Lonen stegen, maar komt te Kerk kort Romeinse Curie: sleutelpositie in kanselarij met de R.-K. Kerk zaterdagnummer Conclusie op vele plaatsen in Zeeland: Collecte moet „offer" zijn Weg van verstrooiing Succes... niet 'n Waterman! Nieuws van overal Zaterdag 20 oktober 1962 pchte zigeunerkinderen wordt al van jongs af aan geleerd het gezegde „niets voor niets". Ze leren hun hand ophouden, na elk antwoord op een vraag ver wachten ze een geldsbedrag; hoe klein ook, het is welkom. Bij deze bevolkingsgroepen komt deze mening voort uit de opvatting, die zij hebben over werken: liever niet dan wel en net zó hard, dat je kan blijven leVen. Financiën vormen voor alle mensen een teer punt. Of het nu de zakenman is, die zijn effectenbezit nagaat of het knaapje, dat zijn spaarpot schudt; de huisvrouw, die al haar uitgaven nauwkeurig bij houdt in een huishoudboekje of de straatventer, die huis aan huis zijn waren slijt. Veel, maar niet alles draait om het geld. Voor alles en nog wat moet geld worden neergelegd voor alles en nog wat moet geld worden verkregen. De kerken hebben er danig mee te maken. De uitgaven stijgen, de taken der kerken nemen toe, waarvoor weer nieuw geld nodig is, de geldontwaar ding is een belangrijke tegenspeler, soms valt een toenemende onkerke lijkheid te constateren. Nog een paar punten: er wordt zovéél voor zo véél doeleinden gevraagd, ook voor niet-kerkclijke objecten, zoals de in ternationale hulpverlening, defensie, enzovoort, enzovoort. De kerken staan tussen al deze posten in. In vrijwel ieder kerkblad staan verheu gende mededelingen: er kwam van „die en die" (volgen initialen of N.N.) zoveel binnen voor „dat en dat" werk. Maar doorgaans zijn de oproepen om geld in de meerderheid. Voldoende? I hebben wy, predikanten, personen en instellingen, die belast zyn met het financieel beheer van verschil lende kerkgenootschappen, gevraagd naar hun bevindingen. Wordt er nu werkeiyk nog voldoende v werkeiyk gepaard ge gaan met oen evenredige vermeer dering van de kerkelijke inkomsten uit bijdragen en collecten Het zyn maar een paar vragen, die direct op komen by de gedachte aan de stand van de kerkeiyke financiën. Andere waren: zonderen de mensen nu ook daadwerkeiyk een bedrag van hun inkomsten af voor hun kerk, of zij nu regelmatig in de kerk komen of kerkgangers „des quatre saisons" zyn (alleen met de vier belangrijkste feesten: met Kerstmis, nieuwjaar, Pasen en Pinksteren in de kerk). De antwoorden waren even geva rieerd als de vragen over dit onder werp zyn. Gevaarljjk beheerder van het kerkelijke 1 bureau van de Hervormde Kerk in Middelburg (het enige in Zee land) de kerkelijke bijdrage door de mensen zelf laten uitrekenen is „gevaarlijk", er wordt zoveel ge vraagd voor diverse doeleinden, maar de inkomsten zijn inderdaad wat ge stegen. De scriba van een Middel burgse Gereformeerde Kerk: de col lecten zyn gestegen. Een Vlissingse kapelaan van de R.-K. Kerk aldaar: de verhoging loon-inkomsten is niet evenredig, de kerkleden moeten meer worden in geschakeld in het beleid van de kerk en hun vcrantwoordeiykheid voor de materiële zorg meer leren inzien. Het lekenwerk is hier een belang- ryke factor. De predikant van een Goese Gereformeerde Gemeente: de offervaardigheid is groot, een sty- f ing is waarneembaar, geen reden ot klagen. De rentmeester van de Middelburgse Lutherse Kerk: geen gunstige tendens tot styging waar neembaar, maar een vrywilïige ac tie gaf een vcrbiydend resultaat, een vermeerdering van 20 tot 25 pro cent in de vrywilïige bydragen, wat niét tot gevolg had een daling van de collectenopbrengst. De kassier