LUCHTINFANTERIE Sport en wedstrijden Meer gegevens van kongeralen en kruisbekken worden bekend In Nederland wordt voor vele tientallen miljarden gespaard Verwachtingen overtroffen De asperges Onder Zeelands hoge hemel Niet alleen bij de spaarbank Totaal aantal boekjes: 12 miljoen, aantal polissen: 25 miljoen SCHOON VOLK OP LATE AVOND BIJ SLUITEN VAN DE POORTEN Sport in het kort 4 PROVINCIALE ZEEUWSE. COUR ANT ZATERDAG 3 NOVEMBER 1962 Deeds hadden de eerste versterkingen de luchtlandingstroepen bereikt. Er waren 69 zweefvliegtuigen geland in de landings zone van de Britse 6de Divisie Luchtlan dingstroepen waarvan 49 op het voor hen bestemde terrein bij Ranville. De ge nisten hadden hun werk goed gedaan. Zij hadden geen tijd gehad om alle hindernis sen in het lange landingsveld op te ruimen, maar er waren genoeg hindernissen met behulp van dynamiet vernietigd, om het de zweefvliegtuigen mogelijk te maken te landen. Na hun aankomst had de landingszone een fan tastische aanblik opgeleverd. Het zag er in het maanlicht uit als een kerkhof op een schilderij van Salvador Dali. Verongelukte zweefvliegtuigen met geknakte vleugels, ingedrukte cabines en verwrongen staarten lagen overal. Het leek on mogelijk dat iemand deze versplinterde toestellen levend had kunnen verlaten toch waren er maar weinig manschappen tijdens de landingen gesneuveld of gewond. Het aantal gewonden ten gevolge van het Duitse afweergeschut was veel groter. Bij de troepen, die door deze zweefvliegtuigen werden vervoerd, bevond zich ook de comman dant van de 6e Divisie Luchtlandingstroepen, ge- neraal-majoor Richard Gale met zijn staf. Verder vervoerden deze toestellen zwaar materieel en het zeer belangrijk anti-tankgeschut. De mannen hadden in groten getale de zwaafvliegtuigen ver laten en op dat moment verwacht dat het lan dingsveld zou bestookt worden door vijandelijk vuur; inplaats daarvan troffen zij een vreemde, landelijke stilte aan. Sergeant John Hutley, de piloot van een Horsa, had gerekend op een zware beschieting en zijn tweede piloot gewaarschuwd: „Klim er zo gauw mogelijk uit, zodra we geland zijn en zoek als de bliksem dekking". Maar het enige dat op gevechten wees, was een veelkleu rig gordijn van lichtkogels in de verte en het ratelen der mitrailleurs in de buurt van Ran ville. Overigens kon Hutley niets horen of zien, dat vijandelijke activiteit verried. Rondom hem op het landingsveld heerste een ge weldige drukte; de manschappen haalden de uit rustingsstukken uit de wrakken der zweefvlieg tuigen en hesen de stukken anti-tankgeschut achterop de jeeps. Nu de tocht door de lucht vol bracht was, heerste er zelfs een vrolijke stem ming. Hutley en de mannen, die hy had ver voerd, zaten in het wrak van hun toestel een kop thee te drinken, voor zij op weg zouden gaan naar Ranville. Aan de andere zijde van het Normandische slag veld, op het schiereiland van Cherbourg, kwa men nu de eerste stoeten Amerikaanse zweef vliegtuigen binnen. Brigade-generaal Don Pratt, de plv. commandant van de 101ste Divisie Lucht landingstroepen, zat naast de piloot van het voorste zweefvliegtuig. Pratt was, zoals men later vertelde, „zo opgewonden als een school jongen", nu hij zijn eerste zweefvlucht maakte. Achter hem volgde een stoet van 52 zweef vliegtuigen in formaties van vier, en elke forma tie werd door een Dakota voortgetrokken. Deze tros vervoerde jeeps, anti-tankgeschut, een com plete medische eenheid en zelfs een kleine bull dozer. Hoog op de neus van Pratts zweefvlieg tuig was een grote 1 geschilderd. Een enorme „krijsende adelaar", het embleem van de 101ste Divisie, en een Amerikaanse vlag versierden het canvas aan beide zijden van de cockpit. In deze zelfde formatie keek operatiehelper Emile Na talie naar de ontploffende projectielen en bran dende voertuigen beneden zich; hij zag dat zij „door een gordijn van vuur" werden begroet. landingszone bij Hiesville, ruim 6 km van St.