Alcoholmisbruik heeft
altijd een achtergrond
Ciw *~j)aqina
/Heozctito
BERLIJN: MODE MET HART
NOODZAAK BESLIST
KINDERKRANT
Cocktailprikkers
AARD VAN
ZIEKTE EERST
OPSPOREN
NEDERLANDSE VROUW
KOOPT DEGELIJKE KOUS
winterstoffen
7r-
De tentoonstelling
VRIJDAG 26 OKTOBER 1962
PROVINCIALE ZEEUW SE COURANT
9
hm zijn meestal heel kleine en bepaald geen wereldschokkende
verhalen: de geschiedenissen van mensen, wier leven dreigt te
mislukken of al mislukt is door een overmatig gebruik van alcohol.
Maar voor de man of de vrouw in kwestie, voor het gezin, is het
meer dan wereldschokkend.
Neem het geval van mevrouw X. Ze had echt alle kansen in haar
jeugd. Haar ouders waren niet onbemiddelde middenstanders. Ze
trouwde toen ze even twintig jaar was met een zeeman. Tot zover
ging alles goed. Maar het huwelijk bleef kinderloos. Dit feit, ge
paard aan de omstandigheid, dat zij door het beroep van haar man
soms maandenlang alleen was, maakte, dat zij gebruik ging maken
van sterke drank. Ze was een wat teruggetrokken vrouw, die moei
lijk contacten zocht buitenshuis. In de alcohol zocht ze tenslotte
haar troost.
Zoiets klinkt een beetje melodra
matisch, maar het is een bittere
waarheid. Op het Zeeuwse Consul
tatiebureau voor alcoholisme weet
men er alles van, want daar wordt
men dagelijks geconfronteerd met de
ellende, die veroorzaakt wordt door
overmatig gebruik van de alcohol.
Over de werkwijze van dit bureau
hadden wy een gesprek met de direc
teur, de heer R. Visser, en een van
de reclasseringsambtenaren, de heer
H. Korstanje.
„Het alcoliolverbruik is na de oorlog
aanmerkelijk toegenomen. Daar komt
dan nog bij, dat de vrouw de laatste
vijftig jaar uit de beslotenheid van
het gezin in het arbeidsproces is ge
treden. Vroeger had de man een ze
ker recht op een borrel of een biertje,
maar voor de vrouw kwam zoiets niet
te pas. Nu kan zij èn thuis èn in een
openbare gelegenheid alcohol gebrui
ken zonder dat men daar iets van
zegt. Er zijn dus veel meer mogelijk
heden geschapen voor drankgebruik,
maar ook voor drankmisbruik.
En U zult zich wel kunnen voorstel
len dat voor een gezin de vrouwelijke
alcoholist veel erger is, dan de man
nelijke. Gelukkig gebeurt het niet zo
heel vaak, dat een vrouw vervalt tot
alcoholmisbruik", aldus de heer Vis
ser.
te zeggen, dat lpj nou maar eens een
goed huisvader moet worden, maar
dat is echt gemakkelijker gezegd, dan
gedaan. Zo'n man moet eerst Ieren
weer huiseljjk te worden. Hij was ge
wend zyn vertier buitenshuis te zoe
ken.
Heus, er zijn enorm veel problemen
verbonden aan het bestrijden van het
alcoholmisbruik. Het grootste deel
van onze patiënten komt via de justi
tie, maar ook familie, huisarts, pas
toor of dominee brengen patiënten
met ons bureau in contact. Vroeger
noemde men de alcoholist een zwak
keling, nu wordt hij behandeld als
een zieke. De aard van de ziekte moet
eerst worden opgespoord voor men
tot genezing kan overgaan.
Niet elke ziekte kan worden genezen.
Ook de genezing van drankmisbruik
lukt niet altijd. Maar in de meeste
gevallen boekt men succes. Een ta-
blettenkuur in het ziekenhuis of thuis
heeft in vele gevallen succes opgele
verd. Maar", aldus de heer Visser,
„alles is maar een hulpmiddel. I-Iet
allerbelangrijkste bij de genezing is,
dat de patiënt moet inzien tot welke
ellende misbruik van alcohol kan
leiden.
