LUCHTINFANTERIE
Sport en wedstrijden
Meer gegevens van kongeralen
en kruisbekken worden bekend
In Nederland wordt voor vele
tientallen miljarden gespaard
Verwachtingen overtroffen
De
asperges
Onder Zeelands hoge hemel
Niet alleen bij de spaarbank
Totaal aantal boekjes: 12 miljoen,
aantal polissen: 25 miljoen
SCHOON VOLK OP LATE AVOND
BIJ SLUITEN VAN DE POORTEN
Sport in het kort
4
PROVINCIALE ZEEUWSE. COUR ANT
ZATERDAG 3 NOVEMBER 1962
Deeds hadden de eerste versterkingen de
luchtlandingstroepen bereikt. Er waren
69 zweefvliegtuigen geland in de landings
zone van de Britse 6de Divisie Luchtlan
dingstroepen waarvan 49 op het voor
hen bestemde terrein bij Ranville. De ge
nisten hadden hun werk goed gedaan. Zij
hadden geen tijd gehad om alle hindernis
sen in het lange landingsveld op te ruimen,
maar er waren genoeg hindernissen met
behulp van dynamiet vernietigd, om het de
zweefvliegtuigen mogelijk te maken te
landen.
Na hun aankomst had de landingszone een fan
tastische aanblik opgeleverd. Het zag er in het
maanlicht uit als een kerkhof op een schilderij
van Salvador Dali. Verongelukte zweefvliegtuigen
met geknakte vleugels, ingedrukte cabines en
verwrongen staarten lagen overal. Het leek on
mogelijk dat iemand deze versplinterde toestellen
levend had kunnen verlaten toch waren er
maar weinig manschappen tijdens de landingen
gesneuveld of gewond. Het aantal gewonden ten
gevolge van het Duitse afweergeschut was veel
groter.
Bij de troepen, die door deze zweefvliegtuigen
werden vervoerd, bevond zich ook de comman
dant van de 6e Divisie Luchtlandingstroepen, ge-
neraal-majoor Richard Gale met zijn staf. Verder
vervoerden deze toestellen zwaar materieel en het
zeer belangrijk anti-tankgeschut. De mannen
hadden in groten getale de zwaafvliegtuigen ver
laten en op dat moment verwacht dat het lan
dingsveld zou bestookt worden door vijandelijk
vuur; inplaats daarvan troffen zij een vreemde,
landelijke stilte aan. Sergeant John Hutley, de
piloot van een Horsa, had gerekend op een zware
beschieting en zijn tweede piloot gewaarschuwd:
„Klim er zo gauw mogelijk uit, zodra we geland
zijn en zoek als de bliksem dekking". Maar het
enige dat op gevechten wees, was een veelkleu
rig gordijn van lichtkogels in de verte en het
ratelen der mitrailleurs in de buurt van Ran
ville. Overigens kon Hutley niets horen of zien,
dat vijandelijke activiteit verried.
Rondom hem op het landingsveld heerste een ge
weldige drukte; de manschappen haalden de uit
rustingsstukken uit de wrakken der zweefvlieg
tuigen en hesen de stukken anti-tankgeschut
achterop de jeeps. Nu de tocht door de lucht vol
bracht was, heerste er zelfs een vrolijke stem
ming. Hutley en de mannen, die hy had ver
voerd, zaten in het wrak van hun toestel een
kop thee te drinken, voor zij op weg zouden
gaan naar Ranville.
Aan de andere zijde van het Normandische slag
veld, op het schiereiland van Cherbourg, kwa
men nu de eerste stoeten Amerikaanse zweef
vliegtuigen binnen. Brigade-generaal Don Pratt,
de plv. commandant van de 101ste Divisie Lucht
landingstroepen, zat naast de piloot van het
voorste zweefvliegtuig. Pratt was, zoals men
later vertelde, „zo opgewonden als een school
jongen", nu hij zijn eerste zweefvlucht maakte.
