VERGISSING OP UTAH MOOIE KLEUREN IN EEN HERFSTIGE „MANTELING" Onder Zeelands hoge hemel Teddy Roosevelt Gelukkige vergissing „Waarschuw de vloot" DONDERDAG 15 NOVEMBER 1962 PROVIN Cl ALE ZEEUWSE COURANT Men kan soms onverwacht geplaatst worden voor een probleem, dat er altijd was, maar dat men nooit zag, omdat men er als het ware steeds in is ondergedompeld. Men is er zo één mee geworden, dat de een of andere buitenlander er op moet wijzen, aleer men het zou kun nen zien. Zo stelde een Zwitserse, zelf artieste, mij eens de verrassende vraag: „Hoe is het mogelijk hier een landschap te schilderen, alles is hier groen!" Inderdaad was op de plaats waar wij passeerden alles groen; de weiden, de akkers en de boomgaarden. Gelukkig kon ik snel reageren met: „O, een Hollander schildert desnoods groen met rood en geel en blauw!", een vrij dom antwoord (Appel was nog niet aan de horizon verschenen!), maar het gaf haar te denken en de eer van ons landschap zowel als van onze schilders, was op het moment gered. Herfstbos ligt vol met „Appels" Myn reactie had natuurlijk heel anders moeten zyn. Ik had haar er op moeten wijzen, dat juist de noodzaak iets te moeten zién in al dat groen vele onzer schilders uiterst gevoelig heeft ge maakt voor de fijne nuances, ook voor die van het grijs en blauw van lucht en water, het kleurenspel van licht en scha duw; ik had er op kunnen wijzen, dat zij het zomerkleed van ons land voor zich had, maar dat er ook nog zo iets was als winter, lente en herfst en het laatste drong zich wel sterk aan mij op, toen ik door het „groene" landschap reed om mij naar de Manteling te be geven. Nog sterker toen ik daar was aangekomen. Maar toch ook reeds onderweg en vanaf de start. Te beginnen met de perebomen in de boomgaarden die bruinen na van groen over te gaan op rood en geel, de bessen en het riet in de sloten, die alle tinten van een verzadigd geel in 't land schap gooien, kortom men lean aan 't op sommen blijven en een culminatie er van ondergaat men als men het herfstbos binnenstapt, na tussen het kleurgamma van weiden en akkers, fris groen winter koren, vergelende bieten, achtergelaten bïetekoppen en vers omgeploegde akkers onder*mistig licht te zijn doorgereden. Toegegeven: er is hier weinig ultra marijn en scharlakenrood, maar de na tuurliefhebber kan niet geboeid blijven door de algemene indruk van het land schap. Hij is gedwongen te letten op de details: de planten, de vruchten, de mos sen en korstmossen, de paddestoelen, de late bloemen en het gedierte. Het is moeilijk in de herfst, want alles ligt dooreen, half verstopt onder het afge vallen blad, verkleurd en verzadigd door 't overtollig vocht van het jaargetijde, vaak vervormd door snelle veroudering en verdorring en toch is dit alles nog steeds mooi. Appel Men zou haast kunnen stellen, dat Appel toch dicht bij de natuur is gebleven, want het ligt hier vol met „Appels". Als men zich deze rabauw onder onze schilders voorstelt als in zijn hart iets Zwitsers te hebben (hij kan niet zonder felle en brede vlak ken van kleuren, waarvan we hier enkele missen) dan zou men kunnen zeggen: hij schildert „herfstig". Doet de lente aan scherpe aftekening van vormen, de herfst gooit ze wild door elkaar heen en haalt er dë lijnen weer uit. We behoeven qus niet pessimistisch te zrjn: ook de vormgeving zal bij nieu we moderne schilders wel weer opdui ken. Bij goed toekijken is er dan ook nog wel wat te vinden in de baaierd van neer gestort loof. Onder de eiken vinden we naast de lege pijpedopjes, de halfbruine reeds rimpelende eikels. En op het