Alcoholmisbruik heeft altijd een achtergrond Ciw *~j)aqina /Heozctito BERLIJN: MODE MET HART NOODZAAK BESLIST KINDERKRANT Cocktailprikkers AARD VAN ZIEKTE EERST OPSPOREN NEDERLANDSE VROUW KOOPT DEGELIJKE KOUS winterstoffen 7r- De tentoonstelling VRIJDAG 26 OKTOBER 1962 PROVINCIALE ZEEUW SE COURANT 9 hm zijn meestal heel kleine en bepaald geen wereldschokkende verhalen: de geschiedenissen van mensen, wier leven dreigt te mislukken of al mislukt is door een overmatig gebruik van alcohol. Maar voor de man of de vrouw in kwestie, voor het gezin, is het meer dan wereldschokkend. Neem het geval van mevrouw X. Ze had echt alle kansen in haar jeugd. Haar ouders waren niet onbemiddelde middenstanders. Ze trouwde toen ze even twintig jaar was met een zeeman. Tot zover ging alles goed. Maar het huwelijk bleef kinderloos. Dit feit, ge paard aan de omstandigheid, dat zij door het beroep van haar man soms maandenlang alleen was, maakte, dat zij gebruik ging maken van sterke drank. Ze was een wat teruggetrokken vrouw, die moei lijk contacten zocht buitenshuis. In de alcohol zocht ze tenslotte haar troost. Zoiets klinkt een beetje melodra matisch, maar het is een bittere waarheid. Op het Zeeuwse Consul tatiebureau voor alcoholisme weet men er alles van, want daar wordt men dagelijks geconfronteerd met de ellende, die veroorzaakt wordt door overmatig gebruik van de alcohol. Over de werkwijze van dit bureau hadden wy een gesprek met de direc teur, de heer R. Visser, en een van de reclasseringsambtenaren, de heer H. Korstanje. „Het alcoliolverbruik is na de oorlog aanmerkelijk toegenomen. Daar komt dan nog bij, dat de vrouw de laatste vijftig jaar uit de beslotenheid van het gezin in het arbeidsproces is ge treden. Vroeger had de man een ze ker recht op een borrel of een biertje, maar voor de vrouw kwam zoiets niet te pas. Nu kan zij èn thuis èn in een openbare gelegenheid alcohol gebrui ken zonder dat men daar iets van zegt. Er zijn dus veel meer mogelijk heden geschapen voor drankgebruik, maar ook voor drankmisbruik. En U zult zich wel kunnen voorstel len dat voor een gezin de vrouwelijke alcoholist veel erger is, dan de man nelijke. Gelukkig gebeurt het niet zo heel vaak, dat een vrouw vervalt tot alcoholmisbruik", aldus de heer Vis ser. te zeggen, dat lpj nou maar eens een goed huisvader moet worden, maar dat is echt gemakkelijker gezegd, dan gedaan. Zo'n man moet eerst Ieren weer huiseljjk te worden. Hij was ge wend zyn vertier buitenshuis te zoe ken. Heus, er zijn enorm veel problemen verbonden aan het bestrijden van het alcoholmisbruik. Het grootste deel van onze patiënten komt via de justi tie, maar ook familie, huisarts, pas toor of dominee brengen patiënten met ons bureau in contact. Vroeger noemde men de alcoholist een zwak keling, nu wordt hij behandeld als een zieke. De aard van de ziekte moet eerst worden opgespoord voor men tot genezing kan overgaan. Niet elke ziekte kan worden genezen. Ook de genezing van drankmisbruik lukt niet altijd. Maar in de meeste gevallen boekt men succes. Een ta- blettenkuur in het ziekenhuis of thuis heeft in vele gevallen succes opgele verd. Maar", aldus de heer Visser, „alles is maar een hulpmiddel. I-Iet allerbelangrijkste bij de genezing is, dat de patiënt moet inzien tot welke ellende misbruik van alcohol kan leiden. Een matig mens Als U nog niet wist welk belangrijk personage U als huisvrouw bent het woord in de ruimste zin ge nomen dan hebben de kranten AJ dat de laatste weken wel duchtig aan het verstand gebracht. In de ogen van allen, die iets te ver- kopen hebben geldt U als klant met een aangedikte hoofdletter want wat, laten wij wel wezen, zet nu een man als koper voor zoden aan de dijk Zelfs de heer Verolme met heel