Achter hem volgde een stoet van 52 zweef
vliegtuigen in formaties van vier, en elke forma
tie werd door een Dakota voortgetrokken. Deze
tros vervoerde jeeps, anti-tankgeschut, een com
plete medische eenheid en zelfs een kleine bull
dozer. Hoog op de neus van Pratts zweefvlieg
tuig was een grote 1 geschilderd. Een enorme
„krijsende adelaar", het embleem van de 101ste
Divisie, en een Amerikaanse vlag versierden het
canvas aan beide zijden van de cockpit. In deze
zelfde formatie keek operatiehelper Emile Na
talie naar de ontploffende projectielen en bran
dende voertuigen beneden zich; hij zag dat zij
„door een gordijn van vuur" werden begroet.
landingszone bij Hiesville, ruim 6 km van St.-
3Ière-Eglise. Eén voor één werden de 300 m lange
nylonkabels losgemaakt en nu suisden de zweef
vliegtuigen naar beneden. Natalie's toestel schoot
over de Jandingszone heen en kwam in een veld
terecht, dat vol „Rommel-asperges" stond se
ries zware balken, die in de grond waren gesto
ken om zweefvliegtuigen te verhinderen om hier
te landen.
Natalie zat in het zweefvliegtuig in een jeep,
en terwijl hij door een der kleine raampjes naar
buiten keek, zag hij tot zijn ontzetting dat de
vleugels van het vliegtuig werden afgereten.
Rommel-asperges flitsten voorbij. Toen weerklonk
er een geweldig gekraak het toestel was in
tweeën gebroken, en wel precies achter de jeep,
waarin Natalie zich bevond. „Toen kon ik er
heel gemakkelijk uitklimmen", weet hij zich nog
te herinneren.
Op korte afstand lag het wrak van zweefvlieg
tuig nr. 1. Doorglijdend over een hellend weiland,
had het toestel zijn vaart van 160 km per uur
niet kunnen afremmen; het boorde zich pal in
een heg. Natalie trof de piloot, die uit de cockpit
was geslingerd, in de heg aan, met beide benen
gebroken. Generaal Pratt was op slag dood; hij
was vermorzeld door de in elkaar gedrukte con
structie van de cockpit. Hij was van beide par
tijen de eerste generaal die sneuvelde op D-Day.
Pratt was één van de weinige slachtoffers van
de landingen der 101ste Divisie. Bijna alle zweef
vliegtuigen van de divisie kwamen op of vlakbij
de landingszone bij Hiesville neer. Hoewel de
meeste toestellen volkomen vernield waren, ble
ken de uitrustingsstukken grotendeels intact te
zijn gebleven. Dat was een opmerkelijke prestatie.
Slechts weinig piloten hadden meer dan drie of
vier oefenlandingen uitgevoerd en die hadden bij
daglicht plaatsgevonden. Er was bovendien ge
brek aan zweefvliegers geweest. „Op een gege
ven ogenblik", herinnert zich generaal Gavin,
„dachten we zelfs dat we er niet genoeg zouden
hebben. Tijdens de invasie werden alle zitplaat
sen van tweede piloten ingenomen door man
schappen van de luchtlandingstroepen. Het mag
ongelofelijk schijnen, maar deze manschappen
hadden hoegenaamd geen ervaring met vlieg
tuigen of zweefvliegtuigen. Sommigen moesten,
met een gewonde piloot naast zich en met de
volle verantwoording voor een zweefvliegtuig
vol manschappen en materiaal, maar zien hoe zij
het op 6 juni klaarspeelden om het toestel door
de kogelgordijnen van de flakbatterijen heen te
manoeuvreren. Gelukkig was het type zweefvlieg
tuig, dat we gebruikten, niet zo moeilijk te be
sturen en aan de grond te brengen. Maar als
je dit voor het eerst moest doen, in het heetst
van de strijd, was dit geen pretje; menig onge
lovige riep toen de Almachtige aan".
"Liet was nu bijna morgen; de dageraad,
die 18000 parachutisten al vechtend
hadden tegemoet gezien. In minder dan vijf
uur hadden zij de verwachtingen van gene
raal Eisenhower en zijn onderbevelhebbers
overtroffen.
De luchtlandingstroepen hadden de
vijand in verwarring gebracht en de
verbindingen verbroken; nu bezetten zij
beide flanken van he^t Normandische inva-
siegebied. Tevens hadden zij de vijand in
hoge mate verhinderd om versterkingen
aan te voeren.
De manschappen van de geallieerde luchtlan
dingstroepen hadden het vasteland vanuit de
lucht hier en daar bezet en op deze wijze het
begin van een houvast geschapen voor de invasie
vanuit zee.