van een Hervormde Kerk in Viissin- gen: niet veel vooruitgang, geen snelle stijging ten opzichte van enige jaren geleden; wel is de kerkelijke bydrage verdubbeld, maar percents- gewys niet zoveel gestegen. Constant dikant in Vlissingen zei: collec ten altijd byzonder goed, juist voor een kleine, enigszins Verminderende kerkgemeenschap, de collecten blij ven constant, dus relatief een stij ging, een verhoging van de vaste bij drage gaat meestal wel, collecten vormen toch altijd nog de hoofdmoot van de inkomsten. Een financieel beheerder van een Gereformeerde Kerk in Noord-Zee land: een verschuiving van de col lecteopbrengst naar de opbrengst van de vrywilïige bydrage is waar neembaar; de collecten lopen terug, maar opbrengst collecte en bydrage stygt in totaal, dus de vaste by drage neemt toe. De vicaris van een Hervormde Kerk in Oost-Zeeuwsch- Vlaanderen: sinds 1954 in stygende iyn, maar meeleven is meegeven, er moet nog meer besef komen van offerbereidheid. Een hervormd pre dikant in West-Zeeuwsch-Vlaande- ren: er valt wel een stijging te con stateren, maar een gelijkelijk opge ven is er niet; wie het kunnen doen geven niet, aangezien zy niet ker- keiyk-meelevend meer zijn. Een ge reformeerd predikant ten slotte meende, dat de collecten de laatste jaren oplopen, maar waar maar twee collecten worden gehouden is gebleken, dat de opbrengst hoger is dan in de kerken, waar driemaal wordt gecollecteerd, „ik zie er niet In, dat de kerk gaat overhouden". EN DE =-Wi =§|g 5= 3 2Ü H H J^Jodernïsering ook in hef in ontvangst nemen van de gel delijke gaven in de kerken. De collectezakjes met de lange stok ken worden langzamerhand ver vangen door de kerkzakjes, die de gemeenteleden gemakkelijk aan Geen verrassing De kerken houden er niet aan over. Deze algemene indruk kan wel zo ongeveer gesteld worden. De verwachting had waarschijnlijk ook niet anders kunnen zyn. De uitslag is voor niemand een verrassing, lykt ons. De kerken mogen er dan op sommige plaatsen niét aan te kort komen, overhouden doen zjj ook niet.' In weer andere kerken komt men niet uit en moet alles op alles gezet worden om de touwtjes aan elk grootste financiële brok. En de kerkleden en de a.s. kerkle den moeten de lasten helpen dragen. Die lasten worden dan verdeeld in kerkelijke bijdragen en collecten. De meeste protestantse kerken kennen een kerkeiyke bijdrage, die wordt berekend naar inkomen. De bijdrage kan verplicht worden gesteld of fa cultatief zijn, maar de verwachtin- fen zijn altyd hooggespannen; komt et geld binnen of niet De op brengst van de collecten is van vele factoren afhankeiyk. Van de predi kant, die dienst doet. „Een goed pre dikant brengt zijn verdienste mee", was één der reacties. De opbrengst hangt verder samen met het aantal kerkdiensten, met het aantal kerk gangers, met de onkerkeiykheid, met winkelweken, die de mensen tot consumptieve bestedingen aanspo ren, met deurcollecten voor diverse doeleinden, met straatcollecten, zelfs met het gebruik van zakken of scha len in de kerkdiensten. elkaar kunnen doorgeven. Bij gaande P.Z.C.-foto toont de zak jes, opgehangen in een rek en - daarbij hun voorlopers, die men ook nog gebruikt in één der her vormde kerkgebouwen in Vlissin gen. mensen, bij wie wy ons licht opsta ken, meenden van niet. „Offeren is een te groot woord, want dat zou men aan de lyve moeten ondervinden", „de strijd tegen de kerkcent is nu wel langzamerhand gestreden", „in een jeugdcollecte maar éénmaal één cent", „de offer vaardigheid is nog niet helemaal aangepast", weer een paar opmer kingen. Kennen de protestantse kerken vas te bijdragen, in de Rooms-Katholie- ke Kerk is dit anders geregeld. Daar is het instituut van vaste bijdragen nog niet zozeer ingesteld. „Maar daar gaat het wel snel heen", aldus vertelde men ons. Mogelyk is hier het wat betere resultaat in de pro testantse kerken een wegwijzer ge weest. Wél worden bepaalde bedra gen gegeven bij bijvoorbeeld Heilige Missen, die ter speciale intentie van iemand worden opgedragen. Door gaans zijn er in tegenstelling tot de in de meeste protestantse kerken gebruikelijke drie collecten in de R.