blad de rood en geel gekleurde galappels, waaruit straks ae galwespjes zullen kruipen of er al reeds uit zijn ontsnapt een cirkelrond gaatje achterlatend. De rose braam heeft naast diep-rode vruch ten hier en daar nog purperen bloemen en er zijn zelfs koekoeksbloemen, die nog volop in bloei staan. De taaie dool- hofzwammen beginnen pas vorm aan te nemen en vele korstzwammen breken pas door de schors naar buiten. De elzen en hazelaars hebben hun katjes reeds weer gevormd, al zullen ze pas in 't voorjaar gaan bloeien en de elze- proppen zijn nu bijna rijp. De klimop is nog maar nauwelijks aan 't bloeien toe en de kardinaalsmuts laat zijn oran je pitten uit de scharlaken mutsjes zak ken, wat de indruk geeft of ook deze plant nu pas aan de bloei is begonnen. Met BAREND ZWERFMANS op stap Contrasten De esdoorns laten in hun vergelend blad waarmee de lakrode stelen prachtig con trast maken, nu heel duidelijk de zwarte „inktvlekken" zien. Een boomstronk er onder, bijna zwart van vocht, is dicht overdekt met struik-achtig groeiende Cladonïa's, hetzelfde geslacht, dat ook de bekende bekermosjes, al of niet met rode sporenvormers, oplevert. Over de bodem verspreid liggen de dorre takjes geheel overdekt met de rode stippen van het meniezwammetje en op een oude boomstam vind ik vlak by elkaar behalve dit zwammetje toefjes van kleine gele knotszwammetjes en een fraaie ladder van elfebankjes. iel v r ucht Ergens op nog geen tien meter afstand scharrelt een fazantehaan in zijn frisse verenpakje, een sneeuwwitte ring om de hals. Hij trekt zich weinig van me aan, verwaardigt zich niet op te vliegen, maar kruipt bij mijn nadering kalm on der een paar varenpollen. Dat is echter een schijnbeweging: als ik hem daar zoek loopt hij al meters verder, achter de dekking is hij er op een holletje van door gegaan. Later zie ik er nog een, die ook niet opvliegt. Alles sluipt hier door het bos, zelfs een paar duiven, maar daarnaast ook lijsters, merels, roodborstjes en winterkoninkjes. Even wegwippen is voldoende om ze geheel in de kleuren van bodem en bladtapijt spoorloos te doen verdwijnen. Als ik van een dode beuk een stukje schors afbreek om een korstmos mee te nemen vind ik een hele kolonie pissebedden, jong en oud dooreen, die van plan waren daar te overwinte ren. Zo, niet in een vochtige kelder, maar droog achter de schors zijn ze lang niet zo „eng" en eigenlijk wel interessante dieren om hun zorg voor de jongen. Er is dus niet alleen ondergang, maar ook voorbereiding tot nieuw leven in de herfst. Daarvan getuigen vooral de vele kiemplanten, vaak in rozetvorm om zich al vast tegen het voorjaar van een stukje van de bodem te verzekeren en de knoppen, die vaak meehielpen het duin te wippen, waar de zee vrij woest aanrolt onder de sterke wind. Daarna zjjn er nog eens de lanen en paden, de kleuren en de herfstsfeer, zonder zon te sterker werkend op de stemming van het landschap. We hebben vrij veel ge zien en als toegift hebben we zelfs Appel (een beetje) meer leren waarde ren. Waar de Manteling al niet goed voor ls! r Advertentie Advertentie Dat etiket met de olifant garandeert een ijzeren kwa liteitscontrole op stof en verwerking. Daarom: met Terlenka heeft u altijd zeker heid op voortreffelijke kle ding, op zorgeloos plezierig dragen - Jange, lange tijd. Als een elegant-geklede man altijd elegant blijft... dan staat er op het etiket een magisch woord: 'I K.V.P. over „vrede en veiligheid" Naar «le mening van het partijbestuur van «ie Katholieke Volkspartij kan de huidige wereldsituatie niet worden be- beschouwd als een