Lonen stegen, maar
komt te
Kerk
kort
Romeinse Curie:
sleutelpositie in
kanselarij met
de R.-K. Kerk
zaterdagnummer
Conclusie op vele plaatsen in Zeeland:
Collecte moet
„offer" zijn
Weg van verstrooiing
Succes...
niet 'n
Waterman!
Nieuws van
overal
Zaterdag 20 oktober 1962
pchte zigeunerkinderen wordt
al van jongs af aan geleerd
het gezegde „niets voor niets".
Ze leren hun hand ophouden, na
elk antwoord op een vraag ver
wachten ze een geldsbedrag;
hoe klein ook, het is welkom.
Bij deze bevolkingsgroepen
komt deze mening voort uit de
opvatting, die zij hebben over
werken: liever niet dan wel en
net zó hard, dat je kan blijven
leVen. Financiën vormen voor
alle mensen een teer punt. Of
het nu de zakenman is, die zijn
effectenbezit nagaat of het
knaapje, dat zijn spaarpot
schudt; de huisvrouw, die al
haar uitgaven nauwkeurig bij
houdt in een huishoudboekje of
de straatventer, die huis aan
huis zijn waren slijt. Veel, maar
niet alles draait om het geld.
Voor alles en nog wat moet geld
worden neergelegd voor alles
en nog wat moet geld worden
verkregen. De kerken hebben er
danig mee te maken.
De uitgaven stijgen, de taken der
kerken nemen toe, waarvoor weer
nieuw geld nodig is, de geldontwaar
ding is een belangrijke tegenspeler,
soms valt een toenemende onkerke
lijkheid te constateren. Nog een paar
punten: er wordt zovéél voor zo
véél doeleinden gevraagd, ook voor
niet-kerkclijke objecten, zoals de in
ternationale hulpverlening, defensie,
enzovoort, enzovoort. De kerken
staan tussen al deze posten in. In
vrijwel ieder kerkblad staan verheu
gende mededelingen: er kwam van
„die en die" (volgen initialen of
N.N.) zoveel binnen voor „dat en
dat" werk. Maar doorgaans zijn de
oproepen om geld in de meerderheid.
Voldoende?
I hebben wy, predikanten, personen
en instellingen, die belast zyn met
het financieel beheer van verschil
lende kerkgenootschappen, gevraagd
naar hun bevindingen. Wordt er nu
werkeiyk nog voldoende
v werkeiyk gepaard ge
gaan met oen evenredige vermeer
dering van de kerkelijke inkomsten
uit bijdragen en collecten Het zyn
maar een paar vragen, die direct op
komen by de gedachte aan de stand
van de kerkeiyke financiën. Andere
waren: zonderen de mensen nu ook
daadwerkeiyk een bedrag van hun
inkomsten af voor hun kerk, of zij
nu regelmatig in de kerk komen of
kerkgangers „des quatre saisons"
zyn (alleen met de vier belangrijkste
feesten: met Kerstmis, nieuwjaar,
Pasen en Pinksteren in de kerk).
De antwoorden waren even geva
rieerd als de vragen over dit onder
werp zyn.
Gevaarljjk
beheerder van het kerkelijke
1 bureau van de Hervormde Kerk
in Middelburg (het enige in Zee
land) de kerkelijke bijdrage door
de mensen zelf laten uitrekenen is
„gevaarlijk", er wordt zoveel ge
vraagd voor diverse doeleinden, maar
de inkomsten zijn inderdaad wat ge
stegen. De scriba van een Middel
burgse Gereformeerde Kerk: de col
lecten zyn gestegen.
Een Vlissingse kapelaan van de
R.-K. Kerk aldaar: de verhoging
loon-inkomsten is niet evenredig, de
kerkleden moeten meer worden in
geschakeld in het beleid van de kerk
en hun vcrantwoordeiykheid voor de
materiële zorg meer leren inzien.
Het lekenwerk is hier een belang-
ryke factor. De predikant van een
Goese Gereformeerde Gemeente: de
offervaardigheid is groot, een sty-
f ing is waarneembaar, geen reden
ot klagen. De rentmeester van de
Middelburgse Lutherse Kerk: geen
gunstige tendens tot styging waar
neembaar, maar een vrywilïige ac
tie gaf een vcrbiydend resultaat, een
vermeerdering van 20 tot 25 pro
cent in de vrywilïige bydragen, wat
niét tot gevolg had een daling van
de collectenopbrengst. De kassier
van een Hervormde Kerk in Viissin-
gen: niet veel vooruitgang, geen
snelle stijging ten opzichte van enige
jaren geleden; wel is de kerkelijke
bydrage verdubbeld, maar percents-
gewys niet zoveel gestegen.