-K. Kerk twee collecten, één voor de „Noden van het bisdom", waaruit onder meer de .opleiding van de priesters, research-instituten, pasto rale centra e.d. worden gefinancierd en waarvoor op een gemiddelde bij drage van tien cent wordt gerekend. De andere collecte is bestemd voor de kerk ter plaatse (minimaal 25 cent), die voor het onderhoud der gebouwen wordt gebruikt enz. Daar naast zijn er op bepaalde zondagen bijzondere collecten, zoals op de Mis siezondag. Kardinaal Alfrink heeft eens gezegd: „de R.-K. Kerk bestaat dank zij het feit, dat de geestelyken zich laten onderbetalen", het is een opmerking, die kan worden geïllus treerd met het gebruikelijke salaris van de kapelaans, dat aan de lage kant is. Bijdragen Het salaris van een predikant in de Gereformeerde Gemeenten wordt bekostigd uit de opbrengst van de collecten, de andere pro testantse kerken kennen de vaste bijdragen (financiering van predi kantstraktementen, salarissen kos ters, organisten enz.), de collecten voor het diaconale werk (sociale zorg byvoorbeeld) en kerkvoogdij, welke laatste collecte ook weer voor de eerder genoemde financiering be stemd is. Speciale collecten, zoals die voor de slachtoffers van de aardbevingsramp in Perzië, geven soms een piek te zien, die ver uitsteekt boven de nor male gemiddelde ingezamelde be dragen. In Nederland werd hiervoor 900.000 bijeengecollecteerd, de be steding daarvan slaat elders op de ze pagina. Dan grijpt de mens het menselijk leed aan, dan wordt gege ven, vaak buiten proporties. „De ty- den zijn duur", het is een bekende verzuchting, die niet alleen de kerk leden, maar ook de kerkelijke be stuurders vaak slaken. Een klein- voorbeeld: 100.000 aan predikants- traktementen, vaste lasten enz.) kan worden verdeeld in 75.000 aan vas te uitgaven, zoals de salarissen, en in 25.000 voor onderhoud, licht en warmte van een kerk. Op de begro ting van een Hervormde Kerk staat voor 1963 140.000, waarvan 20.000 moet binnenkomen uit de opbrengst van de collecten, en 70- 80.000 uit vaste bijdragen. Geld geven voor de kerk moet de gedachte aan het offer inhouden. In sommige sterk liturgische diensten in de Hervormde Kerk wordt de gel delijke gave ook „opgedragen". In weer andere kerken wordt gecollec teerd tijdens een voorspel van de or ganist, dus niet onder het zingen opdat de kerkganger zich even realï- sere waarom hij het kerkzakje van zijn ene buurman krijgt en waarom het aan de andere moet worden door gegeven. „Men moet ieder muntstuk vóór men het laat vallen in het kerk zakje, maar vele malen omdraaien: of het wel het goede is", zei onlangs eens iemand. Maar van Saul was de Geest des Heren geweken en een boze geest, die van den Here kwam, joeg hem angst aan. 1 Samuël 16 14. Het is een algemeen verschijnsel, dat een mens die los van God leeft en daardoor de ware vrede en blijdschap niet kent, zoekt naar iets, dat hem toch verstrooiing geeft. Zo ook iSauZ. Saul is den Here ongehoorzaam geweest en sindsdien is zijn rust en vrede verdwenen. Tot Samuël, die hem op Gods bevel onderhoudt over zijn fouten zegt hij wel: ,Jk héb verkeerd