T ermelószövetkezet Diepterecord palingvangsten IJselmeer HONGARIJE VANDAAG (I) Rokers hopen op Delta Zaterdag 27 oktober 1962 zaterdagnummer dit is de schijnbaar onuitsprekelijke Hongaarse naam voor de collectieve boerderijen in het land van Janos Kadar. Het betekent letterlijk „Produktiecooperatie". Ook de Honga ren zelf vinden die naam een mondvol en er wordt dan ook kortweg gesproken van TMSZ of, nog korter TSZ. In het kader van „het streven naar het socialisme" is de landbouw en veeteelt in Hongarije theoretisch wijwei geheel gecollectiviseerd. Op mijn reis door Honga rije heb ik één zo'n boerderij bezocht. Het was de Lenin-TS in Kaba, een klein dorpje 35 km ten zuidwesten van Debrecen aan de hoofdweg Boedapest-Debrecen. l_Iet is ontstellend heet, als we de poort van de „Lenin" coöperatieve boerderij binnenrijden. Op een ere- boog boven de ingang staat de naam van Lenin geschreven, maar de I is op een goeie of misschien moeten we zeggen: kwade dag naar beneden ge vallen en aan vernieuwing heeft men blijkbaar tot nu toe niet gedacht. We worden hartelijk ontvangen door de plaatsvervangend voorzitter van de kolchoze, Elek Papp. Inderdaad „we", want met mij is een vrouwelijke func tionaris van de Hongaarse televisie meegekomen, die als tolk zal optre den. Voor het eigenlijke gesprek be gint wordt eerst verwacht, dat we een glaasje wodka in één teug in onze keel gieten, nadat we getoast hebben zij op de vrede, ik op de vrijheid. Overigens heb ik het met veel moeite bij het uitspreken van die ene toast kunnen laten, want ik voelde er nie1 veel voor om, met de wetenschap dat ik nog enkele tien tallen kilometers had te rijden, jenever van 45 alcohol te drinken. Zelf goteii' dé kolchozebestuurders het vocht gretig naar binnen. Maar goed: de kelen waren gesmeerd en het gesprek kon beginnen. Het blijkt dat de Lenincoöperatie in feite het hele dorp Kaba omvat. De gezamenlijke bezittingen zijn 3000 ha groot en er moeten 2400 men sen van leven, waarvan er omstreeks 530 produktief zijn. 260 zijn gepensioneerd, niet alleen omdat zij de 65-jarige leeftijd zijn gepasseerd, maar ook omdat zij tien jaar in een collectieve boerderij hebben gewerkt. Ze ontvangen volgens onze zegsman 600 forint per maand plus enkele goederen in natura. <e 600 700 andere boven de 65- jarigen krijgen niets „omdat ze voor hun toetreding tot de coöperatie al door hun familie werden onderhouden". De resteren de 900 zijn de kinderen beneden de achttien jaar de leeftijdgrens waarop men tot lid van de coöperatie kan worden toegelaten. Historie in namen De geschiedenis van deze kolchoze weer spiegelt de geschiedenis van het na oorlogse Hongarije. In 1949 werd zij ge sticht onder de naam Tolbuchin, een maar schalk van de Sowjet-Unie. 52 leden be werkten toen 300 ha collectieve grond. Na 1956 de Hongaarse opstand! werd de kolchoze herdoopt in .Petöfi-produktie- coöperatie" naar de revolutionaire dichter uit 1848, wiens gedicht „Sta op Hongaren" in de revolutie van 1956 zo'n grote rol heeft gespeeld. In 1960 werd „Petöfi" gefu seerd met de nabijgelegen „Kossuth"-kol- cboze (Kossuth was de grote vrijheidsstrij der uit 1848 en ook al een voorbeeld voor de revolutionairen van 1956) en uit Kos suth en Petöfi werd Lenin geboren. „Tijdens de revolutie zijn veie coöperatieve boerderijen uiteen gevallen. Hoe stond het met deze boerderij", vraag ik aan Elek Papp. „De onze is niet ontbonden, maar er zijn verschillende boeren uitgetreden", ant woordt hij. „Wat noemt U „verschillende?" „Ongeveer 50 klinkt het aarzelend. „Maar waarom zijn zovelen uitgetreden