Constant
dikant in Vlissingen zei: collec
ten altijd byzonder goed, juist voor
een kleine, enigszins Verminderende
kerkgemeenschap, de collecten blij
ven constant, dus relatief een stij
ging, een verhoging van de vaste bij
drage gaat meestal wel, collecten
vormen toch altijd nog de hoofdmoot
van de inkomsten.
Een financieel beheerder van een
Gereformeerde Kerk in Noord-Zee
land: een verschuiving van de col
lecteopbrengst naar de opbrengst
van de vrywilïige bydrage is waar
neembaar; de collecten lopen terug,
maar opbrengst collecte en bydrage
stygt in totaal, dus de vaste by
drage neemt toe. De vicaris van een
Hervormde Kerk in Oost-Zeeuwsch-
Vlaanderen: sinds 1954 in stygende
iyn, maar meeleven is meegeven, er
moet nog meer besef komen van
offerbereidheid. Een hervormd pre
dikant in West-Zeeuwsch-Vlaande-
ren: er valt wel een stijging te con
stateren, maar een gelijkelijk opge
ven is er niet; wie het kunnen doen
geven niet, aangezien zy niet ker-
keiyk-meelevend meer zijn. Een ge
reformeerd predikant ten slotte
meende, dat de collecten de laatste
jaren oplopen, maar waar maar
twee collecten worden gehouden is
gebleken, dat de opbrengst hoger is
dan in de kerken, waar driemaal
wordt gecollecteerd, „ik zie er niet
In, dat de kerk gaat overhouden".
EN DE
=-Wi =§|g 5= 3 2Ü H H
J^Jodernïsering ook in hef in
ontvangst nemen van de gel
delijke gaven in de kerken. De
collectezakjes met de lange stok
ken worden langzamerhand ver
vangen door de kerkzakjes, die de
gemeenteleden gemakkelijk aan
Geen verrassing
De kerken houden er niet aan over.
Deze algemene indruk kan wel
zo ongeveer gesteld worden. De
verwachting had waarschijnlijk ook
niet anders kunnen zyn. De uitslag
is voor niemand een verrassing, lykt
ons. De kerken mogen er dan op
sommige plaatsen niét aan te kort
komen, overhouden doen zjj ook niet.'
In weer andere kerken komt men
niet uit en moet alles op alles gezet
worden om de touwtjes aan elk
grootste financiële brok.
En de kerkleden en de a.s. kerkle
den moeten de lasten helpen dragen.
Die lasten worden dan verdeeld in
kerkelijke bijdragen en collecten. De
meeste protestantse kerken kennen
een kerkeiyke bijdrage, die wordt
berekend naar inkomen. De bijdrage
kan verplicht worden gesteld of fa
cultatief zijn, maar de verwachtin-
fen zijn altyd hooggespannen; komt
et geld binnen of niet De op
brengst van de collecten is van vele
factoren afhankeiyk. Van de predi
kant, die dienst doet. „Een goed pre
dikant brengt zijn verdienste mee",
was één der reacties. De opbrengst
hangt verder samen met het aantal
kerkdiensten, met het aantal kerk
gangers, met de onkerkeiykheid,
met winkelweken, die de mensen tot
consumptieve bestedingen aanspo
ren, met deurcollecten voor diverse
doeleinden, met straatcollecten, zelfs
met het gebruik van zakken of scha
len in de kerkdiensten.
elkaar kunnen doorgeven. Bij
gaande P.Z.C.-foto toont de zak
jes, opgehangen in een rek en -
daarbij hun voorlopers, die men
ook nog gebruikt in één der her
vormde kerkgebouwen in Vlissin
gen.
mensen, bij wie wy ons licht opsta
ken, meenden van niet.
„Offeren is een te groot woord, want
dat zou men aan de lyve moeten
ondervinden", „de strijd tegen de
kerkcent is nu wel langzamerhand
gestreden", „in een jeugdcollecte
maar éénmaal één cent", „de offer
vaardigheid is nog niet helemaal
aangepast", weer een paar opmer
kingen.