- 3Ière-Eglise. Eén voor één werden de 300 m lange nylonkabels losgemaakt en nu suisden de zweef vliegtuigen naar beneden. Natalie's toestel schoot over de Jandingszone heen en kwam in een veld terecht, dat vol „Rommel-asperges" stond se ries zware balken, die in de grond waren gesto ken om zweefvliegtuigen te verhinderen om hier te landen. Natalie zat in het zweefvliegtuig in een jeep, en terwijl hij door een der kleine raampjes naar buiten keek, zag hij tot zijn ontzetting dat de vleugels van het vliegtuig werden afgereten. Rommel-asperges flitsten voorbij. Toen weerklonk er een geweldig gekraak het toestel was in tweeën gebroken, en wel precies achter de jeep, waarin Natalie zich bevond. „Toen kon ik er heel gemakkelijk uitklimmen", weet hij zich nog te herinneren. Op korte afstand lag het wrak van zweefvlieg tuig nr. 1. Doorglijdend over een hellend weiland, had het toestel zijn vaart van 160 km per uur niet kunnen afremmen; het boorde zich pal in een heg. Natalie trof de piloot, die uit de cockpit was geslingerd, in de heg aan, met beide benen gebroken. Generaal Pratt was op slag dood; hij was vermorzeld door de in elkaar gedrukte con structie van de cockpit. Hij was van beide par tijen de eerste generaal die sneuvelde op D-Day. Pratt was één van de weinige slachtoffers van de landingen der 101ste Divisie. Bijna alle zweef vliegtuigen van de divisie kwamen op of vlakbij de landingszone bij Hiesville neer. Hoewel de meeste toestellen volkomen vernield waren, ble ken de uitrustingsstukken grotendeels intact te zijn gebleven. Dat was een opmerkelijke prestatie. Slechts weinig piloten hadden meer dan drie of vier oefenlandingen uitgevoerd en die hadden bij daglicht plaatsgevonden. Er was bovendien ge brek aan zweefvliegers geweest. „Op een gege ven ogenblik", herinnert zich generaal Gavin, „dachten we zelfs dat we er niet genoeg zouden hebben. Tijdens de invasie werden alle zitplaat sen van tweede piloten ingenomen door man schappen van de luchtlandingstroepen. Het mag ongelofelijk schijnen, maar deze manschappen hadden hoegenaamd geen ervaring met vlieg tuigen of zweefvliegtuigen. Sommigen moesten, met een gewonde piloot naast zich en met de volle verantwoording voor een zweefvliegtuig vol manschappen en materiaal, maar zien hoe zij het op 6 juni klaarspeelden om het toestel door de kogelgordijnen van de flakbatterijen heen te manoeuvreren. Gelukkig was het type zweefvlieg tuig, dat we gebruikten, niet zo moeilijk te be sturen en aan de grond te brengen. Maar als je dit voor het eerst moest doen, in het heetst van de strijd, was dit geen pretje; menig onge lovige riep toen de Almachtige aan". "Liet was nu bijna morgen; de dageraad, die 18000 parachutisten al vechtend hadden tegemoet gezien. In minder dan vijf uur hadden zij de verwachtingen van gene raal Eisenhower en zijn onderbevelhebbers overtroffen. De luchtlandingstroepen hadden de vijand in verwarring gebracht en de verbindingen verbroken; nu bezetten zij beide flanken van he^t Normandische inva- siegebied. Tevens hadden zij de vijand in hoge mate verhinderd om versterkingen aan te voeren. De manschappen van