Nu wachtten zij op de komst van de over zee
aangevoerde strijdkrachten om samen met hen
door te stoten in Hitiers Europa. De Ameriaan-
se smaldelen bevonden zich reeds op een afstand
van 12 mijl van de Utah- en Omaha-stranden.
Voor de Amerikanen zou het nog precies 7
kwartier duren eer het Uur-H 6.30 v.m.
aanbrak.
Copyright uitg. Van Holkema en Warendorf,
(Wordt vervolgd.)
Amsterdam.
Mannen van de British Infantry Force in Inin
zweefvliegtuig, klaar voor de landing (filmfoto).
In tegenstelling tot de vliegtuigen, die de para
chutisten hadden afgeworpen, kwamen deze
zweefvliegtuigen van de zijde van het Kanaal bin
nen en naderden het schiereiland dus uit ooste
lijke richting. Enkele seconden nadat zij de kust
gepasseerd waren, zagen zij al de lichten van de
Advies voor de vissers:
„probeer het met bliekjes"
Op onze artikelen over de vangst
van Kongeralen en de invasie van
kruisbekken kwamen veel reacties
binnen. Over 't algemeen blijkt
wel, dat onze gedachte: „de uit
breiding van de hengelsport is gun
stig voor het beter kunnen beoor
delen van het voorkomen van zeld
zaam geachte vissen", wel juist is
geweest. Bepaald grappig doet de
laatst ontvangen brief over de zee
paling aan. De heer A. J. v. Haaren
te Vlissingen, die 20 jaar in Den
Helder viste en pas 3 jaren in de
mond van de Westerschelde,
spreekt met klem uit, dat men in
Den Helder zelden zeepalingen
ving, terwijl hij er in de drie jaar,
dat hij hier woont al heel veel
heeft gezien.
Onder meer op 16 oktober j.l. een exem
plaar van 93 cm, wegende 2 kg. en op
18 oktober (in een fuik gedreven) een
dood ex. van 1.30 m., die meer dan 3,5
kg- woog en om zo te zeggen de dikte
had van een kleine kachelpijp.
Een en ander klopt wel fraai met het
vermoedelijk binnenkomen van deze vis
sen in oktober, maar er zijn andere be
richten, die van een veel vroegere vangst
gewagen. Zo de heer F. Kopmels (en
zoon) te Vlissingen, die wel op 15 okto
ber twee zeepalingen vingen o3.. 1 exem
plaar van 1-10 m. (ruim 2.5 kg.) maar
ze ook in juli vingen op de Nolledijk
(2 ex. 27 ons samen). Zij vinden het
onjuist nog over een zeldzame vis te
spreken, en dat geldt ook voor de heer
M. Peene, Westkapelle, die o.a. in au
gustus een exemplaar van 1-03 m. zag,
en toevoegt: zeepallngen komen meer
voor dan U denkt. Zeer uitvoerig schrijft
ook de heer G. de Grave te Vlissingen,
die ze als de heer Kopmels elk jaar en
in alle jaargetijden vangt, de grootste
echter weer 't vorig jaar oktober (geen
afmetingengew. bijna 4 kg.), de laat
ste 7 oktober 1962 (60 cm.) Over een
tijdvak van 2 jaar ving hij er zeker 10
12 stuks. Deze visser merkt op, dat
het grootste exemplaar duidelijk een
„klagend geluid" deed horen wat hij
later ^ok bij andere zeepalingen waar
nam. De heer Kampman uit Colijnsplaat
meldde opk vangsten van dc zcepaling.
Tot zover over de Kongeraal. We begrij
pen, dat onze vraag in oktober zeker ge
leid heeft tot een onevenredig hoog aan
tal meldingen van vangsten in oktober.
We mogen echter dit grote aantal niet
verwaarlozen, daar de mogelijkheid be
staat dat diverse exemplaren ergens
„blijven hangen". We hopen er echter
op, dat de berichtenstroom, die wij
door zullen geven, hiermee niet is stop
gezet, berichtjes blijven welkom. Daar
het aantal exemplaren reeds gemeld
groot iis weten we nu echter al, dat de
zeepaling niet bepaald zeldzaam is, al
hoewel één der mondelinge meldingen
van een „ras" visser diens spijt uitdruk
te, dat hij er nog nooit een had kunnen
verschalken.
