Wachlen
DE BESLISSING
Omnibussen waren
in september gewild
Maar drie dagen
Southwick House
Kentering
Drukke maand voor de
Zeeuwse boekhandel
Mevr. M. Boogerd heefi een
voorkeur voor omnibussen
WILT U
MEER
WETEN
OVER
BOCAL
HAARDEN
BON
WOENSDAG 10 OKTOBER 1962. PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
Eisenhower stond voor een vreselijk di
lemma. Op 17 mei had hij besloten dat
D-Day zou vallen op één van deze drie juni
dagen: de 5de, de 6de of de 7de. Meteorolo
gische onderzoekingen hadden aangetoond
dat twee omstandigheden die van vitaal
belang waren voor de invasie, voor Nor-
mandië op die dagen konden worden ver
wacht: een laat opkomende maan, en eb,
kort na zonsopgang. De parachutisten en
de door zweefvliegtuigen aangevoerde in
fanteristen die de aanval zouden beginnen
ongeveer 18.000 man van de Ameri
kaanse 101ste en 82ste Divisie en de Britse
6e Divisie hadden maanlicht nodig.
Maar hun overrompelende aanval moest
het van de duisternis hebben tot het tijd
stip, waarop zij zich boven de gebieden
bevonden, waar zij moesten landen. Een
laat opkomende maan was dus van het
allergrootste belang.
De landingen vanuit zee moesten plaatsvinden bij
voldoende eb. opdat men Rommels strandversper-
ringen goed kon zien. Van de juiste berekening
van het getij zou het succes van de gehele invasie
afhangen. En om de meteorologische berekenin
gen nog gecompliceerder te maken: de achter
hoede, die op die dag veel later zou volgen, zou
evteneens alleen bij eb aan land kunnen gaan
en dat moest gebeuren vóór het donker werd.
Deze twee kritieke factoren betreffende de maan
en het getij belemmerden Eisenhower in hoge
mate. Alleen het getij al beperkte het aantal
dagen per maand, dat de aanval mogelijk maakte,
tot zes en 'op drie van die dagen was er
geen maan.
Maar dat was nog niet alles- Hij moest nog met
veel méér dingen rekening te houden. Ten eerste:
alle legeronderdelen hadden lang daglicht en
goed zicht nodig om de bewuste stranden te
kunnen herkennen en wat de vloot en lucht
macht betrof: om hun doelen te vinden; en
tevens om het gevaar van aanvaringen te ver
minderen, als 5000 schepen bijna zij aan zij
in de Baai van de Seine manoeuvreerden. Ten
tweede had men een kalme zee nodig. Afgezien
van de verwoestingen, die een ruwe zee aan de
vloot kon toebrengen, zou zeeziekte de troepen,
lang voor zij de overkant hadden bereikt, in een
staat van hulpeloosheid kunnen brengen. Ten der
de was er een lage zeewind nodig, die de stran
den van rook moest zuiveren, opdat de doelen
niet zouden worden verdoezeld. En bovendien
hadden de Geallieerden nog drie niet-stormach-
tige dagen na D-Day nodig om het snel aan
voeren van manschappen en voorraden te ver
gemakkelijken.
Niemand op het hoofdkwartier verwachtte ideale
weersomstandigheden op D-Day het minst
van allen Eisenhower. Hij had geleerd, tijdens
talloze besprekingen met zijn meteorologische
staf, om alle factoren, die resulteerden in de
slechtste weersomstandigheden waaronder een
aanval nog gewaagd kon worden, te onderkennen
en tegen elkaar af te wegen. Maar volgens zijn
meteoroloog waren de kansen één op tien dat
het weer in Normandië ook maar op één junidag
zodanig zou zijn, dat het zelfs aan de minimum
eisen voldeed. Het bleek nu op deze stormachtige
zondag, terwijl Eisenhower, alleen in zijn cara
van, elke mogelijkheid overwoog, dat de kansen
niet één op tien waren, maar één op een astrono
misch hoog getal.
Van de drie voor invasie geschikte dagen had
hij de 5de gekozen opdat hij, wanneer de
aanval moest worden uitgesteld, van de 6de
gebruik kon maken. Maar als hij bevel gaf op do
6de aan te vallen en deze aanval dan wéér moest
uitstellen, zou het probleem: hoe de terugkerende
konvooien van nieuwe brandstof te voorzien, hem
misschien belemmeren om op de 7de te landen.