Kennen de protestantse kerken vas
te bijdragen, in de Rooms-Katholie-
ke Kerk is dit anders geregeld. Daar
is het instituut van vaste bijdragen
nog niet zozeer ingesteld. „Maar
daar gaat het wel snel heen", aldus
vertelde men ons. Mogelyk is hier
het wat betere resultaat in de pro
testantse kerken een wegwijzer ge
weest. Wél worden bepaalde bedra
gen gegeven bij bijvoorbeeld Heilige
Missen, die ter speciale intentie van
iemand worden opgedragen. Door
gaans zijn er in tegenstelling tot
de in de meeste protestantse kerken
gebruikelijke drie collecten in de
R.-K. Kerk twee collecten, één voor
de „Noden van het bisdom", waaruit
onder meer de .opleiding van de
priesters, research-instituten, pasto
rale centra e.d. worden gefinancierd
en waarvoor op een gemiddelde bij
drage van tien cent wordt gerekend.
De andere collecte is bestemd voor
de kerk ter plaatse (minimaal 25
cent), die voor het onderhoud der
gebouwen wordt gebruikt enz. Daar
naast zijn er op bepaalde zondagen
bijzondere collecten, zoals op de Mis
siezondag. Kardinaal Alfrink heeft
eens gezegd: „de R.-K. Kerk bestaat
dank zij het feit, dat de geestelyken
zich laten onderbetalen", het is een
opmerking, die kan worden geïllus
treerd met het gebruikelijke salaris
van de kapelaans, dat aan de lage
kant is.
Bijdragen
Het salaris van een predikant in
de Gereformeerde Gemeenten
wordt bekostigd uit de opbrengst
van de collecten, de andere pro
testantse kerken kennen de vaste
bijdragen (financiering van predi
kantstraktementen, salarissen kos
ters, organisten enz.), de collecten
voor het diaconale werk (sociale
zorg byvoorbeeld) en kerkvoogdij,
welke laatste collecte ook weer voor
de eerder genoemde financiering be
stemd is.
Speciale collecten, zoals die voor de
slachtoffers van de aardbevingsramp
in Perzië, geven soms een piek te
zien, die ver uitsteekt boven de nor
male gemiddelde ingezamelde be
dragen. In Nederland werd hiervoor
900.000 bijeengecollecteerd, de be
steding daarvan slaat elders op de
ze pagina. Dan grijpt de mens het
menselijk leed aan, dan wordt gege
ven, vaak buiten proporties. „De ty-
den zijn duur", het is een bekende
verzuchting, die niet alleen de kerk
leden, maar ook de kerkelijke be
stuurders vaak slaken. Een klein-
voorbeeld: 100.000 aan predikants-
traktementen, vaste lasten enz.) kan
worden verdeeld in 75.000 aan vas
te uitgaven, zoals de salarissen, en
in 25.000 voor onderhoud, licht en
warmte van een kerk. Op de begro
ting van een Hervormde Kerk staat
voor 1963 140.000, waarvan
20.000 moet binnenkomen uit de
opbrengst van de collecten, en 70-
80.000 uit vaste bijdragen.
Geld geven voor de kerk moet de
gedachte aan het offer inhouden. In
sommige sterk liturgische diensten
in de Hervormde Kerk wordt de gel
delijke gave ook „opgedragen". In
weer andere kerken wordt gecollec
teerd tijdens een voorspel van de or
ganist, dus niet onder het zingen
opdat de kerkganger zich even realï-
sere waarom hij het kerkzakje van
zijn ene buurman krijgt en waarom
het aan de andere moet worden door
gegeven. „Men moet ieder muntstuk
vóór men het laat vallen in het kerk
zakje, maar vele malen omdraaien:
of het wel het goede is", zei onlangs
eens iemand.
Maar van Saul was de Geest des Heren geweken
en een boze geest, die van den Here kwam, joeg
hem angst aan. 1 Samuël 16 14.
Het is een algemeen verschijnsel, dat een mens die los van God
leeft en daardoor de ware vrede en blijdschap niet kent, zoekt
naar iets, dat hem toch verstrooiing geeft. Zo ook iSauZ.