toen dit mogelijk was, hoewel hun oor spronkelijke toetreding vrijwillig heette te zijn?" „Omdat tijdens de revolutie de belasting voor de zelfstandige boeren werd afge schaft. Het was toen voordeliger voor de coöperatieve boeren om uit te treden", al dus de vice-voorzitter van „Lenin". Maar dit laatste argument is een halve redene ring, want de coöperatieve boeren hoefden al lang geen belasting meer te betalen. Zware belasting voor de zelfstandige en geen belasting voor de coöperatieve bedrij ven was juist (en is ook nu weer) rege- ringspolitiek om zoveel mogelijk boeren over te haler of financieel te dwingen lid van de kolchozes te worden. Vrij liberaal rch is de collectivisatie in Hongarije op het ogenblik heel wat liberaler dan in de ™eeste andere communistische landen (met uitzondering van Polen, waar prak tisch geen gecollectiviseerde bedrijven meer zijn). Meestal bedraagt de privégrond bij collectieve boerderijen 0,15 tot 0,4 ha- In Hongarije ligt de norm tussen 0,35 en 0,7, afhankelijk van de gezinsgrootte van het familiehoofd. In de praktijk heeft bijna elke collectieve boer 0,7 ha eigen grond.- Alle stukken privégrond liggen aaneengesloten en maken samen ongeveer 15 van het gehele grondbezit der kolonie uit. Er staan tussen de verschillende stukjes privégrond geen afscheidingen „maar iedereen weet drommels goed wat van hem is", zo legt vice-voorzitter Papp uit. De collectieve grond wordt, zoals gebrui kelijk, in brigades bewerkt, maar de belo ning wordt individueel vastgesteld, zodat het brigadewerken in feite een formaliteit is. Men werkt volgens normen. Een staats commissie stelt landelijk vast hoeveel van een bepaald soort landarbeid een boer in een arbeidsdag van tien uur kan verrich ten. Dit heet in het communistische land- bouwjargor „een arbeidseenheid". Wie per dag meer dan de vastgestelde norm kan afwerken, verdient ook meer dan één ar beidseenheid! Vorig jaar werden door de coöperatieve boeren gemiddeld 380 arbeids- eenheden verdiend. Aan het eind van elk jaar wordt vastgesteld aan de hand van de winst, hoeveel forinten elke arbeidseen heid waard is. Vorig jaar was dat 30 forint. Dat betekent, dat de boeren wat hun col lectieve inkomsten betreft nog geen 1000 forinten per maand kregen. Bovendien ont vingen ze van elke 30 forinten de helft in natura in de vorm van 3 kg tarwe, 1 kg gerst, 3 kg maïs, wat suiker en wat vee voer voor de prïvé-beesten. Deze lonen gel den voor de zuivere landarbeiders, die al leen in het zomerseizoen emplooi hebben. Wie met de veeteelt heeft te maken (en dus het hele jaar door kan werken) ver dient ongeveer het dubbele. „Maar de col lectieve boeren die alleen in de zomer werken, verdienen er in de winter met-hun - privé-beesten zoveel by, dat toch iedereen 1 in de kolchoze ongeveer evenveel verdient", aldus de heer Papp- Als dit waar is, dan komt het er in feite op neer, dat de boeren landbewerkers slechts in de zomermaanden „collectief" zijn en de rest van het jaar zelfstandig, een van de bewijzen dat de collectivisatie op papier verder is doorge voerd dan in de praktijk. Privé-inkomsten en collectieve verdiensten samengeteld komt de boer in de „Lenin- produktiecoöperatie" op omstreeks 1650 fo rint per maand dat is volgens dé offi ciële statistieken precies het landelijk ge middelde van alle werkende Hongaren. En wat is 1650 forinten? Zij zijn van een redelijk herenkostuum, vier leren jekken, acht paraplu's of drie redelijke regenjassen waard. Maar dan moet U daar wel bij be denken, dat alweer volgens de officiële statistieken van die 1650 forinten 