Een matig mens
Als U nog niet wist welk belangrijk
personage U als huisvrouw bent
het woord in de ruimste zin ge
nomen dan hebben de kranten AJ
dat de laatste weken wel duchtig aan
het verstand gebracht.
In de ogen van allen, die iets te ver-
kopen hebben geldt U als klant met
een aangedikte hoofdletter want
wat, laten wij wel wezen, zet nu een
man als koper voor zoden aan de
dijk Zelfs de heer Verolme met heel
zijn zilvervloot heeft onthuld dat hij
af en toe nog het geld voor de kapoer
stand U met alle middelen die ver
nuft lean uitdenken probeert over te
halen om voortdurend in de beurs
te tasten.
En het schouwspel wordt eerst recht
opwindend als de groothandel daarbij
met het grof geschut van drastische
prijsverlagingen komt opzetten, en
zomaar allerlei tot nu toe luxueuze
artikelen tot gebruiksvoorwerpen
voor iedereen promoveert.
Het is gemakkelijk om dan de boze
reacties van menige huismoeder te
horen: Kijk nu eens aan hoe wij al
tijd overvraagd zijn, en wat er op
die dingen verdiend is.
Nu wil ik mij niet op het glibberige
vlak van de prijsberekening be
geven, alleen al omdat de kwestie
niet zo eenvoudig ligt als het op het
eerste gezicht lijkt.
Maar zelfs a! waren sommige be
geerlijke huishoudelijke apparaten
tot nu toe hoger geprijsd dan strikt
noodzakelijk was voor een behoor
lijke winstmarge dan nog schuilt
het gevaar voor aanslag op de huis
houdportemonnee in een heel andere
hoek.
Bij al het misbaar over die goed
kope mixers, om eens iets te noemen,
leek één overweging mij voor alles
doorslaggevend, en wel deze simpele
vraag: Heb ik een mixer nodig?
Het is natuurlijk heel aardig, en het
staat gekleed, om een mooi blinkend
apparaat in de keuken te hebben dat
klopt, perst, maalt, klutst, mengt en
weet ik wat nog meer voor één geld.
Maar is uw huishoudelijk bedrijf
groot genoeg om de aanschaf van
zo'n manusje-van-alles lonend te ma
ken, dat de mensen op het
sultatiebureau voor alcoholisme te
genstanders zijn van ook maar een
drup alcohol. Niets is minder waar!
„De slagzin: Een matig mens is zijn
vrijheid waard, onderschrijven wij
ook", zei de heer Visser, „maar het
moet bij matigheid blijven. En ont
aardt alcoholgebruik in misbruik,
dan zouden wij graag willen dat dit
ons tijdig wordt gesignaleerd door
huisgenoten, door het algemeen
maatschappelijk werk of door de arts.
Maar dan moeten de ménsen van hun
kant niet denken, dat wij dan op de
proppen komen met een D.D.T., een
soort verdelgingsmiddel voor het mis
bruik. Wij komen met een behande
lingsmethode, waaraan de patiënt
moet meewerken in zijn eigen belang
en in het belang van de maatschappij.
In dit verband behoeven we alleen
maar te denken aan alcohol en ver
keer om in te zien welk belang de
maatschappij heeft bij de bestrijding
van de alcohol!"