Saul is den Here ongehoorzaam geweest en sindsdien is zijn rust
en vrede verdwenen. Tot Samuël, die hem op Gods bevel onderhoudt
over zijn fouten zegt hij wel: ,Jk héb verkeerd gedaan", maar dit
brengt hem niet tot inkeer en terugkeer tot God. Er is bij hem geen
berouw en ootmoedig schuldbëlijden. Zijn voorgewende berouw was
eigenbelang, om zijn figuur tegenover het volk te redden. Zulk
een berouw neemt de onvrede niet weg, maakt het niet lichter en
brengt de mens niet in contact met God.
Zo is het met de mens die God weerstaat en niet naar Hem luis
tert, onrust, droefgeestigheid, nergens vrede. Daar moet je iets
aan doen, is de goedbedoelde raad. Ze werd ook aan Saul gegeven.
Je moet je zinnen eens verzetten. Zoek het plezier op, muziek moet
er komen, verstrooiing, verdoving.
Maar als dit alles weer voorbij is, is daar weer de stem van het
klagend geweten, de onrust, en wanhoop. Het heeft ook Saul niet
blijvend beter gemaakt. Langs de weg van verstrooiing wordt geen
rust gevonden. Als de Tollenaarsbede niet gehoord wordt, (Heer
wees mij zondaar genadig) is alles vergeefs.
Ootmoedig belijden, berouw over het kwade, knielen bij het kruis,
op deze weg is rust te verkrijgen, verzekering van aanneming tot
Gods kind en het eeuwige leven.
GOES. D. PIETERS.
BANANEN
DE CHRISTENEN IN|
DE WERELD!
elk leken steil 10miljoen Christenen v<
Deze kaart
spreiding
toont de
van de
christenen in de wereld.
Het christendom is ver
uit de belangrijkste
godsdienst: zijn aanhan
gers vertegenwoordigen
niet minder dan SO pet.
van de wereldbevolking.
De islam daarentegen
vertegenwoordigt slechts
15 procent, het confucia
nisme 11) pet., het hin
doeïsme 11,5 pet. en het
boeddhisme 7 pet.
De ruim 902 miljoen
christenen zijn als volgt
verdeeld: rooms-katho-
lieken 529 miljoen (57,5
pet. van de christenen),
protestanten 218 miljoen
(24,5 pet.), orthodoxen
en andere christenen 155
miljoen (18 pet.).
De overgrote meerder
heid van de rooms-katho-
lieken en van de protes
tanten is aan beide kan
ten van de Atlantische
Oceaan te vinden. Euro
pa (zonder de Sowjet-
Unie) telt 239 miljoen
rooms-katholieken en 119
miljoen protestanten; N.
Amerika 48 miljoen
katholieken en 70 mil
joen protestanten; La-
tijns-Amerika 182 mil
joen katholieken en bijna
4 miljoen protestanten,
Afrika tenslotte, 22 mil
joen katholieken en bijna
4 miljoen protestanten.
In Oceanië is 75 pet van
de christenen protestant,
Azië (Sowjet-Unie niet
inbegrepen), telt 31 mil
joen katholieken, tegen
9 miljoen protestanten
en meer .dan 6 miljoen
orthodoxen of andere
christenen.
Wat de orthodoxen en
andere christenen
betreft, de meeste bevin
den zich in de Sowjet-
Unie. Men schat hun
aantal op 100 miljoen,
maar deze schatting
blijft uiterst vaag, om
dat geen statistisch ma
teriaal meer is versche
nen over dit onderioerp
sinds de Oktoberrevolutie
1917. Voor de eerste we
reldoorlog telde het Rus
land van de tsaren 98
miljoen orthodoxen,
maar, rekening gehóuden
met de aanwas van de
bevolking en met de stij
gende geloofsafval, lijkt
100 miljoen een redelijk
cijfer. Tevens leven er in
Europa nog een 36 mil
joen orthodoxen, in N.
Afrika 3 miljoen.
Deze cijfers werden bere
kend door, per land, het
aantal rooms-katholie
ken, protestanten, ortho
doxen en andere christe
nen, bij elkaar op te tel
len.