gedaan", maar dit brengt hem niet tot inkeer en terugkeer tot God. Er is bij hem geen berouw en ootmoedig schuldbëlijden. Zijn voorgewende berouw was eigenbelang, om zijn figuur tegenover het volk te redden. Zulk een berouw neemt de onvrede niet weg, maakt het niet lichter en brengt de mens niet in contact met God. Zo is het met de mens die God weerstaat en niet naar Hem luis tert, onrust, droefgeestigheid, nergens vrede. Daar moet je iets aan doen, is de goedbedoelde raad. Ze werd ook aan Saul gegeven. Je moet je zinnen eens verzetten. Zoek het plezier op, muziek moet er komen, verstrooiing, verdoving. Maar als dit alles weer voorbij is, is daar weer de stem van het klagend geweten, de onrust, en wanhoop. Het heeft ook Saul niet blijvend beter gemaakt. Langs de weg van verstrooiing wordt geen rust gevonden. Als de Tollenaarsbede niet gehoord wordt, (Heer wees mij zondaar genadig) is alles vergeefs. Ootmoedig belijden, berouw over het kwade, knielen bij het kruis, op deze weg is rust te verkrijgen, verzekering van aanneming tot Gods kind en het eeuwige leven. GOES. D. PIETERS. BANANEN DE CHRISTENEN IN| DE WERELD! elk leken steil 10miljoen Christenen v< Deze kaart spreiding toont de van de christenen in de wereld. Het christendom is ver uit de belangrijkste godsdienst: zijn aanhan gers vertegenwoordigen niet minder dan SO pet. van de wereldbevolking. De islam daarentegen vertegenwoordigt slechts 15 procent, het confucia nisme 11) pet., het hin doeïsme 11,5 pet. en het boeddhisme 7 pet. De ruim 902 miljoen christenen zijn als volgt verdeeld: rooms-katho- lieken 529 miljoen (57,5 pet. van de christenen), protestanten 218 miljoen (24,5 pet.), orthodoxen en andere christenen 155 miljoen (18 pet.). De overgrote meerder heid van de rooms-katho- lieken en van de protes tanten is aan beide kan ten van de Atlantische Oceaan te vinden. Euro pa (zonder de Sowjet- Unie) telt 239 miljoen rooms-katholieken en 119 miljoen protestanten; N. Amerika 48 miljoen katholieken en 70 mil joen protestanten; La- tijns-Amerika 182 mil joen katholieken en bijna 4 miljoen protestanten, Afrika tenslotte, 22 mil joen katholieken en bijna 4 miljoen protestanten. In Oceanië is 75 pet van de christenen protestant, Azië (Sowjet-Unie niet inbegrepen), telt 31 mil joen katholieken, tegen 9 miljoen protestanten en meer .dan 6 miljoen orthodoxen of andere christenen. Wat de orthodoxen en andere christenen betreft, de meeste bevin den zich in de Sowjet- Unie. Men schat hun aantal op 100 miljoen, maar deze schatting blijft uiterst vaag, om dat geen statistisch ma teriaal meer is versche nen over dit onderioerp sinds de Oktoberrevolutie 1917. Voor de eerste we reldoorlog telde het Rus land van de tsaren 98 miljoen orthodoxen, maar, rekening gehóuden met de aanwas van de bevolking en met de stij gende geloofsafval, lijkt 100 miljoen een redelijk cijfer. Tevens leven er in Europa nog een 36 mil joen orthodoxen, in N. Afrika 3 miljoen. Deze cijfers werden bere kend door, per land, het aantal rooms-katholie ken, protestanten, ortho doxen en andere christe nen, bij elkaar op te tel len. Verhoogd in de loop der jaren verhoogd, juuar niet zóveel verhoogd als de toename van lonen en salarissen waren. Doorgaans geeft men de by drage vrywillig, maar er z(jn ook kerken in Zeeland, waar de bijdrage verplicht is, en het resultaat is daar gunstig, zo zei men ons. Het is dan een bedrag, waarop en waarmee men kan rekenen. Maar of er echt van „offeren" in de ware zin van het woord sprake is De meeste Bestemming extra collecte Perzië De opbouw van het dorpje Esmatabad (100 km van Teheran) in