T ermelószövetkezet
Diepterecord palingvangsten IJselmeer
HONGARIJE VANDAAG (I)
Rokers hopen
op Delta
Zaterdag 27 oktober 1962
zaterdagnummer
dit is de schijnbaar onuitsprekelijke Hongaarse naam voor de collectieve boerderijen in
het land van Janos Kadar. Het betekent letterlijk „Produktiecooperatie". Ook de Honga
ren zelf vinden die naam een mondvol en er wordt dan ook kortweg gesproken van TMSZ
of, nog korter TSZ. In het kader van „het streven naar het socialisme" is de landbouw en
veeteelt in Hongarije theoretisch wijwei geheel gecollectiviseerd. Op mijn reis door Honga
rije heb ik één zo'n boerderij bezocht. Het was de Lenin-TS in Kaba, een klein dorpje 35
km ten zuidwesten van Debrecen aan de hoofdweg Boedapest-Debrecen.
l_Iet is ontstellend heet, als we de
poort van de „Lenin" coöperatieve
boerderij binnenrijden. Op een ere-
boog boven de ingang staat de naam
van Lenin geschreven, maar de I is op
een goeie of misschien moeten we
zeggen: kwade dag naar beneden ge
vallen en aan vernieuwing heeft men
blijkbaar tot nu toe niet gedacht. We
worden hartelijk ontvangen door de
plaatsvervangend voorzitter van de
kolchoze, Elek Papp. Inderdaad „we",
want met mij is een vrouwelijke func
tionaris van de Hongaarse televisie
meegekomen, die als tolk zal optre
den. Voor het eigenlijke gesprek be
gint wordt eerst verwacht, dat we
een glaasje wodka in één teug in onze
keel gieten, nadat we getoast hebben
zij op de vrede, ik op de vrijheid.
Overigens heb ik het met veel moeite bij
het uitspreken van die ene toast kunnen
laten, want ik voelde er nie1 veel voor om,
met de wetenschap dat ik nog enkele tien
tallen kilometers had te rijden, jenever van
45 alcohol te drinken. Zelf goteii' dé
kolchozebestuurders het vocht gretig naar
binnen.
Maar goed: de kelen waren gesmeerd en
het gesprek kon beginnen. Het blijkt dat
de Lenincoöperatie in feite het hele dorp
Kaba omvat. De gezamenlijke bezittingen
zijn 3000 ha groot en er moeten 2400 men
sen van leven, waarvan er omstreeks 530
produktief zijn. 260 zijn gepensioneerd, niet
alleen omdat zij de 65-jarige leeftijd zijn
gepasseerd, maar ook omdat zij tien jaar
in een collectieve boerderij hebben gewerkt.
Ze ontvangen volgens onze zegsman 600
forint per maand plus enkele goederen in
natura. <e 600 700 andere boven de 65-
jarigen krijgen niets „omdat ze voor hun
toetreding tot de coöperatie al door hun
familie werden onderhouden". De resteren
de 900 zijn de kinderen beneden de achttien
jaar de leeftijdgrens waarop men tot lid
van de coöperatie kan worden toegelaten.
Historie in namen
De geschiedenis van deze kolchoze weer
spiegelt de geschiedenis van het na
oorlogse Hongarije. In 1949 werd zij ge
sticht onder de naam Tolbuchin, een maar
schalk van de Sowjet-Unie. 52 leden be
werkten toen 300 ha collectieve grond. Na
1956 de Hongaarse opstand! werd
de kolchoze herdoopt in .Petöfi-produktie-
coöperatie" naar de revolutionaire dichter
uit 1848, wiens gedicht „Sta op Hongaren"
in de revolutie van 1956 zo'n grote rol
heeft gespeeld. In 1960 werd „Petöfi" gefu
seerd met de nabijgelegen „Kossuth"-kol-
cboze (Kossuth was de grote vrijheidsstrij
der uit 1848 en ook al een voorbeeld voor
de revolutionairen van 1956) en uit Kos
suth en Petöfi werd Lenin geboren.
„Tijdens de revolutie zijn veie coöperatieve
boerderijen uiteen gevallen. Hoe stond het
met deze boerderij", vraag ik aan Elek
Papp.
„De onze is niet ontbonden, maar er zijn
verschillende boeren uitgetreden", ant
woordt hij.
„Wat noemt U „verschillende?"