91 alleen al aan voeding moet worden besteed als het een gezin van vier personen betreft. Bestuur De door het ministerie van landbouw vastgestelde normen worden op een algemene ledenvergadering „besproken, hier en daar gewijzigd en geaccepteerd", zoals vice-voorzitter Papp het uitdrukte. Eenmaal aanvaard zijnde blijven ze twee a drie jaar ongewijzigd. Het bestuur van de kolchoze bestaat uit veertien man, allen door de algemene ledenvergadering geko zen. De voorzitter heeft een volledige baan als bestuurder en wordt betaald naar de omvang van het land en de veestapel, maar ook zijn salaris wordt uitgedrukt in ar- beidseenheden. Verder zijn aan de „Lenin- produktiecoöperatie" enkele specialisten verbonden. Zo is de heer Papp bijvoorbeeld gekozen als vice-voorzitter omdat hij land bouwdeskundige is („agronoom" wordt hij genoemd). De specialisten krijgen weer een salaris, dat afhankelijk is van de beloning des voorzitters. „Hoeveel bestuursleden zijn lid van de partij", vraag ik. „Vijf van de veertien", aldus Papp. „Zijn die vijf allen maar lid van de partij, of zijn ze ook werkelijk communisten?" Een antwoord op deze vraag krijg ik niet. De bestuurders kijken elkaar half lachend, half verlegen aan. De hoofdprodukten van de Lenïnboerderij zijn graan, veevoer en melkprodukten. De produktiviteït per ha voor graan is 2000 tot 2100 kg, voor maïs 7000 a 8000 kg en voor suikerbieten 40.000 kg. De koeien geven per jaar 3200 tot 3500 liter (per dag ge middeld 8 a 10 liter). Een belangrijk deel van de veestapel is privébezit. Tegenover 500 collectieve runderen staan 300 particu liere- Voor varkens zijn de getallen respec- tievelijl 2800 en 1600, voor schapen 2500 en 500 en voor gevogelte (voornamelyk kippen) 4000—12.000 en 15.000—20.000. De enige ezel van de Leninboerderij is collec tief, maar daar moet men geen enkele politieke betekenis aan hechten...... Het machinepark is uiteraard collectief. Men beschikt over drie vrachtwagens, 22 verschillende tractoren, zes combines, vijf dorsmachines en twee maaimachines. Ver der beschikt het koichozebestuur over een personenauto en één van de 2400 leden heeft een privéwagen. Het merendeel van de collectieve produktie wordt aan de staat verkocht, de rest plus de opbrengst van de privé-arbeid mag op de vrije markt wor den gegooid. Volgens de heer Papp zijn er geen grote verschillen tussen de vrije prij zen en de prijzen die de staat betaalt. AI- leen tarwe en maïs brengen op de vrije markt 10 a 15 meer op. Het is inderdaad opvallend, dat de marge tussen wat de staat aan de boer en wat de consument aan de (staats-)winkel betaalt in veel gevallen gering is. De boer krijgt voo- zijn melk 2,5 forint per liter, de consument betaalt in de stad 3 forint. De staat betaalt voor tarwe 2,5 forint per kg, een kg brood kost 3 tot 3,6 forinten. Varkens worden door de staa. voor 16 tot 17 forint per kg gekocht, varkenskarbonade kost in de stad 26 tot 30 forint. Voor rundvlees zijn de getallen respectievelijk 11 tot 18 en 19 tot 24 forint. De Leninboerderij heeft jaarlijkse bru- to-inkomsten van 18 tot 20 miljoen forin ten, de totale waarde van het bedrijf be draagt 30 miljoen forint. Koeien op stal Zoals in veel communistische landen staan de meeste koeien zomer en winter in de stallen, opdat op de vrijkomende grond landbouwprodukten kunnen worden ver bouwd. De stallen kunnen 50 tot 100 koei en herbergen en erboven heeft men opslag ruimten gebouwd waarin voor respectieve lijk 15 en 30 wagonladingen goederen kan worden opgeborgen. Ik heb de stallen mo gen zien tijdens een rondrit over