REVOLUTIONAIR
SCHOEISEL
Een creatie van de Franse ex-
zanger Jacques Esterel, die zich
op het gebied van de mode
heeft begeven: een schoentje,
bestaande uit een los hak- en
teenstuk. Het schijnt, dat men
het schoeisel ook zonder het
hakstuk kan dragen. Exclusief
is het zeker
Drie groepen
In ons werk ter genezing van de
mannelijke alcoholist hebben we
•'te maken met drie groepen vrou
wen. De eerste groep trekt onmiddel
lijk aan de bel, zodra zij ontdekken,
dat de man of verloofde te veel aan
alcohol is verslaafd. De tweede cate
gorie krijgt pas in het huwelijk te
maken met alcoholmisbruik van de
man en de derde groep vrouwen
wordt gevormd door diegenen, die
wél op de hoogte waren van de grote
liefde voor alcohol van de verloofde,
maar die dachten de mannen wel in
het goede spoor te kunnen houden als
ze eerst maar getrouwd waren. Ge
lukkig, dat deze vrouwen dit dach
ten", aldus deheer Visser, „maar
meestal overschatten zij zichzelf, als
ze dit op eigen houtje willen gaan
doen. Als hun man desondanks bij
ons in behandeling komt zullen deze
vrouwen óf van harte meewerken, óf,
zoals een enkele keer gebeurt, de
zaak saboteren.
In het probleem van de alcoholist
dient de maatschappij zich overigens
mét ons af te vragen wat de réden
is van het alcoholmisbruik. Tenslotte
gaat een mens zich doorgaans niet
aan alcohol te buiten als er geen
reden voor is. En met drinken is het
eigenlijk net als met roken: je moet
er helemaal mee ophouden of je komt
nen" i>l
(Advertentie)
(Van onze medewerkster)
Pranlirijk mag voor veel meii-
r sen nog altijd het Mekka-
der-modewereld zijn, Italië mag
dan al een korte doch markante
modehistorie hebben: ook Duits
land heeft zijn historie-der-mode
en men heeft het 125-jarige
jubileum van dë D.O.B, (de
Berliner Damen-Oberkleidimgs
Industrie) aangegrepen om over
die historie wat meer te vertel
len. Het is een verhaal dat in
,1837 is begonnen en de aanlei
ding was eigenlijk een Iot-uit-de-
loterij.
exclusieve
uit het
STOFFENPALEIS - GOES
Zoveel meer keus.
Zoveel aparter.
Zoveel voordeliger en
zoveel gemakkelijker met
de perfecte
burda en vogue
knippatronen
(met gratis knipverzekering).
MIDDEN IN DE MODE
met
-GOES, LANGE KERKSTRAAT 44
TERNEUZEN, NIEUWSTRAAT6-8
l won een zekere Valentin Manhèi-
mer uit Magdeburg honderd daalders
m de loterij. Een bedrag dat hem in
staat stelde zijn bescheiden kleer-
makerijtje te verwisselen met een
vooralsnog even bescheiden winkeltje
in Berlijn, waar hij damesmantels
ging verkopen. In datzelfde jaar be
gon de heer D.. Levin, eveneens in
Berlijn, met het in serie vervaardi
gen van pellerine-mantels en capes.
Samen werden Manheimer en Levin
„de aartsvaders" van het D.O.B.-be
drijf.
De techniek ontwikkelde zich en het
bedrijf groeide mee: toen enkele ja
ren later een spoorwegverbinding
tussen Leipzig en Hamburg tot, stand
kwam, werd Berlijn een welkom tus
senstation voor handelaren uit het
noorden die op weg waren naar de
Leipziger Messe. In 1854 zorgde de
Berlijnse kleermaker Pommerenke
voor weer een mijlpaal in de historie
der kledingindustrie: hij schafte zich
de eerste Amerikaanse naaimachine
aan en dit „wapenfeit" wekte zelfs
aan het hof zoveel belangstelling, dat
Friedrich Wilhelm de Vierde (zeer
democratisch) te voet naar de werk
plaats van de kleermaker ging en
zich daar de nieuwe machine uitge
breid liet demonstreren,
Frans-Duitse oorlog
Van veel belang op de ontwikke
ling van de Duitse mode-industrie
is de oorlog der zeventiger jaren ge
weest. Voor die tijd stonden de Pa-
rijse modevoorschriften ook voor de
Duitse dames gelijk met een onge
schreven wet: dat was al zo geweest
sedert de tijd van de Zonnekoning.