toestand van werke lijke vrede. Deze situatie berust op de handhaving van een machtsevenwicht, dat niet eenzijdig kan worden verbroken zonder de gevaren te vergroten, waar aan de volkeren zijn blootgesteld van de zijde van het communisme. De communistische regimes blijven na melijk verklaren, dat net einddoel van hun politiek de uiteindelijke triomf van de communistische ideologie over de ge hele wereld is, hetgeen echter een van de grootste rampen zou zijn, welke de mensheid kunnen treffen. Het noodzake lijke machtsevenwicht berust thans op bewapening. Zolang hiervoor geen inter nationale rechtsorde in de plaats is ge komen. wat in dc huidige verhoudingen slechts zou kunnen geschieden door mid del van een internationale overeenkomst, die leidt tot een algemene en volledige ontwapening te beginnen bjj de kern wapens onder een doeltrefende inter nationale controle, moet dit machts evenwicht worden gehandhaafd om een OQriOg te voorkomen en agressie het hoofd te kunnen bieden. Hiervoor mo- „V0LKSVER7.EKERING GEEN GENEESMIDDEL VOOR ALLE NODEN" (Van onze Haagse redactie) Mr. B. A. van Schaik, de president-di recteur van „Centraal Beheer", heeft in een rede over „de sociale verzekering van morgen", gehouden tijdens de al gemene ledenvergadering van het Cen traal Sociaal Werkgevers-verbond te Sclieveningen, kritiek geleverd op de- gedaclite van minister Veldkamp om de komende arbeidsongeschiktheidsverzeke ring om te bouwen tot een cclite volks verzekering met uniforme uitkeringen. Minister Veldkamp wil hiermede ook de zelfstandige invaliden onder de verzeke ring brengen. Zoals bekend heeft de gen de grootste offers worden gevraagd. Het par'ybestuur van de K.V.P. zegt dit in een verklaring, die het over „vrede en veiligheid" heeft uitgegeven. bewindsman over deze zaak het advies van de S.E.R. gevraagd. Het plan van de minister om de lang durige zieke zelfstandigen onder een verzekeringssysteem te brengen, juich te mr. Van Schaik toe, mits men er maar rekening mee houdt, dat dit plan plus minus 200 miljoen per jaar kost of 0.9 procent van het inkomen, dat ten grondslag ligt aan de volksverze kering. Maar de arbeidsongeschiktheids verzekering ombouwen tot een volksver zekering teneinde daarbij ook de zelf standige invaliden te betrekken, vond mr. Van Schaik een slechte oplossing voor een vraagstuk dat zeer gedifferen tieerd ligt. Bezien zou hier moeten worden of samenwerkende particuliere verzekeraars in Nederland niet een op lossing kun brengen. Men zou ook moeten beginnen met de noden eerst eens nauwkeurig te bestuderen en te kijken of ze overal gelijk liggen, aldus mr. Van Schaik. Waar de minister de benodigde premie voor een dergelijke volksverzekering op de 3% tot 4}S procent schat, rekende mr. Van Schaik uit, dat straks van iedere Nederlander 20 procent van zijn inkomsten voor de volksverzekering als premie zou moeten worden gevorderd. E. Brongersma lid Eerste Kamer De heer E. Brongersma (p.v.d.a.) te Heemstede is benoemd verklaard tot lid van dc Eerste Kamer. Het centraal stembureau voor de ver kiezing van de leden van de Eerste Ka mer overwoog op grond van de kieswet dat de heer Brongersma voor benoeming in aanmerking kwam nadat de heer L. M. de Rijk te Amersfoort die eerder was benoemd, had meegedeeld de be noeming niet te aanvaarden, Het gaat om de zetel die mr. A. de Roos heeft opgegeven in verband met diens benoe ming tot lid van de Raad van State. Advertentie lampen Vestien kilometer verder, op het Utah- strand, landden de mannen van de 4de Divisie in groten getale en .snel- trokken zij