoren en winkels van het functionele stadsverzorgingscentrum ook woningen worden gesitueerd; het kan er aan gezelligheid slechts bij win nen. Het besluit: „Een functionele stadinde- llng moge dan op een aantal punten aantrekkelijk en noodzakelijk zyn, de „vervlochten" stad biedt echter op di verse terreinen van het menselijk le ven grotere voordelen". Advertentie GOLD STAR

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1962 | | pagina 9