In de hitte van de strijd in de Frans-
Duitse oorlog, toen het niet meer mo
gelijk was de mode „aan de bron"
te bestuderen, behaalden de Berlijnse
confectionairs op hun terrein een
snelle overwinning: ze haalden inko
pers van heinde en ver naar Berlijn,
toonden hen dc Duitse collecties en
hadden het spel gewonnen.
In 1884 bedroeg de totale omzet van
de Berlijnse confeetie-industrie onge
veer honderd miljoen mark, waar
van in die tijd voor minstens drie
miljoen naar de Verenigde Staten
werd geëxporteerd. In 1986 stond 95
procent van de gezamenlijke Duitse
damesbovenkledingproduktie op naam
van.Berlijn, Een deel van dit succes
dankten de BerJijners nog altijd aan
de invloed van de Franse school
waarvan ze nooit helemaal zijn los
gekomen.
„Mode-met hart"
Nog geen tien jaar later lag alles wat
bereikt was, letterlijk in puin, de
tweede wereldoorlog vernietigde het
succes grondig. Het „modebeeld"
werd, veel sterker nog dan in de
andere Westeuropese landen, bepaald -
door de vrouw-in-afdankertjes, de
„Trümmerfrau" zoals de Duitsers
haar zelf karakteriseerden. Maar al
enkele dagen na de capitulatie maak
ten de confectiefabrikanten plannen
tot opbouw, en ze wisten deze te ver
wezenlijken ondanks materialen-
gebrek en (later) blokkade-bepalin
gen. Toen in 1947 in Parijs Dior met
de opzienbarende „new look" kwam,
brachten de Duitsers mét hun eerste
nieuwe collecties hun „new look": 'n
voor de vrouw draagbare interpre
tatie van deze nieuwe lijn- Dat prin
cipe van. draagbaarheid bleef men
trouw en daardoor kon al in 1950
weer een omzet van ruim tweehon
derd miljoen mark worden bereikt.
Op het ogenblik werken er meer dan
zestigduizend mensen'in het grote D.
O.B,-bedrijf in Bei-lijn; de jaarlijkse
omzet ligt in de buurt van een "mil
jard mark.
Het geheim van hun successen: „Wij
maken een draagbare mode, een-mo-
de-met-een-liart", zeggen de Duitse
toonaangevende ontwerpers. Het is
een principe dat wél vruchten blijkt
af te werpen!
Naadloos niet
populair
(Van onze medewerkster).
Als Nederlandse vrouwen kou
sen kopen, letten ze in de eerste
plaats op de degelijkheid van
het produkt; eventuele andere
kwaliteiten van de kous komen
daarna pas aan de orde. Dit is
gebleken uit de resultaten van
een marktonderzoek, onlangs
ingesteld naar de gewoonten bij
het kopen van kousen en naar
de bekendheid van kousenmer-
ken onder de Nederlandse
vrouw.
Men mag wel zeggen, zo wees het on
derzoek voorts uit, dat de Nederland
se vrouw op het punt van kousen een
zeer degelijke smaak heeft! Want
wie had ooit gedacht dat 52 pet. van
de ondervraagde vrouwen nog steeds
de voorkeur geeft aan katoenen kou
sen? Omdat ze sterker zouden zijn
dan andere soorten, omdat ze „netter
en gekleder" zouden staan. Er waren
nog meer argumenten vóór de katoe
nen kous: „ze hebben een betere pas
vorm, dragen prettiger, draaien niet,
zijn gemakkelijker aan te trekken,
maken het been slanker, zijn van bo
ven rekbaarder, zijn beter afgewerkt,
duidelijk zichtbaar en ze passen be
ter bij de leeftijd". Dit laaFste argu
ment wekt het sterke vermoeden, dat
de geënquêteerde dames bepaald niet
meer piep-jong zijn
Dat zou kunnen blijken ujt de stem
men die over de naadloze kous op
gingen in het kader van dit onder
zoek. Want hoewel men toch heel
veel jonge vrouwen en meisjes met
kousen-zonder-naad ziet lopen, wees
het onderzoek uit dat de naadloze
kous in Nederland niet populair is en
dat slechts zestien procent van het
aantal ondervraagde vrouwen dit
soort kousen koopt. In Duitsland
bleek bij een soortgelijk onderzoek
dit percentage veel hoger te liggen:
92 pet. spreekt zich daar uit voor
naadloze beenbedekkingen.