Perzië, is onder werp van het hulpverlenings program van de Wereldraad van Kerken. Esmatabad werd door de aardbevingsramp in dit land voor 95 procent verwoest. De negen bij de stichting oecu menische hulp aan kerken en vluchtelingen in ons land aan gesloten kerkgenootschappen hebben totaal 900.000 bijeen gebracht voor dit project. Met net. regenseizoen voor de deur is hulp aan.de omstreeks 2800 inwoners dringend noodzake lijk. Landeigenaren hebben grond ter beschikking gesteld voor de bouw van geprefabriceerde woningen, die voor het inval len van de winter voor het grootste deel klaar moeten zijn. Het bouwplan omvat ver der een school, een openbare badgelegenheid en wasplaats, terwijl vee, een tractor en keu kenmateriaal ter beschikking zullen worden gesteld. Voor de leiding van de bouw is een be roep gedaan op Friedel Peter, een Zwitser, die vele jaren op bouwprogramma's van de ker ken in Oost-Pakistan heeft Ntf- gevoerd. Wat is-dat eigenlyk, die Curie in Rome? Zo hebben we de laatste weken enige malen horen vragen. Die vraag zal wel daar uit zyn voortgekomen dat men, in verband met het concilie, telkens weer gelezen heeft van die Curie- Er zyn in dit verband soms ook nogal harde noten gekraakt. Voor allerlei dingen, die men in do R.-K. Kerk veranderd en verbeterd zou willen zien, krygt do Curie de schuld dat er niet spoedig verandering komt- Vele vooruitstrevende geesten zien in de Curie de behoudende instantie, die alle ver- niuwingen afremt. In de lezing die pater Van Kilsdonk gehouden heeft op de landdag van St.-Adelbert te Rotterdam op 30 september, was er geen woord Frans bij, toen hy het had over de Curie: „een bolwerk in de Kerk, dat geen inmenging duldt van buitenaf en in stand wordt gehouden hoofdzakelijk volgens het systeem van carrière". Men spreekt over dit instituut alsof het „de vryheid van de Paus belemmert, de bisschop pen domineert en contact tussen Paus en bis schoppen bemoeilijkt". „Zyn geslotenheid moet doorbroken worden ondanks zyn eerlyke overtuiging het christendom op de meest zui vere wijze te vertegenwoordigen". Soortgelijke kreten hebben we de laatste tijd telkens weer kunnen lezen in de r.-k. pers. Tegenover de Curie wordt dan geplaatst het gezag van de bisschoppen. „De leefbaarheid van de Kerk hangt aan de plaatselyke bis schoppen". Men voorziet dat, op het concilie, de tegenstellingen tussen de bisschoppen en de Curie wel één van de punten zal zyn die deze grote kerkvergadering zal beheersen. Alles wat er, vooral de laatste tijd, is losgeko men aan kritiek op de Curie, heeft kardinaal Alfrink blijkbaar toch wat al te erg gevonden, hoewel hy zelf ook zyn wensen heeft, en dat bewoog hem deze Romeinse instantie min of meer in bescherming te nemen. „Dat er in het centrale bestuursapparaat van de Kerk, men sen of instanties zijn, die fouten of gebreken vertonen", vindt hij vanzelfsprekend. Maar het gaat hem toch al te ver indien men het zó stelt „dal ue Romeinse Curie in haar ge heel foutief is". „Wie een oordeel over de Ro meinse Curie wil afgeven, moet wel over veel ervaring beschikken. Bovendien moet hy er niet alleen van buiten tegen aangekeken heb ben. Anders loopt men gevaar toch weer niet geheel eeriyic te zijn". In Europa boven de Alpen is nogal wat kri tiek op de Curie losgekomen en wanneer dit vooral ook in ons land bet geval is, vindt dit mede zyn oorzaak in het feit dat de Curie het herderlijk schryven 1960 van de Neder landse bisschoppen over het concilie, toen het in Italiaanse vertaling verscheen, heeft afge last. De uitgever moest dit stuk uit de handel nemen. Franse en Duitse vertalingen