„Ongeveer 50 klinkt het aarzelend.
„Maar waarom zijn zovelen uitgetreden
toen dit mogelijk was, hoewel hun oor
spronkelijke toetreding vrijwillig heette te
zijn?"
„Omdat tijdens de revolutie de belasting
voor de zelfstandige boeren werd afge
schaft. Het was toen voordeliger voor de
coöperatieve boeren om uit te treden", al
dus de vice-voorzitter van „Lenin". Maar
dit laatste argument is een halve redene
ring, want de coöperatieve boeren hoefden
al lang geen belasting meer te betalen.
Zware belasting voor de zelfstandige en
geen belasting voor de coöperatieve bedrij
ven was juist (en is ook nu weer) rege-
ringspolitiek om zoveel mogelijk boeren
over te haler of financieel te dwingen lid
van de kolchozes te worden.
Vrij liberaal
rch is de collectivisatie in Hongarije op
het ogenblik heel wat liberaler dan in
de ™eeste andere communistische landen
(met uitzondering van Polen, waar prak
tisch geen gecollectiviseerde bedrijven meer
zijn). Meestal bedraagt de privégrond bij
collectieve boerderijen 0,15 tot 0,4 ha- In
Hongarije ligt de norm tussen 0,35 en 0,7,
afhankelijk van de gezinsgrootte van het
familiehoofd. In de praktijk heeft bijna elke
collectieve boer 0,7 ha eigen grond.- Alle
stukken privégrond liggen aaneengesloten
en maken samen ongeveer 15 van het
gehele grondbezit der kolonie uit. Er staan
tussen de verschillende stukjes privégrond
geen afscheidingen „maar iedereen weet
drommels goed wat van hem is", zo legt
vice-voorzitter Papp uit.
De collectieve grond wordt, zoals gebrui
kelijk, in brigades bewerkt, maar de belo
ning wordt individueel vastgesteld, zodat
het brigadewerken in feite een formaliteit
is. Men werkt volgens normen. Een staats
commissie stelt landelijk vast hoeveel van
een bepaald soort landarbeid een boer in
een arbeidsdag van tien uur kan verrich
ten. Dit heet in het communistische land-
bouwjargor „een arbeidseenheid". Wie per
dag meer dan de vastgestelde norm kan
afwerken, verdient ook meer dan één ar
beidseenheid! Vorig jaar werden door de
coöperatieve boeren gemiddeld 380 arbeids-
eenheden verdiend. Aan het eind van elk
jaar wordt vastgesteld aan de hand van
de winst, hoeveel forinten elke arbeidseen
heid waard is. Vorig jaar was dat 30
forint.
Dat betekent, dat de boeren wat hun col
lectieve inkomsten betreft nog geen 1000
forinten per maand kregen. Bovendien ont
vingen ze van elke 30 forinten de helft in
natura in de vorm van 3 kg tarwe, 1 kg
gerst, 3 kg maïs, wat suiker en wat vee
voer voor de prïvé-beesten. Deze lonen gel
den voor de zuivere landarbeiders, die al
leen in het zomerseizoen emplooi hebben.
Wie met de veeteelt heeft te maken (en
dus het hele jaar door kan werken) ver
dient ongeveer het dubbele. „Maar de col
lectieve boeren die alleen in de zomer
werken, verdienen er in de winter met-hun -
privé-beesten zoveel by, dat toch iedereen 1
in de kolchoze ongeveer evenveel verdient",
aldus de heer Papp- Als dit waar is, dan
komt het er in feite op neer, dat de boeren
landbewerkers slechts in de zomermaanden
„collectief" zijn en de rest van het jaar
zelfstandig, een van de bewijzen dat de
collectivisatie op papier verder is doorge
voerd dan in de praktijk.
Privé-inkomsten en collectieve verdiensten
samengeteld komt de boer in de „Lenin-
produktiecoöperatie" op omstreeks 1650 fo
rint per maand dat is volgens dé offi
ciële statistieken precies het landelijk ge
middelde van alle werkende Hongaren. En
wat is 1650 forinten? Zij zijn van een
redelijk herenkostuum, vier leren jekken,
acht paraplu's of drie redelijke regenjassen
waard. Maar dan moet U daar wel bij be
denken, dat alweer volgens de officiële
statistieken van die 1650 forinten 91
alleen al aan voeding moet worden besteed
als het een gezin van vier personen betreft.