zijn zilvervloot heeft onthuld dat hij af en toe nog het geld voor de kapoer stand U met alle middelen die ver nuft lean uitdenken probeert over te halen om voortdurend in de beurs te tasten. En het schouwspel wordt eerst recht opwindend als de groothandel daarbij met het grof geschut van drastische prijsverlagingen komt opzetten, en zomaar allerlei tot nu toe luxueuze artikelen tot gebruiksvoorwerpen voor iedereen promoveert. Het is gemakkelijk om dan de boze reacties van menige huismoeder te horen: Kijk nu eens aan hoe wij al tijd overvraagd zijn, en wat er op die dingen verdiend is. Nu wil ik mij niet op het glibberige vlak van de prijsberekening be geven, alleen al omdat de kwestie niet zo eenvoudig ligt als het op het eerste gezicht lijkt. Maar zelfs a! waren sommige be geerlijke huishoudelijke apparaten tot nu toe hoger geprijsd dan strikt noodzakelijk was voor een behoor lijke winstmarge dan nog schuilt het gevaar voor aanslag op de huis houdportemonnee in een heel andere hoek. Bij al het misbaar over die goed kope mixers, om eens iets te noemen, leek één overweging mij voor alles doorslaggevend, en wel deze simpele vraag: Heb ik een mixer nodig? Het is natuurlijk heel aardig, en het staat gekleed, om een mooi blinkend apparaat in de keuken te hebben dat klopt, perst, maalt, klutst, mengt en weet ik wat nog meer voor één geld. Maar is uw huishoudelijk bedrijf groot genoeg om de aanschaf van zo'n manusje-van-alles lonend te ma ken, dat de mensen op het sultatiebureau voor alcoholisme te genstanders zijn van ook maar een drup alcohol. Niets is minder waar! „De slagzin: Een matig mens is zijn vrijheid waard, onderschrijven wij ook", zei de heer Visser, „maar het moet bij matigheid blijven. En ont aardt alcoholgebruik in misbruik, dan zouden wij graag willen dat dit ons tijdig wordt gesignaleerd door huisgenoten, door het algemeen maatschappelijk werk of door de arts. Maar dan moeten de ménsen van hun kant niet denken, dat wij dan op de proppen komen met een D.D.T., een soort verdelgingsmiddel voor het mis bruik. Wij komen met een behande lingsmethode, waaraan de patiënt moet meewerken in zijn eigen belang en in het belang van de maatschappij. In dit verband behoeven we alleen maar te denken aan alcohol en ver keer om in te zien welk belang de maatschappij heeft bij de bestrijding van de alcohol!" REVOLUTIONAIR SCHOEISEL Een creatie van de Franse ex- zanger Jacques Esterel, die zich op het gebied van de mode heeft begeven: een schoentje, bestaande uit een los hak- en teenstuk. Het schijnt, dat men het schoeisel ook zonder het hakstuk kan dragen. Exclusief is het zeker Drie groepen In ons werk ter genezing van de mannelijke alcoholist hebben we •'te maken met drie groepen vrou wen. De eerste groep trekt onmiddel lijk aan de bel, zodra zij ontdekken, dat de man of verloofde te veel aan alcohol is verslaafd. De tweede cate gorie krijgt pas in het huwelijk te maken met alcoholmisbruik van de man en de derde groep vrouwen wordt gevormd door diegenen, die wél op de hoogte waren van de grote liefde voor alcohol van de verloofde, maar die dachten de mannen wel in het goede spoor te kunnen houden als ze eerst maar getrouwd waren. Ge lukkig, dat deze vrouwen dit dach ten", aldus deheer Visser, „maar meestal overschatten zij zichzelf, als ze dit op eigen houtje willen gaan doen. Als hun man desondanks bij ons in behandeling komt zullen deze vrouwen óf van harte meewerken, óf, zoals een enkele keer gebeurt, de zaak saboteren. In het probleem van de alcoholist dient de maatschappij zich overigens mét ons af te vragen wat de réden is van het alcoholmisbruik. Tenslotte gaat een mens zich doorgaans niet aan alcohol te buiten als er geen reden voor is. En met drinken