De zogenaamde laddervrïje kons is
evenmin populair. De meeste vrou
wen vinden ze in hun soort te dik;
bovendien komen er, ïnplaats van
ladders, gaten In. De prijs die bij een
laddervrïje kous hoger ligt dan bij
gewone kousen, blijkt bij dit oordeel
geen rol te spelen nog een bewijs
dat voor de Nederlandse vrouw de
degelijkheid van het produkt door
slaggevend is.
ken? Valt er dagelijks iets te klop
pen, te persen, te malen, te klutsen
of te mengen?
huismoeder in een klein gezin, of
de vrijgezellin die haar eigen potje
kookt,, zich niet iedere dag met der
gelijke bezigheden uitslooft.
Er valt voor haar hoogstens een
beetje slagroom of eiwit stijf te klop
pen maar dat karweitje is met een
garde van nog geen gulden even doel
treffend opgeknapt.
Wat zal zo iemand zich dan een al
tijd nog prijzig apparaat aanschaf
fen, dat ten eerste niet in een drin
gende behoefte voorziet, ten tweede
om voortdurend onderhoud vraagt en
ten derde maar weer plaats inneemt
Dit is misschien een hoogst simpele
en verschrikkelijk conservatieve re
denering. En een argument van niets
in de discussie met lieden die van
oordeel zijn dat een huisvrouw met
haar tijd moet meegaan, en dat de
moderne levenswijze om moderne ap
paratuur vraagt.
het eerste gehoor, maar als ik zie
wat een zeeën van narigheid dat met
zijn tijd meedraven al teweegge
bracht heeft, ben ik zo vrij om hard
nekkig te poneren, dat een goede
koopster vooral tot taak heeft de
tering naar de nering te zetten. En
daarbij, of liever daardóór, allereerst
moet vragenWaaraan heb ik nu
werkelijk gebrek?
En blijkt dat dan een of ander han
dig, maar wel wat duur instrument
te zijn, .dan nóg dient zij te over
wegen of haar huishoudbeurs de aan
schafkosten kan dragen. Jammer ge
noeg is dat juist is onze tijd een bij
zonder moeilijk vol te houden ge
dragslijn.
Immers, de klant is een voorwerp
van aanhoudende bezorgdheid aan de
zijde der producerende sector. Zij
moet en zal kopen, en daartoe dan
ook zo ongeveer dag en nacht aan
gezet- Het is al suggestie wat de
verkoopklok slaat.
Het is voortdurend uitkijken en na
denken en vooral, vooral het arme ge
plaagde hoofd koel hoyden. Want wie
de moeite zou nemen om van één
advertentiepagina alle suggesties
onder elkaar te zetten en de diverse
prijzen op te tellen, die kwam tot een
bedrag dat haar zou doen suizebollen.
Het is nu eenmaal mensonmogelijk
om op elke verleidelijke aanprijzing
in te gaan. Men moet ook op dit ter
rein, kiezen of delen en elke gul
den kan men maar eenmaal uitgeven.
Koop wat U werkelijk nodig hebt
maar koop dan het beste: dat
is nog altijd de gulden regel voor de
brede zowel als voor de smalle beurs.
En vergeet tot troost daarbij vooral
niet, dat onze huidige samenleving,
er met benijdenswaardige handigheid
en vindingrijkheid in slaagt om
steeds weer nieuwe behoeften te
scheppen.
Alleen al de mode. die soms twee
keer per jaar van lijn verandert, en
met voortdurend andere stoffen op
de markt komt dwingt menige
vrouw om met elk seizoen haar gar
derobe aan te vullen en af te danken.