Bestuur
De door het ministerie van landbouw
vastgestelde normen worden op een
algemene ledenvergadering „besproken,
hier en daar gewijzigd en geaccepteerd",
zoals vice-voorzitter Papp het uitdrukte.
Eenmaal aanvaard zijnde blijven ze twee a
drie jaar ongewijzigd. Het bestuur van de
kolchoze bestaat uit veertien man, allen
door de algemene ledenvergadering geko
zen. De voorzitter heeft een volledige baan
als bestuurder en wordt betaald naar de
omvang van het land en de veestapel, maar
ook zijn salaris wordt uitgedrukt in ar-
beidseenheden. Verder zijn aan de „Lenin-
produktiecoöperatie" enkele specialisten
verbonden. Zo is de heer Papp bijvoorbeeld
gekozen als vice-voorzitter omdat hij land
bouwdeskundige is („agronoom" wordt hij
genoemd). De specialisten krijgen weer een
salaris, dat afhankelijk is van de beloning
des voorzitters.
„Hoeveel bestuursleden zijn lid van de
partij", vraag ik.
„Vijf van de veertien", aldus Papp.
„Zijn die vijf allen maar lid van de partij,
of zijn ze ook werkelijk communisten?"
Een antwoord op deze vraag krijg ik niet.
De bestuurders kijken elkaar half lachend,
half verlegen aan.
De hoofdprodukten van de Lenïnboerderij
zijn graan, veevoer en melkprodukten. De
produktiviteït per ha voor graan is 2000 tot
2100 kg, voor maïs 7000 a 8000 kg en voor
suikerbieten 40.000 kg. De koeien geven
per jaar 3200 tot 3500 liter (per dag ge
middeld 8 a 10 liter). Een belangrijk deel
van de veestapel is privébezit. Tegenover
500 collectieve runderen staan 300 particu
liere- Voor varkens zijn de getallen respec-
tievelijl 2800 en 1600, voor schapen 2500
en 500 en voor gevogelte (voornamelyk
kippen) 4000—12.000 en 15.000—20.000. De
enige ezel van de Leninboerderij is collec
tief, maar daar moet men geen enkele
politieke betekenis aan hechten......
Het machinepark is uiteraard collectief.
Men beschikt over drie vrachtwagens, 22
verschillende tractoren, zes combines, vijf
dorsmachines en twee maaimachines. Ver
der beschikt het koichozebestuur over een
personenauto en één van de 2400 leden
heeft een privéwagen. Het merendeel van
de collectieve produktie wordt aan de staat
verkocht, de rest plus de opbrengst van de
privé-arbeid mag op de vrije markt wor
den gegooid. Volgens de heer Papp zijn er
geen grote verschillen tussen de vrije prij
zen en de prijzen die de staat betaalt. AI-
leen tarwe en maïs brengen op de vrije
markt 10 a 15 meer op. Het is inderdaad
opvallend, dat de marge tussen wat de
staat aan de boer en wat de consument aan
de (staats-)winkel betaalt in veel gevallen
gering is. De boer krijgt voo- zijn melk
2,5 forint per liter, de consument betaalt
in de stad 3 forint. De staat betaalt voor
tarwe 2,5 forint per kg, een kg brood kost
3 tot 3,6 forinten. Varkens worden door de
staa. voor 16 tot 17 forint per kg gekocht,
varkenskarbonade kost in de stad 26 tot
30 forint. Voor rundvlees zijn de getallen
respectievelijk 11 tot 18 en 19 tot 24 forint.
De Leninboerderij heeft jaarlijkse bru-
to-inkomsten van 18 tot 20 miljoen forin
ten, de totale waarde van het bedrijf be
draagt 30 miljoen forint.