Verhoogd
in de loop der jaren verhoogd,
juuar niet zóveel verhoogd als de
toename van lonen en salarissen
waren. Doorgaans geeft men de by
drage vrywillig, maar er z(jn ook
kerken in Zeeland, waar de bijdrage
verplicht is, en het resultaat is daar
gunstig, zo zei men ons. Het is dan
een bedrag, waarop en waarmee
men kan rekenen. Maar of er echt
van „offeren" in de ware zin van
het woord sprake is De meeste
Bestemming extra
collecte Perzië
De opbouw van het dorpje
Esmatabad (100 km van
Teheran) in Perzië, is onder
werp van het hulpverlenings
program van de Wereldraad
van Kerken. Esmatabad werd
door de aardbevingsramp in dit
land voor 95 procent verwoest.
De negen bij de stichting oecu
menische hulp aan kerken en
vluchtelingen in ons land aan
gesloten kerkgenootschappen
hebben totaal 900.000 bijeen
gebracht voor dit project. Met
net. regenseizoen voor de deur
is hulp aan.de omstreeks 2800
inwoners dringend noodzake
lijk.
Landeigenaren hebben grond
ter beschikking gesteld voor
de bouw van geprefabriceerde
woningen, die voor het inval
len van de winter voor het
grootste deel klaar moeten
zijn. Het bouwplan omvat ver
der een school, een openbare
badgelegenheid en wasplaats,
terwijl vee, een tractor en keu
kenmateriaal ter beschikking
zullen worden gesteld. Voor de
leiding van de bouw is een be
roep gedaan op Friedel Peter,
een Zwitser, die vele jaren op
bouwprogramma's van de ker
ken in Oost-Pakistan heeft Ntf-
gevoerd.
Wat is-dat eigenlyk, die Curie in Rome?
Zo hebben we de laatste weken enige
malen horen vragen. Die vraag zal wel daar
uit zyn voortgekomen dat men, in verband
met het concilie, telkens weer gelezen heeft
van die Curie- Er zyn in dit verband soms
ook nogal harde noten gekraakt. Voor allerlei
dingen, die men in do R.-K. Kerk veranderd
en verbeterd zou willen zien, krygt do Curie
de schuld dat er niet spoedig verandering
komt- Vele vooruitstrevende geesten zien in
de Curie de behoudende instantie, die alle ver-
niuwingen afremt. In de lezing die pater Van
Kilsdonk gehouden heeft op de landdag van
St.-Adelbert te Rotterdam op 30 september,
was er geen woord Frans bij, toen hy het had
over de Curie: „een bolwerk in de Kerk, dat
geen inmenging duldt van buitenaf en in
stand wordt gehouden hoofdzakelijk volgens
het systeem van carrière".
Men spreekt over dit instituut alsof het „de
vryheid van de Paus belemmert, de bisschop
pen domineert en contact tussen Paus en bis
schoppen bemoeilijkt". „Zyn geslotenheid
moet doorbroken worden ondanks zyn eerlyke
overtuiging het christendom op de meest zui
vere wijze te vertegenwoordigen".
Soortgelijke kreten hebben we de laatste tijd
telkens weer kunnen lezen in de r.-k. pers.
Tegenover de Curie wordt dan geplaatst het
gezag van de bisschoppen. „De leefbaarheid
van de Kerk hangt aan de plaatselyke bis
schoppen". Men voorziet dat, op het concilie,
de tegenstellingen tussen de bisschoppen en de
Curie wel één van de punten zal zyn die deze
grote kerkvergadering zal beheersen.
Alles wat er, vooral de laatste tijd, is losgeko
men aan kritiek op de Curie, heeft kardinaal
Alfrink blijkbaar toch wat al te erg gevonden,
hoewel hy zelf ook zyn wensen heeft, en dat
bewoog hem deze Romeinse instantie min of
meer in bescherming te nemen. „Dat er in het
centrale bestuursapparaat van de Kerk, men
sen of instanties zijn, die fouten of gebreken
vertonen", vindt hij vanzelfsprekend. Maar
het gaat hem toch al te ver indien men het
zó stelt „dal ue Romeinse Curie in haar ge
heel foutief is". „Wie een oordeel over de Ro
meinse Curie wil afgeven, moet wel over veel
ervaring beschikken. Bovendien moet hy er
niet alleen van buiten tegen aangekeken heb
ben. Anders loopt men gevaar toch weer niet
geheel eeriyic te zijn".