En met het grillig -veranderen van
accessoires doet zij er nog een schep
je bovenop.
Hoeveel verschillende modellen van
handtassen, hoeveel uiteenlopende
soorten bijouterieën zijn ons de laat
ste jaren al niet opgedrongen. Een
mooie tas van deugdelijk soepel mate
riaal, waar wij jaren ons plezier en
gemak aan beleven, is tegenwoordig
een gewaagde aankoop want vol
gend seizoen is zowel model als ma
teriaal alweer ouderwets geworden.
Er is wel overleg en moed voor no
dig om zich tegen al die moderne
koopdwang schrap te zetten het
zijn alweer sterke benen die de weel
de van een beslist: Ik heb het nog
niet nodig, dus koop ik het niet
kunnen dragen.
SASKIA.
Advertentie)
Een naar Nederlands^"
eisen vervaardigd
.SCHARPF
kwaliteitsproduct!
Uitsluitend bij de bonafide vakhandel!
HafTautomaiische wascombinatie NL 54 S f.995.-
I IMPORTEURS
TECHNISCHE UNIE
9 EN N.V. LINCO
Wie in een opgewekte bui gekleurde
plastic cocktailprikkers kocht inplaats
van de primitieve houten prikkertjes
ontdekt al spoedig, dat die primitieve
houtjes een belangrijk ding vóór heb
ben: ze kunnen na gebruik worden
weggegooid. De prijs van plasticprik
ker is echter van dien aard, dat men
de apparaatjes na gebruik niet zon
der meer weggooit! Dat wordt dus
afwassen en vertwijfeld in de bak
met sop graaien naar die bijna on
vindbare plastic flintertjes Er ge-
nis die voorkomen kan worden dooi
de gebruikte prikkers in een flesje
met sop te doen een roomflesje
van een achtste liter is er bijvoor
beeld heel geschikt voor en fles
met inhoud een minuutje krachtig te
schudden. Naspoelen met schoon wa
ter, even op een theedoek laten dro
gen en de prikkers zijn weer gereed
voor een volgend bitterhapje.
„Hö, hè, dat was een hele reis", zuchtten de rode rozen,
toen ze op hun bedje van wit vloeipapier eindelijk weer
daglicht zagen. Ze rekten hun hoge stelen eens wat, lieten
de frisse lucht door hun donkergroene blad gaan en vouw
den o, zo voorzichtig hun vuurrode bloemblaadjes wat meel
open. „Pas op", xoaarschuwde één van de mooiste rozen,
die bovenop iil de lange kartonnen doos lag, „er wordt naar
ons gekeken".
„Allicht wordt er naar ons gekeken", riepen de anderen in
koor, „stel je voor dal ze niet kelcen!".
„Ja maar, het zijn ook bloemen!", fluisterde de bovenste,
„ze loen natuurlijk ook mee aan de tentoonstelling. Laten
we zorgen dat we een goed figuur slaan".
Advertentie
CONSTANT
DAMESRINGEN
Sierlijke dameshand... elegant ge- I
baar. Fionkering van welgekozen j
sierring. Toonbeeld van individuele
smaak. Een keus uit de uitgebreide
CONSTANT, collectie.
Vróég Uw juwelierdie wonderen i
van vakmanschap:
CONSTANT RINGEN
Daar is ook Uw ring!
Levering van efe producten i
der Constant fabrieken uitsluitend via de erkende juweliers J
Onmiddellijk hielden de an
deren op met rekken, rits
den en vouwden hun blad en
bloomen stralend open.
„Goedemiddag", ruiste een
stem naast hun doos, „hoe
maakt U het? Hebt U een
goede reis gehad?".
Het was een reusachtig
witte chrysant, met een
hoofd wel zo groot als een
bloemkool, die dat vroeg.