de geallieerde luchtlan dingstroepen hadden het vasteland vanuit de lucht hier en daar bezet en op deze wijze het begin van een houvast geschapen voor de invasie vanuit zee. Nu wachtten zij op de komst van de over zee aangevoerde strijdkrachten om samen met hen door te stoten in Hitiers Europa. De Ameriaan- se smaldelen bevonden zich reeds op een afstand van 12 mijl van de Utah- en Omaha-stranden. Voor de Amerikanen zou het nog precies 7 kwartier duren eer het Uur-H 6.30 v.m. aanbrak. Copyright uitg. Van Holkema en Warendorf, (Wordt vervolgd.) Amsterdam. Mannen van de British Infantry Force in Inin zweefvliegtuig, klaar voor de landing (filmfoto). In tegenstelling tot de vliegtuigen, die de para chutisten hadden afgeworpen, kwamen deze zweefvliegtuigen van de zijde van het Kanaal bin nen en naderden het schiereiland dus uit ooste lijke richting. Enkele seconden nadat zij de kust gepasseerd waren, zagen zij al de lichten van de Advies voor de vissers: „probeer het met bliekjes" Op onze artikelen over de vangst van Kongeralen en de invasie van kruisbekken kwamen veel reacties binnen. Over 't algemeen blijkt wel, dat onze gedachte: „de uit breiding van de hengelsport is gun stig voor het beter kunnen beoor delen van het voorkomen van zeld zaam geachte vissen", wel juist is geweest. Bepaald grappig doet de laatst ontvangen brief over de zee paling aan. De heer A. J. v. Haaren te Vlissingen, die 20 jaar in Den Helder viste en pas 3 jaren in de mond van de Westerschelde, spreekt met klem uit, dat men in Den Helder zelden zeepalingen ving, terwijl hij er in de drie jaar, dat hij hier woont al heel veel heeft gezien. Onder meer op 16 oktober j.l. een exem plaar van 93 cm, wegende 2 kg. en op 18 oktober (in een fuik gedreven) een dood ex. van 1.30 m., die meer dan 3,5 kg- woog en om zo te zeggen de dikte had van een kleine kachelpijp. Een en ander klopt wel fraai met het vermoedelijk binnenkomen van deze vis sen in oktober, maar er zijn andere be richten, die van een veel vroegere vangst gewagen. Zo de heer F. Kopmels (en zoon) te Vlissingen, die wel op 15 okto ber twee zeepalingen vingen o3.. 1 exem plaar van 1-10 m. (ruim 2.5 kg.) maar ze ook in juli vingen op de Nolledijk (2 ex. 27 ons samen). Zij vinden het onjuist nog over een zeldzame vis te spreken, en dat geldt ook voor de heer M. Peene, Westkapelle, die o.a. in au gustus een exemplaar van 1-03 m. zag, en toevoegt: zeepallngen komen meer voor dan U denkt. Zeer uitvoerig schrijft ook de heer G. de Grave te Vlissingen, die ze als de heer Kopmels elk jaar en in alle jaargetijden vangt, de grootste echter weer 't vorig jaar oktober (geen afmetingengew. bijna 4 kg.), de laat ste 7 oktober 1962 (60 cm.) Over een tijdvak van 2 jaar ving hij er zeker 10 12 stuks. Deze visser merkt op, dat het grootste exemplaar duidelijk een „klagend geluid" deed horen wat hij later ^ok bij andere zeepalingen waar nam. De heer Kampman uit Colijnsplaat meldde opk vangsten van dc zcepaling. Tot zover over de Kongeraal. We begrij pen, dat onze vraag in oktober zeker ge leid heeft tot een onevenredig hoog aan tal meldingen van vangsten in oktober. We mogen echter dit grote aantal niet verwaarlozen, daar de mogelijkheid be staat dat diverse exemplaren ergens „blijven hangen". We hopen er echter op, dat de berichtenstroom, die wij door zullen geven, hiermee niet is stop gezet, berichtjes blijven welkom. Daar het aantal exemplaren reeds gemeld groot iis weten we nu echter al, dat de zeepaling niet bepaald zeldzaam is, al hoewel één