In Europa boven de Alpen is nogal wat kri
tiek op de Curie losgekomen en wanneer
dit vooral ook in ons land bet geval is, vindt
dit mede zyn oorzaak in het feit dat de Curie
het herderlijk schryven 1960 van de Neder
landse bisschoppen over het concilie, toen het
in Italiaanse vertaling verscheen, heeft afge
last. De uitgever moest dit stuk uit de handel
nemen. Franse en Duitse vertalingen waren
reeds eerder verschenen en alom is het stuk
van de Nederlandse bisschoppen geprezen als
een van dc beste voorbereidingen van het con
cilie. In Italiaanse vertaling mocht het dan
niet langer worden verspreid, naar men ver
moedt om een passage over de verhouding
tussen Paus en de bisschoppen.
Maar, wat is nu eigenlijk die Romeinse Curie.
We zullen in de komende weken telkens weer
artikelen lezen over het concilie en daarin
ook telkens weer in aanraking komen met die
Curie. Daarom leek het ons niet ongewenst
hier iets meer ov^er die instantie van de R.-K.
Kerk te zeggen.
Uit de woorden van kardinaal Alfrink hebben
we reeds kunnen zien dat het is het centrale
bestuursapparaat van deze kerk. Het is „het
geheel van de bestuurslichamen of personen
die de Paüs bystaan in het bestuur van de
universele R-K. Kerk of die de bisschop be
hulpzaam zijn in het bestuur van zijn diocees".
Dat wat er in Rome zit, wordt dan de Ro
meinse Curie genoemd. Voor het dagelijks be
stuur van zulk een groot lichaam als de R.-K.
Kerk is, heeft men nu eenmaal een apparaat
nodig, dat niet gering in omvang kan zijn.
Die- Curie bestaat weer uit een aantal con
gregaties, de rechtbanken en de officies of
bureaus. Vandaar dat men ook spreekt van
het H. Officie. Het is dus een kanselarij. Ook
dit woord kunnen we wel tegenkomen. Het
zijn dus de bestuursdepartementen die de
Paus ter beschikking staan voor het besturen
van de kerk. Er zijn verschillende afdelingen
die ieder voor de haar toegewezen aangelegen
heden een administratieve bevoegdheid bezit
ten. Maar, „wanneer de noodzaak zich voor
doet", hebben zij ook wetgevende bevoegd
heid. Hun besluiten moeten wel door de Paus
worden bekrachtigd. Enkele van de afdelingen
hebben ook een zekere rechterlyke bevoegd
heid.
W\
/huneer we vergelijkingen zoeken, kunnen
we niet terecht bij de Wereldraad van
Kerken. Deze heeft ook al een heel apparaat,
een secretariaat.Maar die Wereldraad wil
geen super-kerk zyn, doch een los en vrywil
lig samengaan van een 200 kerken, die ieder
hun eigen zelfstandigheid bewaren. We moe
ten dus gaan vergelyken met een kerk zoals
wy er in ons land zovele kennen en die ieder
voor zich zelf een bepaald bestuursapparaat
nodig heeft. Een kerk moet zich bezighouden
met allerlei dingen.
De vergaderingen van een synode moeten wor
den voorbereid en de lopende correspondentie
moet worden afgedaan. Men moet zich bezig
houden met het kerkelijk recht en hierin be
slissingen nemen. Men heeft te maken met het
werk van de zending en met verschillende li
turgische aangelegenheden, zoals nu bijvoor
beeld de nieuwe psalmberyming. Een kerk
heeft te maken met de opleiding van de diena
ren des Woords en met de toerusting van ou
derlingen en diakenen. Men heeft in iedere
kerk te maken met andere kerken en met de
overheid. Zo krijgt men in iedere kerk een se
cretariaat met verschillende onderafdelingen.
Vooral sinds de laatste wereldoorlog is dit ap
paraat nog al uitgebreid en het heeft de nei
ging steeds groter te worden. We zien het
bijvoorbeeld groeien in de Nederlands Her
vormde Kerk en de Gereformeerde Kerken.
Vanzelfspekend is het apparaat van de R.-.K.
Kerk nog weer veel groter en het zal ook daar
wel de neiging hebben voortdurend te willen
groeien.