landinwaarts. De derde golf aanvals- boten arriveerde reeds, en men stuitte praktisch op geen tegenstand. Er vielen enkele granaten op het strand, én enkele verspreide kogels uit mitrailleurs en gewe- ren, maar er was hier geen sprake van de verbeten gevechten die de gespannen man nen van de 4de Divisie hadden verwacht. Voor velen was deze landing een' gewone routinekwestie. Soldaat 1ste klasse Donald N. Jones, die met de tweede golf aanvals- boten aan land kwam, had het gevoel alsof dit „weer eens een invasie-oefening was". Andere mannen ervoeren de aanval als een anti-climax de lange maanden van trai ning op de Slapton Sands in Engeland •waren hun veel zwaarder gevallen. Soldaat 1ste klasse Ray Mann voelde zich een beet je „genomen" omdat „de landing tenslotte helemaal niet veel soeps was". De versperringen waren zelfs niet zo erg als ie«Iereen gevreesd had. Slechts een paar bétonnen kegels, driehoeken en stalen „stekelvarkens" be vonden zich hier op het strand. Slechts enkele van deze waren met mijnen verbonden en ze lagen allemaal boven water, zodat de Genietroepen ze vrij gemakkelijk konden bereiken. De opruimings- ploegen waren hier reeds aan het- werk getogen. Zij hadden door middel van dynamiet een gat van 50 meter breedte in «1e versperringen, gebla- zen, een bres geslagen in de muur aan de rand van het strand, en binnen een uur zonden zij het gehele strand van hindernissen en mijnen hebben gezuiverd. Over een afstand van ruim iys kilometer stonden de amfibietanks op het strand met slaphangende canvaszakken; deze tanks leverden een belangrij ke bijdrage tot het grote succes van de aanval. Brigade-generaal Theodore Roosevelt liep heen en weer over het strand en inasseertje af en toe zyn reumatische schouder. Deze 57-jarige of ficier de enige- generaal, die mét de eerste aan valsgolf was geland had er op gestaa'n dat hem deze opdracht werd gegeven. Zyn eerste ver zoek was geweigerd, maar Roosevelt had het on middellijk nóg eens geprobeerd. In een met de hand geschreven briefje, gericht aan generaal-majoor Raymond O. Barton, de be velhebber van de 4de Divisie, had hij zijn zaak bepleit en het volgende argument aangevoerd: dat het de jongens rustig zal maken, als zé weten dat ik bij hen ben". Barton gaf toen met tegenzin toe, maar deze beslissing lag hem zwaar op de maag. „Toen ik in Engeland afscheid nam van Ted", weet hij zich te herinneren, „ver wachtte ik niet dat ik hem nog levend zou terug zien". Maar Roosevelt, een man die wist wat hij wilde, was nu nog springlevend. Sergeant Harry Brown van het 8ste Regiment Infanterie zag hem „met een stokje in de ene hand, een kaart in de andere hand, ronddwalen alsof hij het een of an dere landgoed inspecteerde". Af en toe explodeer- dé er een granaat op het strand, die het zand in wolken deed opstuiven. Dat scheen Roosevelt te hinderen; met een ongeduldig gebaar sloeg hij dan het zand van zijn uniform. Terwijl de derde aanvalsgolf het strand bereikte en de mannen aan land waadden, begonnen plot seling Duitse stukken van 88 mm te vuren de projectielen ontploften temidden van de aanko mende troepen. Een dozijn manschappen werd ge troffen. Enige seconden later dook er' een eenza me figuur op uit de rook van deze explosie. Zijn gezicht was zwart, zijn hemd en uitrustingsstuk ken had hij verloren. Hij kwam volkomen venve zen het strand op lopen, met wijd starende ogen. Roosevelt riep om medische hulp en rende toen naar de man toe. Hij sloeg zijn arm om de sol daat -heen. „Kerel", zei hij zacht, „we zullen wel zien, dat we je weer naar Engeland transpor teren". Tot