de uitge strekte bezittingen van de „Lenincoöpera tie". We waren daartoe met zijn allen in een bejaarde Pobeda gestapt. Of eigenlijk was het een Warszawa, het Poolse licentie- produkt van de Russische Pobeda. Dat „met zijn allen" mag nog wel even worden toe gelicht. Want tijdens het gesprek met de heer Papp waren nog drie mannen in het kolchozekantoortje aanwezig uit pure nieuwsgierigheid en als U het mij vraagt óók, omdat ze wisten dat er wel een borrel tje te halen viel. Enfin we zaten met zijn zessen in de Pobeda geklemd en ik moet zeggen dat mijn waardering voor deze Russische wagen met de minuut steeg. Met een vaart van vijftig, zestig kilometer re den we met de afgeladen wagen over on voorstelbaar slechte weggetjes tussen de landerijen. De veren rammelden aan alle kanten, maar ze gaven geen krimp. De Pobeda's zijn voor het particuliere gebruik luie, benzine verslindende ondingen, maar voor het platteland zijn ze, vooral in Oost- Europa met zijn vele slechte wegen, ideaal. Op een iets bredere zandweg zetten we een in lompen geklede jonge boer met zijn vrouw plus een paard en wagen in het stof. „Dat is de enige boer uit Kaba, die geen lid van de coöperatie is", zegt Elek Papp. Het was deze laatste der Mohikanen aan te zien dat hij heel wat armoede voor zijn vrijheid over had. In een der koeienstallen komt het gesprek op het Nederlandse zwart-bonte vee. „Het is prima vee", merkt de heer Papp op, „maar ze krijgen hier bij ons longontste king en t.b.c.". Het cultuurhuis van de collectieve boer- dery was helaas op slot, maar door de ramen heen kon ik de televisiekamer, de bibliotheek, het biljart en het danszaaltjc zien. Buiten was er dan nog een kegelbaan- Als we alles hebben gezien, nodigt de vice- voorzitter mijn begeleidster en mij uit voor de lunch. Er is inmiddels nog een vrouw aan ons gezelschap toegevoegd en met zijn zevenen tjjgen we naar de plaatselijke her berg, waar het heerlyk koel is. We krijgen een verrukkelijke maaltijd voorgezet met de man bijna een pond vlees, beter van kwaliteit dan in menig eersteklas restau rant in de hoofdstad Boedapest. Gebakken aardappelen, verse sla te veel om op te eten. Tegenover me zit een kolchoze bestuurder met een insigne op zyn revers, waar ik al een paar keer naar had geke ken, maar dat ik niet thuis kon brengen. Het was een vry omvangrykc communis tische ster, met in het hart een fotoportret van een vriendelijk jongetje, dat naar schatting een jaar of drie, vier was. „Wat is dat eigenlijk", vraag ik de be stuurder, wijzend op zyn forse insigne. „Dat stelt Lenin voor toen hij nog een kind was", antwoordt hij ernstig. 'WtfWWWVWWV\.VWW\AAA/WWW\AA/WUWWWWWWWU\/W\AAAIlAAftA/VWWWWWWUVUWWWVWWWW\AAA/V^W\/WWW\/WVVW\AAAA/WWWWW Zoals in bijgaand artikel wordt uiteengezet, lopen de vangsten van IJselmeerpa- ling sterk achteruit, daar de wijze van bevissing zeer na delig is voor de ondermaat se aal. Er zijn deskundigen en de heer J. Hoogland te Hoorn is een van hen die vre zen, dat deze tak van vis serij in de toekomst voort durend slechter zal worden. Hij deelde ons mede, dat veel grote rokers rond het IJselmeer (en hijzelt natuur lijk ook) een oog gevestigd houden op het Deltaplan, waarin men zoals bekend aaltrappen gebouwd heeft, zodat de jonge glas aal vanaf de Noordzee kan binnenkomen, maai niet meer terug kan zwemmen. jQe vissers moesten zelf wijzer zijn en het oorspronkelijk verboden kuilnet, waarmede de ondermaatse aal uitge moord wordt, niet meer gebruiken. Ze kunnen toch gaan lij nen of hoeken...? Wanneer dit zo doorgaat, zullen de paling vangsten in de