der mondelinge meldingen van een „ras" visser diens spijt uitdruk te, dat hij er nog nooit een had kunnen verschalken. Voor hem geven we dan de tip van een onzer „medewerkers" door: probeer eens met bliekjes. Ook de vraag om inlichtingen over de kruisbekkeninvasie heeft heel wat opgeleverd. In verband met redenen van vogelbescherming bepalen wij ons er toe de feiten te geven zonder de meldérs te noemen en de plaats, waar ze nog worden gezien. De vo gels zijn nl. merkwaardig „gemak kelijk" en daar ze fraai van veren kleed zijn, nodigen ze de waarnemers als het ware uit ze te grijpen. Daar ze het hier moeilijk genoeg hebben, lijkt het mij beter hun kans tot voort bestaan iets te vergroten. Bloedluis In het geheel kregen we 9 meldingen. Twee er van gewaagden van het aan pikken van noten, we hebben enkele be wijsstukken hiervan verzameld en be waard. Een mededeling sprak van het verdelgen van bloedluis in appelbomen (15 ex.) en daar dit exemplaar werd ge vangen konden we er ons van overtui gen dat de resten van deze uiterst scha delijke insecten zich nog aan de snavel bevonden. Toen we dit diertje te drin ken gaven met een penseel (het water werd onder kopschudden met graagte opgenomen) vlogen door de rode kleur-: stof roze getinte waterdruppels ons over de hand. Het was zéér bepaald géén ver dund bloed). Twee meldingen spraken van het aanpikken van appels, waarbij de een uitdrukkelijk meldde, dat ze blijk baar „het zware werk" aan anderen overlieten, ze pikten alleen in de vruch ten, wanneer deze reeds door andere vogels waren beschadigd. Tenslotte stemden twee berichten er in overeen, dat de vogels del bleken te zijn op zon- nepittcn. V oedselplaats Merkwaardig genoeg bleek hier opnieuw wat reeds bij liet eerste bericht inzake de Invasie werd vermeld, dat de vogels op bepaalde tijden naar hun voedsel plaats terugkeerden. Ten opzichte van de zonnepitten was dat steeds (dus tot 27 oktober) tegen de middag rond 12 uur. In een werkje over het voedsel voor volièrevogels vonden we deze zonnepit ten ook terug, naast hennep, gepelde haver, raapzaad en de zaden in kegels van coniferen. Ze werden hier echter in de vrije natuur verorberd. Tw ;e van de meldingen repten niet over het voedsel. Zo heeft onze enquête over de kruisbek ken dus ook reeds een belangrijk re sultaat opgeleverd. De vraag is nu, Wat gaan ze eten, wanneer ook de zonne bloemschijven van hun vruchtjes zullen zijn ontdaan. We spreken onze harte lijke dank uit aan allen, die onze vraag beantwoordden en blijven hopen op meer. Zeeland heeft zéér weinig naaldbomen (Door onze economische medewerker) Dank zij de wereldspaardag stond het sparen deze week in de lichtbundel van de publiciteit. Het was ook dit jaar weer een nuttige manifestatie, omdat sparen nu eenmaal voor de gemeen schap bittere noodzaak is om in de toekomst een hogere levens standaard te kunnen krijgen. Als wij het over sparen hebben, denken wij direct aan spaarban ken, aan de plaatselijke spaarbanken, aan de rijkspostspaarbank en aan boerenleenbanken. Er zullen dan ook maar weinig mensen zijn, die geen spaarbankboekje hebben. Bij elkaar zullen er thans een klei ne 12 miljoen boekjes zijn uitge reikt en zo op het oog zou dus ieder van ons zo'n boekje moeten bezit ten. Zó is het echter niet, omdat er mensen zijn met meer dan één boekje Maar die 12 miljoen teke nen de situatie toch wel. rijk zijn. Zij trekken spaargelden aan en stellen die weer ter beschikking van overheid en bedrijfsleven voor het uit breiden van ons produktie-apparaat. Als