Dan zouden er twee alternatieven zijn. Hij kon
D-Day uitstellen tot do volgende periode met een
gunstig getij bijvoorbeeld op 19 juni. Maar als
hij daartoe besloot, zouden de luchtlandings
troepen gedwongen zijn in het donker aan te
vallen, want op 19 juni was er geen maan. Het
andere alternatief was: te wachten tot juli
maar zo'n lang uitstel, zou hij later verklaren,
„was te bitter om zelfs ook maar in overweging
te nenien".
Zo afschrikwekkend was het denkbeeld van uit
stel, dat velen van Eisenhowers voorzichtigste
bevelhebbers zelfs bereid waren om de aanval op
de 8ste of 9de te wagen, in plaats van te wachten.
Zij zagen geen mogelijkheid om bijna 200.000
man, van wie reeds meer dan de helft instructies
had ontvangen, wekenlang op schepen, in havens
en op vliegvelden geïsoleerd en opgesloten te
houden, zonder dat het geheim van de invasie
kon uitlekken. Zelfs al zou er gedurende die
periode niets uitlekken, dan zouden de verken
ningsvliegtuigen van de Luftwaffe ongetwijfeld
de enorme vloot ontdekken (als zij die niet reeds
hadden ontdekt) of de Duitse geheime agenten
op een of andere wijze van het plan kennis ne
men. Voor iedereen hield het vooruitzicht van een
lang uitstel een grimmige beproeving in. Maar
Eisenhower zou dit nu eenmaal moeten beslis-
Die avond, kort voor half tien, verzamelden
Eisenhowers opperbevelhebbers en hun staf
chefs zich in de bibliotheek van Southwick
House. Het was een grote kamer met een tafel,
die door een groen lakens kleed was bedekt,
verscheidene gemakkelijke stoelen en twee sofa's.
Boekenplanken van donker eikenhout besloegen
drie der vier wanden, maar er stonden weinig
boeken op de planken, daarom zag de overigens
zo gezellige kamer er wat kaal uit. Zware dub
bele verduisteringsgordijnen hingen voor de ra
men en op deze avond dempten zij het geluid
van de neervallende regen en de aangierende
doffe windstoten.
De stafofficieren stonden in kleine groepjes rus
tig te praten. Bij de haard voerde Eisenhowers
chef-staf, generaal-majoor Walter Bedell Smith,
een gesprek met de pijprokende plaatsvervan
gend opperbevelhebber luchtmaarschalk Tedder.
Aan de ene kant zat de heftige marinecomman
dant, admiraal Ramsay, en vlakbij hem zat de
commandant van de Geallieerde luchtmacht, ge
neraal Leigh-Mallory. Slechts één officier was
niet in uniform gekleed, herinnert generaal Smith
zich. De opvliegende Montgomery, die de aanval
op D-Day zou leiden, droeg zijn gewone corduroy-
broek en zijn trui met hoge boord. Dit waren de
mannen, die het bevel tot de aanval zouden uit
voeren, als Eisenhower het had gegeven.
Precies om half tien ging de deur open en kwam
Eisenhower, keurig gekleed in zijn donkergroene
veldtenue, binnen. Er was even een zweem van
de bekende Eisenhower-grijns, toen hij zijn
oude vrienden begroette, maar toen hij de ver
gadering opende, gleed het masker van zorg snel
weer over zijn gezicht. Hij hoefde geen inleiding
te houden, want iedereen was zich bewust van de
ernst der te nemen beslissingen. Daarom kwamen
bijna dadelijk de drie hoofd-meteorologien van
OPERATION OVERLORD binnen; het hoofd,
kolonel J. N. Stagg van de RAF, voorop.