Voor hem geven we dan de tip van een
onzer „medewerkers" door: probeer eens
met bliekjes.
Ook de vraag om inlichtingen over
de kruisbekkeninvasie heeft heel wat
opgeleverd. In verband met redenen
van vogelbescherming bepalen wij
ons er toe de feiten te geven zonder
de meldérs te noemen en de plaats,
waar ze nog worden gezien. De vo
gels zijn nl. merkwaardig „gemak
kelijk" en daar ze fraai van veren
kleed zijn, nodigen ze de waarnemers
als het ware uit ze te grijpen. Daar
ze het hier moeilijk genoeg hebben,
lijkt het mij beter hun kans tot voort
bestaan iets te vergroten.
Bloedluis
In het geheel kregen we 9 meldingen.
Twee er van gewaagden van het aan
pikken van noten, we hebben enkele be
wijsstukken hiervan verzameld en be
waard. Een mededeling sprak van het
verdelgen van bloedluis in appelbomen
(15 ex.) en daar dit exemplaar werd ge
vangen konden we er ons van overtui
gen dat de resten van deze uiterst scha
delijke insecten zich nog aan de snavel
bevonden. Toen we dit diertje te drin
ken gaven met een penseel (het water
werd onder kopschudden met graagte
opgenomen) vlogen door de rode kleur-:
stof roze getinte waterdruppels ons over
de hand. Het was zéér bepaald géén ver
dund bloed). Twee meldingen spraken
van het aanpikken van appels, waarbij
de een uitdrukkelijk meldde, dat ze blijk
baar „het zware werk" aan anderen
overlieten, ze pikten alleen in de vruch
ten, wanneer deze reeds door andere
vogels waren beschadigd. Tenslotte
stemden twee berichten er in overeen,
dat de vogels del bleken te zijn op zon-
nepittcn.
V oedselplaats
Merkwaardig genoeg bleek hier opnieuw
wat reeds bij liet eerste bericht inzake
de Invasie werd vermeld, dat de vogels
op bepaalde tijden naar hun voedsel
plaats terugkeerden. Ten opzichte van
de zonnepitten was dat steeds (dus tot
27 oktober) tegen de middag rond 12
uur. In een werkje over het voedsel voor
volièrevogels vonden we deze zonnepit
ten ook terug, naast hennep, gepelde
haver, raapzaad en de zaden in kegels
van coniferen. Ze werden hier echter in
de vrije natuur verorberd. Tw ;e van de
meldingen repten niet over het voedsel.
Zo heeft onze enquête over de kruisbek
ken dus ook reeds een belangrijk re
sultaat opgeleverd. De vraag is nu, Wat
gaan ze eten, wanneer ook de zonne
bloemschijven van hun vruchtjes zullen
zijn ontdaan. We spreken onze harte
lijke dank uit aan allen, die onze vraag
beantwoordden en blijven hopen op meer.
Zeeland heeft zéér weinig naaldbomen
(Door onze economische medewerker)
Dank zij de wereldspaardag stond het sparen deze week in de
lichtbundel van de publiciteit. Het was ook dit jaar weer een
nuttige manifestatie, omdat sparen nu eenmaal voor de gemeen
schap bittere noodzaak is om in de toekomst een hogere levens
standaard te kunnen krijgen.
Als wij het over sparen hebben, denken wij direct aan spaarban
ken, aan de plaatselijke spaarbanken, aan de rijkspostspaarbank
en aan boerenleenbanken. Er zullen dan ook maar weinig mensen
zijn, die geen spaarbankboekje hebben.
Bij elkaar zullen er thans een klei
ne 12 miljoen boekjes zijn uitge
reikt en zo op het oog zou dus ieder
van ons zo'n boekje moeten bezit
ten. Zó is het echter niet, omdat er
mensen zijn met meer dan één
boekje Maar die 12 miljoen teke
nen de situatie toch wel.
rijk zijn. Zij trekken spaargelden aan en
stellen die weer ter beschikking van
overheid en bedrijfsleven voor het uit
breiden van ons produktie-apparaat.