waren reeds eerder verschenen en alom is het stuk van de Nederlandse bisschoppen geprezen als een van dc beste voorbereidingen van het con cilie. In Italiaanse vertaling mocht het dan niet langer worden verspreid, naar men ver moedt om een passage over de verhouding tussen Paus en de bisschoppen. Maar, wat is nu eigenlijk die Romeinse Curie. We zullen in de komende weken telkens weer artikelen lezen over het concilie en daarin ook telkens weer in aanraking komen met die Curie. Daarom leek het ons niet ongewenst hier iets meer ov^er die instantie van de R.-K. Kerk te zeggen. Uit de woorden van kardinaal Alfrink hebben we reeds kunnen zien dat het is het centrale bestuursapparaat van deze kerk. Het is „het geheel van de bestuurslichamen of personen die de Paüs bystaan in het bestuur van de universele R-K. Kerk of die de bisschop be hulpzaam zijn in het bestuur van zijn diocees". Dat wat er in Rome zit, wordt dan de Ro meinse Curie genoemd. Voor het dagelijks be stuur van zulk een groot lichaam als de R.-K. Kerk is, heeft men nu eenmaal een apparaat nodig, dat niet gering in omvang kan zijn. Die- Curie bestaat weer uit een aantal con gregaties, de rechtbanken en de officies of bureaus. Vandaar dat men ook spreekt van het H. Officie. Het is dus een kanselarij. Ook dit woord kunnen we wel tegenkomen. Het zijn dus de bestuursdepartementen die de Paus ter beschikking staan voor het besturen van de kerk. Er zijn verschillende afdelingen die ieder voor de haar toegewezen aangelegen heden een administratieve bevoegdheid bezit ten. Maar, „wanneer de noodzaak zich voor doet", hebben zij ook wetgevende bevoegd heid. Hun besluiten moeten wel door de Paus worden bekrachtigd. Enkele van de afdelingen hebben ook een zekere rechterlyke bevoegd heid. W\ /huneer we vergelijkingen zoeken, kunnen we niet terecht bij de Wereldraad van Kerken. Deze heeft ook al een heel apparaat, een secretariaat.Maar die Wereldraad wil geen super-kerk zyn, doch een los en vrywil lig samengaan van een 200 kerken, die ieder hun eigen zelfstandigheid bewaren. We moe ten dus gaan vergelyken met een kerk zoals wy er in ons land zovele kennen en die ieder voor zich zelf een bepaald bestuursapparaat nodig heeft. Een kerk moet zich bezighouden met allerlei dingen. De vergaderingen van een synode moeten wor den voorbereid en de lopende correspondentie moet worden afgedaan. Men moet zich bezig houden met het kerkelijk recht en hierin be slissingen nemen. Men heeft te maken met het werk van de zending en met verschillende li turgische aangelegenheden, zoals nu bijvoor beeld de nieuwe psalmberyming. Een kerk heeft te maken met de opleiding van de diena ren des Woords en met de toerusting van ou derlingen en diakenen. Men heeft in iedere kerk te maken met andere kerken en met de overheid. Zo krijgt men in iedere kerk een se cretariaat met verschillende onderafdelingen. Vooral sinds de laatste wereldoorlog is dit ap paraat nog al uitgebreid en het heeft de nei ging steeds groter te worden. We zien het bijvoorbeeld groeien in de Nederlands Her vormde Kerk en de Gereformeerde Kerken. Vanzelfspekend is het apparaat van de R.