Er heerste een diepe stilte toen Stagg met zijn
uiteenzetting begon. Snel schetste hij het
weerbeeld van de afgelopen 24 uur en toen
zei hij heel rustig: „Herener zijn enkele
snelle en onverwachte veranderingen in de weers-
Een groot deel van de invasietroepen
bevond zich op de J/e juni al op de
trayisportvloot. Op de foto: Amerikaan
se infanterie met reddingsvest. Aan
boord bevonden zich ook verpleegsters.
situatie gekomen Aller ogen waren op Stagg
gericht, nu hij de bezorgd kijkende Eisenhower
en zijn bevelhebbers een sprankje hoop schonk-
Er was een nieuw weersfront gesignaleerd, dat,
aldus Stagg, binnen de eerstvolgende uren het
Kanaal zou bereiken en een geleidelijke opkla
ring boven de aanvalsgebieden zou veroorzaken.
Deze verbetering zou de volgende dag doorzetten
en duren tot de ochtend van de 6de juni. Daarna
zou het weer wederom slechter beginnen te wor
den. Tijdens deze te erwachten periode van goed
weer zou de wind merkbaar gaan liggen en de
hemel opklaren in elk geval genoeg om de
bommenwerpers de gelegenheid te geven in
nacht van 5 en gedurende de morgen van 6 juni
actief te zijn. Omstreeks het middaguur zou het
wolkendek dan weer dikker worden en de hemel
dus weer betrekken.
Eisenhower vroeg nu zijn bevelhebbers één voor
één om hun mening. Generaal Smith vond dat
de aanval op 6 juni moest doorgaan het was
een gok, maar die gok moesten ze nu eenmaal
wagen. Tedder en Leigh-Mallory vreesden beiden
dat de voorspelde opklaring te gering zou blij
ken te zijn voor de luchtmacht, om met succes
te kunnen opereren. Dit zou kunnen betekenen,
dat de aanval zonder voldoende steun uit de
lucht zou plaatshebben. Zij dachten dus, dat het
„riskant" zou worden. Montgomery bleef bij de
beslissing, die hij de vorige avond had genomen,
toen D-Day op 5 juni was afgelast. „Ik zou zeg
gen we gaan", zei hij.
Nu was het woord aan Ike. Het ogenblik was
gekomen, waarop hij alleen de beslissing kon
nemen Er heerste een lange stilte, terwijl Eisen
hower alle mogelijkheden tegen elkaar afwoog.
Terwijl generaal Smith hem gadesloeg, werd hij
getroffen door „het isolement en de eenzaamheid"
van de opperbevelhebber, zoals hij daar zat met
de ellebogen op tafel, de handen gevouwen en zijn
blik neerwaarts gericht. De minuten verstreken
sommigen meenden dat, het er twee waren,
anderen wel vijf. Toen keek Eisenhower op, met
gespannen gelaatsuitdrukking, en deelde zijn be
slissing mee. Langzaam zei hij: „Ik weet nu
zeker dat we het bevel moeten gevenprettig
vind ik het niet, maar zu scaan de zaken nu een
maal Ik zou niet weten was we anders moeten
doen".
Eisenhower stond op. Hij zag er vermoeid uit,
maar zijn gezicht ha<j zich enigszins ontspan
nen. Zes uur later zou hij, tijdens een korte be
spreking van de weersomstandigheden, in zijn
Deslissing volharden, en bevestigen dat dinsdag
6 juni D-Day zou zijn.
Eisenhower en zijn bevelhebbers verlieten
het vertrek en haastten zich nu om de
grootse aanval te laten starten. In de stille
bibliotheek heten zij een waas van blauwe
rook achter, die als een wolk boven de con
ferentietafel hing. Het haardvuur weer
spiegelde zich in de gewreven vloer, en op
de schoorsteenmantel stonden de wijzers
van de klok op 9 uur 45.
(Wordt vervolgd)
Copyright Uitg. van Holkema en Warendorf
Amsterdam.
Afdeling „Amnesty"
in Nederland
(Van een onzer verslaggevers)
j Overal ter wereld worden mensen
gevangen gehouden omdat hun
5 overtuiging politiek of religieus
l voor de regering van bepaalde
l landen onaanvaardbaar is. Het to-
5 taal aantal van deze gevangenen
l wordt geschat op een half miljoen.