Als wij de tegoeden van alle spaar
ders bij spaarbanken optellen, dan
zullen wij thans zeker aan ƒ12.000
miljoen komen. Een machtig bedrag,
waarmee wij alle staatsuitgaven voor
1963 zouden kunnen betalen.
Bij de handelsbanken
De spaarbanken zijn echter niet de enige
instellingen waar spaargelden naar toe
vloeien. En als vvy het over wereldspaar
dag hebben, moeten wij ook door het
hoofd laten gaan, dat er op verschillen
de manieren gespaard kan worden.
Natuurlijk, in vele gezinnen is de
meest voor de hand liggende ma
nier van sparen het sparen bij een
spaarbank. Maar sedert enkele jaren
kloppen ook de handelsbanken aan
de spaardeur. Hoewel zij dit jaar
minder zuigkracht op de spaarders
hebben weten uit te oefenen dan
vorig jaar, zal het totaal aan spaar
tegoeden bij de handelsbanken toch
zeker in de buurt van de 1400
miljoen liggen.
Toegegeven, de meeste spaarders heb
ben de weg naar de handelsbanken nog
niet gevonden. Ten dele is dit een kwes
tie van drempelvrees maar in belang
rijke mate is het ook een gevolg van het
feit, dat er in doorsnee nog niet zo heel
veel gespaard kan worden.
Eij de plaatselijke spaarbanken toch
bedroeg het gemiddelde spaartegoed op
30 juni jl. niet meer dan 900. En dit
was dan nog een stuk hoger dan
bij de rijkspostspaarbank waar het ge
middelde tegoed niet ver van de ƒ600
af zal zijn. Als wij deze bedragen zien,
moeten wij er zeker rekening mee hou
den, dat tallozen minder dan 100 op
hun boekje hebben staan.
Levensverzekering
Een heel andere maar zeker niet minder
belangrijke vorm van sparen is de le
vensverzekering. Ook hiervan moeten
wij zeggen, dat hij gemeengoed is. Van
oudsher was dat de volksverzekering al
maar de kapitaalverzekering en de ren
teverzekering zyn dat nu niet minder.
Ruwweg genomen, zyn er 25 miljoen
polissen uitgegeven, waarvan ongeveer
75 voor de volksverzekering De totale
verzekeringsportefeuille in ons land zal
thans een waarde van ongeveer 45.000
miljoen hebben, hetgeen neerkomt op
een gemiddelde verzekering per hoofd
der bevolking van ƒ3750,
Sparen via de spaarbank en sparen
via een levensverzekeringsmaat
schappij zijn wel de bekendste vor
men van verzekering. Maar wij kun
nen nog voor andere doeleinden geld
op zij leggen. Wij sparen door pen
sioenpremie te betalen, wij kunnen
geld zonder meer thuis in een potje
stoppen, wij kunnen het uitlenen
aan familie, vrienden, kennissen of'
vreemden, wij kunnen er obligaties
of aandelen voor kopen, wij kunnen
een huis kopen of laten bouwen.
Kortom, er zijn vele mogelijkheden om
dat deel van het inkomen dat niet voor
consumptie wordt gebruikt en welk
deel wij dan besparing noemen een
bestemming te geven.
Er zijn nog meer spaarders in ons land
maar dat zijn dan geen particulieren.
Zo spaart elk bedrijf, als de winst niet
geheel aan aandeelhouders en tantième
trekkers wordt uitgekeerd. Maar ook
de overheid spaart als haar inkomsten
groter zijn dan haar uitgaven.
Vorig jaar 8 miljard
Het gaat om enorme bedragen. Voor
1961 is berekend, dat er in ons land in
totaal 8800 miljoen is gespaard, ter
wijl voor dit jaar de besparingen op
f 9360 miljoen zijn geschat. Dat is bijna
22 van ons nationale inkomen.
Van die 8800 miljoen vloeide er 1200
miljoen naar de spaarbanken en 1700
miljoen naar de levensverzekerings
maatschappijen en pensioenfondsen. De
overheid spaarde ƒ2700 miljoen terwijl
do bedrijven en gezinnen tezamen
(naast het geld dat naar dc spaarban
ken, pensioenfondsen en levensverzeke
ringsmaatschappijen stroomde) ƒ3000
miljoen op zij konden leggen. Voor het
restant, ƒ200 miljoen, zorgden dan de
sociale verzekeringsfondsen.