is het eigenlijk net als met roken: je moet er helemaal mee ophouden of je komt nen" i>l (Advertentie) (Van onze medewerkster) Pranlirijk mag voor veel meii- r sen nog altijd het Mekka- der-modewereld zijn, Italië mag dan al een korte doch markante modehistorie hebben: ook Duits land heeft zijn historie-der-mode en men heeft het 125-jarige jubileum van dë D.O.B, (de Berliner Damen-Oberkleidimgs Industrie) aangegrepen om over die historie wat meer te vertel len. Het is een verhaal dat in ,1837 is begonnen en de aanlei ding was eigenlijk een Iot-uit-de- loterij. exclusieve uit het STOFFENPALEIS - GOES Zoveel meer keus. Zoveel aparter. Zoveel voordeliger en zoveel gemakkelijker met de perfecte burda en vogue knippatronen (met gratis knipverzekering). MIDDEN IN DE MODE met -GOES, LANGE KERKSTRAAT 44 TERNEUZEN, NIEUWSTRAAT6-8 l won een zekere Valentin Manhèi- mer uit Magdeburg honderd daalders m de loterij. Een bedrag dat hem in staat stelde zijn bescheiden kleer- makerijtje te verwisselen met een vooralsnog even bescheiden winkeltje in Berlijn, waar hij damesmantels ging verkopen. In datzelfde jaar be gon de heer D.. Levin, eveneens in Berlijn, met het in serie vervaardi gen van pellerine-mantels en capes. Samen werden Manheimer en Levin „de aartsvaders" van het D.O.B.-be drijf. De techniek ontwikkelde zich en het bedrijf groeide mee: toen enkele ja ren later een spoorwegverbinding tussen Leipzig en Hamburg tot, stand kwam, werd Berlijn een welkom tus senstation voor handelaren uit het noorden die op weg waren naar de Leipziger Messe. In 1854 zorgde de Berlijnse kleermaker Pommerenke voor weer een mijlpaal in de historie der kledingindustrie: hij schafte zich de eerste Amerikaanse naaimachine aan en dit „wapenfeit" wekte zelfs aan het hof zoveel belangstelling, dat Friedrich Wilhelm de Vierde (zeer democratisch) te voet naar de werk plaats van de kleermaker ging en zich daar de nieuwe machine uitge breid liet demonstreren, Frans-Duitse oorlog Van veel belang op de ontwikke ling van de Duitse mode-industrie is de oorlog der zeventiger jaren ge weest. Voor die tijd stonden de Pa- rijse modevoorschriften ook voor de Duitse dames gelijk met een onge schreven wet: dat was al zo geweest sedert de tijd van de Zonnekoning. In de hitte van de strijd in de Frans- Duitse oorlog, toen het niet meer mo gelijk was de mode „aan de bron" te bestuderen, behaalden de Berlijnse confectionairs op hun terrein een snelle overwinning: ze haalden inko pers van heinde en ver naar Berlijn, toonden hen dc Duitse collecties en hadden het spel gewonnen. In 1884 bedroeg de totale omzet van de Berlijnse confeetie-industrie onge veer honderd miljoen mark, waar van in die tijd voor minstens drie miljoen naar de Verenigde Staten werd geëxporteerd. In 1986 stond 95 procent van de gezamenlijke Duitse damesbovenkledingproduktie op naam van.Berlijn, Een deel van dit succes dankten de BerJijners nog altijd aan de invloed van de Franse school waarvan ze nooit helemaal zijn los gekomen. „Mode-met hart" Nog geen tien jaar later lag alles wat bereikt was, letterlijk in puin, de tweede wereldoorlog vernietigde het succes grondig. Het „modebeeld" werd, veel sterker nog dan in de andere Westeuropese landen, bepaald - door de vrouw-in-afdankertjes, de „Trümmerfrau" zoals de Duitsers haar zelf karakteriseerden. Maar al enkele dagen na de capitulatie maak ten de confectiefabrikanten plannen tot opbouw, en ze wisten deze te ver wezenlijken ondanks materialen- gebrek en (later) blokkade-bepalin gen. Toen in 1947 in Parijs Dior met de opzienbarende „new look" kwam, brachten de Duitsers mét hun eerste nieuwe collecties hun „new look": 'n voor de vrouw draagbare interpre tatie van deze nieuwe lijn- Dat