Koeien op stal
Zoals in veel communistische landen staan
de meeste koeien zomer en winter in
de stallen, opdat op de vrijkomende grond
landbouwprodukten kunnen worden ver
bouwd. De stallen kunnen 50 tot 100 koei
en herbergen en erboven heeft men opslag
ruimten gebouwd waarin voor respectieve
lijk 15 en 30 wagonladingen goederen kan
worden opgeborgen. Ik heb de stallen mo
gen zien tijdens een rondrit over de uitge
strekte bezittingen van de „Lenincoöpera
tie". We waren daartoe met zijn allen in
een bejaarde Pobeda gestapt. Of eigenlijk
was het een Warszawa, het Poolse licentie-
produkt van de Russische Pobeda. Dat „met
zijn allen" mag nog wel even worden toe
gelicht. Want tijdens het gesprek met de
heer Papp waren nog drie mannen in het
kolchozekantoortje aanwezig uit pure
nieuwsgierigheid en als U het mij vraagt
óók, omdat ze wisten dat er wel een borrel
tje te halen viel. Enfin we zaten met
zijn zessen in de Pobeda geklemd en ik
moet zeggen dat mijn waardering voor deze
Russische wagen met de minuut steeg. Met
een vaart van vijftig, zestig kilometer re
den we met de afgeladen wagen over on
voorstelbaar slechte weggetjes tussen de
landerijen. De veren rammelden aan alle
kanten, maar ze gaven geen krimp. De
Pobeda's zijn voor het particuliere gebruik
luie, benzine verslindende ondingen, maar
voor het platteland zijn ze, vooral in Oost-
Europa met zijn vele slechte wegen, ideaal.
Op een iets bredere zandweg zetten we een
in lompen geklede jonge boer met zijn
vrouw plus een paard en wagen in het
stof. „Dat is de enige boer uit Kaba, die
geen lid van de coöperatie is", zegt Elek
Papp. Het was deze laatste der Mohikanen
aan te zien dat hij heel wat armoede voor
zijn vrijheid over had.
In een der koeienstallen komt het gesprek
op het Nederlandse zwart-bonte vee. „Het
is prima vee", merkt de heer Papp op,
„maar ze krijgen hier bij ons longontste
king en t.b.c.".
Het cultuurhuis van de collectieve boer-
dery was helaas op slot, maar door de
ramen heen kon ik de televisiekamer, de
bibliotheek, het biljart en het danszaaltjc
zien. Buiten was er dan nog een kegelbaan-
Als we alles hebben gezien, nodigt de vice-
voorzitter mijn begeleidster en mij uit voor
de lunch. Er is inmiddels nog een vrouw
aan ons gezelschap toegevoegd en met zijn
zevenen tjjgen we naar de plaatselijke her
berg, waar het heerlyk koel is. We krijgen
een verrukkelijke maaltijd voorgezet met
de man bijna een pond vlees, beter van
kwaliteit dan in menig eersteklas restau
rant in de hoofdstad Boedapest. Gebakken
aardappelen, verse sla te veel om op te
eten. Tegenover me zit een kolchoze
bestuurder met een insigne op zyn revers,
waar ik al een paar keer naar had geke
ken, maar dat ik niet thuis kon brengen.
Het was een vry omvangrykc communis
tische ster, met in het hart een fotoportret
van een vriendelijk jongetje, dat naar
schatting een jaar of drie, vier was.
„Wat is dat eigenlijk", vraag ik de be
stuurder, wijzend op zyn forse insigne.
„Dat stelt Lenin voor toen hij nog een kind
was", antwoordt hij ernstig.
'WtfWWWVWWV\.VWW\AAA/WWW\AA/WUWWWWWWWU\/W\AAAIlAAftA/VWWWWWWUVUWWWVWWWW\AAA/V^W\/WWW\/WVVW\AAAA/WWWWW
Zoals in bijgaand artikel
wordt uiteengezet, lopen de
vangsten van IJselmeerpa-
ling sterk achteruit, daar de
wijze van bevissing zeer na
delig is voor de ondermaat
se aal.
Er zijn deskundigen en de
heer J. Hoogland te Hoorn
is een van hen die vre
zen, dat deze tak van vis
serij in de toekomst voort
durend slechter zal worden.