Spaarbanken zyn onmisbare, sociale in
stellingen in ons leven. Zy hebben dus
recht op volle waardering voor hetgeen
zij voor onze economie doen. Dat mag
op wereldspaardag wel gezegd worden.
Maar wij mogen daarbij de andere
spaarders en spaarmogelijkheden niet
over het hoofd zien. Dat gebiedt dc eer
lijkheid.
Zwitserland leed
nederlaag tegen
Westberlijns team
Het Zwitserse elftal, dat op 11
ber in Amsterdam tegen Nederland moet
aantreden, heeft woensdagavond in Zu
rich een oefenwedstrijd gespeeld tegen
een Westberlijnse combinatie. De Ber-
lijners wonnen met 2-1, na de ruststand
1-1. Er waren 6000 toeschouwers.
De Zwitsers speelden in deze opstelling:
Ansermet, Schneiter, Tacchella, Grobe-
ty, Kuhn, Weber, Brizzi, Bertschi, Alle-
mann, Von Lanthen, Hertig.
De wedstrijd was een saaie vertoning
en het ontbrak de Zwitsers aan snelheid
en schotvaardigheid. Na de rust had
de Zwitserse ploeg een groot overwicht,
maar de goede Duitse verdediging gaf
geen krimp.
De beste Zwitser was Von Lanthen. Het
Zwitserse doelpunt werd gemaakt door
de in de Italiaanse club Mantova spelen
de Allemann.
Herbert Elliot wil
naar Olympische
Spelen in Tokio
De Australische wereldrecordhouder op
de 1500 meter, Herbert Elliott, die in
juli 1961 zijn laatste wedstrijd liep,
heeft in Stockholm tegenover de vroe
gere Zweedse recordloper Gunder Haegg
verklaard, dat hij het plan heeft in 1964
bij de Olympische Spelen in Tokio weer
van de nartïj te zijn. Elliott is thans
24 jaar.
Dawn Fraser: „Een
glas bier doet
wonderen"
Met haar 24 jaar is zy reeds een vetera
ne in de zwemsport: Dawn Fraser, de
Australische zwemster die met een tijd
van 59.9 sec. als eerste vrouw in de we
reld de grens van één minuut over 100
meter doorbrak. Velen zullen zich heb
ben afgevraagd of er niet een geheim
bestaat voor zulke prestaties, een mid
del, om de vorm die haar een Olympi-
Duik in de geschiedenis
Verklaring van
oude zegswijze
Hoe later op de avond hoe schoner volk
is een gezegde, dat algemeen wordt ge
hoord, als men 's avonds Iaat bezoek
krijgt en men daarmee de bezoeker(s)
een weinig wil vereren. Maar wij me
nen, dat de oorsprong van liet gezegde
niet algemeen bekend is. Daarom geven
wij in dit artikel een verklaring ervan
al willen wij gaarne onze visie voor een
betere prijsgeven. Een mens is nooit te
oud om te leren. Tot goed begrip moe
ten wij in de geschiedenis duiken.
Elke stad had vroeger poorten. Zij dien
den oorspronkelijk om in oorlogsgevaar
de vijand te beletten gemakkelijk in de
stad te komen. Van poort tot poort wa
ren dikke muren, die later vervangen
werden door hoge wallen.
Elke poort had een buitendeur en een
binnendeur. Tussen belde was meestal
de woning van de poortwachter, zodat
men ook wel sprak van poorthuizen.
Voor elke poort was een klap- of val
brug, die meestal alleen bij oorlogsge
vaar werd opgehaald.
Poorten
Elke morgen werden dc poorten ge
opend en 's avonds gesloten al was er
van oorlogsgevaar geen sprake. Men
wilde vooral tegengaan, dat des nachts
geen landlopers of ander gespuis de
stad binnenkwamen.
Op bijna elke poort stond een kleine
toren. Hierin hing een klok, die kort
voor het sluitingsuur werd geluid. Te
Middelburg werd de avondklok de ruim-
strate genoemd, evenals in Leiden en in
Groningen. Als er geluid was, moesten
de straten ontruimd zijn van personen,
die niet in de stad hoorden. In vele ste
den had de avondklok een volksnaam.
en Is dus ongunstig als verblijfplaats
voor kruisbekken, hetgeen misschien
nog belangrijke afwijkingen van voed-
selgcbruik aan het licht brengt.