prin cipe van. draagbaarheid bleef men trouw en daardoor kon al in 1950 weer een omzet van ruim tweehon derd miljoen mark worden bereikt. Op het ogenblik werken er meer dan zestigduizend mensen'in het grote D. O.B,-bedrijf in Bei-lijn; de jaarlijkse omzet ligt in de buurt van een "mil jard mark. Het geheim van hun successen: „Wij maken een draagbare mode, een-mo- de-met-een-liart", zeggen de Duitse toonaangevende ontwerpers. Het is een principe dat wél vruchten blijkt af te werpen! Naadloos niet populair (Van onze medewerkster). Als Nederlandse vrouwen kou sen kopen, letten ze in de eerste plaats op de degelijkheid van het produkt; eventuele andere kwaliteiten van de kous komen daarna pas aan de orde. Dit is gebleken uit de resultaten van een marktonderzoek, onlangs ingesteld naar de gewoonten bij het kopen van kousen en naar de bekendheid van kousenmer- ken onder de Nederlandse vrouw. Men mag wel zeggen, zo wees het on derzoek voorts uit, dat de Nederland se vrouw op het punt van kousen een zeer degelijke smaak heeft! Want wie had ooit gedacht dat 52 pet. van de ondervraagde vrouwen nog steeds de voorkeur geeft aan katoenen kou sen? Omdat ze sterker zouden zijn dan andere soorten, omdat ze „netter en gekleder" zouden staan. Er waren nog meer argumenten vóór de katoe nen kous: „ze hebben een betere pas vorm, dragen prettiger, draaien niet, zijn gemakkelijker aan te trekken, maken het been slanker, zijn van bo ven rekbaarder, zijn beter afgewerkt, duidelijk zichtbaar en ze passen be ter bij de leeftijd". Dit laaFste argu ment wekt het sterke vermoeden, dat de geënquêteerde dames bepaald niet meer piep-jong zijn Dat zou kunnen blijken ujt de stem men die over de naadloze kous op gingen in het kader van dit onder zoek. Want hoewel men toch heel veel jonge vrouwen en meisjes met kousen-zonder-naad ziet lopen, wees het onderzoek uit dat de naadloze kous in Nederland niet populair is en dat slechts zestien procent van het aantal ondervraagde vrouwen dit soort kousen koopt. In Duitsland bleek bij een soortgelijk onderzoek dit percentage veel hoger te liggen: 92 pet. spreekt zich daar uit voor naadloze beenbedekkingen. De zogenaamde laddervrïje kons is evenmin populair. De meeste vrou wen vinden ze in hun soort te dik; bovendien komen er, ïnplaats van ladders, gaten In. De prijs die bij een laddervrïje kous hoger ligt dan bij gewone kousen, blijkt bij dit oordeel geen rol te spelen nog een bewijs dat voor de Nederlandse vrouw de degelijkheid van het produkt door slaggevend is. ken? Valt er dagelijks iets te klop pen, te persen, te malen, te klutsen of te mengen? huismoeder in een klein gezin, of de vrijgezellin die haar eigen potje kookt,, zich niet iedere dag met der gelijke bezigheden uitslooft. Er valt voor haar hoogstens een beetje slagroom of eiwit stijf te klop pen maar dat karweitje is met een garde van nog geen gulden even doel treffend opgeknapt. Wat zal zo iemand zich dan een al tijd nog prijzig apparaat aanschaf fen, dat ten eerste niet in een drin gende behoefte voorziet, ten tweede om voortdurend onderhoud vraagt en ten derde maar weer plaats inneemt Dit is misschien een hoogst simpele en verschrikkelijk conservatieve re denering. En een argument van niets in de discussie met lieden die van oordeel zijn dat een huisvrouw met haar tijd moet meegaan, en dat de moderne levenswijze om moderne ap paratuur vraagt. het eerste gehoor, maar als ik zie wat een zeeën van narigheid dat met zijn tijd meedraven al teweegge bracht heeft, ben ik zo vrij om hard nekkig te poneren, dat een goede koopster vooral tot taak heeft de tering naar de nering te zetten. En daarbij, of liever daardóór, allereerst moet vragenWaaraan heb ik nu werkelijk gebrek? En blijkt dat dan