wij de tegoeden van alle spaar ders bij spaarbanken optellen, dan zullen wij thans zeker aan ƒ12.000 miljoen komen. Een machtig bedrag, waarmee wij alle staatsuitgaven voor 1963 zouden kunnen betalen. Bij de handelsbanken De spaarbanken zijn echter niet de enige instellingen waar spaargelden naar toe vloeien. En als vvy het over wereldspaar dag hebben, moeten wij ook door het hoofd laten gaan, dat er op verschillen de manieren gespaard kan worden. Natuurlijk, in vele gezinnen is de meest voor de hand liggende ma nier van sparen het sparen bij een spaarbank. Maar sedert enkele jaren kloppen ook de handelsbanken aan de spaardeur. Hoewel zij dit jaar minder zuigkracht op de spaarders hebben weten uit te oefenen dan vorig jaar, zal het totaal aan spaar tegoeden bij de handelsbanken toch zeker in de buurt van de 1400 miljoen liggen. Toegegeven, de meeste spaarders heb ben de weg naar de handelsbanken nog niet gevonden. Ten dele is dit een kwes tie van drempelvrees maar in belang rijke mate is het ook een gevolg van het feit, dat er in doorsnee nog niet zo heel veel gespaard kan worden. Eij de plaatselijke spaarbanken toch bedroeg het gemiddelde spaartegoed op 30 juni jl. niet meer dan 900. En dit was dan nog een stuk hoger dan bij de rijkspostspaarbank waar het ge middelde tegoed niet ver van de ƒ600 af zal zijn. Als wij deze bedragen zien, moeten wij er zeker rekening mee hou den, dat tallozen minder dan 100 op hun boekje hebben staan. Levensverzekering Een heel andere maar zeker niet minder belangrijke vorm van sparen is de le vensverzekering. Ook hiervan moeten wij zeggen, dat hij gemeengoed is. Van oudsher was dat de volksverzekering al maar de kapitaalverzekering en de ren teverzekering zyn dat nu niet minder. Ruwweg genomen, zyn er 25 miljoen polissen uitgegeven, waarvan ongeveer 75 voor de volksverzekering De totale verzekeringsportefeuille in ons land zal thans een waarde van ongeveer 45.000 miljoen hebben, hetgeen neerkomt op een gemiddelde verzekering per hoofd der bevolking van ƒ3750, Sparen via de spaarbank en sparen via een levensverzekeringsmaat schappij zijn wel de bekendste vor men van verzekering. Maar wij kun nen nog voor andere doeleinden geld op zij leggen. Wij sparen door pen sioenpremie te betalen, wij kunnen geld zonder meer thuis in een potje stoppen, wij kunnen het uitlenen aan familie, vrienden, kennissen of' vreemden, wij kunnen er obligaties of aandelen voor kopen, wij kunnen een huis kopen of laten bouwen. Kortom, er zijn vele mogelijkheden om dat deel van het inkomen dat niet voor consumptie wordt gebruikt en welk deel wij dan besparing noemen een bestemming te geven. Er zijn nog meer spaarders in ons land maar dat zijn dan geen particulieren. Zo spaart elk bedrijf, als de winst niet geheel aan aandeelhouders en tantième trekkers wordt uitgekeerd. Maar ook de overheid spaart als haar inkomsten groter zijn dan haar uitgaven. Vorig jaar 8 miljard Het gaat om enorme bedragen. Voor 1961 is berekend, dat er in ons land in totaal 8800 miljoen is gespaard, ter wijl voor dit jaar de besparingen op f 9360 miljoen zijn geschat. Dat is bijna 22 van ons nationale inkomen. Van die 8800 miljoen vloeide er 1200 miljoen naar de spaarbanken en 1700 miljoen naar de levensverzekerings maatschappijen en pensioenfondsen. De overheid spaarde ƒ2700 miljoen terwijl do bedrijven en gezinnen tezamen (naast het geld dat naar dc spaarban ken, pensioenfondsen en levensverzeke ringsmaatschappijen stroomde) ƒ3000 miljoen op zij konden leggen. Voor het