Hij deelde ons mede, dat
veel grote rokers rond het
IJselmeer (en hijzelt natuur
lijk ook) een oog gevestigd
houden op het Deltaplan,
waarin men zoals bekend
aaltrappen gebouwd
heeft, zodat de jonge glas
aal vanaf de Noordzee kan
binnenkomen, maai niet meer
terug kan zwemmen.
jQe vissers moesten zelf wijzer zijn en het oorspronkelijk
verboden kuilnet, waarmede de ondermaatse aal uitge
moord wordt, niet meer gebruiken. Ze kunnen toch gaan lij
nen of hoeken...? Wanneer dit zo doorgaat, zullen de paling
vangsten in de komende jaren vreselijk mager worden
met alle gevolgen van dien. Dit seizoen hebben we reeds een
diepterecord, zoals we dit nog nooit gekend hebben. Dien
overeenkomstig zijn de prijzen aan de afslag zeer hoog ge
worden; 4 tot 4,50 per kg voor dunnere en 7 voor dikke
paling. Het is een zeldzaam verschijnsel, dat verschillende
rokerijen voor het einde van het vangseizoen reeds uitgeval
len zijn. En denkt U maar niet, dat ik over een plaatselijke
toestand spreek. Het hele IJselmeer zit met de narigheid en
de ingeleverde vangsten bij Den Oever en Makkum de
twee grote aanvoerplaatsen zijn gewoonweg bedroevend",
aldus de heer J. Hoogland te Hoorn, die men om zijn grote
kennis van zaken in de wandeling wel eens een „levende
paling-encyclopedie" noemt.
Hy behoort tot het geringe tal
der grote rokers, die ook 's
winters vers gerookte paling aan
de markt brengen, waartoe hy een
grote voorraad van dit gladde ge
dierte gemiddeld 300.000 pond
opslaat in zgn. bunschepen.
Aan deze broodwinning koppelde
hij de hobby, diep door te dringen
in vele vraagstukken der bevis
sing en in de geheimen van de
merkwaardige levenscyclus van de
paling, die in een hete golfstroom
van de Atlantische Oceaan (Sar-
gassozee) op 2200 m diepte paait.
„Toen in 1932 de Zuiderzee geslo
ten werd, hielden de bot- en spie
ringvissers eenvoudig nun vergun
ningen, hoewel sleepnetten vol
gens de Visserijwet in binnenwa
ter dus in zoet water ver
boden zijn. Men liet het oude sys
teem oogluikend toe, omdat alge
meen verondersteld werd, dat het
IJselmeer binnen afzienbare tijd
toch wel doodgevist zou zijn, doch
de praktijk heeft inmiddels heel
anders uitgewezen.
Men vergeet helaas maar al te
vaak, dat we juist in dit binnen
water een meer bezitten, dat uniek
in de wereld is en een ongeëven
aarde voedingsbodem voor aal,
snoekbaars en baars vormt. De
dwaze toestand doet zich nu voor,
dat men bijvoorbeeld in Denemar
ken en Scandinavië miljoenen be
draden uitgeeft om kunstmatige
paaiplaatsen voor de vis te schep
pen, terwijl bij ons het IJselmeer,
dat van nature alle noodzakelijke
voorwaarden heeft, met sleepnet
ten bewerkt wordt, zodat het do
den van jonge vis steeds voort
gaat. De ondermaatse aal ligt
minstens vier uur lang met aller
lei andere vissoorten in zo'n sleep
net te schuren, voordat ze met de
hand uitgezocht wordt en terug
mag naar zee.
Maar dan kan zo binnen
enkele dagen opnieuw in het
wurgtouw gevangen worden en
begint het hele spel opnieuw
en ga zo maar voort. Volgens mijn
mening en ik sta heus niet al
leen moesten kuil- en kornet
ten definitief verboden worden.,,
maar dit zou nog niet voldoende
zijn. Zoals U wellicht weet, heeft
de glasaal 9 jaar nodig om vol
wassen te worden en een lengte
van 28 cm te bereiken, die als
toegestane vangmaat geldt. Maar
in nagenoeg alle landen der we
reld is 32 cm vereist, zodat velen
terecht vragen: waarom kan dat
ook niet bij ons? Stuur de paling
nog maar drie jaar met pensioen..
Nee, de hele ontwikkeling ziet er
ook al in verband met de in
poldering niet bepaald rooskleu
rig uit. De vissers saneren zichzelf
en hun aantal wordt steeds klei
ner. Waar moet dat heen
Kenmerkend voor de bar slechte
vangsten van dit seizoen is ook,
dat er zeer veel dun spul aange
voerd is. Daarom wordt ongeveer
40 pet. tot aalfilet verwerkt, wat
we ook nog nooit eerder meege
maakt hebben."