Nu zijn er in Rome congregaties (dat zijn de
onderafdelingen van het apparaat) waarvoor
wij in protestantse kerken geen evenbeeld
hebben, zoals de congregatie voor de kloosters
en voor het ceremonieel van het pauselyk hof,
maar er zijn ook allerlei congregaties die wij
in de een of andere vorm by protestantse
kerken terugvinden, zoals de congregatie voor
de voortplanting van het geloof (Raad voor
de Zending), de congregatie voor de semina
ries en universiteiten (Commissie Theologisch
Hoger Onderwys), de congregatie voor de
Oosterse kerken (Raad voor het verband met
andere kerken). De Supreme Congregatie van
het H. Officie, welke gedeeltelijk te vergely
ken is met een generale commissie voor het
opzicht. Men heeft op het Vaticaan ook een
eigen dagblad, de Osservatore Romano, waarin
men de gedachten van de Vaticaanse autori
teiten kan vinden. Zo kent de Ned. Herv. Kerk
een Raad voor de zaken van Pers en Publici
teit.
Zulk een Curie en zulk een secretariaat van
een protestantse kerk, heeft de neiging
kerkeiyke autoriteiten op-zich-zelf te' worden.
Wanneer dat in Rome gebeurt en wanneer
men daarover in enige kerkprovincie wel eens
harde noten kraakt, behoeft ons dat helemaal
niet te verbazen. Wat de kerkeiyke recht
spraak betreft, om maar een voorbeeld te
noemen, ligt het laatste beroep by de Curie in
Rome, zoals dat in de N.H. Kerk ligt bij de
generale commissie voor het opzicht. Him
oordeel is het beslissende.
Kunnen wij in ons land ook niet klanken horen
als: In Den Haag wil men - cn dan komt er
iets waarmee men het helemaal niet eens is,
omdat men meent dat ze in Den Haag onvol
doende rekening hebben gehouden met de om
standigheden in een bepaalde provincie of in
een bepaalde gemeente. In Rome ligt uiteinde-
ïyit alles in handen van de Paus, maar kan
men dan weer niet horen dat de Paus de ge
vangene zou zijn van de Curie?
De Curie heeft voor het concilie voorbereidin
gen moeten treffen en ze is ook bezig geweest
met het samenstellen van commissies die er
nodig zyn. In de eerste algemene zitting na
de openingsplechtigheden is nu reeds gebleken
dat de bisschoppen zich die voorgestelde com
missies zo maar niet wilden laten opdringen.
Een van de vragen, die op het concilie telkens
vveer naar voren zal komen is, hoe de verhou
ding Curie-bisschoppen zal wezen en of een
vernieuwing van de Curie het gevolg zal zijn
van dit concilie. De Curie neemt een sleutel
positie in de R.-K. Kerk Sn en ze zal dat blij
ven doen. De vraag is of ze in de toekomst
meer rekening zal gaan houden met van haar
mening afwijkende gedachten.
H.
C/jji
een pen
met
allure
v.a. 60,00
pan
vierkleuren
ballpoint
v.a. 19,50
j|
De bestedingen van de bij de sec
tie Internationale Hulpverlening van
de Algemene Diaconale Raad der
Nederlands Hervormde Kerk ontvan
gen gelden werd voor Madagascar
ferme-école f25.000; bouw van 2
bungalows f15.000; extra hulp
f6000; meisjeswerk f20.000; Dakar,
totale hulp f5.000; Iran f 10.000; Al
gerije f 100.000; Kenya (wika Win
dig) f12.250; Falerna f 10.000; We
reldraad van -Kerken, waarbij inbe
grepen Griekse team, vluchtelingen
hulp, enz. f30.000; rampen f30.000;
Coudekerque en Silo (België) f8000;
College Vaudoix (Italië, Wald. Kerk)
f4000; hulp bij kleine noodgevallen
f7700. Totaal f327.950.
Het congres van de „Achttien"
heeft in Wageningen tot resultaat
gehad, dat de Hervormde en Gere
formeerde Kerk aldaar zich samen
zullen beraden over de vragen of het
nog verantwoord is langs elkaar
heen te leven en te werken, wat de
beide kerken gescheiden houdt en of
wat bindt niet veel belangrijker is.
In de Gereformeerde Kerk is 23 ok
tober een contactavond voor alle ge
meenteleden. waar ds. Mees ten Oe
ver (geref.) de vraag „Waarom
één?" zal beantwoorden, waarna hij
aan de aanwezige hervormden iets
over de activiteiten van de Gerefor
meerde Kerk in Wageningen zal ver
tellen. Daarna doet een hervormde
hetzelfde vanuit de Hervormde Kerk.