restant, ƒ200 miljoen, zorgden dan de sociale verzekeringsfondsen. Spaarbanken zyn onmisbare, sociale in stellingen in ons leven. Zy hebben dus recht op volle waardering voor hetgeen zij voor onze economie doen. Dat mag op wereldspaardag wel gezegd worden. Maar wij mogen daarbij de andere spaarders en spaarmogelijkheden niet over het hoofd zien. Dat gebiedt dc eer lijkheid. Zwitserland leed nederlaag tegen Westberlijns team Het Zwitserse elftal, dat op 11 ber in Amsterdam tegen Nederland moet aantreden, heeft woensdagavond in Zu rich een oefenwedstrijd gespeeld tegen een Westberlijnse combinatie. De Ber- lijners wonnen met 2-1, na de ruststand 1-1. Er waren 6000 toeschouwers. De Zwitsers speelden in deze opstelling: Ansermet, Schneiter, Tacchella, Grobe- ty, Kuhn, Weber, Brizzi, Bertschi, Alle- mann, Von Lanthen, Hertig. De wedstrijd was een saaie vertoning en het ontbrak de Zwitsers aan snelheid en schotvaardigheid. Na de rust had de Zwitserse ploeg een groot overwicht, maar de goede Duitse verdediging gaf geen krimp. De beste Zwitser was Von Lanthen. Het Zwitserse doelpunt werd gemaakt door de in de Italiaanse club Mantova spelen de Allemann. Herbert Elliot wil naar Olympische Spelen in Tokio De Australische wereldrecordhouder op de 1500 meter, Herbert Elliott, die in juli 1961 zijn laatste wedstrijd liep, heeft in Stockholm tegenover de vroe gere Zweedse recordloper Gunder Haegg verklaard, dat hij het plan heeft in 1964 bij de Olympische Spelen in Tokio weer van de nartïj te zijn. Elliott is thans 24 jaar. Dawn Fraser: „Een glas bier doet wonderen" Met haar 24 jaar is zy reeds een vetera ne in de zwemsport: Dawn Fraser, de Australische zwemster die met een tijd van 59.9 sec. als eerste vrouw in de we reld de grens van één minuut over 100 meter doorbrak. Velen zullen zich heb ben afgevraagd of er niet een geheim bestaat voor zulke prestaties, een mid del, om de vorm die haar een Olympi- Duik in de geschiedenis Verklaring van oude zegswijze Hoe later op de avond hoe schoner volk is een gezegde, dat algemeen wordt ge hoord, als men 's avonds Iaat bezoek krijgt en men daarmee de bezoeker(s) een weinig wil vereren. Maar wij me nen, dat de oorsprong van liet gezegde niet algemeen bekend is. Daarom geven wij in dit artikel een verklaring ervan al willen wij gaarne onze visie voor een betere prijsgeven. Een mens is nooit te oud om te leren. Tot goed begrip moe ten wij in de geschiedenis duiken. Elke stad had vroeger poorten. Zij dien den oorspronkelijk om in oorlogsgevaar de vijand te beletten gemakkelijk in de stad te komen. Van poort tot poort wa ren dikke muren, die later vervangen werden door hoge wallen. Elke poort had een buitendeur en een binnendeur. Tussen belde was meestal de woning van de poortwachter, zodat men ook wel sprak van poorthuizen. Voor elke poort was een klap- of val brug, die meestal alleen bij oorlogsge vaar werd opgehaald. Poorten Elke morgen werden dc poorten ge opend en 's avonds gesloten al was er van oorlogsgevaar geen sprake. Men wilde vooral tegengaan, dat des nachts geen landlopers of ander gespuis de stad binnenkwamen. Op bijna elke poort stond een kleine toren. Hierin hing een klok, die kort voor het sluitingsuur werd geluid. Te Middelburg werd de avondklok de ruim- strate genoemd, evenals in Leiden en in Groningen. Als er geluid was, moesten de straten ontruimd zijn van personen, die niet in de stad hoorden. In vele ste den had de avondklok een volksnaam. en Is dus ongunstig als verblijfplaats voor kruisbekken, hetgeen misschien