een of ander han dig, maar wel wat duur instrument te zijn, .dan nóg dient zij te over wegen of haar huishoudbeurs de aan schafkosten kan dragen. Jammer ge noeg is dat juist is onze tijd een bij zonder moeilijk vol te houden ge dragslijn. Immers, de klant is een voorwerp van aanhoudende bezorgdheid aan de zijde der producerende sector. Zij moet en zal kopen, en daartoe dan ook zo ongeveer dag en nacht aan gezet- Het is al suggestie wat de verkoopklok slaat. Het is voortdurend uitkijken en na denken en vooral, vooral het arme ge plaagde hoofd koel hoyden. Want wie de moeite zou nemen om van één advertentiepagina alle suggesties onder elkaar te zetten en de diverse prijzen op te tellen, die kwam tot een bedrag dat haar zou doen suizebollen. Het is nu eenmaal mensonmogelijk om op elke verleidelijke aanprijzing in te gaan. Men moet ook op dit ter rein, kiezen of delen en elke gul den kan men maar eenmaal uitgeven. Koop wat U werkelijk nodig hebt maar koop dan het beste: dat is nog altijd de gulden regel voor de brede zowel als voor de smalle beurs. En vergeet tot troost daarbij vooral niet, dat onze huidige samenleving, er met benijdenswaardige handigheid en vindingrijkheid in slaagt om steeds weer nieuwe behoeften te scheppen. Alleen al de mode. die soms twee keer per jaar van lijn verandert, en met voortdurend andere stoffen op de markt komt dwingt menige vrouw om met elk seizoen haar gar derobe aan te vullen en af te danken. En met het grillig -veranderen van accessoires doet zij er nog een schep je bovenop. Hoeveel verschillende modellen van handtassen, hoeveel uiteenlopende soorten bijouterieën zijn ons de laat ste jaren al niet opgedrongen. Een mooie tas van deugdelijk soepel mate riaal, waar wij jaren ons plezier en gemak aan beleven, is tegenwoordig een gewaagde aankoop want vol gend seizoen is zowel model als ma teriaal alweer ouderwets geworden. Er is wel overleg en moed voor no dig om zich tegen al die moderne koopdwang schrap te zetten het zijn alweer sterke benen die de weel de van een beslist: Ik heb het nog niet nodig, dus koop ik het niet kunnen dragen. SASKIA. Advertentie) Een naar Nederlands^" eisen vervaardigd .SCHARPF kwaliteitsproduct! Uitsluitend bij de bonafide vakhandel! HafTautomaiische wascombinatie NL 54 S f.995.- I IMPORTEURS TECHNISCHE UNIE 9 EN N.V. LINCO Wie in een opgewekte bui gekleurde plastic cocktailprikkers kocht inplaats van de primitieve houten prikkertjes ontdekt al spoedig, dat die primitieve houtjes een belangrijk ding vóór heb ben: ze kunnen na gebruik worden weggegooid. De prijs van plasticprik ker is echter van dien aard, dat men de apparaatjes na gebruik niet zon der meer weggooit! Dat wordt dus afwassen en vertwijfeld in de bak met sop graaien naar die bijna on vindbare plastic flintertjes Er ge- nis die voorkomen kan worden dooi de gebruikte prikkers in een flesje met sop te doen een roomflesje van een achtste liter is er bijvoor beeld heel geschikt voor en fles met inhoud een minuutje krachtig te schudden. Naspoelen met schoon wa ter, even op een theedoek laten dro gen en de prikkers zijn weer gereed voor een volgend bitterhapje. „Hö, hè, dat was een hele reis", zuchtten de rode rozen, toen ze op hun bedje van wit vloeipapier eindelijk weer daglicht zagen. Ze rekten hun hoge stelen eens wat, lieten de frisse lucht door hun donkergroene blad gaan en vouw den o, zo voorzichtig hun vuurrode bloemblaadjes wat meel open. „Pas op", xoaarschuwde één van de mooiste rozen, die bovenop iil de lange kartonnen doos lag, „er wordt naar ons gekeken". „Allicht wordt er naar ons gekeken", riepen de anderen in koor, „stel je voor dal ze niet kelcen!". „Ja maar, het zijn ook bloemen!", fluisterde de bovenste, „ze loen natuurlijk