komende jaren vreselijk mager worden met alle gevolgen van dien. Dit seizoen hebben we reeds een diepterecord, zoals we dit nog nooit gekend hebben. Dien overeenkomstig zijn de prijzen aan de afslag zeer hoog ge worden; 4 tot 4,50 per kg voor dunnere en 7 voor dikke paling. Het is een zeldzaam verschijnsel, dat verschillende rokerijen voor het einde van het vangseizoen reeds uitgeval len zijn. En denkt U maar niet, dat ik over een plaatselijke toestand spreek. Het hele IJselmeer zit met de narigheid en de ingeleverde vangsten bij Den Oever en Makkum de twee grote aanvoerplaatsen zijn gewoonweg bedroevend", aldus de heer J. Hoogland te Hoorn, die men om zijn grote kennis van zaken in de wandeling wel eens een „levende paling-encyclopedie" noemt. Hy behoort tot het geringe tal der grote rokers, die ook 's winters vers gerookte paling aan de markt brengen, waartoe hy een grote voorraad van dit gladde ge dierte gemiddeld 300.000 pond opslaat in zgn. bunschepen. Aan deze broodwinning koppelde hij de hobby, diep door te dringen in vele vraagstukken der bevis sing en in de geheimen van de merkwaardige levenscyclus van de paling, die in een hete golfstroom van de Atlantische Oceaan (Sar- gassozee) op 2200 m diepte paait. „Toen in 1932 de Zuiderzee geslo ten werd, hielden de bot- en spie ringvissers eenvoudig nun vergun ningen, hoewel sleepnetten vol gens de Visserijwet in binnenwa ter dus in zoet water ver boden zijn. Men liet het oude sys teem oogluikend toe, omdat alge meen verondersteld werd, dat het IJselmeer binnen afzienbare tijd toch wel doodgevist zou zijn, doch de praktijk heeft inmiddels heel anders uitgewezen. Men vergeet helaas maar al te vaak, dat we juist in dit binnen water een meer bezitten, dat uniek in de wereld is en een ongeëven aarde voedingsbodem voor aal, snoekbaars en baars vormt. De dwaze toestand doet zich nu voor, dat men bijvoorbeeld in Denemar ken en Scandinavië miljoenen be draden uitgeeft om kunstmatige paaiplaatsen voor de vis te schep pen, terwijl bij ons het IJselmeer, dat van nature alle noodzakelijke voorwaarden heeft, met sleepnet ten bewerkt wordt, zodat het do den van jonge vis steeds voort gaat. De ondermaatse aal ligt minstens vier uur lang met aller lei andere vissoorten in zo'n sleep net te schuren, voordat ze met de hand uitgezocht wordt en terug mag naar zee. Maar dan kan zo binnen enkele dagen opnieuw in het wurgtouw gevangen worden en begint het hele spel opnieuw en ga zo maar voort. Volgens mijn mening en ik sta heus niet al leen moesten kuil- en kornet ten definitief verboden worden.,, maar dit zou nog niet voldoende zijn. Zoals U wellicht weet, heeft de glasaal 9 jaar nodig om vol wassen te worden en een lengte van 28 cm te bereiken, die als toegestane vangmaat geldt. Maar in nagenoeg alle landen der we reld is 32 cm vereist, zodat velen terecht vragen: waarom kan dat ook niet bij ons? Stuur de paling nog maar drie jaar met pensioen.. Nee, de hele ontwikkeling ziet er ook al in verband met de in poldering niet bepaald rooskleu rig uit. De vissers saneren zichzelf en hun aantal wordt steeds klei ner. Waar moet dat heen Kenmerkend voor de bar slechte vangsten van dit seizoen is ook, dat er zeer veel dun spul aange voerd is. Daarom wordt ongeveer 40 pet. tot aalfilet verwerkt, wat we ook nog nooit eerder meege maakt hebben." Dat de heer Hoogland in geen en kel opzicht „gekleurde" taal sprak, bleek ons al spoedig, toen we el ders langs het IJselmeer b(j erva ren lieden ons oor eens te luiste ren legden. Ook hier werd van de „moordkuil" gesproken, terwijl een