nog belangrijke afwijkingen van voed- selgcbruik aan het licht brengt. Op verzoek van een der lezers geven we nog eens door, dat gevonden vogel- ringen via de bureau's van ons blad op hun bestemming komen, Dc vinder krijgt zelf rechtstreeks bericht over de herkomst van de vogel (ook wanneer deze bv. enkel als geraamte wordt ge vonden). BAREND ZWERFMANS zoals de papklok, de boevenklok. Als het sluitingstijd was, bleef de poort voor rij. en voertuigen gesloten, maar voor de voetganger, die zich buiten wat- verlaat had. was er nog gelegenheid om binnen te komen. In de buitendeur was n.l. op manshoogte een getralied kijk gat, dat van binnen met een luikje ge sloten kon worden. Een ijzeren klopper onder het kijkgat deed dezelfde dienst als onze tegenwoordige huisbel. Verder was in de buitenpoort een kleine deur, het z.g. klinket. Als een buitenstaander de klooper had laten vallen, liet de poortwachter de laatkomer door het klinket binnenkomen tegen een kleine beloning, meestal zoals te Middelburg, een stuiver- Fooi Wie niet op een goede fooi zag, haastte zich niet om in do stad te komen. Gehl had macht. In liet gezegde: Hoe later op de avond hoe schoner volk, werd met schoner bedoeld rijker of voornamer. De poortwachter was niet verplicht 's avonds laat het klinket te openen, vooral niet als het bedtijd was. Dit heeft b.v. de bekende Elisabeth Wolff- geb. Bekker ondervonden. In haar ge boortestad Vlissingen wonende, ging zij op 17-jarige leeftijd met de vaandrig Matthijs Gargon buiten de stad een avondwandeling maken. Toen zij huis waarts wilden keren, vonden zij dc poort voorgoed gesloten. Zij moesten op een boerderij de nacht doorbrengen. Niet alleen dat Betje van haar vader een ernstige berisping kreeg, maar de kerkcraad bemoeide zich er ook mee. daar het uitgelekt was. Zij werd onder kerkelijke tucht gesteld- Verboden Bij de gemeentewet van 1851 werd het sluiten der poorten des nachts verboden. Zij hadden al lang geen krijgskundige betekenis meer en ble- 1 ven nog alleen dienen om gemakke lijk de stedelijke accijnzen te kun nen innen. Zo moest b.v. een boer voor zijn graan, meel, brood, geslacht en brandhout belasting betalen- Toen echter in 1865 dergelijke accijnzen wei-den afgeschaft, hadden de poorten alle reden van bestaan verloren. Bo vendien eisten zij veel onderhoud. Vaak waren zij een sta-in-de-weg bij' het toenemende verkeer. Het vanda-i lisme in de laatste helft der vorige eeuw vierde hoogtij en de ene poort na de andere verdween op enkele uitzonde ringen na. De oude klap -of valbrug had sche titel in Melbourne en vier jaar la ter in Rome opleverde te handhaven. Maar de mode-expert in een van de grootste supermarkets in Melbourne lacht alleen maar om deze vraag. „Ik houd geen diëet, kan eten wat ik wil en blijf bij mijn gewicht van 66 kg. Het liefst eet ik driemaal per dag een grote maaltijd met veel vlees, fruit en zoetig heid. En als ik geen honger heb, dan doet een glas bier wonderen". man, die Dawn Fraser tot zulke ver richtingen dreef, heet Harry Gallagher. Reeds acht jaar heeft hij dit donkerhari ge meisje onder zijn hoede. Dagelijks traint zij tien kilometer, afgewisseld met keiharde sprints met haar mannelijke collega's. „Harry kent geen medelyden en ofschoon ik hem meerdere malen lieb verwenst, ben ik toch altijd weer blij te hebben volgehouden". Of dit nog lang kan voortduren? Nadenkend zegt zij dan: „Tokio in 1964 is mijn grote doel". Ondanks haar superioriteit over alle ri valen, nummer twee op de ranglijst is de Amerikaanse Chris