dusver wisten alleen Roosevelt en enkele zy- ner officieren dat deze Utah-landingen op een verkeerde plaats waren uitgevoerd. Het was een gelukkige vergissing geweest de zware batte rijen, «lie het eigenlijke landingsterrein bestreken, waren nog steeds intact en hadden de troepen bjj- na geheel kunnen vernietigen. Deze foutieve landing had vele oorzaken. In de war geraakt door de rook van het vlootbombarde- ment, die het landschap aan het oog had ont trokken, en meegevoerd door een sterke stroom langs de kust, had één controleboot de eerste aan valsgolf meer dan 1% kilometer ten zuiden van de eigenlijke landingsplaats geleid. Inplaats van een landing uit te voeren op het sti-and bij de Uitgangen 3 en 4 dit waren 2 van de 5 hoofd wegen, naai- welke de 101ste Divisie Luchtlan dingstroepen onderweg was had men een brug- gehoofd gevormd bijna 2 kilometer verder, aan weerszijden van Uitgang 2. Door een ironisch toeval hadden luitenant-kolonel Robert G. Cole en 75 manschappen van de 101ste en de 82ste Divisie juist op dit moment het west einde van Uitgang 3 bereikt. Dit waren de eerste parachutisten, die op een hoofdweg waren uit gekomen. Cole en zijn mannen verstopten zich in de moerassen en wachtten verder rustig af hij verwachtte nu elk ogenblik de komst van de mannen van de 4de Divisie. Op het strand, in de nabijheid van Uitgang 2, stond Roosevelt nu op het punt om een be langrijke beslissing te nemen. Van nu af aan zouden om de paar minuten aanvalsgolven van mannen en voertuigen landen 30.000 man schappen en 3500 voertuigen. Roosevelt moest be slissen of hij deze elkaar opvolgende golven zou laten landen op dit nieuwe, betrekkelijk rustige gebied, dat slechts op één hoofdweg uitkwam of dat hij de op komst zijnde troepenmacht en uitrustingsstukken zou laten landen op de voor hen bestemde sector van het Utah-strand, waar zich twee wegen bevonden. Als deze éne Uitgang niet konden worden vrijge maakt en bezet, zou het op het strand een nacht merrie worden een opeenhoping van man schappen en voertuigen, die zich geen uitweg kon den banen. De generaal en zijn bataljonscom mandanten kwamen bijeen om te beraadslagen. En toen werd het besluit genomen. Inplaats van te vechten om de uitgestippelde doelen, die een heel eind verder aan het strand lagen, zou de 4de Divisie via déze ene hoofdweg landinwaarts trekken, en, waar en wanneer zij ze ook aantrof fen, de Duitse gevechtsopstellingen buiten, werking stellen. Alles hing nu af van de snelheid waar mee ze optrokken: zo spoedig mogelyk moest men handelen, vóór de vijand zich had hersteld van de eerste schok van de landingen. Er werd hier weinig weerstand geboden; de man nen van de 4de Divisie verlieten snel het strand. Roosevelt wendde zich terloops tot kolonel Eugène Caffey van de 1ste Brigade Speciale Genietroepen. „Ik ga vooruit met de troepen", zei hy tegen Caffey, „waarschuwt U dan de vloot, om de rest van de troepen hier te laten landen. Wy gaan de oorlog van hieruit beginnen". (Wordt vervolgd) Copyright Uitg. Van Holkema en Warendorf, Amsterdam. Toen de lichte stormboten eenmaal de eerste aan- valstroepen aan land hadden gebracht en deze' vaste voet hadden gekregenvolgden de zware landingsschepen: LCT's en LCVP's. Uit hun klap deuren stroomden de infanterie, de tanks, voertui gen en geschut. Boven vloot en stranden gingen versperringsballons omhoog om vijandelijke vlieg tuigen het doorbreken onmogelijk f.e maken. Spoedig was het strand een centrum van koorts achtige activiteit.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1962 | | pagina 11