afslager meende, dat de vissers doende zijn, „de kip met de gou den eieren té slachten". Overal bleken de grotere rokerijen en vooral zij, die 's winters met leef- aal doorwerken de grootste moeite te hebben met de bevoor rading. „Ik heb", aldus de heer Hoog land, „nog geen 10 pet. van m(jn normale leefvoorraad. Als ik ge luk heb en het weer slaat niet al te snel om ik reken erop, tot half november te kunnen kopen 5 pet. gen, maar hoger wordt het niet. kan dit nog tot 30 A 35 stij- Ik hoop trouwens, dat we ge durende het najaar niet te veel mist krijgen, want dan dreigt het gevaar, dat de in de bunscnepen zwemmende paling sterft door zuurstofgebrek. Ik ben dan ge noodzaakt om te redden, wat er te redden valt met mU'n sche pen het IJselmeer op te varen...." Palingexpert J. Hoogland ze worden schaarser en duurder De paling mag met recht het dier der 100 mysteries ge noemd worden en hiermede doel ik niet uitsluitend op de hoogst merkwaardige levenscyclus, waar over de biologen het nog steeds niet geheel met elkaar eens zijn. Ook by het vissen openharen zich zoveel geheimzinnige wetmatighe den en geen mens heeft hier een onaanvechtbare verklaring voor, dat het niet aangaat om ryp en groen in verschillende ont wikkelingsstadia met een grote hark bijeen te slepen. Wat weten we ervan, welke onbekende scha kels hierbij uit elkaar gescheurd worden Het is bijvoorbeeld zeer opmerke lijk, dat het kuil- of kuulnet naast het schip een andere kwaliteitssoort oplevert, dan het kornet achter het schip. Er is dui delijk een smaakverschil, dat we weliswaar toe kunnen schrijven aan de verschillende voeding de ene soort vreet vnl. muggenlar- vcn en de andere jonge spiering en schelpdieren maar dan blijft het toch nog geheel, duister, hoe de twee vangsystcmen deze schei ding der soorten kunnen bewerk stelligen. Ik ben echter van mening, dat de paling met de lekkerste smaak uitsluitend door het schieten van lijnen wordt gevangen. Maar ook hierby rijzen er weer verschillende vraagtekens. Ik zal U dit uitleg gen. Er wordt gewerkt met een katoenen draad van 1500 a 2000 meter lengte het bakje waarop op regelmatige afstanden zijlijnen met aas. voornamelijk spiering, bevestigd zyn. Deze af takkingen van de zgn. hoofdbalk kunnen verschillende lengten heb ben men spreekt van lang-, halflang- en kortwant doch het is een vaststaand feit, dat met de langste lynen, waarvan de uiterste punten b.v. 30 meter uit elkaar liggen, de zwaarste paling gevan gen wordt. En naarmate de af standen korter worden, neemt het gewicht in evenredigheid af. In dien men nu by wU'ze van experiment boven die dertig meter uitgaat, dan vangt men wa re reuzen, doch wordt het aantal beduidend geringer.... Maar er zijn nog meer vreemde dingen, die weinig bij het publiek bekend zijn. Zo zal een visser, die een zgn. dagschot met zijn lijnen maakt, uitsluitend vette paling vangen, terwijl het zgn. schemer avondschot 50 pet. vette vangsten en het nachtschot uitsluitend ma gere oogsten oplevert Aan het slot van ons gesprek zei polingsexpert Hoogland sa menvattend: „dus nogmaals: we gaan met grote harken door een complex van onbekende wetma tigheden heen, die nauw met het bestaansrecht van de paling ver vlochten zyn. We kunnen en mo gen zo niet doorgaanHet is misdadig ik heb er eenvoudig geen ander woord voor. Dit bar slechte seizoen is een niet te miskennen teken aan do wand. De overheid moet ingrypen, voor dat het te Iaat is cn do hele Ne derlandse pallngvisserij op het IJselmeer verlamd wordt

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1962 | | pagina 10