von Saltza met 1 min. 01.3 sec., heeft zij nog altijd last van haar zenuwen. Zelfs voor de kleinste zwemwedstrijden is zij zenuwachtig, maar zodra Dawn Fraser, na de start het water voelt is alles voorbij. Voor haar plezier doet Dawn Fraser aan atletiek en gymnastiek en soms wanneer het mogelijk is aan skiën, maar daar voor ontbreekt meestal, met haar om vangrijk trainingsprogramma en werk zaamheden de tijd. TROFEO BARACCH1 VOOR ANQUETIL-ALTIG Het sluitstuk van het internationale wie- Ierseizoen, de Trofeo Baracchi, een ploc- gentijdrit van twee man is donderdag gewonnen door het favoriete Frans-Duit se, koppel Jacques Anquc-tilRudi Altig. Zy legden de 111 km af in 2 nur 24 mi nuten en 56 seconden en waren daarmee Ct negen seconden sneller dan het iaanse koppel Ercole BahliniArnol- do Pambianco. Bij het binnenkomen van het stadion in Bergamo maakte Anquetil een val, die zich aanvankelijk ernstig liet aan zien. Nadat hij zich had laten behande len vielen de verwondingen van de Fransman echter mee. De overwinning van het Frans-Duitse koppel kwam door deze val overigens niet meer in gevaar, want de tijd werd reeds bij het binnen komen van het stadion opgenomen. Stirling Moss zal binnenkort nog een tweede operatie aan de ogen moeten ondergaan. De Brit, ex-wereldkampiocn automobilisme, is nog steeds niet her steld van do verwondingen, die hij april van dit jaar opliep bij een ongeval tij dens een race. Ex-wereldkampioen zwaargewicht Ingc- mar Johansson (Zweden) mag de V.S. verlaten. Johansson, die in september de titelstrijd Patterson-Lïston had bijge woond. mocht daarna niet naar zijn land terug door een uitreisverbod van de Amerikaanse fiscus. Dat verbod is nu opgeheven, hoewel Johansson zijn schuld aan de fiscus (tussen de 3.5 en 4 miljoen gulden) nog steeds niet heeft voldaan. De Zweed verklaarde na het bekend maken van dit besluit laconiek nog en kele dagen In de V.S. te willen blijven. Jean Garnault, algemeen secretaris van do Tour de Franco en van de door het sportblad L'Equipe georganiseerde wie- Icrevenemeaten, heeft om gezondheids redenen besloten voor deze functies te bedanken. HU wordt algemeen secre taris van hot Pare des Princes in Parijs. Dc organisatoren van de Tour deelden voorts mee, dat de heer Garnault als algemeen secretaris zal worden opge volgd door zijn landgenoot Jacques Loh- mullcr, eon bekende ex-stayer, die nog steeds wereldrecordhouder is over 100 km achter grote motoren. Minister Visser treedt niet af (Van onze Haagse redactie) Do minister van defensie, ir. S. II. Vis ser, ziet in de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep inzake de kwestie Van dor Patten geen aanleiding om af te tre den, aldus deelde een woordvoerder van hot ilcpnrScmcnt mede. Persoonlijke consequenties vloeien nit deze uit spraak voor de bewindsman niet voort. Ook in politiek opzicht bestaat er voor de minister geen reden om op grond van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep heen te gaan. Politieke conse quenties kan deze zaak eerst hebben als de Tweede Kamer tezijnértijd een voor de minister vernietigend oordeel zou uit spreken over het rapport, dat de kamer commissie-Van Doorn bezig is op te stellen over de zaak Van der Putten. men te voren al lang door een vaste brug vervangen. Deze eiste minder on derhoud en vergemakkelijkte de toe gang tot de stad. Thans worden door monumentenzorg de poorten zorgvuldig gespaard en zo no dig gerestaureerd. B. J. de Meij

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1962 | | pagina 4