Dat de heer Hoogland in geen en
kel opzicht „gekleurde" taal sprak,
bleek ons al spoedig, toen we el
ders langs het IJselmeer b(j erva
ren lieden ons oor eens te luiste
ren legden. Ook hier werd van de
„moordkuil" gesproken, terwijl een
afslager meende, dat de vissers
doende zijn, „de kip met de gou
den eieren té slachten". Overal
bleken de grotere rokerijen en
vooral zij, die 's winters met leef-
aal doorwerken de grootste
moeite te hebben met de bevoor
rading.
„Ik heb", aldus de heer Hoog
land, „nog geen 10 pet. van m(jn
normale leefvoorraad. Als ik ge
luk heb en het weer slaat niet al
te snel om ik reken erop, tot
half november te kunnen kopen
5 pet.
gen, maar hoger wordt het niet.
kan dit nog tot 30 A 35
stij-
Ik hoop trouwens, dat we ge
durende het najaar niet te veel
mist krijgen, want dan dreigt het
gevaar, dat de in de bunscnepen
zwemmende paling sterft door
zuurstofgebrek. Ik ben dan ge
noodzaakt om te redden, wat er
te redden valt met mU'n sche
pen het IJselmeer op te varen...."
Palingexpert J. Hoogland
ze worden schaarser en
duurder
De paling mag met recht het
dier der 100 mysteries ge
noemd worden en hiermede doel
ik niet uitsluitend op de hoogst
merkwaardige levenscyclus, waar
over de biologen het nog steeds
niet geheel met elkaar eens zijn.
Ook by het vissen openharen zich
zoveel geheimzinnige wetmatighe
den en geen mens heeft hier
een onaanvechtbare verklaring
voor, dat het niet aangaat om
ryp en groen in verschillende ont
wikkelingsstadia met een grote
hark bijeen te slepen. Wat weten
we ervan, welke onbekende scha
kels hierbij uit elkaar gescheurd
worden
Het is bijvoorbeeld zeer opmerke
lijk, dat het kuil- of kuulnet
naast het schip een andere
kwaliteitssoort oplevert, dan het
kornet achter het schip. Er is dui
delijk een smaakverschil, dat we
weliswaar toe kunnen schrijven
aan de verschillende voeding de
ene soort vreet vnl. muggenlar-
vcn en de andere jonge spiering en
schelpdieren maar dan blijft het
toch nog geheel, duister, hoe de
twee vangsystcmen deze schei
ding der soorten kunnen bewerk
stelligen.
Ik ben echter van mening, dat de
paling met de lekkerste smaak
uitsluitend door het schieten van
lijnen wordt gevangen. Maar ook
hierby rijzen er weer verschillende
vraagtekens. Ik zal U dit uitleg
gen. Er wordt gewerkt met een
katoenen draad van 1500 a 2000
meter lengte het bakje
waarop op regelmatige afstanden
zijlijnen met aas. voornamelijk
spiering, bevestigd zyn. Deze af
takkingen van de zgn. hoofdbalk
kunnen verschillende lengten heb
ben men spreekt van lang-,
halflang- en kortwant doch het
is een vaststaand feit, dat met de
langste lynen, waarvan de uiterste
punten b.v. 30 meter uit elkaar
liggen, de zwaarste paling gevan
gen wordt. En naarmate de af
standen korter worden, neemt het
gewicht in evenredigheid af. In
dien men nu by wU'ze van
experiment boven die dertig
meter uitgaat, dan vangt men wa
re reuzen, doch wordt het aantal
beduidend geringer....
Maar er zijn nog meer vreemde
dingen, die weinig bij het publiek
bekend zijn. Zo zal een visser, die
een zgn. dagschot met zijn lijnen
maakt, uitsluitend vette paling
vangen, terwijl het zgn. schemer
avondschot 50 pet. vette vangsten
en het nachtschot uitsluitend ma
gere oogsten oplevert
Aan het slot van ons gesprek zei
polingsexpert Hoogland sa
menvattend: „dus nogmaals: we
gaan met grote harken door een
complex van onbekende wetma
tigheden heen, die nauw met het
bestaansrecht van de paling ver
vlochten zyn. We kunnen en mo
gen zo niet doorgaanHet is
misdadig ik heb er eenvoudig
geen ander woord voor.
Dit bar slechte seizoen is een niet
te miskennen teken aan do wand.
De overheid moet ingrypen, voor
dat het te Iaat is cn do hele Ne
derlandse pallngvisserij op het
IJselmeer verlamd wordt