„O, dank U", ritselden de
rozen, „we maken het heel
goed. Ja, de reis was wat
vermoeiend en wat warm in
zo'n doos natuurlijk, maar
nu we er zijn voelen we ons
heerlijk".
„Wij ook", knikte de chry
sant, die de aanvoerster
was van een heel boeket van
die sneeuwwitte bloemkool-
hoofden. „Onze reis was nog
akeliger dan de uwe, „stel
U voor: ons hele hoofd was
in vloeipapier gepakt, we
dachten gewoon dat we geen
adem meer zouden krijgen.
Maar ja, achteraf, blijkt het
goed te zijn geweest, want
zonder één kreukje op onze
blaadjes zijn we hier aange
komen. En we verwachten
dan ook natuurlijk de eerste
prijs".
Er ging een driftig geritsel
door de doos met rozen en
de langste zei: „o, mevrouw,
maar wat dat betreft: wij
verwachten de eerste prijs
ook. En wij niet alleen! De
kweker waar we vandaan
komen heeft het wel tien
keer gezegd: „dat wordt een
eerste prijs".
Maar de chrysanten hadden
nu al weer iets anders op
het oog. Er waren nieuwe
dozen met bloemen aange
komen en toen de deksel
van de'bovenste afging, liep
er een geritsel van veront
waardiging over de tafel,
waarop de vazen voor de
tentoonstelling werden
klaargezet. „Ze sturen te
genwoordig toch maar alles
in", riep de witte chrysant
die het meeste praats had,
uit. „Zie je dat, zonnebloe
men, gewone boere-zonne-
bloemen uit een moestuin!
Schande!".
„Schande!", riepen ook de
rozen, die het nu weer hele
maal eens waren met de
withoofden. En „schande!",
riepen ook de anjers, die
nog maar net tevoorschijn
waren gehaald uit hun bed
jes van vloeipapier.
„Nou, nou, nou" zeiden de
rozen, „als ik was zou
ik maai- niet zo'n praats
hebben, dames. Wat bent U
helemaal? Anjers, die hun
eigen bloem niet eens kun
nen opsteken. Hoe denkt U
dat U eruit ziet met al die
ijzerdraden langs uw sten
gel?"
konden ze niet op, dat wis
ten ze zelf ook wel, maar
één van de brutale zonne
bloemen liet het er niet bij
zitten en riep met een boos
gouden hoofd tegen de ro
zen: „ik zou myn grote
mond maar eens houden.
Noemt U zich een roos? U
ruikt niet eens. U moest de
rozen uit die boeretuin van
ons eens ontmoeten. Twee
boerderijen ver kun je ze
al ruiken
„Die zit!", lachte de grote
chrysant, die er erg trots
op was dat haar geur boven
alle andere uit te ruiken
was.
„Wij dachten dat het heer
lijk zou zijn tussen zoveel
bloemen in", fluisterden de
bloempjes in een stroboe
ketje, „maar het is net een
hok vol kakelende kippen
die elkaar de graantjes voor
de neus wegpikken".
„Hoor dat!'zeiden de ro
zen, „dat komt hier als een
bos stro binnen met hoof
den niet groter dan een
krent en dat heeft nog
praats ook!"
Maar daarop zei niemand
meer iets terug, want alle
hoofden draaiden zich naai
de deur, waardoor steeds
weer nieuwe dozen werden
aangebracht. Maar dit keer
was het geen doos en het
waren ook geen kwekers die
binnenkwamen, maar twee
kinderen. Met open mond
stonden ze stil toen ze al
die schitterende boeketten
op de tafels zagen staan.
„Ooooo zei de groot
ste, „wist jij dat er zulke
mooie bloemen bestonden?"
De kleinste schudde van nee
en zei verlegen: „zullen we
het maar weer mee terug
nemen? De mensen zullen
er vast om lachen".
„Niks hoor", zei de grootste,
,,'t is wel heel anders, maar
het hoort er toch bij. Kom
maar, dan gaan we het aan
die meneer daar brengen".