Op verzoek van een der lezers geven
we nog eens door, dat gevonden vogel-
ringen via de bureau's van ons blad op
hun bestemming komen, Dc vinder
krijgt zelf rechtstreeks bericht over de
herkomst van de vogel (ook wanneer
deze bv. enkel als geraamte wordt ge
vonden).
BAREND ZWERFMANS
zoals de papklok, de boevenklok. Als
het sluitingstijd was, bleef de poort
voor rij. en voertuigen gesloten, maar
voor de voetganger, die zich buiten wat-
verlaat had. was er nog gelegenheid om
binnen te komen. In de buitendeur was
n.l. op manshoogte een getralied kijk
gat, dat van binnen met een luikje ge
sloten kon worden. Een ijzeren klopper
onder het kijkgat deed dezelfde dienst
als onze tegenwoordige huisbel. Verder
was in de buitenpoort een kleine deur,
het z.g. klinket. Als een buitenstaander
de klooper had laten vallen, liet de
poortwachter de laatkomer door het
klinket binnenkomen tegen een kleine
beloning, meestal zoals te Middelburg,
een stuiver-
Fooi
Wie niet op een goede fooi zag, haastte
zich niet om in do stad te komen. Gehl
had macht. In liet gezegde: Hoe later
op de avond hoe schoner volk, werd met
schoner bedoeld rijker of voornamer.
De poortwachter was niet verplicht
's avonds laat het klinket te openen,
vooral niet als het bedtijd was. Dit
heeft b.v. de bekende Elisabeth Wolff-
geb. Bekker ondervonden. In haar ge
boortestad Vlissingen wonende, ging zij
op 17-jarige leeftijd met de vaandrig
Matthijs Gargon buiten de stad een
avondwandeling maken. Toen zij huis
waarts wilden keren, vonden zij dc
poort voorgoed gesloten. Zij moesten
op een boerderij de nacht doorbrengen.
Niet alleen dat Betje van haar vader
een ernstige berisping kreeg, maar de
kerkcraad bemoeide zich er ook mee.
daar het uitgelekt was. Zij werd onder
kerkelijke tucht gesteld-
Verboden
Bij de gemeentewet van 1851 werd
het sluiten der poorten des nachts
verboden. Zij hadden al lang geen
krijgskundige betekenis meer en ble-
1 ven nog alleen dienen om gemakke
lijk de stedelijke accijnzen te kun
nen innen. Zo moest b.v. een boer
voor zijn graan, meel, brood, geslacht
en brandhout belasting betalen- Toen
echter in 1865 dergelijke accijnzen
wei-den afgeschaft, hadden de poorten
alle reden van bestaan verloren. Bo
vendien eisten zij veel onderhoud.
Vaak waren zij een sta-in-de-weg bij'
het toenemende verkeer. Het vanda-i
lisme in de laatste helft der vorige eeuw
vierde hoogtij en de ene poort na de
andere verdween op enkele uitzonde
ringen na. De oude klap -of valbrug had
sche titel in Melbourne en vier jaar la
ter in Rome opleverde te handhaven.
Maar de mode-expert in een van de
grootste supermarkets in Melbourne
lacht alleen maar om deze vraag. „Ik
houd geen diëet, kan eten wat ik wil en
blijf bij mijn gewicht van 66 kg. Het
liefst eet ik driemaal per dag een grote
maaltijd met veel vlees, fruit en zoetig
heid. En als ik geen honger heb, dan
doet een glas bier wonderen".
man, die Dawn Fraser tot zulke ver
richtingen dreef, heet Harry Gallagher.
Reeds acht jaar heeft hij dit donkerhari
ge meisje onder zijn hoede. Dagelijks
traint zij tien kilometer, afgewisseld met
keiharde sprints met haar mannelijke
collega's. „Harry kent geen medelyden
en ofschoon ik hem meerdere malen lieb
verwenst, ben ik toch altijd weer blij te
hebben volgehouden". Of dit nog lang
kan voortduren? Nadenkend zegt zij
dan: „Tokio in 1964 is mijn grote doel".