-.K. Kerk nog weer veel groter en het zal ook daar wel de neiging hebben voortdurend te willen groeien. Nu zijn er in Rome congregaties (dat zijn de onderafdelingen van het apparaat) waarvoor wij in protestantse kerken geen evenbeeld hebben, zoals de congregatie voor de kloosters en voor het ceremonieel van het pauselyk hof, maar er zijn ook allerlei congregaties die wij in de een of andere vorm by protestantse kerken terugvinden, zoals de congregatie voor de voortplanting van het geloof (Raad voor de Zending), de congregatie voor de semina ries en universiteiten (Commissie Theologisch Hoger Onderwys), de congregatie voor de Oosterse kerken (Raad voor het verband met andere kerken). De Supreme Congregatie van het H. Officie, welke gedeeltelijk te vergely ken is met een generale commissie voor het opzicht. Men heeft op het Vaticaan ook een eigen dagblad, de Osservatore Romano, waarin men de gedachten van de Vaticaanse autori teiten kan vinden. Zo kent de Ned. Herv. Kerk een Raad voor de zaken van Pers en Publici teit. Zulk een Curie en zulk een secretariaat van een protestantse kerk, heeft de neiging kerkeiyke autoriteiten op-zich-zelf te' worden. Wanneer dat in Rome gebeurt en wanneer men daarover in enige kerkprovincie wel eens harde noten kraakt, behoeft ons dat helemaal niet te verbazen. Wat de kerkeiyke recht spraak betreft, om maar een voorbeeld te noemen, ligt het laatste beroep by de Curie in Rome, zoals dat in de N.H. Kerk ligt bij de generale commissie voor het opzicht. Him oordeel is het beslissende. Kunnen wij in ons land ook niet klanken horen als: In Den Haag wil men - cn dan komt er iets waarmee men het helemaal niet eens is, omdat men meent dat ze in Den Haag onvol doende rekening hebben gehouden met de om standigheden in een bepaalde provincie of in een bepaalde gemeente. In Rome ligt uiteinde- ïyit alles in handen van de Paus, maar kan men dan weer niet horen dat de Paus de ge vangene zou zijn van de Curie? De Curie heeft voor het concilie voorbereidin gen moeten treffen en ze is ook bezig geweest met het samenstellen van commissies die er nodig zyn. In de eerste algemene zitting na de openingsplechtigheden is nu reeds gebleken dat de bisschoppen zich die voorgestelde com missies zo maar niet wilden laten opdringen. Een van de vragen, die op het concilie telkens vveer naar voren zal komen is, hoe de verhou ding Curie-bisschoppen zal wezen en of een vernieuwing van de Curie het gevolg zal zijn van dit concilie. De Curie neemt een sleutel positie in de R.-K. Kerk Sn en ze zal dat blij ven doen. De vraag is of ze in de toekomst meer rekening zal gaan houden met van haar mening afwijkende gedachten. H. C/jji een pen met allure v.a. 60,00 pan vierkleuren ballpoint v.a. 19,50 j| De bestedingen van de bij de sec tie Internationale Hulpverlening van de Algemene Diaconale Raad der Nederlands Hervormde Kerk ontvan gen gelden werd voor Madagascar ferme-école f25.000; bouw van 2 bungalows f15.000; extra hulp f6000; meisjeswerk f20.000; Dakar, totale hulp f5.000; Iran f 10.000; Al gerije f 100.000; Kenya (wika Win dig) f12.250; Falerna f 10.000; We reldraad van -Kerken, waarbij inbe grepen Griekse team, vluchtelingen hulp, enz. f30.000; rampen f30.000; Coudekerque en Silo (België) f8000; College Vaudoix (Italië, Wald. Kerk) f4000; hulp bij kleine noodgevallen f7700. Totaal f327.950. Het congres van de „Achttien" heeft in Wageningen tot resultaat gehad, dat de Hervormde en Gere formeerde Kerk aldaar zich samen zullen beraden over de vragen of het nog verantwoord is langs elkaar heen te leven en te werken, wat de beide kerken gescheiden houdt en of wat bindt niet veel belangrijker is. In de Gereformeerde Kerk is 23 ok tober een contactavond voor alle ge meenteleden. waar ds. Mees ten Oe ver (geref.) de vraag „Waarom één?" zal beantwoorden, waarna hij aan de aanwezige hervormden iets over de activiteiten van de Gerefor meerde Kerk in Wageningen zal ver tellen. Daarna doet een hervormde hetzelfde vanuit de Hervormde Kerk.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1962 | | pagina 17