Ze liepen naar de meneer
die alle inzendingen voor de
tentoonstelling in ontvangst
nam. Hij schreef hun namen
op, knikte en zei: „zet het
maar bij de rest. Straks, als
alles binnen is, gaan we het
pas echt opstellen. En als
elk boeket of mand of
struik op de plaats staat,
waar hij het beste uitkomt,
gaat de jury de inzendingen
bekijken en prijzen geven".
„Dank U wel", zeiden de
kinderen en ze legden het
netjes in de lucht stonden
te stralen; de rozen op een
zwart-fluwelen kleed, zodat
ze op juwelen in een kistje
leken. De grote chrysanten
op twee tatels, waar je tus
sendoor moest lopen, zodat
het leek of je door een echt
bos van witte bloemen liep.
De anjers op glanzend wit
linnen, waardoor je meteen
aan een feestmaaltijd dacht.
De strobloemen in helder
zand, zodat het leek of het
zomer om je heen werd.
„Ik ben benieuwd wat daar
in zit", zei een roos, die
evenals alle anderen aan
dachtig geluisterd had.
„Het kan nooit iets zijn. 't
Zit nota bene in een krant
gepakt", riep een chrysant.
„Zouden jullie goed vinden
dat je kweker je in een
krant verpakte?"
Een poosje later werd het
druk In de zaak; mannen in
bruine jassen gingen de boe
ketten, de manden, de strui
ken, tuiltjes en bakjes met
bloemen opstellen. De zon
nebloemen tegen een ach
terwand van blauwe zij, zo
dat het leek of ze als zon-
I'as toen iedereen zyn eigen
plaats had en daar heel te
vreden mee was, dachten de
bloemen weer aan het
vreemde pakket in kranten
papier. De mannen waren er
mee bezig onder een raam,
waar de zon op dat ogenblik
door binnenviel. Toen ze op-
zy gingen en hun werk be
keken, zagen de bloemen
pas wat het was. Sommigen
verbleekten van woede en
de hele zaal was vol geritsel
over zo'n belediging. „In
één ruimte met die rom
mel!", riepen de rozen.
„Zoiets mogen ze ons niet
aandoen!", sisten de chry
santen. Maar de dames en
heren van de jury die even
later kwamen, schenen daar
anders over te denken, want
heel lang stonden ze bij die
tafel onder het raam. En de
bezoekers van de tentoon
stelling die daarna in drom
men kwamen aanzetten wa
ren wel even stil van de
kleur en geur, van de lange
stelen en de grote hoofden
van de bloemen op de tafels,
maar konden toch hun ogen
niet afhouden van wat er
onder dat raam te zien was.
Op een groot stuk boom
schors, dat met mos was
beplant, groeiden padde-
stoeltjes in allerlei kleuren.
Het leek of de lijsterbesjes
tussen 't groen op de grond
zó uit ae boom daarboven
waren gepikt door een lijs
ter en of er elk ogenblik
een eekhoorn naar beneden
kon komen roetsjen om de
bruine beukennootjes tussen
zijn voorpootjes weg te dra
gen. En als je naar de rode
en gouden blaadjes keek,
hóórde je de beukeboom bij
na ruisen, waaruit ze moes
ten zijn neergedwarreld.
„Het is net of je zelf door
het bos loopt. Of die hele
zaal met al die prachtige
bloemen niet meer bestaat",
zei iemand.
Kwam het omdat ze zich
schaamden, kwam het door
al die stemmen of de warm
te van zóveel mensen om
zich heen dat de meeste
bloemen tegen het einde van
die dag hun hoofden lieten
hangen? Niemand weet het
en de mannen in de bruine
jas die de bloemen moesten
wegruimen vonden het heel
gewoon. Ze kozen er maar
een paar uit om nog bij hun
thuis in een vaas te zetten.
Eu héél wat van die trotse
grote bloemen keken over
de schouders van de mannen
naar het stukje bos by het
raam, waarop een bordje
was gehangen met „eerste
pry's".
Mies Bouhuys,