Ondanks haar superioriteit over alle ri
valen, nummer twee op de ranglijst is
de Amerikaanse Chris von Saltza met
1 min. 01.3 sec., heeft zij nog altijd last
van haar zenuwen. Zelfs voor de kleinste
zwemwedstrijden is zij zenuwachtig,
maar zodra Dawn Fraser, na de start
het water voelt is alles voorbij.
Voor haar plezier doet Dawn Fraser aan
atletiek en gymnastiek en soms wanneer
het mogelijk is aan skiën, maar daar
voor ontbreekt meestal, met haar om
vangrijk trainingsprogramma en werk
zaamheden de tijd.
TROFEO BARACCH1 VOOR
ANQUETIL-ALTIG
Het sluitstuk van het internationale wie-
Ierseizoen, de Trofeo Baracchi, een ploc-
gentijdrit van twee man is donderdag
gewonnen door het favoriete Frans-Duit
se, koppel Jacques Anquc-tilRudi Altig.
Zy legden de 111 km af in 2 nur 24 mi
nuten en 56 seconden en waren daarmee
Ct negen seconden sneller dan het
iaanse koppel Ercole BahliniArnol-
do Pambianco.
Bij het binnenkomen van het stadion
in Bergamo maakte Anquetil een val,
die zich aanvankelijk ernstig liet aan
zien. Nadat hij zich had laten behande
len vielen de verwondingen van de
Fransman echter mee. De overwinning
van het Frans-Duitse koppel kwam door
deze val overigens niet meer in gevaar,
want de tijd werd reeds bij het binnen
komen van het stadion opgenomen.
Stirling Moss zal binnenkort nog een
tweede operatie aan de ogen moeten
ondergaan. De Brit, ex-wereldkampiocn
automobilisme, is nog steeds niet her
steld van do verwondingen, die hij april
van dit jaar opliep bij een ongeval tij
dens een race.
Ex-wereldkampioen zwaargewicht Ingc-
mar Johansson (Zweden) mag de V.S.
verlaten. Johansson, die in september de
titelstrijd Patterson-Lïston had bijge
woond. mocht daarna niet naar zijn land
terug door een uitreisverbod van de
Amerikaanse fiscus. Dat verbod is nu
opgeheven, hoewel Johansson zijn schuld
aan de fiscus (tussen de 3.5 en 4 miljoen
gulden) nog steeds niet heeft voldaan.
De Zweed verklaarde na het bekend
maken van dit besluit laconiek nog en
kele dagen In de V.S. te willen blijven.
Jean Garnault, algemeen secretaris van
do Tour de Franco en van de door het
sportblad L'Equipe georganiseerde wie-
Icrevenemeaten, heeft om gezondheids
redenen besloten voor deze functies te
bedanken. HU wordt algemeen secre
taris van hot Pare des Princes in Parijs.
Dc organisatoren van de Tour deelden
voorts mee, dat de heer Garnault als
algemeen secretaris zal worden opge
volgd door zijn landgenoot Jacques Loh-
mullcr, eon bekende ex-stayer, die nog
steeds wereldrecordhouder is over 100
km achter grote motoren.
Minister Visser
treedt niet af
(Van onze Haagse redactie)
Do minister van defensie, ir. S. II. Vis
ser, ziet in de uitspraak van de Centrale
Raad van Beroep inzake de kwestie Van
dor Patten geen aanleiding om af te tre
den, aldus deelde een woordvoerder van
hot ilcpnrScmcnt mede. Persoonlijke
consequenties vloeien nit deze uit
spraak voor de bewindsman niet voort.
Ook in politiek opzicht bestaat er voor
de minister geen reden om op grond van
de uitspraak van de Centrale Raad van
Beroep heen te gaan. Politieke conse
quenties kan deze zaak eerst hebben als
de Tweede Kamer tezijnértijd een voor
de minister vernietigend oordeel zou uit
spreken over het rapport, dat de kamer
commissie-Van Doorn bezig is op te
stellen over de zaak Van der Putten.
men te voren al lang door een vaste
brug vervangen. Deze eiste minder on
derhoud en vergemakkelijkte de toe
gang tot de stad.
Thans worden door monumentenzorg de
poorten zorgvuldig gespaard en zo no
dig gerestaureerd.
B. J. de Meij