ook mee aan de tentoonstelling. Laten we zorgen dat we een goed figuur slaan". Advertentie CONSTANT DAMESRINGEN Sierlijke dameshand... elegant ge- I baar. Fionkering van welgekozen j sierring. Toonbeeld van individuele smaak. Een keus uit de uitgebreide CONSTANT, collectie. Vróég Uw juwelierdie wonderen i van vakmanschap: CONSTANT RINGEN Daar is ook Uw ring! Levering van efe producten i der Constant fabrieken uitsluitend via de erkende juweliers J Onmiddellijk hielden de an deren op met rekken, rits den en vouwden hun blad en bloomen stralend open. „Goedemiddag", ruiste een stem naast hun doos, „hoe maakt U het? Hebt U een goede reis gehad?". Het was een reusachtig witte chrysant, met een hoofd wel zo groot als een bloemkool, die dat vroeg. „O, dank U", ritselden de rozen, „we maken het heel goed. Ja, de reis was wat vermoeiend en wat warm in zo'n doos natuurlijk, maar nu we er zijn voelen we ons heerlijk". „Wij ook", knikte de chry sant, die de aanvoerster was van een heel boeket van die sneeuwwitte bloemkool- hoofden. „Onze reis was nog akeliger dan de uwe, „stel U voor: ons hele hoofd was in vloeipapier gepakt, we dachten gewoon dat we geen adem meer zouden krijgen. Maar ja, achteraf, blijkt het goed te zijn geweest, want zonder één kreukje op onze blaadjes zijn we hier aange komen. En we verwachten dan ook natuurlijk de eerste prijs". Er ging een driftig geritsel door de doos met rozen en de langste zei: „o, mevrouw, maar wat dat betreft: wij verwachten de eerste prijs ook. En wij niet alleen! De kweker waar we vandaan komen heeft het wel tien keer gezegd: „dat wordt een eerste prijs". Maar de chrysanten hadden nu al weer iets anders op het oog. Er waren nieuwe dozen met bloemen aange komen en toen de deksel van de'bovenste afging, liep er een geritsel van veront waardiging over de tafel, waarop de vazen voor de tentoonstelling werden klaargezet. „Ze sturen te genwoordig toch maar alles in", riep de witte chrysant die het meeste praats had, uit. „Zie je dat, zonnebloe men, gewone boere-zonne- bloemen uit een moestuin! Schande!". „Schande!", riepen ook de rozen, die het nu weer hele maal eens waren met de withoofden. En „schande!", riepen ook de anjers, die nog maar net tevoorschijn waren gehaald uit hun bed jes van vloeipapier. „Nou, nou, nou" zeiden de rozen, „als ik was zou ik maai- niet zo'n praats hebben, dames. Wat bent U helemaal? Anjers, die hun eigen bloem niet eens kun nen opsteken. Hoe denkt U dat U eruit ziet met al die ijzerdraden langs uw sten gel?" konden ze niet op, dat wis ten ze zelf ook wel, maar één van de brutale zonne bloemen liet het er niet bij zitten en riep met een boos gouden hoofd tegen de ro zen: „ik zou myn grote mond maar eens houden. Noemt U zich een roos? U ruikt niet eens. U moest de rozen uit die boeretuin van ons eens ontmoeten. Twee boerderijen ver kun je ze al ruiken „Die zit!", lachte de grote chrysant, die er erg trots op was dat haar geur boven alle andere uit te ruiken was. „Wij dachten dat het heer lijk zou zijn tussen zoveel bloemen in", fluisterden de bloempjes in een stroboe ketje, „maar het is net een hok vol kakelende kippen die elkaar de graantjes voor de neus wegpikken". „Hoor dat!'zeiden de ro zen, „dat komt hier als een bos stro binnen met hoof den niet groter dan een krent en dat heeft nog praats ook!" Maar daarop zei niemand meer iets terug, want alle hoofden draaiden zich naai de deur, waardoor steeds weer nieuwe dozen werden aangebracht. Maar dit keer was het geen doos en het waren ook geen kwekers die binnenkwamen, maar twee kinderen. Met open mond stonden ze stil toen ze al die schitterende boeketten op de tafels zagen staan. „Ooooo zei de groot ste, „wist jij dat er zulke mooie bloemen