Sinds een jaar houdt, zoals bekend, een
internationale organisatie zich speciaal
met hen bezig. Deze in Engeland door
juristen opgezette beweging presenteert
zich onder de algemene naam „Amnes-
ty". Thans is als onderafdeling ervan de
oprichting aangekondigd van de Neder-
landse Stichting voor Geestesvrijheid. In
1 Amsterdam gaf het werkcomité een
i persconferentie waarop de doelstellingen
werden toegelicht door de hiervoor uit
Londen overgevlogen advocaat mr.
i Louis Blomkooper. Hij vertelde dat het
1 helpen van de betrokkenen uit moet
gaan van kleine groepen mensen die-be
reid zijn daarvoor het nodige werk,
meestal belangeloos, te verrichten. Deze
clubs van vrijwilligers krijgen van het
hoofdbestuur drie gevangenen toegewe
zen die hulp nodig nebben.
De samenstelling van zo'n drietal be-
staat altijd uit één gevangene uit een
westers land, één gevangene uit een
communistisch land en éen uit een on
derontwikkeld land in Afrika of Azië.
9 De artsenkamer in Keulen heeft meege-
deeld dat er de komende jaren naar ver-
wachting 19.000 dokters te veel zullen zijn in
West-Duitsland en West-Berlijn. Tot 1972 zijn
r ongeveer 20.000 nieuwe dokters nodig en
waarschijnlijk zullen er 39.000 afstuderen. In
1950 was er een dokter op 734 inwoners, nu
op 659.
GODFRIED BOMANS AAN DE TOP
OPNIEUW staan de omnibussen hoog genoteerd op de Zeeuwse
boekenmarkt. De maandelijkse enquête onder een groot aantal
boekhandelaren gaf een volkomen ander beeld dan twee maaden
geleden: i september kwamen de vakantieboeken niet meer aan de
spits, maar het waren veeleer de echte leesboeken, die in het middel
punt van de belangstelling stonden. Godfried Bomans Omnibus kwam
bovenaan op de lijst van bestsellers, op de voet gevolgd door „De
Grote Vier"-omnibus van de Arbeiders Pers. Ook Hans Martin blijkt
nog steeds een vaste greep op het lezerspubliek te hebben met
„Herfsttij". Deze roman, zo wees de enquête uit, plaatst zich als
derde op de lijst.
Het is overigens in de maand september daarachter volgde „Het heldere uur"
bijzonder druk geweest in de Zeeuwse van Jan Mens. „Kameraden" van Hans
boekhandel. Dé drukte kwam vooral Helmut Kirst handhaafde zich op de
voor rekening van de schoolgaande vijfde plaats, terwijl zich als nummer
jeugd, die in de afgelopen maand dui- zes een nieuweling aandiende: de omni-
zenden studieboeken heeft afgehaald, bus van Olaf J. Landell, waarin zijn op-
Aan het eind van de maand verscheen
de nieuwe Zeeuwse Reisgids, die bij
tientallen en honderden tegelijk de deur
is uitgevlogen.
Opmerkelijk is, dat evenals in november
van het vorig jaar de omnibussen als
de meest gelezen boeken uit de bus
kwamen. Stond Godfried Bomans in fe
bruari j.l. bovenaan met „Noten Kra
ken", thans was het zijn omnibus een
verzameling humoristische en ernstige
werken van deze schrijver die een
stevige eerste' plaats voor zich opeiste.
Bij niet minder dan zeven van de veer
tien geënquêteerde boekhandelaren bleek
bij het opmaken van de balans, dat Bo
mans' Omnibus in september het meest
was verkocht.
genomen „Ave Eva", „Spiegel aan de
wand", „Versprongen ster" en „Porse
leintafel".
Als zevende op de bestsellerlijst noteer
den wij „Mila 18" van Leon Uris, dat
zich na vele maanden nog steeds onder
de eerste tien weet te handhavers On
deraan de lijst eindigde een grote groep
boeken, waaronder onder meer „Ge
sprekken met Stalin" van de onlangs
veroordeelde Joego-Slavische schrijver
politicus Milovan Djilas, „Van het kleine
koude front" van J. B. Charles, „Vlim-
men trilogie" van mr. A. Rootaert, „La
dy Chatterley's Minnaar" van D. H.
Lawrence, „Kinderen en minnaars" van
Willy Corsari en Johan Fabricius' tri
logie.
Het hoeft al lang geen betoog meer, dat
de oorlogsromans de belangstelling van
een deel van het lezerspubliek blijven
behouden. Oorlogsboeken uit de 4.90-
prijsklasse vinden regelmatig hun weg
naar de lezers.
Het zal bij niemand en vooral niet
bij de bezitters van televisie ver
wondering wekken, dat „De Sjaal'*
grandioos de race heeft gewonnen
bij de pockets. Een nimmer afla
tende belangstelling bestaat voor
het „zakboek". Mede dankzij ver
toning voor de televisie van „De
Sjaal" haalde deze pocket bij vele
boekhandelaren een record omzet.
Simenon en Havank bleken de
maand september eveneens veel
aftrek te vinden.
GROTE VIER
Maar ook „de Grote Vier" Antoon
Coolen met „Peelwerkers", Willy
Corsari met „Voetstappen op de
trap". Johan Fabricius met „Vene-
tiaans Avontuur" en Jan Mens met
„Op liefdes lichte voeten", vond gre
tig aftrek by het lezerspubliek, dat
blykbaar de vaak vroeg begonnen
septemberavonden rustig lezend wil
de doorbrengen. Deze belangstelling
J voor de omnibus „de Grote Vier"
J bracht dit boek op een eervolle twee-
de plaats.
Hans Martin bezette met „Herfsttij"
in juni de bestseller van de maand
ccn stevige derde plaats. Onmiddellijk
Advertentie
over prijzen, typen, capaciteiten en uit
voeringen? Vraag dan door middel van
de antwoordkaart onze gratis kleuren,
folder aan.
AAN BECKING BONGERS N.V. TE ULFT
Zond ml) goheol vrijblijvend uw kleuronlolder
ovor Bocnl haarden.
D 2"
Naam:
Adres:
HAARDEN'
VAN
BECKING
BONGERS N.V.
ULFT
„Mijn voorkeur gaat uit naar om
nibussen. Dat is wel de voornaam
ste reden, waarom ik de Godfried
Bomans' Omnibus heb gekocht".
Deze uitspraak tekenden wij op
uit de mond van de gepensioneerde
onderwijzeres, mevrouw M. Boo
gerd uit Oudelande.
„Ik heb een zwak voor omnibussen",
verklaarde mevrouw Boogerd. Glimla
chend voegde ze er aan toe, dat ze
moeilijk een etalage van een boekwinkel
voorbij kan lopen, waarin op aantrek
kelijke wjjze een omnibus staat uitge
stald. De vraag dringt zich dan op:
„kopen of niet?" Het wordt dan nog al
eens het eerste!
Het is overigens bepaald niet zo, dat de
Oudelandse onderwijzeres de Godfried
Bomans' Omnibus alleen gekocht heeft
terwille van de omnibus. Zij vindt Bo
mans' iemand, die je als lezer graag
mag. Hij zoekt het diepere en dat trekt
mevrouw Boogerd aan in Bomans.
Waarom zij zo'n uitgesproken voorkeur
heeft voor omnibussen? Mevrouw Boo
gerd is van mening, dat een omnibus een
verzameling van werken geeft, die beter
dan één enkel boek de lezer iets vertelt
van de schrijver zelf. Voor zichzelf
maakt ze een vergelijking tussen het
ene boek en het andere of het ene ver
haal en het andere.
Dat is voor haar juist het aantrekkelijke
van een omnibus.
Mevrouw Boogerd kent Bomans vrij
goed uit de enkele boeken, die zij al van
hem heeft gelezen. Toen ze Bomans'
Omnibus in de etalage van een boekwin
kel zag liggen, stond voor haar meteen
vast: kopen.
De oud-onderwijzeres, die de laatste ne
gen jaar voor dc klas stond in dc open
bare lagere school te Oudelande, hoopt
in elk geval veel plezier te beleven aan
de lijvige omnibus van Godfried Bomans.
De Oudelandse oud-onderwijzeres me
vrouw M. Boogerd leest brj vooi'keur
omnibussen. Dat is o.m. de reden, dat
Bomans' Omnibus in haar boekenkast
staat. Op de foto: mevrouw Boogerd
met haar plakboek over Noorwegen,
waar ze een bijzonder plezierige vakan
tie heeft doorgebracht.
(Foto P.Z.C.).