bestonden?" De kleinste schudde van nee en zei verlegen: „zullen we het maar weer mee terug nemen? De mensen zullen er vast om lachen". „Niks hoor", zei de grootste, ,,'t is wel heel anders, maar het hoort er toch bij. Kom maar, dan gaan we het aan die meneer daar brengen". Ze liepen naar de meneer die alle inzendingen voor de tentoonstelling in ontvangst nam. Hij schreef hun namen op, knikte en zei: „zet het maar bij de rest. Straks, als alles binnen is, gaan we het pas echt opstellen. En als elk boeket of mand of struik op de plaats staat, waar hij het beste uitkomt, gaat de jury de inzendingen bekijken en prijzen geven". „Dank U wel", zeiden de kinderen en ze legden het netjes in de lucht stonden te stralen; de rozen op een zwart-fluwelen kleed, zodat ze op juwelen in een kistje leken. De grote chrysanten op twee tatels, waar je tus sendoor moest lopen, zodat het leek of je door een echt bos van witte bloemen liep. De anjers op glanzend wit linnen, waardoor je meteen aan een feestmaaltijd dacht. De strobloemen in helder zand, zodat het leek of het zomer om je heen werd. „Ik ben benieuwd wat daar in zit", zei een roos, die evenals alle anderen aan dachtig geluisterd had. „Het kan nooit iets zijn. 't Zit nota bene in een krant gepakt", riep een chrysant. „Zouden jullie goed vinden dat je kweker je in een krant verpakte?" Een poosje later werd het druk In de zaak; mannen in bruine jassen gingen de boe ketten, de manden, de strui ken, tuiltjes en bakjes met bloemen opstellen. De zon nebloemen tegen een ach terwand van blauwe zij, zo dat het leek of ze als zon- I'as toen iedereen zyn eigen plaats had en daar heel te vreden mee was, dachten de bloemen weer aan het vreemde pakket in kranten papier. De mannen waren er mee bezig onder een raam, waar de zon op dat ogenblik door binnenviel. Toen ze op- zy gingen en hun werk be keken, zagen de bloemen pas wat het was. Sommigen verbleekten van woede en de hele zaal was vol geritsel over zo'n belediging. „In één ruimte met die rom mel!", riepen de rozen. „Zoiets mogen ze ons niet aandoen!", sisten de chry santen. Maar de dames en heren van de jury die even later kwamen, schenen daar anders over te denken, want heel lang stonden ze bij die tafel onder het raam. En de bezoekers van de tentoon stelling die daarna in drom men kwamen aanzetten wa ren wel even stil van de kleur en geur, van de lange stelen en de grote hoofden van de bloemen op de tafels, maar konden toch hun ogen niet afhouden van wat er onder dat raam te zien was. Op een groot stuk boom schors, dat met mos was beplant, groeiden padde- stoeltjes in allerlei kleuren. Het leek of de lijsterbesjes tussen 't groen op de grond zó uit ae boom daarboven waren gepikt door een lijs ter en of er elk ogenblik een eekhoorn naar beneden kon komen roetsjen om de bruine beukennootjes tussen zijn voorpootjes weg te dra gen. En als je naar de rode en gouden blaadjes keek, hóórde je de beukeboom bij na ruisen, waaruit ze moes ten zijn neergedwarreld. „Het is net of je zelf door het bos loopt. Of die hele zaal met al die prachtige bloemen niet meer bestaat", zei iemand. Kwam het omdat ze zich schaamden, kwam het door al die stemmen of de warm te van zóveel mensen om zich heen dat de meeste bloemen tegen het einde van die dag hun hoofden lieten hangen? Niemand weet het en de mannen in de bruine jas die de bloemen moesten wegruimen vonden het heel gewoon. Ze kozen er maar een paar uit om nog bij hun thuis in een vaas te zetten. Eu héél wat van die trotse grote bloemen keken over de schouders van de mannen naar het stukje bos by het raam, waarop een bordje was gehangen